In 1993 kwam het door John McTiernan (Die Hard) geregisseerde Last Action Hero uit. De als actiespektakel gepromote film stuitte op veel negatieve reacties van critici en worstelde met lage bezoekerscijfers. Maar was dit wel terecht?
~
De tienerjongen Danny Madigan heeft geen gemakkelijk leven. Zijn vader is overleden en hij woont met zijn moeder, die vaak door haar werk niet thuis is, in een klein vervallen flatje in een gevaarlijke buurt in New York. De enige plek waar hij troost vindt is in een oud filmtheater, waar hij van de bejaarde eigenaar naar zijn favoriete films mag kijken. Danny is namelijk een groot fan van actieheld Jack Slater (Arnold Schwarzenegger). Op de vooravond van de première van
Jack Slater IV krijgt hij de kans om een voorproef van de nieuwe film te zien. De eigenaar geeft Danny een ‘magisch kaartje’, en na enkele minuten bevindt Danny zich plotseling in de wereld van zijn held. De jongen probeert Jack ervan te overtuigen dat hij een fictioneel personage in een actiefilm is door hem te wijzen op alle clichés, toevalligheden en ongeloofwaardigheden van zijn wereld, maar Jack gelooft hem pas als de filmschurk Benedict het magische kaartje te pakken krijgt en ontsnapt naar Danny’s wereld.
Herschreven
De voornaamste kritiek op Last Action Hero was dat de film er niet in slaagde het actiegenre te combineren met satire, en dat daardoor beide genres niet geheel uit de verf kwamen. Daarnaast werd de beschuldiging gedaan dat de film een slap aftreksel was van Woody Allens The Purple Rose of Cairo (een acht jaar oudere film met een totaal andere invalshoek). In tegenstelling tot deze film zou Last Action Hero er niet in slagen de gimmick van het verhaal te overstijgen. Daarbij kwam ook nog dat de film één week voor Spielbergs succesvolle blockbuster Jurassic Park werd uitgebracht. Maar niet alleen de slechte bezoekerscijfers en kritieken speelden de film parten. Het originele script van Zak Penn werd, tegen zijn zin, rigoureus herschreven en voldeed niet meer aan de initiële opzet van de scenarist. Deze had een film voor ogen die zich meer richtte op de cyclus van geweld rondom de actieheld, en de invloed van het geweld op de jonge hoofdpersoon. Dit concept ligt er in het originele script dan ook dubbeldik bovenop. Dat was een aaneenschakeling van gewelddadige actiescènes, een humorloze les in moraliteit. Danny is een stuk ouder en beweegt zich vloekend en schietend door het verhaal. Met Penns script was dit een totaal andere film geworden, maar niet per se een betere.
~
Het met clichés doorspekte Hollywood-actiegenre wordt vanaf de eerste scène al meteen flink op de hak genomen. De onaantastbare, stoere Jack Slater (inclusief slangenleren laarzen en sigaar) is een typische filmpolitieagent. Een einzelgänger met een trauma uit zijn verleden, die elke week de halve stad opblaast in zijn jacht op het geboefte. De satirische toon van de film wordt pas echt gezet wanneer Danny beseft dat hij in de actiefilm is beland. (‘De slechte woordgrapjes, de hardrockmuziek…’) Maar niet alleen het genre wordt bespot, de film wordt gebruikt als een verzamelbak van Hollywood-idioterieën. Jack neemt Danny mee naar een onrealistisch gestileerd politiebureau, dat gevuld is met schaars geklede en in latex gehulde vrouwen. Hier worden politieagenten gekoppeld met ‘de geanimeerde kat’ en de zwart-witversie van Humphrey Bogart. Het onvermijdelijke vormen van een team tussen Jack en Danny wordt door de jongen ook meteen herkend: ‘We zijn de perfecte
buddymovie-combo! Ik leer jou om kwetsbaar te zijn en jij leert mij om dapper te zijn.’ De regels van het actiefilmgenre komen allemaal voorbij, waarbij Danny de gids vormt voor de leken onder ons. De bekritisering van de kunstmatigheid van Hollywood wordt nog een stap verder genomen als Jack, Danny en de schurk Benedict in het New York van de echte wereld belanden. Hier ontploffen auto’s niet als je er op schiet, doet het pijn als je met je blote hand een autoruit inslaat, en de schurk ontdekt dat de politie niet binnen een minuut komt opdagen als je iemand neerschiet om zijn schoenen te stelen.
Satire
Hoewel we ons als kijker op een bepaald niveau bewust zijn van het feit dat wat we in films zien niet realistisch is, zijn wij een groot aantal verzonnen zaken voor waar aan gaan nemen. Last Action Hero wijst ons er op een simpele manier nog maar eens op dat we met kritische ogen moeten kijken naar de beelden die ons voorgeschoteld worden.
~
Zak Penn had een film voor ogen waarin het geweld waarmee jonge kijkers worden geconfronteerd, werd veroordeeld, maar
Last Action Hero streeft een heel ander doel na. In plaats daarvan wordt ons verteld dat het geloof in films niet slecht is, omdat het ons troost en ontsnapping biedt als de alledaagse dingen ons teveel worden. Een beetje magie is natuurlijk nooit verkeerd. De onschuld van de Danny in de film geeft het verhaal, in tegenstelling tot de jongen in het originele script, dan ook een luchtigere en magischere inslag. Zijn onschuld werkt beter in de opzet van een parodie, gezien door de ogen van een filmfanaat. Ook is de satire in de uiteindelijke film een stuk vermakelijker. Naast de kritiek is er ruimte voor een liefdevolle blik op alle dingen die Hollywood zo typisch maken. De combinatie van actie en satire werkt wel zeker. Wat de critici over het hoofd leken te zien, is dat er niet getracht wordt om een geslaagde actiefilm neer te zetten, maar om de onzin van het geweld en de genretypische massascènes op de hak te nemen. Door de absurditeit van Slaters wereld is Danny’s New York een stuk grimmiger en dreigender. Dat dit feit enigszins op een zijspoor wordt gezet door al het geparodieer en de zelfspot van Schwarzenegger zelf, is McTiernan te vergeven. Het lijkt hem meer te gaan om het demonstreren van zijn liefde voor het medium, zoals wanneer het magische bioscoopkaartje belandt bij een Ingmar Bergman-festival. De Dood (een leuke rol van Ian McKellen) ontsnapt uit
The Seventh Seal en raakt op straat een rokende politieagent aan, die enige minuten later hoestend dood neervalt. Het oude filmtheater waar Danny in zijn vrije uurtjes ontsnapt aan zijn naargeestige leven, oogt als een van de filmpaleizen van weleer, en de verwijzing naar Harry Houdini aan het begin van de film grijpt terug naar een nostalgie van de tijd dat films nog een magische impact hadden.
Gimmick
~
De gimmick die volgens de critici niet werd ontstegen, is de spil van de film; McTiernan probeert ons te zeggen: ‘Kijk, dit is Hollywood. Laten we eens flink om onszelf lachen!’. Het herhalende karakter van de genregrappen is daarbij geenszins vermoeiend, maar blijft tot het einde amusant. Bij de recensenten uit het begin van de jaren negentig lijkt vooral een actiefilmmoeheid te hebben geheerst. Het genre was vanaf eind jaren tachtig immens populair en het filmgaande publiek werd constant gebombardeerd met het ene na het andere actiespektakel gevuld met grote explosies, flauwe oneliners en kogelresistente, supercoole helden. Zij zagen in deze film het uitsterven van een gedoemd genre. Wellicht konden zij niet meer voorbij het welbekende gezicht van Schwarzenegger en de geijkte explosies à la
Die Hard kijken, en zichzelf ertoe te zetten om eens flink te lachen om de tekortkomingen van Hollywood.
Last Action Hero is een film die voornamelijk draait om de lol, en niet pretendeert meer dan dat te zijn. McTiernan beschikt over een flinke dosis humor, zelfspot en inventiviteit, wat zeker gewaardeerd zou mogen worden. De film zit vol met bijzonder vermakelijke momenten en is een luchtige klucht over de clichés die we allemaal zo sterk herkennen, bekritiseren, en tegelijkertijd gretig met grote lepels naar binnen werken. Misschien lag het tegenvallende succes inderdaad aan de gelijktijdige release van Spielbergs Jurassic Park, of is deze film enkel vanuit een nostalgisch oogpunt te waarderen. Wat ook de reden mag zijn voor de stigma’s die aan deze film verbonden zijn, Last Action Hero is totaal onterecht verguisd.
Deze film is op dvd verkrijgbaar (Sony Pictures Home Entertainment).
Lees hier deel 1 (Testament), deel 2 (Your Friends & Neighbours) en deel 3 (13 Conversations About One Thing) van deze serie.
Tot je knieën in de indie
In vervlogen tijden was het een bekende Nederlandse strategie. Als het land onder vuur lag, werd onze natuurlijke vijand water onze grote bondgenoot en was de Hollandse Waterlinie een feit. Deze techniek maakt met de figuurlijke interpretatie van het label Beep! Beep! een herwaardering door; langzaam dompelen zij het land onder in indie-bandjes zoals Kismet, dat verrast met hun debuutplaat Hiatus.
een feit. Deze techniek maakt met de figuurlijke interpretatie van het label Beep! Beep! een herwaardering door; langzaam dompelen zij het land onder in indie-bandjes zoals Kismet, dat verrast met hun debuutplaat Hiatus.
Het sympathieke label Beep! Beep! is wars van termen als industrie en commercie. Eerlijke muziek, gratis te downloaden en bovendien verkrijgbaar in prachtig vormgegeven hardcopies. Een frisse wind door het sleetse DHZ-adagium, dit Utrechtse label. Echter, naast een van liefde voor muziek getuigende inborst heb je als label ook een lading goede bands nodig om als uithangbord te dienen. Met Kismet bewijst het label opnieuw dat ook aan dat rekwisiet wordt voldaan.
Volop indie
~
Onder de hoogtepunten valt onder andere de opener ‘White Castle’. Heldere en melodieuze gitaren, die even gemakkelijk een Spectoriaanse wal van geluid kunnen optrekken. Drums die geen escorte voor de melodie zijn maar daadwerkelijk deel van het nummer uitmaken, en een zanger die oprecht en aangrijpend klinkt. Ook ‘We Are All So Busy’ scoort hoge ogen. Knagende onrust in het couplet, die in het refrein wordt weggeblazen door een ontgoocheld klinkende vocale-hook. Het nummer ontvouwt zich als een zwarte roos; mooi doch somber. Andere naam op het lijstje van favorieten is ‘Holiday’, een dynamische song waar de zang zo in het rood gaat dat je wel moet opletten, en de stuwende compositie mooi een midden houdt tussen energie en somberheid. De achtergrondnoise vlecht het werkje mooi af. Het hoogste cijfer is echter weggelegd voor ‘All Is Good’. Een Joy Division-achtige naargeestigheid vormt de soundtrack voor een van de negen voorportalen van de hel. Even lijkt het opgewekte refrein voor een emotionele catharsis te zorgen, maar luttele seconden later blijkt het slechts een opmaat te zijn geweest voor een aardedonkere geluidseruptie.
Aanwinst
Dit stuk zou niet in het Nederlands zijn geschreven als er niet toch wat kritiek geuit wordt. Zo valt het de band aan te rekenen dat sommige tracks wat inwisselbaar zijn, en sommige momenten van de plaat ongemerkt voorbijtrekken. Soms mist het nét die pakkende energie die bijvoorbeeld gildebroeders als The Walt wel ten gehore weten te brengen.
Een kniesoor echter die acht slaat op deze minuscule tegenwerpingen. Feit blijft namelijk dat Kismet met Hiatus een bijzonder sterke plaat heeft afgeleverd; een origineel werk dat zich onderscheidt door sterke composities, een groot melodieus gevoel en oprecht klinkende klanken. Kismet is een aanwinst voor de Nederlandse alternatieve muziekwereld, en wordt met een beetje mazzel een impuls voor een florerende underground-indie-scene.
Kismet
Album: HiatusLink: Kismet (officiële bandsite)
Misschien ook iets voor u
Puzzelstukjes
Na het grote internationale succes van Babel, de derde samenwerking tussen scenarioschrijver Guillermo Arriaga en regisseur Alejandro González Iñárritu, was Arriaga het zat. Hij vond dat de regisseur te veel met de eer van zijn verhalen ging strijken en wilde zelf ook eens op de regiestoel plaatsnemen. Het resultaat is nu in de bioscopen te zien.
~
Romance
Het andere verhaal speelt zich af op de woestijnvlaktes van New Mexico, waar twee families treuren om het verlies van hun geliefden, die een geheime affaire met elkaar hadden en zijn omgekomen door een brand. Santiago en Mariana (Jennifer Lawrence), de kinderen van Nick en Gina (Kim Basinger), proberen erachter te komen wat er met hun ouders is gebeurd en ontwikkelen daarbij een romance die ze voor hun omgeving verborgen moeten houden. Door middel van flashbacks wordt duidelijk wat er precies met Nick en Gina gebeurd is. Een derde verhaal, dat zich afspeelt in Mexico en handelt over de belevenissen van een klein meisje en haar vader, zal later ook nog een cruciale rol spelen in het verhaal.
~
Talent
~
The Burning Plain
Regie: Guillermo ArriagaJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
De herontdekking van een vergeten verleden
De Peruaans-Duitse kunstenaar Fernando Bryce (1965, Lima) laat zich inspireren door een aantal zeer interessante kwesties. In hoeverre het huidige denken over het verleden afwijkt van de oorspronkelijke realiteit, is hier één van. Door middel van het natekenen van historische bronnen, zoals krantenartikelen, tijdschriften, reisgidsen en boeken, brengt hij bij voorkeur minder bekende historische gebeurtenissen onder de aandacht. Het museum Het Domein in Sittard heeft ervoor gekozen om de afzonderlijke kunstwerken niet te voorzien van bijschriften. Dit vraagt om een zekere inspanning van de toeschouwer. Wie echter enige moeite doet zal beloond worden.
Männergruppe von Kono, uit de serie Südsee, inkt op papier, 2007
Het Domein heeft met deze tentoonstelling een primeur. Het is de eerste museumsolo van Bryce in Nederland. Het museum toont een klein, exemplarisch deel van zijn oeuvre in een heldere en strakke opstelling. Anders dan de tentoonstellingstitel doet vermoeden, refereert deze niet aan een museum op het tropische eiland Hawaï maar aan het Quechuaanse woord ‘hawai’, dat ‘kijken’ betekent. Het mobiele Museo Hawai reisde gedurende de kinderjaren van Bryce met didactische doeleinden door Peru met een verzameling ‘Kunst-und Wunderkammer’ objecten. Bryce, die op 19 jarige leeftijd naar Europa verhuisde, beschouwt de gigantische verzameling tekeningen die hij vanaf 1994 begon te maken, evengoed als objecten die thuishoren in een ‘Museum van het kijken’. Ze vormen het uitgangspunt van waaruit verschillende perspectieven, geschiedsinterpretaties, en ideologieën worden ontleed. Bryce beschrijft zijn werkmethode als ‘mimetic analysis’: door het selecteren en overnemen van historische bronnen ontdoet hij ze van hun context en geeft hij zichzelf en de toeschouwer de kans om ze te herinterpreteren.
Fragment van Südsee, serie van 89 tekeningen, inkt op papier, 2007
De aura van een kunstwerk
Van het inmiddels encyclopedische oeuvre van Bryce toont het museum twee series van prachtige, strakke, minimalistische inkttekeningen in een stijl die doet denken aan die van Raymond Pettibon. Eyes of the Pacific en Südsee (2007) zijn gewijd aan de Europese koloniale banden met de eilanden in de Zuidzee. Het toont indrukwekkende tekeningen van zowel afbeeldingen als teksten uit 19e eeuwse Europese etnografische boeken. De serie Walter Benjamin (2002) vestigt de aandacht op het leven van deze cultuurfilosoof (1892-1940), waarvan in 1936 het essay Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid werd gepubliceerd. Hierin beschrijft Benjamin zijn ideeën over de afnemende kracht van een kunstwerk wanneer het gereproduceerd wordt, het zogenaamde auraverlies. Dat Bryce hem heeft uitgekozen is geen toeval. Benjamins ideeën zijn zeker niet aan Bryce voorbij gegaan. In plaats van de bronnen te kopiëren, neemt Bryce alles op nauwgezette wijze in zwarte inkt over. Van auraverlies is hierdoor geen sprake; het is immers geen kopie maar een nieuw kunstwerk.
Visión de la pintura occidental, serie van 39 fotografische reproducties en 96 tekeningen, inkt op papier, 2002
Een kritische visie
Ook Visión de la pintura Occidental is beïnvloed door het gedachtegoed van Benjamin. De installatie is gebaseerd op een collectie van een Peruaans museum dat louter reproducties van Westerse kunstwerken bezat en kan gezien worden als een speelse kritiek op het cultureel kolonialisme. Het zogenaamde Museo de Reproducciones Pictóricas (MRP) was een educatief initiatief van UNESCO. Het hierop gebaseerde kunstwerk bestaat uit 39 fotografische kleurenreproducties van Westerse kunstenaars van Van Eyk tot Picasso en 96 nauwkeurig overgenomen Spaanstalige brieven uit het archief van het MRP. Met Benjamin nog in gedachten rijst het vermoeden dat er wederom met de aura van kunstwerken gespeeld wordt. Een aura die de brieven verkregen doordat Bryce ze ‘overtekende’ en die, dankzij de intentie van de kunstenaar hersteld werd, doordat de tentoonstelling niet de originele fotoreproducties laat zien maar een kopie van de eerste reproductie. Zoals de Cubaanse kunsthistoricus Gustavo Buntinx opmerkt in zijn tekst A museum of the (Neo)Colonial Gaze, bewijst Bryce Europa met deze installatie in feite een ‘wederdienst’. Met de toegevoegde ironie dat wij hier een kopie van de originele reproductie te zien krijgen, zoals Peru een kopie van het origineel geschonken was.
Fernando Bryce. An Approach to the Museo Hawai
Gezien in: Museum het Domein in Sittard,Nog te zien tot: zondag 21 juni 2009
Misschien ook iets voor u
Machtsstrijd in de boksring
.
Feitelijk gaat Rocco en zijn broers voortdurend over macht, over wie de dienst uitmaakt. Simone is verliefd op het hoertje Nadia, maar Nadia wordt verliefd op zijn broer Rocco. Simone maakt de verwachtingen als bokser niet waar, Rocco wint wedstrijd na wedstrijd. In een familie die elkaar het licht in de ogen niet gunt, kan dat niet goed gaan. Toneelgroep Amsterdam maakt van dit hardhandige verhaal een indrukwekkende voorstelling.
~
Van Hove zet een traditionele Italiaanse familie neer. Vader is overleden, moeder kan zich met haar zoons niet handhaven in het arme zuiden. Ze trekken daarom naar het noordelijke Milaan, waar al een broer woont. Moeder (Celia Nufaar) sjouwt demonstratief rond met een Pietà-beeld: Moeder Maria, met in haar armen haar dode zoon Jezus.
Jaloers
Deze fatalistische, hysterische moeder zet de toon in het gezin. Zij eist dat de broers elkaar helpen, maar tegelijkertijd misgunnen de familieleden elkaar ieder beetje geluk, en maken ze elkaar ongeveer af. Ze hebben geen rooie cent te makken. Ze moeten per dag afwachten of ze werk hebben. De broers slapen zelfs met zijn allen in één groot bed. Maar niet het harde leven is hun grootste vijand, dat is hun eigen familie, hun vrienden, hun constant tierende moeder, hun jaloerse broers. Doet je broer of zoon niet wat je wilt? Dan scheld je hem uit, slaat hem verrot, misgunt hem dat hij een kind krijgt. In het ergste geval verkracht je zijn vriendin: je zult hoe dan ook het geluk van de ander breken.
Het is geen makkelijke opgave om van een filmverhaal een toneelverhaal te maken. Onvermijdelijk heb je een veelheid aan locaties en verhaalfragmenten. Scenograaf Jan Versweyveld heeft dit probleem buitengewoon vernuftig en overtuigend opgelost. Midden in de zaal staat een vierkant podium annex boksring, waarop vooral de diverse machtstrijden worden uitgevochten. Aan vier rechte kanten daarvan zit het publiek op tribunes. Op de hoeken staan vier ‘woontorens’, elk drie verdiepingen hoog. Die verdiepingen verbeelden huizen, plaatsen.
Naar het hart
~
Daar staat een ensemble van acteurs tegenover dat enorm aan elkaar gewaagd is en het beste in elkaar naar boven halen. Vooral van de combinatie Simone (Hans Kesting) en Nadia (Halina Reijn), springen de vonken af. Rocco is een mooie kwetsbaar-lompe rol van Fedja van Huêt. Opvallend sterk is Fred Goessens als de emotionele boks-coach Cecchi. Rocco en zijn broers is een van de interessantste en sterkste voorstellingen van dit seizoen.
Rocco en zijn broers is tot en met 16 mei 2009 te zien, alleen in Amsterdam. Klik hier voor meer informatie over deze voorstelling.
Toneelgroep Amsterdam - Rocco en zijn broers
Artiest: Toneelgroep AmsterdamGezien op zondag 03 mei 2009 in Rabobank zaal, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
Koud, kouder, doorkauwen en slikken
‘Als jij je van kant maakt, pis ik op je graf’, is de rustige conclusie van Petrik tegen zijn zwangere vrouw Friderike vlak voordat ze zijn slang opeet, het beest weer uitkotst en bij hem weggaat. Als ze aankomt bij haar zus Betsi en diens kreupele man Ringo, is een warm onthaal onmogelijk in het zweterige geel betegelde ziekenhuis decor vol koude emotie en zelfwroeging. Dan ontstaat er een lange rit aan onderkoeld bijten en zuigen.
~
Uitzichtloosheid
De personages zijn statisch, ze nemen houdingen aan die plaatjes vormen op het podium. Gaan zitten of liggen op cue. Een groot deel van het einde ligt Petrik aan de zijkant koortsachtig te slapen.
De scènewisselingen worden vormgegeven door een langzaam bevriezen van de een en het wakker worden van een ander. Alsof het moet, alsof ze letterlijk aan de beurt zijn. Een goede vondst van regie stagiair Annechien de Vocht, afstuderend maker aan de Toneelacademie Maastricht, is het stoïcijns platdrukken van een babykatje in een doosje. Het idee is zo gruwelijk en tegelijkertijd rustig uitgevoerd dat het publiek siddert van afgrijzen. De beelden zijn krachtig, de kostuums en het decor waar niemand uit kan via de zijkant zet alles tegelijkertijd zowel in de ijskast als in de oven, maar dan.
Hopen op de humor
De overlevingsdrang in tijden van wanhoop wordt niet gevoeld, de hunkering naar liefde en menselijkheid wordt wel uitgesproken maar niet geloofd. De teksten van Marius von Mayenburg zijn rauw en zwartgallig, met een dosis zwarte humor. Het probleem is dat deze door de spelvorm te weinig naar voren komt. Het collectief doet hun teksten grotendeels alsof ze die voorlezen, een duidelijke vormkeuze om als publiek volledig onderkoeld te raken. Daarmee worden de personages afgeschreven. De uitzichtloosheid is duidelijk, daarna gunt niemand ze meer iets. Jorre Vandenbussche als Ringo onderscheidt zich door een sporadisch naar de hemel uitgesproken monoloog te voeren waarin hij zich iets herinnert dat een lichtje in zijn ogen teweeg brengt. Ook zijn poging echt uit de rolstoel te ontsnappen raakt aan wat het publiek nodig heeft om mee te gaan in de uitzichtloosheid. Maar omdat hij eerder wel uit zijn rolstoel stapt om een seks aanbod kil af te wijzen, of het nou in een droom is of niet, maakt zijn daadwerkelijke ontsnappingspoging te weinig te laat.
~
Parasieten is geen avond leuk theater. Zo is het ook niet bedoeld, maar de stapeling van tekst, spelvorm en decor doet de spiraal naar uitzichtloosheid niet naar binnenslaan bij het publiek. De Parasieten op het podium zijn halfdood, nog levend genoeg om als het publiek weg is weer verder te zuigen. Uitgeblust verlaat het publiek de zaal.
Parasieten is van 5 tot en met 30 mei te zien in het Nationale Toneel Gebouw en van 2 tot en met 6 juni in Frascati Amsterdam.
Het Nationale Toneel - Parasieten
Artiest: Het Nationale ToneelGezien op donderdag 07 mei 2009 in Nationaal Toneel Gebouw, Den Haag
Misschien ook iets voor u
Smeltkroes
Amsterdam staat bekend om vele dingen. Onder andere om haar vele aanwezige etniciteiten. En waar komt dat beter tot uiting dan op een muziekpodium? In de Melkweg kon men op 4 mei zodoende genieten van een Belgisch voorprogramma bij een hoofdact uit New York.
~
De ‘oude zaal’ in de Melkweg is al aardig gevuld tijdens het voorprogramma van de sympathieke jonge Belg Erkens. Met zijn zestien jaar is deze jeugdige singer-songwriter niet bepaald een oude rot in het vak. Maar dat wil niet zeggen dat we hier niet met een ervaren muzikant te maken hebben. Erkens staat zelfverzekerd op het podium en speelt zijn nummers alsof hij dit al eeuwen doet. Echter wel met een sympathieke jeugdige uitstraling. Een uitstraling die je meteen voor hem inneemt. Hier staat iemand die plezier heeft in zijn vak en dat vol overtuiging maar tegelijkertijd heel ingetogen op zijn publiek overbrengt. Een beter voorprogramma voor Ingrid Michaelson was haast niet mogelijk geweest.
~
Amsterdam
En dan blijkt Amsterdam er wederom al haar clichés tegenaan te gooien. De grachten, de sexshops en de wiet passeren weer allemaal de revue als Michaelson aangeeft wat haar die dag in Amsterdam is opgevallen. Maar deze keer ook iets anders: ‘What’s it with all these little leaves?’ Een vraag die je niet zo vaak hoort als je buitenlanders over Amsterdam hoort praten. Michaelson is uitermate verbaasd over al die kleine zaadjes die de bomen de lucht in strooien en die zich overal op straat in dikke bergen ophopen. En juist deze verwondering over alledaagse gebeurtenissen maakt een muziekbeoefenaar misschien wel tot een geslaagd muzikant. Het verwoorden van alledaagse fenomenen tot een poëtisch geheel is tenslotte niet voor iedereen weggelegd.
~
Zowel Erkens als Michaelson zijn artiesten van het kleine lied die zich ook op het grote podium staande weten te houden. Twee sympathieke muziekliefhebbers die hun passie uitstralen en over weten te brengen op de luisteraar. We zullen zeker nog meer van beide muzikanten gaan horen. En dat is maar goed ook. Want niet alleen Amsterdam verbroedert. Muziek doet dat ook. En Erkens en Michaelson doen dat zeker.
Ingrid Michaelson, Jasper Erkens
Gezien op maandag 04 mei 2009 in Melkweg, AmsterdamLink: Ingrid Michaelson (MySpace)
Misschien ook iets voor u
Slechts deels een sterk werk
In de academische wereld geldt Wiel Kusters als de belangrijkste pleitbezorger van Gerrit Kouwenaar. Kusters plaatste Kouwenaar, die met de Vijftigers tot 1972 en later zelfstandig flink aan de weg timmerde, met drie doorwrochte publicaties op de literatuurwetenschappelijke kaart. Naast zijn beschouwend werk, publiceerde Kusters verscheidene bundels, waaronder kinderpoëzie. Zielverstand is Kusters’ meest recente werk.
, met drie doorwrochte publicaties op de literatuurwetenschappelijke kaart. Naast zijn beschouwend werk, publiceerde Kusters verscheidene bundels, waaronder kinderpoëzie. Zielverstand is Kusters’ meest recente werk.
De bundel bestaat uit vier delen. In de laatste drie delen is een eenheid te onderscheiden. In het eerste deel ‘Langzame wals’ is die ver te zoeken. Niet alleen is er inhoudelijk weinig dat de gedichten bindt: ze gaan over taal, locaties en herinneringen, ook qua stijl zijn de gedichten heel verschillend. De eerste twee doen sterk denken aan de compacte, taalgerichte gedichten van Kouwenaar, dan volgt een drietal dat verwant lijkt aan de poëtische notities van Judith Herzberg, weer iets verderop vind je narratieve gedichten die wat weg hebben van Jaap Harten’s werk.
Eenheid
In het tweede deel, ‘School der poëzie’, is wel een eenheid te onderscheiden, een inhoudelijke: alle gedichten hebben poëzie en de wereld die zich daar omheen wentelt – die van de dichters, festivals en instituten – als thema. Hier vind je een aantal opdrachten aan andere auteurs, zoals aan Kouwenaar en Franz Budé. In ‘Gedichtendagen’, het derde deel van de bundel, is sprake van eenheid doordat het bestaat uit overwegend rijmende vijfvoetige jambische sonnetten.
‘Wedloop’, het vierde deel van de bundel, bestaat uit één langgerekt gedicht over de marathon. De geschiedenis van deze atletische discipline en anekdotische weetjes wisselen elkaar af. Ondertussen word je bekendgemaakt met het doorzettingsvermogen en afzien dat marathonlopen van je vergt. Het gedicht is wel aardig totdat je de laatste pagina van het gedicht omslaat: het blijkt uiteindelijk allemaal te doen om een voortijds overleden jongen. Dan blijkt het gedicht toch aanmerkelijk sterker dan in het eerste instantie leek.
Wak
Een aantal gedichten echter is weinig concreet. Dat is jammer: het maakt ze tot gedichten waar je bij had moeten zijn. Het gedicht ‘Wak’ illustreert deze lacune:
Het gedicht laat je met veel vragen achter: over wat voor wak gaat het? Hoezo ontredderd? Wat wordt bedoeld met de kou die ons niet sloeg noch samen droeg? Welke kou was dat? Hoe beef je een wak wijder als je erin staart?
Rijm
Al zit een zeker deel van de rijmende gedichten goed in elkaar, een ander deel neigt spijtig genoeg naar rijmdwang, net als het hierboven besproken ‘Wak’ overigens. Ook de eerste strofe van het sonnet ‘In gesprek’ laat dit haarscherp zien:
Het is al bij de eerste regel duidelijk dat het om een telefoongesprek gaat tussen een moeder en een zoon. De enige legitieme functie van het woord ‘zoon’ is het rijm. Wanneer het woord in het gedicht nogmaals terugkeert, wordt het zelfs ronduit sentimenteel:
Ondanks verschillende interessante gedichten is Zielverstand niet zo solide als Kusters’ literatuurwetenschappelijk werk. De rijmdwang en sentimentaliteit die bij vlagen opkomt, stellen teleur, evenals de soms zeer algemene uitspraken die je in zijn gedichten her en der tegenkomt. Dat is erg jammer.
Prijs: 17,95
Bladzijden: 64
ISBN: 978 90 214 7042 9
Misschien ook iets voor u
Matseballen en herinneringen aan een verloren wereld
.
Begin jaren zeventig verscheen Hilsenraths De nazi en de kapper, een ontluikende roman waarin de banaliteit van het fascisme zonder scrupules en op satirische wijze uit de doeken wordt gedaan. De Arische Max Schulz probeert zijn oorlogsmisdaden te verbloemen door na de oorlog de identiteit van zijn Joodse buurjongen en vriend Itzig Finkelstein over te nemen. Aan het eind drijft Hilsenrath het verhaal op de spits door ex-SS’er Schulz naar Israël te laten emigreren, waardoor hij tussen zijn voormalige slachtoffers komt te leven. Het boek veroorzaakte destijds een storm van protest en in West-Duitsland was geen enkele uitgeverij bereid de roman te publiceren. Jonathan Littell bewees recentelijk dat er nog steeds een taboe rust op het thema — met de aantekening dat Edgar Hilsenrath zelf slachtoffer was van de Shoah. Meer dan twintig jaar later schreef Hilsenrath De thuiskomst van Jossel Wassermann. Die roman is een satire noch een provocatie, maar een literair monument waarop de namen prijken van Joden die minder geluk hadden dan Hilsenrath.
Verloren maar nooit vergeten
Alle Joodse inwoners van het sjtetl Pohodna, gelegen in de historische regio Bukowina, zitten opeengepakt in treinwagons, als waterdrager Jankl begint te vertellen over de erfenis van zijn oom in Zwitserland: Jossel Wasserman. Jossel had ook in een van die wagons kunnen zitten, ware het niet dat hij Pohodna tijdens de Eerste Wereldoorlog had verlaten en dat hij aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog zijn laatste adem uitblies. Jankl en zijn dorpsgenoten zouden binnen afzienbare tijd ook hun laatste adem uitblazen: ‘Ze reden in oostelijke richting. Het oosten ligt daar waar de zon opkomt, ook al is het voor de laatste keer.’
Als de trein in beweging komt en uit het zicht verdwijnt, gaan ‘varkensetende gojim’ (Joodse benaming voor niet-Joden) de huizen van de Joden plunderen op zoek naar kostbaarheden. De rabbijn is er niet rouwig om: ‘De gojim zijn dom. Ze plunderen nu onze huizen. En ze graven in onze tuinen. En ze denken dat we alles wat we bezaten achterlaten hebben.’ Het ongelijk van de plunderaars ligt in het feit dat het meest kostbare bezit van de Joden, hun geschiedenis is. Die geschiedenis zal altijd voortleven, want hij wordt doorverteld en verspreid – al was het maar door de wind die meeluistert. Jankl vertelt in de trein het levensverhaal van zijn oom Jossel, dat hij op zijn sterfbed dicteerde aan zijn advocaat en notaris. Op die dag, die rook als ‘de laatste dag’, kwam een bijzondere en ontroerende familiegeschiedenis, in geuren, kleuren en met humor tot leven.
Omdat mijn ogen nog half dichtzaten en ik ook niet meteen helemaal helder was, zag ik niet onmiddellijk wie daar zat. Ik dacht alleen: het ziet eruit als een matsebal, een reusachtige matsebal die de hele clubfauteuil vult. Een bal dus. En op die bal zat of kleefde nog een bal, een tweede, een tweede matsebal, een kleinere, met zwarte ogen en zwart haar. Vreemd. Matseballen hebben toch geen haar en geen ogen? Toen wreef ik mijn ogen uit en wist wie ik zag: de dochter van reb Honingmann. (…) ‘Ik hou niet van dikke vrouwen,’ zei oom Jossel, ‘maar dikke vrouwen houden van mij.’
Lichtvoetig
De manier waarop Hilsenrath zijn pen hanteert, is wederom een genot om te lezen: zijn schrijfstijl is sierlijk en vloeiend, de toon ironisch en niet melodramatisch. Het verhaal dat hij Jossel laat vertellen klinkt overigens bekend: Jonathan Safran Foer schreef in Alles is verlicht een petit histoire over het gemoedelijke en onbekommerde leven in een Oost-Europese sjtetl voordat pogroms en deportaties die wereld verloren deed gaan. Dit werk inspireerde Hilsenrath overigens niet, hij schreef het origineel immers al in 1993.
Ook wordt er in De thuiskomst van Jossel Wassermann voorbijgegaan aan de verschrikkingen die de sjtetl troffen toen de Duitsers dood en verderf zaaiden, daar heeft Hilsenrath in De Nazi en de kapper al voldoende over uitgeweid. In dit boek wordt een verloren wereld tot leven gebracht, en de auteur levert daarmee een blijvende bijdrage aan de geschiedenis van Joodse sjtetls, de 613 geboden, rozenwater, gezouten haring, brandenwijn, Pesach en matseballen…
Prijs: 21,95
Bladzijden: 271
ISBN: 9789041414359
Misschien ook iets voor u
Vergeten en verguisde cinema
/ 0 Reactiesdoor: Anouk Werensteijn0 SterrenFilmliefhebbers kunnen sinds de komst van de dvd zonder veel moeite een inhaalslag maken met talloze hoogtepunten uit de cinemageschiedenis. Maar door het gigantische aanbod is het koren soms moeilijk van het kaf te scheiden. Sommige topfilms zijn ondergesneeuwd door bekendere titels; andere zijn (nog) niet eens op dvd beschikbaar. De filmcritici van 8WEEKLY maken een maandelijkse selectie van onterecht vergeten of verguisde topfilms. Deze maand: John McTiernans ondergewaardeerde Last Action Hero.
In 1993 kwam het door John McTiernan (Die Hard) geregisseerde Last Action Hero uit. De als actiespektakel gepromote film stuitte op veel negatieve reacties van critici en worstelde met lage bezoekerscijfers. Maar was dit wel terecht?
~
Herschreven
De voornaamste kritiek op Last Action Hero was dat de film er niet in slaagde het actiegenre te combineren met satire, en dat daardoor beide genres niet geheel uit de verf kwamen. Daarnaast werd de beschuldiging gedaan dat de film een slap aftreksel was van Woody Allens The Purple Rose of Cairo (een acht jaar oudere film met een totaal andere invalshoek). In tegenstelling tot deze film zou Last Action Hero er niet in slagen de gimmick van het verhaal te overstijgen. Daarbij kwam ook nog dat de film één week voor Spielbergs succesvolle blockbuster Jurassic Park werd uitgebracht. Maar niet alleen de slechte bezoekerscijfers en kritieken speelden de film parten. Het originele script van Zak Penn werd, tegen zijn zin, rigoureus herschreven en voldeed niet meer aan de initiële opzet van de scenarist. Deze had een film voor ogen die zich meer richtte op de cyclus van geweld rondom de actieheld, en de invloed van het geweld op de jonge hoofdpersoon. Dit concept ligt er in het originele script dan ook dubbeldik bovenop. Dat was een aaneenschakeling van gewelddadige actiescènes, een humorloze les in moraliteit. Danny is een stuk ouder en beweegt zich vloekend en schietend door het verhaal. Met Penns script was dit een totaal andere film geworden, maar niet per se een betere.
~
Satire
Hoewel we ons als kijker op een bepaald niveau bewust zijn van het feit dat wat we in films zien niet realistisch is, zijn wij een groot aantal verzonnen zaken voor waar aan gaan nemen. Last Action Hero wijst ons er op een simpele manier nog maar eens op dat we met kritische ogen moeten kijken naar de beelden die ons voorgeschoteld worden.
~
Gimmick
~
Last Action Hero is een film die voornamelijk draait om de lol, en niet pretendeert meer dan dat te zijn. McTiernan beschikt over een flinke dosis humor, zelfspot en inventiviteit, wat zeker gewaardeerd zou mogen worden. De film zit vol met bijzonder vermakelijke momenten en is een luchtige klucht over de clichés die we allemaal zo sterk herkennen, bekritiseren, en tegelijkertijd gretig met grote lepels naar binnen werken. Misschien lag het tegenvallende succes inderdaad aan de gelijktijdige release van Spielbergs Jurassic Park, of is deze film enkel vanuit een nostalgisch oogpunt te waarderen. Wat ook de reden mag zijn voor de stigma’s die aan deze film verbonden zijn, Last Action Hero is totaal onterecht verguisd.
Deze film is op dvd verkrijgbaar (Sony Pictures Home Entertainment).
Lees hier deel 1 (Testament), deel 2 (Your Friends & Neighbours) en deel 3 (13 Conversations About One Thing) van deze serie.
Misschien ook iets voor u
De held zit net te poepen
.
Opvallend in deze roman van reisschrijver Ruys zijn de omslachtige en onnauwkeurige formuleringen. Neem de volgende zin halverwege het boek:
Met deze ingewikkelde krukzin probeert Ruys kennelijk duidelijk te maken dat de ik–figuur niet heel ongeduldig van aard is. Zou het niet sterker zijn als hij in rake bewoordingen aangeeft wat de ik–persoon wél is en dat liefst op een beeldende wijze? ‘Showing, not telling’ heet dat in de schrijfkunst. Ruys doet consequent het omgekeerde.
Het verhaal is de liefdesgeschiedenis van de held, die reiziger en schrijver is, en de fotografe Esther. Deze liefde wordt in superlatieven beschreven. Wanneer de held aan haar denkt, komen er ‘visioenen’ voor zijn geestesoog. Als ze vrijen, bevinden ze zich in een ‘staat van verrukking’, ze ‘versmelten’ en ‘worden één lichaam’, ‘een octopus’ (acht ledematen aan één lichaam) of ‘een Siamese tweeling’ (twee zielen in een lichaam). Daarnaast beschrijft Ruys de relatie tussen de held en zijn zeer dierbare overleden vader.
Bange schijterd
Deze roman laat zich op twee manieren lezen. De eerste is dat de lezer aanneemt dat de held een boeiend personage is. Hij reist immers over de wereld en houdt zich als schrijver intensief met literatuur bezig. Er ontstaat een stormachtige liefdesrelatie met de fotografe Esther, maar die mislukt en de held valt terug in zijn solitaire bestaan. Deze lezing is echter niet goed vol te houden. Als reiziger blijkt de held een voorkeur te hebben voor nogal veilige bestemmingen. Hij zoekt vooral natuurbeleving en rustieke oorden. Hij lijkt een man te zijn die niet reist om de wereld tegemoet te treden, maar die juist te ontwijken. Ook de literatuur die hij leest is weinig avontuurlijk: J.C. Bloem, J.H. Leopold, M. Nijhoff. Weinig buiten de gecanoniseerde literatuurlijst.
Een andere manier om dit boek te lezen is om ervan uit te gaan dat Ruys dat allemaal met opzet doet. Het leven dat de held leidt is een pose; reizen, schrijven en lezen, het lijkt heel wat, maar stelt uiteindelijk weinig voor. Zo vertelt hij Esther van een subliem moment in Indonesië, maar dat lijkt zo uit een B–film te komen. De held is in wezen een bange man, wil Ruys zeggen, alleen Esther confronteert hem met het echte leven. De passie die tussen hen ontstaat, is geen pose, maar echt. Dat hij daar niet geschikt voor is, wordt wel duidelijk tijdens een vakantie in een onbedorven deel van Portugal. Esther komt in een riskante situatie terecht, maar de held doet niets omdat hij op dat moment net zit te poepen. Zowel Esther als hijzelf ziet in dat hij in de kern een bange schijterd is.
Het is niet helemaal duidelijk of Ruys deze tweede lezing werkelijk beoogde. De lezer moet het boek er wel voor naar zijn hand zetten. Maar als de held als werkelijk interessant bedoeld is, komt dat slecht uit de verf. Daarvoor is hij te oppervlakkig. Misschien wist Ruys zelf ook niet helemaal wat hij wilde schrijven, anders had hij dat wel wat preciezer gedaan.
Prijs: 19,90
Bladzijden: 287
ISBN: 978 90 45002132
Misschien ook iets voor u