Boeken / Fictie

Bloed doet leven

recensie: Kristien Hemmerechts - Haar bloed

.

Wel gaat het over hoe essentieel het is voor ons, simpele stervelingen. Dit is geen boek dat geschikt is voor hen die op zoek zijn naar een verhaal over de gotische kant van bloed, de emotionele, mysterieuze, sexy kant ervan. De nadruk ligt op de praktische kant van bloed, op tabellen, onderzoeken en ziekenhuizen. En op de tekortkomingen van de toch zo ver gevorderde medische wetenschap.

Medische aangelegenheden
Titus Serfonteyn, de hoofdpersoon, is al vanaf jongs af aan geobsedeerd met bloed en hoe belangrijk gezond bloed is voor het menselijk lichaam. Hij gaat geneeskunde studeren in Leuven en komt daar Roos tegen, met wie hij en zijn vriend Pieter in een ingewikkelde driehoeksverhouding terechtkomen. Als blijkt dat Roos een ernstige bloedaandoening heeft, waar geen pasklare behandeling voor bestaat, komen Titus’ twee obsessies – bloed, en Roos – samen.

Kristien Hemmerechts schreef Haar bloed in opdracht van het VUMC ziekenhuis in Amsterdam, in navolging van Anna Enquist en haar De verdovers. In het voorwoord (de ‘bijsluiter’) beschrijft Hemmerechts hoeveel ze geleerd heeft in de maand die ze rondliep op de afdeling hematologie. Veel van die opgedane medische kennis heeft zijn weg gevonden naar de roman. Dit werpt een interessante, en misschien onder deze omstandigheden wel onvermijdelijke, vraag op: zit die informatie erin omdat die noodzakelijk is voor het plot, of is het plot om de informatie heen gebouwd? Het is moeilijk om tot een bevredigend antwoord te komen, wat aangeeft dat het een beetje van allebei is.

Met lichaam en ziel
Uiteindelijk maakt het natuurlijk niet uit in wiens opdracht dit boek is geschreven, en of Hemmerechts een maand in een ziekenhuis heeft doorgebracht, of in een willekeurig andere omgeving. Het resultaat moet een boeiende roman zijn, die op zichzelf kan staan. En dat is grotendeels ook gelukt. Er valt soms moeilijk te sympathiseren met de vasthoudende, eenlijnige Titus, maar in die eenlijnigheid is hij wel overtuigend. Overtuigend, en ontroerend, zijn vooral ook Roos’ vele gevoelens over haar ziekte: ongeloof, angst, en ontkenning.

Op goede dagen dacht ze niet aan haar bloed. En ook niet aan het bloed van andere mensen. Of aan dat van huisdieren. Ze dacht niet aan haar hart of aan haar nieren, aan haar lever of aan haar longen. En al helemaal niet dacht ze aan haar milt, een orgaan dat Titus gegarandeerd te berde bracht in uiteenzettingen over eiwitten en antistoffen, en hoe die klittend en klevend aan elkaar in de milt afgebroken werden, alsof de milt een koekjesmonster was. … Bloed was iets wat vlekken veroorzaakte en die vlekken moesten snel worden bestreden. Daar hield het op.

Door haar ziekte verandert de manier waarop Roos naar haar eigen lichaam kijkt. Het is niet langer een vanzelfsprekend deel van haar, maar iets dat haar te gronde probeert te richten, een machine die buiten haar om vecht tegen onderdelen van zichzelf. Met haar beeldende manier van schrijven maakt Hemmerechts duidelijk hoe dat voelt. Bloed kan dan wel romantisch symbool staan voor van alles, het is allereerst een harde werkelijkheid.

Boeken / Non-fictie

Geen enkele reden tot paniek

recensie: Renske de Greef - Geen paniek

Twee jaar lang schreef Renske de Greef een dagelijkse column voor nrc.next. Week in, week uit, vijf ochtenden per week. Geen paniek is een selectie van de stukken die de tand des tijds hebben doorstaan.

Een helse klus moet het geweest zijn voor De Greef, die dagelijks terugkerende druk van een komisch, ontroerend, treffend maar in elk geval geslaagd vijfhonderdtal woorden op papier te krijgen. Op pagina 2 van de next, de pagina die samen met de Vraag van de Dag, Fokke & Sukke en het weerbericht uitgroeide tot een feelgoodbaken in de krant. Dankzij haar bekendheid weekte de columniste zich zelfs langzaam los van haar eigen achternaam. De nieuwe ‘Aaf’ heette ‘Renske’, en iedereen wist over wie het ging. Voor wie het jongere zusje van het Handelsblad de afgelopen jaren geen enkele maal op zijn pad vond en die toch wil weten wie die Renske nu eigenlijk is: geen paniek. Er is nu Geen paniek.

Honger of trek


Opgewekt en onbezorgd, dat zijn de stukken van De Greef. In een krant vol hongersnood en hypotheekrenteaftrek is er de zekerheid van één hoekje waar de wereld even wordt teruggebracht tot Snörink-taartvormpjes, konijntjes, Caps Lock Day en de Sanibroyeur. De faits divers die er werkelijk toe doen, kortom.

Af en toe komen die werelden samen op een manier die je schrijnend zou kunnen noemen. Ze schrijft er zelf over, in ‘Honger (2)’:

Pas als de werelden in één beeld samenkomen, voel je de frictie. Met smaak een biefstuk eten terwijl op de muren filmpjes uit de bio-industrie worden geprojecteerd, zal maar weinig mensen lukken. Of dat ene goedkope bloemetjesjurkje aanschaffen, wanneer je op het prijskaartje leest hoe het door vlijtige, vijfjarige handjes in elkaar gezet is. Het is een mechanisme dat naast hypocrisie ook iets weg heeft van zelfbescherming: het is onmogelijk alle werelden samen te laten vallen.

Verwacht geen scherpe stellingnames van de columniste van pagina 2, gortdroge reportages vanaf de Huishoudbeurs of een cursus Nee-zeggen (de afdeling van vaste vervanger en huidige wisselcollega Marcel van Roosmalen), geen meningen of een nieuwe kijk op de actualiteit. Daar zijn anderen voor: Renske de Greef kijkt om zich heen, verwondert zich en schrijft er een stukje over. Het is de blik van de columnist die in alles een stukje ziet, een schrijfster met een gevoel voor het absurde van het alledaagse. Het is bijzonder jammer dat Simon Carmiggelt de introductie van de voicemail niet heeft meegemaakt, maar gelukkig is De Greef er nu:

‘Hee, ja, met mij. Met Renske dus. Als je mijn stem niet herkent. Nou. Je bent er dus niet. Ja, dat weet jij ook wel, anders had je wel even opgenomen, haha. Ik wilde je dus even spreken, voornamelijk even om een tijd af te spreken voor morgen. Maar jij bent er dus niet. Dan probeer ik het later nog wel een keer.’

Zo onbekommerd is geen mens


Enzovoort, enzovoort. Er is Sylvia Witteman, er is Aaf en er is Renske, drie generaties die ieder de dagelijkse onhebbelijkheden van hun eigen generatie boekstaven. Af en toe wordt dat opgewekte toontje, dat ‘niets-aan-de-hand-en-ik-weet-het-ook-allemaal-niet-maar-ik-voel-me-mooi-niet-te-groot-om-dat-eerlijk-te-zeggen’ een beetje te veel, na een column of veertig, vijftig. Zo onbekommerd is geen mens, denk je, het is een truc, zij is de goochelaar en ik ga me niet nóg eens laten foppen. En dan, juist als de twijfel over de oprechtheid van de columniste je leesplezier dreigt te vergallen, zijn er de columns over de dood, crematie en uitstrooiing van haar opa. Die stijgen vér uit boven de columntoon van de rest. Misschien, nu De Greef om de dag ruilt met Van Roosmalen, krijgt ze de rust om zich nog veel vaker te overtreffen. Ze kan het.

Een vrouw met een dravende herdershond loopt voorbij. ‘Gefeliciteerd!’ roept ze uitgelaten. We kijken verbouwereerd. ‘Ja,’ gaat ze verder. ‘Ik dacht: er is vast iemand jarig, anders zit je hier niet zo gezellig met de hele familie bij elkaar.’
Ik doe mijn best naar haar te glimlachen. ‘Nee hoor,’ zeg ik. ‘We zitten hier gewoon even.’

Muziek / Concert

Veel geweld maar weinig smoel

recensie: the Jezabels

.

In een uitverkochte kleine zaal van Paradiso trachtte de Australische band the Jezabels afgelopen zondag zijn massief klinkende debuutalbum naar een livesetting te vertalen. Muzikaal gezien lukte dit niet helemaal, maar de band miste vooral nog een eigen karakter.

De sfeer in de Neoromaanse bovenzaal van de Nederlandse poptempel verdient alleszins het predikaat ontspannen. Een band kan nog weleens opgewacht worden door een hongerig publiek dat zich als muzikale omnivoor wil laven. Vooral de persoonlijke anekdotes beleefd in de prille lentezon en de eerste barbecuetaferelen voeren nu echter de boventoon. Het zijn de contouren van een gelaten sfeer die de rest van de avond niet meer weg gaat.

Veel galm en hoge tonen

~

Bij het opkomen proeft de band klaarblijkelijk deze sfeer, want van een overdreven begroeting of ander enthousiasme bij de ontmoeting met het publiek is geen sprake. Na het vrij zakelijke in stelling brengen van de instrumenten wordt het dan tijd voor het eerste blokje nummers, waarna een summiere afkondiging volgt.

De muzikanten afzonderlijk spelen hun nummers solide, maar op het totaalplaatje van het geluid valt nogal wat af te dingen. Zo is de reverb op de trommels van de drummer wel erg hoog gezet. Dit maakt zijn kit zo dominant in de mix, dat de andere bandleden ondergesneeuwd lijken te worden. Vooral in het geval van de gitarist wordt dit probleem duidelijk. Zijn vaak originele en kleurrijke partijen worden gemarginaliseerd door het galmrijke drumgeluid.

Ook de zang van frontvrouw Hayley Mary is niet gebaat bij het geluid dat er door de speakers komt. Op het recente debuutalbum Prisoner klinkt ze virtuoos en sonoor, maar in deze podiumopstelling klinken met name haar hogere uithalen vaak erg schel. Het feit dat ze er soms wat tegenaan zit in de hogere octaven helpt ook niet mee bij het eindoordeel over de vocalen.

Meanderen ondanks intensiteit
Het geluid is ondanks deze bezwaren wel overweldigend. Het volume staat vrij hoog en de bezoeker wordt bijna weggeblazen door het dichtgemetselde geluidsbeeld, waarin ineengevlochten keyboardloopjes een hoofdrol spelen. Het ontbreekt the Jezabels helaas aan een paar echt eigenwijze liedjes om het totaal overtuigend te maken.

Veel ideeën zijn sterk, maar de nummers lijken er vaak zoveel te bevatten dat ze meer zwalken dan een duidelijke richting hebben. De ronduit timide presentatie maakt het beeld compleet van een band met veel potentie maar nog een poos werk voor de boeg om zijn koers te bepalen. Of de zwoele lente had de groep vanavond net als de aanwezige bezoekers in zijn greep.

8WEEKLY

Afwisselend programma biedt voor elk wat wils

Artikel: Tweetakt 2012 Zaterdag & Zondag

.

Na de swingende opening van vrijdag doen we het zaterdag wat rustiger aan. Tijd om met ons achterste op een bankje plaats te nemen in plaats van met de voetjes van de vloer te gaan.

~

Dus zitten we er zaterdagmiddag helemaal klaar voor: onze eerste voorstelling van deze editie van Tweetakt. In een vrolijk schijnend zonnetje doen Pol & Freddy hun opwachting op het buitenpodium van het festivalcentrum met hun show Ready!. Ze komen in hun blauwe autootje aan gescheurd en missen het publiek slechts op enkele angstige centimeters na. De toegestroomde ouders en kinderen houden hun hart vast: als dit maar goed gaat.

Gooien en smijten met de dood
Na de auto veilig geparkeerd te hebben, krijgen Pol & Freddy het gelukkig voornamelijk met elkaar aan de stok. Het publiek is voorlopig veilig. Terwijl het publiek opgelucht adem haalt, slaan Po & Freddy elkaar met knotsen om de oren, vechten ze om ballen, draait Pol Freddy’s armen in onmogelijke posities en gooien ze diverse voorwerpen in de lucht en naar elkaar. Met wisselende mate van succes worden die voorwerpen door de ander gevangen en weer terug gesmeten. Na dit vermakelijke gooi- en smijtwerk is het tijd voor wat meer diepgang.

~

We verkassen naar het parkje bij de stadsschouwburg alwaar Het Filiaal haar Huis heeft neergezet. Terwijl wij naar binnen gluren bij dit plots verschenen huisje in de binnenstad, zien we een man nog één laatste bad nemen alvorens afscheid te nemen van het leven. Maar eerst moet hij afscheid nemen van de mensen en spulletjes die hij om zich heen heeft verzameld. Dit is geen lichtvoetige voorstelling, ondanks de alom aanwezige humor en de slapstick speelstijl van Ron van Lente. Normaal gesproken wordt deze voorstelling ingebed in een educatief programma met filosofische workshops en opdrachten. Geen overbodige luxe, want deze voorstelling gaat je onder de huid zitten. Maar alleen al vanwege het prachtige interieur van het Huis een absolute aanrader.

Zondag is geen rustdag tijdens Tweetakt
Zondag beginnen we op tijd met het festival en dat is maar goed ook. Het blijkt namelijk dat we Harig Hondje nergens kunnen vinden. In deze voorstelling van BonteHond helpen de kinderen Feike Looyen om haar harige hondje terug te vinden. Looyen neemt de kinderen in haar huisje mee op zoektocht en de speurtocht brengt ons zelfs tot in grote villa’s en bij buurtkapsters. Harig Hondje is een voorstelling voor de allerkleinste festivalbezoekers vanaf 2 jaar. Maar ook de ouders kunnen genieten van de subtielere woordgrapjes. De kinderen worden ondertussen verleid met een scala aan audiovisuele prikkels. Er is voor elk wat wils. Jong of oud, auditief of visueel ingesteld: iedereen kan zich met plezier op deze zoektocht storten. En of het harig hondje uiteindelijk wordt gevonden? Misschien moet u even gaan kijken of het gelukt is….

~

Het wordt weer tijd voor een muzikaal intermezzo; tijd voor Lucky Fonz III. In theater Kikker staat Lucky slechts vergezeld door een piano en een gitaar op het podium voor een uitverkochte zaal. In dit intieme theater komen de luisterliedjes van Lucky Fonz helemaal tot hun recht. Gezeten achter de piano brengt de zanger eerst enkele Engelstalige nummers ten gehore, om even later naar Nederlands en gitaar over te stappen. En voornamelijk uit de Nederlandse liedjes blijkt de uitwerking van zijn muziek op het Tweetaktpubliek. Dat publiek bestaat namelijk voor een groot gedeelte uit jongere kinderen. En die liggen helemaal dubbel om de teksten van Lucky Fonz (en woorden zoals ‘vrijen’ zijn uiteraard altijd hilarisch). Artiest en publiek hebben zichtbaar plezier en wisselen voortdurend spitsvondigheden met elkaar uit. In het donkere zaaltje lijkt de stralende lentezon moeiteloos door te dringen om de harten van de aanwezigen te verwarmen. Voordat we té verhit raken pikken we snel wat seksuele voorlichting mee.

Seks, drugs en kabbelende rock ’n roll

~

Het Zwitserse Muziektheatergezelschap Kolypan brengt in de vorm van een soort rockopera genaamd Pussy ’n’ Pimmel een “vrolijke, anarchistische seksuele voorlichtingsshow.” Geheel in lijn met goed opera gebruik worden de Duits gesproken teksten van Kolypan op een groot scherm boven de uitvoering voorzien van een Nederlandse vertaling. Maar ook zonder dit hulpmiddel is deze voorstelling prima te volgen door de mengelmoes aan Duitse, Engelse en Nederlandse teksten, maar vooral door de niets verhullende beeldende presentatie van de seksuele daad, de geschiedenis van de seksuele drang en de omgang tussen man en vrouw.

Het viertal acteurs laat zich in hun voorlichtingsshow bijstaan door de handpoppen Pussy en Pimmel, zelfgebouwde constructies die de voortplantingsorganen representeren, overheadprojectors en pornomateriaal (van de softe variant!). Dit alles combineert het gezelschap met punkrocknummers en een korte synopsis van Grease om uiteindelijk tot een orgastische uitbarsting te kunnen komen. Het klinkt wellicht aanvankelijk wat plat, maar Pussy ‘n’ Pimmel is een hele vermakelijke, maar vooral uitermate leerzame voorstelling die menig tiener zal amuseren. En niet onbelangrijk: het is nog leerzaam ook. Na afloop kunnen je niet alleen jezelf, maar ook de ander op een verantwoorde manier behagen.

Bedeesde afsluiter van de dag
Nu al geheel bevredigd wenden we ons tot het muziekpodium van het festival. We sluiten de dag af met Ghost Trucker en Awkward I. En afsluiten lijkt hier inderdaad het kernwoord. Om de muziek van Ghost Trucker tot je door te laten dringen, moet je je afsluiten van de rest van de wereld. De filmische alternatieve muziek van deze band laat je tijdens dit festival echter eerder afsluiten van jezelf. Er is een subtiel verschil tussen in trance geraken en in slaap gewiegd worden. Ghost Trucker doet het tweede, behalve als de zang je soms wakker schudt, omdat deze de toonsoort van de instrumenten nét niet weet te bereiken. Het is nog net niet vals te noemen, maar aangenaam klink het ook niet.

~

Dat doet Awkward I dan weer een stuk beter. De vijfmansformatie geeft al bij opkomst een beter gevoel dan het verdwaalde tweetal dat voor hen op het podium stond. Ook hier geen wilde taferelen, maar in ieder geval een beduidend meer onderhoudende set muziek. De folky liedjes van de band rondom de Groningse singer-songwriter Djurre de Haan zijn goed uitgewerkt en balanceren steeds op het randje van de rijke instrumentale composities en de kleine luisterliedjes. Een spanningsveld dat  prima uitpakt. Er wordt dan misschien niet zo uitbundig meegedeind als een dag eerder op deze locatie, men kan na afloop weer tevreden huiswaarts keren. En het mooiste is dat er nog een hele week acts in het verschiet ligt.

Boeken / Fictie

Futiele ruzies over onsympathieke homo’s

recensie: J.J. Voskuil - De buurman

.

Maarten en Nicolien Koning krijgen een nieuwe buurman op de bovenetage. De contactgestoorde zestiger Petrus krijgt een karakterschets die een Asperger patiënt niet veel ontloopt.  Mensenschuw, dogmatisch tot op het onzinnige toe en ongevoelig voor de emoties van anderen. Hij ontloopt contact met zijn buren. Totdat Petrus de jongere Peer in huis neemt en een voorzichtig contact met de Konings ontluikt.

Argumenten in cirkels
De mislukte kunstenaar Peer heeft veeleer een geflipte inborst. Hij ontwikkelt zich tot een welkome vrolijke tegenhanger van Petrus. Dat neemt niet weg dat de ik-persoon van het boek, Maarten, het stelletje niet ziet zitten. Nicolien heeft echter goede vrienden gevonden in de twee homo’s. Hun verschillende houdingen tegen de buren verzandt in hopeloze ruzies van een echtpaar in een jarenlange sleur. Hij reageert bot analyserend, zij emotioneel.

Op driehonderd opeenvolgende pagina’s komen ze niet verder dan hetzelfde argument. De man en vrouw worden storende zeikerds die alleen in cirkels kunnen redeneren. Een in elkaar gezakte relatie voltrekt zich in alle pijnlijkheid met als plaatsvervangende vijand de homo’s van erboven. Toch raakt Voskuil met zijn slepende stijl aan een intrigerende menselijke eigenschap. Het veronderstellen, het kennen en het duiden van karakter dat we als exacte wetenschap gebruiken in onze relaties met de ander. Het feit dat de buurmannen volstrekt egocentrisch en onhandelbaar zijn maakt de spanning tussen de twee diametrale denkbeelden over homoseksualiteit des te urgenter voor Maarten en daarmee voor zijn vrouw.

Stoffige argumenten over herenliefde
Voskuil loopt niet weg van een episode meer of minder kleinburgerlijk geruzie. Maar de futiele ruzie tussen twee echtelieden geeft onderwijl een aardig beeld van de homo-acceptatie van een oudere generatie. Hierin wordt Maarten de nonchalante heteroman die niet inziet waarom homo’s zichzelf zouden moeten uiten. Zijn vrouw zet zich tegen hem af. Haar overdreven acceptatie van de underdogs die niets fout kunnen doen is niet alleen voor Maarten tenenkrommend, maar doet ook de haren van de lezer rijzen.

Daarmee wordt de roman een weinig poëtisch, ouwelijk verhaal van drie mensen met een gebruiksaanwijzing die nooit zeggen waar het op staat. De vierde, de ik-persoon, maakt zich in de loop van het verhaal niet veel sympathieker dan de rest door zijn onverstoorde gebrek aan compassie. Maartenen Nicolien bezigen een corpus stoffige argumenten over herenliefde die een roman lang duren. Het zijn echter argumenten die voor de meeste lezers toch herkenbaar zullen zijn. Voskuil treft zo het reactionaire geneuzel over seksualiteit die identiteit bepaalt maar al te goed. Maar omdat De buurman de acceptatie van homo’s weer tot een frontlinie maakt verwijdert het de moderne mens wel erg ver van het onderwerp. Jonge lezers zullen het boek nog net aankunnen.

Boeken / Non-fictie

Het altijd blijvende boek

recensie: Mathieu Lommen - Het boek van het gedrukte boek. Een visuele geschiedenis.

Eén blik in de prachtuitgave Het boek van het gedrukte boek en de overweldigende kracht van letters en beelden, gedrukt op papier, is voldoende om vast te stellen dat het boek altijd zal blijven.

De opkomst van kranten en tijdschriften, de ontwikkeling van televisie en computer en de opmars van tablet en e-book, het papieren boek krijgt met regelmaat forse klappen te incasseren maar blijft een vaste waarde in ons kennis- en vermaaklandschap. In de zes eeuwen dat het gedrukte boek bestaat is vooral de enorme verscheidenheid waarin het zich laat zien de basis voor een eeuwigdurend bestaansrecht.

~

Om dat maar eens extra te onderstrepen laat Het boek van het gedrukte boek. Een visuele geschiedenis een indrukwekkend overzicht zien van de weg die het boek in gedrukte vorm heeft afgelegd vanaf de uitvinding van het drukprocedé rond 1450 tot de boekvormgeving in onze huidige tijd. Samengesteld door Mathieu Lommen, conservator grafische vormgeving bij Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, begeleidt deze uitgave de gelijknamige tentoonstelling aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam.

Minimale tekst
In een perfecte drukkwaliteit worden de besproken boeken chronologisch en over meerdere pagina’s getoond waarbij de afbeelding haarscherp is, de papierstructuur haast voelbaar en het aroma nog nét niet te ruiken. De tekst is minimaal, de verschillende tijdvakken hebben een algemene inleiding, de afgebeelde boeken een korte heldere tekst over het ontstaan en de vervaardiging ervan. De grootste kracht zit in het detail: bij alle boeken staat in een klein inzetje een fragment uit de getoonde pagina met daarbij een paar regels over de toegepaste letterfonts en de grondleggers daarvan. Een unieke informatiebron die boekliefhebbers en -vormgevers tot genoegen zal zijn.

Het oudste getoonde boek is van Nicolas Jenson, een Franse muntslager die door de koning in 1458 naar Mainz wordt gestuurd om eens te kijken wat ene Johann Gutenberg daar met gesneden ‘carracteres curieux’ uitvoert. Jenson kijkt de kunst af, vestigt zich als meesterdrukker in Venetië en geeft zijn naam aan de belangrijkste romeinse lettervorm.

Vanaf de middeleeuwen begint het boek de lange ontwikkeling van zeldzame kostbaarheid tot algemeen gebruiksgoed. Via de encyclopedie van Jacob Bellaert (1485) langs de dichtbundels van Aldus Manutius (1505) de emblemata van Christoffel Plantijn (1565) naar de atlas van Joan Blaeu (1664) en de luxueuze edities van Giambattista Bodoni (1793).

Avant-garde
In de negentiende eeuw wordt de lithografie (steendruk) uitgevonden en neemt de kleurendruk een ware vlucht. Drukkers hebben een scala aan lettertypes en ornamenten ter beschikking en tonen hun vakmanschap in uitgebreide catalogi. John Gould brengt zijn excellente Birds of Australia (1840) en William Morris richt de Kelmscott Press op waarmee hij weer teruggrijpt op middeleeuwse invloeden. Art Nouveau bepaalt verder de vormgeving van boeken.

En dan is de omwenteling daar. In heel Europa ontstaat een avant-garde beweging die voortkomt uit en gelijke pas houdt met beeldende kunst en de literatuur. De mechanisering van het letterzet- en drukprocedé neemt een grote vlucht en in de boekvormgeving gaan alle tradities overboord. De schreefloze letter (zonder ‘voetjes’) en de asymmetrische vorm zijn de stijlkenmerken van de nieuwe boeken. El Lissitzky, Jan Tschichold en Piet Zwart ontwikkelen hun experimentele (de)constructivistische boekvormgeving en grafisch ontwerpen wordt een specifiek vak binnen de toegepaste kunsten.

Postmodern­­­­

~

De moderne tijd (vanaf 1970) wordt gepresenteerd met boeken van Willem Sandberg, Herbert Bayer en Wim Crouwel en gaat automatisch over in wat men ‘postmodernisme’ noemt. Dit laatste hoofdstuk laat slechts een handvol boeken zien die samen de laatste 25 jaar boekvormgeving vertegenwoordigen. Niets ten nadele van de prachtige boeken van Irma Boom, Joost Grootens en Bruce Mau maar het is te beperkt om hiermee het hedendaagse boekontwerp recht te doen. Creatief computergebruik en nieuwe papier- en drukkwaliteiten hebben de boekvormgeving tot grote hoogte doen stijgen en dat komt er bekaaid af met slechts twee voorbeelden uit de afgelopen tien jaar.

Het gedrukte boek, zichzelf steeds weer vernieuwend, is in deze wonderschone uitgave vooral te zien als beeldboek, prestigeboek, handboek, naslagwerk en zelfs als kunstwerk. Wat er in de toekomst gaat gebeuren met de literaire roman, de thriller, de pocket en andere zogenaamde tekstboeken is een stuk onzekerder.

Film / Achtergrond
special: Quartier Lointain, Claire Dolan, Mr. Nice

Dromen over jeugdherinneringen, drugssmokkel en ontsnappen uit de prostitutie

.

~

Stel je eens voor dat je als 50-jarige man terug kan keren naar je jeugd als 15-jarige jongen. Een fascinerende gedachte. Het overkomt de uitgerangeerde striptekenaar Thomas in de film Quartier Lointain. Hij komt per vergissing aan in het dorp van zijn jeugd en valt bij het graf van zijn moeder flauw, denkend aan zijn vader die in zijn jeugd spoorloos verdween. Hij wordt wakker in zijn eigen lichaam als jongen van vijftien. Hij wandelt rond in zijn jeugd en merkt dat zijn vader er nog is. Hij onderzoekt waarom zijn vader weg is gegaan en hoopt hem te kunnen stoppen als het moment weer aandringt.

Onthaasting
Regisseur Sam Garbaski (Irina Palm) weet de hele film lang een dromerige nostalgische sfeer op te roepen en vol te houden tot het eind. De scènes passeren in een rustig ritmisch tempo, gevoed door de dromerige muziek van Air. Alsof je zelf aan het dromen bent. De beelden van een prachtig klein Frans dorpje zijn betoverend en de verwondering van Thomas over zijn jeugdherinneringen is herkenbaar. Het levert een gewetensvraag op: voel je je nog wel seksueel aangetrokken tot het vijftienjarig meisje waar je toen verliefd op was als je al vijftig levensjaren achter de rug hebt?

De film Claire Dolan van Lodge Kerrigan weet ook een dromerige sfeer op te roepen. Kerrigan zelf is een indie-regisseur die geliefd is bij critici, maar bij het grote publiek relatief onbekend is. Films als Keane (2004) en Clean, shaven (1993) zijn moeilijk te definiëren in een genre of stijl en dat maakt hem voor publiek en investeerders onaantrekkelijk. Bij zijn laatste film Rebecca H. (Return to the Dogs) uit 2010 was de reactie van het publiek in Cannes koel. Erg vervelend voor een filmmaker die in zeventien jaar tijd slechts vier films maakte. 

Sombere prostituee

~

Zijn tweede film Claire Dolan (1998) moest noodgedwongen geproduceerd worden door een Frans filmbedrijf, omdat geen enkele Amerikaanse investeerder het aandurfde. Jammer. Claire Dolan is een bijzondere intrigerende film. Somber maar, door de korte fragmenten die Kerrigan ons gunt in het leven van de escortgirl uit de filmtitel, afstandelijk genoeg om niet bedroefd achter te blijven. We zien Claire Dolan worstelen met haar leven als haar moeder overlijdt. Ze probeert de prostitutie te verlaten, gaat een moeizame relatie aan met een taxichauffeur en merkt overal waar ze komt dat onbekende mannen haar benaderen om seks met haar te hebben. Alsof het op haar voorhoofd staat geschreven.

Kerrigan laat, net zoals in Keane een indringend portret zien van mensen aan de rand van de samenleving. Ook schuwt hij de kritiek op de samenleving niet, die volgens hem alleen maar gefocust is op schone schijn. Dit wordt prachtig verbeeld in de manier waarop Claire als een robot zonder gevoel haar klanten toespreekt: ‘Ik mis je. Ik wil het met je doen. Ik kan niet wachten om je weer te zien.’ Claire Dolan wordt gespeeld door de in 2002 overleden actrice Katrin Cartlidge.

Overdreven drugsfilm

~

De film Mr. Nice interpreteert de duistere kant van de samenleving op een andere manier. De film van Bernard Rose is een dik aangezet verhaal over drugssmokkelaar Howard Marks (Rhys Ifans), dat zich afspeelt in de jaren zestig en zeventig. De hoogbegaafde Marks ontdekt drugs op de universiteit van Oxford en besluit daar zijn vrije tijd aan te besteden. Als hij voor een vriend hasj smokkelt van Duitsland naar Groot-Brittannië rolt hij per toeval de georganiseerde misdaad in. Dit alles doet hij met een laconieke houding alsof hij het zelf ook niet kan helpen dat het leven zo uitpakt. Hij laat regelmatig tegenspelers op zich wachten, omdat hij eerst zijn joint moet oproken. Het enige waar Howard zich wel druk om maakt in de film is waarom drugs nog niet legaal is. ‘Het is toch een natuurlijk product?’

De mening van de filmmaker is overduidelijk. De film volgt het bekende pad van de opkomst en ondergang van een drugsbaas. Zij het ditmaal met een Welshman in de hoofdrol. Geen Cubaans temperament of Italiaanse loyaliteit, maar een Britse droogkloot die continue stoned en geil is. De film is gebaseerd op de autobiografie van de gelijknamige cultheld. Het is te betwijfelen of het leven van Howard Marks echt zo rock ’n roll verliep. De film is een verheerlijking van drugs en Howard Marks zelf. Op momenten grappig, maar meer niet.

Quartier Lointain (Sam Garbarski, 2010): distributeur A-film
Claire Dolan (Lodge Kerrigan, 1998): distributeur Film freak
Mr. Nice (Bernard Rose, 2010): distributeur Paradiso

Boeken / Non-fictie

Tussen democratie en dictatuur

recensie: Kysia Hekster - De Poetinshow en het Rusland van de Russen

De Russen hebben veel gepikt van hun leiders in de afgelopen jaren en ze hebben er genoeg van. Dit betekent echter niet dat er na de afgelopen presidentsverkiezingen veel zal veranderen. Kysia Hekster vertelt in De Poetinshow en het Rusland van de Russen waarom.

Wat Poetin ook deed, altijd was er een camera bij en het ene succes volgde op het andere. De daadkrachtige president loste ieder probleem op. Het land is een geoliede machine en één man draait aan alle knoppen. Dit beeld schotelen de staatsmedia de Russische bevolking al twaalf jaar voor, zelfs in de periode dat Poetin werd opgevolgd door zijn marionet Medvedev en hijzelf premier was.

De soevereine democratie

Maar hoe denkt die bevolking over Poetin? Kysia Hekster, Rusland-correspondent namens de NOS, woont al jaren in de hoofdstad van de voormalige communistische heilstaat. Hier zag zij de laatste jaren hoe Poetin en zijn partij, Verenigd Rusland, vrijwel zonder zichtbare oppositie het land regeren. Ze beheersen de televisie en de rechtspraak in het land en tonen liever niet dat veel Russen zich niet kunnen vinden in de corruptie die het land domineert. Maar tot grootschalig protest leidt dit niet – daarvoor leent de Russische mentaliteit zich simpelweg niet, aldus Hekster.

Rusland heeft een niet-democratische erfenis van duizend jaar die maar niet wil vergaan. Volgens de door Hekster aangehaalde oud-Kremlinideoloog Vladislav Soerkov is het een ‘soevereine democratie’. Het komt erop neer dat baas beslist en door middel van verkiezingen kan de bevolking instemmen met wat de baas beslist. Grootschalige corruptie stamt al uit de tijd van Peter de Grote (1672-1725). Ook heeft het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 geleid tot een identiteitscrisis. Ooit was alles in het land immers communistisch, maar nu is het een land van vele nationaliteiten, etniciteiten en religies. Door al deze sociale tegenstellingen lijken de Russen het nergens over eens te kunnen worden. Hekster laat veel gewone Russen uit verschillende bevolkingslagen aan het woord om dit te illustreren, onder wie een arts-in-opleiding, een advocaat en een politieman. Allen klagen ze over de huidige situatie, allen willen ze een andere oplossing.

Roeien met de riemen die je hebt

Voor Hekster staat vast dat ‘Rusland geen democratie is, hoewel het ook geen dictatuur is. Iets ertussenin, een soort laisser faire-dictatuur.’ De overheid laat veel zaken op haar beloop en grijpt vooral in wanneer het goed uitkomt. Van structureel beleid is echter amper sprake, waardoor de zakelijke elite het land beheerst en er weinig kansen voor jonge mensen zijn – zij komen er simpelweg niet tussen. Hierdoor gaan hele generaties verloren. Er is overigens weinig hoop dat dit snel zal veranderen wanneer er nieuwe machthebbers worden gekozen. Voetbaltrainer Vladimir Siromolot legt uit: ‘Investeer in de jeugd, dan oogst je op termijn betere resultaten. Maar dat zit niet in onze mentaliteit.’

‘De magie is uitgewerkt’, schrijft Hekster. Dit boek verscheen vóór Poetins recente herverkiezing; hij werd nogmaals verkozen tot president, voor de duur van zes jaar. Toch beschrijft Hekster hoe na twaalf jaar Poetin veel Russen het tijd vinden voor iets anders. Maar wat? Hekster weet het ook niet precies. Vast staat wel dat het taaie types zijn, die Russen. Ze beschrijft een filmpje waarin een graafmachine op een platte boot in een rivier dreef en hoe de bestuurder de arm van zijn graafmachine gebruikt als een peddel. Het oogt wat onbeholpen, maar hij komt wel vooruit.

Meer beschrijving dan analyse

Voor wie een echte studie over Rusland en de politieke cultuur verwacht, laat De Poetinshow wat te wensen over. Gebeurtenissen worden meer beschreven dan geanalyseerd, wat ook blijkt uit de conclusie van de schrijfster dat de Russen ‘ook zonder een autoritaire of een eerlijk gekozen leider hun weg weten te vinden’. Dit is niet echt een bevredigend antwoord op de vraag wat de onvrede van de Russen voor hun toekomst betekent. Maar dat geeft niet. De taak van een journalist is om sociale kwesties bloot te leggen en het publiek hierover te informeren. Hekster weet op een boeiende manier het Rusland dat schuilgaat achter wat de overheid laat zien te tonen. Hierdoor is de vlot geschreven Poetinshow een plezier om te lezen wanneer je even behoefte hebt aan iets minder zware, maar wel serieuze, kost.

Boeken / Fictie

Net wat bijzonderder, maar ook net wat minder goed

recensie: Niels Gerson Lohman - Een rijk alleen

Niels Gerson Lohmans debuut is er één in een eindeloze reeks vergelijkbare boeken. Waarom zou je er daar nog eentje aan toe willen voegen? Toch onderscheidt dit boek zich van de andere, maar je moet het wel wíllen zien.

Het gemiddelde romandebuut anno 2012 betreft het verhaal van het opgroeien van een jongere die zich vanuit een beschermde (liefst Amsterdamse) buurt langzaam in het koude water van de grote wereld laat zakken. Allemaal staan ze in meer of mindere mate in de alomtegenwoordigheid van de schaduw die Grunberg heet. En ze nemen met liefde een en ander van de Grote Eén van het moment over, of het nou getikte ouders, de joodse connectie, het illusieloze cynisme of het eindeloze gepalaver in dialoogvorm is. Amsterdam blijkt een onuitputtelijke bron van jongens en meisjes met ambitie, scheppingsdrang en een vergelijkbare achtergrond. Veel nieuws hebben die inwisselbare romans niet aan de wereld mee te delen, maar ze zijn onontbeerlijk om de werkelijk grote talenten uit de zee van literair actieve talenten te vissen.

Gedurfd experiment slaagt niet

Een rijk alleen, het debuut van Niels Gerson Lohman, lijkt een nieuwe schakel in de schier eindeloze ketting van hetzelfde. Líjkt, want de roman vliegt hier en daar uit de bocht op een manier die je zou kunnen verwachten van een schrijver met een oorspronkelijke geest, een interessante stijl en een overduidelijk gebrek aan ervaring. Gerson Lohman schrijft fris, en dat levert zowel kromme tenen als bijzondere momenten op.

Het begint allemaal nog zo idyllisch: Mos en Beer wonen ergens in de grachtengordel, ze spelen samen, leven de onbezorgde jeugd van rijke kinderen in een gelukkig gezin. Dan brokkelt alles langzaam af: vader, altijd al een goede klant van de hoofdstedelijke horeca, brengt zijn dagen in het café door, en de jongens verhuizen naar Bussum, het Amsterdam-Zuid van de provincie. Weg idylle.

Het wordt allemaal nog veel erger. Het leven van Mos Lupin, een leven dat zo probleemloos gang kwam, blijkt een opeenstapeling van kleine en grote rampen. En dat alles lees je door de ogen van een aanvankelijk nog naïef, maar gaandeweg steeds cynischer wordend kind. Gerson Lohman past zijn toon aan op de levensfase van zijn hoofdpersoon: de onbezorgde jeugd van Mos wordt verteld in een kinderlijke stijl, korte zinnen en met een onwetendheid die sterk wordt volgehouden, maar toch vooral ergerniswekkend is. Het is een gedurfd experiment, maar het mislukt: wie schrijft uit het perspectief van een kind, hoeft dat niet per se op kinderlijke wijze te doen. Voorbeelden te over in de wereldliteratuur.

Plotseling heel interessant

Later, als Mos opgroeit, een vriendinnetje krijgt en alles wat hij probeert laat mislukken, verandert Gerson Lohmans stijl langzaam naar een volwassen toon. Dat doet hij knap, en hand in hand met de toon krijgt ook het karakter van Mos meer en meer reliëf. Het slotdeel, waarin de licht verwarde Mos naar de Filippijnen vliegt om ‘zichzelf te vinden’, is dan weer minder interessant: Gerson Lohman voert aan één stuk door nieuwe personages op, allen op hun eigen wijze getikt, maar geen van allen afdoende uitgewerkt om interessant te zijn. Vehikels zijn het, wier functie eruit bestaat het karakter van Mos verder uit te diepen.

Gevolg: desinteresse bij de lezer in de Filippijnse ontwikkelingen en spijt over het feit dat Gerson Lohman er niet voor gekozen heeft het tweede Amsterdamse deel van Mos’ verhaal, dat vol zit met ontwikkelingen die de schrijver subtiel en met een interessante metaforiek weet te treffen. Dat zijn de mooiste momenten in Een rijk alleen (geslaagde titel trouwens), de zinnen waarin Gerson Lohman risico’s neemt en net halt houdt voordat ze eindigen als pseudofilosofische mooischrijverij. Iemand die dat durft, en bovendien beelden kan oproepen die de moeite waard zijn om te onthouden, is een schrijver met mogelijkheden, meer mogelijkheden ook dan hij zelf lijkt te beseffen.

Een rijk alleen is al met al een onrijp debuut, een debuut als vele andere bovendien, maar op die schaarse momenten dat Gerson Lohman ontspoort, wordt het plotseling even erg interessant.

Muziek / Album

Zeldzaam kritisch geluid

recensie: Bruce Springsteen - Wrecking Ball

.

Bruce Springsteen levert met Wrecking Ball eindelijk weer eens een ouderwetse protestplaat. Hoewel, ouderwets? Dankzij een nieuwe producer en kleine experimenten is zijn zeventiende album juist erg van deze tijd.

Wrecking Ball klinkt net weer wat anders dan het voorgaande werk van de 62-jarige rocker, maar blijft toch onmiskenbaar een Springsteenplaat. Na twee albums met producer Brendan O’Brien werkt hij ditmaal samen met de minder bekende Ron Aniello. De productie mag dan modern wezen, een track als ‘We Take Care Of Our Own’ blijft net zo’n typische Springsteen-anthem als bijvoorbeeld ‘Born To Run’ of ‘Waitin’ On A Sunny Day’.

Felle kritiek

~

Springsteen neemt het in meerdere nummers op voor Amerikanen die getroffen zijn door de economische crisis. Hij uit felle kritiek op inhalige bankiers en de Amerikaanse regering. Net zoals in veel van zijn andere werk speelt de working man een hoofdrol. In het gevoelige ‘Jack Of All Trades’ laat hij deze fel uithalen: ‘If I had a gun, I’d find the bastards and shoot ‘em on sight’. Ook in ‘Easy Money’, ‘Shackled And Drawn’ en ‘Death To My Hometown’ is The Boss onverbiddelijk. In die laatste zingt hij giftig: ‘Sing it hard and sing it well, send the robber barons straight to hell’. Maar met ‘This Depression’ weet Springsteen tussen al dat protest ook te ontroeren.

Wrecking Ball werpt echter niet alleen maar een sombere of boze blik op de huidige situatie in Amerika. Er is net zo goed plaats voor de nodige hoop, zoals het al eerder in een liveversie verschenen ‘Land Of Hope And Dreams’. De titeltrack zal Springsteenfans eveneens bekend voorkomen. Een liveversie van ‘Wrecking Ball’ uit 2009 stond namelijk al op de dvd London Calling: Live In Hyde Park. Dat Springsteen materiaal hergebruikt is hem vergeven, want het optimisme van nummers als deze voorkomen dat het album te zwaarmoedig wordt. Ook ‘You’ve Got It’ en ‘We Are Alive’ helpen de toekomst wat rooskleuriger in te zien.

Moedig
Ging Springsteen al eerder met de tijd mee, bijvoorbeeld met de beroemde drumloop in zijn Oscarwinnende hit ‘Streets Of Philadelphia’, in ‘Rocky Ground’ gaat hij nog een stap verder met een korte rap. Niet door hemzelf, maar door zangeres Michelle Moore. Hoewel een moedige keuze, voegt de rap hier niet veel toe. Behalve Moore heeft Rage Against The Machinegitarist Tom Morello een gastbijdrage. Leden van de vertrouwde E Street Band, onder wie de onlangs overleden saxofonist Clarence Clemons, spelen slechts een kleine rol.

Met Wrecking Ball overtreft Springsteen de wisselvallige voorganger Working On A Dream en kan hij weer enkele gegarandeerde livefavorieten op zijn setlists zetten. Het niveau van Born To Run (1975) of The River (1980) haalt dit album niet, maar die zijn dan ook met gouden letters geschreven in de annalen der popgeschiedenis. Wel biedt deze cd een hart onder de riem in een voor velen ellendige periode. Opvallend is dat het de laatste jaren vooral de rockveteranen, zoals zestigplussers Jackson Browne en Neil Young, zijn die via hun muziek protest leveren. Een kritisch geluid van jongere muzikanten is merkwaardig genoeg zeldzaam. Op dit album laat The Boss nogmaals horen hoe het moet, in songs vol verontwaardiging, woede, troost en hoop.

Live in Nederland: 28 mei Pinkpop, Landgraaf