Boeken / Fictie

Slechts deels een sterk werk

recensie: Wiel Kusters - Zielverstand

In de academische wereld geldt Wiel Kusters als de belangrijkste pleitbezorger van Gerrit Kouwenaar. Kusters plaatste Kouwenaar, die met de Vijftigers tot 1972 en later zelfstandig flink aan de weg timmerde, met drie doorwrochte publicaties op de literatuurwetenschappelijke kaart. Naast zijn beschouwend werk, publiceerde Kusters verscheidene bundels, waaronder kinderpoëzie. Zielverstand is Kusters’ meest recente werk.

, met drie doorwrochte publicaties op de literatuurwetenschappelijke kaart. Naast zijn beschouwend werk, publiceerde Kusters verscheidene bundels, waaronder kinderpoëzie. Zielverstand is Kusters’ meest recente werk.

De bundel bestaat uit vier delen. In de laatste drie delen is een eenheid te onderscheiden. In het eerste deel ‘Langzame wals’ is die ver te zoeken. Niet alleen is er inhoudelijk weinig dat de gedichten bindt: ze gaan over taal, locaties en herinneringen, ook qua stijl zijn de gedichten heel verschillend. De eerste twee doen sterk denken aan de compacte, taalgerichte gedichten van Kouwenaar, dan volgt een drietal dat verwant lijkt aan de poëtische notities van Judith Herzberg, weer iets verderop vind je narratieve gedichten die wat weg hebben van Jaap Harten’s werk.

Eenheid
In het tweede deel, ‘School der poëzie’, is wel een eenheid te onderscheiden, een inhoudelijke: alle gedichten hebben poëzie en de wereld die zich daar omheen wentelt – die van de dichters, festivals en instituten – als thema. Hier vind je een aantal opdrachten aan andere auteurs, zoals aan Kouwenaar en Franz Budé. In ‘Gedichtendagen’, het derde deel van de bundel, is sprake van eenheid doordat het bestaat uit overwegend rijmende vijfvoetige jambische sonnetten.

‘Wedloop’, het vierde deel van de bundel, bestaat uit één langgerekt gedicht over de marathon. De geschiedenis van deze atletische discipline en anekdotische weetjes wisselen elkaar af. Ondertussen word je bekendgemaakt met het doorzettingsvermogen en afzien dat marathonlopen van je vergt. Het gedicht is wel aardig totdat je de laatste pagina van het gedicht omslaat: het blijkt uiteindelijk allemaal te doen om een voortijds overleden jongen. Dan blijkt het gedicht toch aanmerkelijk sterker dan in het eerste instantie leek.

Wak
Een aantal gedichten echter is weinig concreet. Dat is jammer: het maakt ze tot gedichten waar je bij had moeten zijn. Het gedicht ‘Wak’ illustreert deze lacune:

En later komen dan de jaren
waarin we wie wij samen waren
ontredderd in een wak zien staren

omdat de kou die ons niet sloeg
ons beiden ook niet samen droeg
het vlies verbrak zich veel te vroeg

ik wil niet wedden dat ik leef
ik wil jou warmen die mij wreef
als ik ons wak straks wijder beef

Het gedicht laat je met veel vragen achter: over wat voor wak gaat het?  Hoezo ontredderd? Wat wordt bedoeld met de kou die ons niet sloeg noch samen droeg? Welke kou was dat? Hoe beef je een wak wijder als je erin staart?

Rijm
Al zit een zeker deel van de rijmende gedichten goed in elkaar, een ander deel neigt spijtig genoeg naar rijmdwang, net als het hierboven besproken ‘Wak’ overigens. Ook de eerste strofe van het sonnet ‘In gesprek’ laat dit haarscherp zien:

Mijn moeder huilde aan de telefoon.
‘Waar ben je toch, je bent steeds in gesprek.’
Ik was haar uitkomst, want ik was haar zoon.
‘Dat tuut-tuut-tuut van jou, maakt me gek.’

Het is al bij de eerste regel duidelijk dat het om een telefoongesprek gaat tussen een moeder en een zoon. De enige legitieme functie van het woord ‘zoon’ is het rijm. Wanneer het woord in het gedicht nogmaals terugkeert, wordt het zelfs ronduit sentimenteel:

‘Ik kom straks langs,’ heb ik je gauw beloofd.
‘Ik heb nog wel, ik breng je dadelijk wat.’
Ik was jouw zoon, ik gaf jou nooit de borst.

Ondanks verschillende interessante gedichten is Zielverstand niet zo solide als Kusters’ literatuurwetenschappelijk werk. De rijmdwang en sentimentaliteit die bij vlagen opkomt, stellen teleur, evenals de soms zeer algemene uitspraken die je in zijn gedichten her en der tegenkomt. Dat is erg jammer.