Boeken / Fictie

Porno mag, maar hoe?

recensie: Diverse auteurs - Tirade pornonummer!

.

Aanleiding voor het nummer was Rudy Kousbroeks essay ‘De troost der pornografie’ (1984). Daarin zag hij uit naar porno die kwalitatief een beetje te pruimen is. Er blijft iets taboeachtigs hangen aan porno. Christiaan Weijts oogstte in het zaaltje gegiechel toen hij meldde onderzoek naar porno gedaan te hebben, alsof hij toch ook gewoon een viespeuk was. Theatermaker Andreas Vonder slaat de spijker op zijn kop: ‘Porno is gemeengoed geworden – zij het als publiek geheim.’

Aan de tand gevoeld

De Tirade-auteurs die voor de presentatie waren opgedraafd om iets uit hun artikel voor te lezen, werden eerst aan de tand gevoeld door een Tirade-redacteur. Deze demonstreerde van geen enkel taboe last te hebben. ‘Kijkt u naar porno? Heeft u daarna zin in seks?’ Er werd braaf geantwoord. Vreemd, want een mening over porno hebben is iets anders dan porno genieten. Eenvoudig omdat porno privé is, net als masturberen, cohabiteren, hoerenbezoek en vreemdgaan. Andere dieren kijken minder nauw, maar mensen zitten nu eenmaal in een beschavingsproces. Het was achteraf een goed idee van minister van justitie Van Agt om het aantal stoelen in een pornobioscoop tot 49 te beperken. Nog 48 stoelen te veel.

In zekere zin bevestigt stoer doen over seks eerder het taboe dan dat het dat afbreekt. Misschien maar goed ook. Totaal vrije liefde maakt net zo weinig kans als artistiek verantwoorde porno. Porno is er, voor wie het niet wist, om in de behoefte aan seksuele opwinding te voorzien, zelfs ook als er een partner van vlees en bloed in de buurt is. Meer valt er niet van te maken. Door de seksuele revolutie werd seks in speelfilms steeds openlijker getoond. De censuur moest er steeds meer vrede mee hebben en werd uiteindelijk afgeschaft. Maar de lol om seks min of meer pornografisch in beeld te brengen is er hoe langer hoe meer van af. Opgelegd bloot op toneel en in literatuur wordt ook minder. Als verhaal en seks in balans liggen, krijgt genot de kwaliteit die Kousbroek verlangde.

Surrogaat

Echt bevredigende porno is, als alle geluk, de speld in de hooiberg, net als prachtboeken en mensen met wie het klikt, aldus schrijfster Bianca Stigter. Wie liefdevolle seks of seksuele liefde mist, zoekt het surrogaat van porno, prostitutie, masturbatie of, iets verder afgeleid, een huisdier om te knuffelen, geloof in een opperwezen of weldadige kunst. Want mensen doen van alles om niet in eenzaamheid te creperen. Misschien stonden daarom in een bepaald kamp ten dode opgeschreven gevangenen uit Oost-Europa in de rij om door Duitsers verkracht te worden, zoals Kousbroek had gelezen.

Verder biedt de Tirade weinig waarvan je een beetje achterover valt, zo uitgekauwd begint het onderwerp in woord en geschrift onderhand te worden. Dat er nogal wat overlap tussen de verschillende stukken zit, verbaast niet. Het leesbaarst is de even nuchtere als laconieke benadering in ‘Pak jij mijn afvoerputje eens goed aan’ van Karin Amatmoekrim. De redactie had ook om scenariootjes voor betere porno gevraagd (‘minder detail en dus meer ruimte voor verbeelding’, wenst Tijs Goldschmidt). Maar die ontaarden al snel in soap door en voor intellectuelen. Het blijft dus nog even wachten op de ideale porno.