Film / Films

Liefde, tijd en teleurstelling

recensie: Conversations with Other Women

.

Oscar Wilde zei ooit eens dat onzekerheid de essentie vormde van romantiek en uiteindelijk is de sensuele chemie tussen twee mensen spannender als die onopgelost blijft en niet wordt geconsumeerd. Dit geldt ook voor Hans Canosa’s Conversations with Other Women (2005). De amoureuze verwikkelingen tussen Aaron Eckhart en Helena Bonham Carter (hun echte namen worden in de film niet onthuld) worden door het gebruik van splitscreens en een fragmentarische montage complex gehouden, terwijl een romantische catharsis uitblijft.

~

Zijn bruiloften romantisch? In Conversations with Other Women is een bruiloft de perfecte plek voor een plotselinge ontmoeting en gesprekken over de liefde. Bruidsmeisje Helena Bonham Carter steekt tijdens een bruidsfeest nonchalant een sigaret op, maar krijgt al snel boze blikken van oplettend personeel. Aaron Eckhart had haar in de tussentijd al opgemerkt en bied Carter een drankje aan. “Thanks but i don’t drink.” Eckhart antwoordt: “Well, you smoke, but you don’t drink?” Er volgt een gevat gesprek dat overgaat in ongemakkelijk geflirt. Na wat komische woordenwisselingen vertelt Carter dat ze eigenlijk niet naar de bruiloft wilde komen. Ook blijkt de bruid Eckharts zusje te zijn.

De daarop volgende flashbacks en flashforwards laten zien dat er meer aan de hand is. Twee jongere personages staan voor het verleden van Eckhart en Carter. Ze hebben al een gezamenlijke geschiedenis achter de rug, maar hoe die is geëindigd blijft onduidelijk. Terug in het heden heeft zowel Eckhart als Carter een nieuwe relatie, maar dat staat hun avances op de bruiloft niet in de weg. Wordt dit een tweede kans op een gelukkig samenzijn of alleen maar een toevallige ontmoeting?

Wensbeeld en werkelijkheid

~

Conversations with Other Women speelt met de conventies van de romantische komedie en combineert dat met het drama van een relatieportret. De film gaat over gemiste kansen, relationele teleurstellingen en de onvermijdelijkheid van het ouder worden. Vooral wat ouderdom betreft is Conversations with Other Women eerlijk met een humoristische en sarcastische ondertoon. De tijd heeft de destijds jeugdige geliefden niet gespaard en ideaalbeeld en realiteit worden in de film vaak tegenover elkaar geplaatst. Het spel van Eckhart en Carter is daarbij het sterkste element van de film. De acteurs weten het paar een bitterheid mee te geven die in een aantal scènes goed tastbaar wordt. Eckhart is de wanhopige romanticus die terugdenkt aan een geïdealiseerd verleden en Carter zet de tegenstrijdigheid tussen haar gevoel en gedrag goed neer. Als kijker vraag je je af of het een tijdelijke opwelling is dat ze voor een nachtje met Eckhart kiest of dat er meer achter zit. Deze besluiteloosheid ligt dicht bij de onzekere spanning die de personages uit Richard Linklaters Before Sunset met elkaar verbond, maar die film maakte minder gebruik van montagetrucjes en kon grotendeels terugvallen op het spel van Ethan Hawke en Julie Delpy.

Vermakelijk

~

Bij Canosa is de balans soms zoek. Het goede acteerwerk van Eckhart en Carter wordt aangevuld door romantische muziek (lees muzak) van Carla Bruni en Rilo Kiley. Veel sterke scènes worden daardoor afgezwakt. De montagetrucjes die Canosa gebruikt, hebben op de momenten dat hij het geïdealiseerde jongere paar toont, iets weg van een gimmick. Een inspiratiebron voor de montage moet ongetwijfeld de structuur van Nic Roegs Bad Timing zijn geweest, maar Conversations with Other Women valt in het niet bij de complexiteit en intensiteit van die film. Bad Timing wist door middel van constante sprongen in de tijd een perfect beeld te geven van een heftige en verscheurde relatie. Conversations with Other Women is lichte kost in vergelijking met Bad Timing en daarom niet geheel serieus te nemen als relatiedrama. Ondanks dat alles blijft de film een vermakelijk portret van onzekere (ex-)geliefden, die het vooral moet hebben van de acteerprestaties van de twee hoofdrolspelers.

Muziek / Album

Nieuwe aanwinst voor de doorgewinterde liefhebber

recensie: Bearsuit - Oh:io

.

~

Bearsuit maakt onderdeel uit van groep bands die op een compleet kunstzinnige manier met muziek omgaan. Veel hectiek, genoeg afwisseling, altijd op zoek naar de melodie, soms punky, maar in principe toch allemaal behoorlijk lieflijk. Bands die voor het mainstreampubliek volledig in de marge opereren, maar op bepaalde internetfora kunnen rekenen op een grote steun van hun fans – die nagenoeg allemaal ooit begonnen zijn met een liefde voor Belle & Sebastian. Bands die steevast boeiende platen maken, maar nooit boven het maaiveld uit kunnen komen, omdat dat – zo lijkt het soms – not done is. Het is het oude punkprincipe gemixt met aangeleerde ideeën van de kunstacademie. Denk aan een band als Baskervilles, denk aan The God Damn Doo Wop Band of denk aan Saturday Looks Good to Me. In die hoek hoort Bearsuit thuis.

De hoogste waardering ontving Bearsuit ooit van wijlen John Peel, die het zestal uit Norwich veelvuldig prees vanwege hun fantastische singles, veelal uit de beginperiode van hun carrière. Maar ook in latere jaren kreeg de band de welverdiende aandacht, bijvoorbeeld met het officiële debuut Cat Spectacular!, uit 2004. Nu de derde volledige plaat, Oh:io, uit is, lijken de tijden van de eerste singles als Stop What You’re Doing What You’re Doing Is Wrong en Hey Charlie Hey Chuck ver achter ons, want de sound is meer volwassen en beter doordacht. Bovendien is de muziek zeker beter opgenomen dan op het debuut het geval was. Toch zijn de vertrouwde melodieën, de fragmentarische ritmes, de noisy sound en de kracht van de songschrijverij nog altijd aanwezig, en worden hier en daar ten volste benut.

Schitterende lijn

~

Een goed voorbeeld is de single Foxy Boxer, die op de tweede helft van Oh:io staat. De klappende handjes, de fijne synth-lijn en de verraderlijk kalme samenzang van Lisa Horton en Iain Ross, maken het nummer tot een prettig, maar ook spannend geheel. Het nummer trekt een schitterende lijn waar de rest van de plaat aan afgemeten kan worden. De ene helft van de nummers op Oh:io laat zich niet temmen en slaat in enthousiasme en in doldriestheid door, vergeleken bij de Foxy Boxer. De rest valt hierbij in het niet of valt gewoon niet op.

Rustig beginnen

De spanningsboog op Oh:io wordt regelmatig aangetast door de vele nummers ‘flipperkastpop’ die de plaat telt. Voor de fans is het muzikale stuiterwerk van Bearsuit echter gesneden koek. Op Oh:io valt er voor hen dan ook genoeg te halen. Steven F***ing Spielberg bijvoorbeeld, dat gevuld is met bombastische filmmuziekarrangementen en verreweg het meest toegankelijke nummer van de plaat is. Ook Keep it Together, Somehow, dat erg doet denken aan het Japanse Puffy of een snelle Stereolab, is een van de prijsnummers. Wie Bearsuit nog niet kent, moet echter rustig aan beginnen. Misschien met The Love Will Never Find You. Eerst opzetten, genieten en dan aan niemand verder vertellen wat je hebt leren kennen. Zo hoort dat.

Boeken / Fictie

Familietoestanden

recensie: Silke Scheuermann - Het uur tussen hond en wolf (vert. Els Snick)

.

Dat familieleden uit elkaar kunnen groeien, blijkt uit de verwrongen situatie waarin de twee zussen uit Het uur tussen hond en wolf verzeild zijn geraakt. Er is een gezamenlijk verleden dat jarenlang diep werd weggestopt, zodat bij een hernieuwde ontmoeting alleen nog maar wantrouwen en geforceerde omgangsvormen overblijven. Silke Scheuermann publiceerde gedichten en verhalen en debuteert nu met deze fraaie roman. Over aantrekking en afstoting tussen bloedverwanten en het probleem van drinken en eten.

Er is iets gebeurd tussen deze vrouwen tijdens hun gezamenlijke jeugd, die overschaduwd werd door de gevoelens van het ene kind dat zich achtergesteld voelde ten opzichte van haar oudere zus. Ines was de lieveling van papa en groeide onbewust uit tot ideaalbeeld, want ze is populair, zeer aantrekkelijk en een succesvol kunstenares geworden. De hoofdpersoon en verteller van deze geschiedenis, de jongere zus, is ooit naar Rome vertrokken, heeft zich daar in een onbezonnen huwelijk gestort en is na een paar jaar en een snelle scheiding teruggekeerd naar Frankfurt.

Kopie

Het boek begint wanneer de jongere zus op een ochtend haar dagelijkse baantjes in het zwembad gaat trekken en een veelzeggende confrontatie met zichzelf heeft:

Vanochtend ben ik niets, niets dan een vage omtrek, op de smalle strook tussen bassin en glaswand van het zwembad, de zoveelste weerspiegeling van een jaren geleden beëindigd leven, de schaamteloze kopie van een eerste zin.

Deze gedachte gaat vooraf aan de eerste ontmoeting met Ines sinds lange tijd. Ze proberen allebei een vorm te vinden om in de omgeving van de ander te kunnen passen: er wordt voorzichtig afgetast en gezocht naar herkenning en gespreksonderwerpen. Kai, de bezorgde vriend van Ines, doet later een onbeholpen verzoek om hulp voor haar in een crisis verkerend kunstenaarsschap, dat gebaat zou zijn bij een tijdelijk verblijf in het appartement en het gezelschap van haar jongere zus. Die dit plan vervolgens keihard afwijst.

Complicaties

Langzaam komt ze toch onder invloed van Ines, die het vermogen bezit de aandacht van haar omgeving volledig op te eisen. Ze ontdekt wat het eigenlijke probleem van haar zus is: Ines is behoorlijk aan de fles. Of de drank de oorzaak is van haar ‘painters block’ of het gevolg daarvan, wordt niet duidelijk. Ook is er nog Carol, een ex-geliefde van Ines die voor de nodige opschudding zorgt: ooit heeft deze een paar nachten doorgebracht met Ines, die zoveel indruk maakten dat ze er niet meer van los kan komen. En zo gaat het maar door met het opvoeren van complicaties die uiteindelijk het verhaal in dit boek moeten vormen. Maar het blijft een opsomming zonder uitkomst. De personages draaien om elkaar heen, confronteren elkaar, ruziën met elkaar, vrijen met elkaar en het leidt allemaal nergens toe.

Of toch wel. Het leidt tot de vaststelling dat er eigenlijk het meeste mis is met de hoofdpersoon zelf. Terwijl we door haar ogen naar de alcoholische en zelfdestructieve Ines kijken, wordt duidelijk dat zij zelf de grootste zoektocht doormaakt. Eens is ze gevlucht naar Rome voor die onbewuste invloed van Ines, die haar een permanent minderwaardigheidscomplex bezorgde. Maar nu ze weer terug is, is het gevoel hetzelfde. Ze probeert dat aan Kai uit te leggen:

Ik vertelde over de tijd toen ik het dikkerdje was en Ines de prinses, mijn prinses, ik daarentegen was niemand, niemand speciaal, en dat het mij ook nu nog, telkens als ik haar zag, zo verging.

Dus dat is het: eten en uiterlijk. En met Ines als blijvende kwelgeest die nu nota bene zélf in de lappenmand ligt. De confrontatie met zichzelf in spiegelende ramen, een etalage met ‘superslanke poppen’, gerechten die ‘bedreigend’ overkomen, alles wijst op een flinke eetstoornis. Deze krampachtige situatie lijkt ook de oorzaak van haar moeizame omgang met mannen. Ze legt het aan met een onaantrekkelijke en oudere collega, waarbij slechts de nabijheid van een ander persoon deze verhouding degradeert tot “een vereniging die haar oorsprong niet had in de begeerte, maar in de wens om te vergeten”. Ook gaat ze naar bed met Kai en houdt hem voor dat hij eens zal moeten kiezen tussen de twee zussen. Het zijn mechanische en kille scènes, een liefdesspel waar altijd de derde persoon mee lijkt te doen.

Afkicken en opkrabbelen

Dan is er plotseling toch ruimte voor wat warmere gevoelens. Na een dronken valpartij belandt Ines in het ziekenhuis en krijgt dagelijks bezoek van haar zus. Om te voorkomen dat Ines in het geheim moet gaan leuren om aan drank te komen, neemt ze telkens een fles whisky mee. Als Ines het ziekenhuis verlaat om opgenomen te worden in een afkickkliniek, lijkt de toenadering nog een stap dichterbij te zijn gekomen. Zus zit veilig opgeborgen, nu zelf weer overeind proberen te krabbelen.

Silke Scheuermann heeft een meeslepende schrijfstijl, die hier en daar wat pathetisch overkomt maar wel bijdraagt tot de gang van het verhaal. Een gejaagdheid die goed past bij de leegte in de gemankeerde levens van deze mensen, op zoek naar liefde bij anderen maar vooral bij zichzelf.

Film / Films

Meer dan een film voor meisjes

recensie: Naissance des pieuvres

.

De Franse cinema heeft een opmerkelijk sterk jaar achter de rug. Films als Persepolis, The Diving Bell and the Butterfy en La graine et le mulet oogstten internationaal veel lof en bewondering en behoorden tot het beste dat de filmindustrie in 2007 afleverde. Mede hierdoor is het debuut van regisseuse Céline Sciamma enigszins ondergesneeuwd geraakt. Dat is jammer, aangezien haar film een belegen thema vanuit een frisse invalshoek benadert.

~

Naissance des pieuvres vertelt het verhaal van drie meisjes van vijftien die voor het eerst seksuele gevoelens ervaren. De meisjes, een populaire zwemkampioene, een verlegen muurbloempje en een iets te mollige buitenstaander, benaderen de nieuwe gevoelens en de onzekerheden die ermee gepaard gaan elk op hun eigen manier. Hun verhalen kruisen elkaar in het lokale zwembad, waar de pijn en het verlangen van de eerste liefde hen niet alleen verbindt, maar ook verder uit elkaar drijft.

Gevaar

Sciamma heeft ondanks de hausse aan tienerfilms die de bioscoop jaarlijks overspoelt toch nog een origineel uitgangspunt kunnen vinden. Zij heeft er namelijk voor gekozen alles in haar debuutfilm vanuit het oogpunt van de meisjes te tonen en de mannelijke karakters bewust te verwaarlozen, of zelfs helemaal buiten beeld te laten. De schaarse mannelijke personages die wél in de film voorkomen, worden slechts gebruikt ter illustratie van de ontluikende gevoelens van de drie hoofdrolspeelsters. Dat is een gewaagde keuze die een gevaar met zich meebrengt, namelijk de vervreemding van de mannelijke bioscoopbezoeker, die zich moeilijk met een van de personages kan identificeren. Naissance des pieuvres is echter meer dan alleen een film voor meisjes, want er is ook op filmtechnisch gebied genoeg te genieten.

Naast het ontbreken van een significant mannelijk personage, worden ook alle andere aspecten die de aandacht van de kijker zouden kunnen afleiden van de gemoedstoestand van de drie meisjes niet getoond. Er zijn geen ouders, geen verwijzingen naar geografische locaties en ook geen objecten die enig licht kunnen werpen op de tijdsperiode waarin de film zich afspeelt. Sciamma creëert hiermee een universeel gevoel, waardoor de vrouwelijke kijker de ontwikkeling van de meisjes op haar eigen jeugd kan projecteren.

Symbolisch

~

Naissance des pieuvres (‘geboorte van inktvissen’) is een symbolische verwijzing naar de ontwikkeling van de meisjes, geïllustreerd door middel van het schoonzwemmen, dat een belangrijke rol speelt in de film. Onder water spartelen de meisjes wanhopig om hun hoofd boven water te kunnen houden en te stralen boven het oppervlak. Een fraaie metafoor voor een nagenoeg perfecte film, die zeer professioneel oogt voor een debuut. De film straalt een bepaalde rust en doeltreffendheid uit, die versterkt wordt door de schaarse, goed gedoseerde dialogen en de subtiele regie. De omgeving is slechts een onbelangrijke externe factor in deze fascinerende karakterstudie, die op een originele manier de pijn en onzekerheden van het volwassen worden toont.

Muziek / Achtergrond
special: Racoon lanceert cd vanuit de trein

In den lande

Oorspronkelijk wilden ze vanuit Goes naar Utrecht reizen. Dat werd al snel vanuit Haarlem, maar uiteindelijk werd het een korte trip van Amsterdam Centraal naar Utrecht Centraal. En achteraf zijn de bandleden van Racoon daar erg blij mee. Zo’n cd-promotie in een treinstel is niet de meest comfortabele manier om je nieuwe cd aan de man te brengen. Maar misschien wel een van de leukste.

Racoon had de nieuwe cd afgerond en wilde dat vrijdag 29 februari kenbaar maken aan het Nederlandse publiek. De band had bedacht dat het misschien leuk zou zijn om hun nieuwe schijfje, genaamd Before You Leave, onder de aandacht te brengen op enkele stations in ons land en in de trein. Dus benaderden ze de NS voor een kleine promotour van Goes naar Utrecht. Dat werd helaas wat lastig en uiteindelijk werd het een korte trip van Amsterdam Centraal naar Utrecht Centraal.

Before

~

In de HiSpeed Lounge op Amsterdam Centraal werd afgetrapt met een kort optreden voor vips, waaronder de winnaars van een Radio 3FM-prijsvraag. In de hippe lounge kon genoten worden van een koud drankje en een intiem optreden. Daarnaast was er nog wat tijd om even met de bandleden te praten en wat persoonlijke zaken te weten te komen over zanger Bart van der Weide. Want welke fan wist dat Bart een blikje Red Bull vindt stinken; alsof ‘je met de trein langs een weiland rijdt waarin net een koe staat te schijten’? Dat zijn toch de betere wetenswaardigheden.

Na deze informatieve opsteker, een paar nummers van het nieuwe album en – voor de fans die graag een bekend geluid horen – nog wat bekend werk zoals Brother en Love You More is het tijd om de trein richting Utrecht te gaan halen. Rustig begeven de bandleden en de fans zich naar het juiste perron. Niemand is bang te laat te komen. Hooguit vreest men dat de trein er te laat zal zijn. Maar de NS hebben hun materieel onder controle en laten het blauw-gele vervoermiddel mooi op tijd arriveren.

We

~

Dit is meteen het moment dat duidelijk wordt dat het niet zo erg is dat het oorspronkelijke plan van een trip van Goes naar Utrecht niet door kon gaan. Met zo’n vijf camera’s, diverse microfoons, een handjevol fotografen én een kleine dertigtal fans wordt het opeens wel héél krap in zo’n coupé. Voor de band zelf valt het nog wel mee (hoewel alle vier de leden wel een keer hun hoofd hebben gestoten tijdens de rit), maar vooral de fotografen moeten afzien. Staand op banken (gelukkig was er geen conducteur in de buurt), over elkaar heen hangend en graaiend naar steun bij onverwachte bewegingen doen zij hun best een leuk plaatje te schieten van het akoestisch optreden in de trein.

~

Iedereen is blij als we station Utrecht Centraal binnenrollen en we ons weer uit die blauw-gele banaan kunnen wurmen. Eindelijk frisse lucht! Hoe knus zo’n optreden in de trein ook is, na verloop van tijd gaat het onder andermans zwetende oksel hangen toch tegenstaan en smacht je zelfs naar de frisse boerenlucht van een Red Bull. Maar de geuren van het Utrechts Centraal Station voldoen ook prima.

Leave

Op Utrecht Centraal is een podium in gereedheid gebracht en staan bij aankomst van Racoon de eerste fans al te wachten. De aantallen zijn nog niet spectaculair, maar al snel groeit het aantal toeschouwers. Tegen de tijd dat Racoon begint te spelen staat er al een behoorlijk aantal nieuwsgierige en enthousiaste luisteraars voor het podium. Na de warme trein is de tochtige stationshal wel even wennen. Maar met hun jasjes nog aan is dat voor de vier bandleden geen enkel probleem.

~

En net als in Amsterdam en in de trein gaan ze vrolijk met hun losse Zeeuwse inslag aan het werk met het repertoire en het publiek. Als er iets is dat deze band nóg populairder kan maken dan is het wel hun frisse en vrolijke manier van doen. Deze mannen hebben lol met elkaar, met het publiek en zeker met hun muziek. En dat stralen ze uit. Daar doe je als fotograaf dan ook graag verslag van. En als je er dan ook nog eens leuke muziek bij te horen krijgt, is het helemaal een geslaagd geheel.

Als je wilt weten of de muziek van de nieuwe cd net zo leuk is als de droge Zeeuwse humor die de band hanteert kun je even op hun site naar wat fragmenten luisteren. Of je koopt natuurlijk gewoon de cd. Op elk groter station zit wel een platenzaak die het nieuwe Racoon-album te koop aanbiedt.

 

 

Kunst / Expo binnenland

Gekleurde luchten en Van Gogh-boompjes

recensie: Jeroen Krabbé, Schilder - een retrospectieve

Als iets duidelijk werd tijdens de feestelijke opening van de overzichtstentoonstelling van Jeroen Krabbé, dan was het wel dat Zwolle druk bezig is zichzelf op de culturele kaart van Nederland te zetten. Tijdens de openingstoespraken van de gedeputeerde van de provincie en de burgemeester van Zwolle werd er nauwelijks een woord aan Krabbé gewijd. De burgemeester profileerde voornamelijk zijn ‘Chicago aan de IJssel’.

Met de tentoonstelling over Krabbé draagt museum De Fundatie hier een aardig steentje aan bij. Het is niet onwaarschijnlijk dat een dergelijke expositie over ’s lands bekendste schilderende regisseur een groot aantal bezoekers naar de hoofdstad van Overijssel zal trekken. Voor Krabbé is het de kans zich eens van een andere kant te laten zien. “Ik kwam wel eens op de set met handen vol verf, daar keken ze wel van op.”

Voorjaar II (Dalfsen), 2007
Voorjaar II (Dalfsen), 2007

De komst van Krabbé naar Zwolle is eigenlijk toeval. Directeur Ralph Keuning -pas kort daarvoor aangetreden- bladerde vorig jaar door een catalogus van Krabbés werk in de museumwinkel. Zijn interesse was gewekt en toen Krabbé ook nog wel eens in de buurt van Zwolle bleek te verblijven ontstond het idee voor een expositie. Na een telefoontje bleek Krabbé daar zelf ook wel oren naar te hebben. Deze overzichtstentoonstelling brengt nu voor het eerst een groot aantal werken -zo’n 250 in totaal- bij elkaar afkomstig uit binnen- en buitenlandse collecties en de verzameling van Krabbé zelf.

Wie van de drie

Op de tentoonstelling zijn vooral veel landschappen te zien. Zoals Palmen in Suriname, een landschap in Suriname dat Krabbé eens bezocht. Het is één van de beste schilderijen die in Zwolle hangt en laat zien dat Krabbé een sterk gevoel voor kleur heeft. Zijn composities zijn echter niet altijd interessant. Bij het palmenlandschap zijn de vlakken strak naast elkaar gezet wat een mooi resultaat geeft. In andere werken breekt hij het vlak teveel op zodat het landschap een bonte lappendeken wordt. Ook is Krabbé soms geneigd tot het toevoegen van teveel details zoals boompjes, zonnetjes en huisjes.

Bij Cairanne (Provence), 2007
Bij Cairanne (Provence), 2007

Een ander zwak punt van Krabbé werk is zijn verering van de schilders van het Zuid-Franse landschap. Krabbé heeft er nooit een groot geheim van gemaakt dat zijn helden Van Gogh, Matisse, Bonnard, Gauguin en Cézanne zijn, maar soms lijkt hij zelfs hele elementen uit hun repertoire over te nemen. Zo zie je in Krabbés schilderijen hier en daar de boompjes van Van Gogh of herken je de geabstraheerde zuidelijke vlaktes in de stijl van Cézanne. Als toeschouwer is het soms slechts raden welk idool van Krabbé je nu weer voor je hebt.

Schilder van het Geluk

Krabbé kent dus zijn ‘klassiekers’ en pretendeert ook niet vernieuwend te zijn. Het is hem niet zozeer aan te rekenen dat hij deze meesters zo bewondert en zelfs niet dat hij niet meer wil zijn dan ‘de schilder van het geluk’, hoe cliché dat ook mag klinken. Wel is het jammer dat hij aan veel van zijn schilderijen zo weinig van zichzelf heeft toegevoegd.

Als schilder beschikt Krabbé over een uitstekend gevoel voor kleur, maar het zou om te beginnen geen slecht idee zijn als hij bij het schilderen van die exotische landschappen zijn Van Gogh-bril eens zou afzetten.

Film / Films

Special editions

recensie: Death Proof // The Bourne Ultimatum // Rescue Dawn // Pan's Labyrinth

In Nederland is het altijd maar weer afwachten of je waar voor je geld krijgt als je flink in de buidel tast voor een zogenaamde special edition. Soms krijg je een luxe prachtversie met het meest uitvoerige extra materiaal, soms word je afgescheept met de schijn van interessante toevoegingen. In dit artikel een paar recente voorbeelden van hoe het wel en niet moet.

Death Proof

(Quentin Tarantino, 2007 • A-Film)

~

Voor de Europese bioscooprelease werden de twee ‘Grindhouse‘-films, Death Proof en Planet Terror, los van elkaar uitgebracht. Ook op dvd is Death Proof nu individueel verschenen, in een ‘2 disc special edition’ maar liefst. Deze veelbelovend klinkende uitgave is een grote teleurstelling. De extra’s zijn voornamelijk gericht op de spectaculaire stunts met de bekende Dodge-auto’s, wat natuurlijk een belangrijk element in deze film is, maar veel verder dan het eindeloze gezever van Tarantino zelf komt het niet. In de overige extra’s worden er op een ‘ouwe jongens krentenbrood’-manier pluimen uitgedeeld aan alle leden van de crew, die het allemaal natuurlijk fantastisch hebben gedaan. Sterker nog, de hele uitgave lijkt in dienst te staan van de promotie van Tarantino’s vriendjes, zoals regisseur Eli Roth en stuntvrouw Zoe Bell. Deze laatste heeft niet alleen een eigen item, maar er staat ook nog een trailer van Double Dare, een documentaire over Bell, op het schijfje. Een welkome extra op deze uitgave waren de neptrailers geweest die wij in de bioscoop hebben moeten missen. In plaats daarvan is ervoor gekozen om de winnaar van A-Films neptrailer-wedstrijd, Nailed by Nikita, op de dvd te zetten. Na twee disks blijft er niet veel meer over dan teleurstelling. Bij zo’n ludiek project had zeker wel wat beters verzonnen kunnen worden dan een postergalerij en een jukebox van de muziek uit de film. Hopelijk zal de uitgave van Planet Terror ons meer te bieden hebben. (Anouk Werensteijn)

Lees hier een uitgebreide recensie van deze film.

The Bourne Ultimatum

(Paul Greengrass, 2007 • Universal)

~

“Een van cruciale elementen in het succes van de Bourne-franchise is dat het niet alleen maar om actie en spierkracht gaat, maar dat er altijd een coole, slimme factor in de kern van de verhalen zit”, aldus regisseur Paul Greengrass op het audiocommentaar van de dvd van The Bourne Ultimatum. Op de extra’s zie je die twee elementen ook terugkomen, hoewel bij de meeste de nadruk ligt op de actiescènes. Zo zien we de hele filmkaravaan aan het werk in diverse steden, blijkt Matt Damon aardig te kunnen stunten met een auto, en krijgen we een blik achter de schermen van de vechtscènes en (auto)achtervolgingen. Ook zijn er een aantal verwijderde scènes te zien die jammer genoeg niet voorzien zijn van audiocommentaar. Dieper gaat het audiocommentaar van Greengrass, waarin duidelijk wordt dat hij de film ook als een manier ziet om commentaar te leveren op de wereld waarin we leven. Zo tapt het verhaal duidelijk in op de angst voor wat regeringen allemaal in het geheim doen en blijken Londen, Madrid en New York niet zo maar als locatie uitgezocht te zijn. Er werd bewust voor deze steden gekozen omdat juist zij in aanraking zijn gekomen met angst en paranoia, en dat is precies waar de Bourne-films over gaan. Bovendien laat Greengrass weten dat hij zich liet inspireren door films uit de jaren zeventig als All the President’s Men en The French Connection. Al met al een prima uitgave van een enerverende film die bij herhaald kijken niets aan kracht inboet. (Marcel Westhoff)

Lees hier een uitgebreide recensie van deze film.

Rescue Dawn

(Werner Herzog, 2006 • Dutch Film Works)

~

Herzogs versie van het relaas van de luchtmachtpiloot Dieter Dengler, die tijdens de Vietnamoorlog in Laos neerstortte, trekt zich voor een groot deel weinig aan van de wetten van het genre ‘waargebeurd verhaal’. Een briljante Christian Bale presenteert Dengler als een pure naivist: iemand die met zo’n grote vanzelfsprekendheid weigert te vertwijfelen en op te geven, dat zijn drieste optimisme uiteindelijk zijn redding betekent. Bales rol is bijna een parodie, die deze plotloze film een bijzondere kracht meegeeft. De zwakste schakel is het slotakkoord: een plat sentimentele viering van Dengler als held, inclusief strijkersscore en uitzoomende camera. De ogenschijnlijk luxe uitgave van Dutch Film Works is een ware aanfluiting. De ‘extra’s’ (lees: promotiefilmpjes) zijn over twee schijven uitgesmeerd en in een metalen hoesje gestoken om te verhullen dat ze even gering als inhoudsloos zijn. De Amerikaanse versie staat gewoon op één schijf en bevat onder meer audiocommentaar van Herzog. Gelukkig is er een goedkopere kale editie beschikbaar. (Paul Caspers)

Lees hier een uitgebreide recensie van deze film.

Pan’s Labyrinth

(Guillermo del Toro, 2006 • Paradiso)

~

Del Toro’s fenomenaal gerealiseerde sprookje is een voor de hand liggende kanshebber voor een uitvoerige dvd-editie, maar deze uitgave overtreft de verwachtingen. Er wordt namelijk net zo uitgebreid ingegaan op de technische aspecten als op de inhoudelijke. Er is een bonusschijf vol minidocumentaires die voornamelijk over de weelderige productie gaan, maar ook hier krijgen we het een en ander te weten over Del Toro’s geestelijke in- en aspiraties bij het maken van de film. De meest waardevolle toevoeging is echter Del Toro’s audiocommentaar. Onophoudelijk orakelend vertelt hij over shots, scènes, de verschillende delen en de film in het algemeen, daarbij moeiteloos laverend tussen technische en inhoudelijke toelichting. Een uitmuntende editie: zo kan het dus ook. (Paul Caspers)

Lees hier een uitgebreide recensie van deze film.

Muziek / Album

Racoonformule nog lang niet uitgewerkt

recensie: Racoon - Before You Leave

Het zijn de ronddartelende gitaartokkels. Het is dat donkere drum- en basgeluid dat je eerder bij een rockband zou verwachten, maar dat daardoor toch ook veel van het geluid van deze groep bepaalt. Het is die mannelijke nachtegaalstem met dat flintertje Iers accent. En tegenwoordig perfectioneert de mondharmonica het totaalplaatje van de songs nog wat vaker. Racoon, kortom, is terug. Met hoogstaande liedjes die heel duidelijk laten horen dat de formule nog lang niet uitgewerkt is.

Al is er dit keer iets wezenlijks veranderd. Dit is niet meer een band die zoekende is naar een geluid, naar een muzikale formule. Dit is een band die inmiddels verdomd goed weet wat ze het beste kunnen en van dat gegeven voor het eerst ook écht gebruik maakt. Het zijn de rustige, akoestische nummers die namelijk domineren. “Er komt zelfs geen elektrische gitaar bij kijken”, vertelt gitarist Dennis Huige. Er lijkt daardoor op Before You Leave veel meer gewerkt te zijn aan de composities. Racoon heeft nog meer diepgang gekregen. Meer diepgang in teksten schrijven, in koortjes verzinnen, in gitaarpartijen zeer genuanceerd dubbelen, in solopartijen her en der op Thielemansiaanse wijze invullen.

Ambachtelijk songschrijverschap

~


In 2000 kreeg ik als stagiair bij muziektijdschrift OOR de opdracht een nieuw Nederlands bandje te interviewen. Ter voorbereiding had ik dagenlang de promo van hun te gekke debuutalbum in mijn discman. Ik toog uiteindelijk naar het Utrechtse studentenhuis waar twee van de vier leden praktisch naast elkaar woonden. Zanger Bart van der Weide en Dennis Huige spraken buitengewoon spontaan over hun aanstaande muzikale avontuur met drummer Paul Bukkens en bassist Stefan de Kroon.

Hun ambachtelijk songschrijverschap gecombineerd met een tomeloos enthousiasme zorgde terecht voor het gewenste succes. En feitelijk is er na 8 jaar nog helemaal niets veranderd. Die gasten zijn niets veranderd, al weten ze nu beter waar hun krachten liggen. Till Monkeys Fly was een album waar speelvreugde vanaf spatte, en op Here We Go, Stereo! werd de experimentele kant van het songschrijven verkend. Another Day werd een regelrecht commercieel succes. Dit omdat ze hun geluid gevonden hadden. Op het vierde album wordt die commerciële kant van het voorgaande album volkomen uitgebuit. Met hun positieve, spontane vibe van weleer. Het vierde album laat horen dat Racoon tegenwoordig nóg meer thuishoort in de theaters. Na alle festivaloptredens gaan ze in de herfst en winter wederom uitgebreid het theater in. Zodat de nummers zeker nóg meer diepgang krijgen. Want eerlijk gezegd komt de Racoonformule in die theaters pas echt perfect tot haar recht.

Zuivere keuze

~


Bij veel bands zou je wel eens kunnen denken dat dergelijke ‘strategieën’ enkel voortvloeien uit het gegeven ‘geld verdienen’. Maar bij Racoon blijft het steevast een heel zuivere keuze. Een keuze die je als het ware voelt als je hun muziek luistert. Dit is de muziek die deze band op dit moment daadwerkelijk wil maken. Nog immer op dezelfde wijze die deze band omstreeks 1999, 2000 al aanhing. Met nog immer als resultaat: liedjes van hoogstaand niveau.

Hun nieuwe single en geheide (!) hit Lucky All My Life met een schitterende zanglijn en tweede stem, maar ook het venijnige Start a War, het prachtig verhalende Clean Again, het lieve Mrs. Angel, het trieste Before You Leave en het sympathieke My Town. Het zijn allemaal nummers die aangeven dat succesvolle Racoonformule nog lang niet is uitgewerkt.

Theater / Voorstelling

Justus for all, all for Justus

recensie: De Brakke Zondag - Justus for all, all for Justus

.

In de voorstellingen gebruiken de makers sketches, muziek, interviews en debatten om een interactie met het publiek te bewerkstelligen die vrij uniek is in het Nederlandse theater. De voorstellingen zijn bovendien eenmalig, wat de spontaniteit van de acteurs zeer ten goede komt. De Brakke Zondag van deze maand richtte zich op het thema ‘verkiezingsstrijd’. Onder de titel “Justus for all, all for Justus” werd geprobeerd om de acteur Justus van Oel om te toveren tot de ideale lijsttrekker.

Justus for all

~

De voorstelling opende met een toespraak door Justus van Oel in de rol van Nederlandse politicus op zoek naar verkiezingswinst. Zijn optreden werd vervolgens kritisch beoordeeld door een panel van politiek deskundigen, waarbij geleidelijk heel wat vragen over de maakbaarheid van politiek succes aan de orde kwamen. Van Oel kreeg, bijgestaan door zijn collega’s en het publiek, nog een aantal kansen om zijn performance te verbeteren om de show te laten eindigen in een heuse verkiezingszege.

De voorstelling werd verschillende malen onderbroken door korte sketches, muziek en om de ter plekke door Milo ( De Groene Amsterdammer) getekende cartoons te tonen. Het team van de Brakke Zondag speelt hiermee in op het succes van populaire televisieprogramma’s en neemt tegelijkertijd de overheersing van de visuele media onder de loep. Zo wordt het bijvoorbeeld maar al te duidelijk dat de moderne politicus zich niet te veel hoeft bezig te houden met de inhoud van zijn verkiezingsprogramma, maar zich vooral moet bekommeren om hoe hij er op de televisie uit zal zien.

Barack Obama

~

De mix van theater en debat, van fictie en journalistiek, blijkt erg geschikt om de aandacht van het publiek vast te houden. Het publiek ervaart als het ware hoe een verkiezingscampagne zich afspeelt. Het commentaar van het panel van deskundigen, waaronder Erik van Bruggen (BKB, campagne Wouter Bos), Toof Hermans (Chef politiek 24 online) en Elma Verhey (oud hoofdredacteur Tribune), geeft het publiek een kijkje in de wereld achter de schermen van de politiek, waar met bewondering wordt opgekeken naar het succes van Barack Obama.

Verkiezingscampagnes worden niet gewonnen door degene met de beste ideeën, maar door degene met de beste performance, zo is de boodschap van het panel. “De nieuwe Nederlander woont in Nieuwegein“, dus dat wordt dan ook de stad waar Justus de politicus vandaan komt. Het ligt er misschien een beetje dik op, maar vermakelijk is het zeker.

De volgende Brakke Zondag is op 30 maart 2008.

Kunst / Expo binnenland

Mystiek in Drenthe

recensie: Go China! Het Terracotta Leger van Xi'an

Voor Chinese kunst en cultuur moet je dit jaar in Noord-Nederland zijn. Het Groninger Museum en het Drents Museum organiseren samen tot 23 november een hele reeks tentoonstellingen en activiteiten over China onder de noemer Go China! Assen-Groningen. De soldaten van het beroemde Terracotta Leger in Assen worden zonder twijfel de grote publiekstrekker. En inderdaad: oog in oog met deze manshoge beelden is de mystiek van het tweeëntwintig eeuwen in het keizerlijke grafcomplex op wacht staan voelbaar.

Het olympische goud is al binnengehaald, vindt het trotse Drents Museum: na vier jaar onderhandelen staan hier, voor het eerst in Nederland, veertien beelden van het beroemde Terracotta Leger uit Xi’an. De keuze voor de keizerlijke grafcultuur als invalshoek geeft een aardig inkijkje in de Chinese samenleving ten tijde van de Qin- en Hankeizers (van 221 voor Chr. tot 220 na Chr.). Samen met miniatuurbeelden uit een ander keizerlijk mausoleum en grafgiften uit dezelfde periode vormen de terracotta beelden op deze manier een intrigerende en intieme expositie.

PR-middel

Voor het museum in Assen, gevestigd in het fraaie, voormalige provinciehuis, staan sinds de opening van de expositie lange rijen bezoekers. Het terracotta leger is dan ook een sterk merk. China zet dit bijzondere erfgoed welbewust als PR-middel in om miljoenen bezoekers te trekken, zoals op dit moment in het British Museum in Londen. Bijzondere verhalen moeten het erfgoed extra aantrekkelijk maken. Mijn gids bij de expositie, de sinologe dr. Lucien van Valen, zet bijvoorbeeld vraagtekens bij het romantische verhaal dat het ondergrondse leger in 1974 voor het eerst ontdekt is door een paar boeren die een waterput wilden slaan. “De omwonenden hadden allang koppen van soldaten als decoratie in huis staan,” vertelt de Leidse sinologe die gespecialiseerd is in Chinese wandschilderingen en verfstoffen. Ze is als onderzoeker betrokken bij opgravingen in het gebied rond de stad Xi’an waar het wemelt van de oude grafheuvels.

Mythe

Het enorme grafcomplex van de eerste keizer, Qin Shi Huangdi, bestaat uit een compleet ondergronds ‘paleis’ waaromheen legereenheden staan opgesteld. Het mocht hem in het hiernamaals nergens aan ontbreken. De legereenheden bestaan uit terracotta beelden, want het gebruik om (menselijke) dienaren te offeren voor zijn graf was al een paar eeuwen ervoor vervangen door het toepassen van beelden, gemaakt van klei. “Men besefte dat het offeren nuttige arbeidskrachten kostte,” vertelt Van Valen. Van de circa zevenduizend terracotta soldaten is pas een duizendtal opgegraven en gerestaureerd.

boogschutter
terracotta knielende boogschutter (Qin-dynastie, 221-206 vC) uit Museum van het Terracotta Leger, Xi’an

Ook de graftombe zelf is nog dicht. “Dat komt door angst, overgeleverd door de mythe rond het graf dat tegen indringers zou zijn beschermd. Maar ook door een heel praktische reden: we missen nog de volledige kennis om de beelden rondom de tombe, die allemaal beschilderd zijn, goed te conserveren. Zodra ze tevoorschijn komen, bleef de verf aan de grond kleven. De beelden die kort na 1974 waren opgegraven en hersteld zijn nu al weer aan restauratie toe.”

Beschilderd

De ingang van de zaal met de beelden geeft via een loopbrug een mooi uitzicht op de beeldengroep eronder. Beneden, oog in oog met de soldaten, ambtenaren en een paard, valt pas op hoe groot de meeste zijn: meer dan 1.80 meter, want voor het leger werden de langste mannen geselecteerd. Ze hebben elk hun eigen gezichtstrekken en houding, en ook de rangen, uniformen en (inmiddels verdwenen) wapens zijn aan de werkelijkheid ontleend. Alle beelden zijn in diverse standaardonderdelen in mallen gegoten en daarna handmatig samengevoegd en individueel afgewerkt.

De verstilde kleuren van het oppervlak dragen bij aan de mystieke historische uitstraling, de zichtbare reconstructies (geen enkel beeld is heel teruggevonden) storen hierbij niet. De verflaag is bijna overal verdwenen, en gelukkig maar, ben je geneigd te denken als je later twee bont beschilderde imitatiebeelden als voorbeeld ziet. Deze doen toch wat kitcherig aan.

Varkens

Bijzonder is volgens Van Valen de aanwezigheid van een acrobaat in de beeldengroep, dit is een weinig voorkomend beeld dat vanwege de kwetsbaarheid zelden naar het buitenland mag. Zeldzame stukken zijn ook de bronzen zwaan en kraanvogel, compleet en levensechte sculpturen uit een offerkuil van het grafcomplex van de keizer. Ze behoren tot het eerste deel van de expositie, waar gouden, jaden en bronzen grafgiften uit de Qin- en daaropvolgende Hanperiode worden getoond. Ze zijn de moeite waard. Helaas geeft de beperkte ruimte eromheen veel gedrang op drukke dagen. Van Dalen wijst op het bronzen gewicht met een gegraveerd edict erop. Het is een typerend stuk voor de eerste keizer, want hij wist de eenheden van gewicht, lengte en volume in zijn enorme rijk te standaardiseren, evenals het betaalmiddel (bronzen munten).

bronzen zwaan, Qin-dynastie (221-206 vC), museum van het Terracotta Leger, Xi’an
bronzen zwaan, Qin-dynastie (221-206 vC), museum van het Terracotta Leger, Xi’an

Het derde deel van de expositie laat, als tegenhanger van de beroemde beelden, series kleine terracotta beelden zien. Dit zijn opgravingen uit de grafcomplexen van de Handynastie. Deze periode wordt gezien als dé klassieke periode van het oude China. De miniatuursoldaten zijn nog gedeeltelijk beschilderd, maar de houten paarden waar zij opzaten en de zijden kleding zijn vergaan. Aandoenlijk is de veestapel in miniatuur. Het lijken speelgoedkippen en -varkens maar ook zij dienden de keizer in het dodenrijk.

Wie de verzorgde expositie bezoekt, moet niet nalaten meteen het Groninger Museum mee te pikken (of andersom). Het project Go China! omvat interessante tentoonstellingen, en er is veel energie gestoken in het begeleidende activiteitenprogramma gedurende 2008. De beelden verhuizen na augustus naar museum Maaseik in het Belgische Maaseik, een partner van het Drents Museum.