Boeken / Fictie

De lotgevallen van een familie

recensie: Marijke Spies - Een onschuldige familie

Familieromans waren een geliefd genre eind negentiende eeuw. Louis Couperus is een klinkende naam als het gaat om het volgen van een familie door meerdere generaties. Een van de meest omvangrijke romans uit die tijd is Boeken der kleine zielen waarin Couperus de neergang van de familie Van Lowe beschrijft. Het boek vond toen gretig aftrek en nu nog wordt het beschouwd als een van de belangrijkste werken van Couperus. Dat dit soort boeken uit de mode zijn, is niet echt het geval, maar een nieuwe familieroman roept de vraag of het wel zo boeiend kan zijn als Couperus dat deed.

Spies beschrijft in haar debuut de ‘lotgevallen’ van de familie Elling, moeder Cornelie, vader Herman en de drie zoons Jaap, Bert en Willem en kleindochter Willemien. De drie generaties bewegen tussen de grote gebeurtenissen van de 20ste eeuw door. Interessant is dat Spies dit niet alleen doet vanuit eerder cliché standpunten. Er is wel een jodin, de vriendin van Cornelie Elling die weggevoerd wordt in de tweede wereldoorlog, maar een van de zoons bevindt zich achtereenvolgens in Italië en Duitsland en een ander in Marokko. Willem is als fotograaf betrokken bij de gifoorlogen in Afrika, maar maakt vervolgens foto’s van Hollywood sterren.

Louis Couperus is verbonden met de familieroman. In zijn Haagsche romans beschrijft hij vaak de belevenissen en vooral ook zielenroersels van de families. De onrust die vooral de drie zonen van Cornelie in zich hebben doet denken aan de onrust die Eline Vere aan de dag legt. De scènes waarin Bert en Jaap zich zelf vragen stellen over het leven en de angsten om hen heen voelen, zijn goed geschreven. Deze gedeeltes hebben hetzelfde twijfelachtige en lege gevoel, dat in Bert en Jaap huist. Ook Willem jaagt veel dingen na, waarvan hij zelf ook twijfelt of deze de juiste zijn. Terwijl ze met zoveel dingen bezig zijn, is er een gapend gat in hun leven, dat ze niet goed kunnen opvullen. Het is geen dweperigheid, maar een ingetogen leegte, die bijvoorbeeld Bert vaak overvalt. In tegenstelling tot Couperus drukt Spies zich niet uit in wollig taalgebruik met neologismen en tientallen bijvoeglijke naamwoorden.

In het laatste deel van de roman wordt het leven van Willemien beschreven, de dochter van Jaap. Behalve dat ze aan de studentenopstanden deelneemt, wordt ze op haar oude dag gegijzeld door Marokkaanse jongeren. Deze gijzeling komt wat uit de lucht vallen. Ze is niet goed ingeleid, terwijl Spies in de rest van de roman erg precies is. Boeiend wel zijn de vragen die de oorlog oproepen en de hang naar het communisme, maar het mist de meeslependheid van de andere delen. Misschien heeft het ermee te maken dat er aan Willemien minder aandacht besteed wordt. Het is slechts een zesde deel van de gehele roman. Op sommige momenten is het moeilijk te overgang te maken naar de volwassen Willemien en het kind, dat in de andere hoofdstukken beschreven is.

Het gegeven dat Willemien eerst niet doorhad dat ze gegijzeld werd, past in het thema van het boek. De familie Elling is een familie die door de dingen om haar heen niet meteen geschokt is, maar ze over zich heen laten komen. De dingen gebeuren, vaak zonder dat de familieleden er vat op hebben. Dit leidt niet perse tot een lijdzame houding, want ze nemen zeker beslissingen om hun leven anders in te richten. Toch is er ook een soms naïeve houding. Misschien omdat de gevolgen niet te overzien zijn of omdat het wel wat mee zal vallen. Zo wonen Bert en Herman in Duitsland tijdens de regering van Hitler. Ze doen hun werk, maar uiten niet veel twijfels over het regime. De titel van de roman gaat over de onschuldige familie, die eerst niet weet, maar in de loop van hun leven hun onschuld niet bevestigd zien en die naïviteit soms verliezen.

De roman is zeker meeslepend te noemen. Spies beschrijft op een soms suggestieve manier, maar weet haar personages zo uit te werken dat ze sprekend zijn en zeer indrukwekkend. Spies heeft zich zeker verdiept in bijzondere aspecten van het leven in die tijd. De indrukwekkende bibliografie laat zien dat deze oud-historica niet zonder bronnen werkte. De informatie is dan ook gedegen, maar wordt gedoseerd gebracht. Hoewel het genre van de familieroman misschien wat voor oudere dames is en alleen aan Couperus is voorbehouden, heeft Marijke Spies met Een onschuldige familie dit type roman nieuw en boeiend leven in geblazen.

Muziek / Album

Verlies dat kippenvel oplevert

recensie: John Frusciante – Will to Death

“We confuse how with why. Everyday is lost as it goes by”, zingt Red Hot Chilli Pepper-gitarist John Frusciante op het openingsnummer van zijn nieuwe plaat The Will to Death. Het zou het motto van de plaat kunnen zijn, die de eerste is in een serie van zes. Zes platen, waarvan een aantal onder zijn eigen naam en een aantal onder andere titels. Frusciante laat de dagen niet zomaar voorbij gaan, hij heeft de eerste helft van dit jaar met vrienden in de studio gezeten en het resultaat daarvan krijgen we de andere helft van 2004 voor de kiezen. Dat hij zoveel zo snel doet mag geen beletsel zijn, het gaat immers om het waarom van de muziek, niet om het hoe.

Voor wie het nog niet weet: Frusciante maakte al eerder soloalbums. De eerste, Niandra LaDes and Usually Just a T-Shirt verscheen in 1994, nadat hij de Peppers had verlaten.

~

Na regen komt zonneschijn

Voor velen was dit album een schok, de gitaar klinkt rammelig en vals, zijn stem is piepklein, krakend en trillend. Het was voor de VPRO reden om de rockster Frusciante op te zoeken. Het leverde een ontluisterende documentaire op, waarin we de gitarist broodmager en met verrotte tanden in een gore kamer zien zitten. Het album werd gemengd ontvangen, de reacties varieerden van bagger tot genialiteit. Ik pleit voor het laatste, 78 minuten lang een constante brom, experiment en emotie. Het tweede soloalbum, Smile from the Streets You Hold, werd wederom geheel zelf gespeeld op een 16sporen recorder is zo mogelijk nog valser. Maar deze plaat is om een andere reden ook vals: het verscheen in 1997, het jaar waarin Frusciante’s misère zijn dieptepunt had bereikt. Voor dit album gebruikte hij opnames die hij reeds voor zijn toetreden tot de Peppers had opgenomen en vermengde die met nieuw materiaal.
Hij heeft Smile from the Streets enkel uitgebracht om wat geld te verdienen, om zijn verslaving te kunnen bekostigen. Vandaar ook dat hij het album heeft teruggetrokken uit de handel.

Maar na regen komt zonneschijn en nadat hij is afgekickt en bij de Peppers weer is aangenomen als gitarist, brengt hij als soloartiest To Record Only Water For Ten Days uit. Dit is wederom een teken van ’s mans genialiteit en veelzijdigheid. Alle instrumenten zijn door Frusciante zelf opgenomen en ingespeeld. Begin dit jaar verscheen Shadows Collide with People, het meest aangeklede album tot nu toe, waarvoor hij vrienden uitnodigde om mee te spelen, onder andere Chad Smith, Flea en Josh Klinghoffer. Ook werd er een (voor zijn doen) legertje ingehuurd om de opnames transparant en perfect te doen klinken.

Lo-fi, maar dan anders

Voor The Will to Death vroeg Frusciante wederom vriend Josh Klinghoffer (een gigantisch talent die speelde met the Bicycle Thief, Thelonious Monster, Beck en PJ Harvey) om mee te spelen. Met dit album keert Frusciante weer terug naar de Lo-fi, het is in vier dagen opgenomen en de nog te verschijnen albums in dezelfde tijdspanne. In een brief aan zijn fans op zijn website schrijft hij dat hij na Shadows, waarop alles klinkt zoals hij het in zijn hoofd had, weer terug wilde keren naar de imperfectie, de ruimte voor improvisatie en het niet-bedoelde. Nu wil Lo-fi hier niet zeggen dat hij als een slaapkamermuzikant klinkt; Frusciante weet genoeg van de studio om het album volwaardig te doen klinken. Het Lo-fi gehalte zit hem in de spontaniteit en onbevangen manier van spelen.

De teksten zijn hoogstpersoonlijk en staan in één lijn met zijn vorige albums. Steeds weer keert hij terug naar zijn junkie-ervaringen en de thema’s die hij daaruit put. Bijvoorbeeld op Loss, wanneer hij zingt: “There was a time when all was empty. Unorganised, a clog, a death scene. Things opened up and there’s so many. Paths to walk, ports of entry”, maar vergis je niet, het is niet alleen maar negatief. Hij vervolgt verder in het nummer: “I’ve learned everything from loss”. Een ander voorbeeld valt te vinden op het titelnummer The Will to Death, in gesprek met zichzelf: “Have you put them aside, your crazy thoughts and dreams? No, they are a part of me”. Op zijn solodebuut Niandra LaDes zong een gekwelde Frusciante “My smile is a rifle, won’t you give it a try?”, maar nog steeds is de lach niet louter positief: “Laughter is an ugly friend of mine”, een vriend, jazeker, maar wel een lelijke vriend. Welkom in de zieleroerselen van Frusciante, waarin weinig is zoals het lijkt.

Productief

In eerste instantie zou je wellicht denken dat Frusciante wel erg veel hooi op zijn vork neemt; de vraag lijkt gerechtvaardigd of zes cd’s in een jaar (een half jaar eigenlijk) niet teveel van het goede is, zeker als we bedenken dat hij ook full-time Peppers gitarist is. Die vraag kan pas beantwoord worden als alle albums verschenen zijn. Maar The Will to Death heeft niets van een haastklus in zich. De plaat balanceert tussen wat meer up-tempo nummers en wat rustigere. De meer up-tempo nummers zijn eigenwijs en misschien wat lastig toegankelijk maar geven hun geheimen na verloop van tijd prijs. De langzamere nummers zijn verschrikkelijk mooi en intens en doen pas écht recht aan Frusciante’s stem (in het bijzonder The Mirror, The Days Have Turned en The Will to Death). Wanneer hij niet hoeft aan te zetten om over de instrumenten heen te komen, horen we dat hij – in tegenstelling tot wat sommigen zeggen – wel degelijk een mooie zangstem heeft. En dan vinden we middenin het album de brug tussen langzaam en up-tempo, in het magistrale A Loop, dat ingetogen en sereen begint, maar uitmondt in een orgastisch en chaotische explosie van geluid.

Kippenvel

Ondanks dat Frusciante terugkeert naar de Lo-fi, is het geen herhaling van wat hij eerder maakte. Natuurlijk; af en toe heeft het wat van de Peppers weg, maar dat lijkt meer een bevestiging van zijn invloed in deze megaband. The Will to Death heeft alle bestaansrecht, het is een erg goed album geworden dat soms zelfs kippenvel bezorgt. En zijn de mooiste albums niet degenen die in een haast en minimaal gemaakt zijn? Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan Alexander Spence’s Oar, Beck’s One Foot in the Grave, het oeuvre van Daniel Johnston of één van de mooiste Nederlandse platen ooit; Krang van André Manuel.

De grote vraag is of Frusciante niet in herhaling zal vallen met de te verschijnen albums, het antwoord hierop moeten we nog even afwachten. Maar hij verdient gezien dit The Will to Death het volledige voordeel van de twijfel. Of in zijn eigen woorden: “Hey doubt, come on around any time. Anyhow, mistakes are what lead you through life”.

Film / Films

Nog beter dan de eerste

recensie: Shrek 2

Vaak valt een vervolg, zowel qua opbrengst als kwaliteit, enigszins tegen. Bij Shrek 2, het vervolg op de populaire animatiefilm uit 2001, is geen van beide het geval. De taferelen rondom de vriendelijke ogre Shrek en zijn vrienden en vijanden zijn weer ronduit hilarisch en met een openingsweekend in Amerika ter waarde van 108 miljoen dollar zette de film met stemmen van Mike Meyers, Cameron Diaz en Eddie Murphy meteen al een nieuw record neer.

~

Shrek 2 begint waar het eerste deel ophield. Shrek (Myers) en zijn kersverse vrouw Fiona (Diaz) komen terug van hun huwelijksreis als ze worden uitgenodigd voor een koninklijk bal in Far Far Away, het geboorteland van Fiona. Samen met hun praatzieke vriend Donkey (Murphy) vertrekt het stel richting Far Far Away, waar de koning en koningin, Fiona’s ouders, niet alleen geconfronteerd worden met het nieuwe uiterlijk van hun dochter, maar ook met haar groene man. In een poging zijn dochter te ‘redden’ van haar nieuwe leven huurt de koning vervolgens huurmoordenaar Puss In Boots (de Gelaarsde Kat) in, terwijl de Fairy Godmother haar best doet haar zoon Prince Charming alsnog aan Fiona te koppelen.

Timing

~

Het is de makers van Shrek 2 gelukt om een even hoog niveau te behalen als in het eerste deel – iets dat we niet vaak zien bij het vervolg op een goede film. Om te beginnen is er de timing. Die is in Shrek 2 even briljant als in het eerste deel en de droge humor komt hierdoor extra goed tot zijn recht. Denk bijvoorbeeld aan Donkey, die zich tijdens de rit naar Far Far Away zo erg verveelt dat hij Fiona en vooral Shrek mateloos irriteert met het maken van ploppende geluidjes. Het is maar één van de vele voorbeelden uit Shrek 2 van goede, komische timing die de film zo grappig maakt.

Verwijzingen

Net als bij deel één zit ook Shrek 2 boordevol verwijzingen naar films. Let dit keer op bekende exemplaren als Indiana Jones, Mission Impossible, Alien, Ghostbusters en vele, vele anderen. Ook verwijzingen naar tientallen personen, televisieseries, Hollywood en winkels kun je in de film ontdekken, waardoor je als kijker je ogen uitkijkt. En het mooiste is nog wel dat kinderen, die hier misschien nog niet eens de helft van meekrijgen, het nog steeds prachtig vinden en het voor volwassenen alleen maar leuker wordt.

Donkey versus Puss In Boots

Zoals dat gaat bij succesvolle films, wil opeens iedereen meedoen aan het vervolg. En dus bevat de cast van Shrek 2 nog meer bekende namen dan deel één. Naast het vertrouwde trio Meyers, Diaz en Murphy horen we John Cleese (koning), Julie Andrews (koningin), Rupert Everett (Prince Charming), Larry King (Ugly Stepsister) en Jennifer Saunders als de Fairy Godmother. Toch is de leukste verrassing van Shrek 2 Puss In Boots, ingesproken door Antonio Banderas. Geloof het of niet, maar de gelaarsde kat vormt zelfs een echte concurrent voor de immens populaire pratende ezel Donkey. Donkey heeft er echter een duidelijke mening over: ‘The position of annoying talking animal has already been taken.’

Animatie & muziek

De animaties in Shrek 2 zien er verbazingwekkend goed uit en er is zeker vooruitgang geboekt sinds deel één. Dit doet de film natuurlijk alleen maar goed, aangezien je lekker achterover kunt gaan zitten en de geweldige hoeveelheid details over je heen kan laten komen. Ook de soundtrack is dit keer weer meer dan goed. En dan doel ik niet alleen op namen als Counting Crows en David Bowie, maar vooral op het lef van de makers om nummers te kiezen die voor het jongere publiek onbekend zijn, maar wel het beste bij de beelden passen. Enig nadeel is dat de Fairy Godmother dit keer ook à la Disney enkele nummers voor haar rekening neemt – iets dat van mij niet had gehoeven.

Wachten op deel 3

Shrek 2 is een animatiefilm voor groot en klein. Door de vele grappen en verwijzingen die duidelijk gericht zijn op een ouder publiek zou ik zelfs zeggen dat de film leuker is voor groot dan voor klein. De perfecte timing, goede grappen en prachtige animaties maken van Shrek 2 een hilarische animatiekomedie. En als een vervolg nu al zo’n financieel succes is, is het natuurlijk wachten op weer een vervolg: Shrek 3 zal naar verwachting in 2006 in de bioscopen verschijnen.

Film / Films

Oerhumor om te lachen

recensie: RRRrrrr!!!

In de prehistorische setting van RRRrrrr!!! is alles fris en vers. Voor mensen was de wereld nieuw: Homo Sapiens Sapiens boekte de eerste technologische vooruitgang (hij ontwikkelde haarverzorgingsproducten); mam- en gansmoeten, zich nog van geen uitsterven bewust, graasden gracieus op de grasvlakten; vrouwen werden nog aan hun haren worden meegesleept naar een donkere grot, om daar op gewelddadige wijze bezeten te worden door bronstige mannetjesdieren. Ach ja, vroeger. Vroeger was alles beter.

~

Deze prehistorische idylle wordt ruw verstoord als plotseling de eerste moord wordt ontdekt. Nog nooit eerder heeft een mens een ander mens van het leven beroofd. De stam der Schone Haren, waarvan alle leden Pierre heten – de Franse term voor stenen tijdperk is namelijk âge du pierres – heeft er letterlijk geen woorden voor. Twee boezemvrienden, Pierre en Pierre (die verdacht veel lijken op die andere idolen uit de oertijd: Starksy & Hutch) moeten in opdracht van de stamleider trachten op te lossen, wie de onschuldige slachtoffers om het leven heeft gebracht. Aldus begint het eerste gerechtelijk onderzoek, de eerste spectaculaire achtervolging in de geschiedenis voltrekt zich, enzovoort, enzovoort. Het is in dit oertijds Arcadië dat, volgens regisseur Alain Chabat, de klassieke politie-manoeuvres hun wortels vinden.

Flintstones

~

Humor in de prehistorie roept direct associaties op met die andere held van het stenen tijdperk: Fred Flintstone. RRRrrrr!!! is echter veel minder dan The Flintstones een afspiegeling van de moderne tijd, zoals The Flinstones dat was ten tijde van de welvaartexplosie in de Verenigde Staten, vlak na de oorlog. Daar komt bij dat de humor werkelijk totaal krankjorum is. Volgens Chabat (onder meer bekend van Asterix & Obelix: Mission) is iets humor als hij erom moet lachen. Nu lezer, als RRRrrrr!!! humoristisch bedoelt is, vindt Chabat snel iets grappig; al moet ter verdediging van de regisseur worden opgemerkt dat niet alleen Chabat verantwoordelijk was voor het script. Hij werkte samen met de zogeheten ‘Robins des Bois’, die ook meehielpen aan het script van Asterix & Obelix: Mission Cleopatra. ‘Les Robins des Bois’ zijn een stel Franse komedianten. Ze hadden eerder al eigen televisieprogramma’s, onder andere op Canal+ en nu hebben ze met RRRrrrr!!! hun eerste avondvullende film gemaakt.

Knuppels

Zoals gezegd: de wereld is nog fris en vers en onbedorven, en het is de eerste mensen nog niet helemaal duidelijk, hoe ze het leven het meest efficiënt het hoofd kunnen bieden, hetgeen aanleiding is tot heel erg veel flauwe, melige en gezochte grappen. Stellen dat ‘Les Robins des Bois’ een apart gevoel voor humor hebben, verwoordt bij lange na niet wat hier aan de hand is. Het vreemde is, dat de film ondanks (of juist door) de stortvloed aan flauwe grollen en geschifte ongein toch vermakelijk blijft. Knuppels zijn altijd aanleiding tot gemep en alle dieren die in de film voorkomen, dragen slagtanden. Dat klinkt erg flauw, en dat is het ook, en wat dat betreft zal de kijker de humor misschien even moeten leren waarderen, want ‘Les Robins’ lijken niet bepaald gehinderd te worden door restricties wat betreft de zoutloosheid van een grap.

Man Ray

Dat sommige geestigheden al te zeer worden uitgemolken, wordt gecompenseerd door de mooie opbouw: de film wordt allengs meer en meer absurdistisch van toon, tot aan hilarische voorspellende dromen, adoptieschandalen en bestialiteit aan toe. Al verzandt RRRrrrr!!! nooit in de ranzigheid die wel toonaangevend lijkt in andere ‘eigentijdse’ komedies, die het juist vooral van hun smerigheid moeten hebben. Aan een andere eis van de moderne tijd voldoet RRRrrrr!!! echter wel: de lekker commerciële soundtrack staat vol met mensen die in Frankrijk wereldberoemd zijn (de speciale editie wordt uitgevoerd in een Man Ray-achtig bontjasje).

Tour de France

RRRrrrr!!! wordt in de bioscopen gebracht in verband met de Tour de France, een initiatief van distributeur A-Film. In die Tour (van juni tot augustus) zitten in totaal negen films, die allemaal een aardig succes behaalden in Frankrijk, en nu dus geëxporteerd kunnen worden om te zien of ze aanslaan in het buitenland. In dat verband valt nog het volgende op te merken: RRRrrrr!!! lijkt, samen met La Beuze (een film van François Desagnat en Thomas Sorriaux, die ook uitgebracht zal worden in verband met de Tour de France en op 8WEEKLY zal worden gerecenseerd) de enige echte komedie in de toer te zijn. Zowel RRRrrrr!!! als La Beuze zijn van goede kwaliteit (al is La Beuze misschien wat toegankelijker), hetgeen ons gunstig stemt over de smaak van de contemporaine Franse bioscoopbezoeker, wat betreft komedies in het bijzonder en de Franse film in het algemeen. Houdt dus uw bioscoop of filmhuis in de gaten, want wat humor betreft valt er niks aan te merken op deze krachttoer van A-Film.

Muziek / Achtergrond
special:

Festivaloverzicht juli 2004

Wij verheugen ons op al de festivals van deze zomer. En als ook jij deze vakantie niet alleen maar witbiertjes en rosé wilt drinken, houd 8WEEKLY dan in de gaten. Want wij presenteren iedere maand een mooi overzicht met een greep uit het festivalaanbod van de komende weken. Laat het glas dus even staan en pak pen en agenda erbij.

2 en 3 juli: Dollypop Hengelo

~

Het festivalseizoen is aangebroken en aanstaande vrijdag gaat om een uurtje of vijf ’s middags Dollypop van start. In het schone Twentsche land spelen twee dagen lang diverse bandjes op een scoutingterrein. Dat betekent gezelligheid, intimiteit en natuurlijk ’s avonds een kampvuur. De organisatie van dit Hengelose festival heeft dit jaar een mooi programma samengesteld met Nederlands product dat ook de redacteuren van 8weekly positief heeft gestemd: Kopna Kopna (foto) geeft vrijdag acte de présence en zaterdag is het de beurt aan Blues Brother Castro. Voorts zal Incense op Dollypop nog een laatste maal haar kunnen live vertonen, voordat ze zichzelf opdoeken. Verder valt er veel jong talent te horen en te zien, is er theater, bier, hamburgers en een camping. Dat alles voor maar 20 euro!

www.dollypop.nl

3 juli: Nuit de la Muziek Apeldoorn

Een minifestival in de Gigant met veel mooie Belgische namen. Zo treden Tom Barman en CJ Bolland op met hun project Magnus. Altijd feest. Daarnaast optredens van Sioen, Absynthe Minded, Stijn en 2000 Monkeys. Dat wordt een leuke avond daar in Apeldoorn.

www.gigant.nl

3 en 4 juli: Metropolis Rotterdam

~

“Met een minimale begroting maar met een een maximum aan creativiteit en enthousiasme is Metropolis er weer in geslaagd een evenwichtig programma samen te stellen dat bol staat van de potentie door te breken naar het grote publiek.” Zo sprak de programmakrant en daar hoeven wij dus niets meer over te zeggen. En de toegang kost je ook nog eens niets. Dat betekent dus dat je gratis kunt gaan kijken naar hype in wording TV on the Radio, Gem (foto), Modest Mouse, Eleven, Maxeen, The Cumshots, Seeed, Mono, Tigerbeat, The Bees, Ikara Colt, Feverdream, Reigning Sound etc, etc. etc. Gaat dat dan toch gewoon zien!

www.metropolisfestival.nl

6 t/m 17 juli: Over het IJ Festival in Amsterdam

Voor de twaalfde keer is de monumentale NDSM-werf in Amsterdam-Noord het decor van dans, theater, muziek en beeldende kunst. Tijdens het Over het IJ Festival kun je onder meer kijken naar het locatietheaterstuk Odyssee. Dat is een reis van licht en donker, nauw verwant aan Boeddha’s moeizame zoektocht naar verlichting van het bestaan. En het unieke aan deze versie is dat het zich afspeelt op twee bijzondere zeeschepen. Op zoek naar een mix tussen theater en muziek? Ga dan naar de voorstellingen Stadsgeluiden en Innocensius XL. Maar je kunt ook kiezen om op je gemak stil te staan bij de sculpturen van Bart Stuart. Zijn creaties luisteren naar namen als Fritske of Jeannette, die wellicht verwijzen naar de pijnlijke maar onvermijdelijke acceptatie dat je kinderen een eigen leven gaan leiden. En er is ook straattheater; de Drie naakte mannen lopen vrij rond. De meeste voorstellingen worden meerder keren op een dag gespeeld, dus keuze genoeg!

www.overhetij.nl

8 t/m 10 juli: Bospop in Weert

~

Het jaarlijkse rockfestival Bospop heeft dit jaar een keur aan grote namen uit het verleden staan. Nou, ja uit het verleden, veel van deze artiesten doen het anno 2004 nog erg goed. Neem nou punklegende Patti Smith, die onlangs nog de prachtige plaat Trampin’ uitbracht of Solomon Burke wiens comeback een van de grote verrassingen van vorig jaar was. Verder vooral op vrijdag 9 juli erg veel blues en classic rock met Deep Purple, Status Quo, Cheap Trick, Living Colours en nog veel en veel meer. Festivallieveling Echo & the Bunnyman staat geprogrammeerd op de zaterdag samen met onder meer Wilco (foto). Die laatste is een wat vreemde eend in de bijt. Jeff Tweedy (Wilco) bracht twee jaar geleden de prachtige liedjesplaat Yankee Hotel Foxtrot uit (in juni volgt een nieuw album getiteld A Ghost Is Born) en staat een beetje raar geprogrammeerd tussen de hardrock en de new wave. Dat mag de pret echter zeker niet drukken, want Wilco is een absolute aanrader en een schaarse verschijning. Op Bospop staat verder nog een hele schare Nederlandse festivalkrakers: de opzwepende rock ‘n’ roll van Di-rect en het superhippe The Sheer, nederreggae van Beef en natuurlijk de prachtige popsongs van Bløf. Zucchero sluit de zaak af in Weert. Zeker niet gek allemaal, dachten wij zo.

www.bospop.nl

9 t/m 11 juli: North Sea Jazz in Den Haag

~

Een belachelijke programmering. Zo ongelooflijk veel grote namen bij elkaar gedrukt in een avond. Het is niet voor niets een van de grootste en belangrijkste jazzfestivals van de wereld. Neem nou alleen al vrijdag 9 juli. Dan staan in de statenhal: Elvis Costello, Dave Brubeck, Santana, Michael Brecker, Rickie Lee Jones, Michael Franti and Spearhead en ik zie daar Angie Stone ook nog ergens staan. En dan heb ik het nog niet over de volgende twee dagen gehad met namen als Patti Labelle, Trijntje Oosterhuis, Al Jarreau, Macy Gray, Zap Mama, Alicia Keys, James Brown en de jonge Engelse garde met Jamie Cullum en Amy Winehouse (foto). Er is geen betere gelegenheid om zoveel grootheden te spotten dan in Den Haag tijdens dit festival. Je moet wat geld in je portemonnee hebben om het een en ander te kunnen zien, maar dan heb je ook echt wat.

www.northseajazz.nl

15 t/m 18 juli: Dour in België

~

En daar is dan ook weer dat grote festival in Dour Belgie, waar eigenlijk nooit echt belachelijke grote namen optreden. Men lijkt daar te programmeren onder het motto: voor een Metallica kunnen we ook twintig andere steengoede bandjes krijgen. James en Lars: blijf maar weg! En de programmering liegt er dit jaar dan ook niet om. Het festival duurt vier dagen en elke dag staan er zo’n vijftige bands geprogrammeerd. Met daaronder: !!! (Chk Chk Chk), Audio Bully’s, Avril, Mauro & the Grooms, Daan, 16 Horsepower, Dave Clarke, Jazzanova, Oi Va Voi, Seeed, Sharko, The Skatalites, Aerogramme, 2 Many DJ’s vs. James Murphy, Erlend Oye DJ Kicks, Fifty Foot Combo, Explosions in the Sky, Lali Puna, Magnus, Novastar (foto), Amp Fiddler, Centro-Matic, Ikara Colt, Monster Magnet, Stijn, The Misfits en ach pak nou maar gewoon die tent en haringen. We zien je daar!

www.dourfestival.be

Muziek / Achtergrond
special: 26 juni 2004

De paleisrevolutie

De belangrijkste concertzalen van Utrecht Vredenburg en Tivoli gaan over een aantal jaar met het SJU Jazzpodium samengevoegd worden in een vijfzalig gebouw dat het Muziekpaleis gaat heten. Ter gelegenheid hiervan gaven Tivoli en Vredenburg blijk van hun wil om samen te werken in de vorm van een nieuw festival: de Paleisrevolutie, dat op zaterdag 26 juni plaatsvond in Vredenburg.

~

Vooraf zou je al kunnen zeggen dat de programmeurs toch wel een pluim verdienen voor deze prikkelende programmering. Met als hoofdact Nederland – Zweden. Nee, dat is flauw, maar helaas wel een beetje waar. Ik denk dat de organisatie van de Paleisrevolutie tijdens de wedstrijd van Nederland tegen Letland heel stiekem even hoopten dat Duitsland er nog twee in zou schoppen, want een kwartfinale op zaterdag kan toch zeker ten koste gaan van je kaartverkoop. Toch was het gelukkig relatief erg druk daar in Vredenburg. Wel had de organisatie een groot scherm op laten hangen en enkele televisies, zodat de festivalbezoeker ook kon genieten van die andere vorm van cultuur, wat leidde tot een gezellige kantinesfeer in de foyer. Jammer voor de bands die wat bezoekers moesten inleveren, maar wel goed ingespeeld op de situatie door de organisatie.

Bij een revolutie horen revolutionairen

En dan de muziek. Om kwart over zeven mochten Utrecht Allstars al aftrappen om de muziekgeschiedenis van Utrecht eens grondig door te nemen. Mooi initiatief en leuk uitgevoerd door onder andere mensen van The Yearlings en Eleven. Maar, de grote zaal was nog wel wat leeg zo na etenstijd. The Allstars moesten ook opboksen tegen een collectief dat al jaren zijn sporen aan het verdienen is en dat ook op de Paleisrevolutie met glans deed. Die Anarchistische Abendunterhaltung (DAAU) bestaat uit een groep virtuozen die de meest opzwepende, duivelse, bloedmooie, zigeuneresque, klassieke popmuziek maakt die je je maar voor kan stellen. Bij een revolutie horen nu eenmaal revolutionairen. Het begin van de set was vrij subtiel. Toen er echter een bassist en een drummer aan de line-up werden toegevoegd sloeg de vonk genadeloos over. Ogen dicht, luisteren en meetappen met je voet. Een vroeg hoogtepunt.

Elfjesmuziek

~

Het Deense Under Byen en het Vlaamse Mintzkov Luna hadden nog het meest last van het voetbal. Beide bands hebben eigenlijk een beetje dezelfde kritiek gekregen afgelopen tijd. Under Byen lijkt te veel op Björk en Mintzkov Luna te veel op dEUS. Beiden brachten overigens wel een prachtige plaat uit dit jaar dus de verwachtingen waren hooggespannen. Mintzkov Luna maakte eigenlijk niet zoveel indruk. De liedjes zijn goed, maar de band wist ze niet krachtig over te brengen op het publiek. Spelen voor een nog niet eens halfvolle zaal werkt misschien niet zo inspirerend. Under Byen daarentegen wist de meeslepende elfjesmuziek van de plaat Det Er Mig Der Holder Træerne Sammen ook live bij vlagen betoverend neer te zetten. Veel subtiliteit, gevoel voor drama en een enorme climax op het eind. Deze groep mag er zijn.

Van snoeiharde rock tot de voetjes van de vloer

De band met de meeste eigen aanhang was zonder meer Motorpsycho. De productie van deze Noren is ongekend hoog om nog maar te zwijgen over de diversiteit van hun muziek. Van metal tot country en van Pink Floyd tot Beach Boys, deze jongens doen alles. Het is dan ook altijd nog maar afwachten wat voor show je krijgt. Op de Paleisrevolutie was ‘rocken’ het devies, wat inhield dat Bent, Snah en Gebhardt (dus weer met zijn drieën) een onverbiddelijk harde set speelden en niets van het publiek heel lieten. En daar bleek met name de doorgewinterde fan geen enkel probleem mee te hebben. Motorpsycho blijft een sensatie, telkens weer.

Minder druk was het bij Magnus. Dit tweemanscollectief bracht dit jaar de aanstekelijke dansplaat The Body Gave You Everything uit. De enorm enthousiaste Tom Barman en CJ Bolland kregen de spreekwoordelijke voetjes zeker wel van de vloer. Wij gaan Magnus deze zomer nog heel veel terugzien. Net als de eveneens Vlaamse Stijn trouwens. In eerste instantie ziet de eenmansact van Stijn er een beetje knullig uit, maar zijn humor, danspasjes en inventiviteit achter het keyboard en de knoppen maken eigenlijk alles goed. Lekkere onbevangen electro en een van de verrassingen van de avond.

Van belachelijk tot weinig inspirerend

~

Nog een verrassing was de belachelijke act van het Britse Pink Grease. Ouderwetse rock ‘n’ roll met een zanger die compleet uit zijn plaat en van het podium gaat en bizar aangeklede bandleden. Pink Grease is een goed uitgevoerde gimmick zoals wij kennen van The Darkness en Scissor Sisters en dus erg leuk om naar te kijken. Of de muziek ook goed was? Geen flauw idee eigenlijk. Het feest was in elk geval compleet.

Phoenix wist dit jaar niet echt te verbazen met hun tweede album Alphabetical. Vrij saaie plaat eigenlijk in vergelijking tot het overweldigende debuut United. Hoe dan ook was deze Franse band een van de grote namen op de Paleisrevolutie, wat ook wel bleek uit de grote hoeveelheid meezingende aanwezigen. Toch kon Phoenix, ondanks een aantal erg aanstekelijke liedjes, niet echt boeien. Dat lag vooral aan de weinig inspirerende houding van zanger Thomas Mars. Die man heeft geen gezichtsuitdrukking en een weinig enerverende stem. De rest van de band liet zich wel van zijn goede kant zien en hulde aan die fantastische drummer, maar toch, wanneer je voorman niet meewerkt, wordt het moeilijk.

~

Dan toch liever de afsluiter Vive La Fête, waarbij niet te klagen valt over uitstraling. Supersexy discoqueen Els Pynoo en gitarist Danny Mommens deden wat zij moesten doen en lieten het gebouw letterlijk trillen met hun door merg en been gaande electro. Superhip, weinig diepgaand en vol glitter en glamour. Nu eens geen dooie edellieden in gracht na een revolutie, maar een enorm feest en veel blije mensen. Een geslaagde eerste editie.

Boeken / Fictie

‘Spreek ik onzin of snel genoeg?’

recensie: Tonnus Oosterhoff - Dans zonder vloer

.

Tight ass

Dit gebeurt echter niet in alle verhalen even sterk. In Driemaal dezelfde, driemaal een ander, het eerste verhaal, is er juist bewust een teveel aan vloer aangebracht. Zoveel vloer, dat het zelfs de redactie van het sentimentele snotterschrift Mijn geheim (waar Oosterhoff lange tijd werkelijk voor geschreven heeft)te gortig werd en ze vroeg om een realistischer einde, dat is althans wat ons wordt verteld. Deze schaamteloze kitsch staat in contrast met de rest van de bundel. Er voltrekt zich in de bundel dan ook een geleidelijke beweging van conventioneel en inzichtelijk, naar origineel en duister.

In het bizarre tweede verhaal – dat op het titelblad Lucht in water oplossen heet en in de inhoudsopgave Lucht en water (om de dynamiek aan te duiden?) – worden drie mummies in de week gelegd, aangekleed, en op stoelen geplaatst. Ze moeten als dubbelganger optreden voor Wims vrouw en kinderen – die na de scheiding naar Curaçao zijn vertrokken – om zo zijn zieke moeder en waarschijnlijk vooral zichzelf de indruk van gezelschap te geven. Tussendoor nog een klein traktaat over fictie waarin tight ass Plato eerst gepapegaaid en vervolgens bekritiseerd wordt.

Patstelling

Verhaal zonder voortgang, het derde verhaal, lijkt op een partijtje schaak dat voortdurend opnieuw wordt gespeeld, met kleine variaties. De lezer wordt gedwongen te schaken. Het gaat over gekke Theo die niets meer kan onthouden en het daardoor voortdurend over dezelfde fouten in het werk van Hermans heeft. Tussendoor wordt verslag gedaan van de jaarlijks terugkerende reisjes van schaakclub Passant waartoe Theo ooit behoorde. Het is een raar verhaal vol herhaling dat om een aantal gebeurtenissen heen cirkelt, zonder dat de cirkel ooit wordt afgemaakt.

Dit verwart en dat is ook de bedoeling. Zoals Theo het ergens zegt: ‘Het lijkt een stenen pad. Maar als je op weg gaat wordt het onder je voeten… gruis.’ De lezer kan zich niet oriënteren. Waar bevindt het verhaal zich in de tijd? Aan het begin is Theo normaal. Is hij nog niet ziek geworden of is hij al hersteld? En waar komt het dochtertje dat Masja op dat moment bij zich heeft vandaan? Hoe kan het dat Elvira en Theo elkaar de ene keer ontmoeten na de door Theo aangerichte ravage, en de andere keer ervoor? Klopt er iets niet? Of juist wel? Wordt de lezer alleen maar op het verkeerde been gezet? Oosterhoff dwingt de lezer in een patstelling of… schaak!

Raadsel

In alle vier de verhalen uit de bundel komen personages met hersensletsel voor, levende doden en dode levenden. Mensen die het contact met hun omgeving zijn kwijtgeraakt en die alleen nog in hun eigen sluimeringen ronddwalen, onbenaderbaar. Ze bevinden zich in het schemergebied, daar waar sterven nog geen dood geworden is. Dit geldt in zekere zin voor alle personages. Veelzeggend is wat dat betreft de opmerking die Dympie over schaakclub Passant maakt: “Als je daar na je dertigste nog rondloopt ben je eigenlijk al dood.”

Het indringende slotverhaal gaat over een schrijver, S, die telkens als hij zich niet goed voelt aan een ijlroman schrijft – “doorschrijven vlug doorschrijven tot stop. Nadenken mocht niet bij wederopneming terugkijken had hij zich verboden.” – over een schuwe rietbewoner, de vereenzaamde roerdomp R. Tussendoor wordt nog het verhaal verteld van Oubaan, een gepensioneerde soldaat die naar de dood verlangt. Al schrijvend vraagt S zich af: ‘Spreek ik onzin of snel genoeg?’ Snel genoeg voor wat? Om de roman te laten ijlen? Te laten rennen, dansen? Om zo aan een depressie te ontkomen? Of juist aan zelfreflectie? Het vormt een raadsel dat zich steeds opnieuw en steeds anders laat lezen, zonder dat het ooit verveelt.

Dans zonder vloeris zonder twijfel een van de beste hedendaagse verhalenbundels. Daarom: derwaarts, herwaarts, zuswaarts, zowaarts. Verdwalen, steeds verder verdwalen.

Muziek / Album

Een vrolijke Zwitser

recensie: Waarom Joachim Raff het verdient om niet meer vergeten te worden

‘Voetgangers moeten gekoesterd worden. Niet alleen vormen ze het grootste deel van de mensheid, ze vormen ook het beste deel.’
Mijn favoriete beginzin uit de wereldliteratuur stamt uit de satirische roman Het gouden kalf van het Russische duo Ilja Ilf en Jevgeni Petrov. Ik zou er aan willen toevoegen dat je voetgangers serieus moet nemen. Bach liep de driehonderd kilometer van Weimar naar Lübeck om Buxtehude te horen spelen op het kerkorgel en Bach was een Heel Serieus Mens. Met iemand die na zo’n wandeling meer dan driehonderd orgelstukken schrijft, spot je niet.

Joachim Raff, Symfonieën 8 t/m 11. Philharmonia Hungarica o.l.v. Werner Andreas Albert. CPO 9.8134631 (2 CD’s). € 24,99.

Joachim Raff, Symfonie Nr. 7. Philharmonia Hungarica o.l.v. Werner Andreas Albert. CPO 9.7142439 € 14,99.

~

Joachim Raff was ook zoiets. Geboren in Lachen in Zwitserland liep hij als vroege twintiger naar Basel om Franz Liszt te zien. Liszt ging toen al door voor muziekgoeroe maar had zich tot riedeltjes voor de piano beperkt, vooral omdat hij niet zoveel kaas had gegeten van orkestratie. En dat was nou net iets waar de jonge Joachim al vanaf de kinderjaren zijn tanden in had gezet. De uitkomst was dat Raff Listzts vroege orkeststukken orkestreerde maar het gebrek aan erkenning en een paar onenigheidjes dreef beide componisten weer uit elkaar, waarna Raff zich vestigde in Wiesbaden en één van Europa’s bekendste componisten werd.

Lollig

Raff schreef een hoogst serieuze hoeveelheid muziek. Niet van die belachelijke aantallen als van Schubert, Bach of Mozart, maar voor zijn tijd toch nog erg veel – een kleine driehonderd stukken. Het grappige is wel dat waar je Bachs ernst ook door zijn muziek heen hoort, Raff een veel lichtere toets gebruikt en zo nu en dan zelfs lollig wordt. De Jubelouvertüre steekt bijvoorbeeld op een heel linke wijze de draak met het oersaaie Britse volkslied God Save the Queen.

Oeps…

Maar Raff had wel iets serieuzer mogen omgaan met zijn pensioenvoorziening. Daar deed-ie zo goed als niets aan in de veronderstelling dan vrouw en kinderen ruimschoots rond zouden komen van de royalty’s van zijn muziek. Inschattingsfoutje. Na Raffs dood in 1882 verdween het meeste van zijn werk namelijk in de vergetelheid en moesten de achtergeblevenen op een andere manier voor hun onderhoud zorgen. Het pianoconcert en symfonie nummer drie, getiteld In het bos, hielden tot rond de Eerste Wereldoorlog redelijk repertoire, maar ook die verdwenen in de periode daarna uit de concertzaal.

Programma

Raffs symfonieën zijn geschreven als programmamuziek. Dat wil zoveel zeggen dat er iets mee wordt uitgebeeld. In zijn geval zijn dat vooral thema’s uit de natuur. Zo ook deze symfonieën nummers zeven tot en met elf. De zevende heeft als titel In de Alpen (voor een Zwitser een voor de hand liggend thema, zou je zeggen), de overigen behandelen de seizoenen: lente, zomer, herfst en winter. Dat wil niet zeggen dat elke noot ook voor een gebeurtenis staat. Raff beeldt eerder een emotie, een gevoel uit: een warme zomerdag, de jacht in de herfst, een carnavalsavond in de winter, enzovoort.

Gemekker

De opname van deze serie symfonieën, die nu door het Duitse label CPO op de markt wordt gebracht, stamt uit het begin van de jaren negentig maar kon door contractueel gemekker tot dusverre niet uitgebracht worden. Maar na jaren klagen dat er wat weinig Raff in de catalogus staat is er nu plotsklaps een symfonieëncyclus bij. En wat voor één. Het is de vraag of CPO tegenwoordig weer zo zou uitpakken, maar in de vroege jaren negentig kon je je nog wat veroorloven. Dus heeft men de tijd genomen om deze stukken op plaat te zetten, kregen de geluidsingenieurs de ruimte en kon de dirigent ruimschoots experimenteren.

‘Flawed’?

De Philharmonia Hungarica, ooit een toporkest, revancheert zich terdege met deze opnamen. Dirigent Albrecht is duidelijk in zijn element met dit repertoire en de samenwerking tussen beide is voorbeeldig. Het moeilijke punt is de opname. Mark Thomas, gerespecteerd Raff-kenner, noemde de 8 t/m 11-doos ‘fundamentally flawed in both artistic and technical aspect’ en hoewel je over het eerste kunt debatteren, is er bij het tweede toch iets merkwaardigs aan de hand. De meeste problemen die Thomas opsomt zijn in de door mij beluisterde set domweg afwezig. Of mijn CD’s nu uitzonderlijk goed zijn of de zijne uitzonderlijk slecht laat ik graag in het midden, maar als koper kan vooraf luisteren blijkbaar geen kwaad. Het enige echte defect is een wel heel ongelukkige ‘las’ tussen twee opnamesessies in het eerste deel van de achtste.

Matiging

Uit de woorden hierboven wordt duidelijk dat ik me niet kan vinden in Thomas’ oordeel over de artistieke kwaliteiten van deze opnames – integendeel. Thomas zelf overigens blijkbaar ook niet – na de negatieve karakterisering die ik zojuist citeerde bestaat veel van zijn recensie uit het matigen van zijn eigen oordeel. Wat overblijft is een aantal verschillen van inzicht. Soms heeft Thomas een punt, soms niet. Maar in ieder geval niet voldoende om deze set achteloos terzijde te schuiven.

Marco Polo en Tudor

Er zijn twee andere series Raff-symfonieën op de markt. Die van het Naxos-zusterlabel Marco Polo kent een nogal wisselende kwaliteit, met bijvoorbeeld een fantastische eerste maar ook een derde waar meer dan tien minuten uit zijn geknipt – blijkbaar om te zorgen dat-ie met de tiende op één schijfje past. De serie van het Zwitserse label Tudor heeft betere kritieken mogen ontvangen en dat is grotendeels terecht. Tudor koos voor één dirigent (Hans Stadlmair) en ook het orkest (de Bamberger Symphoniker) is van een iets hogere kwaliteit.

Vergelijking

De vergelijking met vooral de Stadlmair-serie dringt zich natuurlijk op. Laten we bijvoorbeeld eens naar de zevende symfonie kijken – ook dit jaar bij Tudor uitgegeven. Stadlmair en Andreas stammen blijkbaar uit dezelfde traditie, want eigenlijk zijn de verschillen tussen beide uitvoeringen nogal minimaal. Met één, belangrijke, uitzondering. Waar Andreas het langzame derde deel uitspint (12 minuten) gooit Stadlmair er een stevig tempo in (8 minuten) en da’s wel een heel groot contrast. Er is weinig twijfel mogelijk dat Andreas’ aanpak effectiever is. Waar je elders kunt zeggen dat Stadlmairs aanpak het lyrische in deze muziek benadrukt en Andreas juist de ritmiek, is hier het omgekeerde het geval.

Heksendans

De serie kent veel prachtige stukken maar als ik een hoogtepunt moet kiezen dan is dat toch de achtste symfonie, sowieso één van de hoogtepunten in Raffs oeuvre. Vooral het grootse Walpurgisnacht-deel is adembenemend en zonder twijfel één van de beste ‘henksendansen’ sinds Berlioz. Maar eigenlijk zijn er heel weinig zwakke momenten in deze serie – luister eens naar het laatste deel van de elfde of de negende of het scherzo uit nummer tien.

Uit de vergetelheid!

Als er één componist het verdient om uit de vergetelheid getrokken te worden, is het Joachim Raff wel. Een schier onuitputtelijke melodieënfontein, humor en gewoon degelijk vakwerk maken hem tot dè ‘ontdekking’ van de negentiende-eeuwse muziek. Deze set is buitengewoon geschikt om die te verkennen, zowel vanwege de hoge kwaliteit van musiceren als de uitermate sympathieke prijs.

Referentie-CD’s

Joachim Raff, Symfonie Nr. 10 & 3. Slowaaks Philharmonisch Staatsorkest (Kosice) o.l.v. Urs Schneider. Naxos 8.555491 (ca. € 7)
Joachim Raff, Symfonie Nr. 7. Bamberger Symphoniker o.l.v. Hans Stadlmair. Tudor 7117 (ca. € 16).
Voor prijzen, zie de online cd-winkel JPC, waar je ook fragmenten kunt beluisteren. Tudor wordt niet door een importeur in Nederland vertegenwoordigd.

Muziek / Album

Doseren is ook een kunst

recensie: Holywater – Sides

Weer wat moois uit het zonnige zuiden. Sinds de muziek van het Spaanse label Astro Discos ook in Nederland enthousiast gedistribueerd wordt, valt er regelmatig een prachtig plaatje uit Spanje in de bus van 8WEEKLY’s muziekredactie. Eerder dit jaar verscheen That Creepy Hope On Love van Lansbury en eind vorig jaar het prachtige Photo-Finish van het eveneens Spaanse Camping. Astro doet ook aan ruil want het Nederlandse At The Close Of Everyday ging inmiddels naar Spanje evenals de heren van Mist die onlangs de mooie EP Dangerous Words uitbrachten. Zo, dat is weer een hoop reclame voor het land dat zich altijd zo zonnig voordoet, maar blijkbaar toch behoefte heeft aan donkere wolken. Zie de band Holywater, die een tweede langspeler uitbracht getiteld Sides. Een intens zomerplaatje noemt Astro-promotor Rick Treffers het. Klopt, maar wel met de kanttekening dat ook de zomer zijn gitzwarte momenten kent.

~

Weergaloos

Sides begint waar Radiohead’s magnum opus OK Computer eindigde. De bloedstollende opener Vomit Sea, die klinkt als een donkerder versie van The Tourist, de afsluiter op die plaat van Thom Yorke en de zijnen die zo belangrijk is geweest voor de rest van de jaren negentig en het begin van de eenentwintigste eeuw. Vervolgens haalt Holywater alles van stal om een grootse luistertrip neer te zetten . De band rond zanger Ricardo Rodriguez lijkt daar in eerste instantie zeer goed in te slagen. Met weergaloze emocore in Six-String Throat, perfect gevoel voor drama en emotie in Your Breakable Hands, bijna klassiek singer/songwritersvakmanschap á la Jeff Buckley met een twist in Cloudy Sky en de capaciteit om de luisteraar op te jagen in Electric Shock (4 A Dead Body). Naast Radiohead en Buckley hoor ik absoluut Muse terug: ziehier het canon waaruit de laatste jaren veelvuldig inspiratie wordt geput door ontelbare bands. Holywater doet dat met respect.

Zeventig minuten pure intensiteit

Zou Sides dan nog kunnen tegen vallen na al die loftuitingen hierboven? Het antwoord daarop is moeilijk te geven omdat ik oprecht vind dat deze plaat bij vlagen geniaal is. Het grote probleem zit hem in de lengte. Denken die jongens nou echt dat ze het de luisteraar makkelijk maken door meer dan zeventig minuten pure intensiteit af te vuren? De tweede helft van het album kent zijn mindere momenten, maar is vooral niet zo interessant omdat de spanning op den duur gewoon teveel wordt. Misschien noemde men de plaat wel Sides omdat je de twee helften niet tegelijk moet horen maar apart, zodat je geen overkill krijgt. Holywater laat gedeeltelijk een verpletterende indruk achter, maar van mij had het allemaal een stuk korter gemogen. Doseren is ook een kunst.

Theater

Rommelige roadmovie

recensie: Sjaak Bral – Hurken in de berm

Jacques d’Ancona schrijft over deze DVD: ‘Bral laat zien dat hij geen enkel respect heeft voor onze vaderlandse theatertraditie. Sjaak Bral is de landmijn onder de tribune van het cabaret. Laten we hopen dat iemand hem onschadelijk maakt, voor het te laat is.’ Ik deel deze conclusie maar ten dele. Het cabaret van Sjaak Bral is verre van briljant, maar ik ben zeker niet bang dat deze vaak uitverkochte artiest een bom zal leggen onder onze cabarethistorie.

~

Meer dan 140 optredens en 30.000 bezoekers heeft Sjaak Bral volgens de hoes van zijn eerste DVD gehad. En ik dacht altijd maar dat dit mannetje een aardig Haags accent had en dat het daar dan ook bij bleef. Op Hurken in de berm krijg je een wat uitgebreider beeld van de cabaretier en kon ik in alle chaos van de roadmovie nog ontdekken dat deze man best in staat is om een aardige show in elkaar te zetten.

Ruzie over batterijen

~

De dvd, die als ondertitel heeft De eerste Nederlandse Cabaret Roadmovie, geeft een chaotisch beeld van de afgelopen toer van Bral. We zien veel beelden achter de schermen, geheel in lijn met alle reality-soaps die we de afgelopen jaren te verduren hebben gekregen. Juist de momenten waarop je fragmenten uit zijn show te zien krijgt zijn het meest interessant. Dat Sjaak achter de schermen ruzie loopt de maken over de batterijen in zijn microfoon is aardig voor een ‘making of’, maar voegt niet echt iets toe aan de show.

Panty

Bij de fragmenten van de theatershow Hurken in de berm valt op dat Bral in staat is om goede humoristische sketches in elkaar te zetten. Het concept van het programma is dat Bral een avondje met het publiek op vakantie gaat en dit thema weet hij dan ook in bijna elke sketch door te trekken. Zijn humor is zeker niet platvloers, en bij vlagen erg origineel. Een mooi moment in de show is er als Bral begint uit te leggen wat hij allemaal met een panty kan doen. Opvallend is dat de humor van Bral nog altijd gebaseerd lijkt te zijn op zijn verleden in de stand-up comedy. Hij moet vooral ook leunen op zijn scherpe teksten, en is visueel veel minder sterk. Zijn decor is matig en hij maakt weinig gebruik van de mogelijkheden die een theater biedt.

Rommelig

De beeldkwaliteit van de dvd is erg goed. Het valt op dat ook de roadmovie gefilmd is in breedbeeld-formaat en dat ook hier niet op beeldkwaliteit is ingeleverd. Wel is het beeld daar een stuk rommeliger, omdat het duidelijk een soort reality show is met haastig camerawerk. Verder valt de strakke vormgeving van de menu’s op deze schijf op: aan elk detail lijkt aandacht besteed te zijn.

Alleen extra’s

De ruim een uur durende cabaret roadmovie van Bral was eigenlijk aardig geweest als mooie extra op een dvd met zijn integrale show. Nu blijft het geheel rommelig en is het moeilijk om een beeld te krijgen van de show Hurken in de berm. Er blijft nu dus een mooi vormgegeven dvd van ruim drie uur in totaal over, met eigenlijk alleen maar extra’s. Je moet de audio-cd van de show erbij kopen om de hele show in zijn geheel te kunnen beluisteren. Om op basis van deze dvd Bral een ‘landmijn onder de tribune van het cabaret’ te noemen gaat mij echter veel te ver. Zijn cabaret is vooral tekstueel interessant, maar meer kan ik op basis van deze roadmovie helaas niet over Brals prestaties in het theater zeggen.