Film / Achtergrond
special: Spektakel rond de jaarlijkse Oscaruitreiking

Prestige in Hollywood

In mei 1927 werd er in Los Angeles een non-profit organisatie opgericht. 36 belangrijke mensen uit de filmwereld richtten de The Academy of Motion Picture Arts and Sciences op om belangrijke en artistieke mensen en projecten publieke support en erkenning te geven.

~

Tegenwoordig telt de Academy zo’n 6000 leden. Lid kun je alleen worden op uitnodiging, en is dus een prestigieuze zaak. Als lid van de Academy geniet je diverse privileges en heb je er een zegje in misschien wel de belangrijkste filmgebeurtenis van het jaar: de Oscar-(Academy Award)-uitreikingen. Als je lid bent van de Academy wordt namelijk ook jouw stem gevraagd.

Dat het uitreiken van een belangrijke prijs als de Oscar niet altijd zonder slag of stoot gaat, is in de geschiedenis vaak genoeg gebleken. Gekonkel, politiek, voortrekkerij leken soms het enige te zijn waar het Oscarwereldje aan kon denken. Als je namelijk winnaar bent van zo’n fraai beeldje ben je verzekerd van veel aanbiedingen en is je status als acteur, regisseur bijna niet kapot te krijgen. Daarom een overzicht van enkele opmerkelijke momenten, terechte winnaars en, naar mijn mening, onterechte verliezers.

Echte show

~

In 1928 kreeg de stomme (als in geluidloos) oorlogsfilm Wings de eerste Academy Award. Voor de kenners onder ons een juweeltje omdat de film enkele prachtige luchtgevechtscènes bevat en een jonge Gary Cooper in een kleine bijrol. Er was echter nog geen uitreikingsceremonie. In 1929 begon men er daadwerkelijk een echte show om heen te bouwen. Omdat deelnemers voor de uitreikingen de uitslag al in de krant konden lezen besloot men in 1940 het gesloten-enveloppensysteem in gebruik te nemen.

De belangstelling voor de uitreikingen steeg elk jaar. In 1953 was de allereerste live TV-uitzending met Bob Hope als gastheer. Met deze exposure werden de uitreikingen dermate belangrijk dat bijna geen acteur zich meer kon veroorloven niet aanwezig te zijn tijdens de show. Oscars betekenden belangstelling, en dat was nodig om ‘hot’ te zijn in Hollywood.

Eén van de vroegste Oscar-ruzietjes komt uit 1941, maar is misschien later wel de grootste blunder die de Academy kon maken gebleken. Men besloot Citizen Kane alleen te nomineren voor best screenplay. Ten onrechte, want de film wordt tegenwoordig nog steeds gezien als de beste film aller tijden. Het feit dat regisseur Orson Welles nog zo jong was, samen met de controverse rond het gedurfde onderwerp dat door de film werd aangesneden deed Kane toentertijd de das om. Welles zou later alsnog een ere-Oscar ontvangen.

Who picks these things?!?

1952. The Greatest Show On Earth wint de Oscar voor beste film. Er waren dat jaar diverse behoorlijke films uitgekomen, maar de Academy besloot in het voordeel van deze lichtgewicht spektakelfilm. Mary Pickford die het beeldje moest uitreiken kon haar verbazing niet onderdrukken en sprak de woorden: “Who picks these things anyway?” En zo zouden er nog diverse relletjes gaan volgen.

In 1971 gebeurde er iets tijdens de Oscars wat eigenlijk al veel eerder had moeten gebeuren: Charlie Chaplin krijgt eindelijk erkenning voor wat hij voor de filmindustrie heeft betekend. Het zou een historische uitreiking worden. Chaplin kreeg bij opkomst de langste staande ovatie uit de geschiedenis van de Academy, en bijna alle sterren deden er een moord voor om bij de kleine komiek op het podium te staan. Chaplin die al twintig jaar in een zelfgekozen ballingschap leefde, was zichtbaar aangedaan door het enthousiasme van het publiek.

~

In 1976 wint de kleine boksfilm Rocky verrassend de Oscar voor beste film. De toen nog onbekende Sylvester Stallone schreef de film nadat hij nota bene uit de softporno-industrie was gestapt. De Oscar werd uitgereikt door Muhammad Ali die op het podium nog even met Stallone ging boksen. Dat Stallone ooit een Oscar heeft gewonnen is iets wat heden ten dage niet meer denkbaar is, maar voor Rocky was dat niet meer dan terecht. Stallone was ontroerd dat Ali hem uiteindelijk het beeldje gaf en sprak tot het publiek dat hij deze avond zou herinneren staande naast een “100% certified legend.”

Vriendjespolitiek

In de jaren 90 namen vriendjespolitiek en gekonkel een behoorlijke vlucht. Ruzie over wie de uitreikingen mocht presenteren, ruzie over de hoeveelheid cameratijd voor de sterren, en natuurlijk ruzie over de winnaars. In 1997 wint Titanic een belachelijk aantal Oscars. Het verhaal van de film ontstijgt de gemiddelde Bouquetreeks niet, maar de film ziet er fenomenaal uit. Dat de film naast Ben-Hur de meest succesvolle film in de Academy historie is (beide films wonnen elf Oscars) is totale onzin: ten tijde van Ben-Hur waren er veel minder categorieën om te winnen.

In 1998 maakt ene Edward Norton enorme indruk met een prachtige rol van neo-nazi in American History X. De rol is een ware krachttoer van Norton, en een Oscar lijkt dan ook het minste wat hij verdient. Niks is minder waar. De Italiaanse Academy-lieveling Roberto Benigni wint voor zijn rol in La Vita e Bella. Een grote vergissing, en zo moet Norton – net als bijvoorbeeld Sean Penn – totaal onterecht nog steeds wachten op zijn eerste beeldje. Om een Oscar te krijgen moet je kennelijk weinig controversieel zijn, of gewoon Tom Hanks heten.

~

Academy-lievelingen

We kunnen dus rustig aannemen dat het krijgen van dit beeldje niet alleen de bekroning van een carrière is, maar tevens goed op de acteurs c.v. staat. Vandaar dat er elk jaar ook zoveel kritiek op beslissingen van de Academy is. Maar de Academy is zelf ook deels schuldig aan de scènes die soms rond het uitrijken van Oscars ontstaan. Kan men de Oscaruitreiking nog wel als een objectieve prijs zien? Steeds vaker gaat men óf voor de smaak van het big budget publiek (Titanic) of kiest men een lieveling van de Academy omdat andere kandidaten niet in het straatje van de Academy passen. (Benigni-Norton). Ik denk dat dit een noodzakelijk kwaad is waar we niet veel aan kunnen doen. Ter vergelijking: in Cannes en Berlijn win je doorgaans alleen als je een film maakt over een Pools herderinnetje die naar het westen gaat om liefde te vinden, maar in de handen van een Hongaarse pooier valt. Of zoiets. En de publieksprijzen zijn ook niet altijd geweldig, kijk maar naar de MTV- en TMF-Awards. Laat de Oscars nu maar gewoon zoals ze zijn: een illusie, een sprookje, net als de film.

Tenslotte wil ik me nog even sterk maken voor het feit dat de Oscaruitreikingen ook in Nederland op TV moeten komen. De belangstelling is er ongetwijfeld wel, maar geen zender die het ’s nachts uitzendt. Meestal moeten wij het in Nederland met een samenvatting van een half uurtje doen. Ik hoop dat dit in de toekomst gaat veranderen.

Film / Films

The Man Who Wasn’t There

recensie: Schitterende ironie

.

~

Ed Crane (Billy Bob Thornton) is een man van weinig woorden. Hij slijt zijn dagen in een kapsalon waar hij tweede kapper is. Dag in dag uit knipt hij zijn klanten zonder een woord met ze te wisselen. Zijn vrouw Doris (Frances McDormand) vond het wel een prettig idee met een zwijgende man te leven. Maar Doris is niet de betrouwbaarste. Ed zegt niets, maar weet als enige wat er gaande is. Wanneer op een dag een louche zakenman zich na sluitingstijd laat knippen, vertelt deze dat zijn grootste wens een eigen stomerij is. Het enige dat daar voor nodig is tienduizend dollar. Ondanks zijn zwijgende karakter droomt Ed Crane van een beter leven waarin hij zijn eigen touwtjes in handen heeft. Dit lijkt de uitgelezen kans om nog iets van zijn leven te kunnen maken. Maar hoe aan tienduizend dollar te komen? Ed is niet achterlijk en besluit uit zijn verdriet voordeel te trekken. Hij gaat de minnaar van zijn vrouw chanteren. Zoals zo vaak zijn de gevolgen van een onschuldige daad vaak niet te overzien, zeker niet door een zwijgende kapper.

Schitterend ironisch

The Man Who Wasn’t There is de negende film van Joel en Ethan Coen (Fargo, O Brother Where Art Thou?). En meer dan in al hun andere films weten ze een sfeer te creëren die onnavolgbaar is. De setting lijkt in alles op een film noir, ware het niet dat de ingrediënten alleen uit het kookboek van de broers Coen kunnen worden gehaald. De werking van Eds gelatenheid wordt op een schitterende ironische manier gebracht. Kalm en zonder omhaal van woorden vertelt hij zijn levensverhaal, alsof hij altijd al heeft geweten dat het niet goed met hem zou aflopen.

~


De film is geschoten in zwart-wit. De gradaties en nuanceringen hierin zijn zo mooi op elkaar afgesteld dat je zou wensen dat alle films er zo uit zouden zien. De genuanceerde omgeving samen met Billy Bob Thorntons sterke gelaatstrekken maakt de film onaantastbaar.

De kunst van het weglaten

Vreemd genoeg heeft The Man Who Wasn’t There slechts een Oscarnominatie voor de beste cinematografie. Wat mij betreft had Billy Bob Thornton genomineerd mogen worden voor beste acteur. Want de kunst van het weglaten is essentiëler dan alles expliciteren. In de manier waarop Ed Crane zich beweegt zien we de kansloosheid van een kapper met een droom. Hier is ieder woord teveel.

Boeken / Reportage
special:

De longlist van de Libris literatuurprijs 2002

De lange lijst van genomineerden voor de Libris Literatuurprijs kent dit jaar maar weinig echt grote namen. Harry Mulisch is genomineerd voor Siegfried en Gerrit Komrij staat erop met De Klopgeest. Verder zijn ook Margriet de Moor en Karel Glastra van Loon genomineerd.

~

Twee dagen voor de bekendmaking van de lijst ontstond er oproer toen K. Bakker van de kleine uitgeverij Conserve bekendmaakte niet meer mee te doen. “Kleinere uitgeverijen hebben al jaren het nakijken bij literaire prijzen. De winnaars komen altijd uit het Amsterdamse grachtencircuit of de periferie eromheen, terwijl ik de kwaliteit ervan betwist,” zei De Bakker. Uitgeverij Conserve stuurt geen boeken meer naar de jury’s. De Librisjury kon nog wel gebruik maken van Conserve-boeken, maar de AKO-jury niet meer.

Wij willen jouw recensie!

De volledige lijst met namen staat hieronder. De Literatuurprijs wordt op 8 mei uitgereikt en tot die tijd zal 8WEEKLY proberen elke week een boek van de longlist te bespreken. Enthousiaste lezers die een van de boeken thuis hebben liggen en zelf eens in de pen willen klimmen, kunnen ook zelf een recensie van 400 tot 500 woorden insturen naar de redactie.

De nominaties

Robert Anker – Een soort Engeland
René Appel – Zinloos geweld
Jan Brokken – Voel maar
Paul Claes – De Kameleon
Geertrui Daem – Koud
Jean-Paul Franssens – Rozen uit het Zuiden
Karel Glastra van Loon – Lisa’s Adem
Miriam Guensberg – Saternacht
Mensje van Keulen – De gelukkige
Annie van Keymeulen – Bas
Gerrit Komrij – De Klopgeest
Marijke Libert – Sterk water
Margriet de Moor – Kreutzersonate
Harry Mulisch – Siegfried
Barber van de Pol – Kriblijn
Chaja Polak – Over de grens
H. Romijn Meijer – Oprechter trouw
Joyce Roodnat – ’t Is zo weer nacht
Jan Siebelink – Engelen van het duister
Herman Stevens – Gouden bergen

Boeken / Reportage
special:

Tien voor Taal, maar niet voor Letterkunde

Het KRO-programma Tien voor Taal heeft per ongeluk twee dode Nederlandse dichters uitgenodigd om deel te nemen aan de taalstrijd met Vlaanderen. Dat heeft een woordvoerder van uitgeverij Querido, waar de invitatie binnenkwam, woensdag gezegd.

~

Per mail vroeg tv-producent Endemol aan Querido om de deelname van de dichters J.C. Bloem (1887-1966), Gerrit Achterberg (1905-1962) en de inmiddels 78-jarige Gerrit Kouwenaar. Querido moest de betreffende Endemol-medewerkster teleurstellen.

“Ik dacht eerst dat de vraag door een stagiaire was gesteld, maar het bleek om een geroutineerde medewerkster te gaan”, geeft de Querido-woordvoerder aan. “Ze gaf aan op internet te hebben gezocht naar dichters voor het programma. Wel vreemd, want op internet kan je ook makkelijk vinden dat twee van de genodigden al zijn overleden.”

Querido heeft Endemol andere dichters voorgesteld voor het programma. “Die zijn jonger en hebben volgens mij meer kans om te winnen. Want ik zie altijd Vlaanderen winnen.” De oudere Kouwenaar is wel nog steeds actief. In september brengt hij een nieuwe bundel uit, die waarschijnlijk Totaal witte kamer gaat heten.

8WEEKLY

Medal of Honor: Allied Assault

Artikel: Medal of Honor: Allied Assault

De laatste tijd worden we overspoeld met 3D first person shooters die als setting de Tweede Wereldoorlog hebben. Na het prachtige Return To Castle Wolfenstein krijgen we nu te maken met het volgende deel uit de Medal Of Honor-serie. Met het spelplezier van Wolfenstein in het achterhoofd begon ik aan mijn eerste missie.

~

Woestijnvos

Het spel begint in Afrika ’42. De speler ziet de wereld door de ogen van Luitenant Mike Powell, een keiharde jongen voor speciale missies. Anders dan in bijvoorbeeld Wolfenstein krijg je tijdens je missies hulp van teamgenoten. Helaas voor jou kun je niet eeuwig op hen vertrouwen als het op vuil werk aankomt, want tijdens de missie loopt de boel allesbehalve op rolletjes. Voor je het weet hangt de missie toch weer van jou af.

~

De landing

Voor de mensen die Saving Private Ryan hebben gezien zit er een geweldig level in dit spel: de landing op de kusten van Normandie. Wat mij betreft is dit level het beste ooit gemaakt in het genre. Je waant je echt even een onderdeel van de geschiedenis. Na een succesvolle landing krijg je diverse missies om het resterende Duitse verzet uit te schakelen, of medestrijders te ontzetten. Dat de Duitsers allesbehalve verslagen zijn zul je op die missie al gouw genoeg aan den lijve ondervinden.

Een rondje Europa

Het prachtige aan dit spel is de variatie. Het ene level is botte actie, maar in het volgende level zijn juist weer rust, kalmte en een flinke dosis tactiek nodig. Ook de scenery verandert nogal eens: Afrika, Normandie, Frankrijk, de Ardennen en Noorwegen zijn enkele van de diverse strijdtonelen. Alles ziet er werkelijk adembenemend uit. Maar laat je hierdoor niet afleiden, want het gevaar ligt voortdurend op de loer. Elk afgebrokkeld muurtje kan een potentiële Duitse hinderlaag zijn. Die spanning maakt het spelen van dit spel al een ervaring op zich.

Conclusie

EA heeft werkelijk het uiterste uit de Quake 3-engine gehaald. Om al dit moois een beetje redelijk te laten lopen is wel een behoorlijke computer nodig. Volgens EA draait de boel al op een P3-450, maar dan kan je tijdens het laden rustig een kopje thee zetten. Een P3-700 met een 32MB 3D videokaart is in dit geval absoluut geen overbodige luxe. Heb je dit, en ben je op zoek naar de ultieme first person shooter ervaring, dan heb je wat mij betreft met Allied Assault een titel die de concurrentie in beeld, geluid en spelplezier ver achter zich laat.
Het spel heeft ook een multi-player optie die ik nog niet heb kunnen testen.

Film / Films

Hundstage

recensie: Hundstage

Vernedering, wraak, geweld, onmacht. En daaruit voort komt walging. En tegelijk fascinatie. Hundstage is een film die mensen van hun slechtste kant belicht. Sadisten zijn we, fysieke of psychische geweldenaren die geen rekening houden met de mensen om ons heen. Zo laat Hundstage ons zien. Een verschrikkelijke film.

~

Het is bijzonder heet in de slaperige Vinexwijk in Oostenrijk. Zweet glijdt tappelings langs de slapen en over de rug. Veel in bad, weinig kleren aan en zo min mogelijk bewegen is de enige oplossing. Wachten op de avond tot het wat koeler wordt, zodat we ons eindelijk kunnen afreageren op de mensen die ons de hele dag al hebben beziggehouden met hun futiliteiten.

Masochistisch vriendje

Anna rijdt met iedereen mee en tergt de autobestuurders met reclameliedjes en statistische waarheden. Klaudia moet de nukken van haar opgefokte vriendje Mario verdragen. Herr Hruby krijgt zijn alarmsystemen maar niet verkocht en controleur Walter zoekt verkoeling in de supermarkt om daar te klagen dat zijn pak meel niet zwaar genoeg is. Tenslotte buigt een lerares zich voorover om haar masochistische vriend te ontvangen, maar hij heeft iemand meegenomen.

Provocerend

~

Het is vreselijk om te zien. Klaudia wordt geterroriseerd en de lerares krijgt er van langs. Aan het eind moet ook de lichtelijk gestoorde Anna het ontgelden. Regisseur Ulrich Seidl laat wel zien hoe de verhoudingen liggen: de vrouw is het slachtoffer van de hersenspinsels van zieke mannen. Hundstage is daarmee een uiterst onvriendelijke, provocerende film die doet walgen. Het is vies wat je te zien krijgt, zonder uitzondering.

Ongemakkelijk

Schoonheid zit er niet in de film, of het moet achteraf zijn. Het is toch vreemd dat ik, inmiddels drie weken nadat ik de film gezien heb, de beelden nog steeds helder voor me zie en dat ik zelfs af en toe één van Anna’s debiele reclameliedjes in mijn hoofd heb. Het is fascinerend om te zien hoe een film je zo kan tergen dat je zin hebt om weg te gaan. Het gaat niet om de kots of omdat het te eng is of te saai. Regisseur Seidl stort eenvoudigweg zo’n overdaad aan menselijke haat over je uit, dat je er ongemakkelijk van wordt.

Geen film om vrolijk van te worden. Wie Requiem for a Dream heeft gezien weet wat dat betekent. Maar waar je je in Requiem kon wentelen in verdriet, wil je Hundstage van je afschuiven. Zo ver mogelijk, het liefst. Want zo slecht kunnen we toch niet zijn?

“Hackerl, macht die neue Kuche, jetzt in nur drei Tage, fertig und auf Maß, Ha-ha-ha-ha-Hackerl, macht die neue Kuche…”

Film / Films

Black Hawk Down

recensie: Black Hawk Down

In bijna tweeënhalf uur probeert Black Hawk Down een realistisch beeld te geven van de Amerikaanse soldaten in Somalië. In 1993 werden elite-eenheden ingezet om de toenmalige machthebbers te stoppen. Voordat het Amerikaanse ingrijpen begon waren er al meer dan 300.000 Somaliërs omgekomen van de honger. Maar hoogmoed komt voor de val, de Amerikanen dachten dat ze dit karweitje wel even zouden klaren. Een uurtje of twee, meer zou niet nodig zijn. Eenmaal aangekomen in Mogadishu bleken militante groepen de stad te overheersen. De Amerikanen waren de hel binnengetreden.

~

Met deze achtergrond is het hele verhaal verteld. De 145 minuten film worden alleen gebruikt voor een weergave van hoe het moet zijn geweest in Mogadishu. Geen liefde, complottheorieën of valse moraliteit wordt aangewend om de film vorm te geven. We volgen een stel soldaten op de grond en in de lucht. Langzamerhand worden ze geconfronteerd met de chaos en wanhoop van de oorlog.

Afgereten ledematen

Met de rug tegen de muur moeten ze tegen de doorgedraaide militante Somaliërs vechten. De ene vechtscène na de andere benadrukt de angst en walgelijkheid van oorlog. Bloedfonteinen, afgereten ledematen en andere extreme wonden worden gebruikt om de dramatiek verder op te voeren. Toch zijn dit trucjes om het publiek makkelijk te laten schrikken, echt iets toevoegen doet het niet.

~

Wat Black Hawk Down boeiend maakt is grotendeels te danken aan de prachtige cinematografie van Slavomir Idziak. De beelden zijn zoals altijd in een Ridley Scott-film van hoge kwaliteit. Vanuit alle mogelijke posities worden er prachtige beelden gemaakt van de strijd. Uiteindelijk is dat hetgeen wat de film boeiend maakt.

Laten we alle zogenaamde inhoudelijke kwesties buiten beschouwing dan is Black Hawk Down niet meer dan tweeënhalfuur non-stop schieten en knallen zoals je het niet vaak ziet. Maar wat wil je ook met een Jerry Bruckheimer-productie?

Film / Achtergrond
special:

Filmbladen

Met de komst van internet bestaan er voor de filmliefhebber nauwelijks geheimen meer. Er zijn immers letterlijk talloze filmsites, gespecialiseerd in de meest uiteenlopende gebieden, waaraan dagelijks informatie wordt toegevoegd. Wie wil weten of er ooit nog een Alien 5 of Terminator 3 uitkomt, hoeft alleen maar een kijkje te nemen op upcomingmovies.com. Vraag je je af waar David Fincher deze week mee bezig is, dan ga je naar DavidFincher.net. En wie wil weten in welke films die ene acteur nog meer speelt, heeft dat in een paar tellen gevonden op het klikparadijs IMDb.
Is er dan nog wel een toekomst voor het traditionele filmtijdschrift? Kennelijk wel, want uit een kijkje in boekwinkel, bioscoop en bibliotheek blijkt dat er nog meer dan genoeg lectuur te vinden is voor wie schele ogen krijgt van zijn computer en liever buiten in de tuin een blaadje leest.

~

De Filmkrant

Gratis(!), verschijnt maandelijks.
De Filmkrant is al meer dan 20 jaar het beste filmblad van Nederland, en bovendien gratis en voor niks. Naast uitstekende, uitvoerige en kritische recensies van de nieuwste films (Hollywood èn filmhuis, en een beetje video) nieuwtjes over zowel de Nederlandse als de buitenlandse filmindustrie, beschouwingen, een compleet overzicht van de programmering van de Nederlandse filmhuizen, samenvattingen van recensies uit de landelijke pers, recensies van filmboeken en soundtracks. Wat wil je nog meer? Op krantenpapier, geen kleur. Wie niet elke maand naar de bioscoop wil om hem op te halen, doet er zelfs goed aan om een jaarabonnement van € 19,25 te kopen.

Preview

Gratis, verschijnt maandelijks.
Preview was kostte vroeger geld, en was ook van een enigszins hoger niveau dan tegenwoordig. De doelgroep lijkt nu het massapubliek van Pathé, waar het bij de ingang ligt, en is in dat opzicht wel praktisch: er staan veel foto’s en simpele recensies in van de films die er draaien. De eigenaar is dan ook filmprogrammeur J. Goderie zelf, die het blaadje elke maand voorziet van een irritante column en een prent van zijn eigen kop(!). Verder veel flauwe humor, Hollywood-roddels en minimale DVD- en videobesprekingen.

Skrien

€ 4,90, verschijnt 10 keer per jaar.
Skrien besteedt behoorlijk veel aandacht aan Nederlandse film, wat niet iedereen zal waarderen. Men bedient zich bovendien van een sobere schrijftaal, en het blad kent tegenwoordig een foeilelijke opmaak en bevat meer foto’s in zwart-wit dan in kleur. Gelukkig wel: kritische artikelen, theoretische discussies en beeldje-voor-beeldje-analyses van scènes uit bekende films.

~

Schokkend Nieuws

ca. € 3, verschijnt 6 keer per jaar.
Mij niet bekend, maar belooft wel veel. Klein, gespecialiseerd in cult, horror en scifi. Moeilijk te vinden, maar voor +- € 12 heb je al een jaarabonnement (zie advertenties in de Filmkrant).

Wie degelijke recensies en artikelen over bioscoopfilms in de krant wil lezen, houdt Het Parool, de Trouw en De Volkskrant (op donderdag) in de gaten. Tot zover de Nederlandse bladen; meer bestaan er voor zover ik weet niet. Gelukkig is er hier ook een aantal interessante Engelse tijdschriften verkrijgbaar:

~

Empire

€ 7,90, verschijnt maandelijks.
Empire is duur, dik, gedrukt op glossy papier, en ontzettend cool. Dat denken ze zelf tenminste. De meeste artikelen zijn echter schreeuwerig, bijzonder subjectief, vol flauwe humor en alle foto’s zijn voorzien van melige bijschriften. Wie daar overheen kan lezen vindt toch een enorme hoeveelheid interessant materiaal. De recensies zijn vaak van een redelijk niveau, er is een uitvoerige sectie met videofilms (die de betere videotheek dus importeert), voorbeschouwingen, terugblikken, interviews met acteurs, regisseurs, producenten en schrijvers, enzovoort. Empire is het populairste filmtijdschrift in Engeland, en dus weten ze elke keer weer een grote naam te strikken voor een interview. Ook leuk: elke maand wordt er een acteur geïnterviewd met vragen van de lezers. Kortom: populistisch, maar wel onmisbaar.

~

Sight and Sound

€ ?, verschijnt maandelijks.
S&S is een uitstekend en oerdegelijk Brits filmtijdschrift. Maar soms wel zo degelijk dat het voor de doorsnee lezer moeilijk te doorspitten is. Vooral de recensies zijn behoorlijk schools en staan vol hoogdravende taal. Voer voor de serieuze filmfanaat dus, maar dan ook wel van een heel hoog niveau. Naast Engelse en Amerikaanse ook veel aandacht voor Europese en Aziatische films. Handig: er staan naast de recensies ook complete credits en samenvattingen van de plot bij elke film. S&S is niet in elke boekhandel te vinden, maar staat wel in de betere bibliotheek. Zeker de moeite waard!

Verder interssant zijn Uncut (€ 7,20, maandelijks), een Engels tijdschrift voor film en (vooral) muziek. Uncut vindt zichzelf ook heel erg hip, maar heeft wel redelijke recensies van video- en bioscoopreleases en soms gigantische en behoorlijk leesbare filmspecials, zoals een tijd geleden die van A Clockwork Orange (20 bladzijden!).

~

Hotdog (€ 7,80, maandelijks) is een van de nieuwere Engelse filmbladen en is ook quasi-cool, maar wel met veel interessante achtergrondartikelen.
Premiere (€ 6,95, maandelijks) is een Amerikaans blaadje op slap papier, met veel aandacht voor kassuccessen van eigen bodem.

Voor de intellectueel zijn er onder andere de Quarterly Review of Film & Video en Film Quarterly (uitgegeven door de universiteit van California). Alleen te vinden op universiteiten, en bevatten goed leesbare maar wel semi-wetenschappelijke verhandelingen. Voor wie Frans kan lezen, is Cahiers du Cinéma ook interessant.

En voor de DVD-fanaat bestaan er ook verschillende gespecialiseerde bladen. Genoeg alternatieven voor internet dus! De ironie wil echter dat een aantal van de bovenstaande tijdschriften ook een website hebben; sommigen staan zelfs integraal online.

Links

Filmkrant http://www.filmkrant.nl
Empire http://www.empireonline.co.uk
Premiere http://www.premiere.com
Skrien http://www.skrien.nl
Sight and Sound http://www.bfi.org.uk/sightandsound
Cahiers du Cinéma http://www.cahiersducinema.com

8WEEKLY

Duits leedvermaak

Artikel:

.

~

Op www.ihr-seid-nicht-dabei.de kun je met klompen, vissen, kazen en wat al niet meer op de spelers van het Nederlands elftal schieten. Worden ze geraakt, dan vallen ze theatraal op de grasmat en spugen ze de boel onder. Echte Wimpies! Wie de meeste spelers raakt heeft uiteraard gewonnen.

De site is leerzaam voor ons Nederlanders. Je ziet precies waar de gemiddelde oosterbuur zich aan ergert: juist ja, Hollandse toeristen met sleurhutten. Van die sukkelende slakken die je voortdurend in de weg zitten als je net lekker met 180 km/u over de Autobahn scheurt. Op deze site kan je doen wat je als Duitser het liefst zou willen: op ze schieten.

~

Verder kun je Hollandersmoppen lezen of insturen (wel in het Duits natuurlijk). En last but not least kun je een prachtig Oranje-shirt bestellen met de tekst “Ihr seid nicht dabei”. Misschien ook een leuke tip voor de Hollandse voetbalhater?

Voor de twijfelaars: er gaan geen enge nationalisten achter de site schuil, enkel een stel lollige voetbalfans. Dat wordt subtiel duidelijk gemaakt door de anti-Nazibanner op de homepage. We kunnen dus opgelucht ademhalen.

Boeken / Reportage
special:

Kleine uitgeverijen kansloos bij literaire prijzen

.

“Kleinere uitgeverijen hebben al jaren het nakijken bij literaire prijzen als de AKO-Literatuurprijs en de Libris Literatuur Prijs. De winnaars komen altijd uit het Amsterdamse grachtencircuit of de periferie eromheen, terwijl ik de kwaliteit ervan betwist.” Dat zegt K. de Bakker van uitgeverij Conserve. Hij heeft maandag aan de organisaties van beide prijzen laten weten dat hij geen boeken meer instuurt voor de competities, tenzij de auteurs dat uitdrukkelijk wensen. Conserve stelt al vijftien jaar gratis boeken ter beschikking voor de betreffende jury’s. Dat is gebruikelijk, maar het kost veel geld.

Uiteindelijk zijn het steeds boeken van grote uitgevers die worden genomineerd, vindt De Bakker. “Misschien moet er een regeling komen dat de boeken die worden ingezonden, vergoed worden tegen kostprijs”, oppert De Bakker in een mail aan de organisaties van de prijzen. De uitgever uit Schoorl heeft de mail maandag verstuurd omdat hij er door AKO aan werd herinnerd dat hij nog geen boeken had ingestuurd. De eerste selectie van de Libris-jury, die dinsdag wordt
bekendgemaakt, kon dit jaar nog wel kiezen uit boeken van Conserve.

U. Kiekens, secretaris van het bestuur van de Stichting Libris Literatuur Prijs, noemt de uitspraken van De Bakker ongenuanceerd. “Het staat niet vantevoren vast dat er zoveel titels van die en zoveel van die uitgeverijen worden genomineerd. De jury gaat absoluut eerlijk en onbevooroordeeld te werk. Ook voor de jury van verleden jaar was het een verassing dat er vijf titels van Querido werden genomineerd.” Volgens Kiekens is een uitgeverij nooit het criterium waarop wordt geselecteerd, kwaliteit wel. Ook maakt zij onderscheid tussen haar prijs en de AKO-prijs. Bij die laatste prijs is er volgens De Bakker sprake van een bijkomende poppenkast waaraan auteurs moeten meedoen. Bij de Libris Prijs is dat volgens Kiekens niet het geval, omdat dan auteurs bij voorbaat zouden worden uitgesloten.