Boeken / Non-fictie

Verhalen over dwarsdenkers

recensie: Steven D. Levitt en Stephen J. Dubner - Think like a freak (vert. Pon Ruiter)

.

Think like a freak is licht en vlot geschreven. De ideeën worden gepresenteerd aan de hand van anekdotes en voorbeelden, een beetje alsof je op een feestje met de mannen staat te kletsen. Dat was ook de insteek van Steven D. Levitt en Stephen J. Dubner, een econoom en een journalist. ‘Het enige wat wij in dit boek eigenlijk hebben gedaan, is verhalen vertellen, over een hotdogkampioen, een maagzweerdetective, een man die gratis operaties wil laten doen bij ’s werelds armste kinderen.’ Het zijn voorbeelden van mensen die door hun andere manier van denken en doen bijzondere dingen hebben bereikt. Het boek raakt diepere en complexe ideeën, maar gaat daar niet veel dieper op in. Toch word je wel aan het denken gezet.

Anders denken
Waarom schieten voetballers meestal in de hoek terwijl de statistieken uitwijzen dat je de hoogste kans op een doelpunt hebt als je de bal recht door het midden poeiert? Omdat je voor gek staat als de keeper niet duikt en je de bal recht in z’n handen schiet, daarom. En iedereen is weet van Nigeriaanse internetoplichters, toch? Dus waarom zouden ze in hun spam-mails zo open en bloot reppen over Nigeriaanse prinsen die hulp nodig hebben? Daar trapt niemand meer in, zou je denken. Toch wel.

Het basisidee uit Think like a freak is dat mensen vaak op een bepaalde manier denken en dat die manier het meest voor de hand en dus het minst origineel is. Door te blijven hangen in deze denkwijze kom je niet tot iets nieuws. Dus sporen Levitt en Dubner de lezer aan om nieuwe denkwijzen te omarmen. De hoofdstukken gaan – ondanks dat ze aansporen tot anders denken – niet altijd over hele originele zaken. Een onderwerp als ‘denken als een kind’, dat hebben we vaker gehoord. Daar tegenover staan echter hoofdstukken die de ‘vier moeilijkste woorden in onze taal’ behandelen, namelijk ‘ik weet het niet’, en waarin de positieve kant van ergens mee stoppen in beeld wordt gebracht. Zo wordt er verteld over een bedrijf dat werknemers na hun proefperiode een geldbedrag biedt om weg te gaan. Op die manier houden ze alleen werknemers over die echt voor het bedrijf willen werken en voor wie het niet enkel om het geld gaat.

Zeggen we zo vaak dat we het niet weten? Ja. Kinderen liegen al jong, wijst onderzoek uit. Experts liegen. Politici liegen. Wijnkenners liegen. Als iedereen liegt en er mee wegkomt, of er zelfs rijk mee wordt, wat is dan het voordeel van ‘ik weet het niet’ zeggen?

De prikkel om iets te onderzoeken komt pas als je niet langer doet alsof je antwoorden hebt terwijl je die niet hebt. Omdat de prikkel om net te doen alsof zo sterk is, is daar wel  enige moed voor nodig.

Amusante anekdotes
Daarnaast sporen de heren aan om niet alleen toe te geven dat je iets niet weet, maar om ook kritisch te bekijken of je überhaupt wel de goede vragen stelt. Ben je de oplossing aan het zoeken voor een symptoom of het grotere probleem? Zo geven ze concreet advies dat, wederom, niet heel vernieuwend is: 

Zorg ervoor dat je niet alleen het deel van het probleem oplost dat lawaaierig is en daardoor de aandacht trekt. Voordat je heel veel tijd en middelen ergens in steekt, moet je eerst echt het probleem definiëren of, nog beter, herdefiniëren.

De tips en de ideeën die worden aangedragen in Think like a freak getuigen misschien niet echt van dwars denken, maar de verhalen en de anekdotes die worden verteld zijn wel inspirerend en amusant. De mooiste uitspraak uit het boek komt van schrijver en econoom George Berhanrd Shaw: ‘Er zijn maar weinig mensen die meer dan twee á drie keer per jaar denken. De internationale faam die ik heb, berust op het feit dat ik een á twee keer per week nadenk.’