Boeken / Achtergrond
special: De 30e Nacht van de Poëzie, Stadsschouwburg Utrecht

‘Eén nacht waarin mensen gewoon hun kop houden en naar een dichter luisteren’

De Nacht van de Poëzie vierde dit jaar haar 30e editie. Sinds de Nacht niet meer in Vredenburg plaatsvindt vanwege de verbouwing, wordt gefluisterd dat ze over haar hoogtepunt heen is. De Nacht is echter nog lang niet dood.

Dat is in elk geval bij voorbaat de stellige overtuiging van dichter, organisator en presentator Ingmar Heytze. Gevraagd naar wat dit poëziefestival bijzonder maakt, begint Heytze onmiddellijk over de noodzaak van de Nacht: ‘Eén nacht waarin mensen gewoon hun kop houden en naar een dichter luisteren, dat is noodzaak in deze tijden waarin iedereen door elkaar schreeuwt.’ Voor Heytze is het ‘een levende bloemlezing’. Vanaf de eerste editie in 1979 is de organisatie er elke keer in geslaagd om de bekendste en de meest veelbelovende dichters uit het Nederlandse taalgebied op te laten treden. Voor vele jonge dichters, onder wie Heytze zelf, is de Nacht van de Poëzie een leerschool geweest, dé manier om te horen hoe gedichten echt bedoeld zijn.

Waarheen, waarvoor
Voor de jubileumeditie zijn niet alleen levende legendes Deelder, Komrij en Schippers uit de kast getrokken, ook zijn de gestorven dichters Willem Wilmink, M. Vasalis en Jotie ‘t Hooft naar de Utrechtse Stadsschouwburg gehaald. De organisatie overwoog nog om ook Hugo Claus als onsterfelijke dichter te laten optreden, via het lichaaam van Jan Decleir, maar besloot uiteindelijk dat Claus’ stoffelijk overschot nog te vers was. Zo werd dit de eerste nacht waarin Claus noch Kopland optrad.

Het verlies van grandeur wordt verbloemd en tegelijkertijd onderstreept door de imposante maar nostalgische openingsact: om acht uur vult het blaasorkest van het Leger des Heils het podium, blinkend in de rode spots. Als het orkest ‘Amazing Grace’/‘Waarheen, waarvoor’ speelt lijkt de toon gezet: hoop en wanhoop gaan op deze dertigste Nacht, net als onder dit kabinet, hand in hand.

Poëzie waar je niet bang voor hoeft te zijn
De smaak van de organisatie blijkt echter al snel overwegend lichtvoetig. Veruit de meeste dichters presenteren opvallend toegankelijk werk, eenvoudige zinnen in heldere taal, met vaak tegen het einde een clou waar je om zou kunnen lachen. Dat doet het publiek ook, voorzichtig bij de prozagedichten van debutante Lieke Marsman, harder bij de lofzang op een majorette van Koenraad Goudeseune, voluit bij de vertaalde gedichten van Billy Collins, enthousiast gebracht door Kees van Kooten, en bij K. Schippers’ lijst met dingen die je maar kort hoeft te onthouden (‘de stem van een vrouw die verkeerd verbonden is’). Het voelt als een lacune dat de hele nacht lang niet één hermetisch gedicht wordt voorgedragen – of dit moet zijn gebeurd toen ik even weg was, de Nacht kent immers geen pauzes, alleen entre’acts.

Af en toe word je er gelukkig wel aan herinnerd dat poëzie meer is dan vermaak. De gitzwarte gedichten van de jong aan een overdosis overleden Jotie ‘T Hooft – perfect vertolkt door dichter Daniël Vis, die voor de gelegenheid zijn haar heeft laten groeien en zijn baard heeft afgeschoren – maken indruk. Als bij ‘T Hooft in een gedicht hoop doorbreekt moet je er bijna van janken: ‘Er zijn momenten waarop ik eeuwenlang/ mijmerend volmaakt gelukkig ben:/ wanneer ik dan mijn handen op de aarde leg/ zijn het kleine handen.’

Reinbert de Leeuw

Reinbert de Leeuw

Tussen de regels
Wat ook indruk maakt zijn de entre’acts, die meer tot de verbeelding spreken dan veel van de gedichten. Wie deze intermezzi heeft gebruikt als drinkpauzes, heeft wat gemist. De combinatie van het verstilde pianospel van Reinbert de Leeuw en zijn verschijning – een magere, oude man achter een grote vleugel, zijn sneeuwwitte haren nog witter in het licht van de spot, een kunstmatige sterrennacht achter zich – is magisch, al wordt die magie doorbroken elke keer als de deur van de grote zaal opengaat om een bezoeker naar binnen of buiten te laten.

Acrobaat Alexander Vantournhout heeft de pech na Gerrit Komrij op te treden voor een leeggelopen zaal, maar wie is blijven zitten wordt gehypnotiseerd door zijn kunsten in een metalen ring. Het applaus is luider dan bij Komrij. En Leon Giesen komt met het mooiste verhaal van de avond als hij in een muzikale minidocumentaire de akkoorden van de toeters van Amerikaanse treinen onthult.

Poetry slam
Doordat de volgorde van de programmering vantevoren niet wordt vrijgegeven, weet je als bezoeker niet wie op welk moment op zal treden in de grote zaal. Aangezien de Nacht tot drie uur ‘s nachts duurt, is het onvermijdelijk dat je dichters, of in elk geval zangers, zult missen. Het is ook vrijwel onvermijdelijk dat na een tiental dichters je concentratie verslapt en het een grote brij begint te worden, met zo af en toe een mooie of leuke zin die eruit springt.

Als tegen 2 uur Bob Fosko het podium betreedt is het publiek, ondanks dat het percentage grijsharigen aanzienlijk geslonken is, dan ook behoorlijk ingedut. Fosko weet daar met zijn simpele verzen weinig verandering in te brengen, maar hij heeft zijn laatste gedicht nog niet voorgedragen of er komt een blaaskapel van jongens met leggings en pruiken de zaal binnenstormen. Het is de heavy metal marching band Blaas of Glory, die de normen van de beleefdheid tart om in welkome chaos de finale van de poetry slam aan te kondigen.

Blaas of Glory

Blaas of Glory

De hele avond was er al in de kleinere Blauwe Zaal – expres smakeloos versierd met Halloweenprullaria – gestreden tussen jonge(re) dichters om het hardste applaus, waarbij het niveau varieerde van tenenkrommend tot briljant. De finale tussen Boris de Jong en Kira Wuck wordt een genadeloze slachting: terwijl de schattige Kira hakkelend naar haar A4’tjes staart, weet weirdo Boris uit zijn hoofd bruut geweld tot gedichten om te vormen, zonder een moment van twijfel. Toch duurt het tellen van de stemmen lang, Boris’ theatrale persoonlijkheid en waarschijnlijke drugsgebruik zijn niet aan iedereen besteed. Hij wint nipt.

03:18:17
Opdat het overgebleven publiek geen kans krijgt weg te zakken, gaat Blaas of Glory energiek door met het vercarnavallen van hardrock klassiekers. Mensen klappen en zingen mee en een enkeling gaat helemaal los. Het is wat anticlimactisch om hierna nog twee jonge dichters op te laten treden, maar uiteindelijk is dat hoe de Nacht poëzie nieuw leven inblaast, door jonge mensen die met taal kunnen spelen een podium te bieden. Stijn Vranken en Ellen Deckwitz laten ieder hun visie op de promiscuïteit van het andere geslacht horen, wat hen respectievelijk gelach en instemmende stilte oplevert.

Er zitten nog steeds flink wat mensen in de zaal als debutante Deckwitz de laatste woorden uitspreekt. Heytze klokt de avond op 03:18:17. Alsof het het boekenbal is ontmantelen de bezoekers de versieringen, nemen glimmende plakletters en posters van dichters mee naar huis om daar te koesteren als souvenirs. De poëzie leeft nog.

Muziek / Voorstelling

Zelfs Sarah Palin kan ontroeren

recensie: Jacob ter Veldhuis & Clazz Ensemble - The News

‘The News is eigenlijk nooit af’, verklaarde componist Jacob ter Veldhuis onlangs over zijn reality-opera. Toch zijn de losse scènes krachtig genoeg om samen een indrukwekkende voorstelling te vormen. Al blijft de actualiteit een tikje achter.

Sarah Palin boeit. Dat ze het in zich heeft, lijkt iedereen in het publiek te verbazen. Een man lacht bulderend, een vrouw fluistert iets tegen haar echtgenoot. Hij gniffelt zacht. In drie scènes van reality-opera The News verschijnt Palin prominent. In bewerkt beeld plus geluid, wel te verstaan. Ze slingert van intens verdriet, begeleidt door huilende blazers, naar bombastische statements. Ongelooflijk maar waar: in The News ontroert zelfs Palin.

Clazz Ensemble
Clazz Ensemble

Uiteraard gaan de credits hiervoor niet naar de Amerikaanse politica. Die verdient componist Jacob ter Veldhuis, internationaal bekend als JacobTV. Hij bewerkte interviews en nieuwsberichten tot muzikale scènes. Voordat The News begint, verschijnt de componist even op het toneel en licht zijn manier van werken toe: eerst de melodieën van de spreektaal uitpluizen en daar vervolgens muziek bij schrijven. Een intensief proces, aldus Ter Veldhuis. Negen blazers, een bassist, drummer en pianist van het Clazz Ensemble uit Amsterdam spelen nu, onder leiding van dirigent Bas Wiegers, met de bewerkte fragmenten mee. Op de achterwand verschijnen de bijbehorende beelden, die bewerkt zijn door Jan Boiten en Kristien Kerstens. Vanavond krijg het publiek vijftien onafhankelijke scènes te zien: nieuws tot muziektheater verworden.

Opera in ontwikkeling
‘Een reality-opera’, zo omschrijft Ter Veldhuis The News zelf. Van het operagedeelte is echter weinig te merken. Maar daar heeft de componist een verklaring voor: kenmerkend aan het stuk is juist de ontwikkeling. ‘Het is eigenlijk nooit af.’ De voorstelling verandert dus met de actualiteit mee. Ook de vorm ontwikkelt zich nog steeds. Nu zijn de scènes losse fragmenten, maar binnen een jaar worden operazingende ‘nieuwslezers’ toegevoegd. Zij smeden de aparte scènes tot één geheel.

Op dit moment is The News dus een reality-opera zonder verbindende operazang, maar dit stoort geen moment. De vorm lijkt, juist door haar willekeur, het onderwerp ‘actualiteit’ te onderstrepen. Wordt nieuws niet altijd gepresenteerd in snippers? Daar een rode lijn doorheen knutselen zou onnatuurlijk zijn. Bovendien zijn de fragmenten boeiend genoeg, het ontbreken van samenhang valt nauwelijks op. Iedere scène is een muzikaal bad: ze slurpt de toeschouwers volledig op door de naadloze combinatie van beeld en geluid.

Kracht boven actualiteit
De individuele kracht van de scènes is opvallend. De voorstelling schiet van weemoedige scènes naar operateske rocknummers, met strakke ritmes en uithalen. Een bewerkte speech van Obama is één van de hoogtepunten. De toeschouwers worden bijna van hun stoel geblazen. ‘Wauw’, zucht iemand vanuit de zaal na dit stuk. Wauw, inderdaad.

Ook voor Berlusconi is een hoofdrol weggelegd. In De Wereld Draait Door verklaarde Ter Veldhuis al dat de minister-president van Italië erg geschikt is voor een opera; na het beleven van zijn scène in The News is hier geen twijfel meer over mogelijk. De strekking van het Italiaans is prima te volgen door de bewegingen en dictie van de premier. Zijn euforie, springend achter de microfoon, staat in schril contrast met zijn woorden over corruptie. De discrepantie tussen het eigen plezier (á la de befaamde ‘bunga bunga’ party’s) en de problemen in Italië is extra schrijnend door de vrolijke tonen die de blazers de zaal is slingeren.

Toch is er één punt van kritiek: de fragmenten zijn absoluut afkomstig uit de actualiteit, maar hoe actueel zij ze nu echt? Van Palin hebben we al eventjes niets meer gehoord. Ook Obama zien we op dit moment, in plaats van bevlogen speechend, vooral ingetogen spreken over de Amerikaanse schulden. Onmiddellijke nieuwswaarde ontbreekt bij meer scènes. Hoewel deze ‘verouderde’ composities absoluut de moeite waard zijn; is van de actualiteit waarover Ter Veldhuis spreekt, niet helemaal sprake. Als geheel is The News echter absoluut een geslaagd project. De fragmenten weten een heel scala aan snaren te raken en overtuigen ieder afzonderlijk. De muzikale composities hebben allemaal een treffend signatuur. Het is afwachten wat de beloofde nieuwslezers aan de voorstelling toevoegen, maar ook in versnipperde vorm is The News al ijzersterk.

The News toert nu nog in puur instrumentale versie en is vanaf 2012 te bewonderen met live zang. 

 

Boeken / Non-fictie

Dwarsdoorsnede van een nachtmerrie

recensie: Karl Schlögel (vert. Goverdien Hauth-Grubben) - Terreur en droom. Moskou 1937

De Moskouse showprocessen tegen prominente partijleiders stonden lange tijd centraal in de geschiedschrijving over de Grote Terreur. Onterecht, zo stelt Karl Schlögel. De terreur van 1937-1938, waarbij 700.000 mensen omkwamen, richtte zich in de eerste plaats op gewone mensen die geen partijlid waren.

Hoogleraar Oost-Europese geschiedenis Karl Schlögel (1948) weet waarover hij spreekt. Terwijl in Europa een zekere euroscepsis overheerste, deed Schlögel in zijn vorige boek Steden lezen. De stille wording van Europa (2008) juist het dringende appèl om in de Oost-Europese steden de gemeenschappelijke geschiedenis van Oost- en West-Europa te gaan ontdekken. Schlögel bleek een grote voorliefde te hebben voor architectuur, een bezigheid die hem bij het schrijven van Terreur en droom. Moskou 1937 opnieuw goed van pas kwam.

Chronotopos
Het uitgangspunt van Schlögels virtuoos geschreven geschiedenis over het Moskou van 1937 is verrassend. Aan de hand van veelzijdig (Russisch) bron- en beeldmateriaal over films, literatuur, muziek en architectuur, beschrijft hij niet alleen de dynamiek van het stalinisme of de terreur, maar kiest Schlögel ervoor om het moment zoals tijdgenoten dat hebben ervaren als een prisma te vangen. Zo ontstaat een chronologische dwarsdoorsnede van de Russische samenleving van 1937. In zijn ‘chronotopos’ presenteert Schlögel knap de duizelingwekkende terreur tegen een decor van technologische innovaties.

Zo stonden de vele vliegrecords die sovjetpiloten tussen 1932-1938 behaalden symbool voor de technologische vooruitgang van de Sovjet-Unie. Sovjetpiloten waren net zo beroemd als tegenwoordig filmsterren. Maar terwijl ieder jochie ervan droomde piloot te worden, maakte het regime jacht op ingenieurs, technici en constructeurs, die verantwoordelijk zouden zijn voor de massale ongelukken in de snel groeiende planeconomie. Russische geologen overkwam hetzelfde. Door hun vondst van steenkolenvelden werd de Sovjet-Unie op energiegebied onafhankelijk. Toch waren geologen door hun buitenlandse contacten verdacht. Na het Internationale Geologen Congres in juli 1937 verdwenen velen wegens ‘spionage’ achter de tralies.

Verkiezingen
Het verband dat Schlögel legt tussen de aankondiging van verkiezingen voor eind 1937 en het losbarsten van de terreur is nieuw. In 1937 waren de communisten precies twintig jaar aan de macht, maar allerminst zeker van hun machtsbasis. Het jaar daarvoor hadden boeren door de nieuwe Stalin-grondwet dezelfde stemrechten als arbeiders gekregen. Maar juist de duizenden boeren die in 1937 als ex-gevangenen vanuit de kampen op weg naar huis waren, waren verdacht. Zonder vorm van proces werden velen aan de rand van Moskou op executieterreinen vermoord. Daarnaast moedigde Stalin de jongere generatie kaderleden aan zich verkiesbaar te stellen. Om hun kansen te vergroten denuncieerden zij de oude garde en droegen zo bij aan de geweldspiraal.

De Moskouse showprocessen blijven niet onbesproken. Wederom kiest Schlögel voor een interessante invalshoek. Fraai beschrijft Schlögel dat zelfs buitenlandse waarnemers, zoals de Duitse schrijver Lion Feuchtwanger en de Amerikaanse ambassadeur Joseph Davies, doorhadden hoe ongeloofwaardig de bekentenissen waren, die partijkopstukken uit de industriesector tijdens het tweede showproces in januari 1937 aflegden. Opgezweept door hoofdaanklager Andrej Vysjinski (1883-1954) werd de volksmassa een vorm van lynchjustitie aangeleerd, waarin de verantwoordelijken voor spoorwegongelukken werden weggezet als ’trotskistische of Japanse infiltranten’.

Tijdens het derde showproces had Vysjinksi het agentenmotief al zover opgerekt, dat alle nationale minderheden voor buitenlandse agenten konden doorgaan. Dat gold met name voor de grote groep Duitse communisten, die in 1933 in Moskou waren aangekomen. Hun vlucht was – hoe kan het ook anders – door de fascistische politie in scène gezet. De vervolging van buitenlandse geestverwanten is typerend voor de waanzin binnen de partijtop. Uit angst voor een nieuwe wereldoorlog ontketende het regime een oorlog tegen een denkbeeldige vijand. Schlögel verdient alle lof voor het feit dat hij deze uiterst schimmige periode uit de Russische geschiedenis zo glashelder heeft kunnen verwoorden.

Boeken / Fictie

Een ongeloofwaardige toekomst

recensie: Mischa van Vlier - Koude grond

Een Londens scenario in Rotterdam: knokploegen die het recht in eigen hand nemen, elkaar bekampen en ‘de stad opnieuw in brand zetten’? Dit is de fictieve uitkomst van Mischa van Vliers debuutroman, Koude grond.

De uitgangspositie doet iets interessants vermoeden. De naamloze hoofdpersoon is een hoogopgeleide man met een kosmopolitische blik, die plotseling, door een gelijktijdig optreden van gebeurtenissen, een GroenLinks/D66-achtig standpunt verruilt voor het besef dat het helemaal misgaat. Hij kan de misdaad, de wederzijdse haat en verloedering van Rotterdam, zowel door toedoen van autochtonen als allochtonen, niet meer aanzien. Het aan Taxi Driver ontleende motto is meer dan van toepassing: ‘Here is a man who would not take it anymore.’ Hij verwoordt wat Wilders altijd politiek links verwijt: ‘Ziende blind, dat was ik geweest.’

De Eigen Rechter
Als de Rotterdammer die hij is, voegt hij het woord bij de simpele daad: hij gaat de straat op en wordt de ‘Eigen Rechter’. Met fysiek geweld – eerst slaand, later schietend – intervenieert, voorkomt en wreekt hij misdaden. Hij schopt straatovervallers weg, veegt trams schoon en vermoordt zelfs een man die vijftien jaar eerder een meisje misbruikte. De mediahype volgt snel, en de Eigen Rechter begint vele burgers te inspireren. Met als uiteindelijk gevolg dat er, veelal langs etnische lijnen, knokploegen ontstaan. Het resultaat: een brandend Rotterdam.

Helaas wordt het nooit interessant, ten eerste omdat er een grote constructiefout in de verhaalontwikkeling zit. Want de Eigen Rechter en zijn navolgers treden op omdat anderen – de overheid, de elite – dat niet doen. Het probleem is dat Van Vlier het scenario volledig gefundeerd heeft op het doortrekken van nu waarneembare trends, en dan met name die van een toenemende onzekerheid en sociale onvrede. Maar tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat er nu ook een politieke ontwikkeling – herkenbaar in het kabinetsbeleid – richting meer ‘law and order’ zichtbaar is.

Tryst

~

Een toekomstscenario kan niet zonder goede redenen de ene ontwikkeling wel doortrekken, en de andere negeren. In het plot van Koude Grond gebeurt dit wel, en dat maakt deze roman volstrekt ongeloofwaardig. En aangezien dit verhaal het volledig van het maatschappelijk engagement moet hebben, is dit boek ook direct overbodig. Ook de titelverklaring bevreemdt: de Eigen Rechter zou Nederland politiek wakker willen schudden (alsof dat überhaupt nodig is), maar terwijl heel het land in brand staat komt de psychologisch doorgeslagen hoofdpersoon tot de conclusie dat ‘op koude grond niets wil groeien’.

Het boek verdient zelfs niet beter dan volledig de grond te worden ingeschreven. Want ook het taalgebruik is op het belachelijke af. Het is niet alleen slecht en clichématig, maar ook nog eens pretentieus: in al die grauwe voorspelbaarheid duikt dan opeens het woord ’tryst’ op. En verder: af en toe klopt de opbouw niet; de meeste personages blijven niets meer dan karikaturen; en er staan verschillende non sequiturs in. Een typisch voorbeeld – een uit duizenden – van zijn stijl:

Foto’s van mijn zusje waren er natuurlijk niet. Zij zou Arabella hebben geheten, dat was het enige wat ik van haar wist. Misschien woonde ze in de hemel.

Onvermogen
Het is toch niet te geloven dat iemand dat op durft te schrijven in een boek dat meer dan een bouquetroman wil zijn? Ook vermeldt de hoofdpersoon, zonder enige relevantie, terloops wel tachtig culturele werken: hij las Couperus en weet dat het origineel van Gangsta’s paradise Stevie Wonders Pastime paradise was. Als Van Vlier nou een mooie Couperus-zin had geciteerd…

Het is alsof Van Vlier zijn boek hiermee meer ‘verantwoord’ heeft willen maken. Mocht dat zo zijn, dan is dat meer dan mislukt. Sterker nog: de combinatie van deze pretenties te midden van zo veel overduidelijk onvermogen heeft juist de potentie de lezer af te stoten.

Film / Films

Romantiek in de zuiverste vorm

recensie: Midnight in Paris

Bij een romantische komedie denk je aan een verliefd stelletje in grappige verwikkelingen. In Midnight in Paris betekent romantiek vooral het verlangen naar een andere tijd en een andere plaats.

In de openingsbeelden zien we Parijs op haar mooist. Boulevards, parken, monumenten en natuurlijk de wereldberoemde bouwwerken. Bij daglicht, ’s avonds en bij regen. Gil (Owen Wilson) bezoekt de lichtstad met zijn vriendin Inez (Rachel McAdams) en zijn beoogde schoonouders. Terwijl de anderen zich al direct na aankomst ergeren aan het verkeer, de taal en de drukte, valt Gil als een blok voor de hartstochtelijke schilderachtigheid. Het is voor hem de ideale omgeving om zijn roman af te maken.

In Wilson herken je een Allen

~

Owen Wilson is geen Oscarwinnaar. Maar met zijn melige en onbeholpen voorkomen blijkt hij verrassend geschikt om in Midnight in Paris het zoveelste alter ego van regisseur Woody Allen in te kleuren. Sloffend met zijn handen in de broekzakken acteert hij volkomen anders dan bijvoorbeeld Larry David, die in Whatever Works (2009) bij voortduring een bijtend spervuur over zijn tegenspelers heen strooit. In het typische gortdroge, neurotische en pseudo-naïeve optreden van Wilson herken je ook gemakkelijk een Allen.

Al van mijlenver zie je aankomen dat de relatie tussen dromer Gil en tutje Inez onder druk zal komen. Dit begint nadat ze een voormalig pedant vriendje van haar tegen het lijf lopen. Inez gaat liever met hem en diens vriendin op stap. Gil kan nu in zijn eigen rustige tempo de sfeer van Parijs en de wijn proeven. Na een geslaagde avond, om klokslag middernacht, stopt een antieke taxi voor zijn aangeschoten neus en verleiden de uitbundige passagiers hem om in te stappen.

Grote artiesten van weleer

~

Plots zit romanticus Gil tegenover zijn grote voorbeeld Ernest Hemingway. Droomt hij, of is hij werkelijk terechtgekomen in het Parijs van de vroege jaren twintig? Nacht na nacht keert hij terug en ontmoet de grote Amerikaanse en Europese artiesten en bohemiens van weleer: Cole Porter, Scott Fitzgerald, Pablo Picasso en Salvador Dalí (heerlijke rol van Adrien Brody). Iedereen maakt spontaan een praatje met de exotische Gil. En passant scheept hij Luis Buñuel op met een geweldig idee voor een surrealistische film (El ángel exterminador, 1962).

Tijdens één van de bacchanalen met veel charleston maakt Gil kennis met Adriana (Marion Cotillard) en wordt verliefd op haar. Met haar ontwapenende sentiment en klassieke schoonheid fonkelt Cotillard, die als Edith Piaf een Oscar won in 

~

Midnight in Paris gaat over nostalgische verlangens, idealisme en escapisme. Woody Allens scenario is origineel en grappig als vanouds, de soundtrack met het steeds terugkerende Django Reinhardt-achtige melodietje aanstekelijk. Allen (1935) is productiever dan ooit en lijkt de laatste jaren inspiratie te vinden in oude Europese steden. Misschien dat hij na Londen (Match Point, 2005 en Cassandra’s Dream, 2007), Barcelona (Vicky Cristina Barcelona, 2008) en Parijs de volgende keer wel Amsterdam kiest als achtergrond voor een thriller of onvervalste romantische komedie.

Muziek / Concert

Magie in De Peel

recensie: Rowwen Hèze

.

~

De organisatie koos ervoor zo min mogelijk in te grijpen in de omgeving en dat was een goede keuze. De Peel is van zichzelf al mooi genoeg. Bezoekers parkeren de auto op afstand van het podium en lopen via een bospad waarlangs lampionnen hangen naar het minipodiumpje. Een boomstam doet dienst als natuurlijke barrière tussen band en publiek. Boven het podium hebben vrijwilligers een natuurlijke overkapping van takken gemaakt waarachter paars licht geprojecteerd is. Feeëriek, maar met smaak en beleid.

Bij binnenkomst krijgt elke bezoeker een draadloze headset en, in een tasje, twee voor deze avond onmisbare attributen: een bandje tegen de muggen en een regenponcho. Jack Poels gaf vooraf aan dat hij de optredens zag als ‘een uit de hand gelopen picknick’. Die kreeg hij, zaterdag. Zaterdagavond schijnt het een prachtige avond geweest te zijn; mensen lagen in het gras te luisteren. Maar zondag beslissen de weergoden anders. Een uurtje voor het optreden trekt een flinke hoosbui over De Peel. De elementen zijn de elementen en de regen lijkt voorlopig niet van zins pas op de plaats te maken voor Poels en consorten.

Aangepaste setlist
Als Rowwen Hèze om even over half negen de avond echt opent, regent het nog steeds. Iedereen trekt de regenponcho aan, kruipt wat dichter tegen elkaar en trekt zich terug in zijn eigen regententje. De band lijkt onder de verlichte overkapping in een kerststal te staan en begint met ‘Dichter bij ow’, een rustig nummer waar de band vermoedelijk nog nooit een set mee opende.

‘Heer is vul mier aan de hand’ zingt Poels twee liedjes later in ‘Goud’, dat de unheimische dreiging die óók van De Peel uitgaat, perfect vangt. De regen valt met bakken uit de lucht en je hebt als toeschouwer inderdaad het gevoel dat je deel wordt van De Peel en dat hier inderdaad veel meer aan de hand is. Rowwen Hèze speelt meer rustige nummers dan normaal. Het mooie, ingetogen Helenaveen bijvoorbeeld. Gezien de setting is dat een uitstekende keuze: De Mariapeel ligt namelijk in Helenaveen. De uitgesponnen songs sluiten bovendien goed aan bij het luisteren met de hoofdtelefoon. Je hoort elke noot en hebt het idee dat Rowwen Hèze een privéconcert speciaal voor jou geeft. Dan wordt meteen glashelder hoe de band met redelijk basale middelen een maximaal resultaat weet te bereiken. Elke noot en elk woord is raak.

In de snellere nummers werkt de headset eerder belemmerend. Het saamhorigheidsgevoel dat je soms verwarmt bij concerten is minder aanwezig. Je bent op jezelf aangewezen en in je eentje is het wat moeilijker bewegen, dansen en zingen. Zeker als vierhonderd mensen om je heen staan die vermoedelijk hetzelfde voelen. Toch geven de polka’s die de band óók speelt de set wel lucht en bij ‘Limburg’, laat in het optreden, staat de hele heuvel uiteraard mee te zingen. Wel vals overigens, want door de koptelefoon hoor je niet wat je zingt.

Natuur naar de hand gezet

~

Voor het optreden vertelt Jack Poels dat het lastig spelen is. ‘Je speelt niet voor een zaal, maar voor allemaal losse eilandjes. Dat zijn we niet gewend. Het is moeilijker contact te maken.’

Het lijkt hem de derde avond niet te deren. Hij beschouwt het vermoedelijk als een gegeven. Trouwens, Rowwen Hèze krijgt er ook veel voor terug: volledige aandacht bij prachtnummers als ‘De Peel in Brand’. Heel mooi, heel klein gespeeld samen met Tren van Enckevort, ‘Blieve Loepe’, ‘November’ en ‘Eiland in de Reagen’. Dat laatste nummer gebruikt Poels om de natuur definitief naar zijn hand te zetten.

‘We gaan het lot tarten; we gaan gewoon over de regen zingen, dan houdt het vanzelf wel op’. En inderdaad, na ‘Eiland in de Reagen’ stopt het met regenen. Even. Als bij ‘De Moan’ het allerlaatste nummer, de maan zich inderdaad fel en rond door de wolken boort, staat het vast: ‘heer is vul mier aan de hand’. De Peel mag dan soms unheimisch zijn; gisteravond in Helenaveen was hij toch vooral magisch.

8WEEKLY MediaPlayer
Boeken / Non-fictie

Experiment: werkloos in Frankrijk

recensie: Florence Aubenas (vert. Frans van Zetten) - De bodem van de pan. Undercover aan de onderkant van de samenleving

.

De hoge werkloosheidscijfers in Frankrijk vormen al jarenlang aanleiding tot rellen en protesten. Als journaliste van het gerespecteerde Parijse actualiteitenblad Le Nouvel Observateur bekijkt Florence Aubenas deze gebeurtenissen vanaf een afstand; zelf heeft ze immers weinig te maken met haar protesterende landgenoten. Ze besluit daar verandering in te brengen door te verhuizen naar een kleine kamer in de voor haar onbekende stad Caen. Haar doel: het veroveren van een vaste baan. Aubenas maakt bij haar zoektocht geen gebruik van haar status als gevierd journaliste, maar gaat op pad met een cv dat – op haar middelbareschooldiploma na – blanco is.

Een eeuwigheid wachten op een onderbetaalde baan
In haar thuisland staat Aubenas bekend om haar gewaagde reportages, die ze soms duur moet betalen met onder meer een maandenlange gijzeling in Irak. De zoektocht naar een baan in Caen is van een geheel andere orde, maar daarmee geen kleinere uitdaging. Banen liggen namelijk allesbehalve voor het oprapen in het kleine stadje. Desondanks begint Aubenas met frisse moed aan haar zoektocht, totdat ze merkt dat de uitzendbureaus een dermate groot overschot aan werkzoekenden hebben dat ze zelfs haar persoonsgegevens niet willen noteren. Er zit voor haar niets anders op dan naar Pôle Emploi te gaan; een Franse overheidsinstantie die zich richt op werkloze burgers.

De situatie bij Pôle Emploi is schrijnend: de vele ingeschreven werkzoekenden wachten dagelijks urenlang op nieuwe vacatures – meestal tevergeefs. De banen die vrijkomen zijn voor slechts enkele uren in de week, op onmogelijke tijdstippen en onderbetaald. Toch grijpen de werklozen van Caen iedere kans op een inkomen en wellicht ooit een vaste aanstelling aan. Dat merkt Aubenas tijdens haar schoonmaakwerkzaamheden op een veerboot, in een vakantiepark en in een kantorencomplex. Ondanks de slechte werkomstandigheden en lage lonen zijn haar collega’s dolblij met het feit dat ze een baan hebben kunnen vinden. En omdat één baan zelden voldoende oplevert, vertrekken de meeste medewerkers na hun werkzaamheden naar het volgende baantje. Om daar na twee of drie uur weer te vertrekken, op weg naar baan drie.

Hardwerkend, sterk en doortastend
Het kost Aubenas bijna zes maanden voordat ze een vast arbeidscontract heeft gevonden: ze mag dagelijks van half zes tot acht uur ’s ochtends aan de slag bij een schoonmaakbedrijf in Caen. Zoals ze van tevoren heeft bedacht weigert ze dit contract en keert ze terug naar Parijs. Ze houdt haar kamer in Caen echter wel aan en schrijft daar De bodem van de pan.

Ondanks dat Aubenas er geen twijfel over laat bestaan dat de situatie van de werkzoekenden in Caen treurig en uitzichtloos is, klinkt er geen medelijden door in haar boek. Ze beschrijft de mensen die ze leert kennen als hardwerkend, sterk en doortastend. Met enkele werklozen raakt ze in de loop van de tijd bevriend, maar in haar beschrijvingen wordt ze nooit te familiair. Haar schrijfstijl blijft steeds observerend, waardoor De bodem van de pan een journalistiek werk is geworden en niet simpelweg een verzameling anekdotes.

Solidariteit met de Franse werklozen
Aubenas houdt zich in haar boek verre van politieke analyses en kritiek op het Franse systeem. Ze beschrijft wat ze ziet en meemaakt zonder daar conclusies aan te verbinden. Toch zegt Aubenas impliciet veel over de erbarmelijke situatie in Frankrijk. Wie leest onder welke beroerde omstandigheden de Franse werklozen verkeren, kan niet anders dan concluderen dat er snel iets moet veranderen voordat de situatie nog verder uit de hand loopt. Op haar eigen nuchtere manier toont Aubenas zich solidair met alle Fransen die dagelijks moeten strijden om werk, geld en eten, en als lezer is het onmogelijk om je niet bij haar aan te sluiten.

Theater / Voorstelling

Consumeren tegen beter weten in

recensie: Dood Paard - Freetown

In Freetown wordt het Afrikaprobleem op een humoristische manier belicht. Drie vrouwen vieren vakantie in de veilige omgeving van een resort, terwijl zij gebruik maken van de Afrikaanse mannen. Ondertussen discussiëren zij over een oplossing voor de verschillen tussen blank en zwart.

De vloer ligt bezaaid met lege blikjes. Drie actrices waden luid door de blikkenzee naar een van de twaalf witte plastic stoelen. In ordinaire panter- en tijgerprintkleding gekleed, beginnen Pam (Lies Pauwels) en Liezel (Manja Topper) een dialoog over welke mannen deze keer hun behoeftes zullen vervullen. De Afrikaanse mannen worden de hemel in geprezen, maar daar staat uiteraard iets tegenover. Alles is te koop in Afrika.

Afrika onderaan, het Westen aan de top
De drie vrouwen discussiëren over hoe de Afrikanen te behandelen. Ze hebben elk een duidelijke eigen mening over hoe om te gaan met het feit dat zij blank en rijk zijn, terwijl ze buiten de hekken van het resort omringd worden door armoede en ellende. Zo probeert Nadja (Ellen Goemans) ‘haar’ Afrikaanse Sam mee naar Nederland te nemen. In dit proces stuit ze op de onmogelijke bureaucratie die daarbij komt kijken. Liezel vindt dat de wereld één grote gemengde wereld moet worden. Pam stelt juist dat er altijd een Afrika zal blijven en vergelijkt het ‘wereldsysteem’ met dat van Montessori: Iedere cultuur heeft zijn eigen ontwikkeling; Afrika staat onderaan en de Westerse wereld aan de top.

~

De egoïstische en naïeve kijk op Afrika van de drie hoofdpersonen in Freetown geeft alle stereotype meningen weer. Deze ideeën over hoe wij Afrika zouden moeten helpen, zijn verhuld in humoristische dialogen. De boodschap is duidelijk: nooit zal Afrika goed geholpen kunnen worden wanneer er geen algemeen belang is. Een algemene conclusie kunnen de drie vrouwen na anderhalf uur discussiëren dan ook niet trekken. En dat is precies wat de regisseur en de schrijver met deze voorstelling hebben willen overbrengen. Het decor draagt hier aan bij; het symboliseert namelijk dat Afrika de vuilnisbelt van het extreme consumptiegedrag van het Westen is. Dus genieten de vrouwen binnen het resort van de gekochte vrijheid en luxe, terwijl ze donders goed weten dat het er buiten de hekken heel anders aan toe gaat. Zij houden tegen beter weten in de situatie in stand.

Moeilijk te volgen actrices
Schrijver Rob de Graaf heeft goed werk geleverd. De scherpe vergelijkingen en ideeën waarover de vrouwen discussiëren zijn grappig, maar door het schelle geschreeuw en veel te snelle gepraat van Topper en de zware wollige stem van Goemans komen veel grappen helaas niet over. Tegenover deze mindere acteerprestaties van Topper en Goemans staat Pauwels. Zij is ondanks haar Vlaamse accent goed te verstaan en iedereen hangt aan haar lippen als ze prachtig beeldend haar monoloog houdt. Terecht is Pauwels dan ook genomineerd voor de Colombina 2011, de prijs voor de beste vrouwelijke ondersteunende rol. Als de acteerprestaties van Topper en Goemans overtuigender waren geweest, was dit stuk meer tot zijn recht gekomen. Al met al is Freetown een grappige voorstelling die het Afrikaanse probleem vanuit verschillende perspectieven laat zien en de toeschouwer hierover na laat denken.

Freetown van Dood Paard is nog tot 10 september in Nederland te zien.

 

Boeken / Fictie

Een bijzin maakt nog geen poëzie

recensie: Peter van Lier en Machteld van Buren - Wisseling van de wacht

.

De Slibreeks wordt al sinds 1977 vier maal per jaar door Centrum Beeldende Kunst Zeeland uitgegeven. Het doel is een laagdrempelige kennismaking met uiteenlopende literatuur en de uitgaven zijn vaak bijzonder mooi geïllustreerd. Publicaties van illustere auteurs als J. Bernlef, Astrid Lampe en A.L. Söteman gingen vooraf aan Van Liers & Van Burens verbeelding van het veranderende Zeeuwse(?) kustlandschap.

Beschrijvingen en collages
Van Liers poëzie munt uit in haar beeldende beschrijvingen van plaatsen en situaties. Vooral de natuur komt veel in zijn gedichten voor. Voor wie met zijn oeuvre bekend is, is dat dat niet nieuw; het speelt ook een bovenrol in het bij wijlen erg geestige Zes wenken voor muggen aan de deur dat in 2007 bij Van Oorschot verscheen. Honden; kustlijnen; een zeearm, je komt ze voortdurend tegen in Wisseling van de wacht. De menselijke invloed op de natuur laat zich eveneens gelden: kaalslag en nieuwbouw, de worstjes van een nieuwe bewoner, het loodswezen en vissers. De verdichte thema’s worden op de voet gevolgd door Van Burens collages die uit beeld en verschillende soorten papier bestaan: robben, de zee, een dame die op een ladder de zee uit klimt, Borsele(?).

Sommige gedichten zijn echter eerder conceptueel dan beeldend en springen daarmee uit de toon. Zie bijvoorbeeld het onderstaande gedicht:

Ook

een bunker in je
                                    achtertuin?

Dat

                                                een zeearm

                                                                        het
                                                                        land in
                                                                                   trekt

Om eens flink
te treiteren?

                        Treft niemand persoonlijk.

~

Primair is de laatste regel een imperatief, maar het kan ook gelezen worden als een direct commentaar op de in het gedicht gestelde vragen: [het] treft niemand persoonlijk. Die dubbelheid ontstaat vooral doordat de regel afsluit met een punt in plaats van een uitroepteken. Hoewel ambiguïteit poëzie erg interessant kan maken en voor verschillende lezingen vatbaar, komt uitsmijter nu geforceerd over. De regel lijkt conceptueel en maakt ‘Ook’ niet zo gaaf als de andere gedichten.

Bijzinnen
Wat opvalt aan Van Liers gedichten is het regelmatig terugkeren van bijzinnen. Dat dit niet altijd even goed werkt, is te illustreren met de tweede zin van het gedicht ‘Nooit’ dat tegen een industriële collage is afgedrukt: 

Nooit

met de pretenties van een
diva
glijdt een kustvaarder
                                                            voorbij,
                                                                                    maar

                                                                                                 vergis je
                                                                                                 niet. In

wat uiterlijkheid kan doen is – gelukkig –
het

lokale zeewezen onder het mom van goedlachs
aan de kade de hele dag

op ramkoers.

~

Die neiging om bijzinnen te gebruiken, maakt sommige gedichten nodeloos vaag. Die vaagheid komt de lage drempel van de Slibreeks niet ten goede. In Wisseling van de wacht zoek je naar  meer helderheid.

Toch een kleinood?
Deze rust wordt gelukkig enigszins in de bundel gebracht door de mooie vormgeving en de thematische samenhang. En hoewel je vraagtekens kunt plaatsen bij de soms puur visueel te motiveren zetting van de woorden over de bladspiegel, sluiten beeld en tekst op vrolijke en associatieve manier op elkaar aan. Het maakt Wisseling van de wacht uiteindelijk toch een kleinood.

Film / Films

Een mysterieuze crisis

recensie: Colony

Deze documentaire biedt geen verrassingen, maar wel een fascinerend en prachtig gefilmd beeld van de bijenhouderij.

~

Uit Colony (2009) blijkt dat bijen niet alleen belangrijk zijn voor honing, maar ook door boeren worden gebruikt om gewassen te bestuiven. Moderne bijenhouders leveren daarom bijen aan landbouwbedrijven en verdienen zo het merendeel van hun geld. Documentairemakers Carter Gunn en Ross McDonnell geven in de film een beeld van verschillende families die actief zijn als bijenhouders. Je ziet hoe ze Amerika afreizen met vrachtwagens vol bijenkasten. Wat prachtige shots tonen het Amerikaanse landschap en enorme zwermen bijen in actie als een wonderbaarlijke natuurkracht. De organisatie en de structuur van de kolonie is complex, maar efficiënt en is voor veel van de ondervraagden een soort ideale gemeenschap. Tussen poëtische segmenten wordt gesproken over het belang van de bijenhouderij en blijkt dat die door velen wordt gezien als het vergeten broertje van de landbouwindustrie.

Instorting

Na deze inleiding verandert de film echter snel van toon. De omslag komt als een imker spreekt over de mogelijkheid dat er iets mis kan gaan in de complexe structuur van de bijenkolonie.  Vervolgens worden de eerste imkers geconfronteerd met een mysterieus fenomeen. Bepaalde bijenkoloniën verdwijnen plotseling, zonder terug te komen. Het gevolg is dat koloniën in elkaar storten, waardoor het fenomeen in Amerika al snel bekend staat als Colony Collapse Disorder (CCD). Het fenomeen breidt zich snel uit door Amerika en treft ook andere landen.

~

Colony toont na de komst van CCD opeens een drama op macro- en microniveau. Experts hebben het over de mogelijke oorzaken, zoals het gebruik van pesticiden en het onnatuurlijke gebruik van bijen bij de bestuiving. De documentairemakers volgen ook een aantal imkers, zoals de gelovige familie Seppi, waarvan de zonen net begonnen zijn als bijenhouders. Voor hen is CCD een Bijbelse plaag die ervoor zorgt dat ze bijna geen bijen meer overhouden voor de bestuiving.

Pijnlijke gesprekken

Dit valt samen met de economische crisis in de VS, waardoor de sfeer grimmiger wordt als veel imkers zich realiseren dat hun bedrijven de situatie niet zullen overleven. Voor de Seppi’s komt het hard aan en in pijnlijke gesprekken tussen een van de zoons en zijn moeder blijkt hoe ze moeten vechten om te overleven. In een schrijnende scène worden de onervaren jongens door boeren gedwongen om hun prijzen voor het gebruik van bijen te verlagen, terwijl ze weten dat ze niets over zullen houden. In dramatisch opzicht geven de broers de film een hart, terwijl ze de bijenziekte ook in verband brengen met hun christelijke levensvisie.

Colony heeft prachtige shots van de weidsheid van Amerika, die worden aangevuld met een sfeervolle soundtrack van de band Clogs. De film heeft ook een goed tempo door af te wisselen in zijn perspectief, alhoewel de film geen verrassingen biedt voor mensen die al vergelijkbare documentaires kennen. Naar het einde toe wordt de film wat langdradig en lijken de makers niet echt te weten hoe ze tot een goed slot komen. Het mysterie van CCD is nog steeds niet opgelost en de crisis wordt hardnekkiger, waardoor er zeker geen sprake is van opluchting of catharsis. Colony heeft de kijker dan wel een beeld gegeven van het belang van de bijenhouderij.

Eyeopener

De film past daarmee in de toenemende trend van licht activistische documentaires over de voedselindustrie. Bij het publiek is er een groeiend bewustzijn ontstaan over voedsel en hoe het geproduceerd wordt, wat ook blijkt uit het succes van het Nederlandse Food Film Festival en films als Food, Inc. en Our Daily Bread. Alhoewel de film niet zal choqueren, zoals films als Taste the Waste of The End of the Line doen, is het zeker een eyeopener en een bescheiden hommage aan de eigenzinnige en kwetsbare bijenhouders in een tijd van crisis.