Muziek / Achtergrond
special: Marcel Mandos over het Philip Glass Festival

De meester van de minimal music in Groningen

Sinds zeven jaar kent Groningen in oktober een muziekfestival rond een eigentijdse componist. Daarbij werd nooit laag gemikt; de Est Arvo Pärt en de Duitsers Hans Werner Henze en Wolfgang Rihm, allemaal Heel Groot in de wereld van de nieuwe muziek, werden in Groningen verwelkomd. Dit jaar zet men zelfs nog iets hoger in met de Amerikaan Philip Glass, die dit jaar zeventig is geworden en naar aanleiding daarvan een wereldtournee onderneemt.

Philip Glass
Philip Glass

Een sleutelrol in het Groningse Philip Glass Festival wordt, naast Stichting Prime, gespeeld door het Noord Nederlands Orkest (NNO), dat als initiatiefnemer ook twee Nederlandse premières zal spelen van Glass: zijn Achtste Symfonie (2005) en de Concertfantasie voor twee paukenisten en orkest. Het NNO fungeert dit jaar als de organisator en tevens producent van de sessies met Philip Glass zelf. 8WEEKLY sprak artistiek manager Marcel Mandos over dit en eerdere festivals.

“Zeven jaar geleden begon het NNO samen met Stichting Prime met het eerste festival rondom een hedendaags toonaangevend componist. We hebben Rihm, Terry Riley, Hans Werner Henze, Arvo Pärt, Harrison Birtwistle en Goebbels & Gubaidulina al gehad. Ons doel is om een statement te maken, om het beste in de eigentijdse muziek met alles wat we hebben te ondersteunen. De opzet nu is anders dan vorig jaar; toen was het, met Heiner Goebbels en Sofia Goebaidoelina, een festival van contrasten, van uitersten tegenover elkaar.”

Was er een specifieke reden om over Glass te gaan nadenken?
“Zelf heb ik een ambivalente verhouding met Glass. Soms is het echt muziek die me zeer raakt, soms wordt het me wat te veel. Glass is dit jaar zeventig geworden en nadat ik contact met hem had opgenomen bleek hij er wel oren naar te hebben. Hij schreef een nieuw werk voor zijn zeventigste verjaardag, Book of Longing, dat hij op veel plaatsen in de wereld uitvoert. Na wat meer gesprekken bleek Groningen, bij toeval, in zijn agenda te passen.”

“Philip Glass is een man waar ik respect voor heb omdat hij rücksichtslos z’n eigen gang is gegaan; iemand die zo trouw aan zichzelf blijft waardeer ik wel. Hij heeft zich niet laten afleiden, evenals eerder Arvo Pärt. Wat Glass ooit in de underground heeft geschreven kan nu zo de concertzaal in. Hij heeft in alle genres gepubliceerd: orkest, opera, filmmuziek en solomuziek. Hij geeft overigens zelf ook toe dat ouder worden hem heeft geholpen: ‘Als ik, zoals een achttiende-eeuwse componist, maar zevenendertig zou zijn geworden, zou ik nu niet zijn waar ik ben’.”

Marcel Mandos
Marcel Mandos (foto: Reyer Boxem)

Was het een soepel contact?
“Nou ja, bijna alles gaat via een manager – en voordat ze ook reageren duurt het wel even. En je moet echt alles aan ze vragen, alle programma’s die je bedenkt moet je voorleggen. Ze willen controle houden.”

Terug naar het festival: wat beschouw je als de hoogtepunten?
Book of Longing wordt door Glass’ eigen ensemble gespeeld in Groningen. Het is gezet op poëzie van Leonard Cohen, een beroemde singer-songwriter en een vriend van Glass. Ze kregen ooit het idee om iets samen te doen, maar Cohen ging het klooster in en bleef acht jaar bij de monniken. Drie jaar geleden kwam Cohen echter weer naar buiten en toen hebben ze het idee weer leven ingeblazen. Book of Longing bevat tweeëntwintig songs van Cohen die door Glass op muziek zijn gezet. Daarnaast speelt Glass een pianorecital: tachtig minuten lang eigen werk; tenslotte is er op 27 oktober de door ons [NNO] uitgevoerde première van de Achtste Symfonie en zijn Concertfantasie voor twee paukenisten en orkest. Dat is een van de betere werken van Glass, in status gelijk aan zijn vioolconcert.”

Hoe verder na Glass?
Steve Reich zou een optie zijn, maar ook iemand uit de Darmstadt-school [waar zowel Glass als Reich zich altijd tegen hebben afgezet, IN]. Zo zou het prachtig zijn om hierna Boulez te hebben – maar ik vrees dat dat onmogelijk is – of iemand van het kaliber Penderecki, Stockhausen of Adés.

Boeken / Fictie

Harry Potter heeft een Hollywoodcomplex

recensie: J.K. Rowling - Harry Potter and the Deathly Hallows

.

Luttele weken na verschijning zijn wereldwijd meer dan 30 miljoen exemplaren verkocht – een oplage die menig Nobelprijswinnaar met liefde voor zijn of haar complete oeuvre zou willen bereiken. De vraag is alleen of de monsteroplages nog wel enig verband houden met de kwaliteit van het verhaal.

Het is raar om je te bedenken dat het eerste deel nog maar tien jaar geleden is verschenen; Harry Potter is in korte tijd een van de beroemdste literaire personages ter wereld geworden en mede daardoor tevens het middelpunt van bizarre discussies over de belangstelling voor occultisme die door de boeken zou worden opgewekt. Dat krijg je ervan als volwassenen een kinderboek serieuzer nemen dan de bedoeling is. Maar het zegt wel iets over de populariteit van de reeks en het enthousiasme van de fans dat zelfs religies zich erdoor bedreigd voelen.

Nieuwe vorm


Het zou flauw zijn om te veel van de plot te verklappen, omdat vele miljoenen trouwe Potterfans al zo lang snakken naar de afsluiting van het verhaal. Een Engelse schooljuf die haar verbijsterde klas het einde voorlas, haalde met haar actie zelfs het internationale nieuws. In een normaal kinderboek zou de afloop van het verhaal vanaf het begin te voorspellen zijn, maar het is een van de sterke kanten van de reeks dat Rowling er in is geslaagd Harry in de verschillende delen op een overtuigende manier door zijn puberteit heen te loodsen, inclusief ontluikende kalverliefdes en onuitstaanbaar gedrag. Naarmate de reeks vorderde, werd de toon van de verhalen steeds grimmiger en strikt genomen minder kinderboekenachtig, waardoor de optie dat Harry Potter zelf zou kunnen sterven steeds aannemelijker werd.

Het zevende deel, dat in november in een Nederlandse vertaling zal verschijnen onder de titel Harry Potter en de Relieken des Doods, wijkt qua vorm nogal af van de eerste zes boeken. In de eerste delen werden Harry en zijn onafscheidelijk vrienden Ron en Hermione op de tovenaarsschool Hogwarts steeds geconfronteerd met uiteenlopende mysteries en het steeds toenemende gevaar van Voldemort. Stukje bij beetje werd nieuwe informatie geopenbaard waardoor steeds duidelijker werd dat Harry uiteindelijk de confrontatie met Voldemort zou moeten aangaan. Het laatste deel breekt met die vorm in die zin dat Harry, Ron en Hermione niet meer naar school gaan, en zich volledig richten op het vinden van een manier om Voldemort voor altijd te verslaan.

Deze nieuwe vorm lijkt Rowling in eerste instantie nieuwe inspiratie te hebben gegeven. Vooral de eerste helft van het boek doet denken aan de frisse toon die ze in de eerste delen wist te raken: grappig, vol vaart en met enorm fantasievolle, haast vanzelfsprekende beschrijvingen van de wereld waarin tovenaars en Muggles – mensen zonder magisch talent – naast elkaar leven. Met name het begin is ronduit bloedstollend. Rowling beschrijft een achtervolgingsscène waar de regisseur die het laatste deel van de Potterreeks mag verfilmen nu al van zal watertanden. Harry ontsnapt, maar blijft gedurende het grootste gedeelte van het verhaal op de vlucht voor het zich steeds verder uitbreidende kwaad.

Zwaar thema
Het eerste gedeelte van het boek levert een aantal sterke momenten op. Rowling laat heel doeltreffend de gevaren van een totalitair regime zien, en maakt het aannemelijk dat een samenleving van binnenuit kan worden vergiftigd door op kundige wijze angst en haat te zaaien. Dat is een zwaar thema voor het overwegend jeugdige publiek waarvoor de reeks is geschreven, maar Rowling toont zich op die momenten op haar best.

Daartegenover staat dat het verhaal meermalen ernstig dreigt te verzanden doordat het lijkt alsof Rowling moeite heeft gehad om uit de tientallen subplots die in de eerdere delen zijn ontstaan de juiste te selecteren. Sommige hints en plotlijnen die een cruciale rol leken te gaan spelen in het eindspel, komen in het laatste deel slechts zijdelings of zelfs helemaal niet aan bod. Sommige zaken worden er daarentegen weer aan de haren bijgesleept, wat resulteert in een nogal ongebalanceerd verhaal. Dat Rowling uiteindelijk 607 pagina’s nodig heeft om af te ronden, is in dit geval geen goed teken.

Filmscript
Het grootste probleem van Harry Potter and the Deathly Hallows is echter dat het leest als een filmscript. Het boek is feitelijk een lang uitgerekte achtervolgingsscène met een groot aantal narrow escapes waarbij de special effects van de bladzijdes afspatten. Alle registers gaan open: gevechten in uiteenlopende settings, afdalingen in onderaardse krochten, een draak, reuzen en centaurs die meestrijden in de eindstrijd. Zeker wie de karakters uit de films kent, kan eigenlijk niet ontkomen aan het scriptgevoel, iets wat duidelijk afbreuk doet aan het verhaal zelf.

Dat neemt niet weg dat het laatste deel in alle opzichten een ‘echte’ Harry Potter is geworden. Een grote rol is toebedeeld aan onsterfelijke waarden als moed, vriendschap, liefde en opoffering. Het is de verdienste van Rowling dat ze deze al zo vaak gebruikte waarden – die strikt genomen ook de rode draad vormden in bijvoorbeeld Lord of the Rings en de Narniareeks – in een heel eigen jasje heeft weten te steken, zonder te vervallen in klef gemoraliseer.

Toch ontkom je na het lezen van Harry Potter and the Deathly Hallows niet aan het gevoel dat Rowling voor de slotacte van de door haar gecreëerde magische wereld een paar verkeerde keuzes heeft gemaakt. En dat is spijtig, want Harry Potter verdiende een grootsere afsluiting.

 

Muziek / Achtergrond
special: Ex Dead Can Dance-zangeres in Rotterdamse Schouwburg

Eenmalig concert Lisa Gerrard 30 oktober

.

Hits heeft ze nooit gehad, toch is Lisa Gerrard al meer dan vijfentwintig jaar een unicum in de muziekwereld. Met Brendan Perry vormde de Australische de legendarische darkwave-band Dead Can Dance. Daarna ging ze solo verder en bereikte toen pas de ware sterrenstatus, met name door haar bijdrage aan de soundtrack van de film Gladiator, waarvoor ze een Golden Globe won en een Oscar-nominatie kreeg. Haar liveperformances zijn nog intenser dan die op plaat. En nu is ze dan eindelijk in Europa voor een tournee. In Nederland staat ze slechts eenmaal: in de Rotterdamse Schouwburg op 30 oktober.

De met invloeden van folk, klassiek en gothic doordrenkte platen van Dead Can Dance (1981-1996) klonken soms donker, soms opzwepend maar altijd grepen ze de luisteraar bij de keel. Dit vooral dankzij Lisa Gerrard, die wat betreft haar zangprestaties met minder dan het beste nooit genoegen heeft genomen. Gerrard gebruikt haar doordringende, klassiek geschoolde stem als een muziekinstrument en beheerst die kunst tot in de perfectie.

~

Daarnaast zijn de invloeden van Gerrards achtergrond – Ierse ouders, opgegroeid in zowel de Turkse en Griekse als Italiaanse en Arabische cultuur – duidelijk terug te horen in de muziek die ze maakt. Inmiddels heeft ze een aantal solo-albums op haar naam staan en heeft ze aan meerdere soundtracks meegewerkt. Naast Gladiator (met Hans Zimmer) waren dat onder meer Mission Impossible II (eveneens met Zimmer) The Insider, Ali en Salem’s Lot (samenwerking met Patrick Cassidy). Met Ennio Morricone werkte Gerrard in 2005 aan de muziek voor Fateless. Haar laatste album, Silver Tree, werd genomineerd voor de Australian Music Prize 2006. Dit jaar verscheen nog een The Best Of… album.

Perfectionistisch

~

Lisa Gerrard heeft nog het meest van het perfectionistische van Barbra Streisand – in april zong ze tijdens een optreden een nummer zelfs twee keer, omdat de eerste versie niet klonk zoals zij het wilde. Als je de dit jaar verschenen documentaire Sanctuary over en met haar bekijkt, krijg je het bijkans benauwd van de beheerste en zalvende manier van praten van Gerrard – ook kenmerken waar Barbra Streisand om bekend staat. Deze film is dan ook niet het visitekaartje dat nodig is om je over de streep te trekken op de 30ste naar Rotterdam af te reizen. Tijdens haar concerten schijnt ze vrijwel niet te praten en dat is maar goed ook. Haar zangstem is waar het om draait en de bezwerende lading die daar volgens velen vanuit gaat, is meer dan voldoende voor een ervaring op wereldniveau.

Het concert Lisa Gerrard op 30 oktober is georganiseerd door Live At Nighttown en vindt plaats in de Rotterdamse Schouwburg. Het is haar enige concert in Nederland. In november staat ze in onder meer Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Letland en Rusland.

 

 

 

Film / Films

Vrouwenmagneet zonder aantrekkingskracht

recensie: Evening

Evening is gebaseerd op de gelijknamige novelle van Susan Minot. De schrijfster kreeg bij de bewerking voor de film hulp van Michael Cunningham, die onder andere The Hours schreef. Met twee grote namen uit de hedendaagse Amerikaanse literatuur aan het roer is het script teleurstellend oppervlakkig.

~

Ann (Vanessa Redgrave) ligt op sterven. Half wakker, half hallucinerend spreekt ze tegen haar dochters over ene Harris, die de liefde van haar leven zou zijn geweest. Terwijl Connie (Natasha Richardson, in het echt ook de dochter van Redgrave) meent dat moeder gewoon een beetje in de war is, wil Nina (Toni Colette) er het hare van weten. Via flashbacks kom je er eerder dan Connie en Nina achter wie die geheimzinnige Harris is.

De flashbacks geven een geromantiseerd beeld van de gegoede klasse in de jaren vijftig. In een monumentaal buitenhuis wordt het huwelijk van Lila Wittenborn voorbereid. De jonge Ann (Claire Danes) is haar bruidsmeisje. Ze merkt dat de aanstaande bruid geen gelukkige indruk maakt. Anns vriend Buddy, tevens de broer van Lila, maakt duidelijk waarom: Lila is eigenlijk al haar hele leven verliefd op Harris, de zoon van de huishoudster. Harris blijkt echter zijn zinnen op Ann te zetten. Buddy is daar natuurlijk niet blij mee, maar hij worstelt vooral met de vraag op wie hij nu eigenlijk jaloers is.

Uitstraling

Aanzwellende violen kondigen het drama aan. Het huis, dat aan een klif ligt en uitkijkt op het water en de ondergaande zon, is zo mooi in beeld gebracht dat het kitsch wordt. En dan is daar eindelijk Harris (Patrick Wilson), de man die verantwoordelijk is voor deze ingewikkelde vierkantsverhouding. Het verhaal heeft een charmante, uit al zijn poriën seks uitstralende Harris nodig, zo een waarvan je meteen begrijpt waarom iedereen op hem valt. Patrick Wilson heeft niets mysterieus. Hij straalt hooguit uit dat hij van hamburgers en honkbal houdt.

~

De oudere actrices, Vanessa Redgrave, Eileen Atkins, Glenn Close en Meryl Streep, stelen de show. Streeps dochter Mamie Gummer is ook overtuigend als de twijfelende Lila. Claire Danes daarentegen denkt dat het acteren van twijfel betekent dat je veel met je hoofd schudt (als je erop gaat letten, word je er gek van). Is het in eerste instantie irritant dat de flashbacks onderbroken worden door scènes waarin de stereotiepe zussen ruziemaken over hun moeder en elkaar, later worden de flashbacks juist minder interessant dan de relatie tussen de dochters en de moeder.

Evening eindigt op het juiste moment en weet zo nog wat ontroering op te wekken. Als de homoseksualiteit van Buddy of het personage Harris wat beter waren uitgewerkt, had het een tweede The Hours kunnen worden. De sfeer van The Great Gatsby zit erin – er wordt ook voortdurend naar gerefereerd – maar het verhaal heeft te weinig om het lijf. Nu lijkt Evening meer op The Notebook, ook zo’n kitscherige vrouwenfilm met een romantische held die absoluut niets losmaakt bij het beoogde publiek.

Theater / Achtergrond
special:

Dans, daar zit muziek in!

Onder de titel Danstonen heeft de Dansweek dit jaar meer dan 250 voorstellingen en activiteiten te bieden, allemaal in het teken van dans en muziek. Van 5 tot en met 14 oktober zijn er premières, dansworkshops en inleidingen in het hele land op bijzondere locaties door verschillende dansgezelschappen.

Het landelijke dansevenement beleeft dit jaar zijn zevende editie. Traditiegetrouw kan het publiek kennismaken met wat er in de theaters het komende seizoen op de planken staat. Met een groot aantal premières voor zowel volwassenen als jeugd is er ook nieuw aanbod.

Bovendien wordt er niet alleen in de theaters gedanst. In diverse plaatsen is The best of Cinedans te zien, een selectie van dansfilms uit het Cinedans-programma van dit jaar, waaronder Insyn en Pork. Daarnaast zijn er in de straten van verschillende steden (onder meer Tilburg) dansers en choreografen actief om daar het publiek ‘dans’ te laten beleven. De workshops ten slotte zijn voor diegenen die zelf meer willen weten over dans of zelf graag willen dansen.

Eerder gezien door 8WEEKLY:

~

Grip van Lonneke van Leth, Human Figures/Das Wohltemperierte Klavier van Dance Works Rotterdam, Grond van Boukje Schweigman en Droomschetsen van David Middendorp.

Lees hier de recensies van:
Hartstocht – Introdans | Piece/Private Piece – Piet Rogie, Anouk Froidevaux en Andrea Palombi | Galili Gala – Galili Dance | Synfonica Eroïca – Michèle Anne de Mey | Gula – Jens van Daele | Dansstorm! – Giulia Mureddu, Gabriella Maiorino, Theo Nijland e.a. | Cover – Anouk van Dijk en Marco Gerris | VanManenMix – Introdans Ensemble voor de Jeugd

De Stilte – De Kartonbewoners
gezien: 10 oktober, Chassé Theater, Breda.

fotograaf: Moon Saris
fotograaf: Moon Saris

Niet dat met de voorstelling zelf veel mis is. Maar het bijzonderste bij de première van de nieuwste van dansgroep De Stilte, De kartonbewoners, is toch wel de prelude. Door de foyers, over de trappen, langs de balustrade beweegt zich een hele familie dozen voort. Gewone bruine, kartonnen dozen. Niks speciaals, nul blingbling. Maar toch eindeloos intrigerend, omdat ze zo mysterieus zijn en slechts af en toe voorzichtigjes een stukje van hun geheim prijsgeven: een hand, een voet, een hoofd en pas op het allerlaatst een heel lichaam. Prachtig speels en conceptueel heel sterk, deze dozen op pootjes. De groep kinderen én ouders volgt ze gebiologeerd, als waren ze betoverd door een rattenvanger van Hamelen.

Daar had De Stilte best een uur mee vol kunnen maken. Maar dat doet het ensemble niet. Eenmaal in de zaal krijgen die betoverde grote mensen en kinderen namelijk een verhaal te zien. Een verhaal waarin de mensheid zich ontwikkelt van een intuïtief beest tot de materiële massa; een verhaal dat associatief laat zien wat dat betekent voor de individuen die daarin leven. Je mag ze natuurlijk nooit onderschatten, al die kleine briljantjes van tegenwoordig die met vier jaar al kunnen lezen. Maar de lijn van dit verhaal zal de doelgroep van 6+ toch minstens een beetje boven de pet gaan.

Niet dat het de kinderen veel kan schelen. Ze staren met open mond naar de vier dansers, die hun verhaal meeslepend over het voetlicht brengen. De raadselachtige gordijngrot die het decor vormt, geeft als een gigantische pendant van de dozen op pootjes ook steeds meer van z’n geheimen prijs. Op handen en voeten – als dieren – ontdekken de dansers hun wereld, elkaar en de mogelijkheden van, jawel, een stuk karton, dat alle mogelijke vormen kan aannemen. Op hun tenen – als mensen – bouwen ze een nieuwe wereld, van het materiaal dat de grot hun biedt. Dat sluit mooi aan op de belevingswereld van het kind, dat van een laken en een paar stoelen een huis bouwt.

De kartonbewoners is niet wat je noemt een gemakkelijke voorstelling. Enerzijds, en da’s een kritiekpuntje, omdat het verhaal voor de doelgroep moeilijk te volgen zal zijn. Anderzijds, en da’s een compliment, omdat De Stilte niet kiest voor de gemakkelijke weg van het op de lach spelen, het mikken op herkenbaarheid of het draaien van de favoriete kindermuziek. Het kiest voor goede dansers in een goede choreografie en goede randvoorwaarden als decor, licht en muziek. En rekent er terecht op dat het mysterie van de dans de betovering kan vasthouden tot het doek valt.(Moon Saris)

Galili Gala – Galili Dance
gezien: 8 oktober, Stadsschouwburg Groningen

Het Galili Gala laat tien jaar choreografie van Itzik Galili zien. Tien jaar lang heeft hij in Groningen dans van het hoogste niveau weten te bereiken. Hij laat toeschouwers op het puntje van hun stoel zitten, door elk jaar opnieuw met vooruitstrevende voorstellingen te komen. Galili probeert het publiek een boodschap mee te geven en neemt hierbij absoluut geen blad voor zijn mond.
De Dansweek werd in Groningen feestelijk geopend met het Galili Gala. Dit gala was een eenmalig optreden ter ere van het tienjarige bestaan van Galili Dance. Het publiek wordt meegenomen op een reis door tien jaar choreografie van Itzik Galili, tien jaar vooruitstrevende dans uit Groningen.

De eerste twee scènes beloven een voorstelling op hoog niveau. Een meisje in het zwart alleen op het podium. Ze begint rustig en met grote mate van perfectie te dansen. Langzaam verhoogt het tempo. Soepel en krachtig neemt ze het hele podium in beslag. Minutenlang kijkt het publiek ademloos naar het meisje dat in haar eentje de hele zaal weet te boeien. Het einde nadert en een groots applaus volgt. Vervolgens komen een jongen en een meisje op het podium. De danser is krachtig, het meisje elegant en lenig. Zij danst op spitzen, de jongen op blote voeten. Deze samenwerking leidt tot een moderne dans in een elegant jasje.
Naast kwaliteit van de dans, speelt ook humor een belangrijke rol in het gala. Zo danst Eric Gauthier, een hommage aan de gitaar, met alle stereotypen die horen bij de verschillende manieren van gitaar bespelen. Hij straalt plezier uit en het is dan ook een genot om naar te kijken. Ook één van de laatste scènes, gespeeld door Rodina, Stummer en Macquet, geeft een slapstick tintje aan de voorstelling. De jongen wil het meisje, maar wordt vervolgens versierd door de andere jongen.

De climax bestaat uit een remake van de voorstelling Heads or Tales, waar Galili Dance vorig jaar een tour mee heeft gemaakt. Met deze voorstelling wou Galili aandacht besteden aan interpretaties, kritieken en mogelijkheden van zijn choreografieën. Hij liet het publiek nadenken over wat hij met zijn dansen had bedoeld. Hij vindt openheid belangrijk, over alles valt volgens hem te praten en met name over dingen die in onze samenleving soms taboe zijn, zoals sexualiteit. Galili heeft met het Galili Gala zijn tijd in Groningen geheel op zijn eigen manier afgesloten. Eigenzinnig, met een boodschap en tegelijkertijd op een prachtige manier. De choreografieën zitten fantastisch in elkaar, elk plekje van het podium wordt gebruikt en de dansers zijn subliem. Af en toen een kleine ongelijkheid wordt dan ook direct vergeven, de dansers stralen, ze stralen van plezier en deze combinatie van choreografie en dansers zorgen voor een onvergetelijke avond. (Birgit Zuurveld)

Sinfonia Eroïca – Michèle Anne de Mey
gezien: 9 oktober, Schouwburg Tilburg

fotograaf: Herman Sorgeloos
fotograaf: Herman Sorgeloos

Buiten regent het en vallen gele en rode bladeren van de bomen, maar binnen in de schouwburg waait Sinfonia Eroïca van Michèle Anne de Mey als een fris lentebriesje. Als toeschouwer voelt het alsof je terecht bent gekomen op een zondagse picknick waar een groep van negen jonge dansers al spelend en liefhebbend de middag doorbrengt op de klanken van Beethoven en Mozart.

De liefde staat centraal, maar dan wel onschuldige en geanimeerde kalverliefde in plaats van vurige passie. Innige omhelzingen en erotische taferelen waar de seksuele spanning te snijden is, zijn in Sinfonia Eroïca niet te zien. Wel luchtige en vaak snelle danspasjes die vooral lieflijkheid uitstralen. Er wordt veel rondgerend, waarbij de dansers werkelijk alle hoeken van het podium aandoen. Dit geeft de voorstelling een wat kinderlijk en zorgeloos aanzicht. Deze ogenschijnlijke nonchalance versterkt het gevoel van zomerse en maakt Sinfonia Eroïca tot een aantrekkelijke voorstelling. Wat ook opvalt is de humor waar de choreografie van doordrenkt is. Deze humor komt in vele vormen en wisselt in subtiliteit, van een mini-skilift die van bovenin de schouwburg afdaalt tot Lindy hop op klassieke muziek, van een simpel gebaar tot een vingerdans-scène waar de jongens op onsubtiele wijze vechten om de vingers van de dame. Een grappige scène is wanneer een van de dansers tennis gaat spelen met een hamer. Dan blijkt echter dat je heel wat meer kan met deze rekwisieten dan alleen tennissen. Al met al weet Sinfonia Eroïca regelmatig een glimlach op je gezicht te toveren en hier en daar zelfs de hele zaal luid aan het lachen te krijgen.

Zo kabbelt Sinfonia Eroïca voort als een beekje met hier en daar een stroomversnelling. Deze stroomversnellingen komen met name in de vorm van sfeerveranderingen in licht, muziek en beweging. Eén van deze intermezzo’s krijgt een Spaans thema. Hierbij valt vooral op hoe origineel er met belichting wordt omgegaan en ontstaat er een zeer interessant schaduwspel van grote en kleine silhouetten. De grootste verrassing komt natuurlijk aan het eind wanneer er een compleet waterballet wordt opgevoerd. Dit is verreweg het mooiste en meest levendige gedeelte van Sinfonia Eroïca en laat de diepste indruk achter. Denk echter wel twee keer na voor je een kaartje koopt voor de eerste rij…

Al met al is Sinfonia Eroïca zeer de moeite waard wanneer je graag een verscheidenheid aan sfeerimpressies wilt zien en af en toe verrast wilt worden door humor en dansvariatie. Choreografe en regisseuse Michèle Anne de Mey is er met Sinfonia Eroïca zeker in geslaagd, al is het maar even, om je de herfststorm buiten te doen vergeten. (Linda Mous)

Gula – Jens van Daele
gezien: 9 oktober, Schouwburg Arnhem

fotograaf: Judith Zwikker
fotograaf: Judith Zwikker

Choreograaf Jens van Daele heeft zich de prestigieuze taak gesteld om aan de hand van elk van de zeven hoofdzonden een dans te maken. En dat gaat hem tot dusver bijzonder goed af. Eerder mocht hij al voor Ira (2005) en Invidia (2006) lovende recensies in zijn zak steken en die trend gaat zich met het nieuwe Gula alleen maar voortzetten.

Twee dansers op de voorgrond kijken uitdagend het publiek in. Linksachter roept een andere danseres zogenaamd willekeurige termen in een microfoon waar de twee dansers vooraan hun associaties bij geven. Zo is de associatie bij ‘disco balls’: “My tits are disco balls, bling, bling” terwijl ‘extra long eyelashes’ een: “I use my eyelashes to masturbate my fish” oproept. De reacties worden steeds extremer en komen allemaal uit op vergaand geweld en/of sex. Absurd, maar wel tot groot vermaak van het publiek. Ondertussen komen de andere drie dansers op, beginnen zich te rekken en strekken. Na te zijn aangekomen bij de Z van “I am Zorro”, wordt het dansgeweld ingestart dat voorlopig niet aan kracht zal inperken.

Het glasraster dat boven de dansvloer zweeft, geeft de vloer een vlakkenpatroon en maakt het daarmee tot een speelplaats. Onder het uitslaan van kinderlijke gilletjes begint het ensemble aan een superstrakke choreografie waarbij ze rennen, over elkaar heen vallen, tikkertje spelen. Knap, want de passen gaan zo snel en voor iedere beweging moeten de dansers razendsnel anticiperen op wat de rest doet. En dat hebben ze allemaal tot in de puntjes onder de knie, want de dans loopt als een goedgeoliede machine.

En zo passeren verschillende situaties waarin gulzigheid zich manifesteert; het kind dat ondanks de vermoeidheid door wil gaan, de niet te stillen honger naar liefde die niet beantwoord wordt en tot slot de wilde wolven die elkaar genadeloos verslinden in hun verlangen naar meer. Alles op basis van een tomeloze energie en explosiviteit die zich telkens uit in een andere emotie. Het steeds opnieuw keihard neerstorten en met je laatste kracht weer overeind komen om nog een keer met je allerlaatste adem de aanval opnieuw in te zetten. Een geweldig intense dansvoorstelling die je naar de strot grijpt en vooral ook heel nieuwsgierig maakt naar de volgende zondige delen. (Lieke Jordens)

Dansstorm! – Giulia Mureddu, Gabriella Maiorino, Theo Nijland e.a.
gezien: 10 oktober, Theater Bellevue, Amsterdam

Danswerkplaats Amsterdam presenteert tijdens Dansstorm! twee nieuwe Italiaanse choreografieen samen met een muzikale vertelling door Theo Nijland. Deze laatste bijt het spits af en doet dat met een verhaal over zijn eigen onzekere stappen in de danswereld. Gezeten op een kruk en gestoken in pak vertelt hij hoe hij als beginnend kleinkunstenaar, wiens hart eigenlijk bij de muziek ligt, maar niet onder die verdomde balletlessen uitkomt. Hij profileert zich als anti-danser en weet de hele zaal aan het lachen te krijgen met zijn heerlijk openhartige vertelling over hoe gruwelijk het wel niet is om als man je eerste string te moet kopen bij de balletwinkel op de hoek. Hij slingert de ene pas de bourée na plié de zaal in en weet daarmee heel overtuigend de stereotype dansdocent neer te zetten. Een goede opener die de zaal prima warm weet te krijgen.

Anarchistas van Gabriella Maiorina is de eerste dans en wordt opgevoerd door een viertal dansers. Gekleed in zwart outfits ogen ze als stoere krijgers. Elk heeft een eigen plek op de vloer die wordt gemarkeerd door een spot en ieder danst hierin zijn eigen dans. Mooi om te zien hoe alle vier een uitdagende, pulserende stijl weten neer te zetten zonder de overkoepelende eenheid uit het oog te raken. De twist tussen individualiteit en het willen behoren tot een groep staat in Maiorina’s choreografie centraal. Na de individuele scene volgt een stuk waarin de dansers – tot aan de onderkleding ontbloot – voorzichtig naar elkaar op zoek gaan, tegen elkaar aan schurken om te ontdekken dat inspelen op een ander niet altijd eenvoudig is. Het volgende intermezzo waarbij de vier speels om elkaar heen springen en elkaar achterna zitten komt niet helemaal goed uit de verf. Het is te losjes en steekt te veel af bij de rest van de dans. Uiteindelijk zit de kracht van Anarchistas vooral in het openingsdeel waarin de danser op hun eigen eilandje bewegen.

Afsluiter van de avond is Mighty Matpogo van Giulia Mureddu, een eveneens Italiaanse choreografe. Hierin is een cruciale rol weggelegd voor de muzikant Mat Pogo. Vanachter zijn draaitafel produceert hij primitieve, koeterwaalse klanken/ beats naast gesproken tekst. Hierop dansen de drie dansers een choreografie die het menselijk falen als thema heeft. De dans kenmerkt zich door absurditeit, improvisatie en is soms een beetje kort door de bocht. Dat het falen al vanaf de geboorte begint wordt jammergenoeg heel letterlijk vertaald; een van de danseressen begint geheel naakt en met een rond opengesperde mond aan haar dans. Daarnaast duren scenes vaak te lang en verdwijnt de vaart te vaak uit het stuk. Mighty Matpogo is op zijn sterkts wanneer humor en luchtigheid de boventoon voeren, maar helaas zakt het geheel te vaak ineen om echt overtuigend te zijn. (Lieke Jordens)

Cover – Anouk van Dijk en Marco Gerris
gezien: 12 oktober, Stadsschouwburg Groningen

Het project Cover in de Nederlandse Dansweek, waarin oude choreografieën door jonge choreografen opnieuw gebracht worden, werd door Van Dijk en Gerris met beide handen aangepakt. Van Dijk nam Situations van Hans van Manen uit 1970 onder handen. Gerris ging aan de slag met het stuk Stamping Ground van Kylián uit 1983. Beide choreografen namen de voorstellingen van de succesvolle choreografen als uitgangspunt, maar gingen op geheel eigentijdse wijze te werk om vernieuwende en vooruitstrevende choreografieën neer te zetten.

Situations speelt zich af in een ruimte omsloten door drie hoge muren en een klok. Dansers lopen in en uit en bewegen zich voornamelijk lopend door deze ruimte. De dansers worden begeleid door een voice-over die exact de bewegingen van de dansers weergeeft. Hij benadrukt de tijd door telkens te melden hoe laat het is. Jammer dat ze te vroeg begonnen, zodat de voice-over telkens verkeerde tijden doorgeeft en het beoogde effect niet wordt bereikt. De choreografie is simpel en het lijnenspel helder. Het thema van de dans is overduidelijk seks. De dansers lopen veel naakt, orgasmen en seksscènes worden nagedaan. Het thema wordt echter zo ver uitgewerkt, dat naast het thema seks er bijna niet gedanst werd. Voor een dansvoorstelling is dat teleurstellend.

Gerris komt met een op een geheel andere wijze vernieuwende dans. Hij maakt veel gebruik van multimedia. De bewegingen van de dansers zijn digitaal te volgen op een groot scherm achter de dansers. Dit geeft een vergrotend effect van de ruimte, maar leidt daarentegen wel af van de dansers zelf. De choreografie zelf is krachtig en acrobatisch, de dansers gespierd en atletisch. Stamping Ground is geïnspireerd op niet-westerse dans, het doet denken aan het dierenrijk in Afrika.

De voorstelling >Situations is vooruitstrevend in het thema, en de taboe seks wordt doorbroken. Als echte dansliefhebber is het echter een desillusie. De dansers laten weinig zien van de danskwaliteiten die zij ongetwijfeld bezitten. Stamping Ground is door het multimediale karakter leuk om naar te kijken, de acrobatiek is krachtig, maar de dans zelf zal niet lang in het geheugen blijven hangen. (Birgit Zuurveld)

VanManenMix – Introdans Ensemble voor de Jeugd
gezien: 12 oktober, Schouwburg Nijmegen

fotograaf: Hans Gerritsen
fotograaf: Hans Gerritsen

De hele maand september staat in het teken van de 75ste verjaardag van choreograaf Hans van Manen. Ook Introdans Ensemble voor de Jeugd doet een duit in het zakje in de vorm van de VanManenMix. Van Manens werk wordt veelal getypeerd als zijnde helder en zonder poespas. En dat deze kenmerken heel goed van pas komen in een programma speciaal voor kinderen vanaf acht jaar bewijst de VanManenMix.

Polish Pieces is de gelikte en veelkleurige opener van de avond. Outfits in alle kleuren van de regenboog laten door eenvoudige figuren een expressieve, kort maar krachtige dans zien. Opvolger is Sticky Piece. Een duet tussen man en vrouw die, zoals de titel wellicht al doet vermoeten, helemaal bedekt zijn met klittenband. Allebei in zwart/wit hebben ze de grootste moeite hun danspassen uit te voeren zonder voortdurend aan elkaar vast te kleven. Een bijzonder geestige vondst die bij de jonge toekijkers heel goed in de smaak valt. Mooi is ook het moment waarop ze allebei uit hun klittenbandkostuums stappen. Eindelijk bevrijd van de kleverige buitenkant om vrijelijk te kunnen bewegen en van elkaar te genieten.

Niet alleen de choreografieën van Van Manen zijn duidelijk en helder. Ook de titels ervan passen geheel in deze stijl. Zo heeft Bits and Pieces niet echt een overkoepelend thema, maar bestaat het uit korte scènes die allemaal op zichzelf staan. Het is te zien dat er veel aandacht is besteed aan het inspelen op de jonge doelgroep. Zo wordt er bijvoorbeeld een klassiek duet gedanst waarbij de danseres een microfoontje heeft. Heerlijk ontnuchterend hoe zij de kinderen deelgenoot maakt van haar gedachten tijdens de dans. Het doorbreekt de steriele, afstandelijke sfeer die dans soms kan hebben en doet tegelijkertijd niets af aan de schoonheid van de dansroutine.

Squares is de meest abstracte dans van de avond en laat prachtige geometrische bewegingspatronen zien die perfect in balans zijn. Met ingetogen, altijd gecontroleerde bewegingen (en een heel slim gebruik van decor en licht) wordt hier een heel stijlvolle compositie neergezet.

Zo laat Introdans Ensemble voor de Jeugd maar weer eens zien dat dans en jonge kinderen prima samengaan. De Van ManenMix is een heerlijk toegankelijk en met veel zorg uitgevoerd programma die prima kan dienen om kinderen kennis te laten maken met de danskunst.(Lieke Jordens)

Piece/Private Piece – Piet Rogie, Anouk Froidevaux en Andrea Palombi
gezien: 7 oktober, Lindenbergtheater Nijmegen

fotograaf: Rob 't Hart
fotograaf: Rob ’t Hart

Piet Rogie heeft het geluk bepaald niet aan zijn zijde op deze avond in Nijmegen. Na slechts tien minuten moet hij de voorstelling al onderbreken in verband met een niet werkende cd speler. Heel vervelend. Maar Rogie laat zich niet kennen en pakt na een korte onderbreking zijn Piece bewonderenswaardig goed weer op.

Een oude man met stok – gestoken in pak en zijn hoofd bedekt met een oranje wollen muts – komt op van achter een gordijn gemaakt van oude dekens. Hij strompelt wat, zoekt een plekje en trekt uiteindelijk zijn jasje uit om het zich comfortabel te maken op de grond. Het beeld van de zwerver wordt nog ondersteund door muziek die het meest weg heeft van voorbijrazend verkeer in een drukke stad. De gesproken Engelse tekst verklaart de situatie van de man; zijn schepen zijn verbrand en er is geen huis om naar terug te keren. Geen stabiele toestand dus. En dat wankele evenwicht tussen het hoofd boven water houden en compleet instorten komt ook heel helder naar voren in de choreografie. Rogie’s bewegingen zijn onaf, met een rafelrandje. Telkens probeert hij zichzelf te herpakken en nieuwe bewegingen in werking te zetten. De ene keer met meer succes dan de andere.

Piece vloeit na verloop van tijd over in het grotendeels door Anouk Froidevaux en Andrea Palombi gedanste Private Piece. Ook hierin wordt hoekig en vooral niet synchroon gedanst. De man en vrouw ontmoeten elkaar per toeval en komen zo nu en dan bij elkaar – helpen elkaar bij vallen en opstaan – maar hebben vooral heel erg een eigen patroon. Andrea’s spastische bewegingen ontstaan uit het niets terwijl die van Anouk veel meer geleidelijk, lieflijk en zacht zijn. Rogie laat hiermee geen mooie dans zien. Tenminste als je onder mooi: synchroon, vloeiend en zonder haken en ogen verstaat. Wat hij wel doet in zijn beeldtaal is uitdrukking geven aan een balans die zijn evenwicht lijkt te zijn verloren. Daarmee weet hij een indrukwekkende choreografie neer te zetten die de conventies links laat liggen en kiest voor een indrukwekkende, rauwe danstaal.

Hartstocht – Introdans
gezien: 5 oktober, Schouwburg Arnhem

Introdans trapt het nieuwe theaterseizoen (en de Dansweek) af met een drietal choreografieën rond het thema ‘hartstocht’. Dansgoeroe Hans van Manen geeft acte de présence, net zoals Nacho Duato en Introdans’ nieuwkomer Didy Veldman. Verrassend is dat juist die laatste het meest weet te overtuigen. Met een adembenemend toneelbeeld en een frisse choreografie die moeiteloos van toon wisselt, weet Veldman de hele zaal in te pakken.

fotograaf: Introdans/Hans Gerritsen
fotograaf: Introdans/Hans Gerritsen

Zero Hour, dat door Hans van Manen werd gemaakt voor de senioren bij het Nederlands Dans Theater, wordt deze keer uitgevoerd door vier dansers van de jonge Introdans-generatie. De dans opent met een Basic Instinct-achtige scène waarbij de twee mannen en twee vrouwen – zittend op stoelen – synchroon bewegen op de opzwepende tangoklanken van Astor Piazzolla. Hierdoor ontstaat direct een spannende nachtclubambiance waar de verleiding in de lucht hangt en de mannen zich zwierig en zwoel van hun beste kant laten zien om indruk te maken op de dames. Zonde alleen dat de vier net niet altijd gelijk opgaan. Het zijn kleine schoonheidsfoutjes, maar daardoor mist de helder opgezette choreografie toch net dat beetje zeggingskracht.

De tweede dans staat wat betreft sfeer haaks op zijn voorganger. Zo stijlvol en geraffineerd als Zero Hour was, zo bizar en speels is stop and go and yes and no van choreografe Didy Veldman. Alles lijkt te kloppen bij deze choreografie. Het ensemble maakt haar entree in geweldige rode kostuums met gekke speelse details zoals de opwippende rokkostuums van de mannen en de moderne keu’s in de rokjes van de dames. Samen met de drie enorme kroonluchters zorgen ze voor een fantasierijk beeld dat doet denken aan Alice in Wonderland of Sjakie en de Chocoladefabriek. En fantasievol en speels is ook het gevoel dat de dans zelf uitstraalt. Schokkende, kinderlijke vormen en patronen hebben de overhand in de eerste sequenties en net wanneer je denkt dat deze sfeer leidraad is voor de hele choreografie verstilt alles. Twee dansers blijven over uit het negenkoppige ensemble en brengen de donkere kant van hartstocht naar voren. De vrouw omklemt de man, maar zijn armen weigeren haar keer op keer te omhelzen waardoor er voor haar niets anders overblijft dan zich aan hem vast te klampen als een klein kind. Een indrukwekkende uitbeelding van hoe onmogelijk liefde kan zijn. Bewonderenswaardig hoe Veldman het voor elkaar krijgt om in haar dartele danswereld een plaats te creëren waar fantasie en ernst hand in hand gaan.

Introdans sluit de avond met Por Vos Muero van Nacho Duato. Een op barokke muziek gemaakte compositie die zo nu en dan wordt onderbroken door een Spaanse stem die een gedicht van Garcilaso de la Vega citeert. Mede door de opvallende klavecimbel en de barokke kostuums herleven de hoofse tijden, maar dan wel op een manier waarbij de waarden van de moderne dans in stand blijven. Een prima mix van oud en nieuw. (Lieke Jordens)

Hartstocht is nog tot eind mei in diverse theaters te zien. Klik hier voor meer informatie.

Film / Achtergrond
special: De makers van The Mark of Cain

De dilemma’s van de moderne soldaat

De film The Mark of Cain is het product van de vruchtbare Britse filmcoalitie tussen scenarist en Bafta-winnaar Tony Marchant en regisseur Marc Munden. De film draait, na een première als opener van het Amnesty Film Festival, vanaf vandaag, en is een absolute aanrader voor iedereen die meer inzicht wil krijgen in de dilemma’s van de moderne soldaat op ‘vredesmissie’ in Irak (of elders).

Marchants idee voor het script is afkomstig uit een lokale krant. In een klein artikel las hij dat een fotolaborant afdrukken van mishandelde Irakezen had afgegeven bij de politie. De schrijver deed minutieus research en dit resulteerde uiteindelijk in een filmscript waarin de vriendschap en morele eer van twee jonge Britse rekruten centraal staat.

8WEEKLY sprak tijdens het festival met Marchant en Munden over de achtergronden, de geweldsscènes en over de werkelijkheid waaraan de film gerelateerd is.

~

Tony Marchant (script): De titel The Mark of Cain refereert naar het verhaal van Kaïn en Abel in de bijbel, maar is in dit geval rechtstreeks terug te voeren op een uitspraak van een Britse majoor die zijn troepen een lijfspreuk mee wilde geven naar Irak. Met het verhaal spoorde hij zijn mannen aan de tegenpartij respectvol te behandelen omdat ze anders, net als in de bijbel, het teken van Kaïn met zich mee zouden dragen en achtervolgd zouden worden door hun geweten. Het filmscript is een uitwerking van dit thema. De film gaat daarom ook allereerst over wat er gebeurt met de Britse soldaten Mark en Wayne. Het lot van de Irakese gevangenen weerspiegelt de werking van een daar in gang gezet gewelddadig mechanisme. Marc Munden (regie): Vergeet niet dat al deze Britse jongens naar Irak gingen na de invasieoorlog. Allemaal dachten ze daar tijdens de missie een democratie en infrastructuur op te gaan bouwen. Hun verwachtingen waren volkomen tegengesteld aan de vijandigheid die ze daar aantroffen. Die werkelijkheid roept dan natuurlijk een hoop wraak en frustratie op.

Marchant: De film gaat in wezen meer over dat mechanisme dan over de gebeurtenissen. Voor mij als schrijver is het de uitdaging, vormtechnisch, dat mechanisme – die spiraal van geweld – inzichtelijker te maken. Het blikveld van de dader is daarbij het meest complex, en niet dat van het slachtoffer. Misschien roept het bij Moslims boosheid op? Misschien besteden we niet genoeg aandacht aan de controverses? Ik weet niet? Munden: Maar er is geen reden waarom moslims zich niet zouden mogen/kunnen identificeren met de centrale thema’s van de film. In breder perspectief gaat het over loyaliteit, broederschap en het begrip morele moed. Dat zijn universele thema’s.

~

Marchant: The Accused is een voorbeeld voor me geweest qua structuur. Het karakter van Gant, de hoogste in rang van de twee vrienden, is het morele speerpunt in het eerste deel van de film. Hij is professioneel maar ook een pragmatische overlever. Dat is geweldig als je met hem in een gevecht of op patrouille bent, maar terug in Engeland is het behoud van zijn positie zijn primaire doel. Hij is een goede soldaat maar uiteindelijk een zeer onaangenaam mens. Munden: Over Gant hebben we het lang gehad. Als leider is hij ook iemand waar de jonge soldaten in investeren. Die essentie van zijn karakter, in militaire operaties en zijn gewelddadige andere kant probeer je naar boven te halen bij de acteurs en later in een scène en/of shot. Marchant: We wilden dat de kijker wel het gevoel krijgt dat er wat staat te gebeuren maar dit niet te vroeg weggeven. Dat is ook waarom we de impact van wat er is gebeurd met deze jongens (in Irak) eerst wilden visualiseren.

Munden: Tony kwam naar mij toe toen het script af was. Ik vond het script bijzonder. De thematiek, de verbale kwaliteit, structuur en ook de gelaagdheid vond ik geweldig. Mijn taak als regisseur is dat soort zaken in een script te zien, aan te kaarten en te vertalen in beelden. Hoe moeilijk dat soms ook is. Bijvoorbeeld het feit dat Gant pas op het einde van de film naar Wayne uithaalt, omdat hij eerder professioneel steken heeft laten vallen. Hij heeft alles laten gebeuren terwijl een senior officer ervan wist. Het is niet alleen sadisme, het is ook een uitdrukking van zijn afkeer – het moment waarop hij zijn zwakte toont, stoom afblaast en zich laat gaan. Marchant: Het is altijd ons idee geweest deze emotionele catharsis op het eind te visualiseren.

Munden: Daarom ook richt Wayne zich in de bak tot de kijkers, om hen uit te dagen en ze op hun morele verantwoordelijkheid aan te spreken. Marchant: Pas dan krijgt ook het geweld een plek, Wayne’s morele en emotionele reis komt daar aan zijn eind. En ontlaadt zich ook pas aan als hij zelf ook echt gemolesteerd is. De openingsscène die teruggrijpt naar de eindscène is daarom ook zo briljant.

~

Munden: Ik was tijdens het maken van deze film vooral bang voor overdrijving. Met name in de cruciale scène waarin Wayne en Mark twee gevangenen slaan, voordat ze zich in de andere ruimte voegen waar de rest van de gevangenen te grazen worden genomen. Het geweld – vooral hoe erg het was – was één kant. We wilden echter ook dat de kijker dat geweld kon bevatten, zonder dat het grotesk of banaal werd.

Marchant: Er zitten elementen in de dramatisering die voor moslims heel aanstootgevend kunnen zijn, en vooral de seksuele toespelingen zijn sterk cultureel bepaald. Hoe bewust de soldaten zich daarvan zijn weten we niet. Munden: Het geweld is vooral gefocust op de genitaliën en geseksualiseerd. Marchant: Dat beeld komt ook uit het materiaal van de militaire rechtbank naar voren.

Interessant aan deze scène is vooral de manier waarop de groep opereert en daarbij (onbewust) gebruik maakt van seksuele perversies. Munden: Hardcore pornografie is tamelijk bekend bij soldaten en in de scène zitten ook pornografische elementen. Het is een typisch Westers ding, misschien is het een symptoom van onze decadente maatschappij, dat deze mannen zichzelf zo proberen te uiten. In Abu-Graib was ook sprake van een seksualisering van de mishandelingen, daar werd een Irakese gevangene gedwongen te masturberen in het gezicht van een andere gevangene.

~

Marchant: Wat is het ergste dat je iemand kunt aandoen? Seksuele vernedering is nog weer een trapje verder en hoger op de ladder van regressie. Want slaan kan veranderen in een routine. Seksuele vernedering is de ultieme vorm van transgressie en bruut gedrag. De hoofden van de daders en slachtoffers komen niet in beeld in deze scène, wat de gebeurtenis minder menselijk maakt. Ter vergelijk zou je het ook kunnen zien als een gespeelde gewelddadige pornofilm. Munden: We zijn er heel kritisch en zorgvuldig mee geweest omdat we de impact wilden benadrukken, zonder dat je werd meegesleept door het theatrale van de actie. Het was bijna een grammaticale keuze, vooral in het vatten van de essentie. Uiteindelijk heeft ook hier de kijker een beetje afstand, terwijl het hart van de scène visueel vast ligt. Je ziet geen gezichten, persoonlijkheden of echt uitvoering van het geweld.

Marchant: Het is een reflectie van wat ik zelf denk over deze oorlog. Ik was het niet eens met deze oorlog en de bezetting van Irak was vanaf het begin naar mijn idee een ramp. In dat opzicht reflecteert dit drama dat (gevoel) juist door de excessen in mishandeling. In een bepaald opzicht zou je kunnen zeggen dat de mishandelingen en het gedrag van de soldaten symptomatisch zijn voor de missie.

De fictie geeft onderhuids een veel bredere blik op de impact van de oorlog op persoonlijk- en bataljonsniveau. Misschien ga je daardoor pas echt gaat begrijpen wat de (scheve) realiteit van soldaten in zo’n situatie is. Een documentaire zou uiteindelijk alleen over mishandeling gaan. The Mark of Cain is juist omdat het fictie is daarom vanuit meerdere oogpunten veel rijker en gelaagder. Munden: Het geweld is slechts een afspiegeling van de werkelijkheid. Een werkelijkheid die waanzinniger is dan je je ooit kunt voorstellen.

Boeken / Fictie

Babyboomers en breezersletjes

recensie: Iris Koppe - Rosiri

.

Ten opzichte van de afleveringen in NRC is er weinig veranderd. Daardoor wordt het boek helaas gekenmerkt door vele herhalingen, bijvoorbeeld in de karakterisering van de personages. Voor een feuilleton, waarvan gedurende een jaar elke week een aflevering verschijnt, is dit natuurlijk noodzakelijk. Het maakt de personages immers herkenbaar voor de lezer. Dus is Caro, de moeder, een totale computeranalfabeet die om de haverklap aan de telefoon hangt om Rosiri instructies te vragen. Vader Hidde is herkenbaar aan zijn T-shirts, voorzien van teksten die zijn gemoedstoestand weergeven (een goede en functionele vondst van Koppe). Voor een roman van 139 pagina’s die je in anderhalf uur gemakkelijk uitleest, is het echter totaal overbodig en zelfs storend te noemen dat je om de zoveel pagina’s met dezelfde informatie wordt overspoeld, aangenomen dat er niets aan je korte termijngeheugen mankeert. Dat is jammer, want het leidt de aandacht af van de positieve elementen van Rosiri, zoals de heerlijke zwarte humor en Koppes messcherpe pen.

Feestje

Koppe heeft onmiskenbaar een frisse stijl en nuchtere blik. Haar observaties ontzien niets en niemand en dat leidt tot veel vermakelijke momenten. Een van de hoogtepunten is het themafeestje dat Rosiri voor vrienden en familie organiseert in haar nieuwe kamer, die ze huurt van een kunstenaar die er nogal verdachte praktijken op nahoudt, zoals het opnemen van plasgeluiden op het toilet. De volwassenen in Rosiri’s leven zijn altijd al lachwekkend, maar na een flinke hoeveelheid sterke drank veranderen ze haar feestje in de Amsterdamse versie van Festen. De rapper uit Heerlen, die Rosiri ondanks haar oprechte verliefdheid schaamteloos bedriegt met haar vriendin, blijkt na afloop van het feestje ernstig toegetakeld te zijn. Natuurlijk weet niemand precies wat er gebeurd is en is bijna iedereen verdacht. Is de huisbaas doorgeslagen, of was het Ton, de vader van haar oppasgezin, die heimelijk verliefd is op Rosiri? De volwassenen in Rosiri liegen en bedriegen aan een stuk door bij gebrek aan zelfrespect en moraal. Koppe suggereert dat de jaren zestig tot een richtingloze generatie babyboomers hebben geleid die niet in staat zijn tot het opbouwen van een normale relatie, en zet hier de nieuwe generatie tegenover die niets liever lijkt te willen dan huisje, boompje, beestje. Zo ook Rosiri, die Amsterdam, haar wanhopige ouders en haar losgeslagen huisbaas liefst zo snel mogelijk wil verruilen voor een provinciestad in het zuiden van het land.

Dubbeltje

Wat uiteindelijk blijft hangen na het lezen van Rosiri zijn niet de vele herhalingen of Koppes scherpe pen, maar het feit dat haar personages iedere vorm van diepgang missen. Dat haar ouders in haar ogen karikaturen zijn, is vanuit het standpunt van de 18-jarige Rosiri nog wel aannemelijk. Hidde en Caro zijn ook zo druk met zichzelf en hun nieuwe relaties bezig, dat er nauwelijks tijd en aandacht overblijft voor Rosiri. Dat het personage Rosiri zelf ook zo plat is als een dubbeltje, is echter niet te verantwoorden. De vanzelfsprekendheid waarmee ze haar rijinstructeur oraal bevredigt om haar rijbewijs te halen en de gelatenheid waarmee ze zich door veertiger Ton laat ontmaagden zijn ongemotiveerd en ongeloofwaardig. Ze maken Rosiri tot een onsympathiek en ongeïnteresseerd breezersletje, en daarmee wordt ze toch bijna even sneu als de volwassenen om haar heen. Met het verschil dat Rosiri, zo lijkt Koppe te suggereren, toch slachtoffer is van de situatie die de oudere generatie voor haar gecreëerd heeft. Maar ja, geldt dat niet voor iedere generatie?

Film

Kortom, Rosiri blijkt toch niet veel meer te zijn dan een bundeling van af en toe zeer grappige situatieschetsen die je in een treinrit uitleest om tenslotte op het eindstation met een onbevredigd gevoel uit te stappen. Het bericht dat de verfilming inmiddels in de maak is, stemt echter hoopvol. Rosiri maakt zeker een kans op het witte doek. De hysterische personages en hun dito gedrag zijn uitermate geschikt voor een oer-Hollandse verfilming met veel onnodig naakt en plaatsvervangende schaamte. Aan mogelijke hoofdrolspelers geen gebrek, de rol van Rosiri zou heel goed gespeeld kunnen worden door Eva van de Wijdeven (zeer overtuigend als dwarse puber) of Caro Lenssen (kan heel goed pruilen). Ze zijn allebei weliswaar een paar jaartjes te oud voor deze rol, maar ze zouden Rosiri net het beetje karakter kunnen geven dat ze op papier mist. En van Iris Koppe horen we ongetwijfeld nog meer. Als het niet is als schrijfster is, dan toch als politiek commentator.

Muziek / Album

Prima receptuur met positieve uitwerking

recensie: Malcolm Holcombe - Not Forgotten

.

Malcolm Holcombe? ’t Zegt mij niets. De man heeft in ieder geval een naam met een heerlijke golfbeweging, een ritmiek waar je ‘u’ tegen zegt. Maar na het beluisteren van zijn laatste plaat blijkt dat dit golvende ritme van de naam tevens geldt voor de songs van deze vijftiger. Folky, jazzy, bluesy composities maken Not Forgotten tot een prima plaat.

Als ik me wat verder verdiep in ’s mans kunsten, blijkt Not Forgotten zijn zesde wapenfeit. De zanger, componist uit North-Carolina gaat steevast op dezelfde wijze te werk. Akoestisch gitaartje; slide-partij, harmonicaatje, met daarboven een ruwe, donkere mannenstem. Her en der aangevuld met (vrouwen)koortjes. Samen met muzikale talenten Aaron Price (piano en orgel), Jared Tyler (steel guitar, dobro) en Kirk Johnson (harmonica), Brian Landrum (drums) en Bill Reynolds (bas) speelt Holcombe zijn album vol. Vooral Tyler en Johnson blijken een machtige aanvulling op de gitaar- en mandoline-spelende Holcombe.

~

Uiteraard zijn er ook de verhalen die de blues vervolmaken. In dit geval oprecht, gestileerd en prima te begrijpen. In vrijwel alle gevallen lijkt ‘hoop’ het thema te zijn. Althans, zo brengt Holcombe het. Wat flarden? “Where is the real truth for me, without you.” Of: “With a steady heart, and a steady love, my hands keepa shakin’, like a storm”. Maar ook: “Your eyes will shine for me again” en “This old house found a home, holdin’ prayin’ hands, never alone, anymore”. Om maar eventjes wat te noemen.

De triestig voorgedragen bluesmuziek en het hoopvolle verhaal; een receptuur dat niet hoeft te veranderen. Mits de uiteindelijke uitwerking op de luisteraar positief is, uiteraard. En deze man blijkt wat dat aangaat niet te wanhopen. Sterker; Holcombe is een verrekt productief mannetje. Not Forgotten is een jaar geleden al in Amerika uitgekomen, maar momenteel heeft hij daar net weer een ep (Wager) uitgebracht. En in januari komt z’n nieuwe plaat Gamblin’ House uit. Kortom; Europa loopt achter. En da’s tóch tragisch.

Doorleefde schreeuw

Goed, wat heeft Holcombe zangtechnisch dan in zijn mars? Een schurende, schorre, doorleefde schreeuw, maar ook een donkerbruine basstem met een lekkere vibrato. Sommigen zullen hierbij denken aan Tom Waits, anderen aan Johnny Cash. Persoonlijk vind ik Holcombe een buitengewoon zuiver en toonvast zingende ‘Keith Richards-variant’. Zijn stem een rauwe versie van het doorgaans klinische Mark Knofler-timbre. Met de aanvulling dat Holcombe een veel groter bereik heeft dan dit tweetal.

‘Blues in motion’, zo betitelt David Fricke van Rolling Stone Magazine deze muziek. Lijkt me in een paar woorden zeer duidelijk en mooi uitgelegd. Holcombe is actief, hij staat niet stil. Holcombe beweegt de ander; ook de luisteraar staat niet stil. Ook live heeft de man, de band, een goede reputatie. Al heb ik dat maar van horen zeggen. Terwijl Holcombe toch al een paar keer naar Nederland mocht komen, is daar maar bar weinig media-aandacht voor geweest. Holcombe moet dus als de donder weer naar Nederland komen opdat we hem snel écht aan het werk kunnen zien. Not Forgotten zal hem tot die tijd helpen. Zodat we zijn intieme composities voorlopig niet vergeten.

 

 

 

Theater / Voorstelling

Goed maar minder giftig dan verwacht

recensie: Het Toneelhuis - Wolfskers

.

Wolfskers is een gewaagd toneelstuk. Gedurfd omdat een al te menselijke voorstelling van despoten tijdens dagdagelijkse activiteiten en uitstapjes met Eva Braun wel eens in het verkeerde keelgat kan schieten en omdat anders als bij Mefisto for ever geen beroep gedaan werd op een wel omlijnd scenario zodat fictieve dialogen in een overbekende historische context lichtjes bevreemden en van tijd tot tijd wat karikaturaal zijn. Drie ideologieën worden in Wolfskers naast elkaar geplaatst om de analogieën te tonen en het machtsfenomeen te analyseren. Zo worden, nogal voorspelbaar, letterlijke maar ook inhoudelijke dissolvers, cross- en voice-overs gemaakt van deze machthebbers die zich op de vooravond van hun nederlaag hardnekkig pogen vast te klampen aan hun politieke status.

Tragische figuren

~


Hitler, Lenin en Hirohito zijn eigenlijk tragische figuren, omringd door kontlikkers en manipulatrices, die zichzelf dichtgemetseld hebben in hun narcistische waanvoorstellingen: Lenin roept de revolutie uit, maar beschikt door zijn beroerte nog nauwelijks over zijn geestelijke vermogens, Hitler beraamt met Speer een groots architecturaal plan voor Berlijn terwijl de bouw van zijn bunker een feit is en de Japanse keizer moet zijn goddelijke status inruilen voor Cubaanse sigaren en westerse chocolade. Daarom zet Cassiers hen elk in hun eigen piramide op de scène, het territorium afgebakend, zich God wanend, filosoferend over kunst en wetenschap, over natuur, revolutie en oorlog … elkaar niet eens zo veel tegensprekend.

Geweldige prestatie

~


Om de lijn van Mefisto for ever naar Wolskers door te trekken zorgt Cassiers opnieuw voor een indrukwekkende en technisch accurate vormgeving waarbij veelvuldig gebruik gemaakt wordt van microfoontjes, camera’s en projecties die deze keer echter eerder om esthetische dan om dramaturgische redenen lijken te zijn ingezet. Wat je af en toe mist aan dramatische spanning kan ook met stroboscopisch licht niet worden gecompenseerd. Geen slecht woord over de acteurs die één voor één een geweldige prestatie leveren – vooral Johan Leysen in zijn schitterende vertolking van de schuchtere en enigszins wereldvreemde Hirohito verdient een aparte vermelding – maar Wolfskers mist coherentie en een verhaal achter het verhaal waardoor het een aaneenrijging dreigt te worden van tafereeltjes en ideetjes waaruit niet eens heel duidelijk een standpunt naar voren komt. Dat laatste zou geen bezwaar zijn als er niet gelijktijdig zo op gehamerd werd dat de politieke achtergrond wel duidelijk genoeg geschetst is voor het publiek.

Groeipotentie

~


Na Mefisto for ever moet Wolfskers noodgedwongen een teleurstelling zijn (een dergelijke vergelijking is misschien ook oneerlijk want moeilijk te evenaren). Op zich is Wolfskers als demystificatie van het absolute kwaad een interessante en ook goede voorstelling over ijdelheid, zelfenscenering en -verheerlijking en over de discrepantie tussen beeld en werkelijkheid. In die zin sluit de voorstelling nauw aan bij Mefisto for ever. Maar Wolfskers moet nog wat groeien alvorens het echt giftig wordt.

Wolfskers is nog tot en met 22 december in Nederland en België te zien. Klik hier voor meer informatie.

Film / Films

Het menselijke gezicht van de zelfmoordterrorist

recensie: The War Within

.

De Pakistaanse Hassan wordt door de Amerikaanse veiligheidsdiensten in Parijs ten onrechte gearresteerd op verdenking van terroristische activiteiten. Na een gruwelijke periode van verhoringen en martelingen vindt hij troost in het Islamitische geloof en sluit hij zich daarna aan bij een terroristische cel in New York. Zinnend op wraak is hij vastbesloten om door middel van een zelfmoordaanslag Grand Central Station op te blazen. Hij verblijft onder valse voorwendselen bij zijn jeugdvriend Sayeed, die in New York met zijn gezin de ‘American Dream‘ leeft.

~

The War Within (2005) heeft in het begin al direct een beklemmende sfeer en het gevoel van machteloosheid wordt moeiteloos opgeroepen. Binnen twee minuten wordt Hassan, die nietsvermoedend telefonerend over straat loopt, in een busje gesleurd, geslagen en gedrogeerd. Hij wordt wakker in een donkere cel met een medeverdachte, die hem eveneens aanziet voor een ‘makker in de strijd’. Daarna beginnen voor Hassan de beangstigende uren in de verhoorkamer.

Ingetogen vertelstijl

Hoewel The War Within over het algemeen goed in elkaar zit, loopt de film helaas niet op alle fronten even lekker. De goed werkende flashbackstructuur die aan het begin van de film wordt gehanteerd wordt helaas niet de gehele film door vastgehouden. Wel heeft de film een prettig tempo en een ingetogen vertelstijl, waarbij de valkuil van eenzijdigheid goed wordt omzeild en het verhaal van twee kanten belicht wordt. Wel is het jammer dat Hassans pad tot terrorisme nog niet helemaal onthuld lijkt; er is een gevoel van ontbrekende stukken verleden. Het feit dat de aanslag puur op wraakgevoelens berust is vooral een overduidelijk beschuldigend vingertje naar de Amerikaanse veiligheidsdiensten, maar als op zichzelf staande motivatie om een treinstation op te blazen overtuigt het niet. Het was interessant geweest als er iets meer duidelijk werd over Hassans ontwikkeling.

~

Een film met een dergelijk thema kan al snel vervallen in overdreven sentimentele en drakerige nationalistische scènes, maar gelukkig is dat hier niet het geval. De film is op een milde manier aangrijpend en laat het onderwerp in dramatiek op zichzelf staan. Wel is het zo dat de verhaallijn over de romance tussen Hassan en Duri, de zus van Sayeed, enigszins overbodig aanvoelt. Het sentiment dat de rest van de film vermeden wordt komt in dit aspect van het verhaal toch nog omhoog, in een poging Hassans innerlijke strijd een herkenbaar maar clichématig gezicht te geven.

The War Within is een typisch product van deze tijd, waarin de angst voor aanslagen en gevoelens van paranoia de boventoon voeren. De film heeft niet de potentie van een klassieker, zoals Paradise Now, maar doet dezelfde poging om de enigmatische zelfmoordterrorist een menselijk gezicht te geven.