Muziek / Achtergrond
special: Jeroen Boekhorst van dB's in Utrecht

‘Echt’ is het toverwoord

.

~

Aan de Cartesiusweg, op enige afstand van het culturele hart van Utrecht, ligt dB’s, muziekpodium annex oefenruimte (met 17 studio’s).”Het voordeel van deze locatie is dat mensen hier echt voor de muziek komen: de aandacht en de focus zijn dus groter. Bij Ekko en Tivoli wauwelt iedereen er doorheen en komt men alleen voor elkaar”, zegt programmeur Jeroen Boekhorst. Wel denkt hij dat een locatie in de binnenstad zo’n dertig procent meer bezoekers zou trekken. “Maar de mensen weten ons steeds beter te vinden.”

Doorgroeien
Al is de jaarlijkse subsidie van 50.000 euro bescheiden, vergeleken met andere Utrechtse culturele instellingen, het belang van de popzaal is er welzeker: “Voor de Utrechtse muziek is het urgent dat het trapje blijft bestaan, met onderaan dB’s , ACU en Ekko, vervolgens Tivoli De Helling en tenslotte het nieuwe Muziekpaleis. Bands kunnen zo doorgroeien naar een groter podium.” Boekhorst verwijst naar de recente opening van TivoliVredenburg, waar drie bandjes optraden die een connectie hebben met dB’s: “Dat illustreert voor mij het beste hoe het in elkaar zou moeten zitten.” 

Zendingsdrang
De programmering in dB’s varieert van “compromisloze knetterharde stoner”,  “donkere apocalyptische Europese neofolk” tot “folky singersongwriters”. Boekhorst: “Ik boek bandjes op diversiteit en onbekendheid. Wel moet er een album zijn uitgebracht in Nederland”. Dagelijks struint hij de alternatieve muziekwereld af, op zoek naar interessante bands: “Dat is ook een beetje mijn gekte hoor: dingen die ik tof vind, wil ik laten horen aan anderen. Een soort zendingsdrang eigenlijk.” Lokale bands hebben bij hem een streepje voor: “Naast een internationale hoofdact zet ik een Utrechtse band als voorprogramma . Die kan zich zo ontwikkelen.”

Toverwoord
Waar moet een band live aan voldoen? “Ik wil de energie voelen vanaf het podium. Muziek moet je raken: ‘echt’ is het toverwoord. Helaas is er veel fake tegenwoordig.” Boekhorst benadrukt het laagdrempelige karakter van dB’s: “Er is hier ook ruimte voor exposities en festivals. En de bar is altijd open, ook als er geen optreden is.” Bandjes komen graag terug: “Het is hier persoonlijk, zowel voor de bezoekers als voor de bands. Geen bullshit dus.”

Clash of the Titans
Het paradepaardje van dB’s is de jaarlijkse The Clash of the Titans. Zaterdag 31 mei is de finale van de Utrechtse bandjeswedstrijd. In de voorrondes streden maar liefst vijftig bands om een finaleplek. Zaterdag spelen LaVette (“catchy nummers met een solide sound”), Offerblok (“een poëtische klap in het gezicht”), Moonck (“een eigenzinnig dromerige sfeer”), Wooden Soldiers (“soulfolk met een jazzy randje”) en the Macaws (“een alternatieve rocksound met een Oldskool randje”) in Tivoli De Helling voor de titel.

Kijk hier voor meer info over de finale van de Clash of the Titans.

Boeken / Fictie

Nieuw-Zeelandse goudkoorts

recensie: Eleanor Catton (vertaald door Gerda Baardman en Jan de Nijs) - Al wat schittert

.

Al wat schittert speelt zich af in het Nieuw-Zeeland van 1866. Net als veel andere mannen in deze tijd reist Walter Moody af naar het kustplaatsje Hokitika om zijn geluk in het goudzoeken te beproeven. Nietsvermoedend betreedt hij bij aankomst het Crown Hotel, waar hij een geheime vergadering van twaalf mannen verstoort. Ze nemen hem in vertrouwen en vertellen hem over een reeks mysterieuze voorvallen, waaronder dat van een dode man die met een enorme goudschat in zijn huis is gevonden. Alle mannen blijken op een bepaalde manier betrokken te zijn bij de voorvallen en één voor één vertellen ze hun verhaal.

Victoriaans
Met Al wat schittert levert Catton een bijdrage aan een populair genre; de neo-Victoriaanse roman. Niet enkel is haar roman in de 19e eeuw gesitueerd, ze ontleent haar vertelstijl ook aan deze tijd. Zo worden de hoofdstukken door een alwetende verteller ingeleid en zijn de personages van uitvoerige karakteromschrijvingen voorzien. Het talent van Catton ligt in deze treffende omschrijvingen, die tot diep in de ziel van de personages doordringen. 

Cattons personages zijn op een opmerkelijke manier met elkaar verbonden. De twaalf mannen in het hotel representeren namelijk allemaal een sterrenbeeld of hemellichaam. Zodoende bezitten ze verschillende eigenschappen en verhouden ze zich allen op een unieke manier tot elkaar. Ieder hoofdstuk wordt verteld vanuit een ander perspectief en heeft een toepasselijke titel, als ‘Mercurius in Boogschutter’ of ‘Venus in Waterman’.

Uitzonderlijke prestatie
Het winnen van de Man Booker Prize leverde Catton twee records op: niet alleen is ze de jongste auteur ooit die de prijs won, haar roman is met 826 pagina’s ook nog eens de dikste winnaar van de Man Booker Prize. Een intimiderende grootte, maar Catton weet door haar prachtige vertelstijl de aandacht goed vast te houden.

Catton verdient veel lof voor haar werk. De complexe structuur zou bij veel auteurs gekunseld aandoen, maar Catton weet de touwtjes strak in de handen te houden en zet ieder detail naar haar hand. Daarnaast getuigt de historische nauwkeurigheid van een zorgvuldig vooronderzoek. Kortom, een unieke leeservaring die de lezer nog lang bij zal blijven.

Film / Achtergrond
special: The Legacy (Arvingerne)

Deense koploper

Deense series zijn niet meer weg te denken uit het land van het kleine scherm. Borgen en The Killing waren enorme hits met wereldwijd miljoenen kijkers. Inmiddels heeft Denemarken een nieuwe hit te pakken met de familiedrama The Legacy, ook wel bekend als Arvingerne. Met gemiddeld 1,7 miljoen kijkers stevende het de andere Deense series voorbij. Bedenker Maya Ilsøe wilde dolgraag een serie creëren met de problemen in een moderne familie, ontstaan door de situatie in 1968, toen alles kon en families naar eigen wens samengesteld werden.

~

Veronika Grønnegaard (Kirsten Olesen) is een eigenzinnige kunstenares met een enorm huis en een even grote zin in het leven. Eén ding staat haar daarbij in de weg: haar borsttumor. Ze krijgt last van haar geweten als ze ontdekt dat de tumor is uitgezaaid en ze niet lang te leven heeft. Daarom past ze haar testament aan en laat ze alles na aan één van haar dochters; een inmiddels jonge vrouw die niet eens weet dat ze Veronika’s biologische dochter is. Als Veronika sterft en haar overgebleven kinderen erachter komen dat het testament gewijzigd is, ontstaan er enorme fricties in het gezin. Leugens en geheimen zijn al snel aan de orde van de dag.

Sterke acteerprestaties
Arvingerne, of The Legacy, zorgt er niet voor dat je constant op het puntje van je stoel zit vanwege de spanning. Maar dat geeft niet, want die insteek heeft de serie ook niet. Ilsøe richt haar pijlen op een intrigerend familiedrama waarin de complexiteit van een nalatenschap tussen de gezinsleden onderling naar voren komt. Want hoe reageer je als je moeder plotseling uit je leven gerukt wordt en de stukken dan ook nog eens niet zo makkelijk bij elkaar te rapen blijken?

~

Alle acteurs spelen hun rol met verve. Zo heb je Gro Grønnegaard (Trine Dyrholm), die zich groot probeert te houden, maar ondertussen panikeert en woedeaanvallen heeft. Je voelt het ongemak en de opgekropte frustraties. Ook de acteurs Carsten Bjørnlund en Mikkel Boe Følsgaard, die respectievelijk in de huid gekropen zijn van Frederik en Emil, zetten overtuigende personages neer. De koude Frederik, waar je soms toch een beetje medelijden mee krijgt, en de jolige Emil met zijn enorme problemen. Marie Bach Hansen zet haar personage Signe Larsen als een sterke jonge vrouw met een goed hart neer, die plotseling geconfronteerd wordt met jarenlange leugens. Vooral de wisselwerking tussen deze vier personages is smullen, en af en toe zelfs wat ongemakkelijk. Ondertussen gaat je hart uit naar de ietwat gekke Thomas Konrad (Jesper Christensen), de weduwnaar van Veronika.

De tragedie werd zo goed ontvangen dat de opnames voor het tweede seizoen inmiddels zijn begonnen. Net als het eerste deel zal het vervolg gaan over de familiebanden. De aankondiging wekt in ieder geval nieuwsgierigheid op, want hoe kabbelt het leven van deze hippiefamilie voort?

Muziek / Concert

Het kunstje nog niet verleerd

recensie: Jeff Beck

.

De stemming vooraf in de goedgevulde Ronda-zaal in het nieuwe Tivoli/Vredenburg is verwachtingsvol; het is toch een van de beste gitaristen aller tijden die het podium zal betreden. Al tijdens de jaren zestig maakte Jeff Beck faam als bluesgitarist in The Yardbirds, waarin hij experimenteerde met distortion en feedback. Met Rod Stewart en Ron Wood vormde hij vervolgens de bluesrockformatie Jeff Beck Group. Hierna richtte hij zich voornamelijk op jazzrock en fusion, wat resulteerde in zijn succesvolste soloalbum Blow By Blow. Met het broeierige nummer ‘Cause We’ve Ended as Lovers’, afkomstig van dat album, besluit hij vanavond zijn show.

11593-1b.jpgBij de eerste gitaartonen wordt al duidelijk dat Jeff Beck weinig aan klasse heeft ingeboet; met een hendrixiaanse solo in het op één akkoord gestoelde ‘Loaded’ zet hij de toon voor een fijn avondje gitaaracrobatiek. Het geluid in de nieuwe Utrechtse zaal laat aanvankelijk te wensen over; de bas is te nadrukkelijk aanwezig, en het geluid van Becks Stratocaster staat wel erg hard. Gaandeweg het optreden wordt dit euvel verholpen. Jeff Beck wordt op het podium bijgestaan door een (helaas) weinig subtiel beukende drummer, een wel adequate en coole vrouwelijke bassist, en een prima tweede gitarist. De jazzrock van de band klinkt soms wat eendimensionaal, maar het gitaarspel van Beck, ondersteund door een batterij aan effecten, is werkelijk fenomenaal. Techniek, timing, touch: het is allemaal nog prima in orde. Zingen doet hij niet, maar de verhalen vertelt hij met zijn gitaar.

Pittige rock en gevoelige ballads wisselen elkaar af. In het intro van het Oosters getinte ‘Yemin’ mag de tweede gitarist laten horen wat hij in zijn mars heeft. Bassiste Sophie Delila gaat flink los in het enige vocale nummer van de avond: het funky ‘Why Give It Away’. Zij is ook verantwoordelijk voor de pompende Massive Attack-achtige groove in ‘Stratus’. Dat Beck zijn afkomst niet verloochent, bewijst hij in de prachtige bluesballad ‘Danny Boy’, en in de venijnige Muddy Waters-klassieker ‘Rollin’ and Tumblin”, waarin de drummer en bassiste een soort synchroon grommen ten beste geven.

Met subtiele slide, hoog op de hals, speelt Beck het gevoelige ‘Angel (Footsteps)’. De covers van ‘Little Wing’ en ‘Day In The Life’ zijn odes aan andere grootmeesters in de popmuziek. Hij sluit de avond af met het zwoele ‘Cause We’ve Ended As Lovers’ (oorspronkelijk van Stevie Wonder), waarin dus drie foutjes zijn geslopen. Het zij zo …

https://youtube.com/watch?v=gzACjFxqjRc

Theater / Achtergrond
special: Public wil nieuw publiek voor cultuur mobiliseren

Nieuw cultuurplatform gelanceerd

Het nieuwe cultuurplatform Public is vandaag gelanceerd. Via Public kunnen cultuurliefhebbers maandelijks zeer voordelig 30 speciaal geselecteerde voorstellingen, concerten of exposities bezoeken bij een van de ruim 30 aangesloten concertzalen, filmhuizen, musea en theaters in Amsterdam. Daarnaast biedt Public leden een magazine, een redactionele website, een wekelijkse nieuwsbrief en live evenementen. Het enige wat nog nodig is zijn 2.500 cultuuroptimisten die lid willen worden.

Oprichters Leon Caren en Bas Morsch willen met Public een positieve impuls geven aan de Nederlandse culturele sector, nieuwe publieksstromen mobiliseren en zowel cultuurmakers als culturele instellingen ondersteunen. Wat Public nog nodig heeft om in september te beginnen met het programma zijn minimaal 2.500 cultuuroptimisten die voor 15 juli lid worden van het platform. Daarom organiseert Public een grote ledenwervingscampagne. ‘Met Public willen we een positieve impuls geven aan de culturele sector. Samen met publiek en culturele instellingen bouwen we een community van cultuuroptimisten,’ zeggen Public-oprichters Leon Caren en Bas Morsch. Public is een multidisciplinair cultuurplatform, waarbij zich inmiddels ruim 30 toonaangevende instellingen hebben aangesloten, waaronder Het Concertgebouw, EYE, Foam, Muziekgebouw aan ’t IJ en de Stadsschouwburg Amsterdam. ‘Public werkt heel eenvoudig: voor 15 euro per maand krijgen onze leden een pas waarmee ze minstens 30 speciaal geselecteerde voorstellingen, concerten of exposities per maand kunnen bezoeken, waarvan de helft gratis en de helft met aanzienlijke korting.

2.500 leden gezocht voor 15 juli

Om de programmering van Public officieel te starten in september zijn er minimaal 2.500 leden nodig. Daarom is er een grote ledenwervingscampagne gestart. Nieuwe leden kunnen zich voor 15 juli aanmelden op de speciale campagnesite. Caren: ‘Met het lidmaatschap krijg je toegang tot de meest bijzondere culturele programma’s, van beeldende kunst tot dans, film, muziek, literatuur, fotografie en theater. Daarnaast draag je bij aan een divers en avontuurlijk cultureel aanbod. We hopen dat we voor 15 juli 2.500 cultuurliefhebbers kunnen vinden die samen met ons willen bouwen aan Public, zodat we in september kunnen beginnen met onze programmering.’

Binnen de culturele sector kan Public uitgroeien tot een gamechanger. ‘Met Public bieden we een nieuw verdienmodel in de culturele sector, een optimistisch geluid na jaren van bezuinigingen,’ aldus Morsch. ‘Dankzij ons innovatieve lidmaatschapsmodel en de bredere context die we aanbieden, mobiliseren we nieuwe publieksstromen voor de deelnemende instellingen en financieren we ook mee aan de ontwikkeling van nieuwe kunst en cultuur. We beginnen in Amsterdam, maar op termijn willen we zeker uitbreiden naar de rest van Nederland.’

Theater / Achtergrond
special: Hotel Modern

Geschiedenis herleeft in maquettevorm

.

De afgelopen maand gingen twee voorstellingen van Hotel Modern opnieuw in reprise. Naar aanleiding van het Theater Na de Dam was Kamp voor het eerst weer in Nederland te zien op 4 mei in de Rotterdamse Schouwburg. Hierna deed Hotel Modern Utrecht aan. Na de Tweede Wereldoorlog vervolgde de Eerste Wereldoorlog in Theater Frascati in Amsterdam. In het kader van het herdenkingsjaar 2014 is De Grote Oorlog dit jaar weer in de Nederlandse theaters terug.De Grote Oorlog toont de kracht van de groep om het ingewikkelde verhaal van het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog behapbaar te maken. Een landkaart dient in het openingsbeeld als achtergrond waartegen de verschuivende verhoudingen in Europa zich afspelen, bondgenoten elkaar de hand schudden en vijanden elkaar de oorlog verklaren. De leden van het Servische genootschap De Zwarte hand worden als zwarte handschoenen op de kaart gezet, waarna het allesbepalende schot wordt gelost. Voor de gruwelen die volgen in de loopgraven voldoet het desolate landschap van de modderbak uitstekend als decor.
In het grote oorlogsverhaal wordt het kleinmenselijke getoond. We zoomen in op een Franse soldaat aan het front die zijn moeder brieven schrijft. Ook de vrolijke noot, die in veel voorstellingen van Hotel Modern een terugkerend element is, wordt in De Grote Oorlog zo nu en dan gehoord. In de brieven aan het thuisfront zit geregeld een komische passage, die tevens ontroert doordat de bittere toestanden waarin de schrijver verkeert tegelijkertijd op beeld vertoond worden. De combinatie van het sprankje hoop tezamen met het dieptreurige besef van de gruweldaden die verricht zijn, keert ook aan het einde weer terug als getoond wordt hoe bij de voormalige loopgraven nu bomen op de lijken groeien.

© Herman Helle

© Herman Helle

Kamp 
Kamp is een stuk grimmiger van aard. In deze in grijstinten gehulde, fragmentarische voorstelling zijn de spelers stil en laten zij de beelden voor zich spreken. Ook het spel toont dat deze voorstelling een ernstige zaak is. Waar De Grote Oorlog wel kleur bekent en het plezier van de makers in het spelen door het spel heen schemert, worden de handelingen in Kamp op routinematige wijze verricht, waarbij een analogie met de dwangarbeid in de concentratiekampen al snel opkomt. Op kunstige wijze zijn deze in miniatuur op de vloer van het theater verrezen, waarbij enkel de maquettes van Kamp al een groot schouwspel maken. De kracht van deze voorstelling is de simplistische doch doeltreffende wijze waarop de situaties die zich in de strafkampen afgespeeld hebben verbeeld worden. Zo worden vrachten aan mensen uit de binnenkomende treinen geladen. Het besef van de gruweldaden die verricht zijn komt op deze wijze des te harder binnen. Maar ook in Kamp wordt naast de onmenselijkheid de menselijkheid verbeeld. Gearmd dansen Duitse soldaten tussen de gruwelen door.
Bij Kamp zijn geen grootse geluidseffecten benodigd. De geluiden die klinken worden op het toneel door de spelers zelf geproduceerd. Het slaan van een mini-microfoon tegen de grond verklankt op akelig indringende wijze een afranseling. In De Grote Oorlog zijn de beelden gedienstig aan de ontroerende brieven van de soldaat Prospert. Het geluid speelt in deze voorstelling de sterren van de hemel, een knap getimed staaltje kunst die door componist Arthur Sauer ter plekke door een variëteit aan middelen wordt geproduceerd. Vol overgave neemt hij deel aan het samenspel.

Bij Hotel Modern krijgt simultaniteit een nieuwe lading. Als publiek kom je ogen te kort door het spel van de makers dat zich op de vloer afspeelt onderwijl de beelden gecreëerd worden. Tijdens Kamp wist ik niet meer waar ik kijken moest doordat het grote overzicht op de vloer net zo fascinerend was als de close-ups op het achterdoek, waar de situaties in het kamp filmisch verbeeld worden. De kunstig gemaakte unieke honderden poppetjes werden met hun verdwaasde gezichtsuitdrukking, alsof ook zij niet konden bevatten wat hen overkwam, op het scherm tot leven gebracht. En dan dooft het licht al op vredige wijze terwijl slaapgeluiden klinken. Ik ben nog lang niet uitgekeken.

De Grote Oorlog is vanaf juli tot en met december weer te zien in Nederland.

Film / Films

Meditatief kunstenaarsportret

recensie: Gerhard Richter Painting

Hij is één van de grootste nog levende schilders. In de afgelopen jaren hield hij exposities in onder meer het Parijse Centre Pompidou en Tate Modern in Londen. Corinna Belz onderzoekt hoe Gerhard Richter tot zijn kunst komt en legt dat vast in deze documentaire.

~

Dikke lagen verf smeert Gerhard Richter – toen 76 jaar – op zijn schilderijen. Hij schildert nat op nat, mengt en laat kleuren in elkaar over lopen. Hij lijkt zijn verf als een stukadoor uit te willen smeren, om vervolgens weer verf van het doek te halen. Hij gebruikt heldere kleuren; geel, rood, wit, blauw en zwart, maar wanneer zijn werken af zijn, vloeien de kleuren in elkaar over.

Gerhard Richter Painting bevat lange scènes waarin Richter schildert. Hij bekijkt zijn werk in wording en brengt intuïtief zijn kwast aan het doek. Soms moet hij het werk een dagje laten rusten. Hij kan het niet verklaren: hij heeft geen vooropgezet plan, hij gaat op zijn gevoel af en laat zich leiden door zijn artistieke intuïtie. Toch heeft hij wel wát voor ogen: een kleurrijk schilderij, bijvoorbeeld. Maar dat komt nogal grijs uit het proces. Later verft hij het wit, in de galerie waar het tentoongesteld gaat worden.

Bewustzijn


~

Gerhard Richter, de man die acht grijze schilderijen verschillend kan laten lijken, is een beetje een enigma. Hij zegt niet veel over zijn kunst. Een kunsthistoricus die over het automatisme begint, krijgt hem enigszins aan de praat, maar ook dan praat hij niet honderduit. Liever lijkt hij te creëren. Van de camera wordt hij nerveus.

Deze spanning levert één van de mooiste momenten van de film op. Richter loopt vast: hij weet niet of hij blauw over een schilderij moet smeren. Belz’ aanwezigheid en haar camera maken hem te bewust van zijn schilderproces. Hij stopt voor de dag. Het is een mooi, intiem moment.

De meester aan het werk


Hoewel Belz enkele fragmenten waarin Richter uitweidt over zijn kunstenaarschap in haar documentaire heeft opgenomen, ligt de nadruk niet op een theoretische interpretatie van zijn kunst. We zien de kunstenaar aan het werk. Af en toe geeft hijzelf of iemand anders (zijn vrouw, een galeriehoudster of één van zijn assistenten) wat commentaar, maar het mooiste zijn de lange, haast meditatieve schilderscènes: de meester aan het werk.

Film / Films

Vooruitgang door eerlijkheid

recensie: Short Term 12

Grace is samen met haar vriendje leidinggevende in een tehuis genaamd Short Term 12, voor tieners die uit huis gezet zijn. ‘You’re not their parent, you’re not their therapist, you are here to create a safe environment and that’s it.’ vertelt Grace een nieuwe werknemer aan het begin van de film. Wat volgt is een fantastisch verhaal over vriendschap, liefde en jeugdproblematiek.

‘You’re not their parent, you’re not their therapist, you are here to create a safe environment and that’s it.’ vertelt Grace een nieuwe werknemer aan het begin van de film. Wat volgt is een fantastisch verhaal over vriendschap, liefde en jeugdproblematiek.

Dat regisseur Destin Daniel Cretton ook in een tehuis voor moeilijke tieners heeft gewerkt zie je voortdurend terug in de gedetailleerdheid en natuurlijkheid van de film. De inrichting van het opvanghuis voelt authentiek; de kinderen lijken voornamelijk zichzelf te spelen met al hun talenten en tekortkomingen, en ook de rol van Grace, fenomenaal neergezet door actrice Brie Larson, wordt gekenmerkt door dezelfde geloofwaardigheid. Iemand die op deze wijze een gelaagd personage kan neerzetten dat humorvol, onopgesmukt en liefdevol is, en tegelijkertijd zichtbaar vol zit met onverwerkte emoties en dit er óók nog natuurlijk uit kan laten zien, verdient het om een groot talent genoemd te worden. Dus bij dezen: Brie Larson is een groot talent.

Pure vriendschap
Grace krijgt in het begin van de film te horen dat ze zwanger is, waarna ze direct naar de dokter gaat om een abortusafspraak te maken. Thuis wacht ze een tijdje voordat ze haar vriendje Mason vertelt over haar zwangerschap, en het gegeven dat ze haar kind wil laten weghalen laat ze achterwege. Ze blijft zich met hetzelfde enthousiasme inzetten op haar werk, maar langzaamaan beginnen haar persoonlijke problemen haar parten te spelen. Dit alles komt in een stroomversnelling als de lastige Jayden in het tehuis komt wonen. Ze is een slim en artistiek meisje dat af en toe agressief kan reageren. Grace herkent in haar een vroegere versie van zichzelf en bouwt een steeds sterkere band met haar op.

~

In essentie is Short Term 12 een pleidooi voor pure vriendschap. Een vorm van vriendschappelijkheid zonder dat je iets terugverlangt van de andere partij. Dit lijkt simpel, maar dat is het niet. Als je geen onvoorwaardelijke vriendschap gewend bent, zoals Jayden, is het moeilijk om te accepteren dat iemand gewoon aardig wil zijn zonder dat hij of zijn daar bijbedoelingen bij heeft. Als je dan ook nog eens een lastige jeugd hebt gehad wordt het nog moeilijker. Ook voor Grace lijkt vriendschap niet altijd een vanzelfsprekendheid.

Openheid
Mensen kunnen in hun tienerjaren tegen verschillende problemen aanlopen, sommige wat ernstiger dan andere. Regisseur Cretton laat de kijker zien dat we hierover niet te snel een oordeel mogen vellen. Openheid speelt in Short Term 12 een belangrijke rol. Grace vertelt de kinderen de hele tijd dat ze eerlijk over hun gevoelens en problemen moeten praten, maar weet zelf hoe moeilijk dat is. Het is pas nadat ze, na lang twijfelen, zelf eerlijk is tegen haar vriendje Mason over haar zwangerschap, abortus en gevoelens, dat ze haar eigen problemen kan oplossen en verder kan gaan met haar leven en toekomst.

Short Term 12 is een realistische film geworden over pure vriendschap, liefde, jeugdproblemen en mensen niet te snel een label geven. Een film waarin de personages je het ene moment kunnen laten lachen en het andere moment laten huilen zonder dat het geacteerd over komt. Ondanks deze achtbaan van emoties voelt de film geen enkel moment geforceerd aan. Tel hier het fenomenale en natuurlijke acteerspel van Brie Larson bij op, en je hebt een film die veel mensen op een positieve manier zal raken.

Boeken / Fictie

De kracht van de suggestie

recensie: Jan Siebelink - De blauwe nacht

De blauwe nacht sluit met Siebelinks terugkerende thema’s en suggestiviteit naadloos aan op de rest van zijn oeuvre. In deze roman bereikt zijn suggestieve stijl een hoogtepunt.

Hoofdpersonage Simon Aardewijn bevindt zich in het Parijs van de jaren zestig, waar een politieke oorlog woedt over de onafhankelijkheid van Algerije. De stad ligt in puin, publieke aanslagen en explosies zijn dagelijks nieuws. In deze chaos leeft Simon een relatief rustig leven als gelukkig getrouwde man op leeftijd en een zeer geliefde vader van een volwassen dochter. Totdat hij zelf getuige is van een bomaanslag. Deze explosie zelf speelt verder geen grote rol in het verhaal; de ontmoeting met de vrouw die hij kort daarvoor ontmoet blijkt een veel grotere aanslag op zijn leven.

Alom geliefd
Vlak voor de aanslag op het terras van Brasserie Le Bonaparte ontmoet Simon de veel jongere Judith, die al snel interesse in hem toont. De aanslag is voor hen een aanleiding om opnieuw contact te zoeken, wat al snel leidt tot een hartstochtelijke affaire. Bij deze enkele verhouding houdt Simon het gedurende die tijd niet, hoewel hij niet altijd even content lijkt met de aandacht die hij krijgt. Het is een herkenbaar karakter uit eerdere boeken van Siebelink: een dandyeske verschijning aan wie de vrouwen zich opdringen.

Zelfs zijn dochter Elsa schenkt opvallend veel aandacht aan Simon en geeft zelfs toe jaloers te zijn op zijn minnares. De vrouwelijke personages in het boek lijken allen te moeten strijden om Simons aandacht. Simon heeft er zijn handen vol aan, dat terwijl hij zich eigenlijk zou moeten richten op zijn dissertatie over het fin de siècle, die uiteindelijk op niets uitloopt (een herkenbaar motief uit de roman Vera). Simon bereikt zijn doel niet, voornamelijk omdat hij te druk bezig is met zijn eigen gedachtes en gevoelens te analyseren. Hij verzandt in eindeloze speculaties over zijn eigen karakter, leeft dermate in zijn hoofd dat de dingen die hij denkt te doen en de dingen die hij doet, richting het einde van het verhaal steeds moeilijker van elkaar te onderscheiden zijn.

Innerlijke reflectie
De blauwe nacht barst van de uitwijdingen over de Parijse geschiedenis en de Franse literatuur. Siebelinks enthousiasme hierover voert soms net iets te ver: de overvloedige details over Parijse straten, merken en Franse schrijvers komen de leeservaring niet altijd ten goede. Gelukkig is dit niet het geval in de meest interessante passages, te weten de momenten waarin de omgeving vertroebelt en het verhaal zich naar binnen keert, naar het fascinerende brein van Simon Aardewijn, dat altijd bezig is een strijd te leveren:

Niet eerder had hij de sensatie dat hij bezig was een verkeerde richting in te slaan. Het stuur werd warm in de greep van zijn hand. Een machtig voldaan gevoel. Hij heerste over zijn bestaan, maar dat voldane in hem wilde hij aantasten. Zweetdruppeltjes liepen van zijn voorhoofd in zijn ogen. Hij voelde afkeer, wilde zich afwenden van zichzelf. Hij voelde zich leeg en ontaard.

Tegen het einde van het verhaal worden de gedachten van Simon troebeler, zijn handelingen onduidelijker. Hier doet Siebelink wat hij het beste kan: de lezer in het ongewisse laten door suggestief te zijn. In de laatste hoofdstukken bereikt deze onverzadigende maar fascinerende schrijfstijl een hoogtepunt, wat een hallucinerend effect oplevert. Simon laat zijn ongrijpbare wereld achter zich, vlucht in het niets. De lezer blijft gedesoriënteerd achter.

Boeken / Non-fictie

Encyclopedie van de Europese cultuur

recensie: Pieter Steinz - Made in Europe

Met alle tegenstellingen in de EU is samenhang soms ver te zoeken in Europa. Pieter Steinz gooit het over een andere boeg. Niet wat de Europese landen onderscheidt, maar juist wat ze bindt staat centraal in zijn nieuwe werk Made in Europe.

Steinz project was geen gemakkelijke opgave. Wat begon als een serie columns in het NRC en een website gewijd aan het project, mondde uit tot het meer dan 400 pagina’s tellende verzamelwerk dat Made in Europe is. De tijd drong voor Steinz, die vorig jaar te horen kreeg dat hij aan een agressieve vorm van ALS lijdt. Inmiddels is hij niet meer tot spreken in staat. Toch moest en zou dit boek er komen. Het geeft een bittere bijsmaak aan het fenomenale resultaat.

Brede opvatting van cultuur
Steinz benadert de Europese cultuur in al haar facetten. Natuurlijk komen gevestigde namen als Van Gogh, Tolstoj, Shakespeare, Wagner, Kafka, Michelangelo en Beethoven aan bod. Belangrijke kunst- en bouwwerken als Het Lam Gods, Fabergé-eieren, de Eifeltoren, Het Melkmeisje, de Sixtijnse Kapel en de Rietveldstoel worden besproken. En ook verworvenheden als de boekdrukkunst, het humanisme, de Nobelprijs voor de Literatuur, het periodiek systeem der elementen en het ontstaan van musea, passeren de revue.

Maar Steinz durft ook buiten de traditionele canon te kijken en beschrijft ook minder voor de hand liggende fenomenen als wezenlijk voor de Europese cultuur. Zo wijdt hij ook hoofdstukken aan LEGO, Kraftwerk, Wedgwood, ABBA, Monty Python’s ‘Flying Circus’ en La DS van Citroën. Deze verfrissende invalshoeken maken Made in Europe uniek. Hoge en lage cultuur, zo toont Steinz aan, staan niet op zichzelf, maar zijn verwikkeld in een voortdurende wisselwerking.

Indeling
Veel (cultuur-)historische boeken hebben de neiging om de geschiedenis per periode te bespreken. Steinz kiest voor een andere invalshoek; zijn onderwerpen zijn alfabetisch geordend. Hij brengt structuur aan in zijn web van teksten door dwarsverbanden te highlighten. Zo worden die als het ware hyperlinks, maar dan op papier. Made in Europe is doorspekt met deze dwarsverbanden en dat is wat het boek zo krachtig maakt. Steinz laat de samenhang zien tussen culturele uitingen. Hiervoor is een chronologische volgorde niet nodig.

Als er iets duidelijk is na het lezen van Made in Europe, dan is het wel dat de Europese cultuur onuitputtelijk is. Hoewel Steinz zijn best doet zo compleet mogelijk te zijn, ontbreken er toch grote namen als Kant, Nietzsche, Dostojevski, Anne Frank en Oscar Wilde, of worden zij slechts terloops genoemd. Dergelijke gaten zijn echter onontkoombaar; de Europese cultuur is nooit ‘af’ en Steinz heeft een selectie moeten maken om te zorgen dat het boek niet uit zijn voegen barst. Concluderend heeft Steinz een meesterlijke prestatie geleverd met dit onmisbare naslagwerk.