Boeken / Kunstboek

Afval verwerkt tot visueel spektakel

recensie: Tristan Manco - Raw + Material = Art

.

De grondstoffen voor de kunst in Raw + Material = Art zijn voor de meesten van ons afval. Het boek laat 38 kunstenaars zien die het rotzooi van straat verwerken en upcyclen tot visueel spektakel.

Brian Dettmer: altered book

Brian Dettmer: altered book

Nietjes, oude speelgoedjes, peuken, batterijen en gesneuvelde glasplaten. In een wereld waar de natuurlijke grondstoffen op lijken te gaan, zoeken kunstenaars naar hergebruik dat tot de verbeelding spreekt. De beperkingen van het gevonden voorwerp lijken de kunstenaars amper te schelen. Scheuren, stapelen, breken, vouwen en combineren blijken nog altijd sterke middelen om betekenis aan gevonden voorwerpen te geven.

Papier en hout

Het vervreemdende karakter van de kunstwerken is meer dan materialen die in andere context worden hergebruikt. Wat de kunstenaars verbindt is de directe aanslag die zij plegen op de visuele kaders van de kijker. Het meeste werk in het boek is heel druk en vol van karakter. Van de beschilderde houten Prayer Wheels van straatkunstenaarsduo Faile tot een tsunami aan gekleurd afvalhout in Tapumes van Henrique Oliveira.
Een ander mooi voorbeeld van de visuele drukte is de mobile van gebruikte theezakjes van Monica Canilao. Niets is afval in haar ogen. De materialen in haar handen worden een drukke mixed media werk dat heel herkenbaar en levend is. Haar werk ademt een soort krakersgevoel uit met grauwere kleuren.

De meest letterlijke drukte is te zien bij Michael Johansson. Hij plaatst nietszeggende voorwerpen op de meest efficiënte manier in een grotere structuur. Een witte wand vol met stoelen, kussens, kastjes en servies, of een caravan tot de nok toe gevuld met kampeerspullen. Na het kijken en lezen van het boek, zit je vol. Net zo vol als de sculpturen van Michael Johansson die geen millimeter ruimte hebben om nog een object bij te plaatsen.

Boeken / Non-fictie

Griekse goden versus atomen

recensie: Stephen Greenblatt (vert. Arthur de Smet) - De Zwenking

Het nieuwe boek van Stephen Greenblatt is een spannende tijdreis langs Grieken, Romeinen, kloosters en de drukpers. De Zwenking beschrijft de onvoorstelbare geschiedenis van een ander boek. Het won al de National Book Award en de Pulitzer Prize. Over hoe de ontdekking van een obscuur leerdicht uit de Griekse oudheid een enorme verandering teweegbracht in de late Middeleeuwen.

De Zwenking. Hoe de wereld modern werd is een curieus boek over een nogal onbekende tekst, althans heden ten dage. Greenblatt schrijft over De Rerum Natura (Over de natuur der dingen), een Grieks gedicht van Lucretius uit de eerste eeuw voor Christus. Het gedicht met 7400 regels in 6 boeken ontdoet de historische wereld van de Griekse goden en zet in plaats daarvan kleine deeltjes centraal: atomen.

Het boek en de jager

~

De atomen werden voor het eerst geopperd door Democritus, maar werden vervolgens opgepikt door Epicurus en zijn volgelingen. Epicurus geloofde niet dat goden zich – als zij werkelijk bestonden – ook maar een moment bezig zouden houden met de problemen van de mensen. Daarom meende hij dat het niet veel zin had om te offeren, te bidden en te lijden. Epicuristen streefden in plaats daarvan naar het verhogen van genot en het beperken van pijn. Ze hielden vast aan de gedachte dat er alleen atomen waren en verder niets, dus ook geen reïncarnatie. Lucretius gebruikte de kennis van Epicurus en vormde die tot het gedicht De Rerum Natura.

Greenblatt laat de tijden van Lucretius herleven, maar meer dan over Lucretius gaat De Zwenking over de ontdekker van het gedicht. De herontdekking vond plaats rond 1417 in een klooster ergens in Duitsland. De Italiaanse boekenjager Poggio Bracciolini had eerder naam gemaakt als pauselijk secretaris. Hij maakte een kopie van een bijna verdwenen manuscript. Samen met zijn humanistische tijdgenoten zette hij door het ontdekken van oude teksten de christelijke denkwereld onder druk. Epicuristen waren gevaarlijk voor vroege christenen omdat als de ziel sterfelijk zou zijn, de christelijke zedenleer uit elkaar zou vallen. Meer dan duizend jaar na de eerste publicatie van het gedicht was het een erg subversief verhaal geworden.

Hernieuwde blik op de wereld

~

De Zwenking is een geschiedenis die niet zozeer over de inhoud van de zes originele boeken gaat maar over de maatschappelijke waarde ervan. Over de natuur der dingen is een werk dat grote betekenis had voor de wetenschappers van de renaissance en een hernieuwde blik op de wereld en het universum inluidde. Het liet volgens Greenblatt diepe sporen na in de geschiedenis. Van Thomas More’s Utopia via Shakespeare tot aan de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. Op overtuigende wijze worden allerlei onverwachte verbanden gelegd tussen werken die werden geïnspireerd door De Rerum Natura.

De schrijver reist zonder moeite heen en weer tussen de eeuwen om de geschiedenis van het ontstaan van het boek, het voortbestaan van slechts enkele exemplaren en vooral de herontdekking van het boek te reconstrueren. Al deze verschillende tijdperken worden met verve neergezet door Greenblatt. Hij laat ons de pijn voelen van alle kennis die verloren ging in Alexandrië en geeft een levendige beschrijving van kopiisten die grote aantallen perkamenten produceerden.

De monniken waren het die zwoegend in hun kloosters zelfs profane teksten uit de oudheid vermenigvuldigden en bewaarden. Teksten die uiteindelijk het einde betekenden van het systeem waar zij deel van uitmaakten. De ode van Greenblatt aan Over de natuur der dingen is onafgebroken en meeslepend. Een bijzondere tekst uit het verre verleden krijgt door hem nieuwe energie en actualiteit. Maar het zijn al die kleine menselijke schakels waar Greenblatt de meeste achting voor heeft. Mensen die een grote zwenking in de westerse geschiedenis op hun naam hebben staan.

Kunst / Achtergrond
special: 8WEEKLY geeft kaarten weg

Lezersactie: Art in Redlight

Lezersactie Art in Redlight

Van 20 t/m 23 september vindt de onafhankelijke kunstbeurs Art in Redlight weer plaats in onze hoofdstad. Voor deze achtste editie geeft 8WEEKLY 25 kaartjes weg.

~

Het belooft een bijzonder kunstweekend te worden in Amsterdam. Het Stedelijk Museum wordt heropend en de nieuwe fotobeurs Unseen is te bezichtigen. Maar ook Art in Redlight (kortweg AIR 8) mag zeker niet vergeten worden. In de Oude Kerk in de Amsterdamse rosse buurt is deze mix van een kunstbeurs en tentoonstelling te bezoeken.

Wat Art in Redlight speciaal maakt, is dat niet alleen alle kunst te koop is (variërend van onder de honderd euro tot in de duizenden euro’s), maar dat het ook een gecureerde tentoonstelling is. “Kopers zijn vandaag de dag uitstekend geïnformeerd, die hoef je weinig meer te vertellen”, zegt Simone Swildens, de stuwende kracht achter Art in Redlight. “Aan ons de taak ze te verleiden, iets anders te brengen. In ons beursconcept brengen wij eigenzinnig en vernieuwend werk van tientallen kunstenaars samen tot één krachtige en multidisciplinaire expositie.” 

~

Een mix aan kunst
Het voornaamste doel is om de kunst dicht bij de koper te brengen. Om dit te bewerkstelligen zijn veel kunstenaars zelf aanwezig in de Oude Kerk om hun verhaal achter hun werk met de bezoeker te delen. En het gaat hierbij niet alleen om beeldende kunst, maar er is onder andere ook aandacht voor design en fotografie. Er is werk van ongeveer 50 kunstenaars en ontwerpers te bewonderen. Zo is er nieuw werk te zien van onder andere de sterk opkomende schilder Uday Shanbhag, een protegé van één van de succesvolste kunstenaars ter wereld: Marlene Dumas. Maar er is ook de vervreemdende fotografie van Horst A. Friedrichs te zien, net als bijzondere alfabetmeubels van Roeland Otten.

Aan het einde van het weekend veilt Art in Redlight, onder toeziend oog van veilingmeester J.P. Glerum, nog een groot aantal werken van deelnemende kunstenaars. Een deel van de opbrengst gaat hiervan naar een goed doel: Orange Babies.

In samenwerking met Art in Redlight hebben we 25 vrijkaartjes te vergeven. Geïnteresseerden kunnen mailen naar: suzanne@8weekly.nl

Film / Films

Tragikomedie doordrenkt van whisky

recensie: The Angels' Share

Het Schotse leven en de wereld van connaisseurs zijn de ingrediënten van The Angels’ Share. De nieuwe film van Ken Loach is een lichte tragikomedie die doordrenkt is van whisky.

Vorig jaar maakte de zeer productieve regisseur Ken Loach nog grote indruk met Route Irish. In zijn nieuwe film ontdekken vier vrienden het talent van Robbie, die erg goed blijkt te zijn in het keuren van de malts en bourbons. Ze besluiten om hun gezamenlijke straatintelligentie te bundelen en een onmogelijke weg te kiezen om uit hun criminele verleden te komen: ze maken een reis door Schotland op zoek naar de beste whisky.

In het reine komen
In het intro al krijgen we de karakters een voor een te zien: Rhino, Mo en Albert, allemaal in de rechtbank. Deze dieven, dronkaards, of gewoon totale idioten, krijgen taakstraffen van de rechter opgelegd. Ook Robbie staat voor de rechter. Hij heeft er al een tijdje opzitten in een jeugdgevangenis en ontglipt ternauwernood aan een celstraf van 5 jaar na een geweldsincident. Zijn leven is een zootje. Hij staat onder druk om iets van zijn leven te maken, omdat hij met zijn vriendinnetje een kind krijgt. Zijn verleden laat hem echter niet met rust.

~

Hij zal zijn oude vete met rivaal Clancy moeten oplossen of ontlopen en hij zal het verleden onder ogen moeten zien. In de confrontatiescène waarin Robbie het slachtoffer dat hij het ziekenhuis in sloeg ontmoet, laat Loach het indrukwekkende regiewerk zien dat we van hem kennen. De regisseur weet heel effectief de empathie die het publiek voor Robbie heeft in de realiteit te plaatsen. Het publiek wordt net als Robbie geconfronteerd met de persoonlijke gevolgen voor zijn slachtoffer, die half blind en gebroken is na een daad van zinloos geweld. 

Loach’ herkenbare realisme
The Angels Share is bij lange na niet zo bijtend als Route Irish of zo zwaar als The Wind That Shakes the Barley. De licht komische toon van de film vervormt echter ook niet tot een tearjerker. Ken Loach legt de vriendschap van de vier hoofdkarakters er niet te dik bovenop. Ze vervullen allemaal een taakstraf en vinden elkaar in een klein avontuur als ze de wereld van whisky’s betreden.

~

Het belet Loach niet om ook grauwere geweldsscènes te gebruiken. Het Schotse straattuig laat zich van z’n echte kant zien in het geweld. The Angels’ Share krijgt daardoor een diepere dramatische lading. Het herkenbare realisme van Loach doet het ook in deze stijl goed. In The Angels‘ Share slaat hij, net als in zijn andere films, met een cast van jonge acteurs en amateurs de spijker op de kop. De film wordt met veel overtuigingskracht gedragen door hoofdrolspeler Paul Brannigan. Hij maakt het karakter van straatvechter Robbie die onzeker en onhandig omgaat met meer verantwoordelijkheid onweerstaanbaar.

 

Film / Films

Bourne zonder Bourne

recensie: The Bourne Legacy

.

De trilogie Identity, Supremacy en Ultimatum vormden een uitermate sterk en bovendien mooi afgerond geheel. Tony Gilroy was (co-)scenarist van de eerste drie Bourne-delen en mag gerust de architect van de filmreeks genoemd worden. Hij maakte daarna ook als regisseur naam met de intelligente en zeer van elkaar verschillende films Michael Clayton en Duplicity. Dat hij ook voor The Bourne Legacy op de regisseursstoel klom, wekte het vertrouwen in dit nieuwe deel.

In Jeremy Renner hebben de makers een geschikte vervanger gevonden voor Matt Damon. Renner was de laatste jaren niet alleen sterk in films als The Hurt Locker en The Town, maar timmerde ook bij de succesvolle franchises Mission: Impossible (Ghost Protocol) en Marvel (The Avengers) aan de weg.

Gemanipuleerde superagenten

~

Het door Renner vertolkte personage van Aaron Cross wordt geïntroduceerd terwijl hij in het koude noorden bezig is met een trainingsmissie. Op datzelfde moment wordt in Londen een journalist vermoord en even later duikt Bourne op in New York. Qua chronologie loopt Legacy hier parallel aan Ultimatum. De schimmige overheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de clandestiene operaties raken door Bournes acties in paniek. Uit angst voor onthulling van de programma’s (en dat lijken er per deel meer te worden) wordt besloten die direct stop te zetten. Met andere woorden: alle Bourne-achtige agenten worden uit de weg geruimd, net als iedereen die te veel weet.

Dat geldt ook voor Dr. Martha Shearer (Rachel Weisz) die nauw betrokken was bij de biomedische manipulatie van de superagenten, wier kracht en intellect berusten op een regelmatige inname van revolutionaire medicatie. Cross weet de aanslagen op zijn leven te overleven en zoekt Shearer op, want het stopzetten van zijn medicijngebruik zou desastreus zijn; iets waar Jason Bourne opvallend genoeg weinig last van had.

Achtervolging

~

De verwijzingen naar hedendaagse actualiteit (de observatiemogelijkheden van de staat, toepassing van drones, het experimenteren met medicatie voor soldaten) fascineren ook in deze Bourne-film. Het duo Renner en Weisz is bovendien sympathiek, maar Legacy zit desondanks te vol met onwaarschijnlijkheden, vraagtekens en de neiging alles uit te leggen. Het haalt de vaart en de spanning uit de film, terwijl de vorige Bourne-films juist enerverende, immer voortdenderende actievehikels waren.

Hoewel de spectaculaire achtervolging in Manilla zich wel redelijk kan meten met die in bijvoorbeeld Moskou of Marrakech uit de eerdere delen, komt de aanleiding hiervoor voort uit een scripttechnische ingreep waar een slimme en ervaren scenarioschrijver als Gilroy (die het script samen met zijn broer Dan schreef, de derde broer John deed de montage) zich voor zou moeten schamen.

Bournes queesten

Maar het grootste probleem van Legacy is wel het ontbreken van het element dat de vorige films zo sterk maakte: de queesten van Jason Bourne. De zoektocht naar zijn identiteit en later zijn wraak op de mensen die verantwoordelijk waren voor de dood van zijn vriendin: het zorgde voor een gedrevenheid, focus en persoonlijke insteek waar Cross’ zoektocht naar een medische oplossing schril bij afsteekt. Regisseur Gilroy mag dan een degelijk product afgeleverd hebben (met een cameravoering die een stuk conventioneler is dan bij Greengrass het geval was), het is opmerkelijk genoeg scenarist Gilroy die het teleurstellend laat afweten.

Muziek / Album

Soms blijft iets, soms gaat het voorbij

recensie: JBM - Stray Ashes

Al in mei van dit jaar werd het tweede album van Canadese singer-songwriter JBM in Noord-Amerika uitgebracht. Stray Ashes heet het en sinds 20 juli is het wereldwijd via iTunes te verkrijgen. Het album is een verzameling van twaalf intelligente, overweldigende liedjes.

JBM is de artiestennaam van Jesse Marchant. De J en de M zijn duidelijk, de B komt van zijn tweede naam Brian. Hij begon als acteur, maar rond 2007 verschoof JBM zijn aandacht naar muziek. Het resulteerde in een debuutalbum getiteld Not Even In July (2008), een album waarmee hij in de VS en Canada veel bewondering oogstte. Bijvoorbeeld het nummer ‘Cleo’s Song’ op dat album is van een indrukwekkende schoonheid. De muziek van JBM bevindt zich steeds in het spanningsveld tussen hoop en radeloosheid. In de Amerikaanse en Canadese pers dienden vergelijkingen met grootheden als Neil Young en Nick Drake zich aan.

Prachtige beelden
Stray Ashes, volgens JBM veel meer dan Not Even In July een verzameling samenhangende ideeën, begint met ‘Ferry’, een spannende, misschien zelfs onheilspellende opener. Het eindigt met een mooie gitaarsolo. Daarop volgt ‘Only Now’, een van de beste nummers van de plaat. Vol energie zingt JBM de zwaarmoedige teksten. Doorgaans zingt hij ingetogen, maar hier veroorlooft hij zich enkele fraaie uithalen. ‘Mother, is this how we lie? / Alone in our frozen beds’, zingt JBM wanhopig.

De tekst is een van de beste aspecten aan JBM’s muziek. Steeds weer roept hij prachtige beelden op. Soms hard en cynisch, dan weer raadselachtig of geruststellend. ‘Stay the night and fill me warm / With your sunlight’, horen we in ‘Moonwatcher’. In ‘Forests’ dan weer: ‘You gave your whole life to fill a room / You gave your heart and fire / And what’s become of you?’

Blijven en gaan
‘On Fire On A Tightrope’ is misschien wel het mooiste liedje van het album. JBM schreef het veel eerder dan de andere nummers. Eigenlijk was het bedoeld voor een film, maar hiervoor werd het uiteindelijk niet gebruikt. Bijna had het nummer om deze reden het album niet gehaald, maar producer John Congleton overtuigde JBM dat het nummer op zijn plaats was tussen de elf andere liedjes.

Een ander hoogtepunt is ‘Winter Ghosts’, het vierde nummer van de cd. Een lied dat door het prevelende koortje in het intro verwant is aan ‘Cleo’s Song’. Het is een roerende herinnering aan een dierbare tijd. Soms blijft iets en soms gaat het voorbij, het is een steeds terugkerend thema van het album. In ‘Winter Ghosts’ is het voorbijgaande het fraaist uitgewerkt: ‘Once I knew you / In a life ain’t coming back’ zijn de laatste woorden.’

Spijtig
Stray Ashes, dat zoiets als ‘rondwaaiend as’ betekent, is een verzameling wonderschone liedjes. In de teksten ontdek je steeds weer nieuwe fraaiheden. De beheerste, maar toch vaak spannende melodieën passen daar bijzonder goed bij, evenals JBM’s intrigerende zang. Europa kent hem nog niet zo goed en daarom treedt JBM tot nu toe alleen in de VS en Canada op. Ook Stray Ashes kwam hij niet in Europa voorstellen. En dat is spijtig, heel spijtig.

8WEEKLY MediaPlayer
Boeken / Fictie

Een uitbreiding van de mythe

recensie: Stephen King (vert. Annemarie Lodewijk) - De wind door het sleutelgat

De comics die de afgelopen jaren worden uitgegeven door Marvel zijn niet de enige toevoegingen aan Stephen Kings fantasyserie De Donkere Toren. Zelf schreef hij De wind door het sleutelgat, een extraatje voor de ‘constante lezers’ en leuk voor anderen.

In het voorwoord legt Stephen King uit waar het boek thuishoort in de serie. Geplaatst tussen delen vier en vijf – ‘hetgeen betekent dat je het De Donkere Toren 4,5 zou kunnen noemen’ – heeft het geen invloed op de rest van het verhaal. En je hoeft de rest van de boeken niet te hebben gelezen om De wind door het sleutelgat te snappen. Nou ja, voor het grootste deel dan. Er wordt wel zonder uitleg verwezen naar belangrijke gebeurtenissen en eerdere avonturen Roland en zijn ka-tet op het Pad van de Straal.

Achtergrondinformatie
In De wind door het sleutelgat moeten Roland en zijn reisgenoten schuilen voor een levensgevaarlijke storm, de Starkblast, die hevige winden paart met intense vrieskou. In hun schuilplaats vertelt Roland een verhaal aan zijn reisgenoten. Over hoe hij vroeger naar een buitenplaats werd gestuurd om een Huid-man te vangen, een soort van weerwolf, maar dan niet gebonden aan één soort dier.

Waar de comics een verhaal vertellen dat net wat anders is dan het verhaal uit de boeken, is dit een tussengeschiedenis die voor het overkoepelende verhaal geen gevolgen heeft. Er hoefden geen verhaallijnen afgewikkeld, geen foutjes rechtgezet of omissies opgevuld te worden. Het lijkt dan ook alsof King gewoon weer graag een verhaal over Roland uit de doeken deed, en met plezier.

Bijrol
Eigenlijk kun je wel zo ver gaan dat de hele queeste van Roland een bijrol speelt in het boek. Nadat de reisgenoten een onderkomen vinden, net voordat de storm losbarst, begint Roland bij een lekker warm haardvuur te vertellen over de missie uit zijn jeugd. Dat verhaal wordt onderbroken als hij, om de tijd te doden, een verhaal vertelt. Een verhaal dat Rolands moeder hem vertelde toen hij een jongen was: De wind door het sleutelgat.

De hoofdpersoon van dat verhaal, Tim Stouthart, moet een heroïsche reis ondernemen om het gezichtsvermogen van zijn moeder te herstellen. Dat is ze kwijtgeraakt nadat de belastinginner – de ‘Covenant Man’ – Tims nieuwsgierigheid heeft aangewakkerd naar de kist van stiefvader. Het geheim dat er in verborgen ligt zorgt ervoor dat stiefvader Big Kern doordraait en Tims moeder dusdanig mishandelt dat ze blind wordt. Maar Tim krijgt een visioen dat een oplossing belooft en hij vertrekt op een lange en gevaarlijke reis.

Jargon alom
Zijn queeste brengt hem in delen van de wereld die bijna nooit betreden worden, oog in oog met muties en draken en voert hem langs het Pad van de Straal naar Maerlyn, Tovenaar van Eld en brengt hem in contact brengt met de positronische technologie van de Ouden. En dat verhaal sluit naadloos aan bij de stijl en de sfeer van de rest van de Donkere Toren-boeken. Die zitten ook vol met een mengvorm van magie en technologie en lijken zich in een dystopische toekomst af te spelen.

Hoewel King expliciet in zijn voorwoord stelt dat De wind door het sleutelgat gelezen kan worden zonder de andere delen van De Donkere Toren te lezen, kan enige bekendheid met Midden-Wereld geen kwaad. Vooral omdat Midden-Wereld een specifiek taaltje heeft. Ja lezer-sai, er is veel palaver in het verhaal van de dinh van het ka-tet, gezeten naast hun gunna in een Dogan. Over een Pooky in een ijzerboom, podgkins en het Huis Eld. Over niveaus van de Donkere Toren, Maerlyn, de Covenant Man en de Scharlaken Koning. Er lijkt in Na’ansnaam geen einde aan te komen. Maar, dank De Man Jezus, ondanks dat is het een heerlijk boek.

Kunst / Expo binnenland

Oorlog en vrede

recensie: dOCUMENTA (13)

.

dOCUMENTA is sinds haar eerste tentoonstelling in 1955 één van de belangrijkste evenementen in de wereld van de hedendaagse kunst. Slechts eens in de vijf jaar wordt de tentoonstelling, die zich over heel Kassel uitspreidt, gehouden. Dat geeft de kunstwereld reden genoeg om te pulseren van anticipatie.

Hoofdcurator Carolyn Christov-Bakargiev heeft dit jaar niet teleurgesteld. Ondanks dat dOCUMENTA normaal gesproken geen hoofdthema heeft, heeft Christov-Bakargiev dit jaar orde geschapen in wat anders een chaos aan breinbrekende kunst zou zijn door stiekem toch een thema te hanteren. Decay and Recovery, verval en herstel, kun je het generale thema noemen dat in bijna ieder kunstwerk op de een of andere manier terugkomt.

Foto: Roman MärzFoto: Roman MärzTot het goed gaat

In het Fridericianum, één van de belangrijkste locaties van dOCUMENTA, zijn verval en herstel immer aanwezig. Ceal Floyer laat zien dat kunst ook zonder spektakel mensen diep kan raken. ‘Till I Get It Right (2005) is gesitueerd in een volledig lege ruimte in het museum. Uit speakers is het nummer ‘Till I Get It Right van Tammy Wynette uit 1972 te horen.

Na een poosje komt de luisteraar erachter dat het een loop betreft en dat de originele tekst veranderd is. Floyer heeft van ‘So I just keep on falling in love ’till I get it right’ enkel ‘So I just keep on… ‘Till I get it right’ gebruikt en dit wordt non-stop in een loop afgespeeld. Doordat Floyer de tekst die zo specificerend is in het nummer heeft weggelaten, heeft de tekst een universaliteit gekregen waardoor iedereen zich erin kan herkennen. De pure melancholie die van de melodie en de tekst uitgaat, ook door het verlangen in de gepolijste stem van Tammy Wynette, is treffend en zorgt voor stilvallende bezoekers. In de tekst van het werk komen verval en herstel weer terug. Het blijven proberen iets te krijgen zoals je het wil, duidt op pogingen tot herstel. Hier sluipt verval, dat onlosmakelijk verbonden is met herstel, ook het werk in.

Foto: Roman MärzFoto: Roman MärzHet centrum van dOCUMENTA

Verreweg het meest complexe werk van dOCUMENTA is een kleine tentoonstelling in de Rotunde, in het hart van het Fridericianum. The Brain is de apotheose van dOCUMENTA, waarin alle verschillende kunstwerken samenkomen. The Brain, dat gecureerd is door Christoc-Bakargiev, gaat in op het thema van verval en herstel, maar houdt zich ook bezig met praktisch alle aspecten van de hedendaagse samenleving.

Het kunstwerk gaat in op de miniaturisering van de beeldcultuur door de opkomst van smartphones en tablets en het spreekt over de eindeloze reproductie door de circulatie van beelden en concepten op het internet. Prominent aanwezig is de obsessie die de hedendaagse mens heeft met het object. Dit heeft te maken met de romantisering die gaande is. Doordat de samenleving digitaler wordt, hechten we steeds meer aan materiaal en aan daadwerkelijke objecten, dan dat we enkel afgaan op het digitale, zoals in de jaren hiervoor het geval was. Dit komt ook weer terug in een werk van Lawrence Weiner dat op de glazen wand die de Rotunde scheidt van de rest van het Fridericianum bevestigd is. The Middle of the middle of the middle staat symbool voor de samenkomst van alles wat hedendaags is en nu in de samenleving speelt, alles dus waar deze dOCUMENTA over gaat.

Boeken / Fictie

Porno mag, maar hoe?

recensie: Diverse auteurs - Tirade pornonummer!

.

Aanleiding voor het nummer was Rudy Kousbroeks essay ‘De troost der pornografie’ (1984). Daarin zag hij uit naar porno die kwalitatief een beetje te pruimen is. Er blijft iets taboeachtigs hangen aan porno. Christiaan Weijts oogstte in het zaaltje gegiechel toen hij meldde onderzoek naar porno gedaan te hebben, alsof hij toch ook gewoon een viespeuk was. Theatermaker Andreas Vonder slaat de spijker op zijn kop: ‘Porno is gemeengoed geworden – zij het als publiek geheim.’

Aan de tand gevoeld

De Tirade-auteurs die voor de presentatie waren opgedraafd om iets uit hun artikel voor te lezen, werden eerst aan de tand gevoeld door een Tirade-redacteur. Deze demonstreerde van geen enkel taboe last te hebben. ‘Kijkt u naar porno? Heeft u daarna zin in seks?’ Er werd braaf geantwoord. Vreemd, want een mening over porno hebben is iets anders dan porno genieten. Eenvoudig omdat porno privé is, net als masturberen, cohabiteren, hoerenbezoek en vreemdgaan. Andere dieren kijken minder nauw, maar mensen zitten nu eenmaal in een beschavingsproces. Het was achteraf een goed idee van minister van justitie Van Agt om het aantal stoelen in een pornobioscoop tot 49 te beperken. Nog 48 stoelen te veel.

In zekere zin bevestigt stoer doen over seks eerder het taboe dan dat het dat afbreekt. Misschien maar goed ook. Totaal vrije liefde maakt net zo weinig kans als artistiek verantwoorde porno. Porno is er, voor wie het niet wist, om in de behoefte aan seksuele opwinding te voorzien, zelfs ook als er een partner van vlees en bloed in de buurt is. Meer valt er niet van te maken. Door de seksuele revolutie werd seks in speelfilms steeds openlijker getoond. De censuur moest er steeds meer vrede mee hebben en werd uiteindelijk afgeschaft. Maar de lol om seks min of meer pornografisch in beeld te brengen is er hoe langer hoe meer van af. Opgelegd bloot op toneel en in literatuur wordt ook minder. Als verhaal en seks in balans liggen, krijgt genot de kwaliteit die Kousbroek verlangde.

Surrogaat

Echt bevredigende porno is, als alle geluk, de speld in de hooiberg, net als prachtboeken en mensen met wie het klikt, aldus schrijfster Bianca Stigter. Wie liefdevolle seks of seksuele liefde mist, zoekt het surrogaat van porno, prostitutie, masturbatie of, iets verder afgeleid, een huisdier om te knuffelen, geloof in een opperwezen of weldadige kunst. Want mensen doen van alles om niet in eenzaamheid te creperen. Misschien stonden daarom in een bepaald kamp ten dode opgeschreven gevangenen uit Oost-Europa in de rij om door Duitsers verkracht te worden, zoals Kousbroek had gelezen.

Verder biedt de Tirade weinig waarvan je een beetje achterover valt, zo uitgekauwd begint het onderwerp in woord en geschrift onderhand te worden. Dat er nogal wat overlap tussen de verschillende stukken zit, verbaast niet. Het leesbaarst is de even nuchtere als laconieke benadering in ‘Pak jij mijn afvoerputje eens goed aan’ van Karin Amatmoekrim. De redactie had ook om scenariootjes voor betere porno gevraagd (‘minder detail en dus meer ruimte voor verbeelding’, wenst Tijs Goldschmidt). Maar die ontaarden al snel in soap door en voor intellectuelen. Het blijft dus nog even wachten op de ideale porno.

Muziek / Voorstelling

Het kasteel van de ziel

recensie: Franz Schreker Der Schatzgräber

.

Kun je ontreddering, emotioneel drijfzand en verlangen naar verlossing direct omzetten in muziek? De componist Franz Schreker (1878 – 1934) kon het. Hij gebruikte dissonanten en het verschil tussen tonaal en atonaal om destructieve neigingen en mislukte relaties te verbeelden – en schreef er vervolgens de dialogen bij. In een sprookjesopera, die na bijna honderd jaar nog volkomen modern is.

Muziek versus destructieve maatschappij
De muziek is het hoofdthema van de opera ‘Der Schatzgräber’ en de hoofdpersoon is ook een musicus: de rondtrekkende zanger Elis met zijn toverluit. Overal waar Elis leed en problemen vermoedt en de luit als een wichelroede uit zichzelf begint te spelen, duikt een schat op – die hij vervolgens weggeeft. Deze drie elementen: de intuïtie, de compassie en het weggeven, maken Elis tot een tweede Parsifal. Hij is de centrale ‘tegenspeler’ en verlosser van alle andere personages, die stuk voor stuk verblind zijn door hun eigen begeerte en emotionele verwarring.

Zoals de beeldschone Els, die een extreme hang naar juwelen heeft en met haar afwijzende en geheimzinnige uitstraling de mannen om haar heen het hoofd op hol brengt. Of de koning en de koningin, die denken zonder diezelfde juwelen geen kinderen te kunnen krijgen. De hofnar, die een geliefde wil. De knecht Albi, hopeloos overgeleverd aan de destructieve grillen van Els. Een samenleving vol hebzucht, erotische spanning en conflicten. De muziek moet uitkomst brengen – de koning roept in ieder geval de hulp van de zanger in.

Borderliner versus ballade
Allemaal zingen ze hun frustraties uit, in ritmische dissonanten. Manuela Uhl in de rol van Els is een  dramatische ‘borderliner’, die zich niet door haar moeilijke partij van de wijs laat brengen en alle extremen met goed volgehouden expressie neerzet. Het orkest (onder leiding van Marc Albrecht) heeft hierbij de rol van fundament. Alleen Elis krijgt goed in het gehoor liggende muziek in zijn dromerige neo-klassieke ballades waarin hij probeert de wereld om hem uit te leggen waar het écht om gaat. Bijna alsof Schreker wil zeggen: de waarheid is tonaal en gemakkelijker dan je denkt.

Zoals in veel sprookjes spelen archetypische situaties een sleutelrol: onvruchtbaarheid, valse beschuldigingen, reddingen op het nippertje en omkeringen. De wrede Els, die haar vrijers consequent laat vermoorden, ontdekt de liefde en komt tot inkeer. De  hofnar – een prachtige rol van Graham Clark, getraind Wagner-zanger met enorm expressief vermogen – blijkt uiteindelijk een wijze man. 

Goud in plaats van liefde?
Net als in Wagners Ring des Nibelungen is een rol weggelegd voor het goud. In ‘Das Rheingold’ zweert de afgewezen dwerg Alberich de liefde af en steelt het goud, dat daarmee de functie van wortel van alle kwaad krijgt. De schone Els heeft hier Alberichs rol overgenomen, terwijl de lelijke mannen – jonker, nar, knecht – de liefde vertegenwoordigen. Knecht Albi gaat hierin het verst: hij steelt en moordt voor Els zonder uitzicht op vervulling van zijn verlangens.

Het muzikale liefdesmotief uit Wagners opera Tristan und Isolde komt terug in de vorm van citaten in de centrale scène waarin Elis en Els elkaar hun liefde verklaren. Regisseur Ivo van Hove heeft van deze scène bijna een parodie op de liefdesnacht van Tristan en Isolde gemaakt. Waar die laatste twee versmelten in een visioen van eeuwig samenzijn, dat uitloopt op sterven, weten Els en Elis elkaar niet te bereiken. Door wantrouwen, misverstanden en onwetendheid over elkaars achtergrond blijft het bij vurige woorden. Pas in de slotscène lukt het ze elkaar te begrijpen en te naderen, waarop Els sterft en letterlijk weggaat.

Aub geen extra videobeelden!
In een poging de opera te actualiseren heeft Ivo van Hove een video-installatie toegevoegd aan belangrijke scènes. Zo wordt in een kolossaal videobeeld een kind mishandeld wanneer Elis zijn droom over het achtervolgde hert vertelt. Bij het wiegenlied van Els, een ballade over haar droevige jeugd, wordt een lange sequentie van associatieve erotische beelden geprojecteerd rond hetzelfde mishandelde meisje. Goed gemaakt, maar zeer dominant. Het leidt daardoor af van wat zich afspeelt  op het toneel en het is de vraag of het er iets wezenlijks aan toevoegt. Dat Els door jeugdtrauma’s een (zelf)destructieve vrouw is geworden blijkt duidelijk uit het verhaal. En wie haar ‘zusters’ Salomé en Elektra kent, uit de gelijknamige opera’s van Richard Strauss, weet wel hoe laat het is. Moet er werkelijk nog een ‘laag’ bij de vier lagen die al voorhanden zijn?

Er is de sprookjesvertelling, de symboliek die daar onder ligt, de muziek die tot beeld is gekneed en daar onder de verwijzingen die Schreker heeft aangebracht naar eerdere muziek. Het publiek heeft al genoeg inspanning aan dit Gesamtkunstwerk. In het Duitse weekblad ‘Die Zeit’ van 9 aug. j.l. verklaarde dirigent Christian Thielemann (chef van de Semper-opera in Dresden) in een interview dat de regie-opera op zijn retour is, dat we terug moeten naar het ambacht. Gewoon doen wat er staat, niet al die actualiseringen met hun toeters en bellen. Thielemann staat bekend als conservatief maar hier zou hij wel eens gelijk kunnen hebben.

Het kasteel van de ziel
In de slotscène – de epiloog – speelt de schat geen rol meer. De waarheid komt aan het licht in de laatste ballade van Elis, over een hemels kasteel waar zij beiden, de stervende Els en hij, verenigd zullen worden. Zoals de overige sprookjeselementen is het kasteel ook een symbool. Het stelt de geïntegreerde persoonlijkheid voor, waarin de vele kamers en zalen aspecten van de identiteit zijn. Het kasteel van de ziel, de werkelijke schat waar schatgraver Elis – een rustig en uitgebalanceerd gezongen rol van Raymond Very – naar op zoek is.