Kunst / Expo binnenland / Expo buitenland

Chris Reinecke en haar eindeloze zoektocht naar een plek in de (kunst)wereld

recensie: Expositie Chris Reinecke in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen beklijft niet
Amber Maes

Vuurmuis, een klein overzicht van het werk van Chris Reinecke (86 lentes jong) in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, is een weerbarstige tentoonstelling met werk dat zich niet op het eerste gezicht laat kennen. Wie de tijd neemt om te kijken (en vooral te lezen), ziet een bij wijlen grappige Reinecke en wordt getuige van haar niet-aflatende zoektocht naar een plek in de (kunst)wereld. Toch geeft een bezoek aan Vuurmuis niet de verhoopte voldoening.

 

De expositie opent met een zeer lange inleidingstekst. Het eerste werk, Himmel (1968), is een klein rechthoekig stuk karton achter glas. Op het karton wordt zonder beeld en met slechts een handvol woorden een tafereel geschetst. Diagonaal heeft Reinecke in het groot het woord ‘Himmel geschreven. Links en rechts daarvan kleeft een stickertje met ‘Fenster’ en bovenaan passeert zelfs een ‘Flugzeug’. Het is in deze expo een zeldzaam werk dat meteen iets oproept bij de bezoeker: door een transcendente hemel te omkaderen met alledaagse woorden roept ze zowel ontroering als vragen op.

Het geschreven woord

Na dat eerste werk wordt de expo moeilijker doordringbaar. Er is weinig werk dat meteen aanspreekt door zijn herkenbaarheid of onmiddellijk emotioneel of esthetisch beklijft. Reinecke’s teken- en schrijfstijl doet wat denken aan de slordige stijl van een Instagramgeneratie cartoontekenaars die je steeds doen twijfelen of de beperkte esthetische waarde van hun werk nu voortkomt uit een gebrek aan kunde of uit een gebrek aan tijd en zin om hun ideeën tot visuele perfectie te brengen.

Het woord staat in Reinecke’s oeuvre op dezelfde hoogte als het beeld. Niet voor niets gaf ze zelf steeds aan dat wie haar werk wilde leren kennen niet bang mocht zijn voor een beetje leeswerk. Ondanks de waarschuwing schrikt het werk af, precies door de grote hoeveelheid niet altijd goed leesbare -want in het Duits en in het handschrift van de kunstenaar- tekst.

“Reinecke’s teken- en schrijfstijl doet denken aan de slordige stijl van een Instagramgeneratie cartoontekenaars die je steeds doen twijfelen aan hun kunde.”

Buffalo’s

Hoewel Vuurmuis een expositie van beperkte omvang is, krijg je als bezoeker wel een beeld van de zoektocht die Reinecke heeft afgelegd. We zien Reinecke’s verschillende pogingen om het systeem te infiltreren of omver te werpen. Zo roept ze onder meer het rondborstige personage Minna Beuff in het leven. Beuff is een undercover activiste, een hypervrouwelijke ideoloog, een bekoorlijke (en dus onverdachte) vrouw die op haar Buffaloschoenen onderdrukkende systemen omver moet gaan stampen.

Over die schoenen heeft Reinecke overigens goed nagedacht. In één tekening analyseert ze alle soorten schoeisel dat haar personage niét moet dragen, wegens te onpraktisch of te broos. Een stevige stapper met een dikke zool zal Minna Beuff toestaan zich in een snel tempo over de wereld te begeven. Zeker als er wieltjes onder de schoen worden bevestigd.

Die analyse van de efficiëntie van schoenen is herkenbaar voor eenieder die zichzelf een activistische houding probeert aan te meten: hoe kan ik zoveel mogelijk goed doen op zo weinig tijd? Hoe kan ik mijn activisme optimaliseren? Het is een vraag waar Reinecke zelf vermoedelijk ook mee worstelde.

Activisme en artistieke incrowd

Een andere vraag die in deze expo centraal staat is een nogal existentiële: hoe te leven in een tijd waarin het onrecht zo welig tiert? Om tegemoet te komen aan die immer schurende vraag vult Reinecke haar kunstpraktijk vaak activistisch in. Ze sloot zich aan bij de Mietersolidarität. Geruggesteund door cijfers en onderzoek informeert Mietersolidarität de Duitse burger over de wantoestanden op de huurmarkt. Binnen datzelfde thema maakt Reinecke tekeningen die het volk oproepen tot solidariteit en het eisen van inspraak in de machtsstructuren. Daarnaast richtte ze samen met collega-kunstenaars de actiegroep LIDL op. Het doel van LIDL was sociale verandering teweeg te brengen door middel van artistieke vernieuwing.

“Hoe te leven in een tijd waarin het onrecht zo welig tiert? Om tegemoet te komen aan die immer schurende vraag vult Reinecke haar kunstpraktijk vaak activistisch in.”

Nihilisme

In Reinecke’s zoektocht naar leven in een tijd van onrecht, valt niet te spreken van een specifiek resultaat. Op bepaalde momenten lijkt Reinecke’s activisme plots om te slaan in een bijna nihilistische houding, zoals wanneer LIDL in de zomer van 1969 een voetbalmatch en een wielerwedstrijd organiseert. Op foto’s is te zien hoe een kleine groep belangrijke kunstenaars zich verzamelt aan een veld, maar het is niet duidelijk waar dit werk over gaat. Samen met een aantal volstrekt onbegrijpelijke werken zijn dit de momenten waarop Reinecke irriteert. De ondoordringbaarheid van zowel het conceptuele werk als de artistieke incrowd wekt een frustratie op die waarschijnlijk versterkt wordt door het activisme dat eveneens onderdeel van haar werk is. De soms obscure kunstwerken lijken namelijk niet verenigbaar met de noodzaak zich tot het volk te richten en sociale verandering teweeg te brengen.

Het werk van Reinecke beweegt heen en weer tussen idee en praktijk, activisme en dadaïstische spielerei, volkspropaganda en intellectualisme. Die beweging wordt iets té individueel ingevuld en biedt soms weinig aanknopingspunten voor de toeschouwer. Hoewel Reinecke’s zoektocht op zich erg boeiend is en vermoedelijk meer concrete verandering in de wereld brengt dan pakweg het met diamanten bekleden van doodshoofden, levert ze dus niet de meest interessante kunst op.

Kunst / Expo binnenland

Misleiding in Leiden

recensie: Misleiden – Fakes uit kunst en wetenschap
Rog gevouwen in de vorm van een draak, naturalis, Cees de JongeCees de Jonge

Kunst heeft vaak tot doel om te verleiden, maar soms wil ze ook misleiden. In de wetenschap zijn namaak en bedrog evenmin onbekende verschijnselen. De Lakenhal in Leiden brengt ruim twintig objecten uit plaatselijke musea bijeen die bezoekers eeuwenlang op het verkeerde been hebben gezet. Het is een wat willekeurig allegaartje, maar de ‘fakes’ zijn een bezoekje waard.

Leiden kent veel musea en onder hun schatten bevinden zich ook de nodige die het label ‘nep’ verdienen. De Lakenhal heeft uit diverse plaatselijke collecties een kleine expositie van originele fakes opgesteld. Het is geen tentoonstelling met een diepere ‘filosofische’ vraagstelling over de betekenis van misleiding in kunst en wetenschap. Aan de hand van gedetailleerd kritisch onderzoek krijg je wel inzicht in de vaak vermakelijke ontstaansgeschiedenis van bijzondere historische objecten.

Japanse zeemeermin

Een opmerkelijk voorwerp is bijvoorbeeld een Japanse meermin, in elkaar geknutseld met uiteenlopende materialen als vissenhuid, metalen draad, een menselijke schedel en de kaak van een hond. In Japan werden zulke objecten in de 18e eeuw volop geproduceerd en tentoongesteld als goddelijke tempelwezens. De verklaring daarvoor moet worden gezocht in eeuwenoude Japanse mythen over meerminnen. Die zouden over bijzondere (natuur)krachten beschikken en als onderdeel van de maaltijd zelfs onsterfelijkheid kunnen garanderen.

Het in stand houden of versterken van mythen is wel vaker het doel van fakes. Zo is op de expositie ook een ‘Romeinse’ nepbaksteen met inscriptie te bewonderen die de glorieuze broederschap van het Bataafse volk moest uitdragen. In zijn poging het nationale verleden wat aan te dikken, toonde de zestiende-eeuwse maker zich al een serieuze kandidaat voor Heel Holland Bakt.

Prozaïsche motieven

Niet zelden blijkt er een vrij prozaïsch motief te schuilen achter het maken of etaleren van fakes. De apotheker die met een draakje op sterk water indruk wil maken op zijn klanten; de steenhouwer die munt wil slaan uit een vervalst Egyptisch reliëf; de schrijver die zijn avontuurlijke jeugd op een half verzonnen eiland bij elkaar fantaseert …

Maar nieuwsgierig maakt het altijd weer, we laten ons nog steeds wel graag een beetje bedriegen toch?

Ook online te zien

Bijzonder is dat je de hele expositie ook online kunt bezoeken, op de website van De Lakenhal. Niemand hoeft het te missen dus.

Theater / Voorstelling

Een nieuw perspectief voor de jonge kijker

recensie: De brieven van Mia - Koninklijk Theater Carré
Brieven van Mia, scenefoto,Bart GrietensBart Grietens, ROSE stories & George & Eran Producties

Op 3 mei was de première van de voorstelling De brieven van Mia in Koninklijk Theater Carré. De voorstelling is gebaseerd op het gelijknamige boek door historicus, schrijver, onderzoeker en presentatrice Astrid Sy. Net als het boek, wil de voorstelling verhalen over de Tweede Wereldoorlog begrijpelijk maken voor een jong publiek. Vooral voor de jonge kijker is het een innemend en leerzaam stuk.

Het verhaal

De voorstelling vertelt het verhaal van een meisje Laila die gevlucht is uit Syrië. Tot haar grote verdriet moet haar vader in Syrië achterblijven. Nu woont ze in een asielzoekerscentrum met haar moeder. Laila zit op de middelbare school en moet als deel van een schoolopdracht helpen in het huis van de oude meneer Cohen. Omdat het in het begin niet zo klikt, laat meneer Cohen haar wat opruimklusjes doen. Tijdens het uitvoeren van een van de klusjes, vindt Laila een kist met brieven. De brieven van de Mia. Zij was de jeugdliefde van meneer Cohen. Tijdens de voorstelling zien we wat er in de brieven van de Joodse Mia stond en wat haar overkwam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Net als Laila moest Mia vluchten. Mia vluchtte voor de nazi’s omdat ze Joods was en vanwege haar betrokkenheid bij het verzet. De twee verhalen van Mia en Laila worden aan elkaar gerelateerd, de overeenkomsten zijn onmiskenbaar. We kunnen leren van de geschiedenis, dat is de boodschap die wordt herhaald. Aan de ene kant was het verhaal mooi, kwetsbaar en belangrijk. Toch miste er ook een stukje diepgang. Er ontbrak een artistieke laag in het script waardoor er voor de volwassen kijker weinig te ontdekken viel. De oudere kijker zal wellicht opmerken dat een aantal bijrollen wel erg kinderlijk werden vertolkt. De karakters van de bijrollen waren soms niet goed uitgewerkt en gekunsteld humoristisch. Dat schuurde met de kwetsbare toon van de rest van het verhaal.

Het decor

Vanwege het gemakkelijk te volgen verhaal, had het publiek uitgebreid de tijd om te kijken naar het schitterende decor. Dat was een hoogtepunt van de avond! Vooral de scene waarbij er oranje bloemachtige blaadjes uit de lucht kwamen vallen was spectaculair. Vanwege de verlichting deden de snippers denken aan brandend as. De referentie naar de werkkampen was schitterend, beeldend en ontroerend.

Een jongetje

Wat ook ontroerde had niet direct te maken met de voorstelling, maar met het publiek. In het publiek zat een jongetje van een jaar of negen. Zijn moeder had hem meegenomen naar de voorstelling. Tijdens de voorstelling stelde hij geëngageerd vragen en lachte vaak. De jongen viel in de beoogde leeftijdsgroep. Kortom, de voorstelling leek vooral voor een jong publiek intrigerend.

Boeken / Kunstboek / Non-fictie

Vergezocht, maar toch de moeite waard

recensie: Keith Haring, Muna Tseng & Tseng Kwong Chi: Boundless Minds & Moving Bodies in 80’s New York

Keith Haring. De gemiddelde cadeauwinkel verkoopt minstens een mok, kussen of ansichtkaart met daarop een extreem herkenbaar icoon van de in de jaren tachtig bekend geworden graffitikunstenaar uit New York. Maar wie zijn Muna Tseng en Tseng Kwong Chi (1950-1990)? En wat hebben ze te maken met Keith Haring (1958-1990), afgezien van het feit dat ze alle drie actief waren in New York in de jaren tachtig? Redacteur Rose Heliczer zocht het voor je uit.

Het is lastig om je bij het zien van het boek Keith Haring, Muna Tseng & Tseng Kwong Chi: Boundless Minds & Moving Bodies in 80’s New York, een beeld te vormen van wat je precies in handen hebt. Je zou zomaar kunnen denken aan een diepgravende excursie in de driehoeksverhouding tussen een bekende kunstenaar, een fotograaf en een danser. In werkelijkheid is het boek een enigszins bij elkaar geraapte bundeling van de samenwerkingen van Muna Tseng en Tseng Kwong Chi met Keith Haring. Hoewel in het openingsinterview door de Amerikaanse cultuurcriticus en curator Carlo McCormick beloofd wordt dat we vooral met het wat ondergesneeuwde werk van Muna Tseng (die de artistieke nalatenschap van haar broer beheert sinds zijn overlijden in 1990) gaan kennismaken, is dat niet helemaal waar. Keith Haring krijgt buitenproportioneel veel aandacht, waardoor de kneiterbekende kunstenaar op de voorgrond blijft staan. Zonde, want het werk van zowel Muna, als Kwong Chi is interessant genoeg om op zichzelf te behandelen. Het maakt dat hun samenwerking met Keith Haring enigszins als excuus aanvoelt. Het boek is mooi vormgegeven (de kleuren van de bladzijden!) maar mist de nodige context, waardoor lang niet al het besprokene goed uit de verf komt.

Herinneringen van oude kennissen

Boundless Minds opent met een uitgebreid vraaggesprek tussen Carlo McCormick en danseres en choreografe Muna Tseng, die de interdisciplinaire dansvoorstelling Epochal Songs met Keith Haring maakte. Muna Tseng en McCormick waren beiden actief in de jaren tachtig in New York. In hun gesprek halen ze herinneringen aan deze tijd op. Doordat belangrijke politieke en maatschappelijke thema’s benoemd maar niet geduid worden, voel je je als lezer een buitenstaander. Het was prettig geweest als McCormick zijn stem als interviewer had gebruikt om context te bieden aan de lezer. De positie van Muna Tseng en de Amerikaans-Aziatische gemeenschap in de New Yorkse kunstscene toentertijd wordt wel enigszins belicht.

Harings persoonlijke fotograaf

Na het interview start het boek niet met Muna Tseng, maar met de samenwerking tussen Tseng Kwong Chi en Keith Haring. Auteur Barry Blinderman wijdt hier een alinea aan de serie East meets West, de zelfportretten waarin Tseng Kwong Chi met de zelfontspanner in zijn hand poseert naast toeristische trekpleisters en beroemde mensen. Hij is gekleed in een tweedehands pak uit het regime van Mao, een van de meest gewelddadige dictators van de 20e eeuw. Een gewaagde en interessante fotoserie dus. Toch leest het essay van Blinderman overwegend als een ode aan Keith Haring.

Keith Haring in Subway, 1983, Tseng Kwong Chi

Keith Haring in Subway, 1983, Tseng Kwong Chi, © Muna Tseng Dance Projects, Inc.

Door het hele boek is er meer aandacht voor Tsengs fotografie van Harings streetart in de New Yorkse metrostations. Kwong Chi heeft kunst vastgelegd die anders verloren zou zijn gegaan aan het tijdelijke karakter van graffitikunst. Haring belde Tseng om te vertellen met welke metrolijn hij gereden had. Vervolgens reisde Tseng hem achterna om foto’s te maken van de graffiti die Haring op de stations achterliet. Boundless Minds & Moving Bodies in 80’s New York bevat veel van deze foto’s. Die zijn interessant, maar ook hier mist het boek de nodige context. De foto’s lopen namelijk flink achter op de kwaliteit van onze hedendaagse beeldcultuur, waarin haast iedereen een hoge kwaliteitscamera in zijn broekzak heeft. Tseng Kwong Chi fotografeerde analoog. Hij moest snel zijn, want het was niet toegestaan om zonder vergunning foto’s te maken. Met de techniek van toen was het een stuk lastiger om onder tijdsdruk mooie foto’s te maken zonder daglicht. Zonder duiding van het maakproces van de foto, en de iconische betekenis van Harings werk (de blaffende hond, baby, berg mensen) op de affiches in de metro, blijven er matige, weinig zeggende foto’s over.

Muna Tseng en Keith Haring: Epochal Songs

Danseres en choreografe Muna Tseng maakte in 1982 samen met Keith Haring de interdisciplinaire dansvoorstelling Epochal Songs. De dansvoorstelling, waarvoor Keith Haring de tekeningen maakte, wordt gelukkig wel van toelichting voorzien. De inspiratie voor de voorstelling kwam voort uit gedeelde bezorgdheid over het beleid van Ronald Reagan en de nucleaire wapenwedloop. Tseng danste, Haring observeerde haar en kwam, volledig in lijn met zijn bekende werkmethode, een middagje langs om in één ruk veertig tekeningen te maken. Het werk schetst diverse ontwikkelingen in de evolutie van de mensheid. Van het eerste gebruik van vuur, naar auto’s en televisies, naar de atoombom. Het is het duidelijkste en meest volledige stuk van het boek, dat over het algemeen vooral vraagt om een overkoepelende stem die opheldering geeft over de specifieke beeldtaal en de context waarin het werk is gemaakt. Hierdoor voelt Boundless Minds & Moving Bodies in 80’s New York enigszins aan alsof het vooral voor kenners bedoeld is. Toch is het de moeite waard. Het is een prachtig vormgegeven boek, dat plezierig is om door te kijken op de zaterdagochtend. Het laat je bovendien kennis maken met twee kunstenaars die je anders misschien wel nooit was tegengekomen.

Boeken / Non-fictie

Kleine en grote cirkels

recensie: Twee boekjes in de serie Van Oorschot Terloops
Zonsondergang in Texel, NLUnsplash (https://unsplash.com/photos/yUY4rEElc6E)

In de kostelijke serie boekjes Van Oorschot Terloops verschenen twee nieuwe deeltjes: De beloning van Stine Jensen, en Met moeder mee van Joyce Roodnat. De ondertitel luidt in deze, en overigens alle gevallen van de Terloops-serie: ‘Een wandeling’. Soms kun je ze door wat moeite te doen zó nalopen. Of in gedachten nalopen, als je de buurt kent. En je kunt de boekjes door hun formaat in je zak of tas meenemen en nalezen.

De ene keer wordt door de provincie gewandeld, zoals Marjoleine de Vos dat deed door Noord-Groningen (Je keek te ver) of Marijke Schermer door Zuid-Nederland (Gods wegen),  een andere keer door Amsterdam, met Thomas Rosenboom (De grote ronde) of Maartje Wortel (De groef). Zelfs het buitenland wordt een enkele keer aangedaan: de Dolomieten (Bregje van Bregje Hofstede), de Eifel (De drie bestaat niet van Gerbrand Bakker) en Ierland (Wat er werkelijk is van Nelleke Noordervliet). Het boekje van Stine Jensen voert naar Texel, dat van Joyce Roodnat naar de Watergraafsmeer in Amsterdam.

Stine Jensen: De beloning

Eerst het boekje van Stine Jensen. Zij wordt vanaf 1 juni 2022 bijzonder hoogleraar Publieksfilosofie aan de Erasmus School of Philosophy in Rotterdam. Samen met haar tweelingzus Lotte, hoogleraar Nederlandse literatuur en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen gaat ze al zo’n vijftien jaar twee, soms drie keer per jaar gedurende verschillende seizoenen naar het Waddeneiland. Ze lopen meestal hetzelfde rondje, de zogeheten blauwe ronde. Aan het eind wacht de beloning: koffie met appelgebak. Stine Jensen beschrijft het ritme van de seizoenen, maar op een andere manier zit er ook ritme in de beschrijving van hun wandelingen: stond dit bankje er nu altijd al, is het beeld van P.C. Thijsse nu opeens weg?

De een heeft meer zin in een rondleiding door een zeebioloog en maakt driftig aantekeningen (Stine), de ander kijkt wat zuinig als de bioloog over vogels wil gaan uitweiden (Lotte). ‘Door andermans ogen zien we verborgen bomen, geschoren takken, drie soorten bos en krom hout op sterven na dood’. Ze zien het niet alleen, ze praten – en soms kibbelen – erover. Stine Jensen schreef alles op zoals we dat van haar kennen: pretentieloos en geestig. Bijvoorbeeld in de manier waarop ze zichzelf vergelijkt met haar zus:

‘Van ons twee ben ik de twijfelaar, zij neemt stabiel haar beslissingen. Ik wik en weeg, zij is het type: zit de broek perfect, zoek dan niet verder en koop meteen drie dezelfde.’

Ze trekt weleens een wat ruimere cirkel, en komt dan bijvoorbeeld uit bij een citaat uit een boek dat haar heeft getroffen, zonder er verder al te diep op in te gaan.

Joyce Roodnat: Met moeder mee

Watergraafsmeer

Dan het boekje van Joyce Roodnat, werkzaam bij het NRC zoals de krant ‘geamputeerd’ van het (Algemeen) Handelsblad inmiddels door het leven gaat. Roodnat verkent hoe de buurt van haar jeugd, de Watergraafsmeer in Amsterdam, er nu uitziet. Ze loopt de wandelroute die haar moeder, broer en zij elke week liepen: naar school aan de andere kant van de Middenweg, of naar de bibliotheek in Betondorp, dat zichzelf is gebleven, zoals ze constateert.

Ze trekt ruimere cirkels om haar herinneringen dan Stine Jensen, zoals je van een journaliste misschien ook kunt verwachten. Dat wil zeggen: ze gaat dieper op een citaat in. Soms misschien wel een beetje te diep; haar boekje is dan ook iets dikker dan een gemiddeld deeltje in de serie.

Elk boekje heeft een eigen toon en insteek, en dat is de mede charme ervan. Het wachten is op de volgende deeltjes, zoals Lentehonger van Sander Kollaard (1 juni 2022) over de Zweedse lente.

 

Theater / Voorstelling

Tussen hilariteit en ontroering

recensie: Johan Goossens: kleine pijntjes
Johan Goossens, Kleine pijntjes, Jaap ReedijkJaap Reedijk

In de Kleine Komedie in Amsterdam trad op 9 mei Johan Goossens op met zijn voorstelling Kleine pijntjes. Tijdens deze voorstelling neemt Goossens zijn publiek mee in zijn leven van het afgelopen jaar. Een jaar lang maakte hij niets mee. Hij zat voornamelijk op de bank, waar volgens hem nu een ingesleten kuil zichtbaar is. Als je je brood verdient met het delen van geestige anekdotes is niets meemaken natuurlijk funest. Toch weet Johan een voorstelling neer te zetten die geen moment verveelt. De voorstelling was kwetsbaar, herkenbaar en uiteraard humoristisch.

Johan Goossens, Kleine pijntjes, Jaap ReedijkMuzikale begeleiding

“Les online, les online, ja wat is dat fijn.” Zo klinkt een van de nummers die Johan op de piano speelt. Klinkend als een jolige meezinger omschrijft het lied de nadelen van het onlineonderwijs. Herkenbaar voor de docenten die een groot onderdeel uitmaken van Johans vaste publiek. Naast docenten was er ook een schoolklas aanwezig uit Antwerpen. Op humoristische wijze werden de scholieren af en toe tot stilte gemaand door Johan die toegaf met gemak weer terug te schieten in zijn rol als docent. Hiermee bewijst hij ook te kunnen improviseren.

Is dit echt gebeurd?

Tijdens de voorstelling worden er verhalen gedeeld van een grandeur, dat het bijna wel verzonnen moet zijn. Is dit echt gebeurd?! Dat vraag ik me tijdens de voorstelling meermaals af. Smullend van taboes op het podium vertelt Johan in geur en kleur over het verwezenlijken van zijn droom om met een beroemde pornoacteur naar bed te gaan. Ook belangrijk om te noemen is dat Johan vanaf heden liever geen homo genoemd wil worden, maar iets leuks zoals “Doorpenisgepenetreerde”! Kortom, genoeg anekdotes en lichtelijk grove humor. Van het saaie Coronajaar valt qua materiaal niks te merken.

Verlies van zijn vader

Tijdens de voorstelling wordt er in de zaal regelmatig hard gelachen. Humor maar ook kwetsbaarheid kwamen in de voorstelling aan bod. Vooral in de op piano begeleidde nummers liet Johan die kwetsbaarheid zien. Tijdens een nummer waar de zaal heel stil van werd, deelde Johan het proces van overlijden van zijn vader. Treffend zingt hij over het proces, dat begon met zijn vader die een beetje hulp nodig had met het dichtritsen van zijn jas en eindigde in volledige zorgafhankelijkheid. Het thema van het verlies van een ouder paste schitterend in het thema van de voorstelling.

Kortom

U kunt natuurlijk een avondje thuis op de bank blijven hangen. Maar wat u ook kunt doen, is naar het theater gaan en een avondje hard lachen en een beetje huilen met Johan Goossens. Gegarandeerd een avond waar u met een lichter hart en een glimlach vandaan komt.

Boeken / Poezie

Criticus Arjan Peters – nu als dichter

recensie: Belvedère gedichten – Arjan Peters
Uitkijktoren OranjewoudFlickr

Na zijn controversiële non-actief als boekenrecensent bij de Volkskrant kreeg Arjan Peters een zee van tijd om iets anders dan recensies te schrijven: gedichten.

Zijn bundel Belvedère begint met de afdeling ‘Met het einde voor ogen’. Die heeft een journalistieke inslag: met biografische en literaire toespelingen wordt afscheid genomen van recent overleden schrijvers en dichters, Hella S. Haasse en Harry Mulisch o.a., met wie Peters persoonlijk contact heeft gehad of lijkt te hebben gehad.

Wat er blijft

Hun persoon en werk worden eerder van buitenaf dan door mee- of inleving gekarakteriseerd, en dat in een poging na te gaan wat er blijft als iemand verdwenen is. Over dichter Cor Jellema: ‘Door het venster zag je akkers met voren / als strakke regels die je overtrok in geploegde / sonnetten’. Een ongewone vorm van gelegenheidspoëzie.

In afdeling ‘Eindelijk voltooid’ passeren gewaardeerde dichters die al langer dood zijn. Hun werk, vaak op rijm, is voltooid en bijgezet. Peters neemt de vrijheid een gedicht deels te citeren en deels vetgedrukt zijnerzijds aan te vullen. Oogmerk zal zijn het ingebroken gedicht toch tot een geheel te maken, soms met een kwinkslag. Door de typografie blijf je verdacht op het al te gewaagde van zo’n coproductie. De verbindingen verlopen door het cerebrale uitgangspunt nogal eens cryptisch en stroef.

Kweek

De laatste afdeling is het meest persoonlijk, maar biedt niet veel persoonlijk houvast. Veel wordt speels en enigszins gezocht met iets anders vergeleken. De vergankelijke tijd loopt in richtingen uiteen, ook ‘Het leven in’, het leven dat (in het laatste gedicht) stilaan vol stroomt met ‘…durende ongemerktheden’ à la K. Schippers (een vergeten dode in de eerste afdeling).

De bedachte opzet van de bundel geeft niet de indruk van een noodzaak voor een poëtisch vervolg. Peters weet als de beste waaraan een goed gedicht moet voldoen. Belvedère, eerste oefening, kan toepassing van die kennis ten dele waarmaken. Wie weet laat hij zijn talent in de kweek staan.

 

 

Kunst / Expo binnenland

Ode aan een vergeten held

recensie: Anton de Kom: schrijver, strijder, wegbereider - Nederlands Openluchtmuseum
Installatie kunstenaar Ken DoorsonPriya Wannet

Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem wijdt dit voorjaar een tentoonstelling aan de in Suriname geboren Anton de Kom (1898-1945), antikoloniaal denker, schrijver, dichter, mensenrechtenactivist en verzetsstrijder. Hij publiceerde onder meer in 1934 de aanklacht tegen racisme en uitbuiting Wij slaven van Suriname.

Eerder kreeg Anton de Kom al een ‘venster’ in de Canon van Nederland, de lijst van de belangrijke gebeurtenissen, personen en voorwerpen uit de Nederlandse geschiedenis die ook in Arnhem in beeld gebracht wordt. Samen met de Surinaamse kunstenaar Ken Doorson (Moengo, 1978) maakt het museum nu de expositie Anton de Kom -schrijver, strijder, wegbereider. Het wil De Kom en zijn gedachtegoed aan een breed publiek presenteren aan de hand van een aantal thema’s: de verbinder, de leraar, de aanklager, de strijder en de wegbereider.

Papa de Kom

Wat bij binnenkomst direct opvalt is de grote installatie Papa de Kom van Ken Doorson. Het is een meer dan levensgroot kunstwerk. Op de grond staat een wijde, naar boven taps toelopende koker, behangen met honderden terracotta gezichten. Daarboven zweeft het gezicht van Anton de Kom. Doorson maakte de installatie in samenwerking met studenten van de Nola Hatterman kunstacademie in Paramaribo en jongeren van het Forensisch Centrum voor Adolescenten in Amsterdam en Assen. De koppen symboliseren de vele mensen die Anton de Kom hoop gaf, door te luisteren en hen perspectief te bieden. Ook de maquette van zijn ouderlijk huis trekt de aandacht. Voor wie zijn oor hiertegen te luisteren legt, weerklinken de geheime lezingen van Anton nog steeds.

Voorvechter voor vrijheid

Slavenketting tentoonstelling Anton de Kom

Veel mensen weten niet dat De Kom een belangrijke rol heeft gespeeld in het Nederlands verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij streed met zijn stem en pen. Zo schreef hij artikelen voor communistische kranten en distribueerde hij illegale kranten. Ook zette hij zich met zijn lezingen af tegen het naziregime. Een bijzonder detail dat verwijst naar zijn tijd als leraar zijn de ouderwetse schoolbanken die in de ruimte zijn geplaatst. Deze geven tevens ook aanleiding om met elkaar de dialoog aan te gaan over vrijheid. Door middel van de grote slavenketting die over de vloer loopt, kun je De Koms bewogen leven volgen. In de vitrines liggen de originele manuscripten die speciaal voor deze tentoonstelling door zijn familie De Kom zijn vrijgegeven. Ook is er aan de jonge bezoekers gedacht. Zij kunnen hun lol op met de moderne touchscreens en luisterstations. Met een paar drukken op de knop worden zij het verhaal ingezogen. Daarnaast zie je beelden van de Black Lives Matter demonstraties uit 2020. Hiermee laat het museum zien dat de strijd van De Kom nog altijd actueel is.

Al met al toont het Openluchtmuseum een interessante overzichtstentoonstelling van het leven en gedachtegoed van Anton de Kom. Als bezoeker word je uitgedaagd om vanuit een ander perspectief naar de geschiedenislessen van vroeger te kijken. Een mooie manier om buiten je eigen kaders te treden en tegelijkertijd stil te staan bij uitdagende actuele maatschappelijke thema’s. Een absolute aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de vaderlandse geschiedenis. De Kom heeft zich misschien losgemaakt van zijn kettingen, maar in onze huidige samenleving vind je nog altijd veel discriminatie, racisme en ongelijkheid. Daarom moeten anderen zijn strijd voortzetten.

Muziek / Album

Hoogstaande jubileum blues

recensie: Bluesupdate volume 15

In de vijftiende editie van de bluesupdate staan we stil bij het tienjarig jubileum van de Nederlandse formatie King Of The World. De plaat van de Engelse Elles Bailey is van topklasse en voegt een gospel injectie toe aan de blues. De hoge klasse van Matt Andersen is inmiddels zijn handelsmerk. Op zijn nieuwste album zet hij die traditie voort in akoestische plaat.

De blues zou je kunnen zien als de grondlegger van de moderne muziek. Ondanks de leeftijd van het genre weet het zichzelf toch steeds te vernieuwen zonder de wortels te verliezen. De luisteraar van traditionele bluesmuziek zal de muziek van Elles Bailey, King Of The World en Matt Andersen minder waarderen, terwijl de avontuurlijke luisteraar deze vermenging juist boeiend zal vinden. De traditionele blues werd vroeger door velen duivels genoemd, terwijl het Elles Bailey is die in haar teksten gospel elementen toevoegt.

Elles Bailey
Het derde album van Elles Bailey Shining In The Half Light is verschenen op 25 februari 2022,de dag in Nederland waarop bijna alle coronamaatregelen werden opgeheven.
Deze periode heeft Bailey niet onberoerd gelaten en dat laat ze horen in de titeltrack van het album. De angst, onzekerheden en hoe ze omging met het moederschap in deze periode is duidelijk terug te horen in de teksten van de composities.
De stem van Bailey refereert sinds haar debuut album Wildfire naar Beth Hart. De uit Bristol afkomstige artieste versmelt de blues met country en soul-rock. Deze mengeling maakt de muziek ook voor muziekliefhebbers die niet van blues houden tot een fijne luistertrip.
Bailey balanceert al sinds haar debuut in 2017 ergens in een eventwicht tussen pop, gospel, blues-rock, singer-songwriter en retro-soul. Geen specifiek hokje is groot genoeg voor dit fraaie talent. De muziek van Bailey is een zeer smakelijke cocktail die haar meer bekendheid zou moeten opleveren dan haar tot op heden ten deel is gevallen.
Een bijzondere vermelding krijgt de song ‘Colours Start To Run’ dat verhaalt over de revival van vinyl albums, de terugkeer van een medium uit het verleden Dat past tekstueel minder bij de rest van het album. Ondanks de moeilijke tijd en het niet kunnen opnemen in Nashville, zoals haar eerdere albums, is het derde haar sterkste album. Misschien wel door de rust die ze kreeg om eraan te werken en te schaven.

King Of The World
De band King Of The World viert haar tienjarig bestaan met een heerlijk stevig, funky bluesalbum vol soul. Royal Ten is een album dat net als alle voorgaande cd’s de weg naar de liefhebbers moeiteloos zal vinden. In het licht van het jubileum is het fijn te weten dat de concertzalen weer open zijn en we deze band ook weer aan het werk kunnen zien en horen. De ingrediënten van dit vierde studioalbum zijn voor de liefhebbers al lang bekend. Karakteristieke eigenschappen van de band zijn lekker gitaarwerk in de blues traditie, fijne zang, vleugje toetsen en een ritmesectie die de hoogwaardige composities de nodige basis geven.
Live weet de band stevig zijn mannetje te staan. In het voorjaar van 2022 zal de band met tal van gasten verschillende podia langs gaan. Dit natuurlijk om het jubileum van de band extra luister bij te zetten, want wat is er mooier om muziek te maken samen met collega muzikanten. Zo zijn ze te zien met Matt Schofield, Shirma Rouse en zullen er meer namen volgen in de komende weken.
De single ‘Eyes Of A Child’ werd door radio Veronica tot Alarmschijf verkozen wat de band natuurlijk de nodige extra zendtijd wist te bezorgen. De andere tien composities zijn overigens ook allen van hun eigen hand en onderstrepen de kwaliteit en het talent van deze blues-rock-formatie van eigen bodem.

Matt Andersen
De imposante verschijning van Matt Andersen kan de liefhebber van akoestische blues al jarenlang niet ontgaan zijn. Anderson is een sterke aanbeveling voor wie houdt van akoestische blues. House to House is een album dat opnieuw kwalitatief hoogstaand is zoals we van deze artiest gewend zijn. De stembanden van Andersen hebben een inval die we kennen van de onlangs overleden Meat Loaf (Marvin Lee Aday), maar dan vooral hoorbaar in de ballads die Aday zong.
Andersen weet tijdens optredens zijn vocalen en akoestische gitaar te laten klinken met een enorme hoeveelheid passie voor zijn liedjes. Hij kan zijn gitaar ook laten fluisteren als de teksten daarom vragen. Deze singer-songwriter weet de luisteraar al snel te laten meevoeren in zijn teksten en melodielijnen.
Op de binnenzijde van het hoesje schrijft de artiest dat dit een verzameling is van liedjes die soms al een tijdje meegaan op het podium of die niet passen op een ander album van hem, en anderen zijn weer heel nieuw.
Andersen heeft de brandende passie die hij op podium voelt samengepakt in deze liedjes, die hij zittend met zijn gitaar voor de microfoon vertolkt. Alleen achtergrond vocalen van anderen zijn her en der toegevoegd. Het is dus feitelijk Matt Andersen in zijn puurste vorm, alleen stem en gitaar. Als je luistert naar liedjes als ‘Other Side Of Goodbye’ en ‘Let Me Hold You’ ervaar je de kracht van de teksten. Tot het twaalfde, en laatste, liedje ‘Poeple Get Ready’ door Curtis Mayfield is het een heerlijke akoestische en pure luisterervaring.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY’s Songfestival Favorieten

Na een uitbundig versierd Rotterdam, dat voor de gelegenheid zelfs een ABBA-stoplicht had geïnstalleerd, is dit jaar de beurt aan Turijn om het Eurovisie Songfestival te hosten. Nederland doet dit jaar een gooi naar de winst met het nummer ‘De Diepte’ van S10. Hoewel we haar natuurlijk gaan aanmoedigen deze week, is dit ook een goed moment om stil te staan bij welke muziek we allemaal te danken hebben aan het songfestival. Voor de gelegenheid heeft 8WEEKLY haar songfestivalfavorieten op een rij gezet, van bijzondere winnaars zoals Lordi’s ‘Hardrock Hallelujah’ tot aan memorabele inzendingen zoals Barbara Pravi’s ‘Voìla’. We hebben een paar (oud)inzendingen voor je uitgelicht!

The Mamas: van achtergrondkoor naar eigen band

De Zweeds-Amerikaanse gospel en soul band The Mamas zouden in 2020 namens Zweden meedoen aan het songfestival, maar zij waren daar een jaar eerder al te bewonderen. De band werd toen opgericht als achtergrondensemble voor de toenmalige inzending: John Lundvik met ‘Too Late For Love’. Dit optreden smaakte duidelijk naar meer en zo meldden ze zich in 2020 bij de Zweedse voorrondes met het gospel-pop nummer ‘Move’. Ze wonnen de voorrondes en werden zo de officiële inzending namen Zweden. Helaas ging het Eurovisie Songfestival in 2020 niet door vanwege de coronapandemie en kwam de band in 2021 niet door de Zweedse voorrondes heen. Zonde, want deze band en dit prachtige nummer verdienen zeker meer aandacht.

Mahmood en Blancos recordbrekende hit

In 2022 zien we een andere oude bekende act uit 2019 weer terug: Mahmood. Hij deed toen namens Italië mee met het nummer ‘Soldi’ waarmee hij tweede werd achter onze eigen Duncan Laurence. Dit jaar zingt hij samen met Blanco het duet ‘Brividi’, wat op de dag van uitgave al records brak. Mahmood en Blanco bemachtigden het record van meest gestreamde nummer in Italië op één dag, op 2 februari werd het nummer ruim 3,38 miljoen keer beluisterd. Het nummer combineert de muziekstijlen van beide artiesten en de tekst focust op onzekerheden en fouten van degenen die niet altijd weten hoe je moet liefhebben. Een onderwerp dat blijkbaar een groot publiek aanspreekt, waardoor dit nummer nu al een publiekslieveling is!

De eerste Europese boyband: Herreys

Een paar decennia eerder wonnen de drie broers Per Herrey, Richard Herrey en Louis Herrey het songfestival. De Zweedse popgroep Herreys won in 1984 het songfestival met het nummer ‘Diggi-Loo Diggi-Ley’ en ze waren daarmee de eerste mannelijke tieners die deze wedstrijd wonnen. Door de combinatie van samenzang, opvallende danspasjes en opvallende outfits worden ze vaak de eerste moderne Europese boyband genoemd. Dit imago had zowel zijn voor- als nadelen. Zo was de band in de jaren ’80 de bestverkopende popgroep van Zweden, maar kwamen ze niet goed van het boyband imago af. Daarom gingen ze in 1986 voor een make-over, ze noemden zich Herrey en legden hun focus op stevige rock. Gelukkig omarmen ze het imago nu weer, zo waren ze in 2014 weer in hun winnende outfit, inclusief gouden schoenen, in een van de video’s van het songfestival te zien.

Naast The Mama’s, Herreys en Mahmood en Blanco wachten nog velen van 8WEEKLY’s favorieten op je in de nieuwste playlist!

De playlist van mei

De Diepte – S10

Discoteque – THE ROOP

Spirit in the Sky – KeiiNO

Heroes – Måns Zelmerlöw

Voilà – Barbara Pravi

Think About Things – Dadi Freyr

ZITTI E BUONI – Måneskin

You Let MeWalk Alone – Michael Schulte

SHUM – Go_A

Euphoria – Loreen

Satellite – Lena

Nocturne – Secret Garden

Arcade – Duncan Laurence

Without You – Re-Union

Move – The Mamas

Calm After The Storm – The Common Linnets

Hard Rock Hallelujah – Lordi

Save Your Kisses For Me – Brotherhood of Man

Birth Of A New Age – Jeangu Macrooy

J’aime la vie – Sandra Kim

Roi – Bilal Hassani

Amar Pelos Dois – Salvador Sobral

The Wrong Place – Hooverphonic

Fairytale – Alexander Rybak

Rhythm Inside – Loïc Nottet

Too Late For Love – John Lundvik

Fuego – Eleni Foureira

Outlaw In ‘Em – Waylon

What’s Another Year – Johnny Logan

Replay – Tamta

Mercy – Madame Monsieur

Only Teardrops – Emmelie de Forest

Ding-A-Dong – Teach In

You are the only one – Sergey Lazarev

Rock ‘n’ Roll Kids – Paul Harrington, Charlie McGettigan

Paper – Svala

Halo (feat. PIA MARIA) –  LUM!X, PIA MARIA

The Show – REDDI

Brividi – Mahmood, BLANCO

Give That Wolf A Banana – Subwoolfer

Stefania (Kalush Orchestra) – KALUSH

Diggiloo Diggiley – Herreys

Eres Tú – Mocedades

Hey Mamma – Sunstroke Project

Goodbye To Yesterday – Elina Born, Stig Rästa

Hemel & Aarde  – Edsilia Rombley

Love Shine a Light – Katrina & The Waves

Deli – mor ve ötesi

Taken By A Stranger – Lena

Husavik (My Hometown) – Will Ferrel, My Marianne