Film / Films

Allesverzengende liefde

recensie: Splendor in the Grass

.

~

Bud en Deanie beleven een schoolliefde in het Kansas van eind jaren ’20. Ze hebben grote moeite hun seksuele driften te beteugelen in een maatschappij die er nog van uit ging dat deze bewaard werden voor het huwelijk. Deanie’s puriteinse moeder waarschuwt haar dat een net meisje zich weet te beheersen, en Deanie doet dat dan ook. Buds vader, rijk geworden in de olie, heeft grootse plannen met hem waarin voorlopig geen plaats is voor Deanie. Hij erkent Buds behoeftes maar raadt hem aan die maar bij een niet zo net meisje te laten vervullen. De gevolgen van de breuk tussen de jonge geliefden zijn desastreus.

Splendor in the Grass is gebaseerd op persoonlijke ervaringen van scriptschrijver William Inge. Hij benaderde regisseur Elia Kazan met zijn eerste versie en al snel kwamen ze tot een overeenkomst. Inge kwam zelf met het idee om een jonge acteur te introduceren bij Kazan die nog geen films had gedaan. Kazan vond hem maar een arrogante jongeman maar zag ook de potentie die daarachter verborgen zat. Dus werd een jonge Warren Beatty voor de leeuwen gegooid, en met resultaat. Hij bleek een enorm succes, bij critici en publiek, en groeide uit tot een van Hollywoods grootste sterren.

Seksuele behoefte

~

Zijn tegenspeelster Natalie Wood was pas 22 maar acteerde al sinds haar 5e. In feite lag haar glorietijd al weer achter haar en ze had al een tijd geen fatsoenlijke film meer gemaakt. Ze werd als contractspeler echter aan Kazan opgedrongen, en hij had dan ook reserves. Maar bij hun ontmoeting raakte hij onder de indruk van haar breekbaarheid en onrustigheid, en hij zag in haar een ideale Deanie. Wood wierp zich ten volle in haar rol en ze laat een fenomenaal bereik aan emoties zien. Ze gaat van liefdesverdriet naar achterdocht, van ironie naar hysterie, van puberaal enthousiasme naar volwassen terughoudendheid. Als ze haar emoties uiteindelijk niet langer de baas kan haalt ze uit naar haar door maagdelijkheid geobsedeerde moeder in een prachtige scène in de badkamer. Als de meer dan galante Bud haar opnieuw afwijst moet ook hij het ontgelden. Ze kan haar verlangens nauwelijks controleren, en het gevoelige onderwerp van de vrouwelijke seksuele behoefte wordt hier duidelijk naar voren gebracht. Deanie personifieert de schittering in het gras, en als ze het gedicht van William Wordsworth (waaraan de film z’n titel ontleent) in de klas voorleest, is haar zenuwinzinking aangrijpend maar ook logisch.

De gebroken dromen en passies van Deanie en Bud worden op nationale schaal gespiegeld door de beurscrash van 1929, als gevolg waarvan Buds vader zijn complete fortuin verliest en die voorafging aan een jarenlange recessie. De overvloed en onschuld van de jaren ’20 worden subtiel veroordeeld in het wilde Nieuwjaarfeest dat in een grote domper eindigt voor alle betrokkenen.

HUAC

~

De film was het laatste grote success van zowel Inge als Kazan. Kazan was een icoon en heeft naast de klassiekers A Streetcar Named Desire, On the Waterfront en East of Eden nog wel meer sterke films gemaakt. Zijn getuigenissen voor het House Committee on Un-American Activities (HUAC), die hij deed om zijn carrière te redden, werden hem echter niet in dank afgenomen en uiteindelijk kwam die beslissing als een boemerang terug. Het werd hem steeds moeilijker gemaakt projecten van de grond te krijgen en hij heeft na Splendor in the Grass nog maar vier films in dertien jaar kunnen maken. In 1999 kreeg hij een ere-Oscar die deels gezien werd als eerherstel, maar uit de protesten bleek dat de HUAC-geschiedenis 50 jaar later nog steeds gevoelig ligt.

Muziek / Album

Eigenzinnig en met plezier afwassen

recensie: Doing the Dishes - The Nits

Leonard Cohen zei het ooit al eens: “Muziek is voor alle gelegenheden. Van huwelijken en begrafenissen tot alledaagse bezigheden zoals de afwas.” De Amsterdamse Nits laten met hun negentiende plaat Doing the Dishes horen nog immer over een zeer alledaags en toegankelijk geluid te beschikken. De toon is daarbij vrolijker dan ooit. De komende tijd wordt er met erg veel plezier maar evenzeer op een eigenzinnige wijze afgewassen. Dat staat buiten kijf.

De ‘hitgevoeligheid’ bij de Nits is terug. Dat zou je kunnen concluderen als je Doing The Dishes hoort. Voor wat dat waard is, want met dergelijke terminologieën zijn Henk Hofstede, Robert Jan Stips en Rob Kloet absoluut niet bezig. Ze doen al meer dan drie decennia lang exact waar ze zelf zin in hebben. Hun vorige wapenfeit is een goed, tegenstrijdig voorbeeld van die Nits-kameleon. De composities op dat prachtige, uiterst rustige Les Nuits, namelijk bleken somber van toon. Somberder dan ooit eigenlijk. Maar toch, ook de andere kant van het muzikale spectrum blijkt dit trio met bijzonder veel gemak te vertolken. Want Doing The Dishes zorgt misschien wel voor het meest uptempo album ooit van deze veelzijdige Amsterdamse band.

Up-tempo, gevarieerdheid en vrolijkheid

~


Tijdens het beluisteren van deze cd ga ik daarom meerdere malen ongeveer twintig jaar terug in de tijd. Terug naar de tijd waarbij up-tempo, gevarieerdheid en vrolijkheid wat meer gemeengoed waren voor de Nits. En hun live-dubbelaar Urk (1989) is daar wat mij betreft een prachtig voorbeeld van. Nummers als J.O.S. Days, Pelican & Penquin en Telephone Song zorgen bij mij nog immer voor een gulle glimlach op het gezicht en een hart gevuld met blijmoedigheid. Als je alleen al hoort hoe men in Rusland reageert op deze muziek, dat is toch prachtig? Maar ook die andere kant van de Nits wordt op Urk prachtig neergezet. De uitvoeringen van Two Skaters en Dapperstreet zorgen mijns inziens voor de mooiste nummers die ze ooit maakten. Nits combineren op Urk een hoog muzikaal niveau met een prachtig gevoel van weemoed. En die combinatie zorgt wat mij betreft voor de onschatbare waarde die de muziek van deze band al jaren lang kenmerkt. Het maakt dat je keer op keer weer geraakt wordt. Negentien jaar na Urk is er Doing The Dishes. Een heerlijk onbezonnen album die datzelfde gevoel weer perfect naar boven haalt. Uit de losse pols gemusiceerd, maar eigenzinnig als altijd. De opener No Man’s Land is eigenlijk de blauwdruk voor de ronduit vrolijke aanpak van afwasnummers zoals op dit album te horen zijn.

Zingen als Dylan

~


In The Great Caruso rocken de Nits rauwer dan ooit. En nog wat… Verdorie, dat ik dat nooit hoorde! Henk Hofstede begint steeds meer te zingen als Bob Dylan. Neem het nummer Lenin and the Wounded Angel als een van de treffende voorbeelden. The Flowers is de eerste single van het album. Een werkelijk prachtig lied over bloemen op het graf van soldaten. “Ze loopt over de sneeuw, bloemen in haar hand. Wandelend naar de grafsteen van de jongen die sneuvelde in een oorlog, ergens in een woestijn. “ Zeer treffend.

Maar als gezegd; de toon van het album blijkt over het algemeen positiever, vrolijker en wat losser van aard. Dit album heeft veel prachtige up-tempo nummers, veel zwierige rock à la The Waterboys (zoals Five & Dime, en Yesterday). In Dutch Fields is country-achtig, Moondog een echte, lekkere ‘rampestamper’, Mrs. Sunlight lijkt gestolen te zijn uit de Crowded House-collectie. The Twins een good ol’ rocker… En tja, ze kunnen het niet laten, ook de Zappa-referentie ontbreekt niet (I’m a Fly).

Oh ja, meerwaarde voor de i-Tune’ers onder ons: Is It Me?, A Dentist In Germany en Kitchen zijn de drie extra nummers die je krijgt als je het album download. Het kan niet op, de Nits zijn helemaal terug. Dit is afwassen zoals je dat voor altijd het liefst zou willen doen: met veel plezier en lekker eigenzinnig.

Theater / Voorstelling

Oorlogsstemmen in RUHE

recensie: Muziektheater Transparant - RUHE

.

Waar ligt de grens tussen ergens een mening over hebben en ook daadwerkelijk actief je overtuiging uitdragen? Je kunt ergens in geloven, maar wat is het verschil tussen de mensen die in stilte een idee aanhangen en zij die de stap zetten en de daad bij het woord voegen en, zoals in dit geval, zich bij de SS aansluiten? Wat bezielt deze mensen? Dat is de centrale vraag in RUHE van Muziektheater Transparant. Twee voormalig SS’ers trachten hierop antwoord te geven door hun verhaal te vertellen.

~

Het publiek zit voor deze keer eens niet in de zaal, maar op het podium in de concertzaal van Tilburg. Houten stoelen, die op verschillende Belgische antiekmarkten bijeen gesprokkeld moeten zijn, staan in een cirkelvorm verspreid over het podium. De zangers van Collegium Vocale en de twee acteurs hebben hun plaatsen hier en daar al ingenomen wanneer het publiek wordt binnengelaten en de andere stoelen vult. Het licht dimt en de zangers gaan op de stoelen staan en brengen muziek van Schubert ten gehore. Er wordt mooi gezongen en de a capella vertolking geeft de muziek een nieuwe dimensie die erg puur is in haar eenvoud en die de harmonieën mooi uit laat komen. Dit staat in schril contrast met de verhalen van de twee oud-SS’ers die afwisselend gespeeld worden door Josse de Pauw, Tom Jansen, Dirk Roofthooft en Carly Wijs.

Goed en fout

Het is een interessante keuze om de zangers en acteurs tussen het publiek in te zetten. Het lijkt alsof Transparant hiermee wil benadrukken dat de oud-SS’ers en de toeschouwers eigenlijk helemaal niet zoveel van elkaar verschillen, want als RUHE iets probeert, dan is het wel om begrip te kweken voor de keuzes van mensen aan de aanvang van de Tweede Wereldoorlog. De grens tussen wat goed en fout was in de oorlog, zou moeten vervagen door deze oud-SS’ers in eerste instantie neer te zetten als mensen zoals jij en ik, maar dit doel wordt slechts ten dele bereikt. De eerste SS’er die vertelt is een vrouw die tijdens de oorlog in een ziekenhuis in de buurt van Berlijn werkte waar Duitse oorlogsslachtoffers werden behandeld. Zonder blikken of blozen vertelt zij over de verminkingen van de soldaten, over haar aan kalverliefde grenzende fascinatie voor Hitler en hoe haar vader, een officier aan geallieerde zijde, haar na de oorlog heeft proberen te arresteren. Zij heeft geen spijt van haar daden of sympathieën. Het enige dat zij als ‘fout’ bestempelt is de diefstal van een houten karretje van een Pools stel terwijl ze op de vlucht was voor het oprukkende geallieerde leger.

De man vertelt vooral over hoe de oorlog niet bepaald voldeed aan zijn verwachtingen. De actie waarnaar hij zo verlangde, bleef uit. Keer op keer benadrukt hij dat het niet nodig is om je te verontschuldigen, maar juist hierdoor is bij hem een greintje meer menselijkheid te bespeuren. Hij onttrekt zich niet aan zijn verantwoordelijkheid door zichzelf niet meer of minder verantwoordelijk te houden dan Eichmann. Typisch genoeg vergelijkt hij Eichmann en zichzelf met twee bankrovers waarvan de één het pistool richt en de ander de vluchtauto bestuurt. Beiden zijn even verantwoordelijk voor de overval omdat die zonder één van hen niet door had kunnen gaan. Het grote verschil zit hem in de verantwoordelijkheid die deze personen door de samenleving wordt aangerekend.

~

Moeizame monologen

RUHE is een voorstelling die niet voor iedereen even interessant zal zijn. De gemiddelde leeftijd van het publiek lag ook hoog, want de voorstelling is een goed voorbeeld van hoe verder het van je af staat, hoe minder het zal boeien. Dit komt doordat er niet direct een lijn getrokken wordt tussen de gebeurtenissen uit het verleden en eventueel gelijksoortige situaties in het heden. Daarbij komt dat de monologen van de SS’ers direct afkomstig zijn uit gesprekken die Armando en Hans Sleutelaar in de jaren ’60 voerden met mensen die zich toen bij de SS hebben aangesloten. Hierdoor zijn de teksten soms wat onsamenhangend. Tel daarbij op dat de geluidskwaliteit niet geweldig is wanneer een acteur niet direct naar je toe gedraaid staat en dan krijg je een verhaal dat af en toe moeilijk te volgen is. De liederen worden natuurlijk in het Duits gezongen. Dit leidt niet af, maar draagt ook niet bij aan een diepere beleving van de voorstelling wanneer je Duits niet zo goed is. Toch is RUHE kwalitatief een zeer goede voorstelling waarin overtuigend geacteerd en uitstekend gezongen wordt. RUHE is zeer de moeite waard wanneer je een voorstelling over de Tweede Wereldoorlog wil zien waar je als publiek bij wordt betrokken en die afwijkt van de gebaande paden.

RUHE is nog te zien op 27 januari in het Chassé Theater in Breda en 8 en 9 februari in het Hall Toll in Stavanger (België). Klik hier voor meer informatie.

Boeken / Fictie

Van je familie moet je het hebben

recensie: Jowi Schmitz - Kus van je zus

Familie wordt wel eens omschreven als een verzameling verplichte vrienden. Dat kan geborgenheid bieden, maar ook als een molensteen op je drukken. In Kus van je Zus, de tweede roman van Jowi Schmitz, wordt de complexiteit van familieverhoudingen op een schrijnende maar luchtige manier blootgelegd.

Jowi Schmitz is hard op weg een literaire duizendpoot te worden. Ze schrijft recensies, korte verhalen en binnenkort gaat haar eerste toneelstuk in première. In haar eerste roman Leopold, die in 2005 uitkwam, toonde Schmitz al aan dat ze haar personages op een beheerste manier tot leven weet te wekken. In Kus van je Zus laat ze zien dat dit geen toevalstreffer was.

Onvoorwaardelijke zusterliefde


Het boek begint op het moment dat de hoofdpersoon Vera Meyer het bericht ontvangt dat haar zus Marrit in het ziekenhuis is beland. Al heel snel blijkt dat haar relatie met haar zus op zijn zachtst gezegd problematisch is, ook al is Vera’s liefde voor haar zus onvoorwaardelijk:

“‘Vroeger hadden we een verbond.’
‘Vroeger is voorbij.’
‘Hoezo?’
‘Weet je het niet meer?’ Ze kijkt me scherp aan.
Mijn geheugen is grillig, hele stukken jeugd zijn verdwenen. Soms doemt er wel eens een flard op, maar zeker niet op commando. Ik weet alleen dat ik haar moet redden. Mijn zus. Mijn superzus.”

Vanaf dat moment volgen we Vera tijdens haar zoektocht naar die flarden van haar verleden, waarbij blijkt dat haar leven wel erg complex in elkaar steekt. Haar vriend is voor langere tijd op zakenreis en Vera probeert via e-mail en sms-berichten met hem in contact te blijven. Gaandeweg wordt echter duidelijk dat hij wel eens een stuk langer weg kan blijven dan Vera beseft, of durft te erkennen. Langzaam maar zeker wordt zichtbaar hoe de façade die zij in de loop der jaren om zich heen heeft opgetrokken begint te rammelen en scheuren. Dat heeft onder andere invloed op haar werk, waar het voor haar steeds moeilijker wordt om haar wanen van de werkelijkheid te onderscheiden. Ze valt steeds vaker uit haar rol, helemaal nadat Marrit plotseling overlijdt.

Uitstekend gedoseerd


Vanaf dat moment lopen Vera’s waanideeën dwars door de werkelijkheid heen en is ze niet meer in staat om haar eigenaardigheden te maskeren. Tegelijkertijd herinnert ze zich steeds meer momenten uit haar jeugd, waardoor geleidelijk een compleet beeld ontstaat van de ongelijke verstandhouding met Marrit. De zoektocht naar het einde van het verbond met haar zus voert haar terug naar het bungalowpark, waar ze vroeger met haar ouders en zus de vakanties doorbracht. Daar komen uiteindelijk haar verdrongen jeugdherinneringen naar de oppervlakte, zoals het moment waarop haar vader het gezin verliet en het schuldgevoel dat Vera daar over had. Uiteindelijk heeft ze de keuze om zich mee te laten slepen in haar fatale waanideeën, of zich vast te klampen aan de werkelijkheid.

De manier waarop Jowi Schmitz de draden van het verhaal afwikkelt, is bewonderenswaardig. De moeizame relatie van Vera met haar familie en haar minnaars – vaak afdankertjes van de veel mooiere Marrit – wordt op een haast terloopse maar ook uitstekend gedoseerde manier vrijgegeven. De manier waarop Vera zich vastklampt aan de liefde voor haar soms zo wrede zus grenst aan het wanhopige, want:

“Als je niet van je familie hield, hielden ze ook niet van jou. Dat wist ieder kind.”

Knettergek


Jowi Schmitz heeft met de figuur Vera Meyer een aandoenlijk personage geschapen, dat het in zich heeft om een nationaal synoniem te worden voor neurotische borderliners. Aan het begin ontstaat al een vermoeden dat Vera een ongewoon nerveus en behaagziek type is, maar naarmate het verhaal vordert blijkt dat de kwalificatie knettergek misschien meer op zijn plaats is. Vera is een figuur om van te houden. Tegelijkertijd is het echter ook volstrekt begrijpelijk dat haar omgeving moeite heeft met haar goedbedoelde maar verstikkende gedrag.

Kus van je Zus blijft tot aan het einde blijft fascineren. Jowi Schmitz slaagt er in om de eenzaamheid te schetsen van een vrouw die ogenschijnlijk midden in het leven staat, maar de grootste moeite heeft om zich daarin staande te houden. Het lukt haar alleen door haar identiteit op te offeren, net zoals haar vader dat deed:

‘Jullie mogen het niet verder vertellen, maar ik ben een kameleon.’, zei hij plechtig. ‘Een geboren diplomaat. Ik voeg me naar de situatie. Ik geef mensen het gevoel dat ze willen hebben, zo maak ik me geliefd. Daarom ben ik ook verkoper, daarom kan ik dat zo goed. Iedereen gelooft dat wat ik te verkopen heb geweldig moet zijn. Terwijl ik eigenlijk een rol speel.’

Een rol speelt iedereen wel eens, en waarschijnlijk kennen we allemaal wel een Vera, of herkennen we meer van haar in onszelf dan we willen. Schmitz is er in geslaagd om in Kus van je Zus een pijnlijk mooi verhaal over familieverbanden en eenzaamheid te vertellen. Toch is het zeker geen loodzwaar boek. Integendeel: tot aan het einde hanteert Schmitz een ongedwongen en humoristische stijl die het verhaal luchtig houdt en waarvoor eigenlijk uitsluitend superlatieven op hun plaats zijn.

Theater / Voorstelling

Haags perron vol karikaturen

recensie: Nationale Toneel - Hollandse Spoor

‘We leven allemaal onder dezelfde hemel, maar we hebben allemaal een andere horizon.’ Aldus Donkersloot, de zwerver die vanuit zijn rolstoel op het Haagse station Hollands Spoor alle gebeurtenissen voorziet van filosofisch getint commentaar. Om de zwerver heen is het een kakofonie van talen en culturen. Mensen met alle mogelijke kleuren en kleren passeren de revue. Zo wordt het station een staalkaart van wat de stad Den Haag aan inwoners te bieden heeft. Hollandse Spoor is de voorstelling waarmee het Nationale Toneel zijn nieuwe onderkomen officieel voor geopend verklaart. Een cadeautje van de groep aan de bewoners van de stad, als dank voor dit fraaie theater-met-inpandig-kantoor. Daarmee is Hollandse Spoor nogal een Haags feestje.

Plaats van handeling is een perron waarover forenzen heen en weer draven zonder op of om te kijken. Het station heet volgens de NS officieel Hollands Spoor, maar de Haagse volksmond maakt daar Hollandse Spoor van, en zo heet dit toneelstuk dus. Talen en culturen leven in dit stuk vreedzaam langs elkaar heen. Dat levert een eendimensionaal, karikaturaal beeld van ‘de Hagenaar’ op. De Surinamer doet lompig, de Hindoe is verongelijkt-onhandig, de Indische is tobberig en slachtofferig, de Haagse mevrouw bekakt, de Haagse meneer een stijve ambtenaar. Niemand bemoeit zich met iemand. Iedereen heeft een mobieltje aan het oor, iedereen leeft in zijn eigen universumpje. Alleen die zwerver in zijn rolstoel bekijkt rustig dit strijdtoneel van persoonlijke dramaatjes.

Roots

~

Rode draad in het verhaal is de Turkse apothekersassistente Hayat (Meral Polat). Zij is weggelopen van haar werk omdat een oude Turkse dame haar heeft gevraagd om medicijnen tegen haar hartkwaal. Zo’n vrouw spreekt juist haar, de Turkse assistente, aan. Hayats reactie daarop is tweeslachtig: het is te begrijpen, ze is een Turkse en ze blijft een Turkse. Die Turkse mevrouw verwacht daarom dat ze beter begrepen zal worden door een Turkse assistente dan door een Nederlandse. Maar Hayat wil ook gewoon een Hagenaar zijn, in Nederland geboren en getogen. Daarmee is zij het symbool voor al die mensen met roots in meerdere landen, voor al die culturen die met elkaar moeten samenleven, die door elkaar heen praten en elkaar beïnvloeden.

Hayat heeft een droom die zowel het Turks- als het Nederlandszijn overstijgt: ze wil zingen. Ze toont haar zangtalent in liedjes die live worden begeleid door een band onder leiding van Harry de Wit. Hayat wil het liefste naar New York, maar Amsterdam zou ook al mooi zijn. Ze is echter met handen en voeten gebonden aan haar conservatieve familie en aan Den Haag. Ook daarmee is ze prototypisch voor de personages in dit stuk: dromers zijn het, ieder met eigen illusies, maar gebonden aan beperkingen. Een stap verzetten buiten de verwachting leidt meteen tot ruzie.

Haags

~

Na Eline Vere is dit bij het Nationale Toneel het tweede stuk op rij dat wel heel erg Haags is voor de niet-Haagse toeschouwer. Opnieuw zien we Hagenaars die impliciet klagen dat er in hun stad niks te doen is, dat het er saai zou zijn, op wat agressieve hangjongeren na. Mensen durven niet voor hun ware gevoelens en verlangen uit te komen en verschuilen zich achter facades. Mensen zouden eigenlijk weg willen, maar blijven er toch steeds plakken. In feite is dat ook de thematiek van Eline Vere.

Niemand minder dan Gerardjan Rijnders schreef mee aan dit stuk, desalniettemin blijven teksten en personages karikaturaal. Niemand minder dan Johan Doesburg regisseert een ensemble van vijftien acteurs, die vrijwel allemaal kostuum in, kostuum uit moeten om steeds andere personages te spelen. Tussen die acteurs zitten kanjers; Stefan de Walle als de zwerver in de rolstoel, Esther Scheldwacht in een groot aantal vrouwenrollen, van jonge moeder tot oude dame, Pieter van der Sman als de keurige rechtse politicus die heimelijk travestiet is. En uiteraard Meral Polat: zij is krachtig en prachtig als het Turkse meisje Hayat. Maar over het algemeen schroeft Doesburg zijn acteurs vast in een soort koddig buurthuistoneel. Nergens schrijnt het, nergens voel je echte pijn van levensechte personages. Hollandse Spoor verzandt in Haagse zelfspot die voor een niet-Hagenaar erg ver van het bed is. Het stuk is dan ook alleen in Den Haag te zien, in het mooie nieuwe gebouw van het Nationale Toneel.

Hollandse Spoor is tot en met 1 maart 2008 te zien in het Nationale Toneel Gebouw in Den Haag. Kijk hier voor meer informatie over deze voorstelling.

Theater / Voorstelling

Theriak moet langer geroerd worden

recensie: Leine & Roebana - Theriak

Een geneesmiddel uit de oudheid, een wondermiddel tegen alle kwalen; Theriak. De lijfartsen van de keizers Mithridates (Klein-Azië) en Nero (Rome) hebben veel energie gestoken in de ontwikkeling van het recept. Het moest werken tegen vergiftiging maar ook tegen angst, melancholie, benauwdheid, bloedspuwen, geelzucht, de pest en allerlei andere ziektes. Anno 2008 is Theriak en het menselijk onvermogen de inspiratiebron van Leine & Roebana. Vijf dansers en een bijzonder getalenteerde harpiste betreden het theater. Een mystieke, onbegrepen zweem achtervolgt hen.

Leine & Roebana is het moderne dansgezelschap van choreografen Andrea Leine en Harijno Roebana. Ze kenmerken zich door een eigen bewegingsstijl en hun uitgesproken muzikale voorkeuren. Ze gebruiken muziek van rond 1600 of ze werken met hedendaagse componisten, ensembles of musici die excelleren in hun vak. Eerder werkten ze met het Maarten Altena Ensemble, het Orkest van de Achttiende Eeuw, Locke Consort en de zangeressen Claron Mc Fadden, Helena Rasker en Nicola Wemyss. Deze keer wagen zij zich aan harpiste Lavina Meijer (1983). Samen met haar gingen ze op zoek naar de duistere kanten van de harp en het ‘stille wit’ tussen de dansbewegingen.

Harpiste en performer

~


Wat gebeurt er als de statige harp leert zich vrij te bewegen? Onlangs zagen we Lavina Meijer in het televisieprogramma De Wereld Draait Door deze vraag al beantwoorden. Volgens de jonge, getalenteerde harpiste kan het instrument werkelijk alles en is het tijd het tuttige, klassieke imago van de harp af te schudden. Meijer komt net terug uit New York waar ze in Carnegie Hall (!) een solo weggaf. Ze strijdt voor een integer en haalbaar doel: ze wil de harp bekender maken als solo-instrument.

In deze voorstelling is ze daarin in ieder geval geslaagd. Ze laat zien dat een harp het gereedschap kan zijn van feeën en engelen, maar laat het instrument ook grommen en bijna schreeuwen. Ze gaat de harp zelfs met een schroevendraaier te lijf! Toch is dit niet de grootste verrassing aan Meijer in Theriak, ze blijkt namelijk een ware performer. In veel te grote schoenen en met een perfecte timing in haar spel open ze de voorstelling op humoristische wijze: “Kunt u alsjeblieft een stukje naar achteren gaan? Met uw stoel?”. Het publiek lacht en verplaatst zich met stoel en al. De voorstelling kan nu echt beginnen.

Sfeer

Al snel betreden vijf dansers het theater. Volgens het programmaboekje verkennen ze de ruimte, hun lichaam het instrument, de taal en de symboliek en dansen ze het menselijk onvermogen. Maar wat gebeurt er daadwerkelijk? We horen uitgesproken teksten en de harp van Meijer. We zien de typische bewegingsstijl van Leine & Roebana; heldere bewegingen, rechte armen, diagonale lijnen, heupaanzetten, geen partnering en weinig floorwork. Ook zien we veel wisselende lichtstanden en kostuums ontworpen door AZIZ. Er is veel interactie met het publiek. Na de verplaatsing in het begin volgt er een scène waarin een aantal mensen op het toneel worden geplaatst. Danseres Marlene Wolfsberger geeft de mensen een grappige taak; ze vormen een beweeglijke machine. Je vraagt je af of hier een magisch brouwsel wordt gesmeden, misschien de ingrediënten voor Theriak?

Daarna zien we nog meer flarden dans met daarbij enkele humoristische uitspattingen waarbij vooral danser Ederson Rodriques Xavier in het oog springt. Het geheel eindigt met een mysterieuze man in een zilveren pak. Op Hans Klok-achtige wijze strooit hij briefjes op het toneel. De alchemist? Nog ver na het applaus blijft hij met zijn armen opzij staan, een absurdistisch beeld.

Overdaad

~


Het geheel ademt een ietwat oosterse, mystieke sfeer, een vleugje van het Oude Egypte en Mesopotamië. Het is niet helemaal thuis te brengen, maar aangenaam. Door de aaneenschakeling van wisselende beelden, is Theriak fragmentarisch te noemen. Ook ontwerper AZIZ laat ons hier vertwijfeld achter. De mannelijke dansers zien er prachtig en vervreemdend uit, maar de kostuums van de vrouwelijke danseressen dragen de sfeer minder. Als je het bijbehorende programmaboekje openslaat is de versnippering te plaatsen. Startend vanuit de interessante thematiek van het wondermiddel Theriak (het recept staat er zelfs naast), volgen al snel allerlei -al dan niet- verwante zaken, zoals een vergelijking met de vitaminepreparaten van deze tijd en de observatie dat kunstenaars bestaan bij de gratie van het menselijk tekort. Daarnaast worden er een aantal vragen opgeworpen: Wat doet harpmuziek met hedendaagse dans? Is in de kunst Theriak te vinden? En doe je de mens eigelijk wel een plezier met onschendbaarheid en eenduidigheid? Tot slot wordt de ondoorgrondelijkheid van het bestaan besproken, de zoektocht en de twijfels en last but not least de meest voorspelbare en tevens populaire thematiek in de hedendaagse dans: de mogelijkheden en de begrenzing van het lichaam. Het zijn gegevens die allemaal weliswaar doorademenen in de voorstelling, maar ook abstract blijven. In dit geval geldt helaas: overdaad schaadt.

Taal

Een ander struikelblok is de gesproken taal. Volgens Leine & Roebana een waardevol, maar complex hulpmiddel om greep te krijgen op de werkelijkheid. Deze complexiteit is dan ook zeker te horen.De vele woorden, al dan niet gesproken of geschreeuwd blijven onverstaanbaar, (wellicht bedoeld) maar erger nog: onbegrepen en lelijk. Naast het feit dat het vele verschillende talen zijn, lijkt het alsof choreografen niet door krijgen dat ook dansers gemoeid zijn met een aantal lessen stemtechniek. Wat daarentegen beter tot zijn recht kwam waren de op dadaïst Kurt Schwitters gebaseerde uitgestoten klanken. Een samenspel van geluiden; stamelen en brommen. Was de rest van de tekst ook maar zo uitgevoerd.

Theriak is een voorstelling waarin de losse ingrediënten samen geen wonderdrank vormen, wellicht moet het nog iets langer geroerd worden wil de essentie overkomen. Of zoals Leine & Roebana zelf schrijven: de weg tussen bedoeling en begrip is vol kuilen en struikrovers.

Theriak is te zien tot en met 11 maart in Nederland. Klik hier voor meer informatie.

Muziek / Album

Niet over één nacht ijs

recensie: I Might Be Wrong - It Tends To Flow From High To Low

.

Na lang wikken en wegen en na enige aanmoedigende woorden van liefhebbers en fans is de band met de meest bescheiden naam eindelijk met zijn debuut naar buiten gekomen. Het Duitse I Might Be Wrong, de band in kwestie, heeft er goed aan gedaan zo lang over de muziek na te denken. It Tends To Flow From High To Low is daardoor een mooie, dansbare luisterplaat geworden.

~

Zoals gezegd had het veel voeten in de aarde, dat debuut. De plaat is in zijn geheel twee keer opgenomen, waarbij het nodige schaafwerk niet van de lucht was. Dat heeft zijn voordelen. I Might Be Wrong is van een losse flodder, steeds meer een band geworden. Een band die zich geleidelijk bewust werd van de te nemen stappen op weg naar het eindresultaat. Al heeft die weg een kronkelend karakter. Maar wie maalt er om, als het een fijne plaat oplevert?

Het is een zeer Duits geluid dat I Might Be Wrong laat horen en dat men in de volksmond indietronica noemt. Lali Puna, Mouse on Mars of Ms. John Soda, dat soort bands. Bands waar de ideeën van de Notwist-broertjes Acher goed in te horen zijn. Ook schemert er een duidelijke invloed van het Keulse Donna Regina door in de muziek. Daarnaast laten de bandleden op It Tends To Flow From High To Low horen dat ze veel geluisterd hebben naar singer/songwriters als Cat Power.

Uitschieters

~

Die combinatie van verschillende sferen heeft I Might Be Wrong behoorlijk goed weten te vatten en de band heeft het in een redelijk toegankelijke huls gegoten. Zonder dat het aan sfeer heeft ingeboet. De tien songs op het debuut vormen namelijk een schitterend geheel, waar enkele uitschieters tussen zitten. De poppy opener Always North is net als One Room, Second Try en het diepgravende She Knits Lakes van hetzelfde hoge niveau als het voor het debuut verschenen ep’tje Cold Comfort.

Gelijkgestemd

Zo nu en dan zweept I Might Be Wrong je op, om je daarna in alle rust te laten genieten van subtiel gebrachte muziek. Knisperende beats, de mooie stem van Lisa von Billerbeck, lekker laag gespeelde toetspartijen en spannende gitaarlijntjes volgen elkaar in snel tempo op of versterken elkaar. Zo nu en dan is er een geluidseruptie, maar alles is behoorlijk onder controle. Ondanks de vele voorbeelden van gelijkgestemde bands is I Might Be Wrong zeker een band om te gaan beluisteren. It Tends To Flow From High To Low geeft je daarvoor uitgebreid de mogelijkheid.

Muziek / Album

Madrid volgt Berlijn

recensie: Diverse artiesten - Net28 compilatie 1

.

Het in Madrid gevestigde Net28 is een overkoepelende organisatie die de belangen van zes verschillende Spaanse labels behartigt, onder andere CMKYmusic, Apnea en Mupa. De spil in het net is Alex Under, een van de opkomende minimal-producers. In vrijwel alle aangesloten labels speelt Alex Under een rol; als oprichter, manager of producer. Hij is, naast Damien Schwarz, ook dé grote naam op deze verzamelaar waar voor de rest relatief onbekende producers op staan.

Saai of hypnotiserend

Alex Under
Alex Under

Minimal-nummers vertonen een sterk wisselend niveau. Niet zozeer qua productie (over het algemeen zitten de nummers productietechnisch goed in elkaar) maar vooral qua spanning, diepgang en originaliteit. Dit gaat ook op voor deze verzamelaar. Sommige nummers zijn heerlijk, diep, duister, hoogzwanger van verwachtingen, hypnotiserend, monotoon. Ogen dicht, wegdromen en maar hopen dat het nummer minimaal een kwartier duurt. Andere nummers zijn saai: zoutloze basloopjes, het gaat nergens heen. Ogen weer open en op zoek naar de next-knop op je stereo.

Drie van de eerste vier nummers van deze compilatie behoren duidelijk tot de laatste categorie en het is goed voor te stellen dat deze cd voordat hij eenmaal goed op gang is gekomen, al vele luisteraars zal hebben verloren. Maar de doorzetter wordt rijkelijk beloond. Halverwege de cd staan twee producties van Alex Under. De eerste, die met de bijzondere titel Alex Under -8 door het leven moet gaan, heeft een hypnotiserend diep geluid en klinkt bijzonder spannend. Het is haast eng. Friendly People, Unders tweede bijdrage is een fantastisch meeslepend nummer, spannender dan Hitchcock, duisterder dan Lynch. De compilatie lijkt op volle snelheid te zijn gekomen en neemt verder nauwelijks nog iets af in kwaliteit. Luister maar eens naar het avant-gardistische Hieroglyphic Being. Het is het tegenovergestelde van een klassiek dancenummer, er is geen beat, clap of hihat te bespeuren, geen basloopje en geen synthesizer (ja, ja, zo komt de stroming aan haar naam) maar toch klinkt het vreselijk opzwepend en op een hele bijzondere manier uiterst dansbaar. Erg knap gedaan. Hierna nog twee nummers met fijne basloopjes en voilà, je hebt een uitstekend uurtje minimal achter de rug.

Spanning

De twee bijdragen van Alex Under zijn met afstand het beste. Hij is niet alleen organisatorisch de motor van Net28, ook muzikaal gezien is hij een voorbeeld voor de anderen. Zijn nummers bevatten een perfecte combinatie van duistere spanning, repetitieve patronen en muzikale originaliteit. Hij heeft de meest geniale ‘instrumentkeuze’ en weet de spanning binnen een nummer als geen ander op te voeren en vast te houden. Maar over de hele linie genomen zijn de producties op deze verzamelaar erg goed, met enkele verassend goede en veelbelovende nieuwkomers. Berlijn krijgt een dependance in Madrid.

Muziek / Concert

Girl next door begint een ster te worden

recensie: Stevie Ann

Het is net of ik naar een cd zit te luisteren. Die gedachte komt bij je op als je luistert naar de eerste liedjes van het theaterconcert van Stevie Ann. Loepzuivere stem, strakke band. Maar een live-optreden moet natuurlijk iets toevoegen aan het studiogeluid. Gaandeweg de avond blijkt dat Stevie Ann wel degelijk het talent heeft om ook een publiek te vermaken. De muzikale veelzijdigheid van de Limburgse speelt daarin een grote rol.

Ze is een rising star, maar toch zijn de zenuwen bij Stevie Ann hoorbaar in het eerste half uur. Het publiek zal daar niet gauw problemen mee hebben, ze komen niet voor een avondje theater maar speciaal voor Stevie Ann. Zij heeft inmiddels een grote schare fans opgebouwd, die allemaal de kwaliteiten van deze Limburgse singer-songwriter kennen. Het is al vaker over Stevie Ann gezegd: haar uitstraling is dat van een type girl next door, een heel gewoon meisje, wier muzikale talent bij toeval werd ontdekt.

Originele mix van verschillende stijlen

~


Maar de gevolgen van die toevallige ontdekking zijn groot. Stevie Anns debuutalbum Closer to the heart kwam in oktober 2007 uit. De originele mix van pop, folk, jazz, country en een vleugje blues is ook bij deze plaat weer het uitgangspunt. Het verschil tussen beide albums komt ook in dit theaterconcert snel naar voren: Closer to the heart hebben meer diepgang; tekstueel, maar vooral muzikaal. De playlist voor de theatertour is een goede mix van beide albums, met de nadruk op de tweede plaat. Er worden nog een aantal mooie covers aan toegevoegd.

Het nummer I have listened to Buddha is een van de hoogtepunten van het theaterconcert. Ze beschrijft in dit nummer hoe ze ‘het licht’ heeft gezien in de zoektocht naar zichzelf. Ook de titelsong Closer to the heart zet ze prachtig neer. Ook in dit nummer klinkt de geslaagde zoektocht naar zichzelf door: ‘I am closer to the heart now that you are gone’. Stevie Ann heeft duidelijk keuzes gemaakt, en blijft hoorbaar dichter bij zichzelf met dit tweede album.

Buurmeisje als femme fatale

~


Halverwege de avond wordt het publiek getrakteerd op een muzikaal uitstapje naar Nina Simone en Depeche Mode. Vooral tijdens het uitdagende, sensuele nummer van la Simone, staat er ineens een heel andere Stevie Ann op het podium. Als een femme fatale beweegt ze richting publiek, haar vertrouwde stek achter de microfoon even achterlatend. De covers klinken als een klok; jammer alleen dat ze de schroom niet helemaal van zich af kan gooien, en zich zichtbaar nog wat ongemakkelijk voelt in deze rol. Daardoor komt het al met al niet helemaal naturel over. Ze is nog net iets te veel ‘girl next door’ om een echt femme fatale te zijn.

De stem van Stevie Ann is loepzuiver, foutloos ook gedurende het optreden. Een prachtige luisterervaring. Het klikt ook met de bandleden, dat is duidelijk. Het plezier straalt er vanaf, en dat is iets wat je niet kunt faken. Bij de afstelling van het geluid gaat het vaak mis bij livemuziek, maar de vocals van Stevie Ann worden niet overstemd door harde gitaren en drums. En na afloop staat de ster van de avond gewoon nog wat na te kletsen met haar fans bij de uitgang. Hoezo ‘girl next door’…

De theatertour van Stevie Ann loopt nog tot en met 26 april 2008. Klik hier voor meer informatie.

Film / Achtergrond
special: Deel 1

IFFR 2008

.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5: Shorts | DEEL 6 | DEEL 7

Inhoud: El Otro | Cargo 200 | Cordero de Dios | Unfinished Sky | Bashing | I’m Not There | Megumi | Wonderful Town | No Country for Old Men | Behave

Op zoek naar de andere zelf
El Otro (The Other) – Sturm und Drang
Ariel Rotter • Argentinië/Frankrijk/Duitsland, 2007

~

Een zakenman wordt op een ochtend, na een lange busreis, wakker naast een dode mede-passagier. Diens dood inspireert hem om zijn eigen situatie, hoe goed die er op het eerste oog ook uitziet, met nieuwe ogen te bekijken. Zijn vrouw is zwanger van hun eerste kind en blijkbaar geeft dat feit hem net de duw die hij nodig heeft. Hij keert niet terug naar Buenos Aires maar schrijft zich onder een andere naam in bij een hotel en kijkt vanaf dat moment met een nieuwe blik naar de wereld en vooral zichzelf. Door de situaties waarin hij belandt en de mensen die hij tegenkomt, gaat hij nadenken over wie hij is en wat hij met zijn leven wil.

Regisseur Ariel Rotter maakte een film over een bekend thema, waarbij het beroemdste voorbeeld wellicht Antonioni’s The Passenger is. In die film belandt Jack Nicholson met zijn nieuwe identiteit echter van de regen in de drup, terwijl El Otro’s protagonist juist op rozen lijkt te zitten. Voor Rotter is de nieuwe naam dan ook slechts een vehikel voor de de innerlijke zoektocht die de man onderneemt. Die opzet valt te prijzen, maar het resulteert wel in een erg trage film die ondanks zijn korte lengte soms voorbij lijkt te kruipen. De film wordt gered door een aantal prachtige lange shots die al dan niet bewust ook weer naar Antonioni lijken te verwijzen. En door hoofdrolspeler Julio Chávez, die ondanks een minimum aan aangereikte tekst en emoties, sympathie weet op te wekken en identificatie met zijn zoektocht realiseert. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR | Homepage Film

Verval in het kwadraat
Cargo 200 (Gruz 200) – Kings & Aces
Alexei Balabanov • Rusland, 2007

~

Het Rusland van begin jaren 80 werd gekenmerkt door verwarring, desillusie, en een toenemende scepsis over de mogelijkheden van de communistische heilstaat. De invasie van Afghanistan was een wanhopige poging van een uitstervend regime om de oude glorie van het communisme te herstellen in een buurland dat steeds meer onder invloed van de Islam kwam. Het fatalisme dat zo kenmerkend is in de Russische maatschappij kwam in dit klimaat nog sterker naar boven. Verandering was in de persoon van Michael Gorbatsjov en zijn politiek van glasnost en perestroika op komst, maar zover was het nog niet.

Tegen deze achtergrond vertelt regisseur Alexei Balabanov een bizar verhaal over een dolgedraaide politieman die zo is afgestompt dat hij schijnbaar zonder emoties een reeks gruwelijkheden begaat, die hij door zijn machtspositie in de schoenen van een aantal naieve burgers weet te schuiven. De dochter van een lokale communistische partijbons is verdwenen en in diezelfde nacht werd een moord gepleegd in een afgelegen boerderij/wodkastokerij. Tegelijkertijd komen (onder de codenaam Cargo 200) de in Afghanistan gesneuvelde soldaten per luchttransport terug, en het lijk van een van hen hanteert Balabanov om het verval niet alleen op macro- maar ook op gruwelijk microniveau te illustreren. In een caleidoscopische vertelling en onder het genot van sloten wodka worden alle betrokkenen bij deze gebeurtenissen gevolgd, en komt een hyperrealistisch beeld naar voren van de morele ondergang van een gedoemd systeem. Balabanov biedt hiermee een rauw tegenwicht aan de nostalgische gevoelens die nu, 20 jaar later, weer de kop opsteken. Niet voor de fijngevoeligen, maar wel krachtige cinema. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Botsende generaties
Cordero de Dios (Lamb of God) – Tiger Awards
Lucía Cedrón • Argentinie/Frankrijk/Chili, 2008

~

Argentinie 2002. Het land wordt beheerst door een economische crisis, hoge werkloosheid en uit de pan rijzende inflatiecijfers. De 77-jarige Arturo wordt op klaarlichte dag onvoerd. Zijn kleindochter Guillermina krijgt een telefoontje van de kidnappers die om een losgeld van 400.000 dollar vragen. Ze neemt contact op met haar moeder Teresa die met zichtbare tegenzin vanuit haar ballingschap in Frankrijk terugkeert naar haar geboorteland.

Argentinie 1978. Het land zucht onder het bewind van de junta waarin elke vorm van opstand of verzet de kop wordt ingedrukt en alles wat zich links noemt is ondergedoken. In deze sfeer van repressie wordt het WK voetbal georganiseerd, en de machthebbers zien een mooie kans om het volk middels een oude truc tevreden te houden. Teresa en haar man Paco zijn studenten, met een zes-jarige dochter, en als vanzelfsprekend actief in het verzet tegen de junta. Als ze beiden opgepakt worden door de para-militairen neemt Teresa’s vader Arturo de verantwoordelijkheid voor Guillermina op zich. Zeer tegen de zin van Teresa omdat haar vader banden heeft met het bewind. Tegelijkertijd vormen die banden een sterke waarborg voor hun mogelijke vrijlating.

In een mooie parallelmontage worden deze verhaallijnen met elkaar verweven. Soms zo letterlijk dat de jonge Teresa de kamer verlaat, de camera een pan-beweging maakt, en haar oudere zelf weer binnenkomt. Met trefzekere slagen zet Lucía Cedrón een boeiende combinatie van relatiedrama en politieke thriller neer, en ze weet de valkuilen van een te sterke persoonlijke betrokkenheid (ze groeide zelf op in Frankrijk nadat haar vader onder nooit opgeklaarde omstandigheden werd vermoord) te vermijden. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Krachtige remake
Unfinished Sky – Time & Tide
Peter Duncan • Australïe/Nederland, 2007

~

De Nederlands-Australische co-productie Unfinished Sky is de remake van De Poolse Bruid. Ditmaal speelt het verhaal in de outback van Australië. Het originele scenario is aangepast aan die omgeving, maar veel is ook hetzelfde. Monic Hendrickx speelt opnieuw een mishandelde vrouw, dit keer de Afghaanse vluchtelinge Tahmeena. Ze komt volkomen uitgeput aan op een afgelegen boerderij van John (William McInnes), een schapenboer die daar alleen woont met zijn hond. John is erg tevreden met zijn eenzame bestaan, en hij is dan ook zeer afwachtend in zijn houding naar haar toe. Dat zijn afzondering niet zelf verkozen is wordt langzaam duidelijk, net als de geschiedenis van Tahmeena. Ze confronteren elkaar met hun verleden en hun gesprekken, hoe moeizaam ook, hebben voor beiden een louterend en therapeutisch karakter. Als het verleden haar letterlijk achtervolgt in de vorm van de plaatselijke hoteleigenaar en een politieagent, is de band tussen John en Tahmeena inmiddels zo gegroeid dat hij instinctief voor haar kiest.

In een subtiele cameravoering, met afwisselende aandacht voor kleine zaken en de weidsheid van het Australische landschap, wordt de ontluikende relatie tussen twee mensen neergezet. Een gegeven dat het origineel zo sterk maakte en hier opnieuw zijn kracht bewijst. Het is dan ook jammer dat dit proces heftig onderbroken wordt door de komst van mannen die op zoek zijn naar ‘hun’ vluchtelinge, hoe nodig het ook is voor het verhaal. Monic Hendrickx laat wederom een groot talent voor talen zien, en haar Afghaanse (niet ondertitelde) monologen klinken volkomen geloofwaardig. William McInnes biedt haar sterk tegenspel in een rol die veel meer tekst heeft dan die van Jaap Spijkers in het origineel. Een verbitterd man en een getraumatiseerde vluchteling: meer is niet nodig voor een boeiende film. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Sober relaas
Bashing – Film Maker in Focus
Masahiro Kobayashi • Japan, 2005

~

De jonge vrouw Yuko (Fusako Urabe, ook te zien in Kobayashi’s Man Walking on Snow en Flic) wordt uitgestoten door de bewoners van het stadje waarnaar ze terugkeert na ontvoerd te zijn geweest tijdens een vrijwilligersactie in Irak. Ze verliest niet alleen haar baan, maar haar moeder wordt tot wanhoop en haar vader tot zelfmoord gedreven door de sociale druk die het meedogenloze onbegrip van collega’s, vrienden, winkelbedienden en wildvreemden met zich meebrengt.

Kobayashi koos voor een erg sobere aanpak bij het uitbeelden van dit schrijnende, op feiten geinspireerde relaas: filmmuziek ontbreekt bijna volledig, de kleuren zijn mat, de mise-en-scène is kaal, en het camerawerk documentaire-achtig. Als oprechte en zeldzame poging om sociale misstanden in Japan aan de kaak te stellen verdient de film een pluim, maar Bashing heeft zo weinig dramatische zeggingskracht dat hij zijn beoogde effect bijna volledig voorbijschiet. Urabe speelt bewonderenswaardig ingetogen, maar weet geen diepgang in het vlakke personage van Yuko te leggen. De dynamiek van de familiebanden is bovendien gebrekkig neergezet, en de voortdurende focus op de ondoorgrondelijke vrouw levert niets op. In al zijn sobere realisme slaagt Bashing er geen moment in onder de huid van Yuko te komen. (Paul Caspers)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Waar ben je dan wel?
I’m Not There – Kings & Aces
Todd Haynes • VS, 2007

~

In een genre dik bezaaid met bagger is de experimentele Dylan muzikale biopic I’m Not There een bewonderenswaardig probeersel met een schitterende soundtrack. Maar niet meer dan dat. Dylan, een artiest apart, vroeg om een bijzondere benadering en die krijgt hij. Regisseur Todd Haynes, die eerder films over David Bowie (Velvet Goldmine, 1998) en Karen Carpenter (Superstar, 1987) maakte, levert hier een fraai vormgegeven, maar weinig verhelderende kijk op het fenomeen. Zes acteurs spelen Dylan, de man die zichzelf steeds opnieuw uitvond. Met Dylan is er altijd een neiging tot overintellectualiseren en zoveel is gezegd en geschreven dat het rookgordijn almaar dikker wordt. Dylan zelf speelt dan steevast de anti-intellectueel. “I’m just a song & dance man” was zijn reactie op de zwaarwichtige beredeneringen over zijn persoon, waartoe ook deze film behoort.

Het meest curieuze van de zes Dylans is het orakelend rockicoon (Cate Blanchett) uit de tijd van Pennebaker’s baanbrekende Don’t Look Back (1967). Zij citeert Dylan vaak letterlijk en lijkt sprekend op hem. Een eervolle parodie op de soundmix show, maar wat levert het aan nieuwe inzichten op? Het zwakke, onevenwichtige scenario vertelt de niet kenners weinig en de kenners veel dat ze al wisten. In Ballad of a Thin Man zong Dylan ooit: “Something is happening here but you don’t know what it is, do you Mr. Jones?” Het veel geciteerde afzeiken van de onhippe, niets begrijpende Mr. Jones. Wil Haynes met deze tamelijk pretentieuze en langdradige film het publiek datzelfde Mr. Jones-gevoel bezorgen? Wat gebeurt hier? En het belangrijkste, Wat doet het ertoe? I’m Not There zegt veel meer over Todd Haynes dan over het enigma Dylan. (Fred Caren)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR | Homepage Film

Gekunstelde reconstructie
Megumi – Time & Tide
Mirjam van Veelen • Nederland/Japan, 2008

~

Als een reconstructie van het wachten ontvouwt Mirjam van Veelen langzaam en ingetogen het op waarheid gebaseerde verhaal van een ontvoering. De kidnapping in 1977 van het Japanse schoolmeisje Megumi Yokota uit het kustplaatsje Niigata is tot op heden nog onopgelost. Het dertienjarig meisje zou door geheim agenten naar Noord Korea zijn overgebracht. Dramatische nagespeelde flashbacks worden afgewisseld met ingetogen getuigenissen van dierbaren vol herinnering en verlangen.

De maakster zelf, die meermalen te zien is, laat haar betrokkenheid bij deze ontmoetingen duidelijk merken. Ze verlegt daarmee het perspectief naar het heden en legt het accent van de gebeurtenis op haarzelf. Het maakt de vertelling van een objectieve geschiedenis gekunsteld, en met name de hoop van de ouders, (die na 24 jaar nog steeds wachten op concrete bewijzen) een stuk troebeler. Want door al de visuele constructies van de regisseuse gaat de kijker steeds meer twijfelen aan de waarheid. (Antoinette van Oort)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR | Homepage Film

Melancholisch gedicht
Wonderful Town – Tiger Awards
Aditya Assarat • Thailand, 2007

~

De tweede speelfilm van Assarat ligt ingebed in de naweeën van de tsunami (2004). In het Thaise Takua Pa kwamen destijds 8000 mensen om het leven. Ook al zijn veel van de herinneringen aan de gruwelijke golf inmiddels verdwenen en de huizen weer herbouwd, de geest van het dorp ademt niet meer. Het lijkt alsof iedereen verloren ronddoolt in het vredig ogende plaatsje. Geïnspireerd op wat Assarat aantrof bij zijn bezoek aan Takua Pa in 2006 straalt Wonderful Town eenzelfde serene en vervreemdende sfeer uit. Beschouwend en genuanceerd, door gebruik te maken van bestaand licht en te kiezen voor prachtige uitsnedes weet Assarat de kijker te boeien in een sober liefdesdrama met een Aziatische twist. Buitenstaander Ton, een architect, huurt een kamer in het kleine hotel wat gerund wordt door Na, een meisje uit het dorp. De twee raken verliefd. Maar dan komt het dorp achter de geheime affaire.

Na’s jongere broer Wit, de lokale crimineel en gangleider, kan het geluk van zijn zuster niet verdragen. Zijn acties staan symbool voor het hiaat aan gevoelens, die de tragedie in het dorp heeft geslagen. Het spokende verleden, de frustraties en verveling zet Wit om in wraakacties die gevoed worden door zijn onmacht en verdriet. Onderhuids en juist doordat Assarat de kunst van het weglaten machtig is Wonderful Town daarmee vooral een melancholisch gedicht. (Antoinette van Oort)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Magistraal fatalisme
No Country for Old Men – Kings & Aces
Joel en Ethan Coen • VS, 2007

~

De samenwerking tussen de gelauwerde, rasamerikaanse auteur Cormac McCarthy en Joel & Ethan Coen, virtuoze chroniqueurs van zelfkant-lief en leed (Blood Simple, Fargo), levert een magistrale verfilming op. McCarthy’s apocalyptische wereldvisie is in No Country for Old Men teruggebracht tot kleine, menselijke proporties. Hij betreurt de verloedering, maar is een fatalist. Onlangs vertelde hij in Rolling Stone: “maak je maar geen zorgen over het klimaat, de hebzuchtige mens met zijn gewelddadige inborst en drang tot zelfvernietiging zal van de aardbodem verdwenen zijn lang voor het probleem nijpend wordt”.

West Texas: 1980. Moss (Josh Brolin) vindt tussen een aan flarden geschoten drugsbende in de woestijn een koffer met miljoenen. Door het geld mee te nemen start hij een kettingreactie die zo explosief is dat zelfs de laconieke, rechtschapen Sheriff Bell (Tommy Lee Jones) eronder dreigt te bezwijken. Moss is zijn achtervolgers, waaronder een door de drugskartel gestuurde psychopaat Anton (Javier Bardem), lange tijd te slim af. De slimme privé onderzoeker Carson Wells (een geweldige Woody Harrelson) wil bemiddelen, maar is er nog tijd?

Het eerste kwartier is zo ongemeen spannend dat je je afvraagt of dit vol te houden is. Het antwoord is een volmondig ‘Ja’, een hele film lang. De vier hoofdrolspelers zijn fenomenaal. Anton is zo angstaanjagend dat hij Norman Bates in Psycho reduceert tot een Teletubbie, en zijn aandoenlijke jaren zestig-kapsel maakt hem alleen nog enger. De kleine rollen zijn ook gedenkwaardig. Een Felliniaanse vleesberg van een vrouw weigert stoïcijns Anton informatie te geven en zijn blik bezorgt je kippenvel. Wij weten waartoe hij in staat is, zij nog niet. Als Anton een ruimte binnendringt in zijn hoogst originele manier zit je op het puntje van je stoel, maar liever kruip je eronder. Helaas zal je te voorschijn moeten komen voor de ziedende, aangrijpende finale van deze meesterlijke vertelling. (Fred Caren)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR | Homepage Film

Geen begrip, geen toekomst
Behave – Time & Tide
Maria Ramos • Brazilië, 2007

~

Behave is een weinig optimistische film over criminele minderjarigen in Brazilië. Behalve de jongeren, afkomstig uit vergelijkbare sociale omstandigheden, zijn alle andere karakters (rechters, agenten, familie) levensecht. Juizo volgt de processen van minderjarige criminelen (onder de 18) die opgepakt zijn voor diefstal, dealen en zelfs moord. Maria Ramos filmde de verhoren, veroordeling in de jeugdrechtbank en binnen het Padre Severino Instituut waar de gestraften naar toe gaan om te worden gecorrigeerd.

Het Braziliaanse rechtssysteem is benauwend, formeel en er is nauwelijks ruimte of begrip voor de jongeren die vaak uit de marge afkomstig zijn. Het is schokkend om te zien hoe zij na veroordeling als ‘jonge hondjes’ worden opgesloten onder erbarmelijke omstandigheden. Er is weinig fantasie voor nodig om te bevatten dat binnen het Braziliaanse systeem heel weinig van deze criminele kinderen, die leven bij de dag en vaak een zeer kort lontje hebben, ooit zullen veranderen in brave burgers van onberispelijk gedrag. Maria Ramos weet dankzij de jonge plaatsvervangers, die authentiek en echt zijn te schokken en overtuigen. Je vraagt je dan ook af wat ervan hen is geworden na het maken van deze film. (Antoinette van Oort)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR | Homepage Film