Film / Films

The Royal Tenenbaums

recensie: The Royal Tenenbaums

De ellende van jong zijn is al niet te overzien, laat staan de jeugd van een wonderkind. De drie kinderen van Royal Tenenbaum waren stuk voor stuk uitschieters in alle uithoeken van het leven. Waar de een een groot financieel wonderkind werd, blonk de ander uit in sport en om alles nog mooier te maken was er ook nog een succesvol (geadopteerd) toneelschrijfstertje bij. Het leek allemaal niet op te kunnen. Maar kinderen hebben meer nodig dan succes. Ouders bijvoorbeeld. Royal (Gene Hackman) was niet bepaald een goede en zorgzame vader. Hij was meer een eersteklas klootzak. De kinderen waren beter af geweest zonder hem. Maar ja, je vader kies je niet uit.

~

Jaren later is er niets van de kinderen terechtgekomen. Allemaal depressief en neurotisch als de pest. Chas (Ben Stiller), het voormalig zakenmannetje, heeft zijn vrouw verloren in een vliegtuigongeluk Samen met zijn twee zoontjes waren zij enige overlevenden. Zijn zoontjes mogen niets en worden getraind tot nieuwe zakelijke monsters. Richie (Luke Wilson) kreeg een zenuwinzinking op de tennisbaan en vaart sindsdien met zijn schip de wereld rond. In zijn Björn Borg-uitrusting kijkt hij gelaten voor zich uit, niet wetende hoe te leven.

Oliver Sacks-kloon

Na eenmalig vijftigduizend dollar ontvangen te hebben voor haar eerste toneelstuk is er van de beloftes als toneelschrijfster weinig terechtgekomen voor Margot (Gwyneth Paltrow). Ze is getrouwd met een Oliver Sacks-kloon. Margot kan alleen nog maar tv kijken in bad en stiekem haar sigaretten roken. Dit is dan wat er overblijft van een leven waar zulke hoge verwachtingen van waren.

Smeerlap

~

Wanneer Royal na twintig jaar uit zijn hotel wordt gezet, besluit hij zijn gezin weer op te zoeken. Ten eerste voor gratis onderdak en hopelijk om het verleden weer wat recht te kunnen zetten. Met de boodschap dat hij ongeneeslijk ziek is meldt hij zich bij zijn vrouw Ethel (Anjelica Huston). Al gauw weet Royal zich weer een plaatsje in het huis te bemachtigen. Zoals altijd roeit hij op zijn eigen wijze tegen de stroom in, maar langzamerhand wordt hij geconfronteerd met de schade die hij al die jaren heeft aangericht. Zich schuldig voelend, probeert hij het verleden ongedaan te maken. Dat dit een onbegonnen zaak lijkt voor een man die van nature een smeerlap is moge duidelijk zijn. Toch zet hij alle zeilen bij om er nog iets van te maken.

Kolderiek

The Royal Tenenbaums is de derde film van Wes Anderson. Na Bottle Rocket en het onvolprezen Rushmore lijkt Anderson op weg te zijn een van de grote regisseurs van de toekomst te worden. De sfeer die hij in zijn films weet op te roepen in combinatie met de inhoud is uniek. De combinatie tussen tragiek en komedie, surrealisme en werkelijkheid zorgt steeds voor kijkverschuivingen. Waar we in het begin een stel kolderieke excentriekelingen aan het werk zien, worden deze personen aan het eind van de film uitgekristalliseerd tot verlengstukken van onze eigen persoonlijkheden. Anderson weet feilloos tussen deze twee uitersten te laveren.

Eigenzinnig

De cast is voor een film van 21 miljoen dollar uniek te noemen. Volgens Anderson was het slechts een kwestie van goed onderhandelen. Zoveel bescheidenheid is niet nodig: het is een aanduiding dat grote acteurs graag met het talent Anderson willen samenwerken. En dit is dan ook volkomen terecht. The Royal Tenenbaums is de commerciële doorbraak geworden voor Wes Anderson. Hij heeft hiermee niet alleen een van de beste films gemaakt van het jaar, maar heeft ook bewezen dat je met talent en doorzettingsvermogen een groot publiek kunt bereiken met een eigenzinnige film.

Film / Films

Grensoverschrijdende liefde op Iraanse bouwplaats

recensie: Baran

Stel je een bouwplaats voor: zonlicht schittert op tonnen vol cement en water, arbeiders zijn druk in de weer met stenen, kruiwagens en schoppen. Dompel jezelf onder in de prachtige op celluloid geschoten wereld van de Iraanse regisseur Majid Majidi die in Baran vakkundig de liefdesgeschiedenis tussen een Iraanse Turk en een Afghaanse portretteert.

~

Lateef, een Turkse Iraniër van 17 die de hoofdrol vertolkt, verzorgt de catering tussen de cementdampen van de bouwplaats. Zijn baantje wordt even later echter overgenomen door Rahmat, een illegale Afghaan van 14, die het zwaardere til- en schepwerk niet aankan. Lateef kan dit niet verkroppen. Maar wanneer hij toevallig ontdekt dat Rahmat een meisje is, verandert zijn haat in liefde. Rahmat, die eigenlijk Baran heet, laat indirect haar liefde blijken: ze zet onder meer speciaal voor hem een kopje thee met suiker apart. Lateef redt haar uit de armen van de arbeidsinspectie waarna er geen Afghanen meer werken op de bouwplaats. Lateef moet haar weer zien: hij neemt een paar dagen vrij en offert alles op om maar bij haar te kunnen komen.
De film gaat dus over affectie, altruïsme, opoffering en liefde. Regisseur Majidi heeft expres het liefdesthema gekozen als plot. Liefde, zo stelt hij, overstijgt nationale grenzen. Het is bovendien een universeel thema dat de film ook grijpbaar maakt voor niet-Iranese toeschouwers.

Achtergrond

~

De harde werkelijkheid van de circa 1,4 miljoen Afghaanse vluchtelingen – volgens de statistieken van het Rode Kruis – die Iran momenteel herbergt komt in de film terloops aan de orde door de liefde tussen Lateef en Baran. Sinds de Russen Afghanistan hebben verlaten in 1990 zorgen de nog steeds voortdurende interne conflicten voor een enorme vluchtelingenstroom, met name richting buurland Iran. In Iran hebben ze een relatief veel beter leven. In Afghanistan is men elke dag bezig met overleven. Echter ook in Iran zijn de werkomstandigheden slecht, zeker voor de illegale Afghanen in Iran die zonder Iraans identiteitsbewijs alleen de slechtst betaalde en gevaarlijkste baantjes kunnen krijgen. De actrice die de Afghaanse Baran speelt, Zahara Bahrami, stelt zelfs dat het leven in Iran “is like living in paradise” vergeleken met het leven in Afghanistan.

New wave

Majidi is een exponent van de derde generatie filmers van na de Revolutie in Iran (1979). Sinds de Revolutie worden er relatief veel Iraanse films buiten Iran vertoond. Deze nieuwe golf Iraanse films wordt gekenmerkt door een hoge cinematografische kwaliteit, een sterk sociaal bewustzijn en creatieve scripts vol symboliek die de strenge censuur weten te doorstaan. Baran is een mooi voorbeeld van de Iraanse kwaliteitsfilm, al is de symboliek dit keer wat aan de magere kant. Maar dat doet niet af aan de mooie sfeer op de bouwplaats die je levendig bijblijft.

Links

Kijk voor meer achtergrondinformatie over het werk van Majidi op de Engelstalige site http://www.yazda11.com/majidi/baran.php

Film / Films

The Arena

recensie: The Arena

Enige argwaan doet zich voor wanneer men de hoes van The Arena bekijkt. Behalve de titel staat er geen enkele credit op vermeld, en het fotomateriaal en begeleidend verhaaltje wekken sterk de indruk dat het hier gaat om een low-budget Romeinenfilm die in moest haken op het recente succes van Gladiator. Aan de film zelf te beoordelen lijkt het erop dat een stel louche Amerikaanse producenten naar een Oostblokland getrokken zijn, om daar in een paar weken met de plaatselijke bevolking en een paar dames uit een pornofilm voor een habbekrats een videofilm in elkaar te draaien. Enig onderzoek op internet leert dat dit allemaal akelig dicht bij de werkelijkheid ligt.

~

De film, hilarisch genoeg ook bekend als Gladiatrix, stamt uit 2001 en blijkt een remake te zijn van de obscure jaren 70-pulpfilm The Arena. Naast producent Roger Corman en twee Playboy-dames in de hoofdrol, is de rest van de cast en crew compleet Russisch (de regisseur schijnt in eigen land een gerenommeerd filmmaker te zijn). Dit had in theorie een vermakelijke B-film op kunnen leveren, maar helaas werd het een bizar, naargeestig en pretentieus rommeltje.

Gladiatrices

~

Het te verwaarlozen verhaal draait om de sadistische generaal Timarchus, die in de Romeinse nederzetting Dorostorum regeert. Hij verveelt zich een ongeluk en besluit om de arenagevechten aldaar wat op te leuken door een aantal slavinnen als gladiatrices op te laten treden.

De beelden zijn grauw, lelijk en ademen een naargeestige sfeer uit. Ze zijn heel flitsend gemonteerd, er komen nogal wat extreme close-ups, slowmotion en andere foefjes aan te pas, terwijl de arenascènes in contrasterend bleekgeel zijn geschoten. Zonder aantoonbare reden: de film wil kennelijk artistiek lijken bij gebrek aan inhoud. De Russische acteurs spelen naar omstandigheden best capabel. Soms, wanneer mensen het bijvoorbeeld onverwacht (in belabberd Engels) op een schreeuwen zetten, lijkt het er echter op dat de regisseur hen opdracht gaf zo waanzinnig mogelijk op hun tegenspelers te reageren.

Maniak

~

De vorm, de regie en de acteurs geven The Arena een bizarre surrealistische sfeer mee. De film ziet er eigenlijk uit als een nachtmerrie die zich traag voortsleept en waaruit je maar niet wakker kunt worden. In dat opzicht is hij ook niet geslaagd, want de playmates zorgen er wel voor dat enkele scènes meer op mislukte opnames voor een aflevering van Xena of Hercules lijken. De soundtrack lijkt bovendien door een maniak samengesteld, zoveel verschillende muziekstijlen wisselen elkaar in rap tempo op ongepaste momenten af. Tenslotte is de film voorzien van een lachwekkende en volstrekt overbodige voice-over.

The Arena is dus duidelijk bedoeld als direct-op-video-pulp, maar is daarvoor te akelig, mist de nodige seks- en geweldscènes, en heeft te veel artistieke pretenties. Deze film raakt kant nog wal en is dan ook eigenlijk niet om aan te zien; zelfs de verstokte Romeinenfanaat zal zich hier met moeite doorheen kunnen worstelen. Wie weet wordt het over 25 jaar nog een cult-klassieker, maar vooralsnog heeft Bridge Entertainment het publiek een bijzonder slechte dienst bewezen door dit prul op video en DVD uit te brengen.

Film / Films

Hedwig and the Angry Inch

recensie: Hedwig and the Angry Inch

.

~

Onze hoofdpersoon Hedwig komt uit Oost-Berlijn en heet daar nog Hansel. Wanneer hij een spoor van gummibärchen, Marsen en ander snoepgoed volgt wordt hij verliefd op de stoute Amerikaanse Sgt. Luther. Ze willen trouwen en naar Amerika, maar omwille van het welslagen van deze missie moet Hansel eerst wat achterlaten in Duitsland. De opoffering loopt uit op een fiasco, en daar zit Hedwig, in een trailerpark in de States. Naughty Luther vindt een ander roomblank kontje en het ziet voor ons neerslachtige, geslachtsloze slachtoffer niet goed uit.

Rocken als een tielerier

Hedwig en de resten van haar piemeltje zitten echter niet bij de pakken neer. Een nieuwe pruik doet wonderen en de rockgroep Hedwig and the Angry Inch wordt geboren. Samen met een stel illegale Oosteuropese rockers tourt Hedwig van salad bar naar salad bar, intussen haar leven zingend voor iedereen die het maar wil horen. En dat willen we horen! Hedwig is een goede zangeres, de liedjes liggen lekker in het gehoor en het gaat ook nog ergens over. Begeleid door innemend simpele animaties zien we Hedwig treuren om verloren liefdes, schelden op haar Angry Inch en rocken als een tierelier.

~

Hedwig was oorspronkelijk een kleine Off-Broadway-productie en werd met behulp van het Sundance filminstituut omgetoverd in een film, wat een hele verstandige keuze is geweest. Iedereen moet kennismaken met de voortreffelijke John Cameron Mitchell als Hedwig, met de fenomenale liedjes en het unieke verhaal. De karakters hebben een diepgang die je in de meeste psychologische drama’s nog niet ontdekt. Een simpele blik of een woord is genoeg om een hele wereld van glitter en glamour, maar ook van mislukkingen en ontbrekende onderdelen te ontdekken.

Suikerspin

Deze film moet je vaker zien. Niet alleen vanwege de grappen en grollen van het stel rockers, maar ook om de diepgang waar je de eerste keer ongetwijfeld overheen kijkt. De liedjes verbergen soms prachtige oneliners en bijzondere filosofieën, zoals die over de oorsprong van de significant other. Denkbeelden over liefde, seks, lotgenoten en tegenslag worden zoveel flair en vanzelfsprekendheid gebracht, dat je pas achteraf stilstaat bij het feit dat het naast cool ook nog eens ongelofelijk mooi en weldoordacht is.
Hedwig and the Angry Inch is een grote glitterende suikerspin, maar binnenin zit een stevig stokje waar je lekker lang op kunt kauwen. Ook als de suikerspin al lang op is.

8WEEKLY

De recensent gerecenseerd

Artikel:

.

~

Hoogspel

Zelf was ik jarenlang groot fan van Hoogspel. Helaas ging dit blad, de Nederlandse pionier op gamesbladen gebied, vorig jaar ter ziele. Op www.hoogspel.nl geeft uitgever Harry D’emme een duister beeld van de spelletjeswereld. Hij stelt dat het blad ten onder is gegaan doordat ze weigerden toe te geven aan de druk van de fabrikant. Die wilde steeds vroeger previews van onaf materiaal in het blad zien, en zodra er een slechte recensie was te lezen betekende dat het einde van de broodnodige sponsorgelden. Hoogspel blonk uit omdat ze het blad niet vulden met paginagrote screenshots. Het taalgebruik was “volwassen”, het blad leek zijn lezers serieus te nemen. Verder viel Hoogspel op doordat ze geen cijfers aan hun recensies verbonden, maar een gedegen conclusie waaruit de lezer kon afleiden of het een goed spel betrof of niet.

Power Unlimited

PU is ook een wat ouder blad in Nederland. De lay-out in door de jaren heen nog wel eens veranderd, de inhoud niet. PU-recensies zijn duidelijk gericht op een wat jonger publiek. Dit spel is dus “vet dope”, echt “totaal de bom!” Jeez, this rulez! Soms doet dit semi-populaire taaltje een beetje koddig aan. Op zich is PU inhoudelijk wel in orde. Veel recensies waarin de spelinhoud goed wordt beschreven. Door de jaren heen is de hoeveelheid tekst teruggelopen ten faveure van meer plaatjes. Dat is jammer omdat je daardoor de PU in een uurtje doorgelezen hebt en je je een tikkie bekocht voelt. Verder is hun cijfersysteem een beetje uit de hand gelopen. Een spel moet minstens een 8,5 hebben om een beetje leuk te zijn, terwijl een 7 al snel een slecht spel betreft. In mijn opinie is een 7 toch ruim voldoende. Het blad is echter relatief goedkoop, en dat maakt een hoop goed.

~

PC GamePlay

Is het Belgisch, is het Nederlands? In elk geval is PC GamePlay momenteel inhoudelijk één van de betere bladen. Zeer leesbare recensies, 2 demo CDroms, hier en daar subtiele leuke humor. De cijfers zijn redelijk te noemen. Als een spel een 7 krijgt is het nog altijd wel een redelijk spel, en niet de miskoop van het jaar. Verder staat er genoeg in waardoor PC GamePlay voor PC-bezitters de betere koop van het moment is.

PlayNation

PlayNation richt zich vooral op de Playstation en Playstation2. Het begon veelbelovend, maar tegenwoordig mag je blij zijn als er al zes reviews in staan. Verder staat het blad vol met onvolledige previews, veel advertenties en onderbroekenlol van de redacteuren. Sinds de PS2 kan PlayNation niet snel genoeg PSX-spelletjes uit haar blad weren. Ze zijn echter wel slim genoeg om het blad in plastic hoesjes te verkopen waardoor een PSX-bezitter het blad toch koopt, niet wetende dat er hooguit één artikeltje aan die goede ouwe trouwe kast besteed wordt. Het blad is vrij duur en is zijn prijs eigenlijk niet waard. Een recensie van vier pagina’s past qua tekst vaak op een half A4’tje. De recensies zijn echter wel goed geschreven, hoewel er hier en daar wat PU-taalgebruik valt waar te nemen.

~

GameQuest

De nieuweling van het stel. GameQuest magazine wordt samen met het Yorin TV-programma gemaakt en richt zich net als PU op de jongere lezer. Niet zozeer door populair taalgebruik, maar meer qua diepte van de reviews. Het grote probleem van GameQuest is dat zo’n 60% van het blad uit previews bestaat, en dat er dus verder weinig informatie te vinden is over spelen die daadwerkelijk al in de winkel liggen. Hooguit 15% van het blad wordt aan recensies besteed. Voor de jongere gamer een aardige koop omdat het blad niet te duur is.

PC Zone

Niet te verwarren met PC GamePlay. PC Zone is van dezelfde uitgever als PlayNation en GameQuest. Bij het blad zit een CD-rom met de laatste demo’s, en net

~

als PlayNation is het vrij dik. Het blad staat vol met advertenties, wat de leesbaarheid helaas niet ten goede komt. Verder proberen ze het wel, maar kunnen ze het populaire taalgebruik niet buiten de deur houden. Het blad is zo’n beetje het duurste in Nederland, en gezien de betere alternatieven kan ik het dan ook niet aanraden. Vaak blader je een Zone een beetje door om hem daarna voor altijd weg te leggen.

Alternatieven

In het buitenland komen ook tonnen aan games magazines uit. De beste daarvan is nog altijd het Engelse Computer and Video Games (CVG). Het is tevens één van de oudste bladen, en dat brengt nogal wat prestige mee. Ze zijn heel up to date, hebben een goede verhouding qua screenshots/text en beschikken over lekkere Britse humor. Jammer genoeg is het blad hier in Nederland erg duur, dus voor menig koper zal een Nederlands blad de uitkomst zijn.
Het Duitse PowerPlay is ook geen gekke keuze: veel info, goede afgewogen recensies. Verder is online www.gamez.nl een goedkope en complete optie. En natuurlijk de reviews van 8WEEKLY!

Links

PC Zone
Hoogspel
GameQuest
PC Gameplay
Power Unlimited

8WEEKLY

Akimbo: Kung-Fu Hero

Artikel: Akimbo: Kung-Fu Hero

Op een rustige dag zat Akimbo zijn eigen boontjes te doppen, totdat een geheimzinnige boodschap hem opriep om een eiland en de twintig wijzen daarop te redden van een boze draak. Of zoiets. Blablabla dacht Akimbo. Maar ja, je bent natuurlijk niet voor niets Kung-Fu held, dus trok hij zijn pyjamabroek (of zoiets) aan, en ging op avontuur (of zoiets).

~

Hop klaar!

Akimbo is een 2D platform spel. Nu ben ik vroeger best wel gek geweest op Sonic the Hedgehog en Jazz Jack Rabbit, maar verder vind ik al die 3D platformspelletjes niet altijd om over naar huis te schrijven. Lastige controls, onoverzichtelijk, etc, etc… Daarom was ik in eerste instantie best benieuwd of Akimbo me nog een beetje kon boeien. De eerste aanblik deed me echter al in lachen uitbarsten. Wat een povere graphics! Ik heb Super Nesspelletjes gespeeld die er beter uitzagen. Dit kan anno 2002 dus echt niet meer. Platformpje hier, bruggetje daar, hop klaar moeten de makers gedacht hebben.

Aanraken is sterven

Maar een platformspel is natuurlijk niet compleet zonder wat vijanden. Dus zijn er wat schelpen, oesters, skeletten en muggen om Akimbo lastig te vallen. Ze zullen het onze Kung-Fu held niet echt lastig maken. Wel lastig zijn de controls. Akimbo loopt niet, maar glijd een beetje. Verder is de besturing wat traag en dat zorgt al snel voor de nodige frustratie. Het feit dat je bij de minste aanraking gewoon dood bent maakt het al niet veel beter.

~

Jump, Jump!

De makers van Akimbo hebben zelf kennelijk nooit veel games gespeeld, want alle elementen die een platformspel leuk maken zitten dus niet in Akimbo. Vaak is een sprong naar een ander platform een letterlijke sprong in het diepe omdat je sommige platforms niet kunt zien, maar ergens buiten het scherm bungelen. Verder kan Akimbo hier en daar een suf wapen of een geheim wereldje vinden, en dat was het dan wel.

Conclusie

Akimbo is een spel wat anno nu niet echt meer kan… Hoewel, mijn vriendin leek het aanvankelijk door het schattige muziekje wel aardig te vinden. Doordat ze al snel enkele levels wist op te lossen speelde ze nog even door, maar uiteindelijk had zij er ook genoeg van. Akimbo is misschien alleen leuk voor de allerkleinsten onder ons, en in elk geval niet heel duur. Zelf zie ik echter geen enkele reden om dit spel aan te schaffen.

Systeemeisen

OS: Win 95 / 98
PC: PII-233
RAM: 32 MB
HD: 20 MB
Video: 3D-kaart

Film / Films

From Hell

recensie: From Hell

Eind 19e eeuw werd Londen opgeschikt door enkele gruwelijke moorden op straat prostituees. Gruwelijk verminkt werden de meisjes in de meest duistere steegjes van de stad gevonden. De moordenaar werd in de volksmond al snel Jack the Ripper genoemd. Net zo plotseling als de moorden begonnen stopten ze ook weer. Wie Jack the Ripper was, en waarom hij deze gruwelijkheden heeft aangericht zou niemand ooit te weten komen…

~

Over de legende van Jack the Ripper zijn sindsdien talloze films, tv series, strips, boeken en computerspelletjes gemaakt. Het sinistere en geheimzinnige aspect van Jack en zijn evil deeds spreekt mensen erg aan. Jack beging zijn moorden op een moment dat de mensheid afscheid nam van een tijdperk. Sprookjes, legendes, sagen en mythen hadden hun bovennatuurlijke kracht en geloofwaardigheid verloren. De mensheid was nu geciviliseerd geworden, en voor spoken en heksen was geen plaats meer in onze beleefwereld. Misschien dat een moordenaar als Jack daarom zo populair werd bij de media en haar lezers, de mens wil nu eenmaal graag een stukje geheimzinnigheid in zijn leven.

~

Geschiedvervalsing

From Hell moet het vooral hebben van sfeer en beelden, want het verhaaltje is een beetje rommelig en gezocht. Met heeft geprobeerd een politieke intrige in de Ripperlegende te bouwen, en daar is de film niet bij gebaat. Voor Ripperfans zal deze geschiedvervalsing namelijk afbreuk doen aan de mythe, en horrorfans zitten er evenmin op te wachten.

Misschien dat dit project beter tot zijn recht was gekomen in de handen van bijvoorbeeld Tim Burton. Het is sowieso al vrij duidelijk dat de Hughes broertjes met deze film Burton’s werk in mind hadden. De casting van Johnny Depp versterkt dat alleen maar. Depp is in From Hell goed op zijn plaats. Zijn rol in Sleepy Hollow zal menig kijker weer in de herinnering schieten bij het zien van From Hell. In deze film probeert Depp niemand minder dan de vermaarde Jack the Ripper te pakken te krijgen. De originele Ripper is nooit gepakt, dus of dat in deze film zal gebeuren… kijkt u zelf.

Geen killer

Al met al is From Hell niet de sinistere film geworden waar ik op had gehoopt. Het mist gewoon net dat beetje diepgang en kunst die Burton wel in zijn films weet te leggen. Heather Graham is als hoertje en love-interest van Depp absoluut niet overtuigend. Waar haar vriendinnen bijvoorbeeld de ene klant naar de andere afwerken blijft zij de hele film door de moeder Theresa van de straatprostitutie. Wel leuk is Robbie Coltrane (speelde vroeger in de geweldige serie Cracker), een inspecteur met een voorliefde voor Shakespeare-quotes. Een leuk tussendoortje, maar geen echte killer.

Muziek / DVD

Van nuchterheid naar zwijmelliedjes

recensie: De Kast - Open

De Kast. Vijf nuchtere jongens uit Friesland die gewoon lekkere duidelijk Nederlandse rock speelden, maar na hun debuut Alles uit de kast uit 1993 afdwaalden van deze muziek. De band is gaan spelen wat de meeste mensen graag willen horen: de zwijmelliedjes, gezongen door die jongen met mooie krullen.

Kleurloos

Helaas gebeurt het zo vaak dat een band zijn stijl gaat aanpassen en zo verschuift naar het gewogen gemiddelde van de smaak. Dit houdt dus in dat de populariteit van het product gemaximaliseerd kan worden en er slechts een miniem risico te duchten is. Het geeft je als artiest de mogelijkheid voor een goed betaalde carrière, doch je verzandt snel in een kleurloosheid en je platen krijgen de impact van een zuchtje wind.

Weggezakt

Dit in ogenschouw nemend zal het niemand verbazen dat de DVD Open niet uitblinkt in originaliteit. Natuurlijk is het een mooie uitgewerkte DVD, en het is prachtig dat je drie clips vanuit verschillende perspectieven kan bekijken. Maar toch is het kleurloos. De mooie trucjes die een DVD toelaten kunnen niet verhullen dat de muziek van de Kast niet meer is wat het was, diep weggezakt in het genre wat niemand echt slecht kan vinden, maar al helemaal niet goed.

Conclusie

De conclusie kan dus kort zijn. Een DVD is altijd genieten, maar helaas is de Kast weggezakt in standaardmuziek met veel franje, maar slecht weinig kleur. Ze zijn in dik drie uur geen moment in staat de luisteraar te verrassen.

Muziek / Concert

Stereophonics live

recensie:

Als we het tourschema op de officiële website moeten geloven spelen de Stereophonics op 5 maart 2002 in Gronigen. Oeps! Spelfoutje. Pijnlijke blunder! Voorman Kelly Jones (zang en gitaar), bassist Richard Jones (geen familie!) en Stuart Cable (drums) hebben duidelijk geen idee waar ze zich vanavond bevinden. Maar weet Groningen wel wie de Stereophonics zijn? Uit de reactie van het Groningse publiek is in ieder geval niet op te maken dat we hier te maken hebben met dé Britse livesensatie van dit moment.

~

Have A Nice Day

De Stereophonics, het Britrocktrio afkomstig uit Cwmaman (geen indianenstam, maar een plaatsje in Zuid-Wales), tekenen in 1996 bij V2 Records. In 1997 volgt de release van Word Gets Around, het eerste studioalbum. De Stereophonics breken aanvankelijk weinig muzikale potten, maar daar komt verandering in met de verschijning van de tweede studioplaat. De hitsingle The Bartender And The Thief, uitgebracht als voorproefje op het definitieve doorbraakalbum Performance And Cocktailes, wordt een regelrechte top 3 hit in Engeland. Gevolgd door de verkoopsuccessen Hurry Up And Wait (nr. 11), I Wouldn’t Believe Your Radio (nr. 11), Just Looking (nr. 4) en Pick A Part That’s New (nr. 4). Met het verschijnen van Just Enough Education To Perform, het in april 2001 verschenen derde album, is een internationale doorbraak een feit. Ook Nederland moet eraan geloven. De plaat levert de Welshmen de nodige “airplay” op, niet in de laatste plaats door het aanstekelijke Have A Nice Day.

Voetbalstadion

De Stereophonics gelden inmiddels als een internationale priority act: de Britpoppers hebben niet alleen twee wereldwijde millionsellers op hun visitekaartje staan, het trio staat ook nog eens te boek als een uitstekende liveact (Pinkpop 2001). In Engeland kunnen de Phonics met gemak een voetbalstadion vullen, maar daar is in Groningen vanavond weinig van te merken. Het Groningse publiek lijkt niet echt warm te lopen voor de Stereophonics. Concertzaal De Oosterpoort is lang niet uitverkocht (1000 bezoekers), en de handjes gaan maar met moeite op elkaar.

~

Klapperende oren

De heren Jones, Jones en Cable vallen maar gelijk met de deur in huis. Ze betreden het podium en beginnen meteen snoeihard te spelen. Nummers á la Roll Up And Shine, het openingsnummer van het album Performance And Cocktailes. Niets kat uit de boom kijken. De Stereophonics spelen troef, zoveel is duidelijk. De strijdlustige inzet van de Stereophonics is bewonderenswaardig, maar wel wat overdreven naar mijn mening. Niet alleen spelen de Phonics snoeiharde powerrock, ook het aantal decibelletjes was enigszins overdreven. Met klapperende oren besluit ik de druk op mijn trommelvliezen enigszins te verlichten en een plekje tussen de minder enthousiaste concertgangers te zoeken. En dan blijken er opeens ook mannen aanwezig te zijn vanavond. Die hadden we nog niet gezien.

Geen spetterende show

Na deze totaal overrompelende start komen de Stereophonics in rustiger vaarwater en beperken ze zich tot hun voornaamste kwaliteit: het maken van prachtig melodieuze luisterliedjes. Het ene na het andere meesterwerkje passeert de revue. In muzikaal opzicht onovertroffen, maar het leidt niet direct tot een spetterende show. Het publiek kan er vrij weinig mee. Men staat wat, struint een beetje rond, gaat eens een biertje halen, en luistert. Meer niet. Hysterische reacties bleven echter niet uit. De (massaal) aanwezige dames konden hun geluk niet op toen zanger Kelly Jones zijn Tom Cruise-zonnebril uittrok, of toen bassist Richard Jones zich van zijn spijkerjackje ontdeed.

Schelpenpad

Hoogtepunt van de avond is – naar mijn mening – een geniale uitvoering van Beatles-klassieker Don’t Let Me Down. In deze Lennon/McCartney compositie – afkomstig van het soundtrackalbum bij de film I Am Sam – komt het schuurpapierruwe ‘schelpenpad’-stemgeluid van zanger Jones pas echt goed tot z’n recht. Had een zekere John Lennon., met zijn typische ‘cigarettes & alcohol’ stem zeker niet beter kunnen doen.

De Stereophonics bewijzen vanavond een uitstekende live-act te zijn, en doen daarmee hun reputatie eer aan. Twee uur lang prachtig melodieuze luisterliedjes. Echter, een spetterende show ontbreekt. De stemming na afloop laat zich dan ook omschrijven als “hadden we net zo goed een cd’tje op kunnen zetten”. Maar goed, we zijn natuurlijk wel in Gronigen.

Links

www.stereophonics.co.uk

8WEEKLY

Warcraft 3: Reign of Chaos

Artikel: Warcraft 3: Reign of Chaos

WarCraft, een fenomeen bij Real-Time-Strategy fans. Het is al twee jaar geleden dat Blizzard zijn nieuwste telg in de serie aankondigde; dit betekende natte dromen voor vele fans. Het uitbrengen van WarCraft 3 werd echter keer op keer uitgesteld en natte dromen veranderden in nachtmerries, veroorzaakt door extreme frustratie. Nu heeft Blizzard een betaversie van het spel uitgebracht. Hoog tijd voor een preview.

~

Beta

WarCraft 3 is nog een work-in-progress, we zullen dus nog even geduldig een paar maandjes moeten wachten voordat het spel in de winkels ligt. De laatste beta die Blizzard uitbracht bevat alleen een online multiplayer-optie, dus nog geen singleplayer en geen tutorial. Deze online-multiplayer geeft gelukkig wel een goed idee over wat we van het gehele spel mogen verwachten zodra het af is.

Rassen

In WarCraft 2 had je nog de beschikking over ‘slechts’ twee rassen, de Humans en de Orcs. Deze zijn weer terug, maar nu vergezeld door de Undead en de Night Elfs. De rassen verschillen van elkaar wat betreft items en strategie, de verschillen zijn echter goed uitgebalanceerd zodat geen ras beter is dan het andere. Iedereen die dit spel een tijdje speelt zal vanzelf een ras tot zijn of haar favoriete benoemen. De Orcs en Humans zijn makkelijke rassen voor de newbies. Voor de professionals onder ons zijn de meer complexe Night Elfs en Undead misschien interessanter.

~

Gameplay

De gameplay van deze RTS lijkt op het eerste gezicht erg standaard; het bekende werk met behulp van resources units en gebouwen maken. Dit is echter een vergissing. Het spel heeft echter veel meer diepgang dan de gemiddelde RTS. Zo heeft elk ras een aantal verschillende Heroes (naast de gewone krijgers), speciale units die steeds hogere levels kunnen bereiken. Deze levels bereik je door het killen van tegenstanders. Natuurlijk betekent een hoger level dat de Hero sterker wordt en daarnaast kunnen de Heroes ‘spells’ leren naarmate ze hogere levels bereiken. Deze magische spreuken kunnen op hun beurt ook weer ge-upgrade worden. Hier komt dus een RPG-element om de hoek kijken.

Graphics

Om dit spel te draaien moet je beschikken over een stevige PC, tenminste een Pentium 3(600) met 128MB RAM en een flinke 3D kaart. Ik speelde het spel op een nog veel vettere PC, en dan zijn de graphics mooi, heel erg mooi. Je kan bij dit spel ver inzoomen en pas dan valt op hoe hoog het detail eigenlijk is. Zo hebben de bomen van de Night Elfs gezichten en heeft een hero van de Orcs schedels aan zijn hoorns hangen.

Conclusie

WarCraft 3 is nu al een spel om je vingers bij af te likken. De graphics zijn geweldig evenals het geluid. We zullen even moeten wachten tot het spel af is, maar de online-multiplayer is al super. Dankzij de diepgang van de gameplay, en de verschillende rassen is dit een spel dat niet snel zal vervelen. Het is alleen nog even afwachten of de single player net zo goed zal worden als de multi-player, maar als ik terugdenk aan WarCraft 2, en kijk naar de nu al legendarische multiplayer denk ik dat er weinig te vrezen valt.