Theater / Voorstelling

Het alledaagse blijft ook in absurdistische setting oppervlakkig

recensie: Firma MES - BOT

Firma MES vraagt zich in BOT af ‘waar onaardig gedrag vandaan komt’. Ze verkennen het thema aan de hand van alledaagse situaties en duidelijke typetjes. De situaties en typetjes zijn erg herkenbaar en ook grappig. De voorstelling stijgt echter niet boven dat niveau uit.

Firma MES is het huisgezelschap van Theater aan het Spui en bestaat uit een vaste groep van veelal jonge theatermakers. Sinds 2009 heeft Firma MES twaalf theaterprojecten gebracht, zowel in het theater als op locatie. Hun theater heeft ‘humor, een persoonlijke invalshoek, actuele thema’s en een scherp randje,’ aldus de website. De voorstellingen hebben inderdaad vaak een thema dat dicht bij de echte wereld ligt. Eerder onderzocht Firma MES bijvoorbeeld thema’s als de relatie die mensen met hun spullen hebben (Troep, 2014), de menselijke hunkering naar aandacht (Schreeuw, 2013) en de wereld van de prostitutie (Bordelentour en Club Mayfair, beide 2012).

Een persoonlijke anekdote

De aanleiding tot BOT was de ‘ogenschijnlijk onbelangrijke herinnering’ van een van de acteurs. Daan botste in de trein tegen een medereiziger op en werd hierna door een andere medereiziger aangesproken op zijn ‘onaardige gedrag’. Firma MES besloot op zoek te gaan naar waar dat onaardige gedrag vandaan komt. Het thema van BOT, (on)aardigheid, is daarmee beperkter en nog persoonlijker dan de thema’s van eerdere voorstellingen van Firma MES.

Absurdisme maakt niet per se kritisch

De tekstuele basis is grotendeels een aaneenschakeling van doodgewone koetjes- en kalfjesgesprekken. Er is geprobeerd deze te ontdoen van hun alledaagsheid door overdrijving. Daans belevenis – was hij nou onaardig of niet? – wordt uitgespeeld en verheven tot heuse rechtszaak. ‘Getuigen’ worden gehoord en andere (on)aardige situaties die zich in Daans leven hebben voorgedaan, worden uitgespit. Zo wordt bewijs gezocht voor Daans vermeende (on)aardigheid. Humor is hierbij het voornaamste middel. De drie acteurs zetten een scala aan uitstekend uitgevoerde typetjes neer die regelmatig worden beloond met een lach, maar die de karikatuur niet ontstijgen.

Naast de rechtszaak is er een tweede ‘verhaallijn’, namelijk over wetenschapper Price. Hij stelde een wiskundige formule op voor altruïsme. Met hun gekke zilverkleurige bodysuits en hun onnozele golvende beweginkjes zijn de acteurs de zelfopofferende amoebes die Price onderzocht. De felgekleurde, kronkelige decorstukken vormen een abstract soort bos, waarin de amoebes leven. Dit ziet er uiteraard bizar uit. Wat voor doel het echter nog meer dient, blijft onduidelijk.

Een absurdistische setting maakt een thema niet per se scherper. Het ontbreken van nieuwe ideeën of originele uitgangspunten in de tekst houdt de voorstelling constant oppervlakkig, zorgt ervoor dat de spanningsboog verslapt en toont dat er weinig urgentie was om deze voorstelling te maken. De herinnering leek niet alleen ‘ogenschijnlijk onbelangrijk’ – maar is dat in deze uitwerking ook. Desalniettemin valt er in BOT wel veel te lachen en is het een feest om de acteurs hun typetjes te zien vertolken.

Kunst / Expo binnenland

Een speeltuin, ook in de oren

recensie: David Bowie is

David Bowie is ten eerste niet David Jones, zo getuigt de eerste zaaltekst, maar dat wisten we al. Interessant genoeg is hij in deze carrière-overzichtstentoonstelling ook niet een cultureel icoon of een groots kunstenaar, maar vooral een speelse geest.

Het archief dat Jones (Bowies echte naam) openstelde, is groter dan de collectie van het Groninger Museum, vertelt directeur Andreas Blühm. Het Victoria & Albert Museum kreeg er toegang en verder niets – Bowie werkte zelf niet aan de tentoonstelling mee. Vervolgens maakten de curatoren slim genoeg de beslissing niet de man te proberen te vangen, maar zijn creatieve proces. David Bowie tentoonstellen kan David Jones tenslotte het best. Ze omzeilden daarmee de saaiheid die een chronologische tour door zijn zolderkamer ons opgeleverd zou hebben en alleen interessant voor fans zou zijn geweest.

Voor tentoonstellingfans

David Bowie is - Groninger Museum. Foto: Gerhard Taatgen

David Bowie is – Groninger Museum. Foto: Gerhard Taatgen

“Ik ben eigenlijk zelf niet zo’n fan”, vertelt Blühm heel slim bij zijn openingspraatje, wat nogal wat hilariteit oplevert maar waarmee hij de kern van de tentoonstelling raakt: het is een tentoonstelling voor mensen die van David Bowie houden, maar ook vooral voor mensen die van bijzondere tentoonstellingen houden.
Audio is terecht het toverwoord en daarmee levert het Victoria & Albert Museum een puike prestatie. Omdat je koptelefoon er zo’n belangrijk onderdeel van is, levert ermee op lopen de ervaring op dat je compleet ondergedompeld raakt – in niet alleen zijn verschillende personages, maar ook in verschillende tijdsperiodes en bovenal in steeds verschillende soorten geluid.

Het einde van de tentoonstelling is de symbiose van al het voorgaande: “David Bowie in concert” hangt als een rode lamp aan het begin van het Coop Himmelblau paviljoen, dat geheel is ingericht met enorme concertschermen. Voor deze audio-ervaring werd een speciaal algoritme ontwikkeld, dat de bezoeker de indruk geeft in een concertzaal te zijn. De meeste bezoekers bezwijken er en ploffen op de bank om genietend te zitten luisteren.

Antwoord op een andere vraag

David Bowie is - Groninger Museum. Foto: Gerhard Taatgen

David Bowie is – Groninger Museum. Foto: Gerhard Taatgen

De titel van de tentoonstelling is zowel een statement als een vraag die afgemaakt kan worden – David Bowie is many things. Maar wat is de tentoonstelling nou eigenlijk? In elk geval geen biografie en ook geen rondleiding door een archief. De vraag wie of wat David Bowie is wordt terzijde gelegd om een andere vraag te beantwoorden – wat is een creatief proces?

Dát is wat de tentoonstelling laat zien, middels teksten, beelden, kostuums, sleutels van appartementen, gebruikte tissues – alles wat de man inspireerde of op de een of andere manier liet ontstaan.
Niet dat Bowie zelf het antwoord weet op deze vraag – “I didn’t really know if I wanted to be a mime, or a buddhist”, lacht hij verlegen in je oren in de eerste zaal. Als je twee stappen verder zet naar de vitrine met Lady Chatterley’s lover erin begint hij, weer onzeker lachend: “I just wanted to be a writer, really, actually, but – just everything I seemed to write just seemed to be so easy to put into song.” En dan, nog een stap verder, begint hij in de tweede zaal in je oor te zingen: “Ground control to major Tom”. Het is logisch om te gaan denken: misschien werd hij gewoon zanger omdat hij een mooie stem had en is dat louter toeval. Naast trots is er namelijk ook vooral twijfel te zien.

De indruk ontstaat dat Bowie eigenlijk niet zo goed wist wat hij deed en waarom, dat hij voer op een ongrijpbaar instinctief proces. Het is uitermate charmant aan deze tentoonstelling dat juist dat wordt getoond.

EICHMANN van de Diamantfabriek
Muziek / Concert

EICHMANN is fijn, maar maakt Arendt niet relevant

recensie: De Diamantfabriek – EICHMANN: een opera over vrije wil
EICHMANN van de Diamantfabriek

Eerder dan een reconstructie van de rechtszaak tegen topnazi Adolf Eichmann in 1961 is EICHMANN een poëtische verhandeling over datgene wat volgens Hannah Arendt de voorwaarde is voor medemenselijkheid: kritische reflectie. Maar biedt dit pleidooi tot nadenken zelf ook stof tot nadenken?

Als hoofd van de logistieke afdeling was Adolf Eichmann verantwoordelijk voor de massadeportatie van Joden en andere minderheden naar de vernietigingskampen. Zelf dacht hij daar anders over: in het beroemde proces dat tegen hem werd aangespannen was zijn verweer dat hij slechts bevelen uitvoerde. Hij achtte zich hoogstens medeplichtig. Filosofe Hannah Arendt, zelf van Joodse komaf, was bij deze rechtszaak aanwezig en zag geen duivel, maar een ambtenaartje, iemand die opgehouden was zichzelf vragen te stellen. In haar invloedrijke maar controversiële studie Eichmann in Jerusalem beschreef ze het Kwaad als banaal, als gruwelijk alledaags, als het voor lief nemen van de situatie en het ontkennen van het eigen handelend vermogen.

Een carnaval van absolute waarheden

De visie op goed en kwaad die Arendt in dit boek ontwikkelde vormt het uitgangspunt van EICHMANN: een opera over de vrije wil van de Diamantfabriek, geschreven en geregisseerd door Bo Tarenskeen. In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, wordt niet tot nauwelijks aan het Eichmannproces gerefereerd. Daarentegen is ervoor gekozen om de ontkenning van het individu en zijn verantwoordelijkheid te verbeelden door middel van verschillende archetypen die (de berusting in) een absolute waarheid vertegenwoordigen. Zo beziet de Verlichtingsfilosoof (Harald Austbø) de wereldgeschiedenis als een opwaartse lijn naar het Licht, zit de Hippie (Eva Tebbe) gevangen in haar eigen hedonisme en beschouwt de Recidivist (Stijn Vervoort) het menselijk handelen als een onontkoombare (zonde-)val in herhaling. Te midden van deze verschillende vormen van totalitarisme loopt de eenling Hannah Arendt (Ekaterina Levental) observerend en kettingrokend rond en licht sommige uitspraken uit.

Speelse variatie

Voor een thematiek die op het eerste gezicht zo zwaar lijkt, is de muziek opvallend licht. De compositie van de Peruaans-Nederlandse componiste Maria Alejandra Castro Espejo is eclectisch, speels en sprankelend, zonder behaagziek te worden. Het ongebruikelijke instrumentarium (twee harpen, viool, cello, slagwerk, trompet) wordt percussief bespeeld: soms fluisterend en teder, dan weer agressief en abrupt. De zang is helder en goed verstaanbaar, al is Levental de enige die, zeer overtuigend overigens, een klassieke zangstem gebruikt. Er wordt slim afgewisseld tussen solopassages en passages waarin het gehele ensemble voortdendert; het onderscheid tussen massa en individu is duidelijk hoorbaar.

Eigen parochie

Ondanks de mooie muziek en het zichtbare spelplezier weet de opera het gedachtegoed van Arendt niet voldoende urgent of relevant te maken. Juist doordat de acteurs archetypen, of zelfs stereotypen van ideologieën en levensbeschouwingen vertolken, is het voor het publiek niet meer dan vanzelfsprekend dat hun visies bekrompen en radicaal kortzichtig zijn. Het levert mooie monologen met leuke taalvondsten op (“We stijgen op naar het licht. We lichten op. We zijn oplichters”), maar door de abstractie gaat verloren hoe makkelijk het is om in een systeem of denkwijze mee te gaan en wat dus het belang van de vrije wil is. Wat overblijft is een voorstelling die vormtechnisch een genot is, maar de prikkeling mist die wel in het werk van Arendt te vinden is. In plaats van het aanzetten tot de zo benadrukte kritische reflectie op het eigen handelen, stemt EICHMANN tot vrolijk meeknikken.

Film / Films

Mad Max op een crossfiets

recensie: Turbo Kid (DVD)

Een beetje Mad Max en een beetje Conan, maar dan gemaakt met minimale middelen en budget. Zo zou je Turbo Kid, een hommage aan de postapocalyptische avonturenfilms uit de jaren tachtig kunnen noemen.

Turbo Kid speelt zich af in de nabije toekomst van 1997 waarin water schaars is en bendes elkaar naar het leven staan. Die verplaatsen zich op crossfietsen en bouwen van afgedankte consumptiegoederen gevaarlijke wapens.

Afgehakte ledematen

Het bloed sproeit dan ook vrolijk in het rond. Regisseurs Francois Simard, Anouk Whissell en Yoann-Karl Whissell zijn duidelijk fan van de vroege films van Peter Jackson (Braindead) en kijken niet op een paar afgehakte ledematen meer of minder.

Als er niet zoveel gore momenten in Turbo Kid zouden zitten, zou deze Nieuw-Zeelandse/Canadese coproductie heel goed versleten kunnen worden voor een kinderfilm. Het verhaaltje graaft dan ook niet heel diep. Er is een jonge held, The Kid, die vriendschap sluit met het verweesde meisje Apple. Met de hulp van de eenogige westernheld Oz Cowboy nemen ze het op tegen slechterik Zeus (Michael Ironside met een ooglapje).

Onkunde

Turbo Kid mikt op een instant cultstatus, maar de nogal onbehouwen regie en amateuristische cameravoering helpen daar niet bij. Onkunde is toch iets anders dan een bewust onbeholpen eerbetoon aan de populaire cultuur van de jaren tachtig. Ondanks de modale speelduur van 90 minuten voelt de film daardoor langdradig aan. De grapjes over een Nintendo-superwapen en striphelden zijn best aardig en de Vangelis-achtige soundtrack is sfeerverhogend, maar hoofdpersonage The kid blijft te veel een toeschouwer in zijn eigen verhaal.

 

Hänsel und Gretel
Muziek / Concert

Hänsel, Gretel en veel andere zwerfkinderen

recensie: Nederlands Philharmonisch Orkest - Hänsel und Gretel
Hänsel und Gretel

Hänsel en Gretel zijn tegenwoordig geen sprookjesfiguren meer, ze lopen op straat en spelen op de vuilnisbelt. Ze hebben ouders die op de onze lijken en hun fantasie is aangepast aan de realiteit. Lotte de Beer, regisseur van Hänsel und Gretel van Engelbert Humperdinck die tot einde december in De Nationale Opera in Amsterdam te zien is, bewijst dat we in een tijd leven waar sprookjes waar geworden zijn. Alleen gaat het verhaal verder dan een happy end.

Engelbert Humperdinck (1854 – 1921) hield van reizen en verhalen. Tijdens zijn studie in Italië ontmoette hij Richard Wagner, die hem in 1880 tot zijn assistent in Bayreuth maakte. Ze raakten bevriend en met 26 jaar werkte Humperdinck schouder aan schouder met de grote meester aan de première van de opera ‘Parsifal’.

Engelbert en Adelheid

Hoewel veel componisten van zijn tijd zich afvroegen wat er na Parsifal überhaupt nog geschreven kon worden, begreep Humperdinck al snel dat het niet in de grootte maar in de verfijning, in het kleine lag. Zo componeerde hij in 1893 een opera naar het libretto van zijn zus Adelheid Wette. Ze schreef ooit een kersttoneel met liederen voor haar kinderen. Humperdinck was zo door de melodieuze volkzang gefascineerd, dat hij de melodieën van de door hem zelf gecomponeerde aria’s “Brüderchen komm, tanz mit mir”,”Der kleine Sandmann bin ich” of de in het leitmotief gebruikte aria “Abends will ich schlafen gehen” in dezelfde geest gehouden had. Daardoor is het hem gelukt de naïeve, kinderlijke wereld van Hänsel en Gretel goed neer te zetten.

Kersthit

Hänsel und Gretel is ieder jaar in de Duitse operahuizen rond de kersttijd te zien. Zou het de hoogbegaafde regisseur Lotte de Beer lukken de opera ook in Nederland tot een kersthit te maken? Ze verplaatst het sprookje naar een vuilnisbelt waar vijf zwerfkinderen met elkaar spelen. Hänsel en Gretel ontspringen aan hun fantasie, de zwerfkids maken uit afvalresten twee poppen die als het ware beginnen te leven en te zingen. Beer gebruikt film- en toneeltechniek door elkaar waarmee ze de verbeelding op een vernieuwende manier prikkelt en zoals het bij sprookjes hoort, ze tovert. Door de aanwezigheid van de zwerfkinderen op het toneel, die de twee hoofdfiguren gedurende de hele opera volgen, probeert ze ononderbroken naar het heden te verwijzen, wat soms vermoeiend werkt. Alsof alleen genieten van het muziekverhaal niet voldoende is.

De scène in het grote bed, waarin de zwerfkinderen met Hänsel en Gretel door de nacht surfen, wil uit-en-ter-na verwijzen naar recente krantenberichten of een oproep van UNICEF. Het verhaal wordt helemaal uit zijn muzikale droom gerukt, als de knisperheks als een pedo-travestiet op het toneel verschijnt. De heksenoutfit leidt tenor Peter Hoare zo af, dat hij een paar noten mist in zijn “schoorsteen”-aria. Gelukkig weten Lenneke Ruiten als Gretel en Kate Lindsay als Hänsel met hun perfect acteerwerk, en vooral door hun prachtige stemmen, de aandacht weer terug te trekken naar de muziek. En Humperdincks muziek verdient alle lof voor zijn fijne volksliedachtige aria’s. Ook de wagneriaanse koperkoralen en instrumentale intermezzi verplaatsen de luisteraar naar een magische wereld, die nog lang na afloop in het hoofd blijft hangen.

Boodschap

Zou iemand in de kerstsfeer van Humperdincks sprookjeswereld willen blijven nadat de immense kerstboom op de snoepberg neerdaalt, dan wordt hem dat onmogelijk gemaakt. Met Hänsel en Gretel loopt het gelukkig nog goed af. De moeder, meesterlijk door Charlotte Margiono gezongen en geacteerd, en de vader – alweer een glansrol waarin Thomas Oliemans schittert – vinden uiteindelijk hun van huis weggelopen kinderen terug.
Maar de meeste kinderen hebben niet zo veel geluk, vertelt Lenneke Ruiten na afloop door de microfoon. Ze vraagt aandacht voor de organisatie Kids Rights die door een paar leden met mandjes bij de uitgang vertegenwoordigd is – welkom in de realiteit.

Hoe dan ook, het Nederlands Philharmonisch Orkest heeft meer dan prachtig gespeeld en hoewel dirigent Marc Albrecht het niet altijd redde het orkest onder de hoofdrolstemmen te houden, blijft het een feest om naar Humperdincks muziek in deze uitvoering te luisteren. Volgend jaar weer? Of moeten we weer twintig jaar op een andere interpretatie wachten?

Muziek / Album

Onbekende wereldster

recensie:

Dat Lieberman toch terugkijkt op een carrière van ruim veertig jaar, is in Nederland redelijk geruisloos voorbij gegaan. Dat dit niet helemaal terecht is, bewijst ze met haar nieuwste album Ready For the Storm. Wie dan de moeite neemt om even terug te duiken in de tijd, stuit al snel op albums als Bend Like Steel en Takes Courage, waarvan de laatste een remake van haar succesnummer ‘Killing Me Softly’ bevat. Dan moeten we toch de conclusie trekken dat we haar onterecht over het hoofd hebben gezien.

Duetten en samenwerkingen

Het verleden van Lori Lieberman is rijk. Zo werd ze in de jaren zeventig in een adem genoemd met The Eagles, Joni Mitchell en John Stewart als onderdeel van de florerende West Coast Music Scene. Ze werkte daarnaast samen met niemand minder dan Leonard Cohen. Voor haar nieuwe album koos ze voor een bijzondere samenwerking met Nederlandse artiesten, zoals de 3JS, Stevie Ann, Yori Swart, Sandra van Nieuwland, Ruben Hein en Niels Geusebroek. Ze nodigde hen uit om met haar een duet te zingen tijdens de opnames die in Los Angeles plaatsvonden onder de productionele leiding van niemand minder dan Bob Clearmontain. Hij werkte in het verleden samen met grootheden als Bruce Springsteen, David Bowie en The Rolling Stones. Verder horen we Lieberman op het album samenwerken met Shane Alexander.

De meeste van de vijftien liedjes zijn van de hand van Lieberman, met of zonder co-schrijverschap van een van haar gasten. Slechts twee songs zijn covers, zoals de openingstrack ‘Alive In The World’, dat geschreven werd door Jackson Browne, maar met de stem van Lieberman misschien wel een onsterfelijke uitvoering kreeg. Het door Tom Paxton geschreven ‘Last Thing On My Mind’ kreeg ook een bewerking van Lieberman.

In de schijnwerpers

Er zijn twee liedjes die een bijzondere vermelding verdienen. Dat is ten eerste het door Henny Vrienten – die al sinds de jaren zeventig haar trouwe vriend is – geschreven ‘He Sings’. Dat nummer heette oorspronkelijk ‘Hij zingt’, maar het werd door hen samen bewerkt tot deze Engelse versie. Het nummer ‘Water’, een interpretatie van het nummer ‘Watermensen’ van de 3JS, vraagt ook om een extra vermelding. ‘Water’ wordt, naast de stem van Lieberman, opgesierd door de stemmen van de 3JS zelf. Beide liedjes zijn zeer smaakvol en klinken als door Lieberman zelf geschreven composities.

Het hele album klinkt als een coherent geheel en niet als een samenraapsel van tributes. Het is vooral een heel duidelijk Lori Lieberman-album geworden, dat haar hopelijk de aandacht gaat opleveren die ze dubbel en dwars als liedjesschrijfster, maar zeker ook als uitvoerend zangeres, verdient. Haar stem is nog altijd van een bijzonder fraai timbre. De liedjes die we voorbij horen komen op Ready for the Storm zijn zonder uitzondering van grote klasse. Het feel good-karakter van het album is groot en zal door een grote groep muziekliefhebbers zeker gewaardeerdworden. Hopelijk treedt ze uit de schaduw van haar grootste succes als componist en komt ze als singer-songwriter nu in de schijnwerpers, die haar goed zullen staan.

Theater / Voorstelling

Geen wereldnieuws

recensie: Orde van de Dag i.s.m. NUT/Het Zuidelijk Toneel - Ouds en Nieuws Show

Een vast stel schrijvers van de Orde van de Dag, twee muzikanten en per voorstelling wisselende acteurs vormen de basis voor een hondsbrutale persiflage op de oudejaarsconference. Met aan de ene kant van het jaarspectrum de vluchtelingenproblematiek en aan de andere kant de start van de moestuintjesactie, herontstaat 2015 waar je bijstaat – deels vanuit script, deels ter plekke.

‘De daling van de rentestand!’ roept een VVD-type achterin de zaal bij wijze van antwoord op de vraag welk nieuws niet mag ontbreken op de satirische kalender die de Orde van de Dag heeft gecreëerd. Regisseur Greg Nottrot voegt de bruiloft van Ans en Henk en het groepsuitje van het personeel van het Parktheater – in het Parktheater – met gemak tussen 365 dagen aan wereldnieuws in. Dat je een jaar niet zomaar aan je voorbij kunt laten gaan zonder er zelf deel van uit te maken, mag duidelijk zijn.

Orde van de Dag WillemPopelierJihahahahad

Het concept van de Ouds & Nieuws Show is een belofte die in de uitvoering niet wordt waargemaakt. Enerzijds biedt de speelse vorm ruimte voor een onvoorspelbaarheid die met klassiek theater nooit bereikt kan worden, om daarmee de actualiteit in een ander licht te plaatsen. Echter bestaat er humor voor op en buiten het toneel. De sketches, liedjes, gedichten en columns, die elk een lengte hebben van maximaal één minuut, mixen een De Speld-vibe met de gemiddelde keukentafelgrap van een verveelde huisvader.

Toegegeven, soms is dit eindejaarscircus oprecht om te lachen. Denk daarbij aan een opsomming van alle keren dat er een afgehakte penis in het nieuws kwam – gegarandeerd vaker dan je voor mogelijk hield – of een Adele-parodie waarna je nooit meer iemand met ‘hallo’ wil begroeten. Helaas krijg je in combinatie met een script dat zich wat te bewust is van zijn eigen vindingrijkheden dan iets als – juist ja – ‘jihahahahad’.

Spel drijft de spot met zichzelf

De risico’s die improvisatietoneel met zich meebrengt, uiten zich tijdens deze conference in een stilstaande klok op de beamer, delen van scripts die ontbreken en, als gevolg daarvan, acteurs die plompverloren staan te kijken naar het papier waarop de Parijs-aanslagen zich hadden moeten voltrekken. Improvisatie en perfectie zijn echter tegenpolen, dus dat is ze vergeven. Wat minder vergeeflijk is, is de manier waarop die schoonheidsfoutjes worden rechtgepraat. De acteurs lijken zichzelf niet serieus te nemen en barsten soms halverwege een scène in lachen uit, waardoor het lijkt alsof het spel niet de spot drijft met Geert of vrouwen die penissen afhakken, maar met zichzelf.

Orde van de Dag Willem_Popelier2Zonder champagne

Een gevoelsmatig einde is vaak het enige juiste einde, en er is dan ook geen verklaring voor het feit dat na een prachtig afsluitend gitaarnummer er nog geen einde aan het spektakel gemaakt wordt. Gelukkig kan een instant pophit over de eerder genoemde lage rentestand de sfeer nog enigszins redden, maar het jaar had eigenlijk al rond half november met champagne afgesloten kunnen worden.

‘Doel van het concept is om met theater bloot te leggen wat journalist niet kan onthullen,’ aldus De Orde van de Dag zelf. Als die openbaringen echter zo op de oppervlakte blijven, geeft men voorlopig nog wel even de voorkeur aan het Eindhovens Dagblad. Dit is bij lange na nog geen wereldnieuws – laten we die champagne dan ook in godsnaam achterwege laten.

Yours, Dreamily
Muziek / Album

Frisse popsongs met gevarieerde mix

recensie: The Arcs - Yours, Dreamily
Yours, Dreamily

Wanneer je als duo op wereldtournee bent en je drummer raakt geblesseerd, zou je kunnen gaan genieten van een korte break en even vakantie nemen. Hier heeft zanger/gitarist van The Black Keys, Dan Auerbach, overduidelijk niet voor gekozen. Drummer Patrick Carney was nog niet met de gipsvlucht thuis aangekomen of Dan had al enkele van zijn vrienden opgetrommeld om te werken aan zijn nieuwe ‘project’. Omringd door oude bekenden vormt hij The Arcs en komt hij met het album Yours, Dreamily.

In een kleine twee weken werd Yours, Dreamily in studio’s in Los Angeles, New York en Nashville op de plaat gezet. Auerbach is weliswaar de superster maar de muziek is overduidelijk het resultaat van een democratisch proces waarbij ieder zijn eigen inbreng heeft gehad. Niet in de laatste plaats omdat Auerbach zich omringd met muzikanten met een stevige basis in de soul en funk hoek. Wanneer je als voorman van een wereldband met een nieuwe plaat komt, schept dat verwachtingen. Bovendien is het onontkoombaar dat daarbij automatisch een vergelijking gemaakt wordt met de muziek die Auerbach met The Black Keys maakt. Deze overeenkomst is er overigens ook met dien verstande dat de soul en funk, de blues toch wel duidelijk naar de achtergrond heeft gedrukt. Yours, Dreamily bevat frisse popsongs met een fijne mix van soul, funk, rock en blues aangevuld met een vleugje psychedelica.

Samenwerking

Geheel nieuw is de samenwerking tussen de muzikanten overigens niet, aangezien men al eerder met elkaar speelde tijdens de productionele klussen van Auerbach, onder andere voor albums van Lana del Ray en Ray LaMontagne. Tijdens deze samenwerking waren er al diverse schetsen van nummers, die in korte tijd verder uitgewerkt konden worden. In mei van dit jaar kon daarom al de eerste officiële single gepresenteerd worden: ‘Stay In My Corner’, geïnspireerd op het boksgevecht tussen Floyd Mayweather en Manny Pacqaio dat een maand eerder plaatsvond. Een maand later volgde de single ‘Outta My Mind’. Beide nummers zijn uitgebracht als 7” vinylsingle en staan vanzelfsprekend ook op het onlangs verschenen album.

Waar in beide vooruitgesnelde tracks de mariachi band Mariachi Flor de Toloache nog geen acte van presence gaven, gebeurt dat nu wel. Aanvankelijk was het de bedoeling dat deze mariachi-bijdrage alleen gebruikt zou worden voor een kleine brug in het nummer ‘Pistol Made Of Bones’. Hiervoor kwamen Auerbach en de zijnen per toeval terecht bij Mariachi Flor de Toloache. Maar zoals dat zo vaak gaat: van het een kwam het ander. Het gevolg hiervan is dat de dames een bijzonder soulvol stempel op het hele album hebben gedrukt. In nummers als ‘Chains of love’ en ‘Searching the Blue’ druipt dit er van af. Ondanks een nieuwe band met een eigen chemie, is de herkenbare sound van The Black Keys wel gebleven. Diverse nummers zouden dan ook prima hebben gepast op een volgende plaat van deze band. Ook op Yours, Dreamily vinden we namelijk nummers die na een keer luisteren direct in je hoofd genesteld blijven.

Het is bijzonder spijtig dat de tournee van The Black Keys afgebroken moest worden, maar dit album van The Arcs maakt heel veel goed. Op voorhand kon je al niet om The Arcs heen, maar na het beluisteren van Yours, Dreamily al helemaal niet.

 

Muziek / Album

Professioneel debuteren

recensie: Bewilder - Dear Island

Nog vele liedjes in zijn hoofd maar geen band meer, dat was zo ongeveer de situatie waarin Maurits Westerik zat toen zijn band GEM uiteengevallen was. Nu is hij terug met een nieuwe band en een nieuwe plaat.

Na meerdere succesjaren was GEM op een dood spoor geraakt en toen alle leden gevlogen waren, werd de groep ontbonden. Ondanks deze tegenslag wilde Westerik toch zijn muzikale ideeën uitwerken. Toevallig had hij nog wat vrienden die een instrument bespeelden en zo ontstond bijna als vanzelf Bewilder. Speelplezier en professionaliteit waren hierbij de belangrijkste katalysatoren.

In studio de Bolder op Vlieland trokken de heren zich terug en maakten het hoofd van Westerik leeg, onder de productionele leiding van Hallo Venray-drummer Henk Jonkers. Aanvankelijk was het de bedoeling om in alle rust op een ongedwongen wijze, zonder vooropgezet plan en zonder druk of deadline, wat muziek op te nemen. Maar de ideeën werden demo’s, en toen de vriendengroep de pont weer terug nam naar het vasteland, reisden ze in de hoedanigheid van een nieuwe band met in de koffer de mastertapes voor een nieuw album: Dear Island. Het moge inmiddels duidelijk zijn naar welk eiland deze titel verwijst.

Gevarieerde plaat

Dear Island bevat harmonieuze pop met lange uitgesponnen nummers. Het is een gevarieerde plaat waarop uptempo, energieke songs (‘Forza(It Is)’ en ‘She Keeps on Talking’) afgewisseld worden met meer ingetogen, introspectieve nummers (‘So It Goes’ en ‘It’ll Be Soon’). De inspiratie voor de meerstemmige samenzang in “The Unknown” komt duidelijk van de Amerikaanse Westcoast.

Dear Island is een debuutalbum, maar dan wel afgeleverd door een stel muzikanten en een producer die allerminst als debutanten omschreven kunnen worden. Hierdoor krijg je als luisteraar de neiging om dit album onbewust te vergelijken met de muziek die eerder door GEM is uitgebracht. Het is misschien flauw om te zeggen dat daarmee de nieuwigheid ervan af is, toch is op Dear Island is het speelplezier op alle nummers direct hoorbaar en bovendien is het een vakkundig geproduceerd album. Bewilder slaagt er echter niet in om uit de schaduw van GEM te stappen, het is simpelweg net wat minder urgent en avontuurlijk.

Met Dear Island heeft Bewilder een duidelijke plaats opgeëist in de Excelsior-stal en ze kunnen zich goed meten met labelgenoten als Moss, Johan en Daryll Ann. Dat is op zichzelf al een meer dan gemiddelde prestatie. Met Bewilder is Nederland een prima nieuwe Indie-band rijker.

Sef-In-Kleur
Muziek / Album

Iets te weinig kleuwwrr

recensie: Sef - In Kleur
Sef-In-Kleur

Sef is de enige Nederlandse rapper die zich met kunstenaars Damien Hirst en Jeff Koons identificeert. Tegelijkertijd is hij een sympathieke, keurige jongen, die erg hiphop-a-typisch uit de hoek kan komen.

Recent werd hem nog naar zijn favoriete nummer gevraagd, waarop hij ‘Jolene’ van Dolly Parton antwoordde. Dat was eventjes lachen, maar desgevraagd legde hij geduldig uit waarom hij het zo’n mooi liedje vond. Van zo’n sympathieke jongen hoop je gewoonweg dat hij een uitstekende plaat maakt. Debuut De leven was helaas wisselvallig. Er stonden een aantal ijzersterke nummers op, waaronder het titelnummer en ‘Diamanten’. Die pareltjes gingen vergezeld van een aantal weinig interessante vullers. Hier was een artiest te horen die over potentie beschikte, maar een krap zeventje haalde. Voor In kleur haalt hij hetzelfde rapportcijfer, en lijkt hij er weer niet helemaal uit te halen wat erin zit.

Seks, drugs, synthesizers

Sef heeft een flinke tik van de Jeugd van Tegenwoordig-molen gekregen. Alleen in het openhartige (en daarom ook zo mooie) ‘Toch houdt ze van mij’ zoekt hij de diepte op. Verder blijft de thematiek beperkt tot feesten, clubs, seks, drugs, synthesizers, en het volgende dag kapot zijn van al het bovenstaande. Bovendien rapt Sef met zo’n overdreven R dat de plaat beter In kleuwwrr had kunnen heten. Collega-rapper Fresku parodieerde dit verschijnsel briljant in ‘Op de hoogte’, met onder meer de regel ‘Jullie rollen niet met deze R’. Sef lijkt het echter allemaal vrij serieus te menen.

De kleur komt vooral van de producers. De beats zijn namelijk van hoog niveau: ze blijven subtiel veranderen en kennen heerlijke details als fraaie percussie. Af en toe is er ookwat fantastische r&b te horen. Ongeveer anderhalf nummer valt in die categorie, en die momenten behoren tot de hoogtepunten van de plaat. ‘Het beste’ ontpopt zich zelfs tot een kruising tussen The Weeknd en Opgezwolle-klassieker ‘Passievrucht/Bosmuis’. Verder is het genieten van de prominente (jaren tachtig-)synths; zo te horen diende ‘Cloudbusting’ van Kate Bush als basis voor ‘Lichaam is een club’.

Fletse rappers

Tegen die sterke productie steken de rappers flets af. Geen enkele gastbijdrage is memorabel en ook Sef zelf valt tegen. De teksten zijn moedwillig erg oppervlakkig (‘Te veel zelfreflectie maakt me misselijk, fysiek’ rapt Sef ergens), en de humor is erg flauw. Als ‘Hotelflow met lobi voor iedereen’ een van de beste punchlines op je plaat is, moet je je zorgen maken. Bij Sef ontbreekt bovendien de swag van iemand als Kanye West of A$AP Rocky, bij wie het eigenlijk niets uitmaakt wat ze rappen, als ze maar rappen. Rocky lukte het om met At.Long.Last.A$AP een sterke plaat te maken met een minimum aan echt goede tekstregels.

Die prestatie weet Sef niet te leveren. Hij is te keurig om alle aandacht naar zich toe te trekken, laat staan om echt onuitstaanbaar en daardoor onweerstaanbaar te klinken. Hij is en blijft een sympathieke jongen en geen provocerende persoonlijkheid als Kanye West, Damien Hirst of Jeff Koons. Zijn nummers worden daardoor amusant en heel aardig, maar daar blijft het bij. In kleur wordt uiteindelijk gered door de producties, en dat doet de houdbaawwrrheid van de plaat niet echt goed.