Muziek / Concert

Being Pjotr Iljitsj Tsjaikovski

recensie: Pique dame @ De Nationale Opera in Amsterdam
Pique Dame

Deze avond is alles Tsjaikovski, niet alleen de muziek maar ook de zangers en het koor. Stefan Herheim, regisseur van Tsjaikovski’s opera Pique Dame zet Tsjaikovski’s persoonlijke drama centraal en laat de mens achter de muziek zien, zodat de productie een filmisch kader krijgt. Wie ooit de film Being John Malkovich gezien heeft, kan de intentie van de Herheim beter volgen.

Ziel en zaligheid
Tsjaikovski ontvlamde niet meteen voor Poesjkins gelijknamige novelle toen zijn broer hem de tekst als materiaal voor een libretto voorlegde. Pas ruim een jaar later, in 1890, toen hij zwaar met zijn homoseksualiteit worstelde en zich verstoten dacht, verplaatste hij zich in Hermans niet vervulde liefde en het flirten met de dood. De om Herman alom aanwezige destructie oefende op Tsjaikovski zo een kracht uit dat hij binnen zes weken een volledige schets van de partituur naar de directeur van het Marijnski Theater stuurde. Hij voegde er een brief bij ”(…) ik heb mijn hele ziel en zaligheid in dit werk gelegd.” Nog hetzelfde jaar vond de première plaats.

Inkijkje
Stefan Herheim, regisseur, neemt Tsjaikovski’s affiniteit met Hermans onzuivere gevoelens als uitgangspunt en zet al in de eerste scène de toon: hij laat Tsjaikovski zien die een mannelijke prostitué (is dat Herman?) na een intieme act d’amour betaalt. Daarna wordt er een speeldoos, die een veelzeggende vogelkooi is, opgewonden en Mozarts Ein Mädchen oder Weibchen speelt de eerste sensuele gedachtes op. Als daarna de ouverture begint, blijft Tsjaikovski fysiek gedurende de gehele opera op het toneel. Herheim geeft alle mannelijke zangers, inclusief het koor, een uiterlijk van de componist himself en gunt het publiek een inkijkje in de duistere binnenwereld van Tsjaikovski.

Het lukt de regisseur meesterlijk het dilemma rondom homoseksualiteit van de componist samen te smelten met het libretto, door het gebruik van suggestieve vondsten. Zwarte engelen, zinnelijk trillende veren en wat minder subtiele, in het openbaar copulerende vogels sturen de kijker tussen de aria’s naar het hoofd van Tsjaikovsky. En als iemand het nog steeds niet begrepen heeft laat Herheim Catharina de Grote als travestiet opkomen.

Drie kaarten
Herman, die Misha Didyk wat geforceerd en een tikje te introvert vertolkt, ziet Lisa, zijn grote liefde die tot nu toe voor hem onbekend bleef: ze ontpopt zich als de verloofde van zijn vriend, vorst Jeletsky. Herman houdt voornamelijk van wat hij niet kan krijgen dus verklaart hij Lisa zijn onsterfelijke liefde. Maar die dooft al snel als Herman te weten komt dat Lisa’s oma de oude Gravin is. De Gravin – in deze productie zeer geloofwaardig vertolkt door Larissa Diadkova, een grande dame van het Marijnski Theater – vergokte in haar jonge jaren een fortuin dat ze met drie kaarten weer terugwon. Haar verschijnen zweept meteen Hermans emoties op: hij kan aan niets meer dan de dri karty (drie kaarten) denken. Hij gebruikt het meisje om bij de oude dame dichterbij te komen.

Als het hem eindelijk lukt haar te ontmoeten, schrikt de Gravin zich letterlijk van Herman dood. Jammerlijk wanhoopt hij over zijn lot, maar het werkt: al na een paar dagen, op een gure avond verschijnt hem de geest van de oude vrouw. Heeft ze nu medelijden met Herman of met Lisa? De drie, de zeven en de aas zijn de kaarten die altijd winnen, zegt ze, echter verbindt ze er de voorwaarde aan dat Herman Lisa zal huwen. In de tussentijd bezingt Lisa haar liefdesleed maar helaas: de bloedmooi ogende Svetlana Aksenova ontbreekt het aan hartstocht waardoor Lisa’s subtiele gevoelens niet genuanceerd genoeg uitkomen. Wanneer ze beslist zich in de St-Petersburgse rivier te storten, lijkt het meer op een rationele overweging dan op een desperate daad. Maakt niet uit want Herman trekt zich er weinig van aan en snelt naar de finale scène: het kaartspel.

De schoppenvrouw
Alexey Markov als graaf Tomski verschijnt weer op het podium en een thrill gaat door de zaal: ook in de finale akte is hij met afstand de beste zanger van de avond. Hij maakt deel uit van de vriendengroep die aan de kaartentafel plaatsneemt en het spel begint. Door het uitspelen van de drie en de zeven wint Herman de eerste twee ronden. Ongelukkigerwijze wordt hij overmoedig: hij zet alles op de aas. Zelfverzekerd legt hij de laatste kaart neer maar in plaats van de aas houdt hij de schoppenvrouw in zijn hand. Het gezicht op de kaart is duidelijk het gezicht van de Gravin. Deze teleurstelling kost hem zijn leven, hij grijpt naar een mes en steekt het desperaat in zijn borst. Alles is een spel, zelfs het leven.

Glas
Het klassieke decor ademt Rusland anno 1890, mooi zijn de glazen tranen die tijdens Lisa’s aria over twijfels en liefde subtiel naar beneden schuiven. Het immense koor, dat deze avond de sterren van de hemel zingt – een groot bravo voor koormeester Ching-Lien Wu – draagt met de grijze en zwarte kostuums op een subtiele manier bij. Slechts de fluorescente glazen die ze omhoog houden en vervolgens aan hun lippen zetten is te vaak herhaald.

De symboliek van het dodelijke, met cholerabacterie besmette water dat de componist fataal was, is al na de eerste keer duidelijk, tenzij Herheim op Tsjaikovski’s herhaaldelijke zelfmoordgedachten doelt. Het debuut van Christiaan Kuyvenhoven als pianist op het podium is ook zeker het opmerken waard. Maar de ultieme waarheid vertelt dirigent Mariss Jansons in deze voorstelling. Vanaf de eerste tot de laatste noot is zijn interpretatie niet te evenaren: vurig en vlammend transformeert hij samen met zijn vertrouwde Koninklijk Concertgebouworkest iedere muzikale nuance tot emotie en geeft de subtiele gelaagdheid van Tsjaikovski’s muziek op een pure en daarom zo schitterende manier weer. Vooral voor hem wil je de voorstelling na afloop al snel nog een keer zien!