Muziek / Concert

Twijfel wordt euforie

recensie: Death Cab For Cutie

“I loved you Guinevere, I loved you Guinevere, I loved you…”: de hypnotiserende herhaling van het nummer We Laugh Indoors is kenmerkend voor de indierock van Death Cab For Cutie uit Seattle Washington. Deze band is gespecialiseerd in het maken van spannende gitaarpop, wat vooral naar voren kwam op het vorig jaar uitgebrachte album Transatlantacism. Een plaat om je vingers bij af te likken. Ontroerend, subtiel, opzwepend en kom maar op met die superlatieven. Op zondagavond 15 februari stond de band in Vera Groningen voor een redelijk gevulde zaal.

Zanger/gitarist Benjamin Gibbard (ook bekend van The Postal Service) heeft op de plaat al een vrij dun stemmetje en dat werd op het podium eigenlijk alleen maar erger. Enkel al de ’thank you’s’ die hij aan het publiek richtte waren zeer bedeesd. Hier en daar was hij moeilijk te verstaan, maar echt heel storend werd zijn stem nooit (behalve voor een aantal mensen dat het na drie kwartier al voor gezien hield). En het zeer kenmerkende bandgeluid maakte heel veel goed. We hebben het hier over vier goede muzikanten die allemaal ook de nodige instrumenten beheersen, gezien het aantal rolwisselingen. Met name het werk van Transatlantacism kwam zeer goed uit de verf. Wel zakte het hele zaakje halverwege het optreden hier en daar wat in door onder meer een wat overbodige cover, waar het publiek dan ook hoorbaar minder enthousiast over was.

Enorme climax

Death Cab For Cutie speelde in eerste instantie dus een beetje wisselvallig. Daarvoor dekte de band zich ook in: een rockshow op een zondagavond blijft nu eenmaal een rockshow op een zondagavond. Opvallend genoeg leek de band juist na het maken van deze opmerking vleugels te krijgen. De wisselvalligheid verdween stante pede en maakte plaats voor een zeer aanstekelijke bevlogenheid. Met name de laatste twee nummers van de reguliere set werden fantastisch uitgevoerd. Eerst Tiny Vessels met het meeslepende refrein: “She is beautiful, but she don’t mean a thing to me”. En daarna de apotheose met een prachtige uitvoering van het titelnummer van de laatste plaat. Een song met een enorme climax, gelijk aan bijvoorbeeld Vortex Surfer van het Noorse Motorpsycho. Al heeft Bent een aanzienlijk betere stem dan Benjamin Gibbard. Maar toch, petje af voor deze groep uit Seattle.

De toegift was nog even ’the icing on the cake’, met als hoogtepunt een cover van Björks All Is Full Of Love. Het wisselvallige gedeelte was inmiddels alweer helemaal vergeten. Twijfel had plaatsgemaakt voor een euforisch gevoel. Erg prettig.

Film / Films

Samen eenzaam in Tokio

recensie: Lost in Translation

De nieuwe film van Sofia Coppola is een verademing in vergelijking met de gemiddelde romantische komedie die gewoonlijk in de bioscopen draait. Het uitgangspunt is standaard: een toevallige ontmoeting. De gevolgen zijn bijzonder. Bijzonder mooi wel te verstaan. Subtiele aanrakingen, veelzeggende blikken en een paar gesprekken. Er ontstaat een relatie die eigelijk geen relatie is. De kracht van de film is illusie.

~

De in een midlife-crisis verkerende filmster Bob Harris (Bill Murray) is in Tokio om een commercial te draaien voor een whiskymerk. De twintiger Charlotte (Scarlett Johansson)is een net afgestuurde filosofe die met haar man meereist voor zijn werk. Beiden worden geplaagd door slapeloosheid. Ze ontmoeten elkaar in de bar van hun vijfsterrenhotel. Dit leidt tot gezamenlijke uitstapjes in het voor hun onbekende Tokio.

Vervreemding

Het gevoel van vervreemding in een wereldstad als Tokio wordt prachtig in beeld gebracht. Serene shots van de skyline van de stad worden afgewisseld door chaotische beelden van een speelhal waar hyperactieve Japanners staan te gokken. De hoofdpersonen wandelen verdwaald door deze beelden heen. De film geeft een goede impressie van hoe verloren en eenzaam je kunt voelen in een vreemde omgeving.

~

Naast melancholieke beelden en gevoelens van eenzaamheid is de film bovenal verschrikkelijk grappig – wat voor een groot deel te danken is aan de acteerprestaties van Bill Murray. Zijn hoofd spreekt boekdelen. Tijdens de opname van een commercial schreeuwt de regisseur hele verhalen in het Japans naar hem. De tolk vertaalt dit in twee zinnen. Alleen al de uitdrukking op het gezicht van Murray zegt meer dan duizend woorden. Zijn onderkoelde, subtiele manier van doen is hilarisch. Johansson speelt de serieuzere tegenpool van Murray. Charlotte is net afgestudeerd en weet eigelijk niet wat ze met haar leven moet. Ze twijfelt over aan zichzelf, aan haar huwelijk. De negentienjarige Johansson speelt dit goed en doet niet onder voor Murray.

Lost in Translation komt in aanmerking voor meerdere Oscars. Naast de nominatie voor de beste film, is de film ook genomineerd voor beste scenario en beste regie. Niet onterecht, want Lost in Translation is een oprechte film, en geen vergezochte love-story.

Muziek / Album

De terugkeer van Franz Xaver Scharwenka

recensie: Franz Xaver Scharwenka - Werken voor piano

Ooit zag ik een CD ergens liggen met een collectie ‘Poolse muziek’. De stukken waren geschreven door mensen zoals Ignacy Jan Paderewski (de eerste Poolse premier van na de Eerste Wereldoorlog), Moritz Moszkowski, Fryderyk Chopin (het Poolst van allemaal) en, tenslotte, Franz Xaver Scharwenka. Als je naar de moderne kaart van Europa kijkt, dan kwam Scharwenka inderdaad uit Polen (het deel dat toen Posen heette). Maar Scharwenka een Pool te noemen is net zoiets als Famke Janssen voor Nederlandse te laten doorgaan.

Franz Xaver Scharwenka: Pianoconcerten 1 & 2. Laurence Jeanningros, piano. Tsjechisch Nationaal Symfonieorkest o.l.v. Paul Freeman. Centaur Records, ca. € 20.

Scharwenka was namelijk naast pianoleeuw en didacticus vooral überpruis: niet alleen Duitstalig maar ook cultureel helemaal op Berlijn gericht, waar hij zijn eerste conservatorium zou stichten (een tweede volgde jaren later in New York). Zijn muziek heeft stilistisch meer met de Duitse traditie van Brahms en Mahler dan met die van nationalistische componisten als Grieg of Paderewski. Dat wil niet zeggen dat hij het gebruik van thema’s uit de Poolse muziek schuwde. Zijn ‘Poolse dansen’, eerder al hier besproken, behoorden tot de meest gespeelde pianostukken van de vorige eeuw.

Crowdpleasing

Maar hoewel Scharwenka’s pianostukken zeker de moeite waard zijn, wordt de kroon op zijn oeuvre toch gevormd door zijn vier pianoconcerten en zijn symfonie. Die laatste is spijtig genoeg nog steeds niet op CD te krijgen (een Zweeds labeltje schijnt binnenkort iets uit te brengen), maar de pianoconcerten drijven de laatste jaren, geheel verdiend, weer naar de oppervlakte. Eigenlijk is het vrij moeilijk te begrijpen waarom ze daar al die jaren onder hebben moeten blijven. Niet alleen is het prima muziek, Scharwenka’s oeuvre zit ook nog eens tjokvol potentiële crowdpleasers.

Wendingen

~

De lijn die begint met de virtuoze concerten van bijvoorbeeld Beethoven eindigt bij mensen als Scharwenka, Rachmaninov en Medtner. Terwijl Alexander Skrjabin met magische akkoorden knutselde en Schoenberg bezig was veel van de twintigste-eeuwse muziek te verzieken met twaalftoonstechnieken, gooiden Rachmaninov en ook Scharwenka er nog steeds muziek uit die ook een halve eeuw eerder geschreven had kunnen zijn. Daarbij is het muziek die expliciet bedoeld is om de solist zo goed mogelijk te laten schitteren. Maar daarmee eindigt de vergelijking tussen Rachmaninov en Scharwenka dan ook. Waar de muziek van de Rus zich kenmerkt door een zekere melancholie, is die van Scharwenka eerder energiek en optimistisch van karakter. Maar ze is ook melodisch niet zo recht-door-zee als die van Rachmaninov: Scharwenka is een groot voorstander van het gebruik van kleine, onverwachte harmonische wendinkjes, wat hem stiekem een stuk minder traditioneel maakt dan je op het eerste gehoor denkt – luister bijvoorbeeld eens naar de laatste drie minuten van de finale van het vierde concert.

Collins

Twee van deze CD’s zijn uit Hyperions reeks Romantische Pianoconcerten (nee, geen knuffelrock), één van de meest ambitieuze projecten tot het ontginnen van klassiek repertoire van de laatste jaren. De opname van het tweede en derde concert werd echter al in het begin van de jaren negentig gemaakt voor het ondertussen overleden label Collins, waarvan een deel van de collectie blijkbaar is verkocht aan Hyperion. Maar ze misstaat zeker niet in de reeks: Tanyel heeft zich met Scharwenka’s pianomuziek al eerder bewezen in dit repertoire en ze speelt de concerten met overgave.

Dilemma

Datzelfde geldt voor Jeanningros op Centaur, maar eerlijk gezegd plaatst de vergelijking tussen de CD’s met Jeanningros en Tanyel me voor een dilemma. Tanyel voelt als solist wat zekerder aan dan Jeanningros, maar de Centaur-opname is nogal wat beter dan die van de Hyperion/Collins-CD, en ook de orkestrale begeleiding van Paul Freeman en zijn Tsjechen is net wat energieker bij Jeanningros. Scharwenka’s tweede concert vraagt nogal wat van het orkest en het verschil is, bijvoorbeeld in passages met veel koperblazers (bijv. na ongeveer 16 minuten in het eerste deel en in de finale), heel duidelijk te horen. Maar waar de Centaur-CD de eerste en tweede concerten bij elkaar zet, biedt Hyperion ons de nogal wat attractievere combinatie van nummer twee en drie aan. Van de vier concerten is nummer één eigenlijk het minst sterke stuk: nogal luidruchtig en om eerlijk te zijn, een beetje vulgair. Het derde concert is veel volwassener, niet minder virtuoos maar wel met meer beheersing.

Entree

Maar om eerlijk te zijn het de ‘even’ concerten die de moeite het meest waard zijn. Enigszins bevooroordeeld ben ik wel, aangezien het tweede concert mijn favoriete pianoconcert is, maar het is dan ook een fantastisch stuk dat er in slaagt virtuoos te zijn zonder een moment voorspelbaar of vulgair te worden. De entree van de piano (eerste deel, na ong. 2:10) is nog steeds één van de meest indrukwekkende die ik ken, het middelste deel is een zalig punt van lyrische rust temidden van alle felheid van de andere twee delen en de finale is ronduit indrukwekkend. Dit is optimistische en zekere muziek, maar zonder de gietijzeren soliditeit van bijvoorbeeld een Brahms-symfonie.

Mahler

Dat geldt zelfs voor het vierde concert, dat de overige drie in dimensies nog overtreft. Het werd voor het eerst in 1910 uitgevoerd in Carnegie Hall, met Scharwenka als solist en niemand minder dan Gustav Mahler voor het orkest – wat ook iets zegt over de status die deze stukken toendertijd hadden. Het kent vier delen, eigenlijk een gebruikelijk concert plus een scherzo, wat het ruim tien minuten langer maakt dan de andere concerten. De solopartij is daarbij nog sterker geprofileerd en ‘hangt’ erg op de rechterkant van de piano – al met al nogal een taak voor de pianist. Stephen Hough is gelukkig uit het goede hout gesneden en speelt met precies de juiste combinatie van bravoure en terughoudendheid. Maar hoewel ik niets af wil doen aan zijn prestatie, is het vooral het werk van Lawrence Foster en het orkest uit Birmingham dat deze opname er uit doet springen. De combinatie met Emil von Sauers merkwaardige maar vooral heel leuke concert is goed getroffen: waar Scharwenka voor zijn doen nogal zwaar aanzet, is Von Sauer juist prettig lichtvoetig. De lezers van Gramophone verkozen deze opname tot ‘CD van het jaar’ en je kunt goed begrijpen waarom. Het wordt hoog tijd dat we veel meer van mensen als Scharwenka gaan horen, dat de symfonie eindelijk ook weer eens beschikbaar wordt en dat orkesten en programmeurs het gaan aandurven deze muziek op de planken te brengen.

Van deze CD’s hebben vooral die met Jeanningros en Hough veel indruk op me gemaakt – Tanyel is zeker niet slecht, maar een beetje ‘second best’ ten opzichte van de concurrentie. Als begin is de Centaur-CD een aanrader: een zalige uitvoering van het tweede concert in een voortreffelijke opname. Scharwenka is goddank weer helemaal terug. Nu zijn collega’s nog.

Muziek / Album

Roemrijke toevoeging

recensie: Daryll-Ann - Don't Stop

.

Al jarenlang behoren ze tot de top van de Nederlandse muziekwereld. Het Engelse Hut Recordings had al snel de klasse van Daryll-Ann ingezien en de band mocht voorprogramma’s verzorgen van bijvoorbeeld The Smashing Pumpkins. Toen Hut de band liet vallen vond Daryll-Ann onderdak bij Excelsior. De prachtige plaat Weeps was de eerste Daryll-Ann release bij dit label en staat nu nog steeds te boek als Nederpopklassieker. Men leek te smullen van de songs van het schrijversduo Paulusma en Soldaat. Happy Traum werd uitermate goed ontvangen en Trailer Tales, dat bijna in zijn geheel werd geschreven door de op dat moment in een caravan wonende Paulusma, was een succes. Nu is er dan Don’t Stop en de band herhaalt het productieproces – het live opnemen in een studio – van Weeps. ‘Puur’ is dan misschien wel het goede woord.

Dat eeuwige sausje

Natuurlijk ligt het niveau van Daryll-Ann hoog, maar ze zijn de band die de beste exponent zijn van dat gezapige Excelsior-label. Steevast komt er zo’n Frans Hagenaars-sausje over de nummers heen en dat maakt het er niet aantrekkelijker op. Klonken de nummers op Trailer Tales behoorlijk ingetogen en afwijkend van het bekende Excelsior-geluid, op Don’t Stop gaan ze terug naar hun vertrouwde gitaarbandje-sound. Waarschijnlijk is dat beter te verkopen. Maar de ingetogen songs op Don’t Stop zijn over het algemeen de sterkste van de plaat.

De nummers

Don’t Stop begint sterk, maar na het eerste nummer slaat de verveling een beetje toe. Gelukkig is dit niet de toon van het album. De aandacht wordt namelijk getrokken door de nummers 10.45 en Raga the Messenger. Verder weet Daryll-Ann de luisteraar erbij te slepen met ingetogen nummers als Close to You en Strange. Deze nummers geven aan dat het een band is met kundige lieden in de bezetting. Niet voor niets worden de bandleden voor allerlei nevenactiviteiten gevraagd.

Ondanks de Excelsior-sound en de nietszeggende nummers op Don’t Stop halen de jongens dankzij de sterkere werkjes op deze plaat een ruime voldoende. Ingetogenheid en goed in elkaar zittende gitaarpopsongs maken Don’t Stop tot een plaat die zonder blozen toegevoegd mag worden aan de roemrijke Daryll-Ann-catalogus. Het is dus puur toeval dat de nieuwe Bauer ook deze maand verschijnt.

Muziek / Album

Doe Maar nog een keer

recensie: Hier is... Luie Hond

Nederlandstalige reggaeliedjes over liefde, meisjes en seks; sinds de jaren van Doe Maar hebben we ze niet meer gehoord. Maar nu is er Luie Hond, een Friese groep die heel goed naar de band van Henny Vrienten heeft geluisterd. Liedjes als Groepie op mun stoepie, Doktertje spelen en Bons gekregen verraden meteen waar Luie Hond de mosterd haalt. De nederreggae is terug, en heeft een wereld te winnen.

~

Luie Hond is nu al zeseneenhalf jaar actief, en heeft in die tijd al veel grote optredens gegeven. Zo speelde de band in het voorprogramma van Ilse de Lange en op festivals als Lowlands en Noorderslag. Ook werden met Jaloezie en Voedoe twee redelijk succesvolle singles uitgebracht. Een echt album opnemen stelde de band echter uit; het luie stond ze klaarblijkelijk nader dan het moeie. Maar nu zijn ze er dan eindelijk klaar mee; de eerste van Luie Hond is uit.

Namedropping

Dat de band zonder plaat al veel mensen enthousiast heeft gemaakt voor hun nederreggae, blijkt uit het eerste nummer. Luie Hond speelt daarin een prettig deuntje, waar opnames en aankondigingen uit voornamelijk Radio 3-programma’s overheen zijn gemixt. Zo hoor je ondermeer Isabelle en Claudia de band bejubelen. Het volgende nummer, Nummertje geheten, lijkt een eerbetoon aan Doe Maar. Henny Vrienten en consorten hadden de muziek twintig jaar geleden kunnen componeren en de naam van de band wordt – vast niet geheel toevallig – geregeld genoemd.

Engagement

Hoewel de overeenkomsten legio zijn, zijn de Friezen geen pure kloon van Doe Maar. Bijna alle teksten op Hier is… Luie Hond hadden evenwel ook door Doe Maar kunnen worden geschreven, maar de voor Doe Maar zo kenmerkende maatschappijkritiek komt bij Luie Hond niet terug. Waar Henny Vrienten ongetwijfeld een boodschap zou hebben gehad over de oorlog tegen het terrorisme of het asielbeleid, beperkt zanger Joris Mous zich veelal tot meisjes en de liefde. Alleen in Dit liedje laat de band zijn engagement even zien. De kern van het liedje is dat het nergens over gaat: ‘Niet over siliconen, strak getrokken lijven. Het gaat niet over gif en kernafval. Het gaat niet over dieren in een veel te kleine stal. Het gaat niet over hoe je Nederlander moet zijn. Het gaat niet over voetbal en het slopen van een trein.’ Maar het had er wel over kunnen gaan…

Popdeuntjes

Ook muzikaal zijn de verbanden tussen Luie Hond en Doe Maar overduidelijk. Reggae is voor beide bands een belangrijke invloedsbron, alleen weven de Friezen beduidend minder popdeuntjes door de nummers. Dat betekent echter niet uit dat Hier is… Luie Hond niet bij een groot publiek kan aanslaan. De singel Zwart meisje blijft daarvoor bijvoorbeeld veel te lang in je kop zitten. Het liedje rockt duidelijk meer dan de andere nummers op de plaat en is wat dat betreft dus niet representatief, maar qua thematiek en pakkendheid karakteriseert het het album zeker. Een stormachtige carrière als Doe Maar, dat zichzelf na zes jaar ophief omdat de band te populair werd, zit er voor Luie Hond al niet meer in, maar populair zullen de Friezen zeker worden.

Muziek / Album

Kamervragen in het vooruitzicht

recensie: Wealthy Beggar - Roxx In The Disco

Dan maak je een erg mooie videoclip ter waarde van veertigduizend euro, gebaseerd op een van de populairste cultfilms ooit, mag die niet overdag worden uitgezonden op de muziekzenders. Dat gebeurde het Nederlandse Wealthy Beggar. Hun clip bij het nummer Reminder van de nieuwe plaat Roxx In The Disco, met daarin een Reservoir Dogs-scenario, werd door het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) afgekeurd. Met name doordat iemand een sigarettenpeuk uitdrukt in het gezicht van het slachtoffer dat vastgebonden zit in een stoel. Errug hè…

Natuurlijk is het NICAM speciaal opgericht om een oogje te houden op het seks- en geweldniveau binnen films, televisieseries en dergelijke, maar het instituut heeft eigenlijk nooit zo van zich laten horen op het gebied van videoclips. Het is dan ook een beetje jammer dat Wealthy Beggar er nu aan moet geloven, terwijl we de laatste jaren al overstelpt zijn met geweld, blote tieten en vrouwen met onzichtbare strings uit de Verenigde Staten. Zou dit alles iets met ‘nipplegate’ te maken hebben? Krijgen we nu ook kamervragen over deze clip?

Eindelijk een volledig album

Maar goed, Wealthy Beggar bracht dus een nieuw album uit na een zeer goed ontvangen debuut EP Selling The Vibe. Eindelijk, want deze band geldt al een tijdje als een van Nederlands grootste beloftes. Roxx In The Disco is zo’n plaat die het bij een eerste luisterbeurt niet zo heel goed doet. De associaties schieten door je hoofd, maar eigenlijk kun je nergens echt je vinger op leggen. Bij een meer aandachtige studie van het album blijkt echter dat deze band wel degelijk de hooggespannen verwachtingen waarmaakt. De nummers zijn stuk voor stuk zeer catchy en blijken toch over veel meer originaliteit te beschikken dan ik in eerste instantie dacht.

Ghostbusters

Het eerder genoemde Reminder is een zeer goede single en ook het tweede nummer Sucker 4U is zonder meer lekker, mede doordat het heel slim eindigt met de wereldberoemde gitaarpartij uit de soundtrack van de film Ghostbusters. Roxx In The Disco kent eveneens een aantal mooie ballads. Met name Leave California is dankzij het dromerige arrangement zeer de moeite waard. Wealthy Beggar moet het sowieso wel een beetje hebben van de arrangementen. Juist door het veelvuldig gebruik van de toetsen en door het volle basgeluid, maakt deze plaat indruk. En ook de vocale harmonieën zijn dik in orde.

Eigenlijk kun je zo acht tot tien redelijke tot goede singles van deze plaat trekken en dat verraadt toch wel de nodige klasse. Hoewel Roxx In The Disco zelden echt de diepte ingaat, is het een prima langspeeldebuut. Ik snap wel waarom platenmaatschappij Pias al die tijd zoveel aandacht aan Wealthy Beggar heeft besteed.

Film / Films

Bloedbroeders

recensie: Stuck on You

De Farrelly Brothers werden bekend met enigszins flauwe komedies als Dumb and Dumber, There’s Something About Mary en Me, Myself and Irene. Maar met Shallow Hal uit 2001 leek het regisseursduo een nieuwe weg in te slaan: minder botte grappen, meer ‘zoete’ wendingen. Deze weg wordt nu vervolgd met Stuck on You: een comedy over een Siamese tweeling gespeeld door Matt Damon en Greg Kinnear.

~

Bob wil hamburgers bakken, Walt wil acteur worden. Geen probleem, zou je zo denken. Helaas hebben deze broers een klein probleempje: ze zitten sinds hun geboorte aan elkaar vast. En dus zit er voor de verlegen en aan plankenkoorts lijdende Bob (Matt Damon) niets anders op dan zijn broer Walt (Greg Kinnear) te vergezellen richting Hollywood. Hier blijkt echter al snel dat rollen voor een Siamese tweeling niet voor het oprapen liggen. Gelukkig krijgt het duo hulp uit onverwachte hoek wanneer de arrogante Cher (gespeeld door Cher) Walt een rol aanbiedt in haar televisieserie.

Rare typetjes

Stuck on You is geen platte onderbroekenlolfilm geworden – iets dat makkelijk had gekund met een film over twee mannen die aan elkaar vast zitten -, maar een originele comedy over het leven van een Siamese tweeling en alle moeilijkheden die daarbij komen kijken. Het is echter wel duidelijk dat het hier gaat om een film van de Farrelly Brothers, want ook deze film zit boordevol rare typetjes en bizarre situaties. Het grote verschil is simpelweg dat Stuck on You softer is dan het vroegere werk van het regisseursduo.

Teiltje

Het feit dat Stuck on You minder platte grappen telt en zich meer concentreert op het verhaal van de hoofdpersonen, werkt alleen maar in het voordeel van de film: de kijker leeft immers veel meer mee met de personages als deze als echte mensen worden neergezet. En gelukkig wordt Stuck on You geen moment te soft en is het duidelijk dat de Farrelly Brothers sentimenteel gedoe willen ontwijken. En als het dan een keer zo zoet wordt dat je in paniek naar een teiltje zoekt, wordt de sentimentaliteit vervolgens volstrekt belachelijk gemaakt. Iets dat heel effectief en lachwekkend is.

Toupetjes

Naast Damon en Kinnear zien we Cher die een wel heel arrogante versie van zichzelf neerzet en Eva Mendes als de nogal domme maar vriendelijke April. Als verrassing speelt Meryl Streep ook nog een rolletje. Verder zitten er nog talloze bizarre typetjes in Stuck on You, waarvan vooral de agent van Walt, Morty O’Reilly (gespeeld door Seymour Cassel), lachwekkend is door zijn toupetjes en rijstijl met zijn invalidenwagentje…

Vermakelijk

Stuck on You had makkelijk vol flauwe en platte grappen kunnen zitten, maar dit is gelukkig niet het geval. Het is dan misschien geen comedy is waar je non-stop om moet lachen, maar Stuck on You is toch een vermakelijke film met een origineel verhaal.

Film / Films

De weg naar volwassenheid

recensie: Peter Pan

.

~

De wereld van Peter Pan werd zo’n honderd jaar geleden bedacht door de Engelse schrijver J.M. Barrie, die er een toneelstuk en een aantal boeken over schreef. Nu dus voor het eerst een real-life versie op het grote witte doek. Het alom bekende verhaal van het jongetje, Peter Pan (Jeremy Sumpter), dat het liefst nooit groot wil worden en het meisje, Wendy (Rachel Hurd-Wood), dat van haar familie juist zo snel mogelijk volwassen moet worden. Samen met Wendy’s broertjes vliegen ze naar Neverland, waar ze oog in oog komen te staan met Hook (Jason Isaacs) en zijn piraten.

Actie en grappen

~

Dit is echt zo’n film die geschikt is voor jong en oud. Je zal je geen moment vervelen, ook al heb je de tekenfilm vroeger misschien wel tien keer bekeken. De film blijft je aandacht vasthouden door twee dingen: de prachtige beelden (van de mooie omgeving bijvoorbeeld) en de actiescènes. De gevechten op het schip van Hook bijvoorbeeld zien er heel goed uit. Zelfs een volwassene kan de film op bepaalde momenten spannend vinden, en dan heb je het goed gedaan volgens mij. De avonturen worden afgewisseld met een paar grappen en grollen, die soms wat minder sterk zijn.

Onvolwassen kereltje

Van de manier van acteren ben ik niet echt kapot, want het doet me aan tekenfilm-acteren denken. Aan de andere kant heeft de sprookjesachtige uitstraling van de kids ook wel iets. En echt slecht spelen de kinderen en de volwassenen niet, maar het kan beter. Wat wel interessant is, is dat de karakters in deze film veel meer tot leven komen dan in de eerdere versies. Wendy wordt bijvoorbeeld veel meer uitgediept tot een puber die aan het begin staat van de weg naar volwassenheid. Je ziet de liefde opbloeien tussen haar en Peter Pan, die ondanks alles het onvolwassen kereltje blijft.

Regisseur Hogan (My Best Friend’s Wedding) heeft het leuk gedaan. Peter Pan is meer geworden dan je van te voren had kunnen bedenken. Het bekende verhaal is intact gehouden, maar blijft door de spannende actiescènes zeker boeiend. En al is de film niet perfect, toch is het leuk om herinneringen op te halen en alle figuren nu eens echt tot leven zien komen.

Muziek / Album

Geen gimmicks

recensie: The Double Agents - Friends in Low Places

Af en toe krijg je zo’n cd in handen geduwd waar je in eerste instantie weinig mee kan. Je weet wel, een plaatje van een band waar je echt nog nooit van hebt gehoord. Op een dergelijk moment is het natuurlijk slim om allereerst naar het label achterop de plaat te kijken. In het geval van deze cd van The Double Agents is dat Spooky Records, een fantastisch label uit Melbourne, Australië, dat de mensheid in het verleden al verblijdde met Here Come the Lies van The Drones. Wat me tevens al direct aansprak was het artwork van de plaat: een schitterende jaren ’50 aandoende tekening van een vrolijk meisje, dat vol jolijt een luchtbuks aan het richten is.

~

Het betreft hier de eerste full-length van The Double Agents, die in 2001 debuteerden met een self-titled EP. De muziek die me tegemoet komt, klinkt als een soort mix van rauwe garage en 60s country-rock. Al vanaf het eerste nummer Bottom Line bevalt de plaat me wel. De tamelijk elementaire muziek wordt vocaal ondersteund door een dame met de fantastische naam Kim Walvisch. Haar schorre stem geeft de openingstrack de perfecte, bijpassende rauwe zang. Het album rockt lekker verder met Hole In My Heart, ditmaal gezongen door zanger/gitarist Dave Butterworth. Vervolgd wordt met onder andere de fijne ballads Walk Away en What You Never Had. Zeker de laatste bereikt een hoog sfeerniveau door de achtergrondkoortjes van Sharon MacLean en Myles Gallagher. Rest nog de introductie van Ryan Tandy, die met zijn lap steel op het album ook een belangrijke rol vervult.

The White Stripes

Enig naslagwerk leert dat de band in het voorprogramma speelde van The White Stripes tijdens hun Australische tour. Dit verbaast helemaal niet: The Double Agents brengen dezelfde country-rock ten gehore als het populaire Amerikaanse duo, misschien iets minder catchy en vol geproduceerd, maar in essentie verschilt het weinig. Van The Double Agents hoeven we echter geen videoclip op MTV te verwachten. Hier geen gimmicks of hype, alleen muziek. De geplaatste foto zal in dezen ook genoeg duidelijk maken. De archaïsche kapsels zullen eerder de televisie halen in een film-sequel van The Flintstones.

Rauw en ouderwets

Maar genoeg over de haardracht van de goede mensen. The Double Agents leveren met Friends in Low Places een respectabel album af, dat het grote publiek vast niet gaat bereiken. De fan van rauwe, ouderwetse country-rock zou echter wel genoeg moeten weten. Friends in Low Places is een vrolijk album, een bijzonderheid in het soms wel erg zwaarmoedige country-songbook. Deze plaat rechtvaardigt in ieder geval een klein Spooky Records-tourtje langs de Europese podia.

Muziek / Album

De doelgroep zal bepalen

recensie: Fall Out Boy - Take This To Your Grave

Misschien leidde de discussie over ‘wie was het eerst met de veiligheidsspeld’ het begin van de punkbeweging in. Want was het nou Richard Hell of de vrouw van Malcolm McLaren die het geintje bedacht? Waarschijnlijker is dat het de muziek was, die mensen aanzette tot het kleden naar de normen van een subcultuur. Je moest duidelijk aangegeven dat je het niet eens was met de situatie waarin je leefde. Maar of je nu luisterde naar the Modern Lovers, the Jam of the Sex Pistols maakte niet zo veel uit. Punk was het en de energie die uit die muziek vrijkwam was enorm. Jaren later en generaties verder wordt er nog steeds punk gemaakt, al is de definitie behoorlijk aangepast en breed geworden.

Iggy Pop’s definitie van Punk, die bijvoorbeeld te horen is in Mogwai’s nummer Punkrock, is goed om als maatstaf te dienen en om aan te geven wat een punkband moet hebben om als goed te worden gezien. ‘It is music that takes up the energies, and the bodies, and the hearts, and the souls, and the time, and the minds of young men who give what they have to it, and give everything they have to it.’ Op het eerste gezicht lijkt Fall Out Boy aan deze eisen te voldoen, maar kijk je verder dan alleen de hoes en de titel dan kom je bedrogen uit.

Het rode boekje

Fall Out Boy maakt muziek die je kent van Blink 182, the Offspring en Dawsons Creek. Het is slappe tienerpunk, high schoolrock zonder overtuiging. Toch zal het enorme mensenmassa’s gaan aanspreken, want het is perfect gemarket. Waarschijnlijk is het rode boekje van VPRO’s 3voor12, ofwel het Rock and Roll handboek, veel eerder verschenen in Amerika, want de stappen zijn duidelijk te herkennen. Zo is er gelet op het imago, de personen en natuurlijk de muziek. De band bestaat uit vier personen en ze zien er allemaal even anders uit. Het motto ‘voor elk wat wils’ is goed in het achterhoofd gehouden. De jongens ogen stoer en hebben allemaal de potentie om veel bandposters te verkopen.

Catchy

De muziek is een melodieuze mix van de hippe stijl emo en wat punk-gerelateerde dingen, dat goed in het gehoor kan liggen. In semi-poëtische woorden wordt er gezongen over de belevenissen die herkenbaar zullen zijn voor de doelgroep. Wat je krijgt is een palet van catchy nummers die heel veel mensen kunnen en gaan waarderen. Maar de band heeft het probleem dat het op Take This To Your Grave nummers laat horen die behoorlijk inwisselbaar zijn. Hierdoor zal de echte muziekliefhebber snel afhaken. Deze band zal waarschijnlijk een grote hit hebben, op alle festivals spelen, veel mensen trekken en dan vergeten worden, want Fall Out Boy heeft blijkbaar het hoofdstukje ‘het belang van originaliteit’ niet gelezen. Dat hadden ze beter wel kunnen doen.