Muziek / Achtergrond
special:

Summer Preview 1: Timo Maas

De zon staat brandend aan de hemel, lammetjes dartelen vrolijk door de wei, mooie mensen lopen schaars gekleed door de stad en hooikoortspatiënten hebben het moeilijk. Kortom: voor de muziekliefhebber breekt weer een mooie tijd aan. Overal in het land zijn kleinere en grotere festivals met uiteenlopende bands van nog uiteenlopender kwaliteit. In deze rubriek zullen wij komende tijd regelmatig aandacht besteden aan drie festivals: Music in my head (Den Haag 13 /15 juni), Bospop (Weert 12/13 juli) en Lowlands (Dronten 23/25 augustus).

Deel 1: Timo Maas

~

Tijdens Pinkpop zijn de eerste Lowlands-namen bekend gemaakt. Bijna alle mogelijke genres zijn nu al vertegenwoordigd, dus zal er ook dit jaar wel weer voor een ieder vermaak te vinden zijn in de polder. Een van de acts waar ik zelf naar uitkijk is Timo Maas. Deze Duitser vergaart al enige tijd grote roem met het maken van remixes voor allerhande grote acts. Ik geloof dat zijn laatste werk een remix van het Garbage-nummer Breaking Up The Girl is. Maar het kan zijn dat hij nadien al weer een aantal nieuwe projectjes gehad heeft, ik houd het allemaal niet meer bij.

Merknaam

Wel weet ik dat een tijdje geleden de cd Loud verschenen is. Hoewel de man dus al sinds zeer lange tijd bezig is met het maken van muziek, is Loud min of meer zijn debuutplaat. Hoewel… alles staat wel op naam van Maas, maar het is bekend dat hij in het produceren van muziek veel samenwerkt met andere mensen. Dat zijn naam er dan op komt te staan is min of meer een marketingtruc; waarom zou je een nieuwe naam bedenken als je al een wereldberoemde merknaam in je midden hebt?

Goed begin

Dat doet echter niets af aan de kwaliteit van de muziek. Loud staat vol met overheerlijke dancebeats, die alle kanten opvliegen. Maas leidt je van een lekkerlounge moment moeiteloos via een hard-house song naar een trancenummer. Dat hij meerdere stijlen goed beheerst blijkt ook wel uit de commentaren die Loud gekregen heeft. Die waren zonder uitzondering lovend, maar het was erg opvallend dat iedereen een ander favoriet nummer aanwees. Ik zelf geniet erg van het openingsnummer Help Me. Dit is een van de weinige niet-instrumentale nummers die op het album staan. Nou is dat an sich geen pluspunt, maar Maas heeft Kelis bereid gevonden Help me op een heerlijke wijze in te zingen. Absoluut een perfect begin van de plaat.

Maar hoe breng je al die verschillende stijlen over op een volgepakte tent op Lowlands? Ik zou het niet weten, maar ik weet wel dat ik zeker zal gaan kijken. Als Timo Maas op Lowlands in goede doen is zou het best eens een van de hoogtepunten van het festival kunnen worden. Check dat dus out!

Links

Timomaas.com
Pias.nl

8WEEKLY

Rockband Tycoon

Artikel: Rockband Tycoon

Een tijdje terug las ik over een leuk spel idee: het managen van een muziekband als spelletje. Op de playstation kwam Popstar Maker uit, en snel schafte ik dat spel aan. Het werd een enorme teleurstelling. Het was eigenlijk geen spel, er viel bijna niks te doen, en het was allemaal veel te makkelijk. Davilex en Pan Interactive ondernemen nu een poging, maar dan via het rockgenre.

~

Al spelende ontdek je al snel wat de bedoeling was van de programmeurs: het maken van een rock manager-parodie. De artiesten komen de muziekkenner ongetwijfeld allemaal wel ergens bekend voor. Zo kun je twee ruziënde broertjes managen die als band naam Monday Glory hebben: waar doet me dat aan denken? Toch zijn er wel aardige gelijkenissen te trekken met de echte muziekbusiness, en dat maakt de parodie een stuk scherper.

Life in the fast lane

Het spel is opgebouwd in levels. In het eerste level ben je een nog onbetekenende manager, en moet je een klein bandje creëren. Met deze band moet je een top 10-hit zien te scoren. Weinig geld, dus weinig mogelijkheden tot promotie via TV, radio en muziekbladen. Je maakt een demo, je ontwerpt een hoesje, en dan ga je de hort op om met je demo een platencontract te scoren. Ook moet je zorgen dat je wat optredens weet binnen te halen, want die leveren de nodige bekendheid, achterban en cash op. Ondertussen dient de manager ook nog eens over de sfeer binnen de band te waken.

Geen leer voor lieve meisjes

~

Wat bij Popstar Maker ontbrak kan hier wel: het managen van je bandleden. Je kunt ze een cadeau geven om ze op te peppen, of ze op trainingscursus sturen om hun talenten te ontwikkelen. Alles wat je doet, heeft een direct aanwijsbaar effect. Maar let op wat je doet: als je een lief meisje in je band hebt, dan heeft het geen zin om haar een leren broek cadeau te geven, want dat is meer iets voor een glamrocker. Bovendien willen sommige rockers nog wel eens een pilletje slikken, dus een vakantie in een tehuis is op zijn tijd wel aan te raden…

De tijd vliegt

Al met al is Rockband Tycoon een grappige en rake parodie op de wereld van de rock ’n roll geworden. De karakters zijn leuk, de muziek is gevarieerd en de sfeer precies goed. Puntje van kritiek is de snelheid van het spel. Een dag duurt ongeveer drie seconden, dus het is snel klikken geblazen. Een turn based-optie zou het spel zeker ten goede komen. Nu zit je door de tijdsdruk af en toe wel heel gehaast te klikken. Zeker in het begin, als je nog niet weet wat alles doet, is dat lastig. Gelukkig doet het eerste level ook dienst als een soort tutorial. Verfrissend spel, aanbevolen voor muziekliefhebbers en management game-fans. Om de prijs hoef je het niet te laten.

Systeemeisen:

Windows 95/98/2000/ME/XP
Pentium 233 Mhz
MMX 32 MB RAM
100 MB HD

Film / Films

Human Nature

recensie: Human Nature

Na het briljant absurde Being John Malkovich komt schrijver Charlie Kaufman nu met Human Nature. De verwachtingen zijn bij de liefhebbers van BJM dan ook hoog gespannen. Is Kaufman een one hit wonder, of weet hij het hoge niveau van zijn eersteling weer te halen? Human Nature belooft een trip naar de primaat binnenin ons allen.

~

Lila (Patricia Arquette) is vanaf haar vroegste jeugd geheel bedekt met haar. Op een dag geeft ze de harde beschaving die haar niet accepteert op, en gaat naakt in de bossen leven. Uiteindelijk wil ze toch een man, en probeert ze zich door ontharingskuren aan de eisen van de maatschappij aan te passen. Haar geliefde, een over-gecultiveerde professor (Tim Robbins), doet pogingen om dieren beschaving bij te brengen. Dan stuit het koppel op Puff (Rhys Ifans), een man die zijn hele leven in de bossen heeft doorgebracht, en nog nooit met onze beschaving in aanraking is gekomen. Puff beschaving bij te brengen moet de kroon op het werk worden.

Levenslesjes

Human Nature begint veelbelovend, het verhaal lijkt zo absurd als BJM. De film beschikt over een echte sterrencast die werkelijk bulkt van het talent. Het intro heeft een aantal leuke grappen, en gedurende de film blijven die in rap tempo op de kijker afgevuurd worden. Jammer genoeg blijkt al snel dat de ontwikkeling in het verhaal weinig voorstelt. We krijgen een standaard levenslesje waarin we leren dat hoe beschaafd we ook zijn, onze natuurlijke lusten moeilijk te onderdrukken zijn. Dit komt naar voren als de professor net als de primair denkende Puff zijn lusten niet in bedwang kan houden. Puff wordt doorgaans ruw met enige electroshocks gecorrigeerd in zijn gedrag, maar de professor geeft zich over aan zijn Franse assistente. Het motto van de film lijkt al snel iets te worden als: beschaving kan de mens uit de natuur halen, maar de natuur niet uit de mens.

~

Kaufmans verhaal blijkt al snel niet eens zo heel erg origineel. Veel ontwikkelingen in het plot zagen we eigenlijk in BJM al, en dan ook nog eens veel beter uitgevoerd. Man en vrouw doen ontdekking, man buit ontdekking uit, man ontmoet ander, man betaalt prijs. Het is allemaal wat flauwtjes, en enkele als verrassend bedoelde ontwikkelingen komen niet uit de verf. Wat je overhoudt is een aardige film met een leuke cast die net boven de middelmaat weet uit te steken. Leuk gevonden, maar toch heen gezonden.

8WEEKLY

Grand Theft Auto III

Artikel: Grand Theft Auto III

~

Een paar jaar terug was er een spel dat opschudding veroorzaakte omdat het zo verschrikkelijk grof en bloederig was. Grand Theft Auto had het daglicht gezien. Vanwege de topdown view en de lelijke graphics was het spel echter niet bepaald realistisch en viel het eigenlijk allemaal wel mee met die opschudding. Gamesproducent Rockstar vond dat maar niks en maakte dus het volledig in 3D uitgewerkte GTA III. Na de PlayStation2-versie is er nu eindelijk de PC-versie.

Speelstijlen

Er is slechts één speelmodus, en als je deze opstart wordt je eerst verwend met een intro waarin je na een bankoverval door je eigen vriendin wordt neergeschoten, de politie je meeneemt en je bij toeval ontsnapt. Hierna vloeit de intro naadloos over in het spel. Je mag meteen in een auto stappen en een andere ontsnapte gevangene wijst je de weg naar iemand die werk voor je heeft. Iedereen die bekend is met met het Grand Theft Auto-concept weet dat dit niet het gewone van-negen-tot-vijf werk is. Denk eerder aan het vermoorden van belangrijke personen uit de onderwereld of het brengen van hoertjes naar een politiebal. De missie’s zijn echt stuk voor stuk hartstikke leuk om te doen en zeer afwisselend.

Wat GTA echter zo leuk maakt is de ongelooflijke bewegingsvrijheid die je hebt. Je mag helemaal zelf bepalen hoe je je geld verdient. Zo kun je op een eerlijke manier als taxichauffeur geld verdienen (oké, niet helemaal eerlijk, aangezien je eerst een auto moet jatten…) Met een ambulance kun je zieke mensen oppikken en naar het ziekenhuis brengen, en met een politieauto of tank kun je bepaalde auto’s tegenhouden (lees: afmaken). Maar je kunt je geld ook verdienen met het vermoorden van mensen. Dit is echter niet de meest lucratieve manier, want de politie zit je binnen no-time op de hielen. Hoe je het spel ook speelt, het is gewoon geweldig.

Dood en verderf

~

Het gore-peil in dit spel is wel erg hoog, want bij afgeschoten armen, benen en hoofden ontstaan grote bloedfonteinen. Maar ook met een knuppel of gewoon met je vuisten kun je iemand dood slaan, en daar houdt het niet op: als je schuldige of onschuldige slachtoffer dood is kun je gewoon op het lijk door blijven slaan, en bij elke slag verschijnen er weer nieuwe bloedspatten.

Muziek

Er is in dit spel verschrikkelijk veel aandacht besteed aan de muziek. In GTA II had je per auto een verschillende radiozender, nu kun je in elke auto (m.u.v politieauto’s, ziekenwagens etc.) tussen negen verschillende radiozenders kiezen. De muziek op deze zenders is afwisselend, van klassiek tot rap tot trance tot reggae. Daar komt nog eens bij dat de kwaliteit van deze muziek gewoon goed is, zo zit er een nummer in van Royce da 5’9″ (de rapper van de hit Rock City, met Eminem). Dit is echter nog niet alles. Er is ook de optie om een mp3 speler aan te zetten in de auto, met je eigen mp3s.

Grens?

Eigelijk kan er maar één echte kanttekening geplaatst worden bij GTA III en dat is of het allemaal niet te ver gaat. Waar moet je de grens trekken bij dit soort gewelddadige spellen? Moraal lijkt er niet te bestaan, en je vraagt je af of het niet eens tijd wordt. Argumenten tegen het toestaan van een spel als Carmageddon werden in het verleden afgedaan met een gebrek aan realisme in de spellen. Echter, GTA III is zo verschrikkelijk mooi en realistisch dat de discussie ongetwijfeld weer zal oplaaien. Kortom: een geniaal goed uitgewerkt en vernieuwend spel dat echter niet door iedereen gespeeld zou moeten worden.

Systeemeisen

Minimum Aanbevolen
Win 98/ME/2000/XP/NT Win 98/ME/2000/XP
PIII 450Mhz 700Mhz
64 MB RAM 128 MB RAM
Video: 16MB Direct3D
Film / Achtergrond
special: Een interview met Paul Cox

‘Ik maak geen films voor een publiek’

Paul Cox is hier bepaald geen bekende naam. Deze in Nederland geboren Australiër maakt echter al meer dan 25 jaar gepassioneerde drama’s over menselijke relaties en wordt nu eindelijk weer eens met een landelijke bioscooppremière beloond voor Innocence, een film die alweer uit 2000 dateert. Hij is zelf nog het meest verbaasd over het internationale succes ervan. “Het is erg moeilijk om in Nederland een film in de bioscoop uitgebracht te krijgen. Zo gaat het in de meeste landen waar alle bioscopen doorzeefd zijn met Amerikaanse producten.” Hij heeft zo’n 20 films op zijn naam staan, waarvan de documentaire Vincent (1987) over het leven van Van Gogh hier nog het meest bekend is. “Al mijn films gaan over hetzelfde. Je maakt maar één film in je leven, waarvan je steeds de vorm verandert.”

Cox was een paar dagen in Nederland voor de promotie van Innocence en ontving journalisten in zijn bescheiden woning, op vijf minuten lopen van het centraal station Arnhem. Het ouderwetse huisje is volgestopt met stoffige tapijten, goedkoop antiek, en een grote collectie wandklokken, die allemaal op een andere tijd lopen en om de haverklap slaan. Hij repareert ze zelf, een hobby die hij ontdekte na het maken van een film over een klokkenmaker. “Die klokken van 50 jaar oud hebben een heel eenvoudig, solide mechanisme dat altijd doordraait. Dat is ongelofelijk. Tegenwoordig maken ze van die belachelijke elektronische klokken.” Hij rookt pijp, biedt een kop thee met een dropje aan, en spreekt keurig Engels met een vreemd licht-Australisch accent. Nederlands kan hij wel, maar daar moet hij zich erg voor inspannen.
Het huis heeft hij vijf jaar geleden gekocht, en bezoekt hij slechts af en toe. “Ik kom hier wel graag. Niemand weet dat ik hier ben, dus dan laten ze je tenminste met rust.” Cox voert liever een vriendelijk gesprek dan dat hij over zijn werk praat. “Ik houd er niet van om steeds voor mijn films te moeten paraderen.” Bovendien wordt hij vaak verkeerd geciteerd: uitspraken uit een interview werden zelfs ooit gebruikt als communistische propaganda in India, waar hij jarenlang woonde en erg populair is. Ook orakelt hij graag over de teloorgang van de mensheid: op een vraag over Innocence geeft hij een antwoord over de arrogantie van Amerikanen. Toch is Cox geen verbitterde zuurpruim, hij spreekt wijze woorden in een kalme maar vastberaden toon, die je je af doet vragen waarom je nog vragen over zijn films zou moeten stellen.

~

Hij vloog op 6 mei vanuit Amerika naar Nederland. Hij heeft geen verstand van Nederlandse politiek, maar heeft Pim Fortuyn wel eens op tv gezien. Hij is verbijsterd door de moord die dag. “Zoiets kun je in Amerika wel verwachten, maar hier niet. Hij is ook niet het type om neer te schieten. Van sommige mensen kun je je nog wel voorstellen dat ze omgebracht worden, Bush bijvoorbeeld.”

Van Nederlandse films houdt Cox niet zo. “Ik heb er wel een paar gezien, maar dat was alweer een tijd geleden. Ik vind Nederlandse films altijd wat van zichzelf bewust in het acteren. Het is niet erg natuurlijk. Ik weet niet of dat hier een handelsmerk is, maar ze zijn niet alleen aanwezig op het scherm, ze acteren op het scherm.” Het acteren in televisieseries vindt hij helemaal pathetisch, “totally over the top”. De Nederlandse taal is ook geen filmtaal, vindt hij, het heeft geen muzikale klank. Toch zegt hij er wel eens over te denken hier een film te maken, en blijkt hij van plan te zijn een scenario met Judith Herzberg te schrijven.

Verwacht u dat het publiek hier Innocence zal kunnen waarderen?
Ik kan daar niet zoveel aandacht aan besteden. Dat betekent niet dat het publiek me koud laat, ik geef heel veel om het publiek, maar ik geef om jou als een individu, niet om “het publiek” als zodanig. Ik maak geen films voor een publiek, ik maak films voor mensen. En wanneer mensen geconditioneerd worden om te geloven dat cinema puur vermaak is, dan interesseert mij dat totaal niet. Er zijn op het moment wel veranderingen gaande, ik denk dat mensen hunkeren naar een beetje menselijkheid in films. Ze blijven naar de bioscoop terugkomen, dus ik kan mijn gang blijven gaan. Ik mag niet klagen.

Het is bekend dat het voor u erg moeilijk is om uw films te financieren, maar bent u tevreden met het huidige Australische klimaat voor filmmakers?
Op het moment niet. Er is een globalisering gaande, een globalisering van onmenselijkheid. En met het hele idee van die globalisering richt ik mij op andere plaatsen. In Australië ben ik op het moment weer behoorlijk populair, dus het is niet moeilijk om ondersteuning te krijgen, maar ik probeer zo onafhankelijk mogelijk te blijven door geld uit verschillende plaatsen buiten Australië los te krijgen. Soms is het moeilijker om het geld bij elkaar te krijgen dan om de film te maken. Maar ik werk telkens met een ander systeem. Ik geniet wel van de uitdaging. En bovendien werk ik niet met de gangbare budgetten.

Innocence voelt niet aan als een Australische film, voelt u zich een Australische regisseur?

~

Nee. Ik voel me niet zozeer verbonden met de Australiërs. Ik probeer alleen een fatsoenlijk mens te zijn. In Amerika zijn ze zo nationalistisch en patriottistisch. Patriottisme is zo alomheersend onder het Amerikaanse volk. Ik ben blij dat ik nergens thuishoor. Want je wordt een potentiële agressor als je trots op je eigen land bent, zeker Amerikanen, het is belachelijk hoe agressief ze zijn. Ze denken dat Amerika het beste land van de wereld is, maar dat is niet zo. Er is helemaal geen beste land van de wereld. Het gaat erom wat je nodig hebt en wie je bent. En bovendien moeten we ophouden op zo’n manier te denken als we ooit vooruitgang willen boeken. Ophouden het leven te imiteren, het leven uit te vinden. De hele wereld is een puinhoop. De mensen zijn waanzinnig.

Bent u zich daarvan bewust wanneer u een film maakt?
Ja, daarom maak ik films over individuen die het moeilijk hebben, die voelen, en zorgzaam zijn. Het zijn altijd mensen die hoe dan ook kleinere of grotere problemen moeten overwinnen. Ze gaan in elk geval over individuen, en niet over helden. Gewoon over mensen als jij en ik. En soms worden de films bizar. Ik hoop dat er genoeg humor inzit om het gaande te houden. Wat vond jij dan van een film als Innocence? Want mensen zeggen dat het een film is voor een volwassen publiek, maar ik vind dat hij voor iedereen geschikt is. We moeten de cinema toch een beetje teruggeven aan de volwassenen. Het is compleet afgestemd op het hier en nu en gericht op mensen tussen de 15 en 20. Dat is 80 procent van het bioscooppubliek, en dat is idioot. Want een film als Innocence zou ook door hele jonge mensen gezien moeten worden. Die hebben het idee dat mensen van zestig gewoon op een lange vakantie zijn en gaan slapen, zonder dat er ooit seks aan te pas komt. Dat is klinkklare nonsens. In Amerika noemden ze dit “the last taboo”. Dat begrijp ik niet, waarom zou het een taboe zijn? Maar de film was daar toch erg succesvol. Het is zelfs de eerste keer dat een van mijn films ook enig commercieel appeal heeft. Het is jammer dat ik mezelf in het begin moest verkopen om het geld te krijgen, anders had ik er een hoop geld aan kunnen verdienen. Maar goed, daar maak ik geen films voor.

Hoe is de casting van de hoofdrolspelers tot stand gekomen?
Ik heb de hele cast altijd al in gedachten wanneer ik het scenario schrijf. Dus ik doe nooit screentests. Ik heb nog nooit iemand een screentest laten doen. En als ik nog een personage nodig heb, ga ik naar de bioscoop en kijk ik naar films om te kijken hoe ze in elkaar zitten. Dat vind ik veel eerlijker tegenover de acteurs, om ze een rol te geven in plaats van ze eerst uit te proberen. Je hebt al een stukje vertrouwen verloren wanneer je iemand een screentest laat doen. Er zijn zo veel geschifte producenten die van de macht screentests genieten en acteurs manipuleren. En sommige acteurs zijn goed in screentests, anderen helemaal niet. Dus ik zie het nut er niet van in. Ik maakte ooit een film met Isabelle Huppert, en ik had haar tegenspeler één keer op het podium gezien. Ik vond hem goed, hoewel ik hem kon niet echt kon beoordelen, en ik gaf hem de rol en het resultaat was fantastisch. Het gaf hem heel veel zelfvertrouwen en vertrouwen in mij. En daar gaat het allemaal om, vertrouwen tussen de zogenaamde regisseur en de acteurs. Dat is erg belangrijk. Bij Innocence had ik trouwens al eerder met de acteurs gewerkt.

Regisseert u de acteurs bij het maken van een film of laat u ze hun eigen gang gaan?
Je kunt niet regisseren. Iedereen denkt dat maar, dat is belachelijk. Ik ben een filmmaker. Ik noem mezelf nooit een regisseur, dat is veel te pretentieus. Hoewel ik wel alles zelf doe. En de acteurs weten meestal veel beter dan jij hoe ze gestalte, vorm en uitdrukking aan je eigen woorden moeten geven. Maar dat bespreken we allemaal van tevoren.
Ik oefen ook nooit. We bespreken het scenario en lezen het door, en dan weet ik genoeg. Dat is het allerbelangrijkste. Ik improviseer meestal op de set om dingen te veranderen en toe te voegen. Ik denk dat je een film tijdens het maken maakt, want je weet nooit wat er kan gebeuren. Je beschrijft een zonnige dag in het scenario en dan blijkt het te regenen, dus je verandert dingen gaandeweg.

De manier waarop Julia Blake zich fysiek voordoet kwam op mij de een of andere manier wat gemaakt over.

~

Cox was een paar dagen in Nederland voor de promotie van Innocence en ontving journalisten in zijn bescheiden woning, op vijf minuten lopen van het centraal station Arnhem. Het ouderwetse huisje is volgestopt met stoffige tapijten, goedkoop antiek, en een grote collectie wandklokken, die allemaal op een andere tijd lopen en om de haverklap slaan. Hij repareert ze zelf, een hobby die hij ontdekte na het maken van een film over een klokkenmaker. “Die klokken van 50 jaar oud hebben een heel eenvoudig, solide mechanisme dat altijd doordraait. Dat is ongelofelijk. Tegenwoordig maken ze van die belachelijke elektronische klokken.” Hij rookt pijp, biedt een kop thee met een dropje aan, en spreekt keurig Engels met een vreemd licht-Australisch accent. Nederlands kan hij wel, maar daar moet hij zich erg voor inspannen.
Het huis heeft hij vijf jaar geleden gekocht, en bezoekt hij slechts af en toe. “Ik kom hier wel graag. Niemand weet dat ik hier ben, dus dan laten ze je tenminste met rust.” Cox voert liever een vriendelijk gesprek dan dat hij over zijn werk praat. “Ik houd er niet van om steeds voor mijn films te moeten paraderen.” Bovendien wordt hij vaak verkeerd geciteerd: uitspraken uit een interview werden zelfs ooit gebruikt als communistische propaganda in India, waar hij jarenlang woonde en erg populair is. Ook orakelt hij graag over de teloorgang van de mensheid: op een vraag over Innocence geeft hij een antwoord over de arrogantie van Amerikanen. Toch is Cox geen verbitterde zuurpruim, hij spreekt wijze woorden in een kalme maar vastberaden toon, die je je af doet vragen waarom je nog vragen over zijn films zou moeten stellen.

~

Hij vloog op 6 mei vanuit Amerika naar Nederland. Hij heeft geen verstand van Nederlandse politiek, maar heeft Pim Fortuyn wel eens op tv gezien. Hij is verbijsterd door de moord die dag. “Zoiets kun je in Amerika wel verwachten, maar hier niet. Hij is ook niet het type om neer te schieten. Van sommige mensen kun je je nog wel voorstellen dat ze omgebracht worden, Bush bijvoorbeeld.”

Van Nederlandse films houdt Cox niet zo. “Ik heb er wel een paar gezien, maar dat was alweer een tijd geleden. Ik vind Nederlandse films altijd wat van zichzelf bewust in het acteren. Het is niet erg natuurlijk. Ik weet niet of dat hier een handelsmerk is, maar ze zijn niet alleen aanwezig op het scherm, ze acteren op het scherm.” Het acteren in televisieseries vindt hij helemaal pathetisch, “totally over the top”. De Nederlandse taal is ook geen filmtaal, vindt hij, het heeft geen muzikale klank. Toch zegt hij er wel eens over te denken hier een film te maken, en blijkt hij van plan te zijn een scenario met Judith Herzberg te schrijven.

Verwacht u dat het publiek hier Innocence zal kunnen waarderen?
Ik kan daar niet zoveel aandacht aan besteden. Dat betekent niet dat het publiek me koud laat, ik geef heel veel om het publiek, maar ik geef om jou als een individu, niet om “het publiek” als zodanig. Ik maak geen films voor een publiek, ik maak films voor mensen. En wanneer mensen geconditioneerd worden om te geloven dat cinema puur vermaak is, dan interesseert mij dat totaal niet. Er zijn op het moment wel veranderingen gaande, ik denk dat mensen hunkeren naar een beetje menselijkheid in films. Ze blijven naar de bioscoop terugkomen, dus ik kan mijn gang blijven gaan. Ik mag niet klagen.

Het is bekend dat het voor u erg moeilijk is om uw films te financieren, maar bent u tevreden met het huidige Australische klimaat voor filmmakers?
Op het moment niet. Er is een globalisering gaande, een globalisering van onmenselijkheid. En met het hele idee van die globalisering richt ik mij op andere plaatsen. In Australië ben ik op het moment weer behoorlijk populair, dus het is niet moeilijk om ondersteuning te krijgen, maar ik probeer zo onafhankelijk mogelijk te blijven door geld uit verschillende plaatsen buiten Australië los te krijgen. Soms is het moeilijker om het geld bij elkaar te krijgen dan om de film te maken. Maar ik werk telkens met een ander systeem. Ik geniet wel van de uitdaging. En bovendien werk ik niet met de gangbare budgetten.

Innocence voelt niet aan als een Australische film, voelt u zich een Australische regisseur?

~

Nee. Ik voel me niet zozeer verbonden met de Australiërs. Ik probeer alleen een fatsoenlijk mens te zijn. In Amerika zijn ze zo nationalistisch en patriottistisch. Patriottisme is zo alomheersend onder het Amerikaanse volk. Ik ben blij dat ik nergens thuishoor. Want je wordt een potentiële agressor als je trots op je eigen land bent, zeker Amerikanen, het is belachelijk hoe agressief ze zijn. Ze denken dat Amerika het beste land van de wereld is, maar dat is niet zo. Er is helemaal geen beste land van de wereld. Het gaat erom wat je nodig hebt en wie je bent. En bovendien moeten we ophouden op zo’n manier te denken als we ooit vooruitgang willen boeken. Ophouden het leven te imiteren, het leven uit te vinden. De hele wereld is een puinhoop. De mensen zijn waanzinnig.

Bent u zich daarvan bewust wanneer u een film maakt?
Ja, daarom maak ik films over individuen die het moeilijk hebben, die voelen, en zorgzaam zijn. Het zijn altijd mensen die hoe dan ook kleinere of grotere problemen moeten overwinnen. Ze gaan in elk geval over individuen, en niet over helden. Gewoon over mensen als jij en ik. En soms worden de films bizar. Ik hoop dat er genoeg humor inzit om het gaande te houden. Wat vond jij dan van een film als Innocence? Want mensen zeggen dat het een film is voor een volwassen publiek, maar ik vind dat hij voor iedereen geschikt is. We moeten de cinema toch een beetje teruggeven aan de volwassenen. Het is compleet afgestemd op het hier en nu en gericht op mensen tussen de 15 en 20. Dat is 80 procent van het bioscooppubliek, en dat is idioot. Want een film als Innocence zou ook door hele jonge mensen gezien moeten worden. Die hebben het idee dat mensen van zestig gewoon op een lange vakantie zijn en gaan slapen, zonder dat er ooit seks aan te pas komt. Dat is klinkklare nonsens. In Amerika noemden ze dit “the last taboo”. Dat begrijp ik niet, waarom zou het een taboe zijn? Maar de film was daar toch erg succesvol. Het is zelfs de eerste keer dat een van mijn films ook enig commercieel appeal heeft. Het is jammer dat ik mezelf in het begin moest verkopen om het geld te krijgen, anders had ik er een hoop geld aan kunnen verdienen. Maar goed, daar maak ik geen films voor.

Hoe is de casting van de hoofdrolspelers tot stand gekomen?
Ik heb de hele cast altijd al in gedachten wanneer ik het scenario schrijf. Dus ik doe nooit screentests. Ik heb nog nooit iemand een screentest laten doen. En als ik nog een personage nodig heb, ga ik naar de bioscoop en kijk ik naar films om te kijken hoe ze in elkaar zitten. Dat vind ik veel eerlijker tegenover de acteurs, om ze een rol te geven in plaats van ze eerst uit te proberen. Je hebt al een stukje vertrouwen verloren wanneer je iemand een screentest laat doen. Er zijn zo veel geschifte producenten die van de macht screentests genieten en acteurs manipuleren. En sommige acteurs zijn goed in screentests, anderen helemaal niet. Dus ik zie het nut er niet van in. Ik maakte ooit een film met Isabelle Huppert, en ik had haar tegenspeler één keer op het podium gezien. Ik vond hem goed, hoewel ik hem kon niet echt kon beoordelen, en ik gaf hem de rol en het resultaat was fantastisch. Het gaf hem heel veel zelfvertrouwen en vertrouwen in mij. En daar gaat het allemaal om, vertrouwen tussen de zogenaamde regisseur en de acteurs. Dat is erg belangrijk. Bij Innocence had ik trouwens al eerder met de acteurs gewerkt.

Regisseert u de acteurs bij het maken van een film of laat u ze hun eigen gang gaan?
Je kunt niet regisseren. Iedereen denkt dat maar, dat is belachelijk. Ik ben een filmmaker. Ik noem mezelf nooit een regisseur, dat is veel te pretentieus. Hoewel ik wel alles zelf doe. En de acteurs weten meestal veel beter dan jij hoe ze gestalte, vorm en uitdrukking aan je eigen woorden moeten geven. Maar dat bespreken we allemaal van tevoren.
Ik oefen ook nooit. We bespreken het scenario en lezen het door, en dan weet ik genoeg. Dat is het allerbelangrijkste. Ik improviseer meestal op de set om dingen te veranderen en toe te voegen. Ik denk dat je een film tijdens het maken maakt, want je weet nooit wat er kan gebeuren. Je beschrijft een zonnige dag in het scenario en dan blijkt het te regenen, dus je verandert dingen gaandeweg.

De manier waarop Julia Blake zich fysiek voordoet kwam op mij de een of andere manier wat gemaakt over.
Er is veel emotionele kracht in haar rol. En bovendien is ze een keurig nette, welopgevoede vrouw die altijd correct heeft gehandeld. Dus haar ordelijke manier van doen kan misschien een wat onwerkelijke indruk geven, maar uiteindelijk klopt dat wel.

Was u erg betrokken bij de soundtrack?
Ja, dat ben ik altijd, zeker. Doorgaans kan ik de muziek afspelen voordat ik de film maak, het is er niet later aan toegevoegd. Vaak speel ik de muziek voor de acteurs, dat is ook eerlijker tegenover de acteurs. Meestal is het allemaal ingepast voordat ik de film maak. Want muziek is de basis van alle creativiteit. Dat is erg belangrijk, of het nu muziek met woorden is of niet. Ik heb een hele goede componist die de melodie heeft gedaan, dat was een melodie die ik van heel lang geleden kende, een Oost-Europees volksliedje, dat floot ik voor hem en hij maakte er een symfonie van.

Bent u erg tevreden over het resultaat van Innocence?

~

Je kunt het je niet veroorloven om tevreden te zijn met wat je doet. Als je zegt dat iets geweldig is, heb je geen toekomst. Er is altijd een grote twijfel. Je denkt altijd dat het veel beter kan. Ik ben net klaar met een film over Nijinsky, de grote Russische danser. Ik heb er jaren lang over gedacht die film te maken, het was nogal een moeilijke film om te realiseren. Maar het is de eerste film waarvan ik denk dat ik hem niet beter had kunnen maken. Als ik Innocence vergelijk met de films die ik doorgaans zie, is hij emotioneel geslaagd. Wat we wilden doen komt wel overeen met wat we uiteindelijk bereikt hebben. De film was ook heel gemakkelijk om op te nemen, er waren nooit onenigheden, het was net een vakantie. Meestal is het namelijk een verschrikkelijk proces om een film te maken. Ik heb eerder een film over pater Damiaan gemaakt en dat was zo’n helletocht, zoiets wilde ik nooit meer doen.

Zijn er nieuwe projecten waar u nu aan werkt?
Ik ben altijd met de volgende film bezig, er komt misschien een die A Human Touch heet. Het is een lichtelijk erotische film over aanraken zonder te denken. Het heeft wel wat te maken met Nijinsky, dat was een reis naar het spirituele. Ik wilde nu iets fysieks doen, een reis door het vleselijke naar het heilige, via spirituele ontdekkingen. Het is voor de verandering een lichtelijk erotisch verhaal. Het was erg gemakkelijk om het geld lost te krijgen, omdat Innocence erg succesvol was en omdat de erotiek in het scenario mensen aantrekt. Maar dat ga ik wel veranderen als ik de film opneem, of zelfs daarvoor nog.

Vanwaar de onschuld uit de titel van de film?

~

Ik denk dat je een beetje onschuld moet bewaren om te kunnen leven. De meeste mensen zijn erg cynisch geworden en drogen helemaal uit, spiritueel, mentaal en lichamelijk, omdat ze hun fundamentele onschuld verloren hebben. Er zullen veel mensen zijn die het hier niet mee eens zijn, omdat ze denken dat ze wijzer worden naarmate ze ouder worden, maar niemand wordt wijzer. De mensheid is een heel dom ras. Dieren zijn veel slimmer dan mensen. Alles wat we door de eeuwen heen gedaan hebben, alles dat we bereikt hebben op het gebied van communicatie heeft ons alleen maar aan de rand van uitsterving gebracht. Het leven is niet gemakkelijker geworden, alleen maar moeilijker.

Cox heeft niet veel op met de westerse cinema, en zeker niet met Hollywood. “De meeste filmmakers zijn hoeren,” beweert hij. “Waar je ook komt, dezelfde blockbusters zijn overal aan de macht. Het is volstrekt belachelijk dat de film, dat prachtige geschenk dat wij hebben, door idioten misbruikt wordt om er een exportproduct van te maken.” Wat vindt hij wel interessant? “De Duitse golf, de Poolse, maar die zijn allemaal al voorbij. De meest interessante films komen nu uit het Oosten en uit het Midden-Oosten. In Taiwan worden hele goede films gemaakt, in Zuid-Korea en Vietnam ook.”

Hij voelt zich als filmmaker nog het meest verbonden met de Iraanse filmmakers. “Het is een heel waardige, sterke, persoonlijke, stijlvolle cinema.” Zijn films hebben vaak hetzelfde uitgangspunt, maar zijn hooguit wat weelderiger. “In al die onderdrukking en duisternis maken ze geweldige films over het leven. Eenvoudige, prachtige verhalen die zoveel aandacht schenken aan de echte essentie van het leven. Het leven bestaat uit details, als je terugdenkt aan je leven zijn het niet de grote dingen waar het om gaat, het zijn de kleine dingen.”

8WEEKLY

Atlantis III

Artikel: Atlantis III

Vroeger, toen Nederland nog wel eens aan een voetbaltoernooi meedeed, speelde ik nog wel eens een adventure. Mijn favorieten uit die tijd waren Police Quest en Indiana Jones and the fate of Atlantis. Toen ik het hoesje bekeek van een nieuw spel dat naast de computer lag te wachten moest ik toch wel weer even denken aan Indy’s spannende avonturen.

~

Geweldige adventures zijn tegenwoordig zeldzaam. Echte Sierra-like games komen bijna niet meer uit. De tendens is om adventures te verwerken tot 3d-shooter-achtige spelletjes. En toen was er ineens Myst, een prachtig spel waarbij de in-game-camera 360 graden draait, en met de meest prachtige graphics denkbaar op dat moment. Onlangs recenseerden we The Secret Of Nautilus, ook al een soortgelijk spel.

Prachtige graphics

Atalantis III ziet er vanaf het begin werkelijk fenomenaal uit. Zelden heb ik zulke plaatjes gezien – de programmeurs zijn werkelijk boven zichzelf uitgestegen. De hoofdrol in deze adventure wordt door een echte actrice gespeeld: Chiara Mastroianni, de dochter van Catherine Deneuve. Ze speelt een egyptoloog die een link ontdekt tussen het oude Egypte en het mythische Atlantis. Uiteraard moet ze nu een queeste ondernemen, op zoek naar het oude Atlantis.

Frustrerende gameplay

De beelden zijn zo geweldig dat ze er bijna in slagen om het grootste minpunt van deze game te verdoezelen. De puzzels zijn namelijk tamelijk frustrerend. Bovendien betreft het vaak van die suffe handelingen als: Find this, use it on this. Niet echt opwindend dus. Om een object in de rijke achtergronden te vinden, ben je vaak domweg bezig de cursor een beetje over het beeld te slepen. Als je dit maar lang genoeg doet, vind je de boel vanzelf wel. Echt logisch zijn sommige puzzels en oplossingen niet, je moet vaak gewoon willekeurig van alles proberen tot je stomtoevallig tegen de oplossing aanloopt.

Conclusie

Wat dit type game eigenlijk tekort komt is spelplezier. Eigenlijk is het niet echt een spel. Toch kan ik het ook weer niet over mijn hart verkrijgen om Atlantis III helemaal af te branden. Er is overduidelijk bloed, zweet en tranen in deze DVD-ROM gaan zitten, en dat valt alleen maar te prijzen. Net zoals sommige films moet je dit spel zien als puur kijkgenot. Niets meer of minder. Ondertussen blijf ik wachten op een echt goede adventure, en start ik Larry nog maar eens op.

Muziek / Album

Pseudo-Tsjaikovski

recensie: Zevende Symfonie in Es

.

~

Huh? Maar Tsjaikovski had toch maar zes symfonieën geschreven? denkt u als liefhebber wellicht. Nou, dat dacht Tsjaikovski zelf dus ook toen hij in 1893 na het drinken van een glas ongekookt water aan de cholera bezweek. Over het hoe en waarom van die dood is inmiddels een goed dozijn boeken verschenen, waarin allerlei krankjorume theorieën uit de doeken worden gedaan. Maar zelfs al die boeken zijn het over één ding eens: het waren er zes. Nou ja, dan was er nog die vreemde ‘Manfred’ -symfonie, die tussen de vierde en vijfde ‘echte’ inviel, maar dat was het dan toch echt wel.

Mooi niet dus. Laat het aan een musicoloog over om de pret te bederven. Beethovens tiende werd ‘gereconstrueerd’, een ware horde vergreep zich aan Mahlers ’tiende’ (waarvan nog maar één deel door Mahler zelf was afgemaakt) en ook Moessorgski moest de vernedering ondergaan om door een reeks notenstaarders te worden ‘aangevuld’. De beroemdste ‘verbetering’ is wellicht nog wel Mozarts Requiem, waar een beetje van Mozart en een heleboel van Sussmayer in zit. Schuberts ‘onvoltooide’ is dat goddank nog steeds, maar Tsjaikovski werd geen rust gegund.

Hergebruik

Om het nog ingewikkelder te maken: deze ‘zevende’ symfonie van Tsjaikovski is eigenlijk de zesde. Maar Pjotr Iljitsj, zoals zovaak door buien van heftige twijfel gekweld, keek naar de partituur, zag dat het niet goed was en de symfonie verdween in de prullenbak. Althans bijna, want naast gekwelde geest was onze Russische vriend ook een vakman, en een goede deun gooi je niet zomaar weg. Dus werden drie delen verwerkt in een pianoconcert (het derde) en herschreef hij het overgebleven stuk als de Grand Sonate voor piano.
Helaas kwam de cholera ertussen voordat het pianoconcert af was. Dat werk werd door Tsjaikovski’s leerling Tanejev afgemaakt.

Kameraad Semjon Bogatyrjev

Enter Semjon Bogatyrjev. Deze brave borst besloot in het begin van de jaren vijftig Tsjaikovski’s ‘verloren’ symfonie af te maken zoals hij dacht dat de Meester het zou hebben willen doen. Het waren de laatste en ergste jaren van de Stalin-terreur en het was ongetwijfeld een verstandige keuze je bezig te houden met de erfenis van een Grote Rus zoals Tsjaikovski en je niet te bezondigen aan moderne piep- en kraakmuziek die het régime pijn kon doen. Het probleem was echter dat kameraad Semjon niet zo’n geweldige componist bleek; zijn veronderstelling dat hij wel ongeveer kon doorgronden wat Tsjaikovski zou hebben geschreven bleek, ondanks alle studie die hij uitvoerde, een tikkeltje te ambitieus.

Levendig

Let wel: dit is een goede en belangrijke CD, en de AVRO verdient alle lof voor het produceren van dit soort uitgaven. Spijtig is wel, dat deze CD direct via de AVRO moet worden besteld, maar daar staat tegenover dat ‘ie minder dan tien euro hoeft te kosten. Kees Bakels weet van het Radio Symfonieorkest een meer dan adequate prestatie los te krijgen in deze levendige live-opname. Sommige puristen zullen zich wellicht storen aan het applaus aan het einde, maar de uitvoering verdient het zeker, niet in de laatste plaats omdat Bakels er genoeg vaart in houdt om de spanning niet te laten wegebben.

geen Tsjaikovski

Maar zijn inspanningen kunnen niet verhullen dat dit geen Tsjaikovski is. De melodieën zijn dat zeker wel, maar de orkestratie verhult bij tijden een platheid die de meester onwaardig is. Bogatyrjev maakt van het tumultueuze begin van het vierde deel (allegro maestoso) een tsjingboemfeest waar je groen van wegtrekt. Goddank heeft Bakels de ergste excessen, zoals een vre-se-lij-ke clavecimbelpartij die Bogatyrjev meende aan het vierde deel te moeten toevoegen, verwijderd. Op andere plaatsen is Bogatyrjevs werk dan wel weer heel behoorlijk. Het eerste deel klinkt nog het meest authentiek, maar dat kan ook iets te maken hebben met het feit dat dat deel door Tsjaikovski zelf al tot een pianoconcert-deel werd omgewerkt en Bogatyrjev bij die instrumentatie uitgebreid leentjebuur heeft gespeeld.
Zoals gezegd, Bakels, het RSO en de AVRO komt alle lof toe voor het weer toegankelijk maken van dit werk. Het is op zich een goed uitgevoerd, zeer genietbaar werk. Maar zie het vooral als een historisch curiosum: op zijn best aangenaam, maar nooit zo aangenaam als de echte Tsjaikovski.

Muziek / Album

Zanger tegen wil en dank

recensie: Thé Lau - De God van Nederland

.

~

Eigen teksten

Als je een album van Thé Lau hoort, ga je natuurlijk direct vergelijken met The Scene. Net als voor deze band heeft Lau ook de liedjes van God van Nederland grotendeels zelf geschreven, en het is dan ook niet verwonderlijk dat dit soloalbum op het eerste gehoor iets weg heeft van deze legendarische band. Het is echter tevens duidelijk dat Lau met dit album niet de meest vrolijke kant van zichzelf opzoekt. Veel songs zijn akoestisch uitgevoerd, en missen daardoor toch de overtuigende bezieling van de liedjes die The Scene ons aanbood.

Sentimenteel

Deze weemoedige, sentimentele sfeer die over het hele album hangt is vrij irritant. Thé Lau komt mijns inziens nu eenmaal beter tot zijn recht als hij de briljante teksten die hij schrijft, uitzingt met eenzelfde passie. Bij een kutgevoel hoort een gefrustreerde stem, geen zalvende gladgestreken zang. Als je The Scene kent, dan weet je dat zijn muziek heel diep uit zijn kloten komt, maar waarom hoor je dat op God in Nederland dan nauwelijks? Waarom eindigen die lekker dreigende basloopjes zelden in een orgastische climax? Waarom horen we de mens achter de teksten niet meer? De heerlijke teksten zijn het namelijk meer dan waard.

Sarah Bettens

Natuurlijk is het soms mooi om Lau te horen spelen met een andere setting als bij The Scene, maar als dit een heel album, vrijwel zonder afwisseling, doorgaat begint dit toch echt te vervelen. Een positieve uitzondering hierop is echter het duet met Sarah Bettens van K’s Choice. Dit nummer, Onder aan de dijk, laat horen dat de twee typische stemmen van de artiesten erg goed samen klinken. De stem van Bettens is tevens een mooie afwisseling tussen de gezongen poëzie van Lau.

Te ingetogen

Er kan dus worden gesteld dat Lau met dit eerste soloalbum toch ander materiaal aflevert dan met The Scene. De ingetogenheid van het album zorgt er echter wel voor dat de mooie teksten verdwijnen in een te ingetogen begeleiding. De bezieling is niet te horen. Het wachten is toch steeds op het moment dat de muziek de passie van de teksten gaat volgen. Want Lau laat duidelijk weer zien een briljante tekstschrijver te zijn.

Links

Officiële website

Film / Films

Meet the Feebles

recensie: Meet the Feebles

Meet the Feebles is een film met poppen, kots, puisten, smeltende ledematen, vuige seks, kankerende gezwellen, etterende ogen, verlopen drugsverslaafden, perverte sodomisten, slijmerige ingewanden en een machinegeweer. Een poppenfilm.

~

Wie deze film heeft gezien weet waar afgewezen Muppets terechtkomen. The Feebles vormen een varieté-groep rond het vals zingende nijlpaard Heidi. Varieté genoeg met een walrus die het nijlpaard met een kat bedriegt, een rat met een pornostudio in de kelder, een heroïneverslaafde kikker en een konijn met Aids. Het verhaal is, net als de cast, een vreemd samengeraapt zootje: komedie, horror, musical, porno en zoetsappig liefdesdrama. De eerste beelden van twee copulerende poppen zijn wat verrassend, maar het went al gauw. Er is immers niet veel anders te zien, behalve spuiten, sperma en ander slijm.

Kermit

Tussen al het vloeibare vertier is het misschien wat moeilijk te ontdekken, maar wie even verder kijkt bemerkt dat Meet the Feebles een verbazend goede karakterontwikkeling kent. De echte Muppets blijven toch wat brave typetjes, maar de Feebles zijn stuk voor stuk goed uitgewerkt en hebben motieven, drijfveren en herinneringen die verrassend treffend in beeld gebracht worden. Zo is Wynyard, de verslaafde kikker die wel wat lijkt op Kermit, in Vietnam getraumatiseerd geraakt. Een geweldige parodie op The Deer Hunter toont wat hij heeft moeten doorstaan.

Ander soort kunststukje

~

Het is jammer dat de belichting zo crappy is. Licht is wit en enige sfeer is er niet te ontdekken. De poppen zijn niet alleen qua inhoud en vocabulaire, maar ook wat betreft uiterlijk een soort afgewezen Muppets. Er is weinig gelaatsuitdrukking te bespeuren, benen knikken alle kanten op en bij veel poppen kunnen de ogen niet eens dicht. Geen visueel meesterwerk dus, maar de wonderlijke combinatie van poppen, traditioneel kindervermaak eigenlijk, met harde porno, drugs en moord maakt van Meet the Feebles een heel ander soort kunststukje.

Dvd

De dvd is er een van het beschamende soort. Twee trailers, en toen was de koek alweer op. De ondertiteling kan slechts aan en uit. Wanneer leren de maatschappijen nou eens dat juist de extra’s een dvd aantrekkelijk maken?
Een pluspunt is er echter wel. De ondertiteling mag dan alleen in het Nederlands zijn, het is er wel een van uitzonderlijke kwaliteit. De vertaler is een originele een gevatte woordkunstenaar geweest, die zijn werk serieus heeft genomen, vooral waar het woordgrapjes betreft.

Meet the Feebles is een film waar je of van houdt, of van gruwt. Een tussenweg is er niet. Hoe Jackson de kloof tussen een vunzige pic als Meet the Feebles en het gestileerde groen van The Fellowship of the Ring in minder dan vijftien jaar heeft weten te dichten, is een wonder. Het volgende deel van de Lord of the Rings-trilogie bevat echter een grote veldslag, met veel bloed en monsters. Ben benieuwd of daar nog wat van de oude Feeble-gore te zien is.

Film / Films

John Q

recensie: John Q

Doden door wachtlijsten, herstructurering van de zorg, het commerciëler maken van ziekenhuizen: allemaal stokpaardjes van de kersverse politieke partij LPF. Ziekenhuizen moeten geld gaan verdienen door meer voor haar behandelingen te gaan betalen. Jan Modaal moet zich voortaan maar goed laten verzekeren voor hij een arm breekt of een enge ziekte oploopt. Waar dat beleid toe kan leiden zien we dagelijks in de U.S.A. en in de film John Q.

~

John (Denzel Washington) is een aardige vent, maar heeft zijn financiële zaken niet echt voor elkaar. Als zijn zoon in elkaar zakt tijdens een potje honkbal blijkt dat John’s verzekering de kosten voor een harttransplantatie niet betaalt. John probeert van alles, maar krijgt het nodige geld niet bijeen. Het ziekenhuis besluit daarom zijn zoon weer naar huis te sturen. Geconfronteerd met de naderende dood van zijn zoon gaat John tot het uiterste: hij bezet een afdeling van het ziekenhuis, en probeert op die manier af te dwingen dat zijn zoon alsnog een transplantatie krijgt.

Denzel doet het rustig aan

~

John Q heeft een aardig uitgangspunt, een beetje vergelijkbaar met Desperate Measures. Denzel heeft zijn Oscar net op zak, en lijkt daardoor een tikkie freewheelend door de film te gaan. Nou is Denzel zelfs tijdens zijn mindere momenten een prima acteur, maar deze keer speelt hij behoorlijk op safe. Ondanks dat is Denzel beter te verteren dan zijn mede-acteurs: de gegijzelden komen namelijk allemaal een beetje kleurloos uit de verf. Dit is vooral te wijten aan het script dat bol staat van de corny en suffe dialogen. Vooral de moraal wordt er soms zo dik opgelegd dat de film zijn doel – een beschuldigende vinger naar het Amerikaanse zorg-/verzekeringssysteem – een beetje voorbij schiet.

RTL4-niveau?

Is John Q door de dikke laag moraal een slechte film geworden? De aanwezigheid van Denzel Washington en Robert Duvall tillen John Q boven de standaard RTL4-film uit. Verder zijn er enkele spannende suspensemomenten die de kijker toch even naar de welbekende punt van de stoel brengen. Een dramatisch einde durfden de makers uiteindelijk niet aan. Dat zou de film behoorlijk verbeterd hebben, en als aanklacht zoveel scherper.