Trapped, Ijslandse crimi drama
Film / Serie

Er drijft een romp in het fjord

recensie: Trapped
Trapped, Ijslandse crimi drama

In Denemarken, Zweden en Noorwegen is ‘Nordic noir’,  spannende misdaadseries als The killing en The bridge,  al een heuse industrie. Met de serie Trapped sluit ook Ijsland zich aan bij deze Noordelijke hype.

Trapped is zeker niet de eerste misdaadserie die afkomstig is van het vulkaaneiland. Maar deze eerdere dramareeksen oogden, in verhouding, als tamelijk knullige afleveringen van de Flikken-franchise. Met Trapped neemt de bekendste filmmaker van IJsland – Baltasar Kormakur (Everest, 2015) – nu de teugels strak in handen, en levert een sterk misdaaddrama af dat heel het thuisland (toegegeven, er wonen maar half zoveel mensen als in Friesland) al aan de buis kluisterde.

Aardige dikzak

Het verhaal speelt zich af in Siglufjörður, een havenplaatsje aan de ruige oostkust. Veel hebben de drie politie-agenten er niet te doen. Het zwaarste misdrijf stamt uit 2008. Toen kwam een meisje om het leven door brandstichting in een loods. Nooit opgelost. Nu, zeven jaar later, drijft er ineens een romp in het fjord.

Hoofdinspecteur Andri Olafsson, een aardige dikzak die het maar moeilijk heeft met zijn scheiding, denkt dat de lichamelijke restanten overboord zijn gegooid vanaf de net gearriveerde internationale veerboot. De ferry gaat aan de ketting. Wegens een sneeuwstorm kan vervolgens niemand het dorp bereiken of verlaten. De dader loopt intussen nog op vrije voeten en zou wel eens meer slachtoffers kunnen maken in het afgelegen dorp.

Claustrofobie

Regisseur Kormakur weet wel hoe je de spanning op moet voeren: naarmate de serie vordert, bouwt hij het plot uit met politieke intriges en toegedekte zaakjes uit het verleden. Ook is hij niet bang voor enkele spectaculaire actiescènes.

De fotogenieke besneeuwde bergen  benadrukken de claustrofobische sfeer nog eens. En speurneus Andri is een aangename variant op de stereotype Scandinavische rechercheur. Olafsson is dan wel eenzaam, hij troost zichzelf met een glaasje melk. Die couleur locale tilt Trapped uit boven het niveau van de vele inwisselbare Scandinavische series.

Boeken / Non-fictie

Recept tegen plantenblindheid

recensie: Norbert Peeters - Botanische revolutie

Het is lente en groen is overal om ons heen. Maar wat zien we nu werkelijk? Volgens Norbert Peeters gaan we veel te onverschillig met onze plantenvrienden om. Dient het enkel als decor waartegen de grote mensenwereld zich afspeelt. Wij leiden aan platenblindheid en moeten genezen worden.

‘Planten lijken een saai en geworteld bestaan te leiden, roerloos vastgenageld aan de grond’, schrijft Peeters in zijn voorwoord. Een zekere bisschop genaamd Paley concludeerde ooit dat bloemen er enkel zijn om mooi te zijn voor de mens. Dat niets minder waar is bewijst Peeters met zijn boek Botanische revolutie. Aan de hand van de plantenleer van Charles Darwin (1809 – 1882) neemt de botanisch filosoof ons mee naar een wondere wereld die in niets onderdoet voor het dieren- en plantenrijk. Dat laatste zit hem in het onverwachte. In de vindingrijkheid die de plantenwereld aan de dag legt om zich voort te planten, te groeien en te overleven.

Tot voor kort was ook de schrijver van dit gepassioneerde boekje stekeblind. ‘Ik wist minder van planten dan de gemiddelde gorilla. (…) Al die groene pracht ging aan mij voorbij.’ Tot hem op een dag de besneeuwde takken van een libanonceder opvallen en er een klein straaltje licht doorsijpelt;  hij begint te zien. Niet enkel de planten zelf, ook het hiaat in de boekenkast wanneer het gaat om Darwinlectuur betreffende zijn botanische werkzaamheden. En dat terwijl Darwin zich toch de helft van zijn loopbaan in botanie heeft verdiept.

Een vooropgezet plan

Aan de basis van plantenblindheid staat de Griekse filosoof Aristoteles. Als een van de eersten onderneemt hij een poging de natuur te rangschikken. De onderste trap reserveert hij voor de levenloze materie. Slechts een treetje daarboven vertoeft het plantenrijk. Een rangschikking die in het Westen ruim tweeduizend jaar heersend blijft. Daarbij beziet Aristoteles – en velen daarna – de natuur als een harmonieus geheel, waarin een levend wezen bepakt is met een ingeboren plan. Alle organismen volgen via hun groeiproces deze vooropgezette weg naar hun uiteindelijk voltooiing.

Dat dit beeld prachtig aansluit bij de dominante plaats die religie eeuwenlang zal innemen, behoeft geen betoog. Zulke complexe organismen, die kunnen niet ‘zomaar’ zijn ontstaan, daar moet een opperwezen achter zitten met ongekend scheppende gaven die wij niet of nauwelijks kunnen bevatten. Tot halverwege de negentiende eeuw zijn de meeste biologen dan ook met name bezig om Gods plan te  doorgronden. Darwin is een van de eersten die tracht de biologie als wetenschap haar eigen plek te geven, los van geloof.

Filosofie en kunst

Samen met filosoof Wouter Oudemans publiceert Peeters al in 2014 het boek Plantaardig. Vegetatieve filosofie. Ook daarin wordt betoogd dat mens en plant dichter bij elkaar staan dan wij denken. Planten zijn even gewiekst als dieren en mensen om hun voortbestaan te waarborgen, kunnen even wreed zijn en hebben (vaak zeer subtiele) afweermechanismen ontwikkeld om gevaar te kunnen weerstaan. Een van de schitterendste voorbeelden komt van de bosooievaarsbek, waarvan de kroonbladeren aan de binnenkant en aan de randen met hele kleine, tere haartjes zijn bedekt. Onder deze haartjes bevinden zich de nectarklieren die zoetstof aanmaken. Om de zoetstof tegen verdunning van regenwater te beschermen wordt deze in speciale containers opgeslagen.

Het zijn deze feitjes die van Botanische revolutie een ontdekkingstocht maakt met Peeters als enthousiaste gids. De blinde en onwetende gorilla’s onder ons zullen van de ene verbazing in de andere vallen. Daarbij weet de schrijver botanie moeiteloos met filosofie en kunst te verbinden. Zo vertelt hij over de lange purperbloemen die Ophelia tijdens haar ongelukkige dood in Shakespeares Hamlet bij zich draagt. Lange tijd wist niemand welke bloem daarmee werd bedoeld; nu is duidelijk dat het om de mannetjesorchis gaat. Een orchideeënsoort die Darwin intensief heeft bestudeerd.

Al met al, wilt u genezen van uw plantenblindheid, dan is tweemaal daags een scheutje van Peeters’ boek zeer aan te raden.

Pique Dame
Muziek / Concert

Being Pjotr Iljitsj Tsjaikovski

recensie: Pique dame @ De Nationale Opera in Amsterdam
Pique Dame

Deze avond is alles Tsjaikovski, niet alleen de muziek maar ook de zangers en het koor. Stefan Herheim, regisseur van Tsjaikovski’s opera Pique Dame zet Tsjaikovski’s persoonlijke drama centraal en laat de mens achter de muziek zien, zodat de productie een filmisch kader krijgt. Wie ooit de film Being John Malkovich gezien heeft, kan de intentie van de Herheim beter volgen.

Ziel en zaligheid
Tsjaikovski ontvlamde niet meteen voor Poesjkins gelijknamige novelle toen zijn broer hem de tekst als materiaal voor een libretto voorlegde. Pas ruim een jaar later, in 1890, toen hij zwaar met zijn homoseksualiteit worstelde en zich verstoten dacht, verplaatste hij zich in Hermans niet vervulde liefde en het flirten met de dood. De om Herman alom aanwezige destructie oefende op Tsjaikovski zo een kracht uit dat hij binnen zes weken een volledige schets van de partituur naar de directeur van het Marijnski Theater stuurde. Hij voegde er een brief bij ”(…) ik heb mijn hele ziel en zaligheid in dit werk gelegd.” Nog hetzelfde jaar vond de première plaats.

Inkijkje
Stefan Herheim, regisseur, neemt Tsjaikovski’s affiniteit met Hermans onzuivere gevoelens als uitgangspunt en zet al in de eerste scène de toon: hij laat Tsjaikovski zien die een mannelijke prostitué (is dat Herman?) na een intieme act d’amour betaalt. Daarna wordt er een speeldoos, die een veelzeggende vogelkooi is, opgewonden en Mozarts Ein Mädchen oder Weibchen speelt de eerste sensuele gedachtes op. Als daarna de ouverture begint, blijft Tsjaikovski fysiek gedurende de gehele opera op het toneel. Herheim geeft alle mannelijke zangers, inclusief het koor, een uiterlijk van de componist himself en gunt het publiek een inkijkje in de duistere binnenwereld van Tsjaikovski.

Het lukt de regisseur meesterlijk het dilemma rondom homoseksualiteit van de componist samen te smelten met het libretto, door het gebruik van suggestieve vondsten. Zwarte engelen, zinnelijk trillende veren en wat minder subtiele, in het openbaar copulerende vogels sturen de kijker tussen de aria’s naar het hoofd van Tsjaikovsky. En als iemand het nog steeds niet begrepen heeft laat Herheim Catharina de Grote als travestiet opkomen.

Drie kaarten
Herman, die Misha Didyk wat geforceerd en een tikje te introvert vertolkt, ziet Lisa, zijn grote liefde die tot nu toe voor hem onbekend bleef: ze ontpopt zich als de verloofde van zijn vriend, vorst Jeletsky. Herman houdt voornamelijk van wat hij niet kan krijgen dus verklaart hij Lisa zijn onsterfelijke liefde. Maar die dooft al snel als Herman te weten komt dat Lisa’s oma de oude Gravin is. De Gravin – in deze productie zeer geloofwaardig vertolkt door Larissa Diadkova, een grande dame van het Marijnski Theater – vergokte in haar jonge jaren een fortuin dat ze met drie kaarten weer terugwon. Haar verschijnen zweept meteen Hermans emoties op: hij kan aan niets meer dan de dri karty (drie kaarten) denken. Hij gebruikt het meisje om bij de oude dame dichterbij te komen.

Als het hem eindelijk lukt haar te ontmoeten, schrikt de Gravin zich letterlijk van Herman dood. Jammerlijk wanhoopt hij over zijn lot, maar het werkt: al na een paar dagen, op een gure avond verschijnt hem de geest van de oude vrouw. Heeft ze nu medelijden met Herman of met Lisa? De drie, de zeven en de aas zijn de kaarten die altijd winnen, zegt ze, echter verbindt ze er de voorwaarde aan dat Herman Lisa zal huwen. In de tussentijd bezingt Lisa haar liefdesleed maar helaas: de bloedmooi ogende Svetlana Aksenova ontbreekt het aan hartstocht waardoor Lisa’s subtiele gevoelens niet genuanceerd genoeg uitkomen. Wanneer ze beslist zich in de St-Petersburgse rivier te storten, lijkt het meer op een rationele overweging dan op een desperate daad. Maakt niet uit want Herman trekt zich er weinig van aan en snelt naar de finale scène: het kaartspel.

De schoppenvrouw
Alexey Markov als graaf Tomski verschijnt weer op het podium en een thrill gaat door de zaal: ook in de finale akte is hij met afstand de beste zanger van de avond. Hij maakt deel uit van de vriendengroep die aan de kaartentafel plaatsneemt en het spel begint. Door het uitspelen van de drie en de zeven wint Herman de eerste twee ronden. Ongelukkigerwijze wordt hij overmoedig: hij zet alles op de aas. Zelfverzekerd legt hij de laatste kaart neer maar in plaats van de aas houdt hij de schoppenvrouw in zijn hand. Het gezicht op de kaart is duidelijk het gezicht van de Gravin. Deze teleurstelling kost hem zijn leven, hij grijpt naar een mes en steekt het desperaat in zijn borst. Alles is een spel, zelfs het leven.

Glas
Het klassieke decor ademt Rusland anno 1890, mooi zijn de glazen tranen die tijdens Lisa’s aria over twijfels en liefde subtiel naar beneden schuiven. Het immense koor, dat deze avond de sterren van de hemel zingt – een groot bravo voor koormeester Ching-Lien Wu – draagt met de grijze en zwarte kostuums op een subtiele manier bij. Slechts de fluorescente glazen die ze omhoog houden en vervolgens aan hun lippen zetten is te vaak herhaald.

De symboliek van het dodelijke, met cholerabacterie besmette water dat de componist fataal was, is al na de eerste keer duidelijk, tenzij Herheim op Tsjaikovski’s herhaaldelijke zelfmoordgedachten doelt. Het debuut van Christiaan Kuyvenhoven als pianist op het podium is ook zeker het opmerken waard. Maar de ultieme waarheid vertelt dirigent Mariss Jansons in deze voorstelling. Vanaf de eerste tot de laatste noot is zijn interpretatie niet te evenaren: vurig en vlammend transformeert hij samen met zijn vertrouwde Koninklijk Concertgebouworkest iedere muzikale nuance tot emotie en geeft de subtiele gelaagdheid van Tsjaikovski’s muziek op een pure en daarom zo schitterende manier weer. Vooral voor hem wil je de voorstelling na afloop al snel nog een keer zien!

Boeken / Non-fictie / Poezie

Donker maar verkwikkend

recensie: Ellen Deckwitz - Olijven moet je leren lezen. Een cursus genieten van poëzie.

De Nederlandse poëzie verkeert in een spagaat. Er wordt veel geschreven, maar weinig gelezen. Misverstanden en griezelige gedachten over poëzie liggen daar volgens Ellen Deckwitz aan ten grondslag. Ze wil Nederland gedichten leren lezen.

Op de kaft van het boek tref je de eerste poëzie al aan. Wie Olijven moet je leren lezen ziet, zal misschien eerst zijn wenkbrauwen fronsen. Als je begrijpt dat Deckwitz met die titel wil aangeven dat je gedichten moet leren lezen zoals je ooit olijven moest leren eten, heb je meteen de manier van denken te pakken die je bij deze stoomcursus poëzie nodig hebt.

Dichten en laten dichten

De steen vreest mij is de poëziebundel waarmee Deckwitz in 2011 debuteerde. Het leverde haar meteen de C. Buddingh’-prijs op. Daarvoor had ze al de Meander Dichtprijs en het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam gewonnen. Met Hoi Feest uit 2012 en De blanke gave uit 2015 timmerde ze verder aan de weg als dichter.

Deckwitz heeft eerder ook al geschreven over de dichtkunst in zijn algemeenheid. In Hoe word je een geweldige dichter helpt ze beginnelingen op weg in de wereld van de poëzieproductie. Later volgde een artikelenreeks voor de nrc.next. Het werd een “Eerste Hulp Bij Poëzie”, waarbij het benaderen en begrijpen van gedichten centraal stond. Die stukken zijn gebundeld en hier en daar aangevuld, met dit boek als resultaat.

Vragen en antwoorden

Het boek kent drieëntwintig hoofdstukken, waarvan de titels bijna allemaal met een vraagteken eindigen. Aan de hand van de vragen over poëzie waarmee Deckwitz altijd wordt geconfronteerd, probeert ze beginnende lezers wegwijs te maken in de wereld van gedichten. Enkele voorbeelden: waarom zeg je niet gewoon wat je bedoelt? Is vertaalde poëzie de moeite waard? Hoe ontstaat een gedicht? En wat is het nut van poëzie?

Fijn is dat Deckwitz niet alleen maar in abstracte zin over poëzie schrijft, maar ook minimaal één gedicht aan een hoofdstuk verbindt. Deckwitz gebruikt tal van recente Nederlandse gedichten daarvoor, maar laat ook vertaalde en veel oudere gedichten aan bod komen. Eveneens tot denken aanzettende illustraties van Jenna Arts voorzien de hoofdstukken van grafische ondersteuning. De combinatie van een gedicht, een illustratie en een hoofdstukthema werkt goed.

Aan hen die Olijven moet je leren lezen uit hebben en verlangen naar meer gedichten of andere boeken waarin over gedichten wordt geschreven, is ook gedacht. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een kader waarin relevante dichtbundels en publicaties worden aanbevolen. Deckwitz presenteert een behoorlijk compleet overzicht van de Nederlandse poëzie en geeft nieuwe liefhebbers tal van mogelijkheden om zich helemaal in de wereld van gedichten onder te dompelen.

Jonger dan Komrij

Wie puur naar de informatie in het boek kijkt, komt tot de conclusie dat veel van de beschreven zaken al eens elders zijn benoemd. Dat is echter geen groot probleem: de kracht van het boek zit in de benadering van de beschreven onderwerpen. Deckwitz schrijft hier voor een overwegend jong publiek en probeert poëzie voor hen inzichtelijk te maken.

Als het op poëziebesprekingen aankomt, zijn die van Gerrit Komrij waarschijnlijk het meest geprezen. Maar Komrij heeft nooit de zin ‘Heej ik haal even een tosti met salami yolo’ qua mythische potentie vergeleken met de regels ‘IJsland / een uitgestrekt doodsbed / mijn naam geborduurd / op een bevroren sloop’. Deckwitz doet dat wel.

De passie voor gedichten, de pakkende manier van schrijven en de frisse benadering van het onderwerp maken dit boek relevant. Dichtend Nederland mag blij zijn met Deckwitz. Net als haar gedichten is Olijven moet je leren lezen toegankelijk, maar niet kinderlijk eenvoudig. Poëzie wordt begrijpelijker gemaakt, maar ook niet te begrijpelijk. Want poëzie zonder een sprankje mystiek, is geen poëzie meer. Of zoals Deckwitz zelf schrijft: “je bezighouden met poëzie is soms een duik in donker maar verkwikkend water”.

Fortarock
Reportage

Vlammend festival heeft voor iedere metalhead wat

special: Fortarock festival @ 4 & 5 juni 2016, Nijmegen
Fortarock

Na een kleinere editie in 2015, komt Fortarock dit jaar groter terug dan ooit. De achtste editie van het metalfestival beslaat voor het eerst twee dagen en heeft grote namen weten te strikken als Megadeth, Volbeat, Within Temptation en Amon Amarth. De line-up is gevarieerd: verschillende subgenres van metal en crossovers zijn vertegenwoordigd. Voor ieder wat wils.

Metalliefhebbers in het hele land hielden afgelopen week hun hart vast toen stromende regen en onweersbuien werden voorspeld voor het weekend van Fortarock. Gelukkig bleef het weer goed, het werd zelfs zonnig en warm. Voor de gemiddelde zwartgekleede metalhead iets té warm. Gelukkig was de organisatie van het festival goed voorbereid op de weersomstandigheden met voldoende gratis koud kraanwater; daar werd dan ook volop gebruik van gemaakt. De hitte mocht de pret niet drukken, er waren genoeg moshpits en dansende menigtes. Af en toe rustte men even uit in de weinige schaduw die er te vinden was.

Een veelbelovende start

De zaterdag vormde een goede warming-up voor het grotere spektakel op zondag. Op deze eerste dag was het festival kleiner in oppervlakte en stonden er pas twee podia, waarop afwisselend werd gespeeld, zodat de metalfan die dag nog geen keuzestress had, maar gewoon alles kon bijwonen. De line-up was overzichtelijk: Evra, Tremonti, Hibakusha, Avatar, Heidevolk, Gojira, Legion of the Damned en Within Temptation kwamen spelen.

Avatar

Avatar

Het publiek moest nog een beetje opgang komen, maar openingsact Evra kreeg het publiek al snel mee. Het Zweedse Avatar viel op door hun goede liveoptreden, waarbij het publiek volledig opging in de muziek. Zelfs wie liedjes als ‘Hail the Apocalypse’ niet kende, kon er gemakkelijk op losgaan door de goede groove. Ook het Arnhemse Heidevolk deed het goed. De Nederlandstalige paganfolk-metalband wist iedereen te vermaken met hun verhalende liederen. Bijzonder voor de sfeer was dat ze zingen over de regio, de Veluwe, Saksenland (Duitsland) en een slag bij Nijmegen tussen de Germanen en Romeinen 2000 jaar geleden.

Within Temptation, dat dit jaar twintig jaar bestaat, sloot de eerste dag af. Voor veel metalheads was deze symfonische band dé reden om al op zaterdag te komen. Hun show stelde zeker niet teleur. Er werd groots uitgepakt met een mooi decor, een soort brug als verhoging van het podium waar zangeres Sharon veel opstond – zo kon iedereen haar uitstekend zien – en op de achtergrond schitterende visuals, videoclips en natuurlijk af en toe echte vlammen. De band speelde ruim een uur, maar dat had zeker nog veel langer gemogen. De show zat met oude en recente nummers namelijk zeer goed in elkaar.

Om klokslag elf uur was de eerste festivaldag afgelopen. Hordes metalfans stroomden naar buiten, op weg naar huis of naar een logeerplek – het festival heeft namelijk geen camping. Voor de meeste was het nog een flinke klus om op hun slaapplaats terecht te komen, want de pendelbussen werden alleen zondag ingezet en het gewone openbaar vervoer had niet genoeg plek voor de vele fans.

Het ‘echte festival’

Fortarock was op de zondag twee keer zo groot, met drie podia en een metalmarkt. Onder de bezoekers wordt deze dag ook wel het ‘echte festival’ genoemd. De metalfan ondervond vandaag ongetwijfeld last van keuzestress, want regelmatig speelden twee bands tegelijkertijd. Gelukkig was er zo geprogrammeerd dat de grote namen elkaar niet geheel overlapten en iedereen wel de kans kreeg om van alles een stukje te zien. Het festival startte al om twaalf uur ’s ochtends; voor diegenen die zaterdag bezochten erg vroeg. Er speelden maar liefst achttien bands, waaronder: Amon Amarth, Abbath, Megadeth, Babymetal, Obituary, Disturbed, King Diamond, Eluveitie en Volbeat.

Ook vandaag werd er grootst uitgepakt op de podia. Verschillende bands traden op in indrukwekkende decors met schitterende visuals, brugconstructies, vlammen en vuurwerk. De viking-metalband Amon Amarth werd op het podium bijgestaan door een enorm vikingschip met twee drakenkoppen. De band wist het publiek enthousiast te krijgen met veel nummers van het nieuwe album Jomsviking.

Eluveitie

Eluveitie

Een hot topic onder de bezoekers is het Japanse Babymetal. Ze zijn een opvallende verschijning: drie schattige Japanse meisjes die lieflijke popteksten zingen op keiharde metalmuziek. Veel metalfans waren cynisch en maakten grappen, maar er waren ook veel echte Babymetalfans. Het stond goed vol in de tent, ook al speelde Megadeth, zeker niet de minste, tegelijkertijd. Over de kwaliteit van Babymetals optreden lopen de meningen uiteen: het instrumentale gedeelte werd zeer goed bevonden, maar de zangkunsten wat minder.

De avond werd groots afgesloten door Volbeat. Vooraf was er veel discussie of deze band wel een goede afsluiter was voor een metalfestival (“Is het wel echte metal?”). De band maakte hun rol als afsluiter echter helemaal waar, door een sterk, memorabel optreden te geven, met veel bekende nummers en vuur(werk).

Metalnaam en -faam

Fortarock bevatte veel bijzonderheden. Voor sommige bands was het een einde van een tijdperk: het optreden van Eluveitie was het laatste in deze samenstelling, enkele leden zullen de band verlaten. Voor andere was het juist een begin: Babymetal trad voor het eerst op in Nederland en het Haarlemse Hibakusha werd door Buma ROCKS! uit 119 deelnemers gekozen om te spelen op het festival.

De Nederlandse metalfan kijkt voor goede festivals al snel over de grens: Graspop in België of diverse festivals in Duitsland. Het Nijmeegse Fortarock heeft echter bewezen van groot formaat te zijn. Het is inmiddels hét metalfestival van Nederland, waar ook veel buitenlandse metalheads op afstromen.

Boeken / Fictie

Het glazen huis dat maar niet eng wil worden

recensie: Leonora Christina Skov - Het glazen huis

Zeven mensen die elkaar niet kennen krijgen een uitnodiging om een maand lang ongestoord te werken in een glazen huis op een onbewoond eiland. Zoals in alle spannende romans is ook hier sprake van een duister geheim dat langzamerhand onthuld wordt. In het doorzichtige, futuristische gebouw zijn ze overgeleverd aan hun angsten en zwakheden.

De schrijfster heeft een compleet arsenaal aan psychologische en morele thema’s uit de la gevist om diepgang te geven aan wat al snel een oppervlakkig groepsproces wordt, zoals iedereen het kent van televisieprogramma’s waarin mensen samen worden opgesloten. Machtsstrijd, sympathie en antipathie, gezeur en geruzie. Maar de zeven genodigden, die allemaal een brief kregen waarin ze werden uitverkoren op grond van speciale verdiensten voor de samenleving, blijken een verleden te delen. 

Waar blijft de huiver?

Alle elementen van de klassieke thriller, overgoten met een Scandinavisch sausje van storm, regen en gevaarlijke zeestromingen, komen aan bod. De succesvolle journaliste loopt tegen een verwende huisvrouw aan, de hulpdominee ziet zich geconfronteerd met een seksueel geperverteerde would-be schrijver, een moeras van mislukte huwelijken, terminale ziekte en persoonlijkheidsstoornissen trekt een spoor door het verhaal. Alles heeft de schrijfster ingezet om angst en verwarring te suggereren bij haar personages en de lezer in spanning te houden.

En werkt het? Een beetje. Een glazen huis waar je alles van elkaar dag en nacht ziet en hoort is op zichzelf een thrillerachtig gegeven. Toch wil de echte huiver maar niet komen. Dat komt voor een deel door de vele achtergrondinformatie en biografische feiten die Skov geeft, in de vorm van flashbacks die het verhaal voortdurend stilzetten. Skov is duidelijk een globetrotter, die graag namen, locaties en culturele ditjes en datjes van al haar reizen een plek in haar boek wil geven. Daarnaast kan zij het niet laten zo nu en dan een poging te doen literair te schrijven, wat soms tot potsierlijke metaforen leidt.

Wat moeten we met ‘ … haar jumpsuit omsloot haar lichaam als een omhelzing, die hij haar zo dolgraag wilde geven’. Of: ‘Zijn kleren lagen als een natte, modderige grafheuvel op de grond van de zielloze glazen kamer die hem was toegewezen.’ Enzovoorts. Het gestaag oplopende dodental, de kinderachtige verwijzingen naar enge dingen zoals een afhangend touw boven een stoel en grafstenen met namen van alle deelnemers – ze genereren niet het beoogde effect. En ook van de stijgende ontzetting van de bewoners raakt de lezer niet overtuigd. Het is namelijk niet genoeg om te schrijven dat iemand erg bang is of verbleekt. Of om iemand te laten zeggen hoe bang hij of zij is.

Te veel!

Show, don’t tell – dit is de oude wijsheid die elke verteller moet vasthouden. En voor Het glazen huis geldt bovendien ‘less is more’. Het is van alles teveel, te eng, te dik opgelegd. In het laatste hoofdstuk wordt de plot ook nog eens van A tot Z uitgelegd en krijgt de lezer informatie die wellicht al vermoed of geraden is. Kleine slordigheden in de vertaling zijn uw recensent ook niet ontgaan. Meeliften op het succes van de Scandinavische misdaadroman is mooi, maar laten we alsjeblieft de kwaliteit bewaken.

LL vs DTRH
Muziek / Achtergrond
special: Kleine zusjes worden groot
LL vs DTRH

Down The Rabbit Hole vs. A Campingflight To Lowlands Paradise

Het magische kleine zusje van Lowlands staat weer voor de deur. Hoewel, klein? Down The Rabbit Hole (DTRH) mag zich met namen als The National, Savages, Daughter en Lianne LaHavas voor deze editie alles behalve klein noemen. Rondom de eerste editie van DTRH was het nog even passen en meten, maar na twee geslaagde edities heeft organisator MOJO het goed voor elkaar met deze twee succesvolle evenementen.

Het ligt natuurlijk aardig voor de hand om Lowlands en DTRH met elkaar te vergelijken, gezien het feit dat de twee festivals door dezelfde organisator ‘familie’ van elkaar zijn. De afgelopen jaren zijn er echt er zó veel festivals bijgekomen dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet en dat je bepaalde dingen tegen elkaar moet afwegen. Twijfel je tussen DTRH en Lowlands en weet je niet welk festival je moet kiezen? We hebben de pro’s van beide festivals voor je op een rij gezet, mocht dat het enigszins gemakkelijker maken. Let op: het kan het júist ook net wat lastiger maken omdat je misschien na het lezen ervan wel naar allebei de festivals wilt. Sorry not sorry!

Waarom Down The Rabbit Hole?

Het belangrijkste argument: DTRH is klein, heeft een fantastische ligging op de Groene Heuvels van Beuningen en is daardoor ontzettend sfeervol. Geen lange trage massa’s die via één weg richting de grotere podia/tenten lopen maar sprookjesachtige bospaadjeskleine weggetjes die naar diverse plekken leiden. Op ieder veld is er wat anders te doen, te bekijken, te beluisteren en te proeven. Trek je terug in het bos op het Idyllische Veld, ga met je voetjes van de vloer op het Vuige Veld, lach je helemaal krom bij de Kampvuursessies, doe een dansworkshop in Le Salôn of kom een film kijken in Tramontana. Er is ontzettend veel te doen náást het beluisteren en bekijken van te gekke shows. Ook dit jaar heeft DTRH weer een aantal hele fraaie namen op de poster staan.

Oscar
Op de eerste dag van het festival, de vrijdag, warmt het Engelse Oscar de Fuzzy Lop en tevens het festival op met zijn warme elektronische indiepop. Trek je beste schoenen aan, haal een lekkere cocktail en waag je eerste danspasjes van de dag op deze fijne tunes.

The National
Matt Berninger en kornuiten sluiten de bandzaterdag in de grootste tent van het festival af. De Amerikaanse muzikanten zijn bezig met nieuw werk waarvan ze ongetwijfeld wat zullen laten horen. Eerder deze maand speelden ze reeds het nieuwe ‘The Day I Die’ tijdens een benefietconcert in Hamilton. Om 22:45 uur staan ze op de planken van de Hotot.

Mura Masa
De jonge Britse multi-instrumentalist en producer Alex Crossan, beter bekend als Mura Masa, komt op zaterdag je muzikale behoeftes bevredigen. De jongeman is net 20 jaar en heeft nu al een aantal succesvolle producties op zijn naam staan. Absoluut het checken waard.

Alex Vargas
Alex Vargas is de nieuwe belofte in singer-songwriterland. Hij combineert zijn rauwe maar zwoele stem met heerlijke beats en prima gitaarwerk. Vargas doet het in Nederland erg goed: zo staat hij dit jaar nog op Naked Song Festival, 7 Layers festival en doet hij een aantal grotere clubshows. Op de zondag staat hij om 15:20 uur in de Teddy Widder.

Daughter
Onbeperkt kippenvel en brokken in je keel krijg je bij de intense maar prachtige muziek van Daughter. Laatste release Not To Dissapear (2016) staat zonder twijfel op de jaarlijst van velen dit jaar. Op zondag verwelkomen ze de avond met hun magische sound in de Teddy Widder.

 

Waarom Lowlands?

A Campingflight To Lowlands Paradise blijft vaste prik voor veel festivalgangers. Toch is de keuze om te gaan de laatste jaren wat lastiger geworden door de komst van veel nieuwe festivals die ook nog eens een fantastische line-up hebben.. Feestjes op de camping, uren dansen in de X-Ray, films kijken in de bioscoop, uitbrakken in de sauna aan de overkant, nieuwe én gevestigde namen checken en ontdekken. Lowlands is nog steeds hét festival van cultuurliefhebbend Nederland. Het gaat om meer dan muziek: er is politiek, er is theater, er is kunst, er is comedy. Lowlands is een weekend lang op vakantie zijn in eigen land. Ook dit jaar heeft MOJO weer een aantal te gekke muzikanten weten te strikken voor het festival in Biddinghuizen in augustus.

Sigur Ros
Het IJslandse Sigur Ros is niet onbekend op het grondgebied van Lowlands. Zo stond de band acht jaar geleden al eens op het festival, en hoe! De indrukwekkende stem van zanger Jónsi neemt je mee naar buitenaardse werelden. In combinatie met de perfecte instrumentale muziek is Sigur Ros de perfecte band om een dag festival mee af te sluiten. Wegdromen is toegestaan.

The Last Shadow Puppets
Wie het concert van The Last Shadow Puppets in Paradiso eerder dit jaar gemist heeft kan zijn of haar hart ophalen: het bijproject van Alex Turner en Miles Kane is te zien op Lowlands dit jaar. Verplichte kost om te zien wanneer je op het festival bent. Waarom? Dat is niet zo moeilijk. De comeback van de band met Everything You’ve Come To Expect is niet per se nieuw, maar is wel volwassen geworden en het staat als een huis.

Aurora
Ze ziet er uit als een Scandinavisch popje en dat is ze ook: de Noorse Aurora Aksnes staat dit jaar met haar loepzuivere stem op de poster van Lowlands. Ze maakt breekbare singer-songwriternummers én dansbare electropop en weet je wat? Het klopt allebei. Haar pure stem wekt je nieuwsgierigheid en laat je gedurende show niet meer los. Checken dus!

Brian Fallon & The Crowes
Nu The Gaslight Anthem een onbepaalde pauze heeft kan frontman Brian Fallon eindelijk verder met een van zijn andere dromen: een countryrock soloproject. Met zijn band The Crowes klinkt het allemaal net even anders dan bij The Gaslight Anthem, ook al zitten er enkele leden van laatstgenoemde in deze formatie. Het resulteert in plaat en live-show met tokkelende banjo’s, gemoedelijke melodieën en nog steeds die heerlijke rauwe stem van Fallon.

Jack Garratt
Een van de tofste releases van dit jaar is zonder twijfel de plaat van de Britse multi-instrumentalist, producer en singer-songwriter Jack Garratt. Niet alleen omdat zijn producties als een huis staan, maar vooral omdat hij deze helemaal solo in elkaar heeft gezet en het live ook in zijn eentje ten gehore brengt. Van breekbare ballads tot aan dansbare anthems: Jack Garrat is hét spektakel van Lowlands 2016.

Vind je het lastig om een keuze te maken? Kijk dan naar wat beide festivals meer dan muziek te bieden hebben. Lowlands heeft ieder jaar een breed cultureel aanbod in grote tenten omtrent film, dans, theater, politiek en meer terwijl DTRH het meer moet hebben van de kleinere wat meer sfeervolle projecten zoals het Idyllische Veld, het Vuige Veld en Le Salôn. Daarnaast is Lowlands sowieso een stuk groter dan DTRH: met maar liefst acht (tent)podia verslaat het festival DTRH waar drie (tent)podia te vinden zijn. Ga je voor groots of houd je het liever wat kleiner? De keuze is aan jou! Wij zijn dit jaar in ieder geval weer op beide festivals te vinden om verslag te doen van alles wat we zien, horen, proeven, beleven en ontdekken.

 

Down The Rabbit Hole vindt dit jaar plaats op 24, 25 en 26 juni bij recreatieplas de Groene Heuvels in Beuningen. Tickets haal je hier.

A Campingflight To Lowlands Paradise vindt jaar plaats op 19, 20 en 21 augustus in Biddinghuizen. Scoor je tickets hier.

 

Theater / Voorstelling

Flauwe dramaklucht vol clichés

recensie: Orkater - Distel

Op de grijs-grimmige promotieplaat van Distel staan de personages kriskras door elkaar terwijl de mater familias, gespeeld door Juul Vrijdag, je mistroostig aankijkt. De andere personages op de posterfoto kijken allemaal weg van de camera, waardoor een grote en dramatische spanning wordt gesuggereerd. Ook de synopsis van Distel wijst in de richting van drama. Jaren na de zelfmoord van de bekende intellectueel Wolfgang Distel komt zijn familie bij elkaar om te discussiëren over zijn tegenstrijdige nagedachtenis. Zijn twee zoons liggen in de clinch: Semper (Mattias van de Vijver) idealiseert zijn vader en zijn jeugd terwijl Colt (Jan-Paul Buijs) overloopt van haat en traumatische gevoelens jegens hun vader. En dan verschijnt ook nog eens diens maîtresse ten tonele.

Flinterdun

Het uitgangspunt van een bijeenkomst rondom een dramatische familiegeheim mag dan niet bijster origineel zijn, het is wel een vruchtbare grond voor karakterstudies en drama. Jammer genoeg dragen de wendingen en onthullingen in het verhaal van Distel alleen maar bij aan een soaperig uitgesponnen en flinterdun plot, waarin alles uitgestippeld moet worden. Zo leren we alle motieven en oorzaken van de zelfmoord van Wolfgang Distel, die zo erg wordt uitgelegd dat er geen enkele opening voor emotie of mysterie overblijft. Doordat het scenario alles wil verklaren zit de voorstelling vol met expositie, waardoor scènes elkaar opvolgen zonder elkaar dramatisch aan te vullen en zonder een nieuwe emotionele laag toe te voegen. Na tien minuten in de voorstelling weet je alles al over de personages, zonder dat ze later meer diepgang krijgen of een ontwikkeling doormaken.

Rolstoeldans

Veel regiekeuzes lijken daarom gemaakt om het dunne verhaal op te rekken, zonder daardoor de voorstelling inhoudelijk te versterken. Een van de personages zit bijvoorbeeld in een rolstoel, en daarom zit midden in de voorstelling een volledig willekeurige en onaangekondigde rolstoeldans. Plotseling zitten de personages in deze scène allemaal in een rolstoel en draaien ze pirouetjes. En dit is niet het enige slappe clichébeeld in Distel. Denk bijvoorbeeld aan een personage dat op quasi-komische wijze ontzettend snel glazen wijn van een cateringkar achterover slaat, of een personage dat melancholisch rokend het publiek in staart. Het gevolg is een kluchterig drama waarin alles elkaar wil overschreeuwen. De grappen zijn gewoon niet komisch genoeg, de vondsten niet slim genoeg, het drama niet diep genoeg.

Lijzige pop

Kenmerkend voor Orkater is Distel muzikaal theater. Muziek en theater staan in deze voorstelling letterlijk en figuurlijk naast elkaar. Het kluchterige spel wordt te pas en te onpas onderbroken door lijzige Arcade-Fire-achtige melancholische pop waarvan de hyperserieuze toon nergens samenvloeit met de malligheden van de personages. Het muzikale element lijkt daarom ook de vertelling te vertragen en uit te rekken zonder een inhoudelijke of sferische toevoeging te zijn.

Uiteindelijk doet Distel weinig meer dan zich een beetje vrolijk maken over depressies, trauma’s  en familiedrama’s. Visuele en dramatische elementen lijken willekeurig bijeengeraapt en lopen over van de clichés. De voorstelling Distel is kortom makkelijk en flauw, schreeuwerig zonder iets te zeggen. Wat een aanfluiting.

Theater / Reportage
recensie: SPRING performing arts festival 2016

Reflecties op SPRING

Van 18 tot en met 27 mei stond Utrecht in het teken van vernieuwende performances, intermedialiteit en experiment tijdens de vierde editie van het SPRING Festival Utrecht. Ook 8WEEKLY wilde wel eens wat nieuws proberen: vandaar een podcast in plaats van een tekstueel verslag. Theaterredacteurs Jeroen, Steffen en Daniël bespreken hun SPRING-ervaringen.

 

Inhoudsopgave

Introductie: wat is SPRING? [OO.OO]
Milo Rau – Five Easy Pieces [03.10]
SPRING en het naakte lichaam [11.50]
Florentina Holzinger and Vincent Riebeek – Schönheitsabend [19:16]
Jan Mertens – The Common People [25:15]
Jerzy Bielski & Sandra Abouav – + – /, 1 = _ ; X en Maud Le Pladec / Ictus Ensemble – Concrete [39:05]
Theater Utrecht / Davy Pieters – Re-enactment of the Now
HODWORKS – Conditions of Being a Mortal [49:35]
Nicole Beutler – 6: The Square en Adva Zakai – Last Seen Standing Between Brackets [52:40]
Theatre NO99 – Ash and Money [55:34]*
Recapitulatie [1:00:56]

 

* Anders dan gezegd gaat de documentaire ‘Ash and Money’ niet over een fictionele politieke beweging in Finland, maar in Estland.

Boeken / Fictie

Onbetaalbaar geluk

recensie: Jonas Karlsson - De rekening

De Zweedse acteur en schrijver Jonas Karlsson komt na zijn roman De kamer (2014) opnieuw met een absurdistisch verhaal op de proppen. In De rekening wordt een wat eenzelvige jongeman geconfronteerd met de allesoverheersende macht van een onzichtbare overheid.

Het zal je maar gebeuren: naast de vele betalingsverplichtingen die je als gewone burger toch al hebt, ligt er opeens een mysterieuze rekening op de mat. Het torenhoge bedrag – een paar miljoen kronen – is niet te herleiden en er wordt niets duidelijk gemaakt over de herkomst van de factuur. Zal wel niets te betekenen hebben, een opgeblazen reclame-actie, zo denkt de hoofdpersoon in Karlssons fantasie. Maar een daaropvolgende herinnering van een incassobureau maakt het raadsel alleen maar groter. En dwingender.

Vochtplek

Karlsson is een echte kleinschrijver. Hij schept geen werelden vol drama en gecompliceerde verhaallijnen, zijn focus ligt bij een ogenschijnlijk klein voorval dat enorme gevolgen heeft. Hij laat zich niet afleiden door bijkomstigheden die het verhaal meer kleur zouden kunnen geven, hij kiest zijn personage, geeft hem een beperkte speelruimte en kruipt vervolgens in zijn hoofd. Al op de eerste pagina’s brengt een kafkaëske observatie van een willekeurige vochtplek op de vloer de absurde omstandigheden duidelijk aan de oppervlakte.

De naamloze hoofdpersoon in De rekening is alleenstaand, woont in een eenvoudig appartement en werkt parttime in de plaatselijke videotheek. Als hij na ontvangst van de herinnering maar eens in de telefoon klimt om de herkomst van de hoge rekening te achterhalen, ontspint zich een vreemd gepingpong met een dame van de telefonische klantenservice. Allereerst wordt hem duidelijk gemaakt dat iedereen moet betalen voor iedere vorm van geluk die tijdens het leven wordt genoten. En dat de betreffende instantie alle burgers grondig onderzoekt, om via een puntensysteem vast te stellen hoe hoog het te betalen bedrag uitvalt.

Getouwtrek

De vrouw aan de telefoon legt het eenvoudig uit: ‘Wat zie je buiten?’ en ‘Ruik je ook iets?’ of ‘Droom je ’s nachts?’ Om vervolgens retorisch te concluderen: ‘En denk je dat dat allemaal gratis is?’

‘Tja,’ zei ze. ‘Leven kost geld.’

Karlssons personage probeert te achterhalen hoe zijn rekening zo hoog kan uitvallen, terwijl hij aan levensgeluk bitter weinig ervaren heeft. Zijn enige relatie met een vrouw werd tot zijn verdriet al snel afgebroken, dus zou hij met zijn nietszeggende, grijze leventje niet juist veel minder moeten betalen? Het steeds intensievere contact met de dame van de klantenservice en een aantal bezoeken aan het schuldeisende bedrijf maakt dat Jonas Karlsson de draad een beetje kwijtraakt. Het verdere verloop wordt overheerst door een wat eentonig getouwtrek over de astronomische hoogte van de schuld.

En dan volgt de grootste uitdaging: hoe een dergelijk verhaal tot een boeiend, verrassend of in ieder geval bevredigend einde te brengen Dat valt niet mee, maar wat de schrijver wel goed voor het voetlicht brengt is een soort moraal in deze zaak. Het gelijkmatige en min of meer afgeschermde leven van de hoofdpersoon levert een torenhoge geluksrekening op, terwijl een meer dynamisch en vooral onvoorspelbaar leven – met veel ups en downs – de kosten juist laag houdt. Dus mensen, kom uit je comfortzone!