Theater / Voorstelling

Focus op compositie

recensie: Verscheidene regisseurs en acteurs - Focus

Een vrouw schuifelt met haar voeten over een ruwe vloer. Het schurende geluid doet denken aan een optrekkende stoomlocomotief. Op een volkomen donker toneel gaat een zwakke spot aan, die de torso van Michiel Pijpe bespeelt. Met acht televisieschermen wordt een compositie van licht en geluid gecreëerd die het ene moment doet denken aan een hippe nachtclub en het volgende moment aan een opstijgende helikopter. Welkom in theater Zeebelt, waar drie zeer uiteenlopende stukken aan elkaar zijn gesmeed onder de verzamelnaam Focus.

Als eerste worden de films Solo en Bare Handed vertoond, beide in het zwart-wit gefilmd door Thierry Knauff, met choreografie van Michèle Noiret. Solo opent als een compositie van lichaamsgeluiden: schuivende voeten, het geklap van handen dat doet denken aan het gefladder van vleugels – zelfs de ademhaling lijkt deel uit te maken van de lichaamsmuziek. Het is eigenlijk jammer wanneer de muziek van Karl-Heinz Stockhausen zijn intrede doet. Het stuk verwordt daarmee tot weinig meer dan moderne dans met de voordelen van het medium film: close-ups en fade-outs. Even wordt nog teruggekeerd naar het maken van muziek, nu door het verkruimelen van een verdroogd blaadje, maar de nadruk blijft liggen op de dans en niet op de compositie.

Bare Handed lijkt het vervolg op Solo. De vertolkster is in het eerste stuk nog eenzaam. Ze zit in een vrijwel leeg decor. In Bare Handed daarentegen wordt volop met attributen gespeeld: zo wordt het trucje van het verkruimelde blaadje herhaald met een ritselende krant en is het projectiescherm een belangrijke toevoeging. Een tweede acteur speelt de dreigende rol van een echtgenoot, die de vrouwelijke vertolkster tot waanzin drijft, zodat zij werkelijke voorwerpen en projecties niet meer uit elkaar kan houden. Het moment waarop een echte tafel verandert in een projectie en de vrouw toch door blijft dansen met het voorwerp, is heel mooi gedaan, evenals het moment waarop zij een projectie wordt en ze met zichzelf danst. Dan slaat de verwarring toe: is zij zelf wel meer dan een projectie? De vrouw breekt door het projectiescherm heen – het geluid van het scheurende scherm brengt ogenblikkelijk de krant en het blaadje in herinnering –  maar slaagt er niet in haar reflectie te vernietigen. De hand van haar echtgenoot op het scherm dwingt haar verder te dansen, totdat de vrouw besluit er met een sprong in het diepe een einde aan te maken.

De anatomische les van Michiel Pijpe


~

In LFD/RGB gebruikt Michiel Pijpe licht en lichaam om het publiek te misleiden. Het stuk opent erg traag, met niets dan slaapgeluiden en het oplichten van twee halve cirkels op de toneelvloer. Een beeld dat enigszins aan de schilderijen van Mark Rothko doet denken.

Maar wanneer hij op dreef is laat Pijpe dan ook een aantal interessante zaken zien – vooral zichzelf. Op een aan ijdelheid grenzende manier laat hij de spieren in zijn armen, rug en gezicht trage bewegingen maken, die door het rood, blauw en groene licht spookachtig worden opgelicht. Het mooiste moment is wanneer hij zijn gezicht in het licht brengt en het vervolgens van zijn hoofd aftrekt: het blijkt een gipsen masker. Dit masker beweegt hij vervolgens weer op zo’n manier naast zijn echte gezicht in het licht dat je je als kijker bijna afvraagt welke van de twee ook al weer nep is – bijna, want het feit dat het een masker is, blijft zichtbaar. Ten slotte verkruimelt Pijpe het masker tot stof – een bijna Bijbelse weerspiegeling op de tentoonstelling van zijn eigen lichaam.

Net zoals met de schilderijen van Rothko is het met Pijpes performance: je houdt ervan of je vindt het vreselijk. De gedachte erachter is zeker prikkelend, maar voor wie te ver weg zit om de subtiele bewegingen in Pijpes gezicht te zien, is het al gauw saai om vijf minuten lang naar een gezicht in vaag licht te kijken.

Tunnelvisie


Het laatste stuk van Arno Scheper zou een waarschuwingsbord moeten hebben: niet geschikt voor epileptici. Want de flikkerende televisieschermen en hoge tonen zijn een aanslag op oog en oor en de toeschouwer ziet tot lang na de performance nog vlekken op zijn of haar netvlies. Dat is het echter waard. Het zal menig toeschouwer verbazen wat je met een opstelling van acht televisieschermen en een donkere zaal kunt doen.

Door middel van het geluid en beeld van ruis op deze televisieschermen, worden verschillende composities gemaakt. Soms klinkt het als disco, soms als samba, soms als een klassiek theaterstuk met melodie en basso continuo. Soms denk je de voorbij scheurende auto’s op een racebaan te horen, vervolgens gaat dat geluid weer over op het uit elkaar spatten van vuurwerk of het opstijgen van een helikopter. Er wordt gespeeld met soorten ruis – verticaal of horizontaal – volume, toonhoogtes. Scheper laat zien dat een simpel apparaat als een televisie enorm veel muzikaliteit in zich draagt. Ook de beelden die de televisies uitzenden, worden zorgvuldig gecomponeerd: ze flikkeren als discolampen en bij het geluid van scheurende raceauto’s beweegt de ruis snel en diagonaal over het beeld.

Het aanbod aan voorstellingen van theater Zeebelt is heel modern en trekt vooral jong, intellectueel publiek. Focus was op 31 maart en 1 april te zien in Theater Zeebelt. Informatie over de komende voorstellingen is hier te vinden.