Boeken / Fictie

Een verhaal over vandaag

recensie: Monique Koemans - 2013

Monique Koemans debuteert met de thriller 2013, een verhaal over vandaag. 30 april 2013: de dag dat Koning Willem Alexander wordt ingehuldigd. In het boek is sprake van een hittegolf op de dag van de plechtigheid. Dat is niet het enige punt waarop 2013 overtuigingskracht mist.

Koemans is behalve debutant ook criminoloog en historicus. Ze promoveerde op een onderzoek naar de Nederlandse veiligheidsutopie. Die achtergrond speelt een grote rol in deze thriller. In korte hoofdstukken komen verschillende vertellers aan bod, van wie er één een aanslag beraamt op Willem-Alexander op het moment van de ceremonie op de Dam. Zijn motieven worden herhaaldelijk genoemd, maar nooit op een overtuigende manier:     

Mensen op de Dam zullen het bloed op grote schermen in beeld krijgen. Ze zullen gillen, ze zullen elkaar in hun vlucht vertrappen, elkaar in hun haast vervloeken (…) Ze zullen ontdekken dat je op niemand kan vertrouwen, dat niemand je in nood zal helpen en dat je helemaal nergens veilig bent.  

De man wil de geschiedenisboeken halen, de mensen een lesje leren. Hij vermoedt dat hij de aanslag zelf ook niet zal overleven, maar besteedt daar geen enkele gedachte aan. Er zijn nog zoveel andere aspecten van het personage die geen aandacht krijgen, dat hij oppervlakkig blijft. Net als in bijvoorbeeld VSV van Leon de Winter is de terrorist een karikatuur. Een plat en ongeloofwaardig personage dat om onduidelijke redenen een gewelddadig punt wil maken.

Haagse elite
In de verschillende hoofdstukken komen ook Kika, Dewi, Gijs, Lubna en Peter aan het woord. Kika is een vrouw uit de Haagse elitaire kringen die al twaalf jaar getrouwd is met ‘sociale stijger’ Peter. Vandaag beseft ze opeens hoe opgesloten ze zich voelt en hoe oppervlakkig haar leven is. Haar vriendinnen hebben ‘een nepglimlach en een lege blik’ en ze verdenkt haar man ervan dat hij een affaire heeft met Dewi, de au pair. Het is alsof Kika na twaalf jaar slapen eindelijk wakker wordt. Als ze dezelfde dag bij de bloemenwinkel dan ook nog tegen haar vrijgevochten ex Gijs aan botst, is de revolutie compleet. Er wordt nog even wat gekibbeld, maar het is meteen duidelijk dat Kika haar leven zal omgooien voor een tweede kans met bohemien Gijs.

Behalve dat veel plotwendingen zich al ruimschoots van te voren aankondigen, zijn er ook een paar die wellicht beter achterwege hadden kunnen blijven. Dat Peter een minnares heeft dient vast en zeker ter illustratie van zijn gebrekkig empathisch vermogen, maar de manier waarop die verhouding wordt beschreven stroomt over van de clichés. Soms werkt het zelfs op de lachspieren:

Peter doet een stap naar achter en struikelt bijna (…).
‘Trut. Waarom? Waarom heb je dat verdomme gedaan? Stom wijf.’
‘Peter, wat doe je onaardig. Wat is er aan de hand?’

Vrijmarkt
2013 beklijft, in tegenstelling tot wat de achterflap belooft, niet als literatuur. Daarvoor wordt er te veel uitgelegd, blijven de personages te oppervlakkig en leunt het verhaal te zeer op de spanningsboog. Het is niettemin een vermakelijk verhaal, dat de lezer wel degelijk tot het eind in spanning houdt. Al is het dan door de meest gebruikelijke vragen op te roepen: wie overleeft? Wat komen alle personages uiteindelijk over elkaar te weten? Liefhebbers van Saskia Noort en Suzanne Vermeer zullen ook dit boek ongetwijfeld in een ruk uitlezen, in plaats van te chagrijnen over de gebrekkige vertelstructuur ervan. Mijn exemplaar wordt echter meteen weer verkocht op de vrijmarkt vandaag.

Muziek / Voorstelling

Een gekwelde god en zijn dappere dochter

recensie: Richard Wagner, Der Ring des Nibelungen. Erster Tag: Die Walküre

Onder leiding van Hartmut Haenchen is de volmaakte uitvoering van Die Walküre van Richard Wagner nu opnieuw te zien in het Muziektheater. Regie, cast en vooral de muzikale interpretatie nemen de toeschouwer vijf uur lang mee in een menselijk drama dat alle modes en conventies overstijgt.

De opera toont, na de proloog Das Rheingold, een uitwerking van het grote thema van de Ring des Nibelungen: het conflict tussen macht en liefde. De oppergod Wotan dankt zijn almacht aan wetten, die ook voor hemzelf gelden. Omdat hij de vervloekte Ring in zijn bezit heeft gehad, is hij verward geraakt in een machtsstrijd waarin hij niet langer naar willekeur kan handelen. Om de kwade krachten te breken, moet hij een vrij mens ‘scheppen’ – iemand die tegen de goddelijke wet in durft te gaan. Tegelijk mag hij daar zelf niet de hand in hebben.  Op de enorme schijf essenhout , het ‘oerdecor’ van George Tsypin, speelt zich het drama van deze paradox af.

Van god naar mens
Wotans bij een ‘aardse’ vrouw verwekte tweeling, de vervolgde Siegmund en de mishandelde Sieglinde (een prachtige rol van de warme, dramatische sopraan Catherine Naglestad) ontmoeten elkaar na een traumatische scheiding in hun jeugd. In elkaars beeld, stem en oogopslag herkennen ze zichzelf. In hun liefde vormt zich hun identiteit, hun menselijkheid. De Walküre Brünnhilde, goddelijke dochter van Wotan en Erda, is diep geraakt door deze wederzijdse overgave en geeft haar koude, goddelijke status op. Ze probeert het paar te redden en is daarmee ongehoorzaam aan de opdracht van vader Wotan.

Slapen in een ring van vuur
Maar de oppergod is ambivalent. Almachtig en machteloos tegelijk omdat hij niet tegen zijn eigen afspraken in mag gaan. Hij beseft dat juist ongehoorzaamheid hem dichter bij zijn doel brengt. Brünnhilde peilt zijn diepste gevoelens voor zijn aardse tweeling en zijn wanhoop. Daarom straft hij haar niet met volkomen uitstoting, maar legt haar te slapen in een ring van vuur. Alleen een man die tegelijk onverschrokken is en onbesmet door de vloek van de Ring kan die cirkel doorbreken. In de leidmotieven die de hele opera door het verhaal becommentariëren, is te horen wie dat zal zijn…

Geloof, hoop en liefde
Zoals bij de meeste opera’s van Wagner is de hoofdrol voor de muziek. Haenchen en het fantastisch spelende Nederlands Philharmonisch Orkest schilderen alle denkbare emoties, van intieme nabijheid en opofferende liefde tot machteloze woede, doodsangst en hoop. Het afscheid van vader en dochter aan het slot is ontroerend en intiem. Brünnhilde (Catherine Foster) is haar eigen weg ingeslagen en ze moeten elkaar loslaten. Een ‘menselijke’ Wotan, een zoekende, twijfelende Walküre. Een muzikaal verhaal over geloof, hoop en liefde, dat in niets herinnert aan gehoornde en gehelmde halvegaren die op bombastische stampmuziek over het toneel marcheren.

Er zijn nog voorstellingen op 1, 5, 9 en 12 mei.

Boeken / Fictie

Gevoel en inzicht

recensie: Paolo Giordano (vert. Mieke Geuzebroek en Pietha de Voogd) - Het menselijk lichaam

In Het menselijk lichaam verhaalt Paolo Giordano over een peloton Italiaanse soldaten op missie in Gullistan, Afghanistan. Eenzaamheid, heimwee en de altijd aanwezige dreiging van geweld eisen hun tol.

Hoofdpersoon van Het menselijk lichaam is luitenant Alessandro Egitto. Hij heeft een getroebleerd verleden door een paranoïde vader, een moeder die de schijn hoog wil houden en een zus die daar met alle geweld afstand van wil nemen – zo veel dat ze zelfs niet langskomt als haar vader op zijn sterfbed ligt. Alessandro kijkt tegen zijn grote zus op, maar wil zijn ouders niet de rug toekeren.

Extreme omstandigheden

Alessandro is arts op een missie in Afghanistan. Om niet terug te hoeven keren naar zijn problemen in Italië besluit hij langer te blijven en maakt hij kennis met het peloton van adjudant Ietri. Het verblijf in Afghanistan zal bij iedereen in het geheugen gegrift staan. Het leven is daar dan ook naar in Gulistan. Vrachtwagenchauffeurs kunnen niet vertrekken door Talibani in de omgeving, de toevoer van voorraad is niet zo regelmatig als het hoort en het leven in de woestijn houdt de soldaten gevangen tussen hitte, kou en heftige winden. En dan is het ook nog eens oorlog.

De druk die dat met zich meebrengt speelt een grote rol in Het menselijk lichaam. Giordano besteedt veel aandacht aan wat de soldaten allemaal doen om de situatie dragelijk te maken. Eén houdt er een internetrelatie op na, een ander ziet het als training voor de Special Forces en weer een ander zoekt iedere avond een Afghaanse gids op om te gaan blowen.

Vervelen kan altijd

De sfeer op het kamp is verre van vrolijk of levendig. Iedere mogelijkheid om iets te vieren wordt aangegrepen, zoals het slachten van een koe. De vreugde is groot, maar van korte duur – voedselvergiftiging ontregelt de basis. Eigenlijk is het enige dat de sleur een beetje doorbreekt een aanval van de Taliban:

De jongens springen overeind en lopen snel en gedisciplineerd naar de deur. Ze kennen het evacuatieplan, ze zijn er minstens honderd keer in gedrild. Voor korporaal Francesco Cederna is het de eerste keer dat hij mortiervuur hoort buiten een oefening. Hij verbaast zich erover dat het lawaai zoveel lijkt op wat hij kent: natuurlijk, dat is logisch. Hij zou de vijand bijna willen bedanken dat hij het partijtje risk dat hij aan het verliezen was heeft onderbroken.

Die algehele verveling komt goed over. De lezer leeft mee met de manschappen in de woestijn, met hun problemen en de pogingen om persoonlijke relaties op te bouwen, te repareren of in stand te houden. Egitto komt weer in contact met een jeugdliefde, die ondertussen voor de Militaire Intelligentie Dienst werkt, Ietri dubt over het starten van een familie en tussen de soldaten onderling worden de banden aangehaald of onder druk gezet.

Verschillende perspectieven

Meerdere keren komt luitenant Egitto persoonlijk aan het woord, over wie de lezer het meest te weten krijgt. Zijn thuissituatie heeft ervoor gezorgd dat hij antidepressiva is gaan slikken. Wanneer voor de lezer duidelijk wordt waarom is die stap begrijpelijk. Als hij ermee stopt na een dramatisch fout gelopen missie – de vrachtwagenchauffeurs op weg naar huis helpen – zijn ook daarvoor zijn beweegredenen invoelbaar.

Giordano laat voortdurend zijn kunde als schrijver zien. Weinigen zijn er zo goed in geslaagd empathie voor personages op te wekken. Hoewel het verhaal goed en degelijk in elkaar zit, is de grootste kracht van Het menselijk lichaam de emotionele lading. Dat Giordano die weet over te brengen – van verveling tot wanhoop, angst en liefde – verdient niets anders dan grootste lof.

Film / Films

Ideale mix van suggestief geluid en claustrofobische beelden

recensie: Berberian Sound Studio

De beeldopnames van een Italiaanse horrorfilm zijn halverwege de jaren ’70 afgerond en slechts het geluid ontbreekt. De Britse geluidstechnicus Gilderoy wordt ingevlogen om de film van geluid te voorzien, maar in navolging van het horrorgenre raakt ook Gilderoy de realiteitszin kwijt.

Berberian Sound Studio toont op originele wijze het belang van geluid. Geluid is essentieel om sfeer te creëren, en in horrorfilms vaak belangrijker dan de beelden zelf. De film waar het in dit geval om gaat is de fictieve horrorfilm Il Vortice Equestre, die met paarden bijzonder weinig te maken heeft. Het plot draait om twee vrouwen die het slachtoffer worden van heksen, goblins en ander bovennatuurlijk gespuis. De geluidsopnames bestaan dan ook voornamelijk uit angstkreten, moorden, martelingen en geluiden die ondode heksen zouden maken, mochten ze bestaan.

Twee ons groenten per dag

~

Een zeer sterk punt van Berberian Sound Studio is de suggestieve, claustrofobische manier van filmen. We zien geen enkel fragment van Il Vortice Equestre, maar aan de gezichtsuitdrukkingen van Gilderoy (Toby Jones) zien we dat de beelden niet prettig zijn. Prachtig hoe ongemakkelijk hij steeds uit zijn ogen kijkt, terwijl de camera op luttele centimeters afstand lijkt te staan. Je krijgt zodoende een heel aardig beeld van de Italiaanse horrorfilm, zonder er zelf iets van te zien.

Op kunstzinnige wijze – de oude opnameapparatuur wordt uitvoerig en zeer gedetailleerd gefilmd – zien we hoe Gilderoy de geluiden produceert. Het geluid van iemand doodsteken wordt gemaakt door in te hakken op een sla, iemands haren eruit trekken wordt nagebootst door radijsjes uit elkaar te trekken en angstkreten worden wat aangedikt door het geluid van een blender er door heen te mixen. Zijn vakmanschap is prachtig om te aanschouwen, maar helaas voor Gilderoy schatten de Italianen hem niet op waarde.

De onuitstaanbare producer Francesco (Cosimo Fusco) die als dagtaak het vernederen van zijn personeel heeft, de omhooggevallen regisseur Santini (Antonio Mancino) die aanpapt met de actrices, en zijn zoon Fabio (Salvatore Li Causi) die de toekomstige actrices tussen de lakens lijkt te scouten, zijn niet de leukste collega’s. Omdat Gilderoy, erg overtuigend en timide gebracht door Toby Jones, wel een assertiviteitstraining kan gebruiken, lopen de Italianen constant over hem heen. Het doet hem verlangen naar zijn moeder, getuige de brieven die hij herhaaldelijk van haar leest. Maar zijn moeder is er niet en langzaam komt Gilderoy – net als de kijker – in zijn eigen horrorfilm terecht.

Kippenvel

~

Gilderoy werkt dag en nacht aan de geluiden die de horrorfilm volgens hem nodig heeft. Normaal gesproken zou dat kunnen leiden tot – in het beste geval – een Oscar, maar in Berberian Sound Studio leidt het tot waanzin en absurdisme. Toby Jones komt met de minuut beter in zijn rol te zitten en de beste man bekijken wordt snel onprettig. Niet veel later ben je de draad als kijker ook kwijt, maar saai wordt het niet. Integendeel, het onvoorspelbare Berberian Sound Studio brengt een vrij angstaanjagende mix van horror en surrealisme waar je kippenvel van krijgt. Niet in de laatste plaats door de angstkreten van de Italiaanse actrices die door merg en been gaan.

Na een uur ontspoort de film als een filmrol die van de spoel schiet. Pogingen tot lijmen worden niet ondernomen. Het laatste kwartier is er echt geen touw meer aan vast te knopen en raak je ook een beetje gedistantieerd als kijker. Dat is spijtig, want de beklemmende sfeer is het sterkste punt aan deze originele film.

Boeken / Kunstboek

Beleving van abstrakte kunstwerken

recensie: Gerhard Richter en Thilo Heinzmann

.

Twee hedendaagse abstracte schilders, de een met minimalistische inslag, de ander die geen kant wil kiezen, zijn met tentoonstellingscatalogi op de markt. De twee prachtige boeken doen de beleving van de kunst van Gerhard Richter en Thilo Heinzmann eer aan.

~

Thilo Heinzmann houdt het het liefst zo simpel mogelijk: een vlugge lijn of enkele spetters op een wit doek. Het is werk waar de vele bezoekers van de filmhit Intouchables zich om vermaakten. Wanneer hoofdpersoon Driss zijn eerste moderne kunstwerk ziet, spreekt hij vol onbegrip over de simpelheid van het doek. Maar juist deze simpelheid inspireert hem uiteindelijk om zijn eigen schilderijen te gaan maken. 

Richter, ook al is hij 80, mag zich gerust een van de meest geliefde schilders van deze tijd noemen. Hij vestigde vorig jaar het record op een veiling waar een doek van hem ruim 21 miljoen pond opbracht. Het schilderij Abstraktes Bild is het duurste kunstwerk van een levende artiest. Niet alleen de bekende lijnen en gekleurde vlakken zijn populair maar ook zijn fotografische mixed-media nemen een grote plek in zijn oeuvre in. Richter die in zijn werk geen kant kiest voor abstracte of figuratieve schilderijen is gefascineerd door de werkelijkheidsbeleving van het kunstwerk.

~

Richter toont in het boekje Beirut een hele collectie overschilderde foto’s, een belangrijk onderdeel uit zijn collectie. Beirut is de catalogus van zijn eerste tentoonstelling in Libanon. Het werk in Beirut is vergelijkbaar met zijn serie War Cut uit 2004 dat nu ook in boekvorm in de winkel ligt. In War Cut combineert Richter foto’s van de eerste twee dagen van de oorlog in Irak uit de Frankfurter Allgemeine met zijn abstracte interpretatie. In Beirut zijn meerdere series opgenomen waaronder foto’s genomen in Tate Modern in Londen.

Zijn foto’s zijn een spel tussen wat echt is en wat niet. De registratie van een foto straalt een mate van objectiviteit uit in de afbeelding, tegelijkertijd is het een fantasiewereld die geen tastbaarheid in de werkelijkheid heeft. Bij schilderkunst is dit precies andersom. Je ziet de verfstructuur op het doek als wezenlijke vorm in de ruimte die je kan bestuderen.

~

Het levert een bijna hallucinante collectie op, met een realiteit die je graag zou willen aanraken. De geschilderde foto’s zijn een kleurrijke invulling van de drukke straten en openbare ruimten op de foto’s. Een woeste uitdrukking van verf, zoals we gewend zijn van Richter, die iedere foto een diepere intimiteit verleent. De combinatie van technieken wordt in de grote serie die het boek Beirut voorschotelt bovendien een weerslag van onze snelle maatschappij, maar dan een waar ruimte is voor een intense beleving.

Film / Films

Lood om oud ijzer?

recensie: Iron Man 3

De JT Bioscopen organiseerden afgelopen nacht een Marvel Marathon: The Avengers en Iron Man 3 voor een zacht prijsje. Ondergetekende was aanwezig en het resultaat was een vermakelijke avond, 5 uur door een 3D-bril turen en frequenties die de M&M’s in de maag doen rammelen.

De zaal zat vol met een gemengd publiek. Even was ik vergeten dat er vrij veel vrouwen zijn – alvast mijn excuses aan de vrouwen die voor de film kwamen – die in katzwijm vallen wanneer ze Robert Downey Jr. zien. Het feit dat hij nogal destructief bezig is lijkt niet te deren, als ik me mag baseren op de gesprekken aan mijn rechterzijde tijdens de pauze. Uitspraken als ‘Hij wordt elk jaar knapper’ en ‘Hij schijnt heel klein te zijn in het echt, maar m’n IMDb-app geeft z’n lengte niet weer’ gevolgd door ‘Ach, dat is ‘em vergeven’ stonden in schril contrast met mijn linkerzijde, waar de stripboeken uitvoerig werden besproken.

~

De marathon was meer dan slechts een leuke promotie, want al snel blijkt dat Iron Man 3 zich afspeelt na de buitenaardse invasie uit The Avengers. Die film nog eens kijken voordat je naar Iron Man 3 gaat is dus geen overbodige luxe. Bij zijn poging om Manhattan te redden van een nucleaire explosie, een reddingsactie waarbij een enkeltje ruimte onvermijdelijk leek, heeft Tony Stark een posttraumatische stress-stoornis opgelopen. Sinds een jaar worden filmhelden steeds menselijker en kwetsbaarder; met Bruce Wayne die mank loopt en de James Bond die geen stilstaand doelwit meer kan raken. En Tony Stark is daarop geen uitzondering.

Ideale zelfmoordterrorist

Naast de PTSS zijn er ergere dingen, want uiteraard is er ook een nieuwe bad guy. Deze keer valt de eer toe aan Guy Pearce, die een stuk flamboyanter en intelligenter overkomt dan zijn voorganger Mickey Rourke. De kettingzwaaiende, gefrustreerde Rus was een klein dieptepuntje in de Iron Man-reeks, maar met Guy Pearce is het genieten geblazen. Hij vertolkt Aldrich Killian, een wetenschapper die DNA zo weet te manipuleren dat ledematen weer aan kunnen groeien. Een vervelende bijwerking is dat sommige mensen na de behandelingen ontploffen, waardoor Killian tevens de ideale (zelfmoord)terrorist heeft gecreëerd.

~

Naast de vleesgeworden stripheld en de antagonist zijn ook Pepper Potts (Gwyneth Paltrow) en James Rhodes (Don Cheadle) weer van de partij. Nieuw zijn Rebecca Hall, die botanist Maya Hansen speelt, en Ben Kingsley als The Mandarin, een gestoorde en flegmatieke man die het voorzien heeft op Tony Stark in het bijzonder en Amerika in het algemeen. Stuk voor stuk zet de cast overtuigende personages neer, al is Maya evenals haar plottwist een wat doelloze toevoeging aan een verder gebalanceerd plot.

Iron Man 3 borduurt vooral voort op de aspecten die voorgaande films succesvol maakten. Met Robert Downey Jr., die sinds Kiss Kiss Bang Bang met zijn charisma en humor door praktisch iedereen gewaardeerd wordt, heeft Marvel een ijzersterke acteur in handen. Hij is ideaal voor dit soort rollen en kan praktisch in zijn eentje de serie gaande houden. Maar gelukkig heeft de film ook meer te bieden dan alleen de zelfingenomen miljardair.

Niet ijzersterk

~

Naast de aantrekkelijke hoofdpersoon wordt er spaarzaam maar effectief gebruik gemaakt van 3D. Vooral een scène waar reflecties in glas – denk aan de cockpitscène van Avatar – in verschillende dieptelagen te zien zijn is indrukwekkend, maar ook scènes onder water zijn sterk. Daarnaast is de chemie tussen Downey Jr. en Paltrow nog altijd even sterk en is de film op grafisch vlak meer dan in orde.  Er moet worden geconcludeerd dat het derde deel beter is dan zijn voorganger, maar het niveau van The Avengers wordt net niet gehaald.

Dat zit hem vooral in de uitwerking van Killian. Hij is weliswaar overtuigend, maar waarom DNA-veranderingen zouden leiden tot vuurspuwen, vuurvaste handen en onaangename persoonlijkheden wordt niet echt duidelijk. Alsof de regeneratie van ledematen niet genoeg is? Ook Killians doel wordt maar zeer summier aan de kaak gesteld, waardoor een gevoel van dreiging uitblijft – iets dat Loki in The Avengers wél wist uit te dragen, zij het op een komische en pathetische manier. De spanning is niet bepaald om te snijden en daar laat Iron Man 3 wat kansen liggen. Geen topfilm, maar desalniettemin erg vermakelijk.

Boeken / Achtergrond
special: 13 maart, SLAA i.s.m. De Balie, te Amsterdam.

De Toekomst van de Roman – Opa vertelt…

Vorige maand speechte Oek de Jong in Amsterdam over de toekomst van de roman. Als de opa van de literatuur haalde hij herinneringen op aan vroeger, toen alles beter was. Een scala aan auteurs passeerde de revue: Tolstoj, Stendhal, allen man en allen dood.

15 jaar na de eerste reeks avonden waarin de toekomst van de roman werd besproken, organiseert de SLAA dit jaar een aantal programma’s in De Balie waarop dezelfde vragen centraal staan. In het licht van de recente veranderingen in de boekenmarkt is het interessant de discussie weer op te pakken en de stand van zaken op een rijtje te zetten. De eerste editie van deze reeks op 13 maart kreeg dan ook veel aandacht van de pers en de zaal zat goed vol. Het publiek hing aan de lippen van de gevierde schrijver Oek de Jong.

Op hoop van zegen
Wat een hoopvolle speech had kunnen zijn, mondde uit in spraakwaterval van ouderwetse visies op de neergang van de huidige generatie schrijvers. Vroeger – toen überhaupt alles beter was – werden goede romans geschreven. Nu zijn de jongeren hun voorgangers vergeten, leert de jeugd geen lessen uit het verleden en willen ze zich niet afzetten tegen de vorige generatie schrijvers. Ja, volgens opa Oek gaat, als we zo doorgaan (zonder duidelijk aan te geven wat zo precies is), de romankunst ten onder. In ieder geval de romanvorm zoals Oek de Jong die kent en beoefent.

Heden ten dage delft de roman volgens hem het onderspit ten opzichte van andere, ‘nieuwere’ media zoals internet en tv in de concurrentiestrijd om de aandacht van het publiek. Waar deze mediavormen voor De Jong misschien nieuw zijn, bestaan deze vormen toch alweer een tijdje. Inderdaad concurreren zij met het boek, maar is het niet interessant dat juist nu die nieuwere media het boek zo goed promoten? Laten programma’s als De wereld draait door, Benali Boekt en de eenmalige uitzending van Hier is… Adriaan van Dis niet zien dat tv en het geschreven woord bijvoorbeeld heel goed samen kunnen gaan? Op tv werd dit jaar meer aandacht aan de Boekenweek geschonken dan ooit en dit jaar zijn er nog nooit zoveel mensen met het Boekenweekgeschenk in de trein gestapt (maar liefst 235.000 in tegenstelling tot 200.000 vorig jaar). Boeken kopen en lezen is hip. Net als het feit dat romans schrijven een hippe bedoening is. Of is dit juist waar Oek bang voor is, dat de romankunst door de jeugd niet in zijn volle kracht gewaardeerd word?

Geveinsd optimisme
Toch bekent De Jong dat ook hij optimistisch is over de toekomst van de roman. Dit optimisme is bij hem veroorzaakt door het feit dat er altijd jonge mensen blijven schrijven. Hij stelt dat een combinatie van stijl en traditie een perfect middel zijn tegen het uitsterven van deze, door hem zo gewaardeerde, kunstvorm. Men moet lezen, lezen en nog meer lezen. Het liefst de werken van Tolstoj, Vestdijk en Stendhal. Een lijst aan namen van schrijvers volgt. Allen zijn echter dood en allen behoren tot het mannelijke geslacht. De huidige generatie schrijvers, waar Oek volgens zichzelf niet meer toe behoort, moet putten uit deze traditie. Wie na afloop de zaal verlaat zal Zadie Smith en Maartje Wortel links moeten laten liggen. De oude mannen zullen de romankunst versterken.

Deze redelijk achterhaalde gedachtestroom stemt de bezoekers van De Balie na de speech treurig. Zelfs het optimisme van De Jong haalt het niet bij zijn spraakwaterval van onvrede over de jeugdige auteurs. Gelukkig is daar het panel, bestaande uit gerenommeerde schrijvers, dat aangesteld is om duidelijke repliek op de speech te geven. Helaas bleef het erg stil. Wanda van Reisel, Christiaan Weijts en Joost de Vries gaven geen substantiële kritiek maar bleven er omheen draaien. Wat een mooie, hoopvolle en interessante avond had kunnen zijn, was in werkelijkheid een ergerlijk programma waarin opa Oek te veel ruimte kreeg voor zijn achterhaalde ideeën over de hedendaagse literatuur en de toekomst van de roman.   

Op 2 april gaf schrijfster Vonne van der Meer haar visie op de toekomst van de roman. 29 april spreekt Tommy Wieringa over hetzelfde onderwerp.

Muziek / Concert

De perfectie straalt

recensie: Amanda Strydom

Amanda Strydom laat het debuut van haar nieuwe theatershow in de Leidse Schouwburg plaatsvinden. Een bijna perfecte show in de perfecte omgeving van deze oude zaal.

Strydom is in Zuid-Afrika een superster die vele malen onderscheiden is voor haar werk als zangeres/kunstenares. Maar die status is buiten de grenzen moeilijker te verzilveren. Toch mag Strydom zich verheugen in een trouwe schare fans die haar tournee in Nederland eer aan zullen doen.

Liedjes met uitleg

~

Strydom kiest in deze theatershow ervoor om haar liedjes in te leiden. Deze keuze maakt de beleving van haar teksten intenser. Ondersteund door een band die de perfectie lijkt te hebben uitgevonden komen de composities van de grootmeesteres van het Afrikaanse lied sprankelend tot leven. Het concert opent met een gedicht van Afrikaanse bodem geschreven door Breyten Breytenbach. Het eerste deel van de show is het meest serieus waarbij Strydom diep graaft. Haar eerste compositie uit 1979 levert de titel van haar tour. De indringende uitvoering van ‘Ek Loop Die Pad’ mist haar uitwerking niet. Maar het is niet het enige hoogtepunt van het eerste deel van haar concert. De liedjes die ze samen met haar evenknie in Nederland maakte, Stef Bos, mogen rekenen op een gloedvolle uitvoering. ‘Die taal van my hart’ en ‘Sondag In Soweto’ zijn parels uit het oeuvre van Strydom.

Chapeau ondanks uitglijder 
Met het theaterprogramma ‘Ek loop die pad’ gaat Strydom verder met haar zegetocht langs de theaters in Nederland waar ze in 2010 was gebleven. Helaas is er nog geen nieuw album in Nederland en moeten we het stellen met de drie albums die sinds 2007 verschenen met als laatste wapenfeit Stroomop van zo’n drie jaar geleden. Strydom fabriceert uit het kleine repertoire een fraaie bloemlezing met toevoeging van enkele covers die haar vaak goed staan, zoals Jacques Brels ‘Ne Me Quitte Pas’. Heel soms slaat Strydom met een cover de plank mis. Het door Paul Simon geschreven ’50 Ways to Leave Your Lover’ past bij de eerste coupletten goed maar op het moment dat Strydom de soulbitch wil gaan uithangen ziet het er als een kunstje uit en is de concentratie en de magie verdwenen. Gelukkig herpakt ze zich snel en komt ze met de ‘Slippers van Satyn’ en het adembenemende slot ‘Ek Sal Staan’ helemaal terug met waar Strydom voor staat. Kwaliteit en Diepgang die met hoofdletters en respect neergeschreven moeten worden. Het slotgebed in de vorm van de toegift ‘Pelgrimsgebed’ stuurt het publiek huiswaarts met een melodie en refrein dat de eerste dagen niet uit het hoofd gaat. Andermaal chapeau voor de grote Amanda!

Live in Nederland:
17 april Theater de Parmaryn, Purmerend
18 april Stadschouwburg Sittard-Geleen, Sittard
19 april Parktheater Eindhoven, Eindhoven
21 april De Kleine Komedie, Amsterdam

8WEEKLY MediaPlayer
Muziek / Album

Gedurfd en innemend

recensie: Daniel Norgren - Buck

Wie Norgren ooit heeft zien optreden zal de lange Zweed nooit meer vergeten. Hij zit achter het drumstel met zijn schoenen ernaast en gitaar in de hand. Het aparte stemgeluid vormt de basis van zijn indringende liedjes.

Norgren kiest op Buck voor een moeilijkere benadering dan op zijn eerdere werk. Ingegeven door toeval (omdat hij wachtte op onderdelen van zijn opnameapparaat) staan op dit album, naast een negental liedjes in de stijl tussen Black Keys en Tom Waits, een aantal soundscapes die afleiden van de kern van de muziek. Wie deze hobbels overleeft kan genieten van het nieuwe werk van de Zweed.

Ontdekkingstocht met experimenten
Het verhaal achter het album Buck maakt duidelijk hoe het zo tot stand is gekomen. Norgren koos voor een oude Fostex 4-track recorder die hij via internet kocht als opnameapparaat voor dit nieuwe album. Toen hij lang moest wachten op de tweede zending met de adapter die niet was meegestuurd, ontstond het idee om het album te voorzien van geluiden van zijn oude vertrouwde Volvo-truck en foto’s van zijn omzwervingen in de omgeving. Wie dit verhaal in gedachten neemt bij het luisteren naar Buck en het bekijken van de foto’s van het fraai verpakte boekje waarin de cd is opgeborgen, begrijpt meer van wat hij hoort en ziet. Maar zonder het verhaal en de verpakking had hij beter de soundscapes kunnen elimineren. Wat er dan overblijft, is een fraaie verzameling van echte kale Norgren-liedjes die net zo smakelijk zijn als de al eerder voorgeschotelde werkjes op zijn vorige drie albums.

Luisterflexibiliteit die bindt en scheidt
De sound van Buck is minder zwaar dan op het vorige werk van Norgren. Het stemgeluid leek voorheen meer op dat van Tom Waits, maar hij heeft nu alleen nog de gekte van Waits behouden in het componeren van liedjes, terwijl de sound meer naar die van Black Keys voorman Dan Auerbach is gekropen. De liedjes of muziekstukken, die variëren in lengte van meer dan tien minuten bij de opening ‘Howling Around My Happy Home’ (waarbij de cadans van het autorijden de basis vormt) tot maar net twee minuten bij ‘Whatever Turns You On’, vraagt de nodige luisterflexibiliteit van de muziekliefhebber. Wie de tijd neemt wordt beloond met de wondere wereld van Daniel Norgren en beleeft in zijn avonturen met zijn auto vele uren luisterplezier aan Buck. Voor een vluchtig bezoek is de wereld van Norgren niet geschapen of je moet even de liedjes losknippen van de geluidseffecten die ze binden maar ook scheiden.

Live in Nederland:
25 april Paard van Troje, Den Haag
26 april Paradiso, Amsterdam
27 april Oosterpoort, Groningen
28 april House Concert, Antwerpen
29 april Patronaat, Haarlem
30 april Burgerweeshuis, Deventer

Boeken / Fictie

Onvoltooid als het leven zelf

recensie: Michaïl Sjisjkin (vert. Gerard Cruys) - Onvoltooide liefdesbrieven

Verschillen tussen mensen worden doorlopend aangegrepen om een hoop treurigheid te veroorzaken. Ze bieden ook veel moois, zoals het onvervreemdbaar Russische in Onvoltooide liefdesbrieven, de eerste roman van Michaïl Sjisjkin (1961) die in het Nederlands is verschenen. Buiten onze grenzen is hij veel gelauwerd en vertaald.

Twee geliefden schrijven elkaar omdat ze onoverbrugbaar van elkaar zijn verwijderd – De brievenbundel luidt de titel in het Russisch. Hij, Volodja, zit aan het front, zij, Sasja, aan het thuisfront. Aanvankelijk lijken de ikken door hun tomeloos verlangen met elkaar versmolten. Maar gaandeweg drijven de individuele karakters door toespitsing op de eigen achtergronden, belevenissen, gedachten en herinneringen uit elkaar en staan ze op zichzelf.

Stijlbloemen
De lezer drijft  mee op stijlbloemen als: ‘En de geuren in de tuin! Zulke massieve en dichte, de lucht is ervan verzadigd. Je kunt hem in een kopje schenken in plaats van thee.’ En: ‘Het ruisen van de golven – alsof iemand zonder ophouden bladzijden omslaat.’ Prachtige invallen en verhalen volgen elkaar op. Zoals:

De mensen verdierlijken snel tegenover andere mensen, ze worden ijskoud en wreed – en ontdooien, worden menselijk tegenover een diertje dat in hun zak leeft. Ze hebben ermee te doen. Veranderen opeens wanneer ze het met een vinger over het ruggetje aaien.

Het is een ouderwets feest getuige te zijn van alle gelukzaligheid. De auteur verplaatst zich met zo’n gemak in zijn hoofdfiguren dat hij hen beiden in zekere zin ook lijkt te zijn. Volodja vreest de oorlog hooguit verminkt te overleven, maar dan bereikt zijn ouders het document van zijn dood: een vel papier, een zegel, een handtekening. Niettemin blijft hij zijn brieven schrijven.

Belevenissen
Het doodsbericht vond weliswaar zijn postale weg, maar de liefdesbrieven blijken helemaal niet bij de geadresseerden aan te komen. We lezen dan ook geen reacties meer op elkaars brieven. Sasja richt zich niet meer tot Volodja, hij zich wel tot haar, eenvoudig omdat hij niemand anders heeft. Ze heeft het niet meer over hem, alsof hij nooit in haar leven geweest is. Waar zij de kleine en grote, prettige en akelige belevenissen op uit de voorbijgaande jaren opsomt, laat Sjisjkin vooral soldaat Volodja een wat filosofische pen voeren.

De brieven krijgen iets dagboekachtigs, het verhaal wordt niet in een plotmatige richting gedreven, hoeveel er ook blijft gebeuren. Eigenlijk geldt dat ook voor de oorlog waarin Volodja gevangen zit. Nadat hij zijn onuitsprekelijk verlangen naar zijn geliefde heeft uitgesproken, vervolgt hij zijn uitvoerige oorlogsverslag. Ook dat wordt wat statisch, want oorlog is nu eenmaal een afgrijselijke opeenhoping van ellende. Zelfs dat wordt alledaags.

Ook aan het front staat het verhaal merkwaardig stil. Dat verhaal speelt zich af in China ten tijde van de zogeheten Boksersopstand in China, rond de vorige eeuwwende. Volodja maakt deel uit van de geallieerde troepen die met succes de Westerse belangen in China veilig komen stellen. Die historische achtergrond doet er op zich weinig toe, hoe uitvoerig geschilderd ook.

Spiegeling
Thuisfront en front spiegelen elkaar, in die zin dat mensen het elkaar overal moeilijk maken, hoewel niet per se met dezelfde middelen. Het thuisfront is een gezapige burgeroorlog met meestal schaarse bestaansmiddelen en per dag wisselende overlevingskansen. Iemand heeft ‘echt begrepen wat een gezin is: leren leven in een hel en dat verbergen omwille van de kinderen.’ Waarom trouwen mensen?

Om de leegte te vullen. Kijk, we maken ruzie (…), we brullen, slaan met deuren, maken vaatwerk kapot, hij balt zijn vuisten, ik huil tranen met tuiten. Maar daarna, na deze ontlading, houden we weer van elkaar. Ik zou zonder deze razernij niet kunnen leven.

Tegen het eind richt Sasja zich opeens weer tot Volodja: ‘Mijn lief, mijn vriend uit duizenden!’ Waarna de schrijver een truc toepast waarvan het de vraag is of die de lezer enorm zal verrassen. Geen makkelijke zelfmoord. Evenmin blijkt alles een droom geweest te zijn. Wat is er verder nog mogelijk? Dat verklappen we niet.