Kunst / Achtergrond
special: Het eindejaarslijstje van de 8WEEKLY Kunstredactie

Top 10 beste tentoonstellingen van 2014

.

Marlene Dumas, The Wall, 2009. Foto: www.stedelijk.nl
Marlene Dumas, The Wall, 2009. Foto: www.stedelijk.nl

1. Marlene Dumas – The Image as Burden, Stedelijk Museum Amsterdam

Met deze grote tentoonstelling van een van de beroemdste hedendaagse Nederlandse kunstenaars heeft het Stedelijk een grote primeur. Dumas’ schilderijen, veelal geïnspireerd op confronterende beelden uit de persfotografie, manipuleren de toeschouwer en nemen deze mee in een diepe emotionele beroering.
Nog te zien t/m 4 januari 2015 – Lees de recensie: Opzettelijk subjectief, onbedoeld chaotisch

2. Mark Rothko, Gemeentemuseum Den Haag
Het Gemeentemuseum toont een uniek overzicht van het werk van abstract expressionist Mark Rothko. Niet alleen Rothko’s zinnenprikkelende klassieke werken zijn te zien, maar ook zijn weg naar deze abstractie wordt getoond met vroeg figuratief werk. De bezoeker kan op deze manier niet alleen in vervoering gebracht worden, maar ook meer kennis over de kunstenaar opdoen.
Nog te zien t/m 1 maart 2015 – Lees de recensie: De weg naar emotie in abstractie

Johannes Moreelse, Democritus ca. 1630, Centraal Museum Utrecht
Johannes Moreelse, Democritus ca. 1630, Centraal Museum Utrecht

3. Emoties – Geschilderde gevoelens in de Gouden Eeuw, Frans Hals Museum

In de Gouden Eeuw werd het afbeelden van emotie in een schilderij gezien als het moeilijkste onderdeel van de schilderkunst. Het realistisch weergeven van de gemoedstoestand van een figuur werd dan ook zeer gewaardeerd. Deze veelzijdige tentoonstelling toont de overredingskracht en het artistieke talent van de zeventiende-eeuwse meesters. De bezoeker krijgt een kijkje in het dagelijks leven uit de Gouden Eeuw en de toen geldende normen en waarden.
Nog te zien t/m 15 februari 2015 – Lees de recensie: Gemengde gevoelens

4. Meer macht, Museum de Fundatie

In de tentoonstelling Meer macht onderzoekt criticus Hans Den Hartog Jager met werk van o.a. Steve McQueen, Ai Weiwei, Joseph Beuys en Yael Bartana of hedendaagse kunst nog invloed kan uitoefenen op de maatschappij. Kunstenaars kunnen streven naar macht, maar dit overstijgt vrijwel nooit de muren van de kunstwereld.
Lees de recensie: Macht binnen de muren van kunst

Meester van de Aanbidding te Antwerpen, Aanbidding der Koningen, ca. 1500-1530, Zuidelijke Nederlanden. Collectie KMSKA.
Meester van de Aanbidding te Antwerpen, Aanbidding der Koningen, ca. 1500-1530, Zuidelijke Nederlanden. Collectie KMSKA

5. De ontdekking van de wereld, Rijksmuseum Twenthe


De ontdekking van de wereld toont grootheden als Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en Albrechts Bouts. Kostbare miniwerkjes uit de vijftiende en vroege zestiende eeuw zijn op de juiste manier in de spotlights gezet, waarbij frisse muurteksten het verhaal van de tentoonstelling vertellen. Een mooie balans, die ervoor zorgt dat er voor de bezoeker iets nieuws te ontdekken valt.
Nog te zien tot 4 januari 2015 – Lees de recensie: Emotioneel inleven in Jezus, zijn moeder en Jan

6. Jeff Wall: Tableaux Pictures Photographs 1996-2013, Stedelijk Museum Amsterdam

Uitstekende werken, uitstekende hoeveelheid werken en een uitstekende hoeveelheid informatie bij de werken maken Jeff Wall: Tableaux Pictures Photographs 1996-2013 niet uit welke top 10 dan ook weg te denken. De nauwkeurig uitgedachte fotowerken vertoonden meer gelijkenis met klassieke schilderijen dan met werk van andere fotografen.
Lees de recensie: Schilderijen, films en reclames

Zaaloverzicht. Foto: www.uitinnoordholland.nl
Zaaloverzicht. Foto: www.uitinnoordholland.nl

7. From the Guggenheim Collection to the Cobra Museum, Cobra Museum

De tentoonstelling From the Guggenheim Collection to the Cobra Museum of Modern Art bood het Nederlandse publiek een uniek kijkje in de collectie abstracte kunst uit de periode 1949-1960. Verschillende stromingen binnen deze periode worden belicht door werk van bekende kunstenaars als Mark Rothko en Jackson Pollock, maar het waren juist ook de minder bekende werken die de bezoeker wisten te verrassen en te intrigeren.
Lees de recensie: Cobra ontmoet Guggenheim

8. Richard Mosse – The Enclave, Foam

Met zijn project The Enclave verbeeldt Richard Mosse het geweld van rebellen tijdens de bloederige burgeroorlog in Congo. Waar oorlog normaal voor afschrikwekkende beelden zorgt, maakt Mosse het tot iets mythisch, iets moois.
Lees de recensie: De schoonheid van het conflict

Damien Hirst, Memento (Butterfly), 2008, Monique Zajfen Collection
Damien Hirst, Memento (Butterfly), 2008, Monique Zajfen Collection

9. Damien Hirst – Memento Mori, Gemeentemuseum Den Haag

Tussen de grijnzende schedels van Damien Hirst, afgewisseld met zijn felgekleurde vlinders, wordt de dood als realiteit ontdaan van de gebruikelijke mystieke metaforen. Dit is wat het is. De imponerende beelden van Hirst tonen in samenhang met de doodsgrafiek van de negentiende-eeuwse kunstenaars Rodolphe Bresdin en Odilon Redon de ontwikkeling in verbeelding door de eeuwen heen. Een troostrijk stiltecentrum voor fijnproevers.
Lees de recensie: Met de dood voor ogen

10. Robert Zandvliet – Stones & Sketches, tekeningen en schilderijen, De Pont

De tentoonstelling Stones & Sketches en het werk van Zandvliet in het bijzonder valt het best uit te leggen aan de hand van het motief van de achteruitkijkspiegel (Rückblick, zoals er onder een van deze schetsen staat). Een achteruitkijkspiegel verbindt twee zaken met elkaar, ze overbrugt en fungeert als een metafoor. Ze brengt dat wat achter je ligt samen met dat wat voor je ligt en dat doet ze in het nu. Dat is precies de kracht van de tentoonstelling en de reden dat geen van de werken slechts gelegitimeerd wordt door de context die ze bieden. Elke serie is een metaforische achteruitkijkspiegel en al het werk bij elkaar is intrigerend als een eindeloos spiegelparadijs.
Nog te zien tot 4 januari 2015 – Lees de recensie: Een stapje hoger op de meta-ladder

Muziek / Achtergrond
special: De Staat - Vinticious Versions

Een tijdloos geluid

Na drie goed verkochte albums, een optreden op Glastonbury en een kast vol 3FM Awards, zou logischerwijs een Best of-plaat volgen. Maar niet bij De Staat.

Geen verzamelalbum of EP met akoestische versies voor De Staat. Wie Nederlands grootste Underground-formatie met een gitaartje rondom een kampvuur wil zien, heeft pech. De Nijmeegse rockers, onder leiding van zanger Torre Florim, lenen zich niet voor dat soort praktijken. Vinticious Versions EP bevat bewerkingen van eerder uitgebrachte nummers op Wait for Evolution (2009), Machinery (2011) en I_CON (2013). De kortspeler neemt je mee op een tocht langs een allegaartje van stijlen: van soul tot onvervalste hip-hop.

Op de acht nummers die de EP rijk is, wordt vaak geknipoogd naar de jaren ’60 en ’70. Florim heeft geprobeerd een zo compromisloos mogelijk beeld te schetsen, geïnspireerd door Harry Belafonte, George Baker en nummers uit een gemiddelde Tarantino-film. Een tijdloos en vintage geluid – vandaar de titel Vinticous Versions. ‘Input Source Select’ is daarbij het hoogtepunt, waarbij het vijftal het nummer ombouwt tot een heuse ode aan de Beastie Boys.

Ook noemenswaardig zijn ‘Down Town’, waarbij Florim gromt op een zware, soulvolle beat en ‘Wait For Evolution’, waar de band onverwachts keihard op de rem gaat staan. Toch zijn niet alle nummers goede verbeteringen. Zo voelen ‘All Is Dull’ en ‘Devil’s Blood’ eerder aan als gepolijste versies van het origineel, dan nieuwe vintage composities. Al bij al weten de mannen verrassend uit de hoek te komen. Geen Best-of of akoestische verzamelaar dus. Helemaal De Staat-proof.

Boeken / Fictie

Ergens op het kruispunt tussen klassiek en modern

recensie: Paul Verlaine (vert. Peter Verstegen) - Honderd gedichten

Paul Verlaine (1844-1896) is iemand die geregeld opduikt in de literatuurgeschiedschrijving, bijvoorbeeld omdat hij een grote invloed had op Martinus Nijhoff, een van de grondleggers van onze moderne poëzie.

Ondanks zijn grote naam is Verlaines werk vrij lang niet beschikbaar geweest in het Nederlands. De laatste bloemlezing, Een droom vreemd en indringend, dateerde alweer van 2002 en was al geruime tijd niet meer verkrijgbaar. Vergelijk dat eens met zijn minnaar Arthur Rimbaud, wiens verzamelde poëzie nog steeds in Nederlandse vertaling te koop is. Gelukkig is het boek uit 2002 als herziene uitgave opnieuw opgedoken, onder de titel Honderd gedichten.

Visueel


Honderd gedichten
is volgens de inleiding een keuze uit de ruim duizend (!) gedichten die van Verlaine bekend zijn, waarvan een flink deel niet al te interessant zou zijn. De selectie die in deze nieuwe bloemlezing gepresenteerd wordt, doet in elk geval representatief aan. Ze vertegenwoordigt de verschillende gedaantes van deze dichter: Verlaine als decadent, als chroniqueur van heteroseksuele, homoseksuele  en lesbische liefdes, als neoclassicus, als vormvernieuwer, enzovoort. Verlaine de christen komt er echter bekaaid vanaf. Er is opvallend genoeg maar één gedicht uit Sagesse vertaald, terwijl die bundel verschillende keren in de aantekeningen genoemd wordt. Vertaler Peter Verstegen excuseert zich hier weliswaar voor; de christelijke lyriek van Sagesse ligt hem naar eigen zeggen niet, maar opvallend blijft het wel.

De (hernieuwde) kennismaking met Verlaine is opvallend fris. In tegenstelling tot dat van veel van zijn tijdsgenoten, is zijn werk nauwelijks gedateerd, maar zonder te verraden dat het niet in deze tijd is geschreven. Verlaines poëzie is geregeld modern op een manier waarop die van Nijhoff en Rimbaud ook modern is: door een nadruk op het visuele, het plastische. De beklemmende of geestverruimende waanbeelden van Rimbaud zijn ver weg, maar in Honderd gedichten is menig fraai beeld te vinden:

Schelpen, in de grot ingebed
Waar wij elkaar in de armen vielen,
Ze hebben elk hun eigenheid.

[…]

Die [schelp] heeft de gratie van je oortje
Knap nagebootst en die het roze
Van jouw mooi halsje, ’t dikke, korte;

Maar er was er een die me deed blozen.

Veel van de technieken die Verlaine gebruikt zijn inmiddels gemeengoed in de Nederlandse én internationale poëzie, maar doen nog steeds fris aan. Hij maakt onder meer van de buitenwereld een spiegeling van de binnenwereld van de ‘ik’, zoals in zijn bekendste gedicht, dat begint met de regels ‘Weer huilt het in mijn hart / Zoals het buiten regent’. Nijhoff bijvoorbeeld nam dit procedé over van Verlaine. Opvallend modern aan Verlaines gedicht is overigens dat hij zich niet zozeer op een natuur-, maar een stadsbeeld beroept: ‘O zacht regengeluid / Op straat en op de daken!’ Zo bevindt deze poëzie zich op een kruispunt tussen klassiek aandoend (natuurbeelden) en modern (geen ongerepte natuur: de mens is duidelijk aanwezig).

Voorbeeldige uitgave

De aantekeningen achter in de bundel zijn van niveau. Vertaler Verstegen geeft per bundel iets korts weer over het boek waar de gedichten uitkomen. Per gedicht geeft hij vaak een parafrase van de inhoud, verklaart hij de mogelijk duistere verwijzingen en haalt hij en passant enkele vertaalmoeilijkheden aan. Daarnaast krijgt de lezer tussendoor ook een beknopte biografie van Verlaine mee, en dat is erg fijn gezien de beste man een fascinerend leven had.

Op het grotendeels afwezig zijn van Verlaines christelijke poëzie na, is Honderd gedichten een voorbeeldige uitgave van vertaalde, non-contemporaine poëzie. Als honderd gedichten plus uitvoerig commentaar je het gevoel geven dat je echt een overzicht van Verlaines oeuvre hebt gekregen, is deze bloemlezing al geslaagd. Dat oeuvre blijkt bovendien divers, rijk en nog altijd uiterst leesbaar te zijn.

Boeken / Achtergrond
special: De 8WEEKLY-boekenredactie selecteert de beste boeken van het afgelopen jaar

De beste boeken van 2014

.

Nederlandse en vertaalde romans, poëzie en non-fictie: zoals je van de boekenredactie van 8WEEKLY mag verwachten is de eindejaarslijst een afwisselende verzameling geworden met prachtige titels.

André van Dijk)
Nu we zo ongeveer alles weten van WOII en de Holocaust blijft als enige de onbeantwoorde Warum-Frage over. Martin Amis probeert daar greep op te krijgen door een overrompelende roman te schrijven over liefde, leven en dood in een nazivernietigingskamp. Een literair hoogstandje: snoeihard en emotioneel, brutaal en hilarisch, maar vooral van een aangrijpende dichtbijheid.

Maartje Wortel – IJstijd (Eva Heijnen)
IJstijd is een verhaal over de liefde, over het schrijverschap maar vooral: een zoektocht van de hoofdpersoon om zijn leven zin te geven. Want de hele dag Franse kazen eten en dure wijn drinken is ook niet alles. Met haar meeslepende stijl en droge humor weet Maartje Wortel deze grote thema’s prachtig te omvatten, wat niet zelden leidt tot herkenbare situaties.

Simone de Beauvoir Misverstand in Moskou (Inge Cohen Rohleder)
Misverstand in Moskou is zowel qua taal als qua diepgang van een grote schoonheid. De elementaire menselijke angsten en twijfels worden zonder opsmuk beschreven op een wijze die bij de lezer de behoefte doet ontstaan meer van Simone de Beauvoir te lezen – zowel haar romans als haar filosofische werk.

Elliot Perlman – Wat nooit is verteld (Madelon van Honk)
De vele demonstraties die in de Verenigde Staten hebben plaatsgevonden na de dood van Michael Brown en Eric Garner onderstrepen het belang van deze roman. Perlman drukt de lezer met een indrukwekkend, waargebeurd verhaal met zijn neus op de feiten: er is weinig verschil tussen hoe joden vroeger behandeld werden en Afro-Amerikanen nu behandeld worden; we hebben niks geleerd van de geschiedenis.

~

Een nieuwe Nederlandse striptekenaar die nog veel van zich gaat laten horen. Zonder filter is een persoonlijk verhaal over zelfrealisatie dat niet alleen goed geschreven is, maar ook opvalt door de gevarieerdheid aan stijlen. Het lukt Van Raffe ook nog om een groot verhaal ‘klein’ te houden.

Alfred Schaffer – Mens dier ding (Maarten Buser)
Voor boeken als Mens dier ding is het woord imposant uitgevonden. Schaffers zevende bundel is een soort roman in gedichten geworden, waarin hij het levensverhaal van de Afrikaanse dictator Sjaka Zoeloe (1787-1828) hervertelt. Via wilde vormexperimenten (er is een gedicht als een spelshow, en eentje als een interview) en bizarre anachronismen (Zoeloe zit ook op facebook) ontstaat een rijk geheel waar je je in vast kunt bijten.

Jim van Os – De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ (Kasper Nijsen)
De Dsm-5 voorbij! is een scherp betoog over een belangrijke vraag: hoe gaan we om met psychische kwetsbaarheid? Van Os ontrafelt praktische misstanden in de GGZ en de conceptuele verwarring rondom DSM-diagnoses. Bovendien geeft hij een aanzet tot een nieuwe aanpak, waarin het hokjesdenken vervangen wordt door aandacht en menselijkheid.

Lydia Davis – De taal van de dingen in huis (Emma Johnson)
Het korte verhaal wordt nog al te vaak niet als een volwaardig genre beschouwd, maar meer als vingeroefening voor langere verhalen. Een doodzonde. Gelukkig is daar Lydia Davis, die met De taal van dingen in huis maar weer eens bewijst dat ze met haar fijnzinnige taalgebruik een meester is in het overdragen van haarscherpe observaties.

~

Een boek waarvan het eerste deel al in 1933 verscheen, maar dat dit jaar pas voor het eerst naar het Nederlands is vertaald. Mann zag het als zijn magnum opus, maar het publiek vond het vierdelige werk grotendeels misstaan in zijn gerenommeerde oeuvre. Onterecht.  Josef en zijn broers is ook vandaag de dag nog een ontroerende, humoristische roman die uit ontelbare verworven lagen briljant is opgebouwd.

Trudy Dehue – Betere Mensen (Ralph Evers)
Zeer urgent boek over de leefstijlpolitiek: iedereen is verantwoordelijk voor zijn welzijn en prestatie en wie anders is, heeft een afwijking. De idee is dat mensen meer op hun gezondheid letten, de uitwerking is dat we steeds sneller gediagnosticeerd worden. Wie wil begrijpen hoe het komt dat er zoveel mensen met een afkorting of diagnose rondloopt, kan niet om dit boek heen.

Fredrik Sjöberg – De Vliegenval (Kim Balk)
Een prachtig uitgegeven boek waarin Fredrik Sjöberg, bekend (zweef)vliegenonderzoeker, zijn passie onder woorden brengt door de lezer mee te nemen in zijn gedachtestroom. Dat levert een mix van essay, (auto)biografie, reisverhaal en natuurbeschrijving op; een persoonlijke tekst die het leven en de hartstocht onderzoekt. Zeer de moeite waard.

Boeken / Non-fictie

Gereïficeerde realiteit

recensie: Trudy Dehue - Betere mensen

Met de vraag wie abnormaal moet of mag heten, opent het nieuwe boek Betere mensen van de Groningse hoogleraar Trudy Dehue. Een uitzonderlijk relevant boek in een tijd waarin allerlei gedrag geëtiketteerd wordt en vervolgens gemedicaliseerd. Tevens een boek dat grondig is en veel maatschappelijke en wetenschappelijke krachten belicht. Een ieder die wil begrijpen hoe de vloedgolf aan stoornissen ontstaat doet er goed aan dit boek te lezen.

Een belangrijke term in dit boek is de term reïficatie. Dit betekent letterlijk: tot ding maken. Hierin wordt versluierd dat het om een menselijk maaksel gaat. Dehue zelf zegt over reïficatie:

Reïficeren is de borgpen van het complexe maatschappelijke proces waarin steeds meer mensen een psychiatrische diagnose krijgen. Haal de borgpen uit een systeem en je krijgt de onderdelen te zien waaruit het bestaat.

De mens maakt dus zelf zijn stoornis. De kwalijke kant aan reïficatie is dat iedereen wel eens ‘afwijkend’ gedrag vertoont. Wanneer dat vervolgens tot een stoornis wordt ‘gebombardeerd’ kom je als vrij individu in de spagaat terecht van afwijken of conformeren. Aanpassen kost ogenschijnlijk minder moeite. Binnen een meritocratie worden we op onze meriten afgerekend; conformisme ligt dan eerder voor de hand.

Meritocratie

De bepaling van de sociale status door prestaties, oftewel de meritocratie, is een kenmerkend fenomeen van deze tijd. We vinden dat ons leven in zekere mate maakbaar is. Succes of pech heb je aan jezelf te danken. Wanneer je moeite hebt met concentratie en daar is een medicijn voor, waarom zou je dit medicijn dan niet gebruiken? Wel, een van de effecten van ritalin (een medicijn dat veelvuldig voorgeschreven wordt in de behandeling van ADHD) is dat je kritiekloos wordt. Daarmee ondermijnt de medicatie je autonomie, je recht op (on)geluk.

Een met meritocratie in overeenstemming zijnde houding van de overheid is de introductie van leefstijlpolitiek, waarin we geacht worden onze eigen gezondheid ter hand te nemen. In hoofdstuk zes gaat Dehue uitvoerig in op wat ze de ‘paradox van de leefstijlpolitiek’ noemt. Kort gezegd komt dit er enerzijds op neer dat je gezondheid een keuze is, en anderzijds dat er overdiagnostiek ontstaat. Steeds meer gedrag gaat als afwijkend gelden en door een toenemende hoeveelheid therapieën en medicijnen is er voor een groeiend aantal (gereïficeerde) stoornissen een behandelmethode, hetgeen de zorgkosten weer doet stijgen.

Dystopie

In haar vorige boek De depressie-epidemie haalde Dehue een voordracht van Aldous Huxley aan. Een voordracht uit 1959, waarin Huxley teruggrijpt op zijn Brave New World. Door Dehues betrokkenheid en geestdrift leest dit boek ook af en toe als een dystopische roman. Hierin is de auteur niet de enige. Ze is voorgegaan door hoogleraren en psychiaters als Paul Verhaeghe (Einde van de psychotherapie en Identiteit) en Dirk de Wachter (Borderline Times).

Het verschil met deze boeken is de mildere toon die Dehue aanslaat. Ze ziet weinig kwaadwillendheid in de commercialisering van wetenschap, stoornis en medicatie. Hierin doet ze soms zelfs naïef aan, bijvoorbeeld wanneer ze het hoofd marketing van farmaciebedrijf Shire oprecht noemt in zijn frustratie over de moeilijkheid op de Europese markt te komen, evenals hun ethische verklaringen rondom mensenrechten, gelijke kansen, verantwoordelijkheid en duurzaamheid. De mensenrechten lijken tegenstrijdig met de bedrijfseconomische wens zoveel mogelijk winst te maken, wat neerkomt op zoveel mogelijk klanten werven.

Wetenschap

Dehue blinkt uit in haar kritische kijk op hoe wetenschap wordt geleerd aan universiteiten en uitgevoerd in de laboratoria. In een tijd waarin er door bezuinigingen steeds minder geld beschikbaar is voor het ‘kweken’ van kritische studenten is haar perspectief uiterst relevant. Veel onderzoek wordt bijvoorbeeld gesponsord door een belanghebbend bedrijf, waarbij steeds vaker deze sponsor onvermeld blijft.

Aan de hand van een aantal wetenschapsfilosofen legt Dehue uit hoe je kritisch naar wetenschap en haar resultaten kunt kijken. Ze gebruikt de idee van wetenschapsfilosoof Bruno Latour over het ontstaan van hedendaagse wetenschap. Latour beschreef de wetenschappelijke wereld als een wereld waarin bondgenoten belangrijk zijn. De wetenschapper met de invloedrijkste bondgenoten krijgt zijn resultaten het breedst gepubliceerd.

Over vrijheid

Het tegengif dat Dehue tegen alle ons bepalende ontwikkelingen inbrengt is de Verlichtingsfilosoof en liberaal John Stuart Mill. Haaks op de leefstijlpolitiek staat zijn uitspraak dat ‘iedereen ergens voor in de wieg is gelegd en dat een ieder dit zou moeten mogen ontdekken en ontwikkelen, of het nu om kleine of grote talenten gaat’. Daarnaast houdt Mill een hartstochtelijk pleidooi voor non-conformisme en excentriciteit: ‘Als we wachten totdat bijna alle mensen identiek zijn gemaakt is het te laat. Als je lange tijd geen afwijkende mensen hebt gezien, wordt variatie iets onvoorstelbaars en zelfs griezeligs.’ Met de afsluitende woorden van Mill sluit dit boek hoopgevend af.

In het kader van transparantie kan ik melden dat ik genoten heb van de colleges van Trudy Dehue in 2002, tijdens mijn studie psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Boeken / Non-fictie

Verhalen over dwarsdenkers

recensie: Steven D. Levitt en Stephen J. Dubner - Think like a freak (vert. Pon Ruiter)

.

Think like a freak is licht en vlot geschreven. De ideeën worden gepresenteerd aan de hand van anekdotes en voorbeelden, een beetje alsof je op een feestje met de mannen staat te kletsen. Dat was ook de insteek van Steven D. Levitt en Stephen J. Dubner, een econoom en een journalist. ‘Het enige wat wij in dit boek eigenlijk hebben gedaan, is verhalen vertellen, over een hotdogkampioen, een maagzweerdetective, een man die gratis operaties wil laten doen bij ’s werelds armste kinderen.’ Het zijn voorbeelden van mensen die door hun andere manier van denken en doen bijzondere dingen hebben bereikt. Het boek raakt diepere en complexe ideeën, maar gaat daar niet veel dieper op in. Toch word je wel aan het denken gezet.

Anders denken
Waarom schieten voetballers meestal in de hoek terwijl de statistieken uitwijzen dat je de hoogste kans op een doelpunt hebt als je de bal recht door het midden poeiert? Omdat je voor gek staat als de keeper niet duikt en je de bal recht in z’n handen schiet, daarom. En iedereen is weet van Nigeriaanse internetoplichters, toch? Dus waarom zouden ze in hun spam-mails zo open en bloot reppen over Nigeriaanse prinsen die hulp nodig hebben? Daar trapt niemand meer in, zou je denken. Toch wel.

Het basisidee uit Think like a freak is dat mensen vaak op een bepaalde manier denken en dat die manier het meest voor de hand en dus het minst origineel is. Door te blijven hangen in deze denkwijze kom je niet tot iets nieuws. Dus sporen Levitt en Dubner de lezer aan om nieuwe denkwijzen te omarmen. De hoofdstukken gaan – ondanks dat ze aansporen tot anders denken – niet altijd over hele originele zaken. Een onderwerp als ‘denken als een kind’, dat hebben we vaker gehoord. Daar tegenover staan echter hoofdstukken die de ‘vier moeilijkste woorden in onze taal’ behandelen, namelijk ‘ik weet het niet’, en waarin de positieve kant van ergens mee stoppen in beeld wordt gebracht. Zo wordt er verteld over een bedrijf dat werknemers na hun proefperiode een geldbedrag biedt om weg te gaan. Op die manier houden ze alleen werknemers over die echt voor het bedrijf willen werken en voor wie het niet enkel om het geld gaat.

Zeggen we zo vaak dat we het niet weten? Ja. Kinderen liegen al jong, wijst onderzoek uit. Experts liegen. Politici liegen. Wijnkenners liegen. Als iedereen liegt en er mee wegkomt, of er zelfs rijk mee wordt, wat is dan het voordeel van ‘ik weet het niet’ zeggen?

De prikkel om iets te onderzoeken komt pas als je niet langer doet alsof je antwoorden hebt terwijl je die niet hebt. Omdat de prikkel om net te doen alsof zo sterk is, is daar wel  enige moed voor nodig.

Amusante anekdotes
Daarnaast sporen de heren aan om niet alleen toe te geven dat je iets niet weet, maar om ook kritisch te bekijken of je überhaupt wel de goede vragen stelt. Ben je de oplossing aan het zoeken voor een symptoom of het grotere probleem? Zo geven ze concreet advies dat, wederom, niet heel vernieuwend is: 

Zorg ervoor dat je niet alleen het deel van het probleem oplost dat lawaaierig is en daardoor de aandacht trekt. Voordat je heel veel tijd en middelen ergens in steekt, moet je eerst echt het probleem definiëren of, nog beter, herdefiniëren.

De tips en de ideeën die worden aangedragen in Think like a freak getuigen misschien niet echt van dwars denken, maar de verhalen en de anekdotes die worden verteld zijn wel inspirerend en amusant. De mooiste uitspraak uit het boek komt van schrijver en econoom George Berhanrd Shaw: ‘Er zijn maar weinig mensen die meer dan twee á drie keer per jaar denken. De internationale faam die ik heb, berust op het feit dat ik een á twee keer per week nadenk.’

Muziek / Album

Feis rapt de blues

recensie: Feis - Hard van Buiten, Gebroken van Binnen

Feis heeft een rauwe, zeer herkenbare stem. Zo iemand wil je voor een strofe op je plaat. Inmiddels heeft deze ideale gastrapper eindelijk zijn eerste soloplaat uitgebracht.

Zoals de titel al aangeeft, beweegt Feis zich muzikaal en tekstueel tussen het straatleven (hard van buiten) en kwetsbaarheid (gebroken van binnen). Niet zelden verenigt hij die schijnbare tegenpolen op bijna terloopse manier: ‘Niggers, ik ben bekaf’. Zijn opvallende stem bevindt zich ook ergens tussen doorleefd en aggressief, een beetje intimiderend zelfs. Met zo’n stemgeluid kun je luid je plaats in de scene opeisen, maar ook de blues rappen. Feis kiest vooral voor de laatste richting.

Melancholie op trapbeats


De invloed van de Canadese rapper Drake is duidelijk terug te horen. Drake wisselt harde bangers af met introspectief, R&B-gekruid werk. Die polen liggen bij hem echter verder uit elkaar dan bij Feis. Laatstgenoemde houdt het tempo laag en de sfeer donker. Zelfs de posse cut waarop zijn Eckte Eckte-homies op komen dagen, is weinig extravert; zeggen dat de beat niet bepaald uit de speakers knalt, zou een understatement zijn.

De beats zijn met zorg in elkaar gezet. De basis wordt steeds gevormd door drums en bas, met daarover een piano- of synthesizermelodie. Het zijn de details waar die beats mee aangekleed worden die de instrumentatie naar een hoger niveau tillen; let bijvoorbeeld op de zachte, woordloze stem-samples op ‘Applausje / Ik Weiger’. Opvallendere toevoegingen zijn saxofoon en autotune, die de nummers vaak een net wat voller geluid geven. Bovendien blijkt melancholie ook prima te gedijen op ratelende trapbeats, die voor een scherp randje zorgen.

Feestjes en zorgen


De knappe instrumentaties vormen het fraaie fundament voor Feis’ verhalen, die vaak over feestjes gaan, maar ook over de schaduwkanten van het leven. Het refrein van ‘Het Moment’ is illustratief: ‘Vannacht is het gezellig, de ochtend hebben we spijt / Die zorgen zijn voor morgen, alles komt op zijn tijd / Ik geniet van het moment’. #YOLO gaat vergezeld van een knagend gevoel in het achterhoofd. Helaas is Feis als tekstschrijver vrij wisselvallig. Zijn openhartigheid is soms indrukwekkend, en hij komt af en toe met hilarische zinnen aanzetten (‘Al die niggers om haar heen, ze voelt zich zo Sinterklaas’). Maar hij komt ook geregeld met rare zinnen aan als ‘Daar is de wc / Ik weet niet of er ook papier is’. De teksten zijn helaas minder gefocust en uitgekiend dan de muziek, en dat is toch jammer.

Feis is niet altijd even scherp, en Hard van Buiten Gebroken van Binnen kent zijn mindere momenten. Tegenover ijzersterke nummers als ‘Let Maar Niet op Mij / Baby van een Hoer’ en ‘Excuses’ staan momenten waarop Feis gewoon minder indruk maakt. Dan gaat het gebrek aan de meer extraverte nummers een beetje tegenzitten. Iets meer dan een uur muziek is voor Feis nu nog net iets te lang om over de gehele linie te blijven boeien, maar hij komt er wel.

 

Muziek / Album

Degelijk

recensie: Dilated Peoples - Directors of Photography

Na acht jaar komt hip-hopcollectief Dilated Peoples met een nieuw album op de proppen. Directors of Photography is degelijk, maar kan zich niet meten met de echte toppers van dit jaar.

Directors of Photography is degelijk, maar kan zich niet meten met de echte toppers van dit jaar.

Het drietal uit Los Angeles, bestaande uit DJ Babu en rappers Rakaa Iriscience en Evidence (die het als solo-artiest ook niet onverdienstelijk doet), bestaat alweer meer dan twintig jaar en had de mogelijkheid om de eer van het underground label Rhymesayers hoog te houden na twee mindere releases van grote namen als Grieves en Atmosphere. Dat is de heren echter niet helemaal gelukt.

Te eenvormig


Weliswaar is Directors of Photography beter dan die andere twee, maar toch weet ook dit album nooit helemaal te overtuigen. Het ietwat monotone geluid van beide rappers en de lange speelduur zijn de grootste minpunten. Daar tegenover staan uitstekende beats van DJ Babu, die ervoor zorgen dat de aandacht van de luisteraar niet snel verslapt.

De heren laten meerdere malen horen dat ze er heus nog wel wat van kunnen. Op tracks als ‘Good As Gone’, ‘Show Me The Way’, ‘Trouble’ en ‘L.A. River Drive’ horen we drie oudgedienden die er nog steeds zin in hebben. Sowieso staan er (op de overbodige interludes na) geen slechte nummers op het album; het geheel is alleen net iets te eenvormig om boven het maaiveld uit te steken.

Monotoon


Wie Directors of Photography voor het eerst hoort, zal desalniettemin merken dat het bijna onmogelijk is om het album slecht te vinden. Op het eerste gehoor klinken de raps van Rakaa en Evidence namelijk heerlijk laid back, en zorgen ze in combinatie met de beats voor een fijne oldskoolsfeer. Het is echter pas na het beluisteren van meerdere nummers dat het begint op te vallen dat het de enige stijl is die ze hanteren om hun teksten over te brengen.

Die teksten gaan over hun liefde voor muziek, hun jeugd, optimisme, en natuurlijk over het feit dat beide rappers na jaren weer terug zijn, en beter dan ooit. De teksten zijn doorspekt met leuke vergelijkingen en woordspelingen (‘Forced to war like Muhammed Ali / shape the future like cash is clay / melt time / the Salvador Dali’), maar ook hier geldt: Dilated Peoples weet zich niet te onderscheiden van andere hiphopacts. Daarmee is Directors of Photography toch een kleine tegenvaller.

Muziek / Album

Nieuwe aanpak, hetzelfde liedje

recensie: Foo Fighters - Sonic Highways

.

Met hun achtste studioalbum Sonic Highways verlaten de Foo Fighters de gebaande paden van een albumopname. Zij doen maar liefst acht studio’s aan in de VS, in plaatsen waar volgens hen Amerikaanse muziekgeschiedenis ligt. Het idee is mooi, de uitvoering valt echter wat tegen.Eerste single ‘Something from Nothing’ is misschien nog net geen typische Foo Fighters-song. Na een rustig begin volgt de opbouw naar een verrassend ingehouden refrein. Een muzikaal en funky tussenstuk, en uiteindelijk toch de kreten zoals we die van Grohl gewend zijn. Tweede single ‘The Feast and the Famine’ past wat beter in het plaatje. Erg energiek, korte zinnen, strakke stops, op twee derde tijd voor de gitaarsolo, en een knallende outro. Waar de luisteraar nu uit op moet maken dat de nummers in respectievelijk Chicago en Washington zijn opgenomen, kan alleen beantwoord worden als goed naar de songtekst geluisterd wordt. Hier vinden we citaten, opmerkingen en delen uit de verhaallijn van de aflevering die Grohl tot een tekst smeedde. De invloed van de lokale muziekgeschiedenis uit de betreffende plaats ontbreekt echter in het muzikale gedeelte.

Vooral meer van hetzelfde


‘What Did I Do?/ God As My Witness’ is vrij opmerkelijk. Het nummer stopt halverwege, waarna het wordt voorgezet met evenals bij de start zang, piano en Taylor Hawkins met een korte drumopbouw. Nu is het thema echter niet meer ‘What Did I Do?’, maar ‘God is My Witness’. Zonder documentaire als achtergrondinformatie is deze tweedeling in twee aparte liedjes niet te bevatten. Ook het langzamere ‘Subterranean’ valt iets uit de toon. De in deze track gebruikte E-bow zorgt voor een strijkerseffect, en geeft het nummer zodoende wat extra rust. Verder wordt de verwachting van knallende rocksongs volledig ingelost. ‘In The Clear’ wordt gekenmerkt door een orkestrale opening en een rockend fefrein, ‘I Am A River’ is in een wat lager tempo, maar zakt weg in verveling met een half nummer als refrein. Na een akoestische gitaarintro volgt bij ‘Outside’ hierna ook weer een wall of sound, al blijft de zang hierbij rustig.

Te vertrouwd


De Foo Fighters zeggen een nieuwe weg te zijn ingeslagen, zien deze stap als vooruitgang, en willen nooit meer ‘gewoon’ een studioalbum maken. Sonic Highways is een liefdesbrief aan de Amerikaanse muziekgeschiedenis. Zonder de documentaire als acht uur durende clip is de cd echter gewoon weer een nieuw album, waarvan de band er nog zeer velen kan afleveren. Het is ook zoals de albumhoes goed weerspiegelt; bekende gebouwen laten zien waar de band geweest is, maar het oneindigheidssymbool is overal te ontdekken. De Foo Fighters draaien in een achtje met weliswaar prima, maar te weinig verrassende rock.

Boeken / Fictie

Kanon van 1300 pagina’s

recensie: Thomas Mann (vert. door Thijs Pollmann) - Jozef en zijn broers

Volgens Thomas Mann is Jozef en zijn broers zijn magnum opus. Het is tegelijkertijd waarschijnlijk zijn minst gelezen, minst populaire boek. Zeventig jaar na publicatie, is de roman nu voor het eerst naar het Nederlands vertaald. En dat is een aanwinst.

Jozef en zijn broers is een extreme uiteenzetting van de Bijbelgeschiedenis van Jozef. In vier delen en meer dan 1300 pagina’s beschrijft Mann in grootst mogelijke detail het eeuwenoude verhaal van de jongen in de put. Vijftien jaar deed Mann over het schrijven van het verhaal van deze egoïstische lieveling die het tot onderkoning van Egypte schopte. Voor geen enkel boek deed hij zoveel onderzoek als voor Jozef, zijn persoonlijke bibliotheek bevatte een heuse Jozef-afdeling, maar na publicatie bleef de lofzang waar Mann op hoopte bijna volledig uit.

Behalve de omvang van het werk, zag het publiek ook andere obstakels met dit onverwachte werk van de Duitse schrijver. Voor de keuze van religie en de Bijbel als onderwerp van een tetralogie haalden zowel tegenstanders als aanhangers de neus op. Niet verwonderlijk, een verhaal over de Joodse Bijbelgeschiedenis kon moeilijk een warm onthaal verwachten in het Nazi-Duitsland van de jaren dertig.  Vooral niet in combinatie met Manns kritische uitlatingen naar het fascisme. Maar ook decennia na publicatie, en zelfs nu nog, blijven Mann-lezers verdeeld over Jozef.

Ironie

De religieuze inhoud van Jozef  kon halverwege de vorige eeuw nog weerstand oproepen, maar de juist ironische en humoristische ondertoon waarmee Mann de Bijbel benadert kan de moderne lezer bijna niet ontgaan. Een humoristische verteller, een personage op zichzelf, die de lezer langs Jozefs geschiedenis begeleidt, heeft zichzelf als doelstelling opgelegd het verhaal te vertellen zoals het ‘werkelijk’ is gegaan. Vooral de interne discussies van de verteller in zijn zoektocht naar ‘de waarheid’ brengen op komische wijze het ontbreken van logica en absolute waarheden binnen mythen en fictie aan het licht.

Zo past de verteller graag ‘logica’ toe om de juiste aantallen en jaartallen binnen het verhaal scherp te stellen.  Dus is het logisch dat wanneer Jozef drie dagen in de put doorbrengt, hij drie jaar in de gevangenis zal zitten. ‘Helemaal zoals het zijn moest,’ spreekt de verteller dan met tevredenheid. Naarmate het verhaal vordert raken het inzicht en de logica van de verteller steeds verder met het verhaal verstrengeld. De verteller beargumenteert vanuit het heden aan de hand van zeven uiteengezette redenen waarom Jozef de vrouw van zijn Egyptische meester afwees. Even later benoemt Jozef deze redenen alsof hij ze zelf ter plekke bedenkt. Deze circulerende logica blijft op meesterlijke wijze ronddraaien tussen allen regels door. Uiteindelijk wordt zelfs de lezer het bewijs van de feitelijke juistheid van deze geschiedenis. Zijn wij immers niet zelf bij het sterfbed van Jakob aanwezig? Horen wij zijn woorden niet? Dat wij door het lezen getuigen zijn van het verhaal wordt langzaamaan het bewijs dat het ook zo is gebeurd.

Dood aan de Mythe

Dit is niet alleen een briljant staaltje verweving van Mann die de lezer doet duizelen, het is ook de schrijver zijn ultieme doel. Wie denkt dat Mann simpelweg een uit de hand gelopen obsessie voor het oude testament ontwikkelde, slaat de plank geheel mis. Het Bijbelverhaal is slechts een van de vele lagen binnen dit werk, slechts een instrument. Manns toon mag soms humoristisch zijn, zijn intentie is dat allesbehalve. Met Jozef had hij als doel om de Mythe als wapen, als middel om ideologieën te onderbouwen, geheel van kracht te ontdoen.

Mann schreef Jozef tussen 1922 en 1943, en terwijl de jongen als banneling door Egypte dwaalde op de pagina’s van zijn boek, vluchtte de schrijver zelf weg uit zijn geboorteland Duitsland. Uiteindelijk werd Mann een Amerikaans burger en bleef voor altijd vervreemd van Duitsland. Jozef was voor de schrijver veel meer dan een gedetailleerd Bijbelverhaal. In zijn ogen misbruikte het fascisme mythen en oude ideeën om de bevolking achter zich te scharen, en vooral om het tegen een ander volk te keren. Jozef was Manns magistrale antwoord hierop, of, zoals hij het zelf noemt: ‘de manoeuvre in een veldslag waarbij een veroverd kanon wordt omgedraaid en op de vijand gericht’.

Constante drang naar voortgang

Manns veldslag tegen de mythe bevatte veel meer wapens dan slechts ironie. Zijn demythologisering wordt tot stand gebracht door het menselijke maken, het individualiseren van alle personages, inclusief God. Zijn uiteenzetting van het Bijbelverhaal is voornamelijk een psychische uiteenzetting van de belangrijkste personen daaruit. Waar de hoofdrolspelers uit het Oude Testament vaak slechts fungeren als vlakke figuren waarmee een verhaal en betekenis worden overgebracht, zijn zij hier opeens individuele, complete mensen. Mann maakt van het Bijbelse verhaal een roman. Met een God vol onzekerheden die afhankelijk is van de mens, en een Jozef die niet slechts passief de wil van God opvolgt, maar regisseur wordt van zijn eigen leven.

Het personage Jozef, dat zich ontwikkelt van een narcistische puber tot een ontwikkelde, liefdevolle man die worstelt met zichzelf, zijn vader en God, vertolkt de kritische houding die Mann graag in de mensheid terugziet. Niet het dogmatisch volgen en accepteren van oude ideeën, maar een constante drang naar voortgang en ontwikkeling, de zoektocht naar de ik, is wat Mann als ideale levenshouding neerzet. Het is de erkenning van het individu en de bijbehorende verantwoordelijkheid die Mann bij Jozef neerlegt. Zoals de zelfreflecterende Jozef tegen de Farao zegt: ‘vorm en traditie worden werkelijkheid in iets unieks en individueels’. Maar ook een verantwoordelijkheid die Mann bij de lezer van zijn heden neerlegt:

Het onderscheid tussen de geest in het algemeen en die van het individu heeft bij lange na niet altijd zo’n invloed gehad als in het heden, dat wij verlaten hebben om van een ander heden te verhalen.

Van een goddelijke geschiedenis iets wonderschoons maken

Juist de vervorming tot een gelaagde roman is wat de tetralogie van Mann het lezen waard maakt. Iedereen kent het verhaal van Jozef en de put; Jozef wordt dan ook niet gelezen om de geschiedenis nog eens te horen, het wordt gelezen om het voor het eerst ‘echt’ te horen. De personages en de wereld waarin zij leven komen in al hun details tot leven. Mann blaast de levens op, soms tot groteske, theatrale proporties, maar zonder ooit de aandacht en verbazing van de lezer te verliezen. Daar komt ook nog bij dat het Egypte van Mann, met al zijn geuren, tradities en farao’s, pagina voor pagina tot een tastbare werkelijkheid wordt verwezenlijkt. 

De filosofische en theologische gesprekken tussen Jozef en zijn vader en tussen Jozef en de Farao behoren tot de beste van het hele werk. De verhoudingen tussen mens en God, tussen mythe en werkelijkheid, worden in verheven dialogen verpakt die het directe verhaal ontstijgen. Zelfs de personages lijken zich ervan bewust deel te maken van iets groters dan hun eigen verhaal, van het plan dat Mann met hen voor ogen heeft. Zo zegt Jozef na de langverwachte hereniging met zijn broers: ‘Hoe heb ik het gedaan? Ging het redelijk? Heb ik van de goddelijke geschiedenis iets wonderschoons gemaakt? Heb ik voor smakelijke details gezorgd?’.