Haags perron vol karikaturen
‘We leven allemaal onder dezelfde hemel, maar we hebben allemaal een andere horizon.’ Aldus Donkersloot, de zwerver die vanuit zijn rolstoel op het Haagse station Hollands Spoor alle gebeurtenissen voorziet van filosofisch getint commentaar. Om de zwerver heen is het een kakofonie van talen en culturen. Mensen met alle mogelijke kleuren en kleren passeren de revue. Zo wordt het station een staalkaart van wat de stad Den Haag aan inwoners te bieden heeft. Hollandse Spoor is de voorstelling waarmee het Nationale Toneel zijn nieuwe onderkomen officieel voor geopend verklaart. Een cadeautje van de groep aan de bewoners van de stad, als dank voor dit fraaie theater-met-inpandig-kantoor. Daarmee is Hollandse Spoor nogal een Haags feestje.
Plaats van handeling is een perron waarover forenzen heen en weer draven zonder op of om te kijken. Het station heet volgens de NS officieel Hollands Spoor, maar de Haagse volksmond maakt daar Hollandse Spoor van, en zo heet dit toneelstuk dus. Talen en culturen leven in dit stuk vreedzaam langs elkaar heen. Dat levert een eendimensionaal, karikaturaal beeld van ‘de Hagenaar’ op. De Surinamer doet lompig, de Hindoe is verongelijkt-onhandig, de Indische is tobberig en slachtofferig, de Haagse mevrouw bekakt, de Haagse meneer een stijve ambtenaar. Niemand bemoeit zich met iemand. Iedereen heeft een mobieltje aan het oor, iedereen leeft in zijn eigen universumpje. Alleen die zwerver in zijn rolstoel bekijkt rustig dit strijdtoneel van persoonlijke dramaatjes.
Roots
Rode draad in het verhaal is de Turkse apothekersassistente Hayat (Meral Polat). Zij is weggelopen van haar werk omdat een oude Turkse dame haar heeft gevraagd om medicijnen tegen haar hartkwaal. Zo’n vrouw spreekt juist haar, de Turkse assistente, aan. Hayats reactie daarop is tweeslachtig: het is te begrijpen, ze is een Turkse en ze blijft een Turkse. Die Turkse mevrouw verwacht daarom dat ze beter begrepen zal worden door een Turkse assistente dan door een Nederlandse. Maar Hayat wil ook gewoon een Hagenaar zijn, in Nederland geboren en getogen. Daarmee is zij het symbool voor al die mensen met roots in meerdere landen, voor al die culturen die met elkaar moeten samenleven, die door elkaar heen praten en elkaar beïnvloeden.
Hayat heeft een droom die zowel het Turks- als het Nederlandszijn overstijgt: ze wil zingen. Ze toont haar zangtalent in liedjes die live worden begeleid door een band onder leiding van Harry de Wit. Hayat wil het liefste naar New York, maar Amsterdam zou ook al mooi zijn. Ze is echter met handen en voeten gebonden aan haar conservatieve familie en aan Den Haag. Ook daarmee is ze prototypisch voor de personages in dit stuk: dromers zijn het, ieder met eigen illusies, maar gebonden aan beperkingen. Een stap verzetten buiten de verwachting leidt meteen tot ruzie.
Haags
Na Eline Vere is dit bij het Nationale Toneel het tweede stuk op rij dat wel heel erg Haags is voor de niet-Haagse toeschouwer. Opnieuw zien we Hagenaars die impliciet klagen dat er in hun stad niks te doen is, dat het er saai zou zijn, op wat agressieve hangjongeren na. Mensen durven niet voor hun ware gevoelens en verlangen uit te komen en verschuilen zich achter facades. Mensen zouden eigenlijk weg willen, maar blijven er toch steeds plakken. In feite is dat ook de thematiek van Eline Vere.
Niemand minder dan Gerardjan Rijnders schreef mee aan dit stuk, desalniettemin blijven teksten en personages karikaturaal. Niemand minder dan Johan Doesburg regisseert een ensemble van vijftien acteurs, die vrijwel allemaal kostuum in, kostuum uit moeten om steeds andere personages te spelen. Tussen die acteurs zitten kanjers; Stefan de Walle als de zwerver in de rolstoel, Esther Scheldwacht in een groot aantal vrouwenrollen, van jonge moeder tot oude dame, Pieter van der Sman als de keurige rechtse politicus die heimelijk travestiet is. En uiteraard Meral Polat: zij is krachtig en prachtig als het Turkse meisje Hayat. Maar over het algemeen schroeft Doesburg zijn acteurs vast in een soort koddig buurthuistoneel. Nergens schrijnt het, nergens voel je echte pijn van levensechte personages. Hollandse Spoor verzandt in Haagse zelfspot die voor een niet-Hagenaar erg ver van het bed is. Het stuk is dan ook alleen in Den Haag te zien, in het mooie nieuwe gebouw van het Nationale Toneel.
Hollandse Spoor is tot en met 1 maart 2008 te zien in het Nationale Toneel Gebouw in Den Haag. Kijk hier voor meer informatie over deze voorstelling.