Boeken / Non-fictie

Hoe een boek zijn tijd ver vooruit is

recensie: Olga Mecking – Niksen. De Dutch Art of Luieren

Het boek Niksen. De Dutch Art of Luieren van Olga Mecking verschijnt in een bijzondere tijd. De Corona-maatregelen beperken ons in ons doen en laten zowel binnen- als buitenshuis, in het werk en in onze vrije tijd. Een boek als Niksen lijkt als geroepen te komen, toch stond de uitgave al lange tijd gepland. Maar als je de wind mee wilt hebben is deze wind wel heel bijzonder.

De Poolse journaliste en auteur Olga Mecking woont al een decennium in Nederland. Met een artikel dat ze schreef voor The New York Times ontstond het idee om dit boek te schrijven. Wij als Nederlanders zullen denken bij het woord “niksen”: dat is voor nietsnutten, zoals onze grootouders het misschien zouden zeggen. Mecking laat er in haar boek een ander licht over schijnen. De kern van wat “niksen” is, is dat je je (moderne) hersenen rust geeft, als het ware adem laat halen.

Niksen is toch eenvoudig?

Mecking geeft in haar boek langzaam maar zeker inzicht in wat niksen is. Je denkt misschien dat je al wel weet wat niksen is, maar pas tegen het einde van het boek ontdek je de echte betekenis. Het is echter veel belangrijker om te leren wat niksen je kan brengen. Tegen de stroom van wellness-trends in, vraagt Mecking ons niksen niet onder een nieuwe trend te scharen, maar open te staan voor een kunst die ons veel kan brengen.

Om echt te begrijpen wat niksen is, is het belangrijk om ook uit te leggen wat niet onder niksen valt. Bij lezing wordt namelijk langzaam maar zeker duidelijk dat veel zaken die we zomaar onder nietsdoen scharen helemaal niet onder “niksen” vallen. Een voorbeeld is achteloos scrollen door Facebook. Dat scrollen vraagt meer van onze geest dan we denken. We zijn op heel veel manieren met ons brein bezig, waardoor we niet echt rust geven aan onze moderne hersenen. De spiegel die Mecking ons in dat opzicht voorhoudt, is voer voor psychologen die zich in steeds toenemende mate moeten bekommeren om ons geestelijk welzijn. Burnout-, depressie- en stressklachten komen meer voor dan ooit. Maar tegen deze klachten is er niet één medicijn en niksen is zeker niet geschikt voor iedereen volgens Mecking. Het is geen universeel toepasbare manier van handelen. Al klinkt dat laatste natuurlijk wel heel tegenstrijdig als we spreken over niksen dat toch iets is dat iedereen zou kunnen behagen.

Meer dan niksen

In het boek geeft Mecking, naast uitleg over niksen, ook een inkijkje in het verschil tussen Nederlanders en bijvoorbeeld Polen. Wat wij als doodnormaal ervaren is voor een buitenlander die in ons land komt wonen bijzonder. Volgens Mecking is het echter goed om dat bij de uitleg over niksen te betrekken, om te beseffen wat niksen echt is. Vooral omdat Nederlanders er van nature beter in zullen of kunnen zijn. Ons land kent gewoontes die het niksen gemakkelijker maken.

Zo houden wij Nederlanders van gezelligheid. Alleen al het woord komt in veel talen niet voor zoals wij dat bedoelen. Dat wil niet zeggen dat wij het van nature allemaal zouden kunnen. Reden daarvoor is dat we de kunst van het niksen door invloeden van buitenaf zo langzamerhand verleerd zijn. Die invloeden van buitenaf zijn bijvoorbeeld de enorme druk op presteren in het werk, ook als we niet echt aan het werk zijn, waardoor de grenzen vervagen tussen werk en privé. De druk die nu rust op de schouders van iedereen in onze moderne maatschappij is heel hoog, waardoor niksen weer aangeleerd zou moeten worden.

Wie zich wil openstellen voor meer rust in zijn of haar leven is het boek Niksen. De Dutch Art of Luieren een aanrader. Voor iedereen die op zoek is naar meer creativiteit is deze kunst zeker een aanwinst. Wie gewoon nieuwsgierig is hoe iemand, die van origine van buiten ons land komt, tegen Nederland aankijkt is dit boek fijn om vele uren leesgenot te beleven en daarbij wat bijzondere vaardigheden op te doen in het niksen.

Muziek / Album

Eindelijk groots verschijnen

recensie: Into The Open – Destination Eternity

Het is mooi als een nieuwe uitdaging ook een oude liefde doet opbloeien. Dit overkomt Jan Willem Ketelaars, die nu de wind in de zeilen heeft om een album dat al een tijd ‘op de plank’ lag het levenslicht te laten zien. Destination Eternity is te goed om verborgen te blijven.

Jan Willem Ketelaars trad vorig jaar toe tot Knight Area. Met het geweldige album D-Day scoorden ze de terechte aandacht van de muziekpers. Als nieuwe zanger van de band gaf hij de band de kracht voor een volgende stap. De wat krachtigere stem van Ketelaars geeft Knight Area een nieuwe impuls in de groei van de band.

Van Knight Area naar Into The Open

Door de stap naar Knight Area ontstond voor Jan Willem Ketelaars de mogelijkheid om een album, dat al een tijdje op de plank lag, het levenslicht te laten zien. Ketelaars speelde in het verleden met Ayreon en Robby Valentine. Dat Ketelaars zijn roots niet verloochent is op Destination Eternity duidelijk te horen. Als we ons concentreren op de muzikale beleving dan horen we de volgende prachtige elementen langskomen op dit fijne album: ‘Half Song’ is een bijzondere ballad, een rustpunt in het album dat opvalt door een zinnetje “—Time to Say Goodbye —-” dat net zo makkelijk de titel van het lied had kunnen zijn.

Het daaropvolgende ‘Judgement Day’ opent een tikje klassiek en de dramatiek klinkt al vanuit het intro van de compositie om zich langzaam te ontvouwen als een openende bloem. Het drama wordt ondersteund door dissonanten en een sterke opbouw voordat de zang start. Na deze stevige track volgt een compositie die voelt als een nieuwe lente. ‘Nostalgia’ laat de donkere wolken verdwijnen om in ‘Once’ de nieuwe hoop te laten groeien. In ‘Ride the Wind’ horen we een duet van Ketelaars met Maria Catharina, dat aanvoelt als een bijzonder liedje dat wel eens als troetelkind van het album zou kunnen dienen. De melodie zit vol met fijne spanningsbogen in het toetsenwerk. De zanglijnen kruisen elkaar geregeld en de dialoog tussen de zangers maakt het tot een heel fijn lied dat zelfs een mooi staand slot heeft.

Conceptalbum ontvouwt zich

Het album is een conceptalbum dat tekstueel een sterke verbondenheid heeft met het leven van Jezus uit Het Nieuwe Testament. Maar Ketelaars verwoordt het zelf anders: “Het verhaal gaat over een ziel, die levenslessen moet leren in een aardse gedaante om in de zielenwereld te komen. Zodra de ziel als mens goed geleefd heeft, hoeft de ziel niet meer terug te keren in een aards leven en doorloopt het de fasen naar Destination Eternity als het ware. Ik heb het verhaal al lang geleden geschreven en ik ben daarbij geïnspireerd door de kijk op het leven en de dood.”

Wie niet alle teksten tot zich neemt zal dit niet heel snel ontdekken. Wie het album niet als de Spotify-generatie per nummer af en toe consumeert maar in zijn geheel beluistert, neemt het verhaal waar en zal tevens de volledige schoonheid aan zich laten ontvouwen. Je voelt de worsteling in de muziek die het verhaal in zich herbergt. Als je niet kerkelijk of gelovig bent kun je dit verhaal ook prima anders projecteren en blijft er nog steeds een fijn stuk spannende muziek te beleven.

Muzikaal is het album Destinination Eternity helemaal in de traditie van de hedendaagse progrock. Fijne gitaar, toetsenwerk, power drumwerk ondersteund door basgitaar en zanglijnen die de oren strelen. Compositorisch heeft Into The Open de inspiratie omgezet in sterk liedjesmateriaal dat het talent van de leden laat spreken.

 

Boeken / Non-fictie

Joy sparkt niet op kantoor

recensie: Marie Kondo & Scott Sonenshein - Opgeruimd! Op het werk

Nu de opruimtechnieken van Marie Kondo zijn doorgedrongen tot menig keukenkastje en sokkenlade, moest het Japanse opruimfenomeen op zoek naar onontgonnen gebied. Ze vond dit op de werkvloer (lees: op kantoor).

Meer dan twee miljoen Nederlanders brachten tot voor kort een groot deel van hun tijd door op kantoor. Geen wonder dus dat Kondo zich in haar nieuwe publicatie op de kantoorklerken richt. Zoals we gewend zijn van Kondo, werken haar methodes aanstekelijk omdat ze simpel en effectief zijn. Papier? Kan weg! Klinkt rigoureus, maar ze heeft een punt: wat heb je aan bergen papier die stof liggen te happen? De meeste documenten heb je ook digitaal en eventueel kan je belangrijke papieren inscannen. De gruwel van Kondo is natuurlijk de Belastingdienst, die een papieren administratie tot zeven jaar terug eist. Godzijdank bestaan er archiefkasten, waarin het noodzakelijk kwaad tenminste rechtop geordend kan worden.

Uit de flow

Voor Opgeruimd! Op het werk nam Kondo businessprofessor Scott Sonenshein in de arm en schreven ze respectievelijk vier en zeven hoofdstukken. Waar Kondo zich richt op het zichtbare deel van de werkplek, richt Sohenshein zich op de minder tastbare zaken als agendabeheer en het opschonen van social media. Ieder hoofdstuk is aangevuld met een tekstkader van de andere auteur. Ronduit overbodig, want Kondo en Sohenshein spreken elkaar nimmer tegen.

De opruimflow die uitgaat van Kondo’s hoofdstukken verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer we aangekomen zijn bij de hoofdstukken van Sohensheins. Krampachtig probeert hij Kondo’s concrete opruimmethode toe te passen op werkprocessen, netwerken en vergaderingen. Hier komen nogal wat post-its bij kijken en met name de alom bekende vraag ‘of je er blij van wordt’. Een simplistische benadering als deze werkt prima voor het uitmesten van de kledingkast, maar vertaalt zich natuurlijk niet één-op-één naar de werkvloer. Komt het je werk ten goede om 80% van je contactpersonen op LinkedIn te verwijderen, simpelweg omdat je niet moet glimlachen wanneer je aan deze mensen denkt?

Kan korter

Net als 90% van alle zelfhulpboeken geldt ook voor dit boek: het kan korter! Kondo’s methode is krachtig in zijn eenvoud. Om er een boek mee vol te krijgen moet ze daarom veel lucht creëren door à la Monty Pythons Anne Elk vaak-aan-te-kondigen-dat-het-volgende-wat-ze-gaat-vertellen-dan-toch-echt-die-fantastische-techniek-is-die-ze-zichzelf-eigen-heeft-gemaakt-en-waar-ze-ook-al-zo-veel-anderen-mee-hielp-en-waar-ze-nu-jou,-beste-lezer,-dan-toch-echt-over-gaat-inlichten.
Mocht Kondo haar opruimwoede doorvoeren in haar teksten dan kon zeker de helft weg. Toch bevat Opgeruimd! Op het werk wel degelijk een aantal nuttige tips waar we zelfs in thuiswerktijden mee aan de slag kunnen. Dus pak die overstroomde mailbox aan, gooi die papierwinkel in de Kliko en laat de post-its in het ladeblok. Rechtop, in de bovenste la, niet meer dan vijf pakjes, de rest in de voorraadkast.

Muziek / Album

Vertrouwd geluid met nieuwe nuances

recensie: Laura Marling – Song For Our Daughter

Op zondag 17 mei zou Laura Marling voor een klein publiek optreden in het Zonnehuis in Amsterdam. Het concert is vanwege COVID-19 afgelast en kon helaas niet worden verplaatst. Het is dus wachten op de aankondiging van een nieuwe tour, maar tot die tijd is haar nieuwe soloalbum Song For Our Daughter thuis te beluisteren. Een album waarop Marling trouw blijft aan haar eigen stijl: gevlochten gitaarmelodieën, zachte strijkers en haar typisch nonchalant-breekbare stem.

Het openingsnummer ‘Alexandra’ is een thuiswedstrijd voor de Marling-luisteraar: akoestische gitaar, vertrouwd ritme en mijmeringen over de liefde van een vrouw. ‘Alexandra’ borduurt voort op het lied ‘Alexandra Leaving’ van Leonard Cohen. Marling toont haar literaire fijngevoeligheid niet alleen door te verwijzen naar andere songteksten, maar ook door zelf weinig woorden nodig te hebben om een scherp beeld neer te zetten. In ‘Held Down’ vertellen de openingszinnen genoeg: ‘I woke up, it was four in the morning, clear as all hell that you’d already gone’. Een snelle impressie van de achterblijver in de liefde: ondergeschikt, afhankelijk en held down.

‘Strange girl’ klinkt countryachtig met op de achtergrond rammelende percussie die, zoals ze zingt, ‘roll like a tidal wave’. Een opjagende techniek die Marling ook veel gebruikte op haar album Once I Was An Eagle. De gitaar is Marlings primaire instrument, waardoor het pianonummer ‘Blow By Blow’ op Song For Our Daughter opvalt. Een prachtig verstild lied waarop Marlings stem helder klinkt en af en toe opgaat in een sluierwolk aan strijkinstrumenten. Ook in het titelnummer ‘Song For Our Daughter’ klinken de strijkers hemels (‘a kiss from God’) en de tekst doet de vraag oprijzen wie de dochter in kwestie is: een verloren kind (‘there’s blood on the floor’), een geaborteerd kind (‘you moan childless loss’) of een toekomstig kind (‘lately I’ve been thinking about our daughter growing old’).

Vrouwelijkheid blijft, net als op haar vorige soloalbum Semper Femina, ook op dit album een belangrijk thema. Het nummer ‘Fortune’ vertelt het verhaal van een moeder die geld apart legt om van huis te kunnen vluchten. ‘Fortune can change’, zingt Marling gelaten en wanneer geluk verandert kun je je fortuin elders zoeken, ook als moeder. Alexandra, ‘strange girl’, de onbekende ‘daughter’ en de suggestie van een moeder op de vlucht passeren zo op Song For Our Daughter. De kwetsbaarheid overheerst dit keer, zeker in tegenstelling tot oudere nummers als ‘Master Hunter’ en ‘Devil’s Resting Place’ waarin de femme fatale domineerde.

Haar folksound heeft Marling niet losgelaten en is onder andere te horen in het nummer ‘Hope We Meet Again’. Ze zingt het met de intensiteit van iemand die volwassen en ervaren is geworden. Een zin als ‘I’ll find God in the strangest place’ tegen de achtergrond van een relatie die stopt (‘I tried to share the map with you, but you knew your way’) roept een subtiele tragiek op die typerend is voor Song for Our Daughter. Het is een nonchalant bezongen pijn die steeds iets dieper onder de huid kruipt, maar toch verrassend opgewekt eindigt met het nummer ‘For You’. Een fragiel liefdesliedje dat bijna als een lullaby klinkt, een wiegenlied, wat de luisteraar lijkt terug te brengen bij de dochterfiguur: ‘Now that I have you, I will not forget, what a miracle you are’.

Song For Our Daughter is een album waarop Laura Marling nieuwe nuances vindt binnen de grenzen van haar vertrouwde stijl. Ieder nummer neemt ze de luisteraar verder mee de diepte in en daarmee maakt ze opnieuw indruk.

Muziek / Album

Op Engelenvleugels

recensie: Lera Auerbach – 72 Angels

In Nederland wordt ze steeds bekender. Onder meer door verschillende uitvoeringen van 72 Angels, in splendor lucis door het Nederlands Kamerkoor en het Raschèr Saxofoonkwartet onder leiding van Peter Dijkstra. Dit werk staat ook op cd en moet nu even de leemte vullen in de concertloze coronatijd. We hebben het over de pianiste/componiste en, minder bekend ook schrijfster en beeldend kunstenaar,  Lera Auerbach (1973).

De omschrijving ‘dit werk’ is bewust gekozen. Want op het eerste gezicht zou je denken, dat het om 72 minicomposities van ruim een minuut gaat, die allemaal het karakter van een van de engelen verklanken. Maar de Russisch-Amerikaanse componist wil bewust spreken van een grote boog, als een intens gebed vol passie en hoop. Vooral wanneer de namen van die engelen nog een keer achterstevoren worden gezongen door de bas Gilad Nezer, die tevens chazzan is (voorzanger in een synagoge). Mooier kun je het niet hebben.

Geen ‘engelachtige’ muziek

De namen van de engelen die de tekst van het stuk vormen zijn ontleend aan het Bijbelboek Exodus 14:19-21 op de manier zoals ze in de Kabbala (joodse mystiek) voorkomen. 216 letters, telkens drie per engel wat dus uitkomt op 72. Wie nu denkt in ‘engelachtige’, halfzachte muziek te belanden, komt bedrogen uit of wacht een verrassing. Hoewel het stuk begint met een saxofoonsolo, een instrument dat soms wordt vereenzelvigd met (neo)spirituele muziek uit Rusland, Scandinavië of de Baltische staten, zet Auerbach de klank ervan heel anders in. Niet alleen melodisch, maar ook met gebruikmaking van tal van moderne technieken. Die diversiteit geldt ook voor de koorzang.

Wat ons verenigt

De overmatige secunde (een kleine toonafstand), diverse trillers of het aan de klezmer ontleende glijden van de ene naar de andere toon, zijn invloeden van joodse muziek die als een constante terugkomen in het saxofoon- en kooridioom. Toch moet je met dergelijke omschrijvingen oppassen, want er vallen ook gospelachtig zingende engelen te ontwaren. Net als een koraal à la Bach of andere stijlcitaten waarvan je als luisteraar denkt: ‘Hé, waar kén ik dit toch van?’ Dat kan allemaal kloppen, want Auerbach wil in haar muziek datgene uitdrukken wat ons verenigt en niet wat ons scheidt, over de tijd en verschillende geloofsuitingen heen. Zonder haar eigen joodse achtergrond te verloochenen.

Het moge duidelijk zijn dat zo’n omvangrijk, divers stuk veel van de uitvoerenden vergt. Zowel van de leden van het Nederlands Kamerkoor als het Raschèr Saxofoonkwartet. Het zal gezien hun status niet verbazen dat zij zich onder leiding van Peter Dijkstra allemaal geweldig van hun taak kwijten. Afwisselend zingen en spelen ze mild, krachtig, hard of fluisterend, soms met solistische partijen in een haast golvende zang. Op engelenvleugels zogezegd. Een prachtuitvoering die liveoptredens natuurlijk niet kan vervangen, maar wel een mooi document is. En ook een die aantoont dat muziek – het moet nog maar weer eens worden gezegd – geen ‘hobby’ is maar dagelijks brood. Niet ‘juist nu’, om die nu veel gebezigde aanduiding te citeren, maar altijd.

Kunst / Achtergrond
special: Op zoek naar een vocabulaire voor online kunst

Kunst op het internet versus internetkunst

Om de tijd thuis wat aangenamer te maken, voegt de cultuurindustrie in een gigantisch tempo een enorme hoeveelheid inhoud aan het wereldwijde web toe. Concerten, platen, (voorbije) tentoonstellingen, kunstwerken, hele collecties van musea… De verzameling van online beschikbare ‘lockdown’ cultuur groeit in een recordtempo.

Terwijl we allemaal binnenblijven (en proberen niet tegen de muren op te lopen), krijgt de rol van het internet in uiteenlopende disciplines een enorme boost. Dat is het uitgelezen moment om de internetkunst in de kijker te zetten. Jawel, dat bestaat! Al lang; het precieze beginpunt is onduidelijk, maar de uitvinding van het World Wide Web in 1989 zorgde voor een impuls. What you see is what you get: internetkunst is kunst die gemaakt is op het internet. Dat deze rechtstreeks online gemaakt wordt, is het belangrijkste verschil met de fysieke kunst die cultuurinstellingen online zetten. Internetkunst gaat van websites die grafisch en visueel gemanipuleerd zijn met behulp van html-codes,  tot kunstenaars die andere websites of platformen hacken (het zogenaamde hacktivisme), tot media-activisme, dat iets aanklaagt wat zich buiten het internet bevindt.

Online meesterwerken

Voor de liefhebbers of (ondertussen) nieuwsgierigen is het project Net Art Anthology een geweldige digitale plek om rond te struinen. Van 2016 tot en met 2019 hebben kunsttheoretici en kunstenaars samengewerkt om meesterwerken van de internetkunst vanaf de jaren tachtig tot en met 2019 te verzamelen, te restaureren en te voorzien van een woordje uitleg op hun gelijknamige website. Het is een gigantische database, die bovendien hoognodig was. Door de snelle evoluties die het internet meemaakt, verdwijnen veel kunstwerken van de radar omdat ze ooit gemaakt werden op software die niet langer beschikbaar is.

Netscape: Life Sharing. Foto: collectief 0100101110101101.ORG

Media-activisme: Life-Sharing

Een willekeurig voorbeeld op de website is het project Life Sharing, dat het Italiaanse kunstenaarscollectief 0100101110101101.ORG maakte van 2000 tot 2003. Vóór de alomtegenwoordigheid van sociale media, zetten broer en zus Franco en Eva Mattes hun volledige leven 24/7 online, beschikbaar voor iedereen. Een perfect voorbeeld van media-activisme; door hun actie wilden ze de dunne grens tussen privé en publiek ter discussie stellen. Ze deelden alledaagse dingen, maar ook persoonlijkere dingen zoals e-mails en bankgegevens. Alles op de computer werd gemaakt op gratis software, om gelezen en gekopieerd te kunnen worden door iedereen die dat wenste. Ze maakten bovendien gebruik van een gps, zodat hun toeschouwers te allen tijde wisten waar ze waren.

Een nieuwe manier van kijken

Die nieuwe soort digitale kunstwerken vragen natuurlijk om een nieuwe manier van kijken. Alle beschikbare vocabulaire om een fysiek kunstwerk te bespreken, schiet plotseling tekort. Gebruikelijke beoordelingscriteria zoals kleur, grootte, lijnenspel, licht, balans en proportie zijn ineens niet meer toepasbaar. Op elk verschillend scherm bevatten die termen andere nuances. Wanneer deze normen standaard zouden blijven voor nieuwe media, spreken we van het horseless carriage syndroom. De neiging om nieuwe technieken, bijvoorbeeld een auto, te omschrijven in termen die gebruikt werden voor oude technieken, de paard en wagen in dit geval. Praten in termen die fysieke kunstwerken beschrijven, volstaan dus niet voor digitale kunstwerken.

Hoe kunnen we internetkunst omschrijven

Waar kunnen we het dan wel over hebben? Er is op dit moment nog geen definitieve woordenlijst, waardoor deze vrij is in te vullen door de kijker. Veel internetkunstwerken zijn interactief, dan is dat een belangrijk criterium. Vaak zeggen domeinnamen veel over het doel of de inhoud van een werk. Als het een activistisch kunstwerk is, kan de vraag zijn in hoeverre het kunstwerk iets zegt, hoe duidelijk of belangrijk het onderwerp is. Spreekt de inhoud van het werk aan? Hoe is het werk esthetisch of compositorisch opgebouwd? Vraagt het veel tijd om het werk te begrijpen? Is dat nodig? Dat zijn allemaal vragen die gesteld kunnen worden als het op internetkunst aankomt. Toegepast op het eerder beschreven werk van 0100101110101101.ORG, is de betekenis niet moeilijk te achterhalen; de vervagende grens tussen privé en publiek belichten.

Internetkunst is recent en evolueert snel, waardoor er tot heden geen duidelijk afgelijnde omkadering van bestaat. De meesterwerken die door Net Art Anthology geselecteerd werden, vormen al een belangrijke basis daarvoor. Misschien helpen deze corona-tijden om de internetkunst meer prominent aanwezig te maken, en bovendien te voorzien in een passend (en afgelijnd) vocabulaire. Ondertussen kan iedereen genieten van de schoonheid die online te vinden is, gelukkig is er het internet in deze vreemde tijden. Blijf veilig en verwonderd!

Kunst / Expo binnenland

Thuismuseum: kijken, kijken, niet lopen

recensie: Première Thuismuseum met Jewels! The Glitter of the Russian Court

Nu door het coronavirus alle musea en vele andere cultuurinstellingen zijn gesloten, blijken veel mensen heel vindingrijk te worden. Jip Heijmerink, oprichtster van My Daily Shot of Culture kwam na de shutdown met de eerste virtuele rondleiding van de tentoonstelling Jewels! The Glitter of the Russian Court in de Hermitage in Amsterdam.

Heijmerink studeerde museologie en startte in 2014 als ondernemer in de cultuursector. In 2016 richtte zij My Daily Shot of Culture op, met als doel jonge cultuurliefhebbers te binden aan musea en andere culturele instellingen. Ook wilde ze met het platform een podium bieden aan jonge kunstenaars. Direct na de sluiting van de musea vanwege corona kwam Heijmerink met een nieuw initiatief: Thuismuseum. Dit initiatief houdt in dat een cultuurvlogger in een uitgestorven museum een rondleiding geeft. Heijmerink gaf de aftrap door ons mee te laten kijken op haar wandeling door de tentoonstelling Jewels! The Glitter of the Russian Court in de Hermitage. In ongeveer zestien minuten laat zij de door haar gekozen hoogtepunten uit de tentoonstelling zien. Ze doet dat in één take om zodoende een ‘echte’ wandeling door het museum zoveel mogelijk na te bootsen. Met dit initiatief wil zij ook de musea ondersteunen door aan de kijker een vrijwillige donatie te vragen in plaats van een kaartje te kopen.

Catharina de Grote

Johan Baptist Lampi I, Portret van Catharina de Grote , 1794. © State Hermitage Museum, St Petersburg

Virtuele rondleiding

Op haar wandeling laat Heijmerink de grote ruimte van de tentoonstelling zien die op een feestelijk verlichte balzaal lijkt. Meer gedetailleerd laat ze prachtige juwelen, rijkversierde japonnen en portretten zien uit de tijd van de High Society aan het Russische hof van Sint-Petersburg. Er komen leuke weetjes aan de orde, zoals de ringen die je kunt openklappen en waarin erotische afbeeldingen blijken verstopt. Ook het verhaaltje over de moedervlekjes is grappig. In die tijd waren ze niet echt, maar konden op allerlei plaatsen in het gezicht worden aangebracht. Bovendien hadden ze een betekenis. Had je er bijvoorbeeld een op je neus dan betekende dat dat je ondeugend was. De moedervlekjes konden in een doosje worden bewaard voor hergebruik!

 

Ervaring kijker

Als kijker ben je jaloers op Heijmerink. Een heel museum voor jezelf! Toch moet dat ook een heel vreemde ervaring zijn en zeker ook tijdens deze coronacrisis. Heijmerink doet haar rondleiding zeer enthousiasmerend. Ze ziet er prachtig uit, schittert in haar kleding die in stijl is met de omgeving. Ze heeft zich voorbereid, vertelt duidelijk, maakt soms een grapje en blijft zichzelf.

Toch zijn er ook een paar kritische kanttekeningen. Kan een digitale rondleiding een bezoek aan een museum vervangen? Je kunt niet stilstaan bij wat jou interesseert, de bijschriften niet lezen, de sfeer niet proeven, geen vragen stellen, de bijbehorende catalogus niet kopen, enzovoort. Al met al mis je de persoonlijke verdieping. Maar Heijmerink realiseert zich dat terdege. Het is een noodoplossing, een ‘tijdelijke’ oplossing en daarin is zij geslaagd.

Andere initiatieven

Veel musea bieden hun collecties online aan, maar sommige musea zetten net een stapje extra. Museum Boymans van Beuningen biedt bijvoorbeeld online videoreeksen aan om je kennis over kunst bij te spijkeren. Museum Drachten8888 en het Groninger Museum geven doe-het-zelf-opdrachten, en het Van Gogh Museum biedt schoollessen, podcasts en verhalen aan.

De Amsterdamse Anneloes Officier kwam met het idee om zelf een kunstwerk na te maken. Het enige waar je aan moet voldoen, is dat je met drie voorwerpen uit huis een schilderij moet namaken en het dan op Instagram delen. Als je bijvoorbeeld kiest voor het schilderij van Johannes Vermeer, Meisje met de parel, dan moet jouw creatie bijvoorbeeld een kort jasje (placemat) met een pareloorbel (knoflook) en een blauwe hoofddoek (theedoek) laten zien. Het resultaat is soms hilarisch. Verder heeft het account Tussen Kunst & Quarantaine inmiddels al meer dan achtduizend volgers en toont maar weer eens de creativiteit van onze nuchtere Hollanders.

Maar de vraag is en blijft: hoe nu verder? Hoelang gaat het allemaal nog duren? Hebben musea genoeg buffers om overeind te blijven? Natuurlijk bieden sociale media allerlei mogelijkheden, maar er gaat toch niets boven het volgen van je eigen gevoel en interesse tijdens een museumbezoek, om nog maar niet te spreken van echte sociale contacten. Het enige wat we kunnen hopen, is dat alle noodmaatregelen zo spoedig mogelijk kunnen worden opgeheven. Tot die tijd blijven we bedenken hoe we deze periode zo creatief mogelijk kunnen doorkomen. De vloggers van thuismuseum zijn hier een prachtig voorbeeld van.

Boeken / Non-fictie

Japan voor beginners

recensie: Paulien Cornelisse – Japan in honderd kleine stukjes

Dat Paulien Cornelisse een Japanliefhebber is, weten we sinds haar VPRO-serie Tokidoki, waarin ze op reis gaat naar het land. Nu heeft ze er ook een boek over geschreven: Japan in honderd kleine stukjes (2020).

Paulien Cornelisse is bekend als cabaretier en schrijver van de bestsellers Taal is zeg maar echt mijn ding (2011), En dan nog iets (2012) en het recente Taal voor de leuk (2019). Haar nieuwste boek Japan in honderd kleine stukjes is precies wat de titel belooft: honderd kleine observaties, aantekeningen, columns en verwonderingen over Japan.

Groot schaap

Cornelisse vertelt in het boek over de Japanse cultuur, de geschiedenis, de gebruiken en de natuur. Natuurlijk schrijft ze ook over de taal, want dat is haar ding. Ze vertelt over haar pogingen om de Japanse taal te leren, over de geschiedenis van het schrift en de betekenis van de woorden. Dat levert soms geinige ontdekkingen op:

De kanji voor ‘mooi’ schrijf je door de kanji ‘schaap’ boven op de kanji ‘groot’ te zetten. Blijkbaar vonden de Chinezen van vijfduizend jaar geleden dat een groot schaap het toppunt van schoonheid was.

Er zitten ook persoonlijkere stukjes in over het ontstaan van haar fascinatie voor het land. Het begon, zo vertelt ze, met kleine potloodjes waarop de Japanse figuren Bobby en Kate stonden afgebeeld, figuurtjes vergelijkbaar met Hello Kitty. Ook beschrijft ze de periode dat ze als uitwisselingsstudent in Japan verbleef en zich moest oriënteren in een landschap waarin de kerk niet het centrum aangeeft, een mooi voorbeeld van hoe wij Europeanen onze weg weten te vinden. Het zijn mooie anekdotes, maar nergens wordt het echt persoonlijk, ze houdt de lezer op een veilige afstand.

Westerse blik

Die afstand voel je door het hele boek. In haar beschrijving van het land lijkt ze te willen voorkomen dat ze een te westerse, postkoloniale blik gebruikt. Door haar schrijfstijl komen haar observaties neutraal over. Maar observaties zijn zelden neutraal, en eigenlijk verplaatst ze hiermee het oordeel naar de lezer. Cornelisse zal niet zeggen ‘ha wat een mal land’, maar als lezer kun je dat wel denken.

Een betere manier om het westerse perspectief te vermijden, is de omkering van het perspectief, wat ze ook slim toepast in bepaalde stukjes. Een voorbeeld dat ze gebruikt, is dat Japanners in onze oren de r slecht kunnen uitspreken, maar omgekeerd kunnen wij de Japanse klank l/r niet goed zeggen. Ze legt ook uit dat de Engelse woorden ‘lighter’ en ‘writer’ hetzelfde worden geschreven in het Japans. Dan snap je gelijk waar de uitspraakproblemen vandaan komen.

Origami kraanvogel

In haar voorwoord zegt Cornelisse vooral niet te willen duiden. Ze vergelijkt het met een origami kraanvogel, als je die helemaal openvouwt dan houd je alleen een stukje papier over. Hier en daar komt haar eigen interpretatie toch naar boven, bijvoorbeeld wanneer ze ontdekt dat vrouwen maar op een manier kunnen worden aangesproken en mannen op meerdere manieren:

Niet om nou alles van betekenis te voorzien, mahaar… het is toch opvallend dat alleen mannen in de taal de mogelijkheid hebben om uit te wijken naar informaliteit.

Verder zie je ook haar perspectief terug in haar keuze voor de onderwerpen, in de dingen die haar opvallen. Ze legt bijvoorbeeld uit waaruit het Japanse woord ‘huwelijk’ is opgebouwd (iets met een vrouw en een kooi) en beschrijft dat een derde van de Japanse vrouwen stopt met werken nadat ze getrouwd zijn. Ze legt er geen waardeoordeel in, maar merkt daarna wel op dat Japan nooit een feministische golf heeft meegemaakt. Het is duidelijk geen boek geworden dat alleen over theedrinken en origami vouwen gaat – om even twee Japanse clichés te noemen – maar Cornelisse beschrijft zaken in de Japanse cultuur die haar vanuit haar westerse blik opvallen, en doet dit op een respectvolle manier. Zo verschuif je als lezer steeds van eventuele vooroordelen naar meer begrip voor het land, zonder dat Cornelisse daar heel nadrukkelijk in stuurt.

Japanliefhebber

Cornelisse stipt in haar boek veel aan en gaat af en toe de diepte in. Door deze opzet ontdek je hoeveel er te leren valt over Japan. Het maakt nieuwsgierig en het boek is hierdoor een soort Japan voor beginners. Wil je toch meer lezen over bepaalde onderwerpen, dan kun je terecht bij de leestips die ze geeft in haar nawoord. Japan in honderd kleine stukjes is al met al een heerlijke bundel waar je veel van opsteekt. Je kunt er zomaar een Japanliefhebber van worden.

Boeken / Film / Kunst / Muziek / Theater / Boeken / Film / Kunst / Muziek
special:

Acht cultuurtips tijdens corona

Het coronavirus domineert ons dagelijkse leven. Misschien keek je uit naar een bepaald concert, theaterstuk of museumbezoek en zit er nu niets anders op dan te wachten tot de zomer. Juist in deze periode merken we de behoefte aan sociale verbinding en de rol die kunst daar normaal in speelt. De ervaring van een volle zaal mensen, de prettige warmte, het geritsel van tasjes, opstaan voor de laatkomers, lichten die doven. Kunst is fysiek, sociaal en ‘echt’.

Er is ook een andere kant. Juist in deze weken van isolatie kunnen verhalen en beelden onze kleine wereld openen. Een boek, film of online expositie haalt ons uit de waas van het thuiswerken en verandert voor even de omgeving. Onze verbeelding brengt ons verder dan de deurpost. Door verhalen krijgen we nieuwe ideeën, lukt het om te relativeren en zijn we simpelweg even afgeleid.

Gelukkig gaan veel artiesten en organisaties dan ook creatief om met de coronamaatregelen. Zij zoeken hun podium online. Iedere dag verschijnen er op internet nieuwe initiatieven die de cultuursector in leven houden. Fijn voor de artiesten, en fijn voor ons. Volledig onafhankelijk en met als doel de cultuursector te ondersteunen en kunst en cultuur bij mensen thuis te brengen, geven we daarom hieronder acht online cultuurtips. Veel plezier!

1. Orkater & Chill en Theater Utrecht

Voor theatergezelschappen zoals Orkater zijn het zware tijden. Des te indrukwekkender is het dat zij veel van hun theatervoorstellingen online uitzenden via Vimeo. Heb je bijvoorbeeld altijd al 237 redenen voor seks gezocht? Bezoek dan gauw de website en kijk de gelijknamige voorstelling (maar houd wel anderhalve meter afstand). Ook Theater Utrecht zendt online voorstellingen uit onder het mom ‘Als jij niet naar het theater kunt, komt Thuis Theater Utrecht naar jou’. Zo kijk je bijvoorbeeld thuis op de bank naar The Family, een vierdelige theaterserie over hoe twee broers, een zusje en de vriendin van een van de broers samenleven.

2. Arthouse op PICL, Vitamine Cineville en Cinetree

Door het thuisblijfgebod trekken nu hele volksstammen naar streamingsdiensten zoals Netflix, Amazon Prime Video, Disney+ en Apple TV. En ook al hebben deze diensten samen een enorm aanbod van kwalitatieve films en series, soms missen ze wel nét die ene interessante arthousefilm waarvoor je anders naar het filmhuis was gegaan. PICL is een van de diensten die juist die filmhuisfilms programmeert, bijvoorbeeld van EYE in Amsterdam en van het helaas geannuleerde festival Movies That Matter. Ook Cineville heeft overigens een oplossing voor zijn pashouders die nu niet naar de bioscoop kunnen: Vitamine Cineville. Een derde Netflix-alternatief vind je op Cinetree.nl waar fictiefilms en documentaires te vinden zijn. Een kleiner aanbod heeft ook zeker zijn voordelen, je wordt niet overweldigd door keuzestress en je wordt meer gedwongen om uit je eigen bubbel te stappen.

3. ITA’S Decamerone

Voor ons zijn het unieke tijden, maar de waarheid is dat de mens altijd heeft moeten leven met de dreiging van besmettelijke ziektes. Camus liet in zijn roman La Peste (1947) al zien dat ook de moderne mens zich niet volledig kan weren tegen een besmettelijk virus en beschreef de impact van massasterfte op de maatschappij en de menselijke psyche. Ook het idee dat je je moet afzonderen om jezelf tegen een besmettelijke ziekte te beschermen is niet nieuw, zo kun je lezen in de Decamerone van Bocaccio. Dit boek, geschreven in de veertiende eeuw in Italië, gaat over tien jonge mensen die voor de pest vluchten uit Florence naar een buitenverblijf. Zonder Facebook, Netflix of Playstation brengen zij de tijd door met verhalen die ze aan elkaar vertellen. Het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) brengt de verhalen weer voor het voetlicht door elke dag om 20.00 uur een nieuw verhaal uit de Decamerone te laten vertellen door een andere acteur. Zo kunnen ook wij ons laten inspireren door de oudste vorm van tijdverdrijf tijdens social distancing: storytelling.

4. Google Arts & Culture

Bezoek het Guggenheim, Van Gogh Museum of bekijk presentaties over bepaalde kunstenaars en kunstwerken op Google Arts & Culture. Je kunt er bijvoorbeeld klikken op een Vermeer en krijgt toelichting over zijn schildertechniek, compositie en overgeschilderde voorwerpen. Zo wordt je oog getraind om op details te letten: wist je bijvoorbeeld dat je aan de schaduw van een spijker kunt zien dat er buiten beeld nog een extra raam boven het raam van Het Melkmeisje moet zijn? Het is even wennen, maar met dit platform blijft een museumbezoek dus ook in deze periode mogelijk.

5. Podcasts

Het is heerlijk om jezelf van de buitenwereld af te zonderen met een podcast. En soms moet je je zelfs in je eigen huis kunnen afzonderen. De populariteit van podcasts neemt de laatste jaren alleen maar toe. De VPRO speelt hier op een prachtige manier op in door een groot aantal van haar radioprogramma’s en documentaires nu in podcastvorm aan te bieden en door nieuwe podcasts te produceren. Het aanbod is zo groot dat je waarschijnlijk ook de volgende pandemie nog bezig bent. Luister bijvoorbeeld naar de korte fictieverhalen van schrijver Maarten van Biesheuvel of duik in het mysterie van de 84-jarige vrouw die plotseling vol liefde begint te praten over een man wiens naam helemaal onbekend is bij haar familie: Bob. Andere podcasts die tijdens de coronacrisis zijn ontstaan: Lock Down van Man met de microfoon en de BOOS AntiCoronaDepressiePodcast van Tim Hofman.

6. Quarantainezang en ‘live’ concerten

De concertzalen en poppodia blijven tot minstens 1 juni leeg, maar dat heeft weinig muzikanten echt afgeremd. Oke, je laptopspeakers zijn niet te vergelijken met de akoestiek van een concertgebouw, maar ook met die huiselijke geluidskwaliteit hoor je de verbindende kracht van muziek. Van Italianen die spontane bands vormen op hun balkons tot het Rotterdam Philarmonisch Orkest dat op YouTube meer dan twee miljoen luisteraars trok met een huiskamerorkestuitvoering van Ode an die Freude van Beethoven. Het ligt natuurlijk aan je eigen smaak en inborst of de soms mierzoete video’s je kunnen inspireren, maar het heeft zeker een toegevoegde waarde om de uitvoerende muzikanten meer als mensen te kunnen zien, ongeschoren met de contrabas aan de eettafel. Naast nieuwe online uitvoeringen van muzikanten plaatsen verschillende podia ook opnames van oude optredens op het internet, zoals TivoliVredenburg dat dagelijks om 20.00 uur een oude opname van een concert laat horen via Facebook. Door de thuisbeleving is er ook meer gelegenheid voor verdieping, want ook al zullen we de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus-Passion missen dit jaar, op haar website heeft de Nederlandse Bachvereniging een schat aan achtergrondinformatie geplaatst.

7. Dans door je woonkamer

Het Nederlands Dans Theater is NDTV begonnen, een streamingdienst waarop tijdelijk dansvoorstellingen van bekende choreografen te zien zijn. Houd de website goed in de gaten, want de meeste content is een week beschikbaar. Ook Scapino Ballet Rotterdam streamt iedere maandagavond om 20.00 uur een dansvoorstelling. Strek je liever zelf een been? Volg dan de online danslessen van Het Nationale Ballet, zodat je thuis ook nog een beetje fit en flexibel blijft. Of heb je altijd al mee willen doen aan een heuse flashmob? Dat kan digitaal met de danschallenge die BonteHond en DOX organiseren.

8. Oldschool boeken

Voor het lezen van een boek hoef je alleen maar te gaan zitten en dat komt nu natuurlijk wel makkelijk uit. Toch moet je wel aan zo’n papieren exemplaar zien te komen en als je normaal gesproken naar de bieb gaat, kan dat nog best een uitdaging zijn. Gelukkig is er de Online Bibliotheek die een grote voorraad aan e-books en luisterboeken heeft. Je hoeft alleen maar lid van een bibliotheek te worden en daarna heb je toegang tot dit leuke boekenfeestje. Ook zijn er de commerciële diensten Storytel en Audible. Maar een ouderwetse boekenruil moedigen we ook aan. Een goede reden om toch – op anderhalve meter afstand – even langs te gaan bij die studiegenoot, buurvrouw of collega en elkaar te inspireren.

Muziek / Album

Muzikale kleurendeken over Europa

recensie: Wereldmuziekupdate volume 2

In deze wereldmuziekupdate trekken we kriskras door Europa. Van Portugal naar Frankrijk en vervolgens naar Bosnië. Gek genoeg zal de lezer merken dat Portugal en Bosnië muzikaal met elkaar verbonden zijn. De invloeden van de Franse muziek zijn talrijk. Een ware muzikale kleurendeken over Europa.

Het lijkt een onmogelijke combinatie: deze drie wereldmuzikanten in één recensie. Toch hebben ze in wat ze ons voorschotelen allen een aandeel van traditie. Ze maken muziek met een sterk gevoel van vandaag met daarnaast een portie traditie die de muziek meedraagt naar onze tijd. Er is niets zo belangrijk als traditie te vertalen naar de huidige tijd om het verder te laten groeien en door te geven aan een nieuwe generatie.

Sara Correia

De jonge fadozangeres Sara Correia heeft in Lissabon al hoge ogen weten te gooien met haar zangkwaliteiten. Reeds vanaf haar veertiende is ze op het podium te vinden. Ter promotie van de release van haar debuutalbum stond ze in februari op het podium van Het Lantarenvenster te Rotterdam. Ze liet in dat optreden duidelijk merken dat ze zeer zelfverzekerd en met een enorme dosis talent de fado bezingt. De uitdrukkingsvaardigheid en de voordracht van Correia doet absoluut niet vermoeden dat we hier te maken hebben met een debutante. Haar optreden voelt aan als van een zeer ervaren fadozangeres. Het album, dat haar eigen naam draagt, kwam al wat eerder uit in Portugal. In Nederland volgde het album het moment van haar optreden. De belofte van een goede performance was haar al vooruitgesneld. Correia kon dan ook rekenen op een goed gevulde zaal met liefhebbers van het fadogenre, die aan haar lippen hingen.

Op het podium geeft ze ook haar bandleden de gelegenheid om met haar te schitteren. Zo zingt ze een liedje terwijl ze naast het gitaargenie Ângelo Freire zit, en haar stem het instrument van Freire begeleidt. Vervolgens verruilt ze haar plaats om bij de andere muzikanten van de band een lied te zingen en zij sterker in de schijnwerpers worden gezet. Alles lijkt net als op haar album in dienst te staan van de fado met als middelpunt de stem van Correia. Laten we hopen dat we ook in ons land nog veel gaan horen van deze dame.
Voorlopig zullen we het met de herinnering aan het optreden moeten doen en het album dat een mooi souvenir is. Het album bevat naast klassiekers uit de fado ook oorspronkelijke composities. Deze mix maakt ons nieuwsgierig naar wat deze dame ons nog meer zal gaan brengen.

 

Deleyaman

Sentinel is een internationale ervaring met Frans inslag en een zeer uitdagende afdronk om meer van deze artiesten te gaan ontdekken. Het album opent met een spannende, warme en bezwerende sfeer. De Franstalige zang past heerlijk in het warme bad van de sound van Deleyaman’s nieuwe album Sentinel. Het tweede nummer is in het Engels gezonden met een timbre dat Tindersticks ademt. ‘Keep the Light’ heeft een Engelse tongval met een duidelijk Frans accent, dat met de damesstem met een lichte Franse zucht in de zanglijnen heel verleidelijk klinkt.

‘Electric Sky’ heeft een hartslag als beat en een opbouw, die als mysterieus gekenmerkt kan worden, om vervolgens met de mannenstem in een langzame aanloop en een lugubere ondertoon de luisteraandacht te blijven opeisen. De tekst spreekt over een slaapliedje, maar de angst grijpt je eerder naar de keel door de sfeer met dissonanten. De spanning blijft die van een griezelig spookhuis houden. Het klankbeeld bevat elektrische gitaar, zingende en schrapende zaag, percussie, bas, toetsen en blazers. Heel compleet en verzorgd eindigt de compositie in een wegstervend geluid, dat een tikje overvloeit naar het volgende nummer: een langzaam opgebouwde compositie ‘De roses vermeilles’ met opnieuw een Franse tekst. De zang doet een tikje denken aan een Frans chanson: een fijn gezongen tekst in een bad van toetsen, lichte strijkers en subtiele baslijnen. Er hangt een bevangende sfeer, die rust geeft na het griezelige stuk. De sfeer is omgeslagen en het tempo ultralaag. De muziek van Deleyaman is van een prachtige afwisseling.

 

Damir Imamovic

Het album van Damir Imamovic wordt in een heel bijzondere tijd in onze wereld uitgebracht. Zijn tournee rond deze release wordt verschoven naar het najaar. Zoals hij in een videoboodschap laat weten, zitten velen thuis te smachten naar nieuwe muziek. Imamovic ledigt die nood met een heel bijzonder album: Singer of Tales is een bijzondere plaat, die zijn talent zeker recht doet. Bij het beluisteren komen ook referenties naar Tsjechische muziek naar boven. Luister in dat geval ook eens naar Jaromir Nohavica en in het bijzonder naar zijn geweldige album Tak Me Tu Mas van alweer zo’n acht jaar geleden. Dezelfde Tsjechische invloeden zijn terug te vinden op het album van Imamovic.

Imamovic wordt in eigen land de koning van de seydah genoemd: de traditionele muziek van Bosnië die verwant is met de Portugese fado en de Griekse rebetika, maar Imamovic versnijdt deze muziekstijl met invloeden uit Iran en India. Het amalgaam van deze muziekstijlen vult Singer of Tales. Het is deels traditioneel en deels een heel eigen stijl. Op het album werkt deze zanger samen met niet de minste talenten uit de muziekwereld. Bassist Greg Cohen (John Zorn, Tom Waits, Ornette Coleman) wordt bijgestaan door een van de bekendste solisten op de kemenche uit Turkijke, Derya Türkan (Kudsi Ergüner, Erkan Oğur). Ook de virtuoze violiste Ivana Đurić valt op, die tot de meest opvallende instrumentalisten van de eigentijdse seydah behoort. Ook voor de productie liet hij niets aan toeval over door Joe Boyd samen met Andrea Goertler aan de knoppen te zetten.

De verleidelijke en originele akoestische mix van geluid is aangenaam. Singer of Tales vertelt een nieuw verhaal met een oude ziel vanwege de traditionele elementen uit Bosnië, versneden met vele andere invloeden. Imamovic is onze reisgids op deze culturele ontdekkingsreis die, hoe vaker je hem tot je neemt, steeds beter gaat smaken en passen in de muziekbelevenis.