Film / Films

Vriendschap tussen oud schroot

recensie: The Selfish Giant

.

Het openingsshot van The Selfish Giant laat een nachtelijke sterrenhemel zien waaronder paarden rustig grazen. Een schoon, haast sprookjesachtig beeld dat in groot contrast staat met de daarop volgende beelden van een grimmig Noord-Engeland, omgeven door troosteloosheid en armoede.

In die omgeving groeien de twee tieners Swifty en Arbor op. De jongens zijn met hun karakter tegenpolen van elkaar: Arbor een opstandig joch met ADHD tegenover de introverte en goedmoedige Swifty. Toch hebben de jongens – al dan niet door hun troosteloze omgeving tot elkaar veroordeeld – een onlosmakelijke vriendschap met elkaar.

Afglijdende toekomst

~

Na een vechtpartij op school, waarbij Arbor het voor Swifty opneemt, worden de jongens geschorst. Om aan geld te komen struinen ze spoorwegen af op zoek naar kabels, met als doel de metaaldraden te verkopen. Gewapend met hun buit vinden ze schroothandelaar Kitten, een man die zijn naam geen eer aandoet. De imponerende en dreigende Kitten zou een verwijzing naar de zelfzuchtige reus uit Oscar Wildes gelijknamige boek The Selfish Giant kunnen zijn, waarnaar de film vernoemd is. Maar waar in Wildes korte verhaal sprake is van het delen van weelde en hervinden van geluk, zijn hoop en welbevinden in Barnards film schaars goed.

Vanaf het moment dat de twee jongens met Kitten in aanraking komen, lijkt hun toekomst steeds meer een afglijdende zaak. School past niet meer in het plaatje, geld verdienen met oud metaal wel. En wat wil je, als de deurwaarder ieder moment voor de deur kan staan om inboedel weg te nemen, of je broer je ADHD-medicatie steelt?

Troosteloos Bradford
The Selfish Giant valt met zijn thematiek van armoede en troosteloosheid in het rijtje van sociaal-realistische Britse drama’s van filmmakers als Ken Loach en Mike Leigh. Clio Barnard vond inspiratie voor haar film tijdens het maken van de experimentele semi-documentaire The Arbor (2010), waarin zij het tragische leven verbeeldt van toneelschrijfster Andrea Dunbar. The Selfish Giant speelt zich wederom af in het landschap rond Bradford, een industrieel stadje in het noorden van Engeland. Barnard leerde de twee jonge hoofdrolspelers kennen tijdens het maken van The Arbor; niet voor niets vormt Arbor met zijn naam een verwijzing naar haar eerste film.

~

In The Arbor wist de regisseuse een verrassende mengeling neer te zetten van documentaire en fictie, waarbij de acteurs originele geluidsbanden van interviews met Dunbar en betrokkenen lip-syncen. The Selfish Giant is conventioneler van opzet, al hebben de beelden van een in donkere kleuren gevangen landschap iets onwerkelijks en poëtisch.

Pure vriendschap
Ondanks zijn zware en uitzichtloze thematiek is de film geen asgrauw drama geworden over twee jongens wiens toekomst zich als een donkere wolk over hen uitstrekt. De beelden waarin de jongens hun eerste pogingen ondernemen om oud schroot te vinden hebben zelfs iets komisch – gewapend met een kinderwagen gaan ze de straten af op zoek naar verkoopbaar materiaal. Daarbij geven de bijdehante opmerkingen van opdondertje Arbor (‘I worked my ass off, yeah’ of ‘I’m a fucking scrapman, me’) de film de nodige lucht.

The Selfish Giant vormt met zijn schitterende spel een mooie aanvulling op het Britse sociaal realisme en is inmiddels al met diverse prijzen bekroond. De oprechte vriendschap tussen de twee jongens staat voorop in Barnards eerste fictiefilm. Een vriendschap die door diverse gebeurtenissen onder druk komt te staan, maar nooit zijn waarde verliest. Waarmee het uiterst deprimerende einde, hoe tegengesteld dat ook klinkt, toch nog iets hoopvols krijgt. 

Muziek / Achtergrond
special: Knight Area - Between Two Steps

Een nieuwe stap

Knight Area staat op het punt een nieuw album op te nemen in de beroemde Wisseloord Studio’s. Tijd voor een EP met oud en nieuw elan.

De Nederlandse progrock-groep Knight Area heeft een mooi verleden achter zich waarin de bekendheid reikte tot in de USA. Aan de vooravond van een volgende muzikale stap, waarin ze in een van de beste vintage studio’s gaan opnemen, worden de fans voorgesteld aan alvast drie nieuwe songs en twee oudere songs in een nieuw jasje. Hetzelfde geldt voor de samenstelling van de band waarbij twee muzikanten hun debuut maken: Peter Vink op bas en Mark Bogert op gitaar.

Voor de gelegenheid is ook het logo van de band op de schop gegaan. Achter de schermen gaat de band door met professionaliseren. In de schijnwerpers kunnen we genieten van een Knight Area-geluid dat een beetje uit de progrock-hoek aan het komen is, wat de toegankelijkheid van de muziek ten goede komt. Het is een EP met vijf composities, waarvan de kortste net de twee minuten raakt en de langste ‘Dreamweaver’ ruim zeven minuten de boog gespannen houdt, in de betere progrock traditie.

De overige uitvoeringen schuren meer richting rock en pop al gaan de heren niet ver buiten het vertrouwde pad. Het doet de fan met spanning uitzien naar de vruchten die Wisseloord gaat opleveren. Vooralsnog is Between Two Steps een zeer aangenaam zoethoudertje.

Live in Nederland:
14 maart Parktheater Alphen aan den Rijn

Muziek / Achtergrond
special: Hugh Coltman - Zero Killed

Hernieuwde aandacht

Zanger van The Hoax Hugh Coltman kreeg eindelijk de rechten terug van zijn in 2012 uitgebrachte album Zero Killed. Tijd voor een release buiten Frankrijk.

De stem van Hugh Coltman ademt ruimte met zijn fijne lichtvoetige pop. Coltman zet zichzelf als singer-songwriter neer en roept daarbij vergelijkingen op met collega’s als Jens Lekman en in mindere mate met John Mayer en Jack Johnson. Hij heeft een fijne hand van componeren. In ‘Stranded’ doet hij nog het meeste denken aan Paul McCartney en dat is natuurlijk een fantastisch compliment, al horen we ook een vleugje Roger Glover in dat liedje.

Voor Nederlandse luisteraars kan de vergelijking met een tweetal niet meer bestaande bands opdagen: het wat oudere Partner en het wat recentere Ten Sharp. De conclusie is dat Zero Killed een fijn en licht verteerbaar album is dat makkelijk wegdraait.

Film / Achtergrond
special: The White Queen

Romantische Rozenoorlogen

.

De BBC heeft het door: series gebaseerd op boeken scoren. Een van de recentste projecten van de Britse zender is The White Queen naar het gelijknamige boek van Philippa Gregory. De serie gaat over het leven van Elizabeth Woodville, vrouw van koning Edward IV.

~

Woodville (Rebecca Ferguson) ontmoet de charmante koning Edward (Max Irons), maar weigert zich aan hem te geven zonder enkele voorwaarden. Edward is op zijn beurt ook erg gecharmeerd van de mooie Elizabeth en besluit dat hij niets liever wil dan haar. De vijftiende eeuw wordt echter gekenmerkt door roerige tijden. De Rozenoorlogen zijn in volle gang waarin zowel de huizen Lancaster als York proberen om aan de macht te komen. Allebei de adellijke families doen er alles aan om te krijgen wat ze willen.

Een soort Romeo en Julia

De strijd betekent een extra gevaar voor Elizabeth en haar familie, want Elizabeth en Edward zijn vergelijkbaar met Romeo en Julia: de twee komen uit andere huizen. Elizabeth is een Lancaster, terwijl koning Edward een York is. De moeder en neef van Edward zijn het dan ook totaal niet eens met het huwelijk. En om de situatie erger te maken zien ook veel Lancasters Elizabeth graag vallen door haar ‘verraad’.

The White Queen heeft hierdoor bijna alles: romantiek, drama, historie, geweld. De beelden zijn prachtig. De kijker waant zich door dit kostuumdrama even in de vijftiende eeuw. Leven in deze eeuw was geen pretje, gezien het feit dat bijvoorbeeld babysterfte heel normaal was en oorlogen elkaar aan de lopende band opvolgden.

Een andere pluspunt aan de serie is het feit dat de personages realistisch zijn uitgewerkt. Zo heeft bijna iedereen wel ergens een donkere kant en toch kun je je met eenieder tot een bepaalde hoogte identificeren. De acteerprestatie van actrice Amanda Hale is tevens een vermelding waard. Midden in de Rozenoorlogen floreert ze als Margaret Beaufort, de neurotische moeder van de toekomstige koning Henry VII.

Sneltreinvaart

Minpuntje aan de serie is de snelheid. Een heel groot deel van het leven van Elizabeth is in de serie verwerkt. Dit betekent dat de kijker in tien afleveringen van een uur goed op moet letten, want anders kan men al snel een heleboel informatie missen. De serie had daarom beter meer afleveringen kunnen tellen of zelfs meerdere seizoenen. Maar met de hoeveelheid tijd die BBC had om het leven van koningin Elizabeth uit te beelden, hebben ze zeker goed werk geleverd.

 

 



Boeken / Fictie

Feit, fictie, horror

recensie: A.H.J. Dautzenberg - En dan komen de foto's

En dan komen de foto’s overbluft de lezer. Het is vreemd, vol vulgaire horror en het speelt vaak een spel met fictie en realiteit.

Gretig ontkent A.H.J. – Anton – Dautzenberg dit laatste onderscheid. Voor de schrijver van onder meer Vogels met zwarte poten kun je niet vreten en Extra Tijd zijn feiten ook fictie, en fictie soms bijna feiten (en bij de feiten zijn de foto’s uit de titel vaak een extra laag fictie of werkelijkheid). Dit alleen al is een reden om hier zijn publieke optredens te noemen. Moedig was bijvoorbeeld zijn openlijke steun aan de niet-praktiserende pedofiel. Vermoed mag worden dat het non-discriminatiebeginsel, in deze bundel opgenomen als ‘zkv’, hiernaar verwijst. En er zijn legio andere voorbeelden. Dautzenberg bekende onlangs, en herhaalt dat in dit boek, dat hij in tegenstelling tot wat hij eerder beweerde helemaal geen nier heeft gedoneerd (waarbij je je kan afvragen of zijn fictie als realiteit een toename van nierdonoren heeft opgeleverd? Of enkel meer verkochte boeken?). Ook was er zijn bedoeld platte tirade tegen Van der Heijdens reële/fictieve Tonio, de interviews die hij bleek te hebben verzonnen en zijn aangekondigde samenwerking met die andere pendelaar tussen feit en fictie, Diederik Stapel.

Over de klassieke toepassingen van scheermesjes

Dautzenbergs rol in het Nederlandse debat is duidelijk uniek. Het is schrijversengagement in haar controversiële optima forma, amoreel en alom polemisch. Ook in de veertig hier opgenomen verhalen gaat Dautzenberg ervoor. Enerzijds wijst hij op veronachtzaamde moraal, anderzijds schopt hij fatsoensregels en verkrampte conventies omver. In verschillende verhalen lijkt hij even de zijde te kiezen van de kwetsbare of gemankeerde mens – om vervolgens ook die simpelweg te laten verkrachten, of (bijna) te laten verdrinken. Dit laatste gebeurt bijvoorbeeld in het eerste, toonzettende verhaal over een sullig jongetje: zal hij verdrinken of toch nog boven komen? Het is een toestand waarin Dautzenberg sporadisch ook de lezer brengt: happend naar adem, wegzinkend, om vlak erna proestend weer boven te komen.

En dat boven water komen gaat soms moeizaam. Verschillende verhalen zijn hard, choquerend, bizar of nachtmerrieachtig, soms maagomkerend hard. In zijn plastische stijl beschrijft hij sadisme of ideeën voor pornoscènes. Hij schuwt niets – of bijna niets. Want ostentatief houdt hij halt voor een beschrijving van pederastie (‘Nee, laat ik dit maar niet doen’). Sommige verhalen wekken enkel nog afschuw en zijn eigenlijk onleesbaar. Waar het schokeffect werkt is bijvoorbeeld in het vergelijkend warenonderzoek voor ‘de klassieke toepassingen’ van scheermesjes. Klassiek is natuurlijk niet het scheren zelf, maar oogboltoepassingen à la Buñuels Un chien andalou. Achter elkaar ratelt Dautzenberg dergelijk gruwzame, zeer beeldende scheermestoepassingen af.

In de krachtigste verhalen houdt de absurditeit de overhand op de schok. Zoals in het bloederige verhaal ‘Danspaal’, waarin een man midden in een woonkamer staat, en vastzit. Waaraan is onduidelijk, maar vast zit hij. Of neem het verhaal van ‘een gevallen man’ die is aangeklaagd vanwege ‘het etaleren van optimisme’.

Raadsels en plastiek

Dautzenberg geeft de lezer enkele brokken, korte beschrijvingen, een maf feit of detail, en zwengelt daarmee de lezersverbeelding aan. Hij beschrijft de moderne lulligheid, gebruikt ook vaak een dialoogvorm en ridiculiseert het discours van kunsthistorici en filosofen. Dautzenbergs vorm is simpel en ontzettend helder – in al zijn plastiek soms te helder, bijvoorbeeld in zijn anusbeschrijvingen –, maar biedt tegelijkertijd grote interpretatieruimte aan de lezer. In een ook als verhaal opgenomen (zelf)interview zegt de interviewer ‘Dat kan ik niet volgen‘, waarop Dautzenberg repliceert: ‘Wat is het probleem? Krijgt je ego een opdonder? So what? Geniet daarvan. Lang leve het raadsel.’

Van een romantische ondertoon bij het raadselachtige is, voor de duidelijkheid, geen sprake. Het volgende citaat is representatief voor het wereldbeeld dat Dautzenberg uitdraagt.

We zijn allemaal min of meer vochtige misverstanden. Stuk voor stuk verwekt met stompzinnige bewegingen, lelijke grimassen en dierlijke geluiden. Kijk je ouders diep in de ogen en denk aan het verbeten gehatseflats.

Het probleem is alleen dat een flink deel van de veertig verhalen probeersels lijken. Wellicht is dit een risico van de stijl en insteek: als je met enkele treffende halen een kader neerzet waarin de lezer vervolgens de rest van het werk moet doen, dan moeten die halen wel heel raak zijn. En dat zijn ze soms toch niet. De meer uitgebouwde verhalen zijn vaak beter; die schuren meer en zijn goed suggestief. Maar veel van de (zeer) korte verhalen ogen als experimenten, ideetjes drijvend op enkele grof- of gevatheden. Die verhalen zijn al te gemakkelijke, zwakke literatuur waarop enkel een geïrriteerde of versufte reactie past. 

Muziek / Album

Ook onversterkt genoeg pk’s om aandacht vast te houden

recensie: Band of Horses - Acoustic at the Ryman

Ruim een jaar na het vierde studioalbum Mirage Rock komt Band of Horses met het live-album Acoustic at the Ryman. In het Ryman Auditorium te Nashville laten zij vooral hun rustigere nummers horen, en tonen daarbij slechts een van hun kanten.

Compilatie van nummers


Band of Horses kiest ervoor om haar eerste live-abum alleen te voorzien van akoestische nummers. Van de ruim vijfentwintig tracks die ze op beide avonden in Nashville speelden, is slechts een derde niet elektronisch. Op het album is daarom ook goed te horen dat het geen integrale opname is, maar een compilatie van de akoestische nummers. Denk hierbij aan nagenoeg geen gepraat, relatief weinig applaus en een snelle overgang tussen de songs. Deze keuze zorgt waarschijnlijk voor een eenvoudigere technische omzetting op plaat, maar ook dat de vaart erin blijft. De sfeer van het optreden blijft desondanks goed behouden.

Een goed begin is het halve werk


Als opener is voor ‘Marry Song’ gekozen. Niet de bekendste, maar wel een goede opmaat, zo zal later blijken. Rustig en troostrijk, en gedomineerd door samenzang met onvervalste Amerikaanse ’twang’. Waar op Cease To Begin nog een lelijk keyboard geluid zorgt voor ondersteuning, is dat hier vervangen door piano in combinatie met gitaar. Een van de hoogtepunten van Mirage Rock volgt hierna, in de vorm van ‘Slow Cruel Hands of Time’. De live-aanpak van dit album, ingegeven door producer John, zorgt voor weinig verschil met de echte live-uitvoering, waardoor het langzaam gezongen nummer zorgt voor een golf van melancholie.

Rustige nummers


De keuze van akoestisch brengt met zich mee dat het allemaal niet zo dynamisch is. Wat meer up-tempo nummers als ‘Knock Knock’ en ‘The Great Salt Lake’ worden bewaard voor het elektronische gedeelte van de set. Daar valt wat voor te zeggen, maar een klein beetje meer tempo dan alleen bij (het overigens heerlijk Amerikaanse) ‘Everything’s Gonna Be Undone’ en een redelijk rockend refrein bij ex-hit ‘Factory’, zou geen kwaad kunnen. ‘Wicked Gil’, van debuutalbum Everything All The Time, verandert bijvoorbeeld bijna onherkenbaar in een mak veulentje. Het is dan ook vreemd dat een hit als ‘Is There a Ghost’ niet op het album komt  juist omdat het al van weinig franje voorzien is.

Hoge kwaliteit


Laten we de setlist links liggen, dan blijft de kwaliteit van de uitvoering over. Het naar een ex-NBA-ster vernoemde ‘Detlef Schrempf’ wint aan kracht met piano in plaats van drums. Waar op de reguliere albumversie het refrein als een soort statement klonk, is dit nu een meer passend onderdeel van het liedje. ‘Older’ kenmerkt zicht door een stuk solo-gitaarspel en een deel a capella. Dit laatste duurt eigenlijk te kort, want met zangers als frontman Ben Bridwell en Ryan Monroe zijn dit de herinneringen die het publiek aan het eind van een avond mee naar huis neemt.

Onbetwiste hoogtepunten


Dat laatste zal zeker gelden voor het nummer met de bedriegelijke titel ‘No One’s Gonna Love You’. Enkel begeleid door gitaar en misschien niet helemaal perfect (maar daardoor des te raker) weet Bridwell kippenvel te toveren tot in de haarpunten van alle bezoekers. Formidabel. Tot slot wordt het album waardig afgesloten met ‘Neighbor’. Deels zonder piano en zacht gezongen, waarbij de stemmen weer uitstekend blenden, sluit dit live-album af met prachtige teksten:

When the law acts as though there is nothing to show
There is compassion and depth in a neighbor
Now if Bartles & Jaymes didn’t need no first names
We could live by our own laws in favor

Goed beeld dat nog beter had gekund


Voor de liefhebbers is dit album een must-have, ondanks de niet altijd logisch lijkende setlist. Van alle vier eerder uitgekomen albums zijn de tracks eerlijk verdeeld, wat gelijk ook een aardig carrière-overzicht biedt. Waren er ook enkele elektrische nummers toegevoegd, dan had Acoustic At The Ryman niet alleen een andere titel gehad, maar ook een nog beter beeld van de band gegeven, en zodoende nóg meer mensen kunnen aanspreken.

Muziek / Achtergrond
special: Mouse on Mars - Spezmodia

.

Met de EP Spezmodia gaat het Duitse Mouse on Mars terug naar de tijd waarin de voetjes van de vloer gingen bij het horen van opzwepende sirenes en rauwe breakbeats. Dit is echter meer dan alleen dance-nostalgie, want Mouse on Mars weet zijn eigen stempel op deze miniplaat te drukken.

Als de eerste track ‘Bakerman Is Breaking Bad’ heet, weet je dat IDM op Spezmodia met een korreltje zout wordt genomen. Waarom zou je anders verwijzen naar een vreemde jarentachtighit van het Deense Laid Back en de crystal meth-praktijken van Walter White? Muzikaal gezien pompt het gelijk al de goeie kant op, met oplopende glitches en een beat die alle kanten opstuitert. Het is muziek die werkt als een tijdmachine die je weer terugbrengt naar de jaren negentig. Het oude rave-geluid doet denken aan de retro-fase van Zomby, die ooit eens met zijn album de vraag stelde ‘Where Were U in 92?’. Jan St. Werner en Andi Toma van Mouse on Mars zaten toen waarschijnlijk in een zweterige club, waarna ze al snel zelf muziek begonnen te maken. Pioniers van het eerste uur dus. Dat ze al zo lang meegaan is een wonder, ook omdat ze zichzelf keer op keer weten uit te vinden zonder iets aan identiteit te verliezen. Zie daar hun wat abstractere, maar gelaagde en op momenten dansbare plaat Parastrophics uit 2012. Spezmodia is in vergelijking een soort lofzang op de puurheid en eenvoud van een eerder muzikaal tijdperk. Toen was er nog terrein te verkennen in de wereld van de elektronische muziek, zonder te vergeten dat genot en plezier daar drijvende krachten voor zijn. Zo hoor je op de track ‘Spezmodia’ sirenes en een langzaam stijgende BPM, wat naar een climax toewerkt. Daar doorheen hoor je snijdende synths en glitches die worden aangevuld met vervormde stemmen en een lekkere rave-schreeuw. Het doet in zijn energie denken aan A Guy Called Gerald met ’28 Gun Bad Boy’ en het vroege werk van The Prodigy. Of neem het springerige ‘Cream Theme’ en ‘Migmy’, waarop een stemsample als basis dient voor een nummer dat lekker voortdeint. Helaas is het maar een EP en is de pret na 5 nummers alweer voorbij. Een beetje karig, maar wel een smakelijk voorproefje van een album dat hopelijk nog gaat verschijnen. Gezien de productiviteit van het duo zal dat wel goedkomen.

Film / Achtergrond
special: Sir David Attenborough – Collection

Een prachtig natuurhistorisch document

Natuurdocumentaires zijn populairder dan ooit. Zo zit half Nederland wekelijks naar zwemmende, waggelende, springende en vallende pinguïns te kijken. Zit er een dier in een documentaire dan wordt er massaal gekeken. Maar er is een oervader van dit fenomeen:  Sir David Attenborough.

ïns te kijken. Zit er een dier in een documentaire dan wordt er massaal gekeken. Maar er is een oervader van dit fenomeen:  Sir David Attenborough.

Attenborough maakte al natuurdocumentaires toen de meeste kijkers van nu nog in een ei zaten. En die kijkers kunnen nu, met de dvd-box Sir David Attenborough Collection  een glimp opvangen van de documentaires van weleer. Op negen dvd’s kan er bijna twaalf uur lang, genoten worden van zestig jaar natuurdocumentaires van Sir David Attenborough.

Kwalitatief nieuw jasje


~

Een prachtig overzicht van de veranderende houding van de mens ten opzichte van de natuur wordt zichtbaar in vijf afleveringen getiteld ’Natural curiosities’. In een prachtige museale setting neemt Attenborough ons mee op een zoektocht langs stoffige boeken, oude filmfragmenten en moderne wetenschappelijke ontdekkingen naar de veranderende inzichten met betrekking tot een aantal vreemde dieren. We kunnen ons, met de overvloed aan natuurdocumentaires, niet meer voorstellen hoe bizar men vroeger bijvoorbeeld een giraffe vond. 

Maar, dieren zoals het vogelbekdier en de molrat zijn zelfs nu misschien nog wel ware natural curiosities. Het is fascinerend om te zien hoe zij jarenlang de wetenschap hebben beziggehouden met hun vreemde verschijning en onwaarschijnlijke eigenschappen. Attenborough neemt ons mee op een reis door ruimte en tijd om deze bijzondere dieren beter te leren kennen. Dat levert twee dvd’s vol prachtige beelden op, die ons dichter bij de ontrafeling van de mysteries van moeder natuur brengen.

Zoveel te zien: voor nu en later


Er is nog heel veel meer te zien in deze heerlijke box rondom zestig jaar Attenborough. Een diepgaande verkenning van het natuurwalhalla Madagascar (3 afleveringen, 1 dvd), 60 jaar Sir David Attenborough (2 afleveringen, 1 dvd), een zoektocht naar de oorsprong van een gigantisch ei (1 aflevering, 1 dvd), de speurtocht naar de oorsprong van het leven (3 afleveringen, 2 dvd’s) en de pracht en praal van de paradijsvogel (1 aflevering, 1 dvd).

Collection biedt negen dvd’s lang het beste in zijn genre van toen en nu. Twaalf uur lang val je van de ene verwondering in de andere. En, dit alles voorzien van het commentaar van de godfather van de natuurdocumentaire: Sir David Attenborough himself. Veel beter kan het niet worden. Dit is zelfs nog een prachtig document voor kijkertjes die in de toekomst nog uit hun ei moeten kruipen om de wonderen der natuur te aanschouwen. Een natuur die tegen die tijd wellicht geheel anders is, als ze er nog is…

Boeken / Fictie

Fascinerend overzicht in verzen

recensie: Geert Buelens (red.) - De 100 beste gedichten van de Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog in honderd gedichten: niemand geeft je zo’n rijk en volledig beeld van dit bloedige conflict als Geert Buelens.

De dichter en Utrechtse hoogleraar Geert Buelens heeft zich al enige jaren vastgebeten in de Eerste Wereldoorlog: in 2008 verschenen zowel de bloemlezing Het lijf in slijk geplant als Europa Europa!. Een selectie uit dat eerste boek is nu opnieuw uitgegeven onder de heel wat prozaïschere titel De 100 beste gedichten van de Eerste Wereldoorlog.

Honderd gedichten dus, uit alle streken van de wereld. In de publieke beleving hebben vooral de Britten het monopolie op poëzie over de Grote Oorlog. De ‘War Poets’ heet de groep, die onder meer uit Rupert Brooke, Wilfred Owen en Siegfried Sassoon bestaat. Wereldberoemd zijn zij en hun zinnen over de oorlog, zoals Owens regels ‘The old Lie; Dulce et decorum est / Pro patria mori’ – het is een leugen dat het een eer is voor het vaderland te sterven.

Het podium verbreden

Het is Buelens’ doel om het grote publiek duidelijk te maken dat meer dichters over de Eerste Wereldoorlog hebben geschreven dan de War Poets. Tom Lanoye verwoordt Buelens’ taak in zijn voorwoord zo: ‘Het gaat om beeldvorming en vertekening, twee vaak niet eens bewuste processen.’ Hoe dan ook, er is veel op papier gezet tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Tijd om, honderd jaar na dato, het podium te verbreden.

Bladerend door deze bloemlezing valt op hoeveel klinkende namen gedichten hebben geschreven over de oorlog: de Russische Anna Achmatova, de Portugees Fernando Pessoa, de Duitser Rainer Maria Rilke, de Hongaar Desző Kosztolányi, ja zelfs Rabindranath Tagore, de eerste Indiase Nobelprijswinnaar voor de Literatuur, die in het Bengaals schreef. De lijst kan met gemak verlengd worden.

Mooi is ook hoe Buelens een aantal Nederlandstalige dichters heeft opgenomen, wellicht om nog een punt te maken: ook onze dichters zaten niet stil. Herman Gorter en Paul Van Ostaijen zijn present, maar de grotere ontdekkingen zijn Jacobus van Looy, August Van Cauwelaert en Daan Boens. Lanoye breekt terecht een lans voor Boens.

Krachtig en fascinerend

De 100 beste gedichten van de Eerste Wereldoorlog lijkt eerst een gelegenheidsuitgave, waarmee samensteller en uitgever de aandacht hopen te trekken van de pers en het publiek in dit herdenkingsjaar. Het is echter meer. Buelens heeft een ongelofelijk overzicht over de poëzieproductie ten tijde van en na de Eerste Wereldoorlog en dat heeft een krachtig en fascinerend overzicht in verzen van dat goddeloze conflict opgeleverd.

Film / Achtergrond
special: IFFR: Deel 9

IFFR: Deel 9

In dit laatste deel worden oud-klasgenoten op een reünie geconfronteerd met het verleden, bijt een man zich vast in de voltooiing van een woordenboek van de levende taal en worden de geheimen van een nieuwe woning ontrafeld.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6DEEL 7 | DEEL 8 | DEEL 9 

Inhoud: The Reunion | The Great Passage | Die Frau Hinter der Wand

Confrontatie met het verleden
The Reunion
Anna Odell • Zweden, 2013
3.5

~

Twintig jaar na het eindexamen, organiseren klasgenoten een reünie. Wanneer Anna Odell haar intrede doet, voel je als kijker al een soort ongemakkelijkheid. Echt vriendelijk of enthousiast wordt ze niet ontvangen. Wanneer Anna haar speech voorleest, snap je waarom: ze was een outsider en is gepest door haar klasgenoten. Maar Anna rekent af met haar kwelgeesten van het verleden: wat ze toen niet durfde te zeggen, doet ze nu.

Natuurlijk loopt het uit de hand. Want wie zit er op een reünie nou te wachten op een vervelende confrontatie met het verleden? De losse sfeer van het begin wordt koud en ongemakkelijk. En weer is Anna slachtoffer, wanneer ze op hardhandige wijze weggestuurd wordt.

Dit gegeven vormt het eerste deel van Odells (deels autobiografische) film. Want de ongemakkelijke reünie waar je als kijker deelgenoot van wordt, blijkt een film die ze als kunstenaarsproject gemaakt heeft. Het project dient ertoe om haar toenmalige klasgenoten te confronteren met wat er gebeurd is en hoe zij het beleefd heeft. Voor de daadwerkelijke reünie heeft Anna namelijk geen uitnodiging ontvangen, wat haar nog steeds een outsider maakt.

Het eerste deel van The Reunion is ijzersterk. De ongemakkelijkheid en kwetsbaarheid en hoe groepsprocessen werken, worden op subtiele wijze voelbaar gemaakt. Het tweede deel, waarin Odell haar toenmalige klasgenoten uitnodigt om haar film te bekijken en van feedback te voorzien, is even omschakelen. Alsof je net ergens heel diep inzit en er weer uitgehaald wordt. Het tweede deel focust zich op de reacties van de klasgenoten na het zien van de film, waarbij zich vooral de vraag opdringt wat deze aanpak Odell oplevert. Met de meeste klasgenoten krijgt ze geen contact, of ze krijgt leugens of excuses te horen waarom ze niet is uitgenodigd voor de reünie.  Bij de meesten speelt eigenbelang een rol, zoals een van haar mannelijke klasgenoten, die bij hoog en laag zweert dat hij toch niet een van de ergste pestkoppen was.

De ongemakkelijkheid en het spel dat mensen spelen wordt ook hier goed weergegeven, maar Odells project geeft geen sluitende antwoorden. De vraag is of Odell daar ook naar op zoek is, of dat het haar puur om de confrontatie met het verleden gaat. Het laatste shot, waarbij de camera vanuit helicopterview Odell en haar vriend vanaf een dak filmt en vervolgens eindeloos daken van huizen in beeld brengt, doet overbodig en gekunsteld aan. Misschien wil Odell, in het dagelijks leven kunstenaar, hiermee zeggen dat ze uiteindelijk de touwtjes in handen heeft en een soort berusting heeft gevonden in wie ze geworden is. Als film is The Reunion, met een mengeling van feiten, fictie en reconstructie, wel een interessant en sterk experiment, waarbij de impact van pesten en intermenselijke relaties stemmen tot nadenken. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

De schoonheid van het woord
The Great Passage
Ishii Yuya • Japan, 2013
3.5

~

De zwijgzame jongeman Majime wordt in dienst genomen bij een uitgeverij, met als doel het uitbrengen van een woordenboek van de levende taal. Majime is bedreven in het opzoeken van woorden en het verklaren ervan, maar onhandig en spaarzaam in het spreken. Redacteur Araki ziet hem echter als een bedreven en volhardende kracht en stelt Majime aan als zijn opvolger om het woordenboek, dat de naam ‘The Great Passage’ draagt, te voltooien.

Terwijl Majime deze klus aanneemt komt hij in contact met zijn buurvrouw Kaguya. Haar passie ligt in het koken en ook zij is, net als Majime, spaarzaam met woorden. Maar beiden hebben een passie waar zij elkaar om bewonderen en liefhebben. Terwijl hun liefde vorm krijgt en groeit, ligt er de immense taak van het voltooien van het woordenboek.

Regisseur Ishii legt de voltooiing van het woordenboek nauwgezet, maar ook liefdevol vast. De werkzaamheden worden uitgevoerd in een klein kantoor dat volgestouwd is met boeken. Het kleine team van Majime (wiens naam zorgvuldig betekent) stort zich vol overgave op The Great Passage, waarmee de film laat zien hoe complex en tijdrovend zo’n taak is. Taal is immers veranderlijk en ontwikkelt zich continu. Daarbij is het mooi om te zien hoe woorden op creatieve wijze omschreven worden en hoe de nieuwe, moderne taal die onder jongeren populair is in The Great Passage wordt opgenomen. Ishii’s film kan dan ook gezien worden als een ode aan het woord. De passie voor taal en de zorgvuldigheid die hierbij komt kijken spelen een grote rol.

In kalm tempo laat de regisseur het maakproces van het woordenboek zien, waarbij de eindstreep als een zinderende finale aanvoelt. Op mooie en toegankelijke wijze weet Ishii thema’s als liefde, passie, toewijding en volharding te verenigen, allen verbonden door taal. Dat de film verder wat zoet en voorspelbaar is, is hem vergeven. De schoonheid van het woord overtuigt en zal hopelijk in het huidige tijdperk van digitale mogelijkheden en snelle, effectieve communicatie niet verloren raken. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Geil en gevaarlijk

~

Martin is eerstejaarsstudent in Berlijn die, bij gebrek aan onderdak, slaapt en studeert in zijn auto. Na weer een mislukte poging om een kamer te bemachtigen, wordt hij aangesproken door een oudere man die wel iets weet. En zo wordt Martin, na een ongebruikelijke test, ineens huurder van een afgescheiden gedeelte van het grote appartement van de meer dan aantrekkelijke Simone. Martin beseft dat hij niet in een standaard appartementencomplex terecht is gekomen. Vage geluiden achter de muur, het intimiderende vriendje van Simone en een oudere buurvrouw die over de duivel spreekt. De vraag die hem echter vooral bezighoudt: wat is er in godsnaam met de vorige bewoner gebeurd?

Soms blijkt een kneuterig broddelwerkje de zoveelste film te zijn van een regisseur, maar in dit geval is een sterke film nota bene iemands eindexamenfilm. Stijlvast en goed gebruikmakend van de kleine ruimtes zet Grzegorz Muskala hier een ijzersterk debuut neer met een fijn paranoia sfeertje. Eentje die ruimhartig en speels citeert uit het oeuvre van onder andere Alfred Hitchcock, Brian DePalma en Roman Polanski’s (vooral diens The Tenant en Rosemary’s Baby) en, iets recenter, het Noorse Naboer. Minstens even belangrijk is de goede invulling van de cast. Vincent Redetzki zet overtuigend de schuchtere Martin neer en Katharina Heyer speelt de ongelofelijk memorabele femme fatale Simone, die constant laveert tussen geil, gevaarlijk en ronduit gek. (Marcel Westhoff)
Terug naar boven