~
Donderdag 17 oktober
Acht uur ’s avonds in Austurstræti, midden in het centrum van Reykjavík. De straat wordt geteisterd door een enorm kabaal, de toeristen die uit de supermarkt en McDonalds komen, vragen zich af waar het vandaan komt. De bron van dit geweld is Hitt Húsið (“dat huis”), een alternatief cultuurcentrum voor jongeren, waar geregeld hardcore- (harðkjarni) en metal-avonden worden gehouden. De zolder van het gebouw is de concertzaal, en bevindt zich recht boven het postkantoor van Reykjavík. In Hitt Húsið doet men niet aan isolatie. Het lawaai op straat is oorverdovend, en binnen natuurlijk nog vele malen erger. De band die op dat moment speelt is Changer, een brute, vijfkoppige metalband die het publiek op handen draagt. Volgens hun bio zijn de heren “set to break the barriers of Icelandic heavy metal”. We geloven het graag. Het verbazingwekkend jeugdige publiek brult mee, stampt, springt en crowdsurft om het leven. Metal leeft in IJsland.
~
In café Grand Rokk wordt ondertussen een verjaardagsfeestje gehouden: het label Smekkleysa (“smakeloos”) bestaat 15 jaar. Smekkleysa brengt de internationaal meest bekende IJslandse muziek uit: The Sugarcubes, Sigur Rós, Múm, Leaves en Mínus. Helaas spelen geen van deze bands deze avond, maar we krijgen wel Desedia, een piepjonge, vuige garage-noiseband. De vier knapen zijn nog geen 16, maar spelen heftiger en intenser dan menig metalband die twee keer zo oud is. Voor Desedia geen gitaareffecten of stemvervormers, dit is recht-voor-zijn-raap-rock, verfrissend, enthousiast en erg cool. Later speelt
Ske, een exotische, multi-instrumentale en vrolijke feestmuziekband. Hun laatste CD
Life, Death, Happiness and Stuff is net een maand uit en aan de reactie van het publiek te beoordelen erg populair. Vooral wanneer een mysterieuze Japanse dame de microfoon hanteert en haar teksten (in het Japans) in een prettige, kinderlijk klinkende stem ten gehore brengt.
In Nasa, een ruime maar sfeerloze concertzaal, speelt Hera, een babe met een akoestische gitaar en een stem als Heather Nova, voor de gelegenheid begeleid door een mannenband. Fijne folkliedjes, mooie stem. Vervolgens wordt het publiek, zo’n 50 man, getrakteerd op de spijkerbroekenrock van Dead Sea Apple. De muziek is over het algemeen enigszins mat, maar de band heeft en zelfverzekerde zanger en genoeg memorabele melodieën om het concert interessant te maken. De meeste nummers komen op de binnenkort te verschijnen nieuwe CD, een sterk geproduceerde verzameling lichte rockliedjes.
Daysleeper is bijzonder populair in IJsland, ook al bestaat de band nog maar een jaar. Hun akoestische pop ligt prettig in het gehoor, en hun nummers zijn melodieus en herkenbaar, maar helaas ook voorspelbaar, vaak te lang, en voorzien van een begaafde maar nogal pathetische zanger. Later speelt Land og Synir, wier lauwe softrock al te saai is om aan te horen.
~
Over naar Vídalín, een sfeervol bistro/café aan de oudste straat van Reykjavík, waar spannende alternatieve gitaarmuziek gespeeld wordt door bands als Úlpa, Pornopop en The Funerals. Maar helaas: de tent is tot de nok vol en er worden pas mensen binnengelaten als er iemand vertrekt. Om de hoek is het oude theater Iðnó, dat die avond ook propvol is. Een heuse IJslandse funkgroep,
Jágúar, trekt nogal wat publiek. Hun muziek is vrolijk, de zeven leden zijn begaafde instrumentalisten en hun concerten zijn altijd een feest. Verder is er weinig meer te doen, want doordeweeks gaat alles om 1.00 ’s nachts dicht.
Vrijdag 18 oktober
In Nasa speelt vanavond Smack, weinig boeiende softrock. Er is nauwelijks publiek, net als bij Ensimi, een rockband die in het voorprogramma van Jon Spencer Blues Explosion gespeeld heeft en wiens vorige plaat deels door Steve Albini geproduceerd werd. Live klinken ze net als op hun nieuwe, titelloze CD: strak, bijna steriel, nogal hoekig en helaas ook eentonig.
Een groter en enthousiaster publiek valt Singapore Sling ten dele. De bandleden zien er met hun spijkerbroeken, leren jacks en bakkebaarden bespottelijk uit, maar spelen een stevig een concert met desolaat klinkende, heftige, monotone rock. Vinyl (oftewel Vínyll) doet daar nog een schepje bovenop en doet vaak Gluecifer denken. Vinyl bestaat pas sinds mei en is in IJsland behoorlijk populair dankzij hun radiosingle Nobody’s Fool. Energieke macho-rock ‘n’ roll, het publiek vindt het prachtig en de persfotografen hangen aan zanger Kiddi’s lippen.
In het Iðnó-theater speelt Daniel Ágúst, die vorig jaar bij Gus Gus vertrok. Hij werkt tegenwoordig aan een uniek project waarin hij vocale popmelodieën en -teksten koppelt aan orkestrale symfonieën. Hij heeft een geweldige stem, en brengt zijn mooie popliedjes gehuld in een soort elfenpak ten gehore, begeleid door een strijkkwartet en later slechts door een sampler. Een fascinerend gebeuren.
~
In het propvolle Gaukur á Stöng, een alternatieve kroeg met podium en populaire concertzaal, speelt
Maus. Aan de bandnaam en hun uiterlijk te oordelen zou je het niet zeggen, maar de band speelt spannende, intense en melodieuze gitaarpop. Maus is ook, naast bijvoorbeeld Ensimi en Silt, één van de vele bands die overgestapt zijn van IJslandse naar Engelse teksten. Het publiek blijft binnenstromen en begint behoorlijk dronken te worden. Tegen de tijd dat
Silt begint te spelen, is de tent echt vol. Je krijgt een straal bier over je heen, wordt je heen en weer geslingerd en geduwd, het is bloedheet en vergeven van sigarettenrook, maar Silt kan het niet deren. De band betreedt het podium in koeienkostuums(!) en speelt snoeiharde, energieke en gedreven emo-core. De nationale hardcoresensatie
Minus trekt nog meer publiek, dus even tot rust komen is er hier niet bij.
Een paar honderd meter verderop kan dat wel, want daar speelt Ampop in Vídalín. Rustgevende, sfeervolle electronica met zang: prettige muziek. Na afloop is de rock-avond in Grand Rokk in volle gang: hier speelt 200.000 Naglbítar, een populaire band uit Akureyri, in het noorden van het land. Punkpop in het IJslands? Opwekkend en vrolijk, maar net even te gelikt en zelfbewust om serieus te nemen.
Rond middernacht is Leaves aan de beurt in Nasa. De band wordt gehyped in Engeland, en speelt dan ook akoestische britpop, met herkenbare melodieën en een sterke zanger. Het is alleen, net als op hun debuut Breathe, wel veel van hetzelfde, en het concert blijkt voorspelbaar en eigenlijk ronduit saai.
Zaterdag 19 oktober
~
De grote dag is aangebroken: vanavond spelen de hoofdacts van het festival in de reusachtige sportzaal Laugardshöll, een kwartier lopen vanuit het centrum van Reykjavík. Met het gigantische publiek, het kolossale podium, de spectaculaire lichtshow en de electronisch camera-arm staat het concert in schril contrast met de kleine podia in de stad. De muziek is helaas ook minder boeiend. Het Apparat Organ Quartet (in feite een kwintet), heeft net een debuut-CD uit en is op dit concert nog het meest interessant. Dit vage gezelschap speelt bombastische, overdonderende elektro-pop met een assortiment aan antieke electronische instrumenten. Ook Blackalicous is goed op dreef en heeft het gewillige publiek, vandaag vooral bezopen IJslandse tieners, op handen. Vooral de geïmproviseerde freestyle raps van hun corpulente frontman zijn hilarisch. Het oorverdovende Gus Gus biedt tegenwoordig house met avontuurlijke zang, dans en videoprojecties, maar is uiteindelijk nogal een saaie en eentonige bedoening.
~
The Hives zijn voor het eerst in IJsland. Hun muziek is heftig, simpel energiek, en het concert is net zo, zei het wat rommelig. Je vraagt je aleen af waarom deze band eigenlijk zo populair is, als je bedenkt dat je de afgelopen twee dagen al gauw vijf IJslandse bands hebt gezien die hetzelfde gegeven op een tien keer boeiendere manier verpakken! Afsluiter Fatboy Slim heeft er duidelijk zin in, maar zijn DJ-performance is weinig enerverend. De helft van het publiek is inmiddels dronken en staat vrolijk te stampen, de andere helft ligt uitgeteld op de tribune, of staat verveeld te SMS-en. Rond 3 uur ’s nachts is deze lange avond afgelopen. Was er de avond tevoren nog een uitgebreid DJ-programma in de cafés en clubs in de stad, op zaterdag valt er weinig meer te beleven. Eerder die avond is er een huis uitgebrand in Laugavegur, de grootste winkelstraat in Reykjavík. Het centrum is vergeven van rook, politie en brandweerd. Een enigszins teleurstellende afsluiting van een geweldig festival.
Links
Iceland Airwaves
Bandinformatie en MP3’s
Smekkleysa Records (met MP3’s)
Niet volgens verwachting
Het prachtige nieuwe album We Are Your Friends van de Britse band Simian werd zeer terecht gevolgd door een kleine tour door de lage landen. In een vreemd genoeg niet bepaald afgeladen Vera gaf Simian een concert dat zowel qua intensiteit en qua duur de hoge verwachtingen niet waarmaakte. Het leek absoluut onmogelijk niet te bewegen op de zeer aanstekelijke mengeling van Beach Boys- en Beatles-invloeden, maar de vonk ontbrak.
~
Musiceren kunnen de heren van Simian zonder meer uitstekend. Vooral de vocalen klinken zeer harmonieus en bijna net zo goed als op het album. Zelfs de briljante zanglijnen in een nummer als Never Be Alone worden ook live door zanger Simon Lord met groot gemak ten gehore gebracht. En wat is het fijn als je hele band vocaal zo enorm getalenteerd is.
Technische perfectie
~
Hoog showcasegehalte
Ook minder positief was het hoge showcasegehalte van het concert. Een optreden van een band die al twee albums op zijn naam heeft, mag toch inclusief toegift wel langer dan een uur duren. Toegegeven, zeven euro is niet veel geld, maar het leek er wel heel sterk op dat de heren van plan waren zo snel mogelijk de verjaardag te gaan vieren van een van de bandleden.
Het optreden was dus kort en de echte link met het gros van het publiek ontbrak. Toch leek de gedrevenheid wel aanwezig en waren de liedjes natuurlijk van een uitzonderlijk hoog niveau. Je hebt als band van die avonden dat het ondanks je eigen inzet gewoon even niet lekker loopt. De revanche komt nog wel, want Simian is zeker een van de meest veelbelovende bands van het moment.
Links
WeAreYourFriends.com
Simian
Gezien op woensdag 20 november 2002 in Vera, GroningenMisschien ook iets voor u
Hilarische fragmenten
~
Geen Orwell
Toch is deze vergelijking te veel eer voor Cees Heuvel. In 1984 is het Orwell gelukt om de beklemming en vervreemding ondefinieerbaar en onderhuids te houden. Hierdoor wordt de lezer geconfronteerd met een alom aanwezige doch niet tastbare huivering. Een unheimisch gevoel dat je zelfs weken na lezing nog zo nu en dan op een onbewaakt moment bekruipt. Q brengt dit alles niet teweeg bij de argeloze lezer. Hooguit zal deze af en toe de wenkbrauwen fronsen of glimlachen. Het is dan ook maar het beste deze misplaatste vergelijking direct overboord te gooien.
~
Sluimerende oerdriften
De eerste die zich met dit occulte kleinood mag tooien is een jonge vrouw. Al snel raakt ze verstikt door de ongeremde emoties die ze hiermee losmaakt bij de mensen in haar omgeving.
Bij toeval komt dit sieraad daarna in het bezit van de hoofdpersoon. Deze ziet zijn eertijds zo strak geregisseerde leventje totaal veranderen. Ook hij maakt bij zijn omgeving allerlei heftige emoties los. Zodra hij dit zelf door heeft, maakt hij van deze nieuwe krachten gretig gebruik. De gevolgen hiervan zijn niet te overzien. De al die tijd sluimerende oerdriften ontwaken uit hun kunstmatig in stand gehouden coma en hervatten onstuitbaar hun macabere dans. Het systeem wankelt.
Het geheel verwordt tot een soort queeste. Met de eigenaar van de gouden armband als de vleesgeworden heilige graal. Als het hem te heet onder de voeten wordt, maakt de hoofdpersoon noodgedwongen kennis met de zompige zelfkant van de samenleving.
Pictogrammen
~
Toch valt er genoeg te beleven. De tekenstijl is lekker soepel en sfeervol. Er zijn veel interessante bijfiguren gecreëerd, zoals de occulte priester die de gouden armband aan het begin van het verhaal vrijgeeft. Verder wemelt het van de obscure mutanten die niet zonder en niet met elkaar lijken te kunnen leven. Cees Heuvel heeft dit alles zo aanstekelijk genoteerd, dat het onmogelijk is je hier niet in te verliezen. Het is knap dat dit van het begin tot het eind wordt volgehouden.
Morsig
Wat na lezing van Q beklijft zijn dan ook fragmenten. Hilarische en opmerkelijke episodes. De verhaallijn zelf wordt al snel rafelig en raakt tenslotte zoek in een morsig en duister steegje. De inwisselbaarheid van de dragende personages is hier mede debet aan. Zij verzuimen de rol die juist hen is toebedeeld door hun spel te rechtvaardigen.
De beperking en de meester
De tekst op de achterflap belooft ons een spel tussen oude rituelen en moderne gebruiken, tussen zwart en wit en tussen droom en daad. Het ware beter geweest als daar één thema uit was gehaald en verder uitgewerkt. In de beperking verraadt zich de meester, wordt ons al op jonge leeftijd bijgebracht.
Prijs: € 13,59
Bladzijden: 144
Misschien ook iets voor u
Tori Amos – Scarlet’s Walk
Het lijkt wel of ze de waanzin even in de ijskast heeft gezet. Zo mild klinkt haar nieuwe album Scarlet’s Walk. Vijf kwartier lang kabbelen de veelal wonderschone liedjes heerlijk rustig voort. Tori Amos ruilde haar grilligheid in voor sierlijkheid en kreeg daar een prachtig album voor terug. Toch gaan we haar ouderwetse gekte en eigenzinnigheid missen.
~
Al meer dan tien jaar is Tori Amos het rolmodel voor veel vrouwelijke singer-songwriters en ook voor veel vrouwen in het algemeen. Haar prachtige persoonlijke teksten spreken enorm aan en de intensiteit waarmee ze haar zieleroerselen vertolkt is, mede door haar indringende, soms neurotische, zang en pianospel, ongekend. Inmiddels klassieke albums als Little Earthquakes en Boys For Pele maakten van haar een icoon. Amos’ ongeremde intensiteit en haar ijzersterke eigen geluid waren niet te evenaren.
Lost in America
~
Gematigde koerswijziging
Dus geen Caught A Lite Sneeze of Cornflake Girl op dit album en ook geen Happy Phantom of Hey Jupiter. Scarlet’s Walk staat vol met volwassen liedjes. De ruwe diamant is geslepen tot een glimmende edelsteen. En dat is even wennen, vooral voor de mensen die erg hielden van Amos’ ruwe kanten. Het is moeilijk om over zo’n briljant en invloedrijk oeuvre heen te stappen en zomaar deze nieuwe gematigde koerswijziging te accepteren.
Scarlet’s Walk is dan ook zonder meer een geïnspireerd album, dat vol staat met goede, pakkende liedjes. De kwaliteit van de eerste drie albums wordt echter nooit geëvenaard. Simpelweg omdat de Tori Amos die tien jaar geleden wereldberoemd werd, te ver naar de achtergrond is verdwenen. Die oude Tori was hét wonder dat iedereen kon betoveren. Dat lukt de nieuwe Tori, ondanks dit bescheiden meesterwerkje, niet. We weten dat ze tot meer in staat is.
Links
www.toriamos.com
Tori Amos
Album: Scarlet's WalkPrijs: €
Misschien ook iets voor u
Dinotopia
Hallmark is een niet onverdienstelijk producent van miniseries. Je weet wel, die politiek correcte, gezinsvriendelijke films die in vier delen op woensdagavonden uitgezonden worden. In het verleden bracht Hallmark al series als Merlin (met Sam Neill), Gulliver’s Travels (met Ted Danson) en verhalen als David Copperfield en de Odyssee van Homerus. Stuk voor stuk series met veel gevoel voor detail, maar zonder dat doorslaggevende element dat van speelfilms successen maakt.
~
Geforceerd
De serie heet Dinotopia en gaat over twee broers, Karl en David, die met hun vader in een vliegtuigje een storm binnenvliegen en vervolgens neerstorten. Pa zakt met het toestel naar de zeebodem, David en Karl spoelen aan op het strand. Dit gaat allemaal heel erg snel en geforceerd. Binnen vijf minuten na de opening credits liggen de heren op het strand en moet de kijker duidelijk zijn wat voor een karakter ze hebben en dat ze (daarom) niet met elkaar overweg kunnen. Het voelt en klinkt vreselijk nep als de een de ander verwijt dat ze neergestort zijn.
Verhelderend is de deleted scene die bij de extra’s te zien is. Daarin ontmoeten de broers elkaar op het vliegveld en maken ze stennis over een cadeau dat ze hun vader geven. Maarja, deze scene is verwijderd. Waarom?
~
Zoals dat gaat ontmoeten ze de dochter van het nationale opperhoofd en rijden ze met haar mee naar de hoofdstad. Marion toont hen Dinotopia, en dit is het begin van een aantal uren visuele overdaad.
Mongoolse ruiterpakken
Want mooi is het. De dino’s zijn mooi vormgegeven en bewegen goed. De decors, gebouwen, landschappen, beplanting, alles is met een groot oog voor detail verzorgd. De kostuums die de Dinotopiërs dragen zijn prachtig. Allerlei culturen en eeuwen zijn vertegenwoordigd, van mongoolse ruiterpakken tot jurken uit de pruikentijd. Die mengelmoes is er niet zonder reden. Al eeuwenlang spoelen er drenkelingen aan op Dinotopia. Die kunnen nooit meer terug naar de echte wereld en moeten inburgeren. Al die kleren en kleuren vertegenwoordigen een ideale multiculturele samenleving.
Zippo
Op het gebied van kleding hebben de makers van Dinotopia dus goed nagedacht, al hadden ze waarschijnlijk aanwijzingen uit het boek. Dinotopia is namelijk bedacht door schrijver James Gurney. En hij is dus ook verantwoordelijk voor de grootste fout van het hele verhaal: de dino’s kunnen praten. Vreselijk. Karl en David worden door prinses Marion ondergebracht bij een vriend van haar, genaamd Zippo. Niet alleen zijn naam, maar alles aan hem is irritant. Deze dino spreekt bijzonder beschaafd Brits, houdt van lezen en archeologie en zet bij tijd en wijle een potsierlijk brilletje op. Gekunstelder kan haast niet.
~
Dino’s kunnen lezen, praten, zitten in de volksvertegenwoordiging. De meeste mensen hebben daar vrede mee, maar niet Cyrus Crabb. Deze Crabb is een cynische mankepoot, die niets liever wil dan Dinotopia verlaten. Maar hij weet de weg niet, en zoekt naar allerlei manieren om aan de benodigde kaarten en routes te komen. Logisch dus dat hij de twee nieuwkomers Karl en David voor zijn karretje wil spannen.
Enige acteur
Deze Cyrus is de fascinerendste figuur van heel Dinotopia. Zijn bedoelingen zijn niet geheel en al smetvrij, zoveel is duidelijk, maar acteur David Thewliss weet van Crabb een figuur te maken die zowel aimabel als irritant is, vriendelijk en cynisch, warm en berekenend. Bij geen enkele andere figuur is het karakter zo complex. Thewliss is tegelijk de enige acteur van enige naam, de overigen zijn stuk voor stuk volslagen onbekenden. Waarschijnlijk hebben de kosten voor visual effects alle budget opgeslokt, waardoor en nog maar één echte acteur gehuurd kon worden.
Hoe dan ook, Thewliss speelt zijn rol met verve. Waar Crabb opduikt, ontstaat spanning. En aan spanning ontbreekt het nog wel eens in het tweehondervijftig minuten lange Dinotopia.
De aankleding van Dinotopia is uitmuntend verzorgd, en ook de gebruiken van het land, de cultuur en de geschiedenis worden goed en volledig in beeld gebracht. Maar daardoor gebeurt er maar bar weinig. We volgen David en Karl op hun inburgeringscursus, maar het is allemaal weinig spannend. Het lijkt wel een reclameboodschap, een reis door het land om alle culturele aspecten aan bod te laten komen. Alleen wanneer de zonnestenen, de energiebronnen van Dinotopia, beginnen te haperen, ontstaat er iets van plotstuwing. Maar op deze stroomstoringen wordt lang niet genoeg nadruk gelegd om er serieuze dreiging in te zien.
Lachwekkend
De serie duurt om en nabij de vier uur, maar pas in de laatste veertig minuten is er sprake van een ontknoping. De aanzet voor verschillende dingen is al veel eerder gegeven, maar het duurt allemaal verschrikkelijk lang, en bovendien werkt het slechte acteren van de hoofdpersonen niet mee aan de opbouw van spanning. Veel angstige dialogen en handelingen zijn eerder lach- dan zorgwekkend. Enkele hiaten en onverklaarbare acties zijn ook niet opbouwend.
Emotie
~
Ook de overige extra’s zijn goedkoop en met weinig zorg gemaakt. Een storyboard-vergelijking kan best leuk zijn, maar deze slaat werkelijk alles. Boven in beeld zie je de tekening, onder in beeld het eindresultaat. De tekeningen lopen totaal niet synchroon met de film, en bovendien worden ook nog eens driekwart van de tekeningen overgeslagen. Zo is er toch geen lijn meer in te ontdekken.
Het filmpje dat ‘making of‘ moet heten behelst weinig meer dan een uitgebreide reclameboodschap die werd uitgezonden aan de vooravond van de eerste vertoning, op 12 mei 2002 op ABC in de Verenigde Staten.
Dinotopia kabbelt maar. Voor een woensdagavondje ontspannen televisie maakt dat niet zoveel uit. Er is genoeg visual candy. Op grond van slechte acteerprestaties en een trage voortgang echter wordt Dinotopia afgekeurd. Dan toch maar liever Jurassic Park. Daar doen de dino’s tenminste waar ze ervoor waren.
Dinotopia
Regie: Marco BrambillaJaar: 2024
Distributeur: Bridge Entertainment
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Underworld
Ongeveer een maand geleden stond in de Nieuwe Revu een top 30 van de beste livebands van het moment. In dat lijstje kwam Underworld op een mooie vijfde plaats terecht. Zeker niet onverdiend, gezien de reputatie van de band. Al jarenlang is Underworld een op de (zomer)festivals graag geziene act, die zowel het dance publiek als het meer gitaren-minnende deel van de bezoekers aanspreekt. Dat bleek afgelopen zaterdag ook in de Music Hall; punker, hippe dancer, hippe hopper en minder hippe langharige jongen vermaakten zich allemaal op het dancefeest Welcome to Underworld.
~
Het feest begon om negen uur met Darren Price in de grote zaal en Timmy in de Lounge, maar de meerderheid van de bezoekers heeft dat niet meegekregen. De melding dat Underworld pas om elf uur zou beginnen leidde er toe dat de meeste mensen rond tien uur bij de Music Hall aankwamen. Klaarblijkelijk was de organisatie daar niet op voorbereid, getuige de wachttijd van ongeveer een uur, waarvan driekwart in de regen doorgebracht moest worden. En als je eindelijk door de security goedgekeurd was en naar binnen mocht, was het wachten nog niet voorbij. Eerst een kwartier om je jas bij de garderobe kwijt te kunnen en vervolgens nog een kwartier om muntjes en bier te verkrijgen. Gelukkig begon Underworld niet om 23.00 uur sharp, zoals het kaartje vermeldde, maar werd gewacht tot 23.20 toen eindelijk iedereen binnen was.
Spanning en ontspanning
~
Joost van Bellen
Na het enigszins haperende begin voelden Underworld en publiek elkaar beter aan, maar echt intens werd het optreden bijna nergens. Pas in het laatste half uur, waarin alle grote hits gespeeld werden, ging het publiek los. Enigszins pijnlijk was het te zien hoe de mannen zich na Born Slippy als overwinnaars over het podium bewogen. Natuurlijk is het een geweldig nummer en natuurlijk ging de zaal helemaal los, maar met het oog de rest van het optreden had enige terughoudendheid hier gepast. Dat meer mensen er zo over dachten blijkt uit het feit dat Joost van Bellen, die tegenover Underworld in de lounge stond te draaien, steeds meer mensen trok. Van Bellen draaide harde house waarop, in tegenstelling tot Underworld, wel lekker gedanst kon worden. Hij verdiende het dan ook dat steeds meer publiek naar hem toe kwam.
Instant afterparty
Een gedeelte van de bezoekers ging na het optreden van Underworld meteen weer weg. Voor hen was puur zaak Underworld live te zien. De meerderheid van het publiek bleef wel, maar de DJ’s die na Underworld draaiden werden niet meer als iets bijzonders beschouwd. Er werd gewoon gezellig gedanst, gedronken en gepraat als in iedere disco, waarbij bijvoorbeeld Lady Aida alleen maar een randvoorwaarde verzorgde; de muziek. Waar bij Underworld al nauwelijks sprake van interactie of contact met het publiek was, was dat bij de andere DJ’s volledig afwezig. Misschien was het interessanter geweest aan het eind van de avond ook nog een grote act neer te zetten, waardoor een echt festivalgevoel zou ontstaan. Nu begon de afterparty eigenlijk meteen na Underworld en liep de zaal vanaf ongeveer drie uur behoorlijk leeg, terwijl het festijn tot vijf uur zou duren. Junkie XL of een andere pakkende dance-act om een uur of drie programmeren had waarschijnlijk veel mensen in de Music Hall gehouden.
Oud en duur
Een act met een reputatie als Underworld is aan zijn stand verplicht een energiekere en betere prestatie neer te zetten dan afgelopen zaterdag in de Music Hall gebeurde. Zeker ook omdat het publiek, dat toch echt vooral voor Underworld kwam, €37,50 voor een kaartje moest betalen. Voor alle duidelijkheid: dat is meer dan 82 gulden. Gezien de mindere laatste plaat (A Hundred Days Off) en dit slappe optreden valt te vrezen dat de hoogtijdagen van de danssensatie van weleer geteld zijn. Momenteel brengt Underworld niet veel meer dan een twee uur durend optreden, waarin de oude hits de show naar een respectabele hoogte moeten brengen. Wat dat betreft misstaat Underworld zeker niet in de top 30 van de Nieuwe Revu. De “oude” acts zijn daarin oververtegenwoordigd. Zo bestaat de top 5 naast Underworld uit Bruce Springsteen, U2, AC/DC en Bon Jovi. Zeker geen slechte namen, maar de optredens van deze oude rotten drijven ook voor het grootste deel op de oude hits. Erg jammer dat Underworld nu ook in dit rijtje thuishoort.
Links
Welcome To Underworld
Underworld
Underworld
Prijs: €Gezien op vrijdag 08 november 2002 in Heineken Music Hall, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
Knight Rider
Zoals bijna iedereen volgde ik in de jaren 80 de avonturen van Michael Knight en zijn praatzieke auto Kitt. Bijna al mijn klasgenoten konden het geluidje dat Kitt voortbracht (ghoewww whoewww) perfect nadoen. Tegenwoordig is de serie al een paar keer herhaald, is er een mislukte spin-off serie verschenen en komt er binnenkort een verfilming. Dat er ook een spel zou verschijnen was natuurlijk niet direct verrassend. De firma die voor dit spel verantwoordelijk is, is dat wel.
~
In de verwende spelletjeswereld geniet het Nederlandse Davilex onder de gamers een discutabele naam. A2 Racer en EK ’96 waren nou niet direct toppers van de bovenste plank. De meeste gamers klagen vooral over de matige gameplay en eenvoud van de uit de Nederklei getrokken spelletjes. En afgezet tegen de concurrentie zijn de Davilex-games niet direct top te noemen. Wel top zijn de verkopen. A2 Racer en al haar opvolgers verkopen door een handige marketingstrategie toch erg goed. Relatief goedkope en herkenbare spelletjes voor een breed publiek. En met de verkoopcijfers in de hand heeft Davilex voorlopig het gelijk aan zijn kant.
Prestige
Toch is het opmerkelijk dat een Nederlands bedrijf als Davilex een licentie als Knight Rider weet binnen te halen. Hoewel A2 Racer ook al in het buitenland verscheen (Autobahn Racer, London Racer en A2 Racer Goes USA) kan Knight Rider een internationale doorbraak betekenen voor Davilex. Het spel zal zowel op PC als PS2 verschijnen en is daarmee Davilex’ meest prestigieuze titel tot nu toe. In het voorjaar had ik het genoegen om bij Davilex in Houten een vroege preview te aanschouwen, en wat ik zag had zeker potentieel.
Beta
~
Doorgaan of stoppen
Mijn eerste missies behelzen het in- en uitrijden van een vrachtwagen (yup, diezelfde uit de serie) en het rondrijden op een racecircuit. Nadat ik dit met goed gevolg heb gedaan moet ik naar een soort hindernis parcours om… ja wat? Geen idee eigenlijk. Ik sta voor een smalle balk, en het is de bedoeling dat ik Kitt daar op twee wieltjes over heen weet te sturen. Ik heb geen handleiding van het spel (dat krijg je met betaversies). Ik zet het spel op pauze omdat ik (zoals bij de meeste spelletjes) even in het control menu wil kijken wat de instellingen zijn. Het pauzemenu waar ik in terecht kom biedt slechts twee opties: doorgaan of stoppen. Slordig.
Onduidelijk zonder handleiding
Het grote manco van het spel ligt ‘m in het feit dat ik de helft van de tijd geen idee heb wat ik moet doen. Noem me een zeurpiet, maar ik vind dat je voor dit type spelletjes nou niet direct in de handleiding hoeft te neuzen. Aangezien ik die überhaupt niet heb, is dat toch al geen optie. Toch krijg ik wel een redelijk beeld van het spel. De missies zijn redelijk gevarieerd, en men heeft toch een verhaal in het spel aangebracht. Ondanks het feit dat de stemmen niet altijd even goed gekozen zijn, komt de sfeer uit de series toch zeer redelijk naar voren. Wel jammer dat de besturing niet helemaal lekker is: het even aantippen van de cursortoetsen lijkt de baan van de wagen amper te beïnvloeden. Het echt indrukken van diezelfde toets doet Kitt vervaarlijk uitzwenken. Dit kan in kritieke situaties funest zijn. Daarom is het aan te raden eerst even goed te oefenen op de besturing.
Conclusie
En dan de eindconclusie. Er valt het nodige aan te merken op deze productie. Het spel is qua graphics niet te vergelijken met een GTA3, Mafia of Colin McRae Rally 3. Toch is het spel in vergelijk met A2 Racer Goes USA wel weer een goede stap vooruit. Op zich zijn er in het genre betere titels te bedenken, maar voor fans van de serie kan het toch wel leuk zijn om even met Kitt rond te scheuren. Rest me nog te zeggen dat het toch wel erg melig is om de intro’s van Knight Rider in het Duits en Frans te bekijken, en wellicht zullen enkele van de problemen in de winkelversie (met handleiding) tot het verleden behoren. Bovendien zat het ghoewww whoewwwwwww wel in het spel.
Iceland Airwaves 2002
Dit jaar werd Iceland Airwaves, het muziekfestival van Reykjavík, voor de vierde keer gehouden. Het festival is inmiddels uitgegroeid tot een uiterst populair internationaal media-evenement: je komt hier meer Amerikanen en Europeanen tegen dan IJslanders. Hoewel het festival ook wordt gebruikt om internationale acts naar het afgelegen eiland te trekken, is het voornamelijk een showcase voor de lokale bands alhier. Een paar jaar geleden werd Sigur Rós op Airwaves ontdekt, en je kunt je voorstellen dat er een groeiende interesse is voor exotisch talent. Er gebeurt hier op IJsland een hoop interessants, en dat heeft het buitenland inmiddels wel in de gaten: op een gemiddeld concert sta je tussen Nederlandse journalisten, Amerikaanse muziektoeristen en bijvoorbeeld scouts van het Amerikaanse emo-core-label Deep Elm.
~
Donderdag 17 oktober
Acht uur ’s avonds in Austurstræti, midden in het centrum van Reykjavík. De straat wordt geteisterd door een enorm kabaal, de toeristen die uit de supermarkt en McDonalds komen, vragen zich af waar het vandaan komt. De bron van dit geweld is Hitt Húsið (“dat huis”), een alternatief cultuurcentrum voor jongeren, waar geregeld hardcore- (harðkjarni) en metal-avonden worden gehouden. De zolder van het gebouw is de concertzaal, en bevindt zich recht boven het postkantoor van Reykjavík. In Hitt Húsið doet men niet aan isolatie. Het lawaai op straat is oorverdovend, en binnen natuurlijk nog vele malen erger. De band die op dat moment speelt is Changer, een brute, vijfkoppige metalband die het publiek op handen draagt. Volgens hun bio zijn de heren “set to break the barriers of Icelandic heavy metal”. We geloven het graag. Het verbazingwekkend jeugdige publiek brult mee, stampt, springt en crowdsurft om het leven. Metal leeft in IJsland.
~
In Nasa, een ruime maar sfeerloze concertzaal, speelt Hera, een babe met een akoestische gitaar en een stem als Heather Nova, voor de gelegenheid begeleid door een mannenband. Fijne folkliedjes, mooie stem. Vervolgens wordt het publiek, zo’n 50 man, getrakteerd op de spijkerbroekenrock van Dead Sea Apple. De muziek is over het algemeen enigszins mat, maar de band heeft en zelfverzekerde zanger en genoeg memorabele melodieën om het concert interessant te maken. De meeste nummers komen op de binnenkort te verschijnen nieuwe CD, een sterk geproduceerde verzameling lichte rockliedjes.
Daysleeper is bijzonder populair in IJsland, ook al bestaat de band nog maar een jaar. Hun akoestische pop ligt prettig in het gehoor, en hun nummers zijn melodieus en herkenbaar, maar helaas ook voorspelbaar, vaak te lang, en voorzien van een begaafde maar nogal pathetische zanger. Later speelt Land og Synir, wier lauwe softrock al te saai is om aan te horen.
~
Vrijdag 18 oktober
In Nasa speelt vanavond Smack, weinig boeiende softrock. Er is nauwelijks publiek, net als bij Ensimi, een rockband die in het voorprogramma van Jon Spencer Blues Explosion gespeeld heeft en wiens vorige plaat deels door Steve Albini geproduceerd werd. Live klinken ze net als op hun nieuwe, titelloze CD: strak, bijna steriel, nogal hoekig en helaas ook eentonig.
Een groter en enthousiaster publiek valt Singapore Sling ten dele. De bandleden zien er met hun spijkerbroeken, leren jacks en bakkebaarden bespottelijk uit, maar spelen een stevig een concert met desolaat klinkende, heftige, monotone rock. Vinyl (oftewel Vínyll) doet daar nog een schepje bovenop en doet vaak Gluecifer denken. Vinyl bestaat pas sinds mei en is in IJsland behoorlijk populair dankzij hun radiosingle Nobody’s Fool. Energieke macho-rock ‘n’ roll, het publiek vindt het prachtig en de persfotografen hangen aan zanger Kiddi’s lippen.
In het Iðnó-theater speelt Daniel Ágúst, die vorig jaar bij Gus Gus vertrok. Hij werkt tegenwoordig aan een uniek project waarin hij vocale popmelodieën en -teksten koppelt aan orkestrale symfonieën. Hij heeft een geweldige stem, en brengt zijn mooie popliedjes gehuld in een soort elfenpak ten gehore, begeleid door een strijkkwartet en later slechts door een sampler. Een fascinerend gebeuren.
~
Een paar honderd meter verderop kan dat wel, want daar speelt Ampop in Vídalín. Rustgevende, sfeervolle electronica met zang: prettige muziek. Na afloop is de rock-avond in Grand Rokk in volle gang: hier speelt 200.000 Naglbítar, een populaire band uit Akureyri, in het noorden van het land. Punkpop in het IJslands? Opwekkend en vrolijk, maar net even te gelikt en zelfbewust om serieus te nemen.
Rond middernacht is Leaves aan de beurt in Nasa. De band wordt gehyped in Engeland, en speelt dan ook akoestische britpop, met herkenbare melodieën en een sterke zanger. Het is alleen, net als op hun debuut Breathe, wel veel van hetzelfde, en het concert blijkt voorspelbaar en eigenlijk ronduit saai.
Zaterdag 19 oktober
~
~
Links
Iceland Airwaves
Bandinformatie en MP3’s
Smekkleysa Records (met MP3’s)
Gezien op zondag 13 oktober 2024 in Reykjavik, IJsland
Misschien ook iets voor u
De Leugendetector
Truth or dare, wie heeft het niet gespeeld? Meestal resulteren dit soort spelletjes in vooral Truth, en vertellen mensen de meestal intieme geheimen aan elkaar. Kinderen, studenten, vrienden, dertigers, in de juiste samenstelling kunnen groepen veel lol hebben aan dit onschuldige spelletje. Hoewel onschuldig? Vele versiertrucjes en romances worden geniepig via Truth or Dare voorbereid.
~
T.O.D. gaat uit van de eerlijkheid van de mens. Er is niet echt een manier om te controleren of iemand de waarheid spreekt, daar moet je maar gewoon vanuit gaan. Eigenlijk is dat ook de charme van het spel, de basis van vertrouwen creëert de intieme sfeer die rond het spelletje hangt. Hasbro doorbreekt dit patroon en komt met Leugendetector. Het spel bevat een hoop “intieme” vragen. Mochten de spelers een antwoord van een medespeler betwijfelen, dan is er een ingenieus apparaatje beschikbaar om te testen of hij/zij de waarheid spreekt.
Wilde Rebel
Het spel kan twee kanten op. Je kunt engelen- en duivelsfiches verdienen. De antwoorden en de leugendetector bepalen of je een brave borst of een wilde rebel bent. Maar wilde rebel, dat is een ruim begrip. Op de doos staat bijvoorbeeld de vraag: “Heb jij wel eens naakt gezwommen?” Misschien is naaktwemmen voor onze Demissionair Minister President een rebelse daad, maar in mijn vriendenkring ligt men daar nou niet echt wakker van.
Niet echt schokkend
De doos vermeldt dat het spel geschikt is voor personen van 16 jaar en ouder. Dit doet over de inhoud van de vragen het één en ander vermoeden. In de praktijk valt het echter allemaal wel mee. Echt schokkend of pikant wordt het eigenlijk nooit. Tijdens de perspresentatie van het spel kwam dit probleem ook een beetje naar voren. Klaas Wilting stelde een paar vragen aan een vrijwilliger. Elke vraag is een beetje “ondeugend”, maar eerlijk gezegd is het nooit echt een big deal om te antwoorden: “ja ik heb wel eens gegluurd” of “Ik heb wel eens iemand tegen de billen geslagen”. Na pas vijf vragen kwam Klaas met een geschikte vraag. De vrijwilligster verklaarde desgevraagd niet aan bondageseks te hebben gedaan, en dus besloot men (eindelijk) de leugendetector op haar los te laten.
Bondage
Het apparaatje meet je temperatuur, hartslag en stemgeluid. Mocht iets hem niet bevallen, dan klinkt er een hoge toon, en is het zeer waarschijnlijk dat we met een leugenaar te maken hebben. De vrijwilligster herhaalde nogmaals met het de leugendetector in de hand dat ze nog nooit aan bondage had gedaan. Het apparaatje gaf een redelijk constante toon, wat dus betekende dat ze de waarheid sprak. Een zucht van verlichting ging door de zaal.
Conclusie
Toch is Leugendetector best een leuk spel. Net als bij T.O.D. kun je het spel het beste spelen in een kleine groep vrienden. De daaropvolgende ontboezemingen, waarheden en leugens zorgen voor de nodige hilariteit en sfeer. Het blijft toch een apart gevoel als men het apparaatje op je loslaat. Stel je voor dat ik net die ene toch wat lastige vraag krijg? Verder is de detector sowieso een leuke gadget om te hebben. Het bekentenissen- en dilemmaniveau van T.O.D. wordt niet gehaald, maar als de vragen niet pikant genoeg zijn, dan bedenk je er toch zelf een paar bij?
Red Dragon
Wie na het zien van de slotscène uit Hannibal wil weten hoe het verder is gegaan met dr. Hannibal Lecter hoeft niet naar Red Dragon te gaan. We hebben hier namelijk te maken met een prequel: een film die na het voorgaande deel gemaakt is, maar zich daar chronologisch gezien voor afspeelt.
~
In Red Dragon, de tweede roman van Thomas Harris, speelde Lecter (toen nog als Lecktor) een kleine maar belangrijke bijrol. Het boek werd in 1986 als Manhunter verfilmd door Michael Mann. De psychopaat werd dankzij The Silence of the Lambs (1991) wereldberoemd en een icoon in de filmgeschiedenis. Na het gemengde succes van Hannibal besloten de producenten dat het tijd werd voor een remake van het inmiddels zwaar gedateerde (en Hopkins-loze) Manhunter.
Creepy
~
Geen extra laag
Regisseur Brett Ratner is vooral bekend van de twee delen Rush Hour en misschien ligt daarin het probleem. Ratner is geen Jonathan Demme of Ridley Scott (regisseurs van resp. Silence en Hannibal); hij weet hoe je een goede actiescène in elkaar zet en is goed in het opbouwen van spanning, maar Red Dragon mist de extra laag die de twee voorgaande delen wel hadden.
Prima intro
Dat betekent niet dat de film slecht is. Zeker als je drie dilms in chronologische volgorde zou bekijken, is Red Dragon dankzij het prima verhaal en de paar spannende scènes een perfecte introductie tot de wereld van Hannibal Lecter.
Red Dragon
Regie: Brett RatnerJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Hallo, hier is Eefje Wentelteefje
.
Eefje Wentelteefje, een creatie van Jeroen de Leijer, hoeft echter geen enkele moeite te doen om de lezer aan zich te verplichten. Ze hoeft je maar aan te kijken met haar grote ogen en je bent al verkocht. Haar jurkje is net zo rood als de blosjes op haar wangen. Twee dunne vlechtjes, bijeengehouden door een rode strik maken het geheel af. Ziehier het nieuwe kindsterretje van de stripwereld. Suske en Wiske in één personage verenigd.
Autohealer
Het is geen groot licht, onze Eefje. Haar peervormige hoofdje ten spijt. Met veel gebeurtenissen weet ze zich geen raad. Nu zijn het ook niet de meest alledaagse situaties waar ze in verzeild raakt. Jeroen de Leijer heeft de gave om, op het eerste gezicht, normale
~
Dit is enkel een greep uit de vele krankzinnige vondsten. Het boek staat er vol mee. Er lijkt geen eind aan te komen. We maken echter niet alleen kennis met Eefje zelf. Ook haar broer en haar moeder komen aan bod. Na de kennismaking met deze personages, verbaast het de lezer des te meer dat Eefje zo gewoon is gebleven. Zij is dan ook het baken waar de lezer zich op kan richten tijdens zijn reis door de surrealistische wereld van Jeroen de Leijer.
Absurdistisch universum
De tekeningstijl die in het album geëtaleerd wordt, past perfect bij de hilarische verhalen. Door het bij tijd en wijle niet zo nauw te nemen met het perspectief en de onderlinge verhoudingen creëert Jeroen de Leijer zijn eigen absurdistische universum. In dit universum wemelt het van de intrigerende personages. Treffend weergegeven in een heldere, strakke tekenstijl. Ieder personage is met zorg vormgegeven. De ene nog gekker dan de ander. Het duizelt de lezer, maar toch gaat hij verder. Er is geen ontkomen aan. En na lezing van dit album zal hij de wereld om zich heen met heel andere ogen gaan beschouwen.
~
Diva
Samengevat, Jeroen de Leijer is er in geslaagd om met zijn rondreizend rariteitenkabinet een verpletterende indruk achter te laten. Zijn creaties verdienen stuk voor stuk een speciaal plekje in het hart van de lezer. En Eefje Wentelteefje verdient nu al de status van diva.
Kortom, een heerlijk album voor de liefhebber!
Prijs: € 9
Bladzijden: 48
Misschien ook iets voor u