Film / Films

Spectaculaire beelden van overlevingsmissie

recensie: Gravity

.

Ryan Stone (Sandra Bullock) gaat voor het eerst mee naar de ruimte en wordt op haar reis vergezeld door onder andere de ervaren astronaut Matt Kowalsky (George Clooney). Stone heeft een missie: de reparatie van de Hubble-telescoop. Een van haar grootste zorgen is het  negeren van het gebabbel van Kowalsky, totdat de Russen een van de Russische satellieten vernietigen. Het gevolg is desastreus: de brokstukken van de satelliet schieten naar de telescoop, waardoor Stone en Kowalsky plotseling op zichzelf aangewezen zijn. Ze moeten terug zien te keren naar de aarde, maar er zijn twee problemen: Stone heeft bijna geen zuurstof meer en Kowalsky bijna geen brandstof.

Een ‘verstikkende’ ruimte
Waar je normaal gezien geen problemen zou hebben met grote afstanden, is de enorme oppervlakte van de ruimte ineens beangstigend als problemen zich voordoen. Cuarón heeft dit erg goed in beeld gebracht: ‘even’ naar de volgende satelliet vliegen in een ruimtepak is er niet meer bij, want ook in de ruimte is honderd kilometer niet op een steenworp afstand. Toch wagen Stone en Kowalsky een poging. Tijdens de reis naar de satelliet krijgt de kijker veel prachtige beelden te zien, zowel van de aarde als van de satellieten en de ruimte zelf. Toch doet de dvd wat aan het spektakel af. In een bioscoop met een enorm beeldscherm en 3D-effecten is de film ongetwijfeld nog een stuk mooier.

De dvd-versie van Gravity mist dus een deel van de ervaring, vooral aan het begin, als alles nog enigszins vredig is. Daarnaast is het lichtelijk storend dat een briljante vrouw die naar de ruimte wordt gestuurd, toch steeds gered moet worden, of door puur geluk en toeval goed terecht komt. Ook de nodige clichéscènes ontbreken niet, zoals de foetushouding in de ISS. Sandra Bullock weet de rol echter wel goed naar zich toe te trekken en bewijst nog maar eens dat ze veel in petto heeft. En Bullock in een ruimtepak is altijd bijzonder!

Muziek / Concert

Gevarieerde show

recensie: Laura Jansen @ 013 Tilburg

De in Los Angeles wonende Laura Jansen heeft in Nederland niet te klagen over populariteit. Met haar tweede album Queen of Elba oogstte ze vorig jaar opnieuw goede kritieken en verkopen. De clubtour die volgde heeft in 013 haar een-na-laatste optreden.

Was de vorige tour van Jansen nog langs grote zalen, voor deze serie concerten heeft ze bewust gekozen voor de intimiteit van de kleine zalen. Samen met een drummer en gitarist klinkt ze in een triobezetting duidelijk anders dan anders. Haar repertoire leent zich prima voor een uitvoering die, zoals ze dat zelf zegt, meer emo is. Toch komen de drie af en toe ook heel heftig uit de hoek en zouden ze gedrieën ook gemakkelijk een grote zaal gevuld hebben.

Triobezetting

~

Jansen opent de show solo aan het keyboard. Ze dwingt daarmee direct respect af en vult de kleine zaal van 013 met gemak. Met haar begeleiding gaan soms de remmen los voor een stevig potje drumtechniek en fraaie elektrische gitaarklanken. Toch heeft het concert de vorm van een kleine setting waarbij een soort huiskamergevoel ontstaat. Hoogtepunten zijn er voldoende. De ingetogen versie van ‘ Promise’, dat gaat over een periode na een relatie, was door Jansen bedoeld als een klein triest liedje, maar werd op de plaat door haar producer stevig aangezet. Nu grijpt ze de kans om samen met de zang van haar drummer het nummer neer te zetten zoals ze het eigenlijk had bedoeld.

De zaal telt veel jonge liefhebbers en slechts een minderheid aan wat oudere concertbezoekers. Over het algemeen wordt er stil geluisterd, maar op momenten dat er een bekend nummer gespeeld wordt zijn er ook spontane meezingkoren te horen, zoals bij haar hit ‘Wicked World’, en ook als Jansen erom vraagt wordt er fijn gehoor gegeven aan haar vraag om mee te doen.

Hoogstaande avond
Ergens midden in de show verruilt Jansen het podium voor een plekje midden in de zaal om daar – zichzelf begeleidend op een ukelele – het liedje ‘ Cookie Monster’  te vertolken. Even onderbroken door een luid afgaande mobiele telefoon herpakt ze zich door het nummer volledig opnieuw te zingen. Een hoogtepunt wordt zeker gevormd door de vertolking van ‘Queen of Elba’, het titelnummer van haar jongste album dat model stond voor een periode van afzondering na het op de klippen lopen van haar relatie. Ze kon toen bij de pakken neer gaan zitten of zoals ze zegt “Kastelen bouwen op een onbewoond eiland net als Napoleon”; ze koos figuurlijk voor het laatste. Bij een van de toegiften nodigt ze MC Fit, die het voorprogramma verzorgde, uit om een liedje in het Nederlands mee te zingen. Onwennig voor Jansen en voor rapper MC Fit waarschijnlijk ook. Toch klinkt het prima. Laura Jansen laat een voldaan publiek achter na een heerlijk afwisselende, kwalitatief hoogstaande avond.

Muziek / Achtergrond
special: De organisatie van Grasnapolsky 2014

‘Mooier dan we hadden durven dromen’

Hashtag gras14 was op 15 en 16 februari een trending topic op diverse social media. Foto’s, lovende reacties, lieve berichten voor de organisatie en meer waren er te bekijken onder #gras14. 8WEEKLY sprak met de organisatie van Grasnapolsky over deze succesvolle editie van het festival.

~

Als we alle reacties over Grasnapolsky op een rij zetten, dan springt de lof over de locatie toch wel boven alles uit. Radio Kootwijk bleek een prachtige plek te zijn voor een intiem winterfestival als Grasnapolsky. Wij vonden het een magisch weekend en waren benieuwd hoe de organisatie terugkijkt op het festival. Mariska Berrevoets (kernteam) en Harold de Boer (communicatie) blikken terug: “Voor ons is de tweede editie van het festival en de eerste editie van Grasnapolsky op deze locatie geslaagd (de eerste editie was in een Stay Okay Hostel in Bunnik  waar 150 bezoekers op af kwamen- red.). Het is een behoorlijk grote uitdaging, een festival op zo’n locatie. Toch even anders dan een festival in een weiland of een groot veld. We hadden een beeld in ons hoofd van hoe we Grasnapolsky voor ons zagen, en dat beeld wil je waarmaken. Dát is in ieder geval gelukt, beter dan we hadden kunnen dromen. Als we afgaan op de reacties van het publiek en de mensen om ons heen, kunnen we heel blij zijn.” 
“We hadden prachtig weer (op een stevige wind en een regenbuitje na), de sfeer was heel goed en mensen voelden wat wij bedoelen met een intiem festival. Er ontstonden leuke spontane dingen, zoals bij dj St. Paul zijn zendershow. Na een hoop interviews en popquizen in ‘zijn’ kadasterkamer vroeg hij het publiek: “Zullen we dan straks maar gaan dansen?”, waarop het antwoord was: “Nee nu!” en ze al het meubilair in de Kadasterkamer aan de kant schoven. Wat volgde was een dampend dansfeest: one in one out, zelfs. Momenten die de bezoekers van Grasnapolsy 2014, maar ook ons zelf, bij zullen blijven.”

‘Bijzondere combinatie van belevenisfactoren’
“We hebben erg veel mooie reacties gekregen”, vertelt Mariska verder. “Uiteraard was iedereen erg onder de indruk wanneer ze het gebouw in zicht kregen bij aankomst: De ‘wow’, zoals we die zelf hadden tijdens onze locatiebezoeken. ‘Het meest gefotografeerde gebouw van de afgelopen 24 uur’ zagen we al ergens voorbij komen op Twitter. Maar Grasnapolsky is natuurlijk wel meer dan alleen de locatie. Het mooiste is om te merken dat mensen het snappen: de sfeer, het intieme aspect, het ontdekken van nieuwe artiesten. ‘Gras14 was een bijzondere combinatie van alle belevenisfactoren’, lazen we op Twitter.”

“We hadden elke bungalow op de Berkenhorst ingericht met een kleine Grasnapolsky-touch, #Gras14 op het raam getaped en een houtschijf met fluor roze kaars, een gastenboekje en ansichtkaart op de tafel. Op de kussens lag een kraanvogel met daarin een gedicht over Radio Kootwijk. Al deze aspecten zagen ze later weer terugkomen in de aankleding op de festivallocatie. De reacties in de gastenboekjes waren hartverwarmend. Het bleek een mooie manier waarop mensen hun feedback kwijt konden en tegelijkertijd ons konden overspoelen met hartjes en prachtige kunstwerken. Na een weekend hard werken vonden we bij het opruimen hele enthousiaste dankwoorden. Een selectie van de gastenboek-berichten staat op de Grasnapolsky Facebook pagina.”

#Gras15
Volgens Mariska en Harold zijn er natuurlijk altijd verbeterpunten te vinden: “In the end moet het gewoon plaatsvinden om te kunnen ontdekken wat dan toch anders had gemoeten. De voedsellucht was bijvoorbeeld wat overheersend in de Zenderzaal en het busvervoer kan volgend jaar wat strakker op schema. Daarnaast willen we meer mensen de kans bieden om de intieme sessies mee te maken, zoals de sessies in de watertoren en op het balkon. Hier gaan we zeker mee aan de slag: meer locaties, heidesessies, meer sessies in de watertoren, een ander verzamelsysteem enzovoort. Misschien breiden we zelfs wel wat uit qua festivaldagen- en tijden.”

“Ook de nachtelijke boswandeling liep niet helemaal zoals gepland: er zou bijvoorbeeld een band optreden tijdens de wandeling, maar dit werd last minute gecanceld. Hierdoor was het alsnog een fijne wandeling, maar iets minder spannend dan we hadden gepland. Al met al zijn dit leuke uitdagingen voor het vervolg: we hebben zin om hier volgend jaar weer mee aan de slag te gaan! Zelfs Staatsbosbeheer Twitterde ons al: ‘Volgend jaar weer? #gras15’. Ook vonden we op het raam van één van de bungalows ‘Tot #Gras15’ terug. Het is geweldig om te zien dat men zo achter Grasnapolsky staat, we staan te popelen om direct door te pakken. De voortgang is natuurlijk wel afhankelijk van verschillende factoren, dus: to be continued!”

Boeken / Fictie

Schrijver onder invloed

recensie: Charles Jackson (vert. Johannes Jonkers) - Het verloren weekend

In Het verloren weekend wordt hoofdpersoon Don Birnam een paar dagen alleen gelaten in het Manhattan van de jaren dertig: een ideale mogelijkheid voor de notoire alcoholist om zich eens goed de vernieling in te zuipen.

De drank heeft altijd rijkelijk gevloeid in de wereld der Amerikaanse letteren. Dat was al zo toen Edgar Allan Poe zijn melancholieke verzen optekende, en dat is nog steeds zo nu cultschrijver David Foster Wallace ons na jaren AA ontvallen is. Toch heeft het lang geduurd voor schrijvers expliciet over drankmisbruik begonnen te schrijven. Met The lost weekend (1944) was Charles Jackson een van de eersten die het aandurfde.

Het boek werd een groot succes, zeker toen de verfilming een jaar later uitkwam. Inmiddels is Jacksons roman ondergesneeuwd geraakt door verslavingsklassiekers als Under the volcano (1947) van Malcolm Lowry, Kerouacs Big Sur (1962), Selby′s Requiem for a dream (1978) en John O’Briens Leaving Las Vegas (1994). De vraag is of Het verloren weekend – nu uitgegeven in een nieuwe Nederlandse vertaling – nog standhoudt tussen al dit literaire geweld.

Zelfdestructie en waanzin


Zoals de meeste romans over (alcohol)verslaving volgt Het verloren weekend een tamelijk rechtlijnig patroon: de hoofdpersoon zet het op een drinken en verdwijnt steeds verder in een vicieuze cirkel van zelfdestructie en waanzin. De ongelukkige is ditmaal een jonge man genaamd Don Birnam, die een weekend in een New Yorks appartement achtergelaten wordt door zijn broer en zijn vriendin.

Don is een gemankeerde schrijver. Zelf zou hij zeggen: een miskend literair genie. In de praktijk probeert hij vooral te ontsnappen aan gevoelens van schuld en schaamte en aan demonen uit het verleden die hem tot de fles drijven. Gedreven door de noodzaak om zijn dagelijkse portie drank naar binnen te werken, begeeft Don zich in steeds pijnlijker situaties, waaronder een opname in een ziekenhuis en een mislukte poging tot zakkenrollen. 

Verborgen verlangens


Al gauw wordt duidelijk dat er meer in de kast verstopt zit dan lege whiskyflessen. Bij een toevallig rendez-vous in een bar ontdekken we dat Don ooit zijn studievereniging uitgezet is wegens amoureuze gevoelens voor een oudere student. En de latere ontmoeting met een verpleger, die overduidelijk avances maakt, brengt Dons problematische houding tot zijn seksualiteit verder aan het licht.

Zo wordt gesuggereerd dat er een verband is tussen alcoholisme en latente homoseksuele gevoelens, zoals sommige psychoanalytici geloofden. Maar naarmate het verhaal vordert, realiseert Don zich steeds meer dat zo’n eenvoudige oorzaak-gevolgredenering hem nergens brengt. In een zeldzaam moment van helderheid lezen we:

Rot op met die oorzaken – afwezige vader, klap van het studentencorps, te veel moeder, te veel geld, of de tientallen andere redenen waar je op terugviel om jezelf te rechtvaardigen. Ze vielen in het niet bij dat ene feit: je dronk en je ging eraan dood.

Don ziet in dat zijn zoektocht naar een verklaring uiteindelijk vooral zijn zelfmedelijden in de hand speelt, en hij is zich maar al te bewust van het gevaar dat schuilt in het AA-gezegde: ‘Poor me… poor me… pour me another drink.’

Pijnlijke precisie
De kracht van Het verloren weekend ligt in de precisie waarmee Jackson de geestelijke en lichamelijke aftakeling van zijn hoofdpersoon beschrijft. Nergens romantiseert hij de zelfdestructieve roes waaraan Don Birnam zich overgeeft. Jacksons beschrijving van een volledig naar binnen gekeerde geest komt angstwekkend realistisch over: uit de gevangenis van Dons alcoholistische gedachten is ook voor de lezer geen ontsnappen mogelijk.

Door de bijna journalistieke benadering spreekt Don Birnam wel minder tot de verbeelding dan bijvoorbeeld Geoffrey Firmin, de legendarische consul uit Malcom Lowry’s Under the volcano, dat kort na Het verloren weekend verscheen. Het verloren weekend heeft wel de eerlijkheid en intensiteit, maar niet de literaire zeggingskracht van Lowry’s mythische vertelling over drankmisbruik en zelfdestructie.

De weg van overdaad


Veel in Het verloren weekend is gebaseerd op het leven van de schrijver, die chronisch alcoholverslaafd was, en op latere leeftijd als biseksueel uit de kast kwam. Toen hij ook nog eens aan de pillen raakte, was zijn schrijverscarrière niet meer te redden. Jacksons lange maar vruchteloze weg langs ziekenhuizen en psychiaters is uitvoerig beschreven in de vorig jaar verschenen biografie Farther and wilder, die de schrijver opnieuw onder de aandacht bracht.

William Blake schreef eens dat ‘the road of excess leads to the palace of wisdom’. Helaas vindt Don Birnam geen paleizen aan het einde van zijn weg, en ook zijn geestelijk vader vond nooit de gedroomde verlossing waar hij een leven lang naar zocht. In 1968 nam Charles Jackson een overdosis slaappillen na een nieuwe terugval in zijn drankverslaving. Maar Jacksons naam leeft voort in deze ene succesroman: een beklemmend realistisch portret van een geest in verval.

Kunst / Achtergrond
special: Nelle Boer - State of the Arts 2014

De kracht van maatschappijkritische kunst

Als afgestudeerd beeldend kunstenaar heb ik een bachelorgraad in professioneel liegen. Mijn voornaamste artistieke uitgangspunt is een bijdrage leveren aan de vervalsing van de kunstgeschiedenis. Ik maak tentoonstellingen over historische figuren die ik zelf verzin en die hun verhaal door middel van hun beeldend werk tot uiting brengen. Op de expositie State of the Arts in het Stedelijk Museum Zwolle is nu mijn kunstwerk De Nederlandse vrijheid van meningsuiting te zien. Het werk is onderdeel van het kunstproject OVES INOBSEQUENTES, een door mij bedachte historische kunstbeweging. Hiermee toon ik de huidige politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland.

Op de expositie State of the Arts in het Stedelijk Museum Zwolle is nu mijn kunstwerk De Nederlandse vrijheid van meningsuiting te zien. Het werk is onderdeel van het kunstproject OVES INOBSEQUENTES, een door mij bedachte historische kunstbeweging. Hiermee toon ik de huidige politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland.

Nelle Boer, De Nederlandse vrijheid van meningsuiting, Stedelijk Museum Zwolle, 2014. Foto: Nelle Boer

Nelle Boer, De Nederlandse vrijheid van meningsuiting, Stedelijk Museum Zwolle, 2014. Foto: Nelle Boer

Aan de museumbezoeker wordt de spiegel voorgehouden waarin de extreem-rechtse boeventronie van sommige politieke bewegingen te ontwaren is. Het project is ontstaan door een diepe afkeer van vreemdelingenhaat, populistische haatzaaiers en de kiezersdrek die dit aantrekt. Die afkeer bezit ik al tijden, al voor de Partij voor de Vrijheid (PVV) bestond en we in Nederland dezelfde xenofobe boodschap verkondigd kregen door politici als Janmaat, partijleider van de Centrum Democraten (CD) en later Fortuyn. De kernboodschap van de CD, de Lijst Pim Fortuyn (LPF) en de PVV is dezelfde: vreemdelingen zijn niet welkom in Nederland. Hoogstens zitten er enige nuanceverschillen in wie zij als ‘vreemdeling’ aanduiden.

Waar Janmaat nog veroordeeld werd voor zijn uitspraken, heeft men tegenwoordig veel meer vrijheid van spreken. Dit wordt door menigeen als een goede ontwikkeling beschouwd. Constant Kusters, leider van de extreemrechtse Nederlandse Volks-Unie (NVU), is er in ieder geval verguld mee. Hij heeft aangegeven dat er tegenwoordig in de Tweede Kamer ideeën gepropageerd worden, die hij en zijn trawanten tijdenlang niet uit mochten dragen. Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen doet de NVU mee in drie gemeenten. Een positieve ontwikkeling? Eerder zum kotzen.

Nelle Boer, De Nederlandse vrijheid van meningsuiting, Stedelijk Museum Zwolle, 2014. Foto: Nelle Boer

Nelle Boer, De Nederlandse vrijheid van meningsuiting, Stedelijk Museum Zwolle, 2014. Foto: Nelle Boer

Ongehoorzame Schapen

OVES INOBSEQUENTES (Ongehoorzame Schapen), opgericht in 1664, is de oudste kunstbeweging die Nederland kent. De beweging kent een hiërarchische structuur met aan het hoofd de zogenaamde Kunstbanheer, die wordt gekozen door de leden van de Schapenraad. Het belangrijkste doel van de beweging is het vergroten van de macht van de beeldend kunstenaar. De lijfspreuk luidt ‘ars potentas est’ (‘kunst is macht’) en het beginsel van de beweging is de opvatting dat alleen beeldend kunstenaars daadwerkelijk vrijheid van meningsuiting hebben. De gewone burger is niet autonoom, maar slaaf van het systeem. Kritiek wordt niet geduld en met agressieve taal en acties bewijst de beweging al eeuwenlang hoe xenofoob ze is. In de jaren ’40 van de vorige eeuw werd OVES INOBSEQUENTES verboden wegens de banden met de NSB en vanwege het fascistoïde en opruiende karakter. Tegenwoordig kunnen de leden gelukkig weer openlijk hun ideeën tentoonspreiden.

De Beeldend kunstenaar als alleenheerser

De verbeelding van het feit dat het rechts-extremistische gedachtegoed steeds meer vaste grond vindt in Nederland kostte niet heel veel inlevingsvermogen. Ik ben zelf ook liefhebber van macht, manipulatie en indoctrinatie. Sterker nog, deze behoeften zijn onmisbaar voor een beeldend kunstenaar. Wij zijn immers autonoom, alleenheerser in ons innerlijke rijk der verbeelding en onze kunstwerken zijn de decreten die wij uitvaardigen.

Kunst kijken en kopen is misschien een linkse hobby, maar wij kunstenaars zijn helemaal niet zo vredelievend en verdraagzaam. Kunstenaars zijn concurrenten van elkaar en dat zorgt vaak voor de nodige spanningen. Maar ook bij het tonen van ons werk is er geen werkelijke ruimte voor dialoog; het werk is immers al gemaakt en hangt of staat al in de expositiezaal. Wat de kritische kijker ook vindt, het werk wijkt niet van zijn plek. Dit hoeft niet te betekenen dat het werk egocentrisch is. Dat hangt af van het feit of de beeldend kunstenaar in kwestie bij het maken van zijn werk al dan niet een open blik heeft. En of de kunstenaar zich bij het proces dat leidde tot het kunstwerk, bewust was van de context waarin het gemaakt werd. Maar eenmaal in het museum is het proces ten einde en heeft de kunstenaar zijn taak volbracht. Het decreet is uitgevaardigd.

Nelle Boer, De Nederlandse vrijheid van meningsuiting, Stedelijk Museum Zwolle, 2014. Foto: Stedelijk Museum Zwolle

Nelle Boer, De Nederlandse vrijheid van meningsuiting, Stedelijk Museum Zwolle, 2014. Foto: Stedelijk Museum Zwolle

Maatschappijkritische kunst bestaat nog

Ik geloof, misschien als een van de laatsten, heilig in de kracht van maatschappijkritische kunst. Het is wat mij betreft van groot belang, zelfs essentieel voor de inhoud van maatschappelijke discussies. Daar denkt schrijver en dichter Robert Anker anders over.

In een onsamenhangend stuk in het NRC van 15 februari 2014 beweert hij dat kunst geen nut heeft, zeker niet met betrekking tot maatschappelijke discussies. Tegelijkertijd heeft kunst een helende werking, aldus Anker, maar nog steeds geen nut.

Het is ook een lastige combinatie, het autonoom zijn en tegelijkertijd kritiek op maatschappelijke ontwikkelingen willen uiten. Als beeldend kunstenaar kies je, als je niet oppast, een kant met je werk en dat doet af aan de autonomie. Een goed voorbeeld is kunstenares Katinka Simonse, die zich in het linkse kamp heeft geplaatst door vooral bezig te zijn met mensenrechten en bont. Die plaatsbepaling is wat beeldend kunstenaars vaak van maatschappijkritiek weerhoudt. Maar zoals OVES INOBSEQUENTES aantoont is het voor de beeldend kunstenaar mogelijk maatschappijkritisch werk te maken zonder stelling in te nemen. Puur door de tijdsgeest uit te drukken, door te tonen wat men in Nederland bezig houdt, kan je als kunstenaar al kritiek uiten.

Artistieke kwaliteiten

Ik ben er van overtuigd dat wij beeldend kunstenaars, autonoom en onafhankelijk als wij zijn, een unieke maatschappelijke positie hebben. Daarnaast hebben wij de verbeeldingskracht in huis waarmee wij het publiek een spiegel voor kunnen houden. Wij bezitten het talent en vakmanschap om dit op indringende wijze te doen. Daarbij is het essentieel om politiek bewust te zijn en van maatschappelijke ontwikkelingen op de hoogte te zijn. En daar zit voor sommige kunstenaars het probleem. Kunstenaars zijn, evenals zoveel anderen in Nederland, vaak niet geïnteresseerd in de wereld buiten die van hen zelf. Vaak reikt de interesse niet verder dan de muren van het eigen atelier. Dit zijn de alleenheersers die zich terugtrekken in hun keizerlijke vertrekken, maar er zijn ook genoeg beeldend kunstenaars met die hoognodige bird’s-eye-view. Dat toont in ieder geval deze expositie.

Muziek / Concert

Te snel voor nostalgie

recensie: Speedy Ortiz

Het Amerikaanse viertal van Speedy Ortiz werd gehypet op Pitchfork wegens de eigenzinnige draai die zij geven aan de alternatieve jaren negentig-sound. Tijdens het optreden in de kleine zaal van Paradiso was er echter geen tijd voor nostalgie, maar racete de band energiek door een gevarieerde set.

Het was rustig in de bovenzaal van Paradiso, waar zo’n vijftig man wachtte op Speedy Ortiz. Het publiek was qua leeftijd een gemêleerd gezelschap met mensen die in hun jeugd waarschijnlijk in hetzelfde gebouw bands als Pavement bewonderd moeten hebben. Muzikaal gezien begeeft Speedy Ortiz zich in de alternative-sound van de jaren 90, die werd gekenmerkt door het Matador-label. Het stemgeluid van zangeres en gitarist Sadie Dupuis doet denken aan een mix van Helium, Liz Phair en Tracy Bonham. Het is daarom makkelijk om Speedy Ortiz af te doen als een weinig originele retroband die inhaakt op de nostalgische gevoelens van dertigers die in hun puberteit voor het eerst verliefd werden op de klanken van The Breeders en Bettie Serveert. Het knappe van de band is juist dat ze overtuigend en met zelfvertrouwen een eigen invulling geven aan die stijl, waardoor ze meer willen dan alleen profiteren van vergane muzikale glorie.
Speedy_Ortiz.jpg

Energiek en springerig


Tijdens het optreden uitte dit zich vooral in een snelle set waar het tempo goed inzat en waarin de band springerig van nummer naar nummer wisselde zonder aan energie te verliezen. Er was in dat opzicht geen tijd om nostalgisch te zwijmelen over vroeger, aangezien je werd overdonderd door de strakke directheid van de band, waarmee ze zeiden: ‘Hier zijn we!’

De set wisselde wat nummers van EP’s af met tracks van het album Major Arcana, zoals de sterke single ‘Tiger Tank’ en het opbouwende ‘Casper (1995)’. Speedy Ortiz is op haar best tijdens nummers die van zachte momenten overgaan in harde gitaar-uitspattingen en hoekige tempowisselingen zoals in ‘Plough’, dat heerlijk wordt geleid door Dupuis’ zang, of het dromerige en dreigende ‘Gary’. De rustige slacker-ballad ‘No Below’ gold als tussenpoos, waarna de band met ruigere uptempo nummers als ‘American Horror’ (van de nieuwe EP Real Hair) en ‘Cash Cab’ afbouwde.

Het enige manco van het optreden was de enigszins afstandelijke houding van de band. Dupuis maakte wat korte opmerkingen, maar deed weinig om het publiek verder bij de show te betrekken. Uiteindelijk bleek dat niet nodig; de band leek vooral op te gaan in hun muziek, alsof zij de eerste waren die de oude sound hadden ontdekt. Die passie kwam over en zorgde ervoor dat de zaal lekker meedeinde op hun losbandige muzikale golven.

Boeken / Non-fictie

Fokking briljant

recensie: Roddy Doyle (vert. René van Veen) - De Guts & de Glorie

Roddy Doyle brengt een oude held tot leven. Maar de wereld van bandmanager Jimmy Rabbitte is geen ‘rock-‘n-roll’ meer, het is overleven in een afkalvende muziekindustrie met een gezin dat onderhouden dient te worden. En met darmkanker in het lijf.

In een pub in een buitenwijk van Dublin vertelt Jimmy Rabbitte aan zijn vader dat hij kanker heeft. De mannen nemen nog een bier en uiten in minimale woorden hun emotie: ‘Ik heb kanker.’ ‘Goed man.’ ‘Ik ben serieus, pa.’ ‘Weet ik.’ ‘Allejezus, jongen.’ ‘Ja.’ ‘Wat voor?’ ‘Darm.’ ‘Klote.’ ‘Het kan erger.’ ‘Is dat zo?’ ‘Dat zeggen ze.’ De staccato dialoog is kenmerkend voor de stijl van Doyle en laat in weinig tekst een wereld aan intermenselijke communicatie zien. Het is de kracht van De Guts & de Glorie, al pratend ontvouwt zich een tragikomedie die keihard binnenkomt.

Punkverleden
Jimmy heeft zijn band The Commitments ingeruild voor een loopbaan in de muziekhandel via internet. Op de website kelticpunk.com biedt hij oude Ierse muziek aan, eigenlijk alles uit zijn eigen punkverleden, en probeert tegelijk de bands nieuw leven in te blazen en ze via optredens weer te presenteren bij een jong publiek. Door het aanvankelijke succes van deze business heeft hij de site voor goed geld kunnen verkopen en probeert hij nu als aandeelhouder en belangrijkste medewerker de zaak verder uit te breiden.

Als de crisis roet in het eten gooit en de verkoop terugloopt, moeten er nieuwe plannen worden gemaakt om de zaak overeind te houden. Juist op een moment dat de crisis ook in het lichaam aanwezig is: Rabbitte wordt geopereerd, ondergaat meerdere chemokuren en blijft ondanks het moeizame herstel toch aan het werk.

Verpakte paniek
Doyle schrijft een flamboyant verslag van een man die de onzekerheid over zijn gezondheid grotendeels weet te verbergen achter een muur van ironie en ouwe-jongens-krentenbrood. Jimmy ondergaat deze toestand door enerzijds te zwelgen in nostalgie en anderzijds de ellende het hoofd te bieden in de liefdevolle koestering van zijn familie. De schrijver weet de paniek die tussen de regels voelbaar is fraai te verpakken in dialogen die aanzetten tot een glimlach en juist daardoor nog meer de beklemming naar boven halen.

Het lijkt een vanzelfsprekendheid als je door grote rampspoed wordt overvallen: houvast zoeken in het verleden. Zonder er zelf bewust van te zijn gaat Jimmy op reis in zijn achterland. Hij legt contact met zijn uit het oog verloren broer in Engeland, hij ontfermt zich over de terminaal zieke drummer van zijn oude band en beleeft een heftige affaire met een voormalige achtergrondzangeres. Ondertussen is hij op zoek naar muziek van vroeger om opnieuw op cd uit te brengen en probeert hij de oude acts te boeken voor een groot popfestival.

Ongepolijst
Roddy Doyle laat zich zien als authentiek chroniqueur van het Ierse volksgevoel. Met de ongepolijste omgangsvorm en de directe taal wordt een oprechtheid aan de oppervlakte gebracht waardoor de lezer zich gemakkelijk laat meevoeren in de maalstroom van gevoelens die Jimmy beheersen. Hij moet dealen met zijn ziekte en tegelijk zijn leven naar een ongewisse toekomst sturen. De onafwendbare humor is een doeltreffend hulpmiddel:

‘Kom eens hier,’ zei Jimmy.
Hij boog zich opzij.
‘Geen scheet laten,’ zei zijn pa. ‘Je hebt nog maar net die chemo gehad.’
‘Rot op,’ zei Jimmy.

Het banale doet oppervlakkigheid vermoeden maar niets is minder waar. Doyle is een meester in het vertalen van grote gevoelens in een aangrijpende tweespraak. Net zoals de beoordeelde muziek is ook deze fase in het leven van Jimmy onder te brengen in twee krachtige kwalificaties: het is allemaal ‘zwaar ruk’ of ‘fokking briljant’.

Boeken / Fictie

Gevlucht in een imaginaire alwetendheid

recensie: Martin Horváth (vert. Annemarie Vlaming) - Moorkop, of hoe ik eropuit trok om de wereld te redden

De wereld redden door naar anderen te luisteren; dat is de taak die de vijftienjarige Ali zichzelf heeft opgelegd. Een onmogelijke opgave? Niet voor een jongen die veertig talen spreekt en alles ziet en hoort wat er om hem heen gebeurt.

De Oostenrijkse Martin Horváth is bedreven in het schrijven van korte verhalen en essays en ontving hiervoor eerder al diverse prijzen, waaronder de Bruno-Kreisky-waarderingsprijs. Dat dit talent zich ook uitstekend leent voor het schrijven van een roman, laat hij zien in Moorkop, of hoe ik eropuit trok om de wereld te redden: een boek dat vol staat met korte verhalen, die de schrijver weet te bundelen tot een geniaal geheel.

Een mysterieuze verteller
Hoofdpersonage in het verhaal is Ali, een betweterige jongen die woont op de jongerenafdeling van een asielzoekerscentrum te Wenen. Ali is een AMA: een Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker van vijftien jaar; ‘inofficieel eenenvijftig, wat geen verschil maakt, want iedereen weet natuurlijk dat leeftijdsvermeldingen commutatief zijn’ (commutatief betekent hier verwisselbaar). Een schrandere uitspraak voor een vijftienjarige, die naar eigen zeggen ook nog eens veertig talen spreekt. Hierdoor worden er al vanaf de eerste pagina’s vraagtekens opgeroepen bij dit personage.

En het duurt ook nog wel even voordat er meer duidelijkheid komt omtrent het personage Ali. Ali is gedurende de hele roman de verteller en ook al hoort hij zichzelf graag praten, over hemzelf komen we niet veel te weten. Hij is namelijk vooral geïnteresseerd in de verhalen van zijn medebewoners, duistere verhalen, waar hij er gedurende het boek steeds meer van ontrafelt.

Aangrijpende levensverhalen
Ali’s huisgenoten komen uit diverse landen en met hen spreekt hij in hun moedertaal om details los te peuteren over hun vluchtverhaal. Zo is er Manu de tomatenplukker, die niet betaald maar wel mishandeld wordt, en Nicoleta, een meisje dat opgroeit in een tehuis waar ze uit wegvlucht en vervolgens wordt ontvoerd, om te eindigen als minderjarige prostituee.

Dit lijken misschien clichés, bekende verhalen over mensenhandel, maar zo leest het niet. Ali introduceert elk van zijn huisgenoten, hecht zich aan hen en neemt de lezer hierin mee. Elk levensverhaal wordt geleidelijk en met treffende details opgebouwd, de personages komen tot leven, waardoor de ontknopingen van deze vluchtverhalen stuk voor stuk inslaan als een bom.

Aandoenlijke zelfingenomenheid  
Dan zijn de vluchtverhalen nog slechts vertakkingen van het echte verhaal: uiteindelijk draait het natuurlijk wel om Ali, ondanks dat hij zijn eigen verhaal achterwege laat (want daar is naar zijn eigen zeggen weinig interessants aan). Wanneer hij het advies krijgt om naar een therapeut te gaan, is zijn antwoord: ‘een mens wordt toch niet ziek in zijn hoofd alleen omdat ze zijn familie een beetje hebben gemarteld en vermoord!’

Dit klinkt spottend, maar Ali is bloedserieus. En dit maakt Ali de grote ster van de roman: hij denkt alles te weten, verheven te zijn boven anderen, maar heeft geen benul van zijn eigen situatie. Dit zorgt voor enerzijds komische, anderzijds zeer ontroerende passages. Komisch is het bijvoorbeeld hoe Ali steeds een nieuwe vrouw ontmoet die ‘de mooiste vrouw op deze planeet’ is, en hoe hij er steeds van overtuigd is dat zij slechts op aarde is om hem lief te hebben. Wanneer hij keer op keer wordt afgewezen, komt er een poëet in hem naar boven:

Wat kan ik anders doen dan troost zoeken in de natuur als je van de mensen niets kunt verwachten? Weest omhelsd, jullie onverzettelijke rotsen, weest gekust, jullie teerbladerige bloempjes, in stille aanschouwing laat mij dwalen door deze frisse groene haag. 

De ernst waarmee Ali naar zichzelf kijkt, is wat dergelijke passages zo geestig maakt. In deze ernst ligt ook de droefheid verscholen: Ali is zo overtuigd van zijn eigen kunnen dat hij terreuracties verzint waarmee hij de wereld denkt te kunnen verbeteren. Dat begint onschuldig, door mensen op straat lastig te vallen en hen te confronteren met hun vooroordelen (‘Ik ben een hitsige Afghaan, als hobby rand ik vrouwen aan’), maar eindigt met het plan om de zogenoemde ‘rijksuitzetminister’ te ontvoeren. Ali verliest zichzelf steeds meer in deze plannen, een ontwikkeling die gelijk opgaat met de onthulling van de getraumatiseerde jongen die hij werkelijk is.

Een meesterlijk geheel
Horváth schrijft met humor en gebruikt woordspelingen en poëtische elementen om, juist voor de westerse lezer, de pijnlijke waarheid over vluchtelingen te laten zien. Zijn keuze om deze verhalen te laten vertellen door een geesteszieke minderjarige, maakt het verhaal op een avontuurlijke manier verwarrend, interessant en nog aangrijpender dan wanneer het vanuit een ander perspectief zou zijn verteld. Tel hierbij de talloze dimensies op die deze roman bevat en het is duidelijk dat Horváth een meesterlijk romandebuut heeft afgeleverd.

Muziek / Achtergrond
special: Muziek beleven: overbrengen en ervaren

Reportage: Nieuwbouw TivoliVredenburg

.

Of het nieuwe gebouw van TivoliVredenburg zich goed kan voegen in de binnenstad van Utrecht valt nog te bezien. Feit is wel dat de architecten erin zijn geslaagd midden in de stad een prachtige muziektempel te realiseren. In spanning wachten we af hoe het na 21 juni gaat klinken. Omdat ook Herman Hertzberger, destijds de architect van de grote zaal, bij de plannen is betrokken, hebben we het volste vertrouwen in een goede akoestiek.

Uitgangspunt is dat je altijd maximaal 25 meter verwijderd bent van het podium. Dit was reeds de visie van Hertzberger eind jaren ’70 van de vorige eeuw en is nu doorgezet in alle vijf zalen. Deze opzet is volledig geslaagd. Alle zalen, van de Grote Zaal tot het intieme Cloud Nine, roepen direct een huiskamergevoel op. Overal kun je de muziek beleven. Musici brengen het over, de zaal ervaart het. Musici zien het publiek, de mensen in de zaal kijken de musici in de ogen. Muzikanten stijgen zo boven zichzelf uit, of het nu gaat om pop, klassiek, jazz, blues, metal of dance.

De eerste plannen voor samenwerking tussen Tivoli en Vredenburg dateren uit 1997. Tivoli moest groter worden en er moest ruimte komen voor kamermuziek. Na jaren van overleg, ontwikkelen en bouwen gaat op 21 juni het complex open voor het publiek. Daarvoor zijn er nog ‘oefenconcerten’ om de akoestiek te vervolmaken. Iedereen van de organisatie die betrokken is bij de open middag voor pers en artiesten straalt vol trots en enthousiasme. De verwachtingen zijn zeer hooggespannen.

Vijf zalen
Van de oude symfonische zaal zijn de gevels vernieuwd, gerenoveerd of aangepast. Binnen zijn 1717 nieuwe stoelen geplaatst. De akoestiek en het karakter van de zaal zijn zoveel mogelijk behouden. Dat is immers waar de zaal zo om geroemd werd. Voor popconcerten is Ronda ontworpen door Jo Coenen. Maar liefst 2000 bezoekers staan op korte afstand rond het podium. Van binnen heeft de zaal een mooie bronzen bekleding, aan de buitenzijde is de zaal herkenbaar aan zijn bronzen rondingen.

Op de zesde verdieping ligt Pandora van NL Architecten. De zaal biedt plaats aan 700 bezoekers en is geschikt voor popconcerten, clubnights, modeshows, dancefeesten en zo meer. De zaal heeft geen podium, wel twee heel bijzondere balkons. Zaal Hertz, van HH Architecten, ligt op de zevende verdieping en biedt plaats aan 543 bezoekers. Het is een compacte, brede, halfronde zaal met twee deels vrij hangende balkons. De zaal wordt vooral gebruikt voor kamermuziek. Er is veel aandacht besteed aan goede akoestiek, maar ook aan comfort en sfeer.

Op de negende verdieping ten slotte ligt Cloud Nine, ontworpen door Thijs Asselbergs. De zaal kan aan 400 bezoekers plaats bieden, het bijbehorende café nog eens aan 175 bezoekers. De zaal bestaat uit totaal drie verdiepingen en is onder meer bedoeld voor jazz, pop, clubnights en VIP parties. De jazzclub is gelegen op de bovenste verdieping met een fantastisch uitzicht over het oude centrum van Utrecht.

Voor wie
Zoals TivoliVredenburg het zelf zegt: ‘We zijn er voor iedereen die van muziek houdt. Wij zijn constant op zoek naar een bijzondere muziekprogrammering. Voor elke artiest en zijn of haar publiek creëren we de sfeer die daarbij hoort, steeds weer bijzonder, steeds weer anders. TivoliVredenburg is er voor iedereen, van 8 tot 88 jaar’. Gelet op de reacties van pers en artiesten vandaag lijkt dat nu al gelukt.

Film / Films

Man met een missie

recensie: Nebraska

Paynes nieuwste is een mengeling van roadmovie en familiedrama in het hart van de Verenigde Staten. Met een gedenkwaardige hoofdrol voor Hollywood-oudgediende Bruce Dern, die gedurende zijn carrière vooral bijrollen speelde. Voor Coming Home (1978) werd hij genomineerd voor een Oscar; met Nebraska zou het hem zowaar kunnen lukken het felbegeerde beeldje in handen te krijgen.

In de openingsscène zien we een oude man in volhardende tred langs de weg lopen. Zijn missie? Een geldprijs ophalen in Lincoln, Nebraska. Te voet welteverstaan. Vrouw Kate en zoons David (een ingetogen rol van komiek Will Forte) en Ross (Bob Odenkirk, Saul uit Breaking Bad) proberen hem ervan te overtuigen dat het misleidende reclame is, maar de koppige Woody houdt voet bij stuk. Het doet David, die van mening is dat zijn zwijgzame, geestelijk verwarde vader iets nodig heeft om voor te leven, besluiten samen met Woody naar Nebraska te rijden.

Behoedzame roadtrip
In rustig tempo wordt het duo op hun roadtrip gevolgd. Een lieflijke get-together wordt het echter niet, want de familiegeschiedenis kent nogal wat donkere bladzijden. Zo was Woody steevast aan de alcohol, iets wat hij zelf overigens ontkracht (‘Beer ain’t drinking!). 

~

De twee belanden tijdens een tussenstop bij familie, waar Payne met een balans van humor en tragiek de onderlinge verhoudingen, maar ook de sociaal-economische situatie toont. In het stadje Hawthorne staat de ‘Amerikaanse droom’ ver van de inwoners af. Wanneer Woody verkondigt dat hij miljonair wordt, proberen zowel familie als een oud-collega (subtiel dreigend neergezet door Stacy Keach) mee te profiteren. 

Thema’s als familiebanden, verantwoordelijkheid en verloren ambities doorspekken de film, zonder complex of zwaarmoedig te worden.  Niet nieuw overigens, want ook in About Schmidt en Sideways liet Payne middels een roadtrip zijn hoofdpersonen worstelen met verlies, eenzaamheid en de wil voor iets te leven.

De keuze voor Nebraska is ook logisch te duiden: niet alleen komt Payne er zelf vandaan, het landschap vormde eerder al het decor van Payne’s eerste grote film Citizen Ruth (met Laura Dern, jawel de dochter van) en About Schmidt. Ditmaal is het vlakke, lege landschap in fraai zwart-wit geschoten.  Woody’s markante kop wordt door de zwart-wit beelden tevens versterkt.

Tweemaal een zege

~

Wat er werkelijk in Woody omgaat blijft ongewis.  Het merendeel van de tijd lijkt hij er met zijn hoofd niet bij te zijn. Maar waar hij in het begin vooral een koppige man is die van zijn 1 miljoen een truck en luchtcompressor wil kopen, blijkt later dat hij zijn zoons iets wil achterlaten. Het is knap hoe Bruce Dern met zijn sporadische, scherpe uitlatingen en zijn ‘Huh?- opmerkingen toch een sympathieke indruk achterlaat op de kijker. Dern laat uiteindelijk een man zien die welzeker liefheeft, maar dat niet met woorden duidelijk maakt. Ook van June Squibb, die de pittige echtgenote van Woody speelt, valt te genieten. Haar bijdehante en ironische opmerkingen geven de film de nodige dynamiek mee.

Net als in David Lynch’ The Straight Story, waar een koppige oude man te grasmaaier zijn zieke broer opzoekt,  lijkt er in Nebraska sprake van een onmogelijke queeste. Maar Woody krijgt uiteindelijk zijn gevoel van trots weer terug. Slechts met een oogopslag weet Dern die trots, waarbij zoveel gevoelens spelen, over te brengen. En viert niet alleen Woody, maar ook Dern met deze verdiende hoofdrol zijn zege.