Muziek / Album

Eindelijk solo

recensie: Miss Kittin - I Com

.

~

Aan het begin van I Com deelt Caroline Hervé, zoals haar ouders haar noemen, meteen een aantal klappen uit. De eerste regels uit de opener Professional Distortion spreken boekdelen: “I have to smile, I have to show, I have to be nice all the time.” Dit eerste nummer is een aanklacht, zij het met knipoog, tegen de wereld van glitter en glamour waar Miss Kittin dag in dag uit deel van uit maakt. Maar Kittin gaat nog even verder. In Requiem For A Hit klaagt ze over de hedendaagse biobak-muziekcultuur: “Show me your tits and let’s make a hit.” Miss Kittin beschrijft een wereld waar ze paradoxaal genoeg als Caroline Hervé niet in wil leven, maar in de gedaante van Miss Kittin geen millimeter afstand van wil doen. Alle feestjes loopt ze immers af, alle dagelijkse sociale contacten met de groten uit de dance-wereld onderhoudt ze zonder enige moeite, maar Caroline Hervé heeft soms problemen met het ophouden van de verwachting die andere mensen van Miss Kittin hebben.

Boeiende DJ-set

De tegenstelling Miss Kittin vs. Caroline Hervé komt, naast de genoemde nummers, meerdere keren terug op het album, bijvoorbeeld in Allergic, maar toch moeten we de kopzorgen van Miss Kittin niet al te serieus nemen, uitgaande van het up-tempo en snelle electroclash-nummer Meet Sue Be She (spreek uit als: Mitsubishi), het schitterende Kiss Factory en het opzwepende technonummer Soundtrack of Now. Andere hoogtepunten op het album zijn 3eme Sexe, een bewerking van een nummer van de Franse popband Indochine en het laatste nummer Neukölln 2, dat een muzikale reactie op Bowie’s Neukölln 1 is. Het is een van de spannendste en boeiendste beschrijvingen van de anders oersaaie wijk in de Duitse hoofdstad.

Wat verder het album zo sterk maakt zijn de verschillende dancestijlen die ze door elkaar heen mixt. Het is net alsof DJ Miss Kittin een avondje draait en vooral dingen uit eigen werk over het dansende publiek uitstrooit. Nergens klinkt het vervelend of saai en ondanks dat de plaat barst van de retro, klinkt het verre als voor de hand liggend. Miss Kittin blijft ook zonder The Hacker recht overeind en staat steviger dan ooit.

Film / Films

Stiekem voor iedereen

recensie: Two Brothers

Vroeger op mijn basisschool kregen we op speciale dagen wel eens een film te zien in de aula. Alle klasgenootjes werden dan bijeen gedreven om te kijken naar kinderklassiekers als Peter en de Draak, Herbie en Black Beauty. In al deze films speelde niet een mens, maar een dier of een object de hoofdrol. De sympathie van de kinderen ligt dan ook niet bij de mens in een dergelijke film. Two Brothers mikt met een film over twee tijgertjes op dit sentiment.

~

30 tijgers

Eigenlijk zou ik bij het vermelden van de acteurs ook de namen van de tijgers moeten bijschrijven, zij dragen tenslotte de film. Helaas wordt dat een beetje te veel van het goede, want om gestalte te geven aan de twee tijgerbroers heeft men maar liefst dertig tijgers gebruikt. De ene was goed in rennen, de ander kon weer beter klimmen, en dan was er nog eentje die gewoon heel lief kon kijken. Regisseur Annaud laat het begin van de film geheel over aan de tijgertjes, die met hun kleine grommetjes en capriolen direct de harten van het bioscooppubliek stelen.

Broederliefde

~

De beroemde jager Aiden (Guy Pearce) ziet zich genoodzaakt om van beroep te veranderen, aangezien de rijken niet meer zoveel interesse hebben in het kopen van jachttrofeeën. Hij merkt dat er meer handel is in oude historische artefacten, en trekt daarom de jungle van Cambodja in om daar uit een oude vervallen tempel beelden te ontvreemden. Die tempel is ook het huis van een tijgerfamilie. Twee jonge tijgertjes groeien daar op, en verliezen door tussenkomst van de mensen niet alleen hun vader, maar worden ook nog eens van elkaar gescheiden. De één groeit op als huisdier bij een rijke familie, de ander komt terecht in het circus. Ruim een jaar later komen de broers elkaar door omstandigheden weer tegen in een arena, waar ze zullen moeten vechten tot de dood er op volgt.

Hartverscheurend

De film hinkt op twee gedachten. Aan de ene kant wil men een verhaal vertellen wat met een beetje gemak zo uit een Disney-tekenfilm had kunnen komen. Aan de andere kant zou je Two Brothers ook als een lange reclamespot van de WNF kunnen zien: kijk eens wat voor slechte invloed wij mensen hebben op de natuur. Met name dit laatste zal voor ons volwassenen misschien wat te rechtlijnig overkomen, maar voor kinderen is het helemaal geen kwade les. Het beeld van één van de kleine tijgertjes die opgesloten in kist wordt afgevoerd naar de mensenwereld is al heel zielig, en als je dan ook nog de kleine hartverscheurende schreeuwtjes van het beestje hoort, houden veel mensen in de zaal het niet meer droog.

Westerse ‘normen en waarden’ in Azië

Naast het ‘acteren’ van de tijgers en de prachtige natuurbeelden heeft deze film ook nog een ander sterk punt voor de jonge kijkertjes. De boodschap dat we goed voor de natuur moeten zijn zullen de meeste kids zelf ook nog wel kunnen bedenken, maar daarnaast herbergt de film nog een klein statement tegen het kolonialisme, en wat de westerse beschaving bewust of onbewust doet met andere culturen. Annaud laat duidelijk zien dat het brengen van westerse normen en waarden en modernisering niet automatisch het brengen van beschaving betekent. Misschien niet een les die alle kinderen direct zullen oppikken, maar zeker in deze tijden een interessante invalshoek.

Conclusie

Two Brothers is een echte familiefilm. Voor bijna alle generaties valt er wel iets te genieten. Daarnaast heeft de film alle pluspunten en zwakheden die bij het genre horen. De film speelt soms schaamteloos in op het sentiment, en het verhaal is niet heel bijzonder en behoorlijk stereotype. Daar staat tegenover dat de film toch gewoon de gevoelige snaar weet te raken, en dat je toch even moet slikken als men op de moedertijger aan het schieten is. Verder zijn alleen al de beelden van de spelende tijgertjes een gang naar de bioscoop waard. Voor de ouders en kinderen dus, en stiekem gewoon een beetje voor iedereen.

Boeken / Fictie

Storm in een glas water

recensie: De opdrachtgeefster

De opdrachtgeefster van Greta Seghers verhaalt over de schrijfster Stella Wispelwey, die door de beroemde uitgeefster Aline Bourgois gevraagd wordt diens biografie te schrijven. Tot zover geen vuiltje aan de lucht. Gelukkig raken de schrijfster en de uitgeefster gebrouilleerd en wordt deze laatste ook nog eens vermoord. En zo zouden we dan genoeg ingrediënten moeten hebben voor een op z’n minst boeiend boek. En misschien wel een heel spannend en meeslepend boek.

Helaas, niets is minder waar. Hoewel er een moord gepleegd is in dit boek, is er eigenlijk maar één echte misdaad gepleegd, en die vond plaats op het moment dat men je dit boek verkocht. Maar laat ik dat iets nuanceren. Want het boek is niet hélemaal slecht. Want als je je door de eerste honderd tot honderdtwintig bladzijden heen geworsteld hebt kom je in rustiger vaarwater. Tot het eind van het verhaal kabbelt het dan rustig verder, zonder dat je verder lastig gevallen wordt door de storm die in het eerste deel van het boek gewoed heeft.

In dat eerste deel geeft de schrijfster ongewild een perfecte beschrijving van haar eigen talenten. Zo schrijft biografe Stella Wispelwey namelijk over haar onderwerp Aline:

Aline Bourgouis was het tegendeel van een begenadigd verteller. En als ze al iets zei sprong ze, zoals vogels in haar tuin, van de hak op de tak: haar grootmoeder, haar vader, de oorlog et cetera.

Dit is de meest geslaagde passage uit het boek. Het typeert namelijk exact de schrijfstijl van Greta Seghers zelf: wispelturig, van de hak op de tak, onsamenhangend. Ze voert in groot tempo diverse personen op, die verhaaltechnisch niets aan het boek toevoegen. Maar die daarnaast wel op willekeurige wijze worden uitgediept en vervolgens aan diverse andere oude én nieuwe personages worden gekoppeld. Zo voorziet ze de eerste helft van het boek van een onontwarbare kluwen personages, die uiteindelijk niets tot weinig aan het verhaal toevoegen.

Verwijzingen

Deze personages zijn allemaal afkomstig uit de Vlaamse en Nederlandse schrijverswereld. Weliswaar fictief -volgens de schrijfster – maar de ingewijden zullen hier en daar toch wel wat verwijzingen naar bestaande schrijvers oppikken. Het hele verhaal is toch wat minder fictief dan Greta wil doen vermoeden,
en voor de kenner is het dan misschien een troost dat hij de dubbele bodems en onderhuidse steken naar andere schrijvers oppakt. Maar dan moet je ook niet veel beters te doen hebben, denk ik. Want het blijft gewoon slecht geschreven.

Luwte

Als de woordenstorm van het eerste deel dan eindelijk gaat liggen komen we in een luwte terecht die zich terstond uitstrekt tot aan het einde van het boek. Er komt geen zuchtje wind meer opzetten. De schrijfster lijkt totaal uitgeblust te zijn van haar verwoede heen en weer springen in de eerste helft van het boek.
In deze rust, in dit stille vaarwater, kun je dan eindelijk het boek rustig uitlezen. De opluchting, dat je het eerste, stormachtige deel hebt doorstaan, geeft je bijna het idee dat het nu toch nog een goed verhaal wordt. Maar laat je niet in de luren leggen door dit makkelijke vaarwater, want als je goed kijkt zie je dat je er ondertussen ook zou kunnen staan, zo diep is het. Het verhaal is allang gestrand, alleen de schrijfster weet het nog niet.

Moord

Zij gaat namelijk nog even door met het achterhalen van de toedracht van de moord. Maar ook dat mag niet meer baten. Uiteindelijk blijkt ook dat verhaallijntje een brak, muf watertje te vormen. Een oersaaie variant op het bekende: de butler heeft het gedaan. Joepie. Nee, De opdrachtgeefster van Greta Seghers kon mij niet bepaald bekoren, maar ik geloof dat dat ondertussen wel duidelijk is.

Film / Films

Pubergroepjes

recensie: Mean Girls

Tienersterretjes heb je de laatste jaren meer dan genoeg. Aan het rijtje Hilary Duff, Jessica Alba, Amanda Bynes en Mandy Moore kunnen we moeiteloos ook Lindsay Lohan toevoegen. Een ‘cute’ tienermeisje die net als haar genregenoten enkele films om zich heen geschreven krijgt met de diepgang van een plas water. Toch deden de Amerikaanse media (en Dr. Phil) het voorkomen alsof Mean Girls meer was dan zomaar een tienerkomedie. Daarom begaf ik mij in het hol van de leeuw en probeerde de film temidden van een zaal rumoerige pubers op een donderdagmiddag te bekijken.

~

Mean Girls gaat voor een groot deel over de hokjesgeest in Amerikaanse high schools. Je hebt de nerds, sportfanaten, modepoppetjes, hiphoppers en hangjongeren die het leven op school tot een ware jungle maken. Cady (Lohan) komt werkelijk uit de jungle. Na jaren met haar ouders in Afrika te hebben geleefd, gaat ze nu voor het eerste naar een Amerikaanse school. Daar ontmoet ze al snel twee vrienden die tot het altogroepje behoren. Als de ‘Plastics’ (modepoppetjes met een hoog Paris Hilton-gehalte) Cady ook willen opnemen in hun groep sporen Cady’s vrienden haar aan deze uitnodiging aan te nemen. Met Cady als spion kunnen de alto’s eindelijk bevestigd zien hoe suf en stereotiep de Plastics zijn. Dat is althans het plan, maar Cady raakt al snel in de ban van de leidster van de Plastics, Regina. Als Cady dan ook nog eens verliefd wordt op Regina’s ex is de boot aan.

Groepjes in de zaal

~

Het zitten in een zaal vol irritante pubertjes geeft een aardige connectie naar de film. Iedereen die denkt dat de situatie in Mean Girls typisch Amerikaans is heeft het goed mis. Alleen al in de bioscoopzaal kon je diverse groepjes onderscheiden. De stoere jongensgroep, de giebelmeiden, de jongens die maar geen date kunnen krijgen (zitten vaak vooraan omdat de stoere jongens de plekken in het midden van de zaal hebben) en de Plastics van de bioscoop, barbie-meisjes die door totale desinteresse te veinzen de aandacht hebben getrokken van de stoere jongens. Popcorn vliegt door de zaal, er wordt geschopt tegen de rug van mijn stoel, één jochie probeert ondanks zijn 15 jaar een biertje te kopen. Ik merk dat ik op afstand de oudste in de zaal ben, en voel me een gezonde ouwe lul. De connectie tussen het publiek en de film zal mijn bioscoopgenoten totaal ontgaan, elk groepje is geheel met zichzelf bezig. Net als in Mean Girls.

Obligate eindspeech

Mean Girls heeft een aardig gegeven en probeert ook nog iets extra’s te geven door gedoseerde bizarre humor. Met name de directeur van de school doet nogal eens een rare of onaangepaste uitspraak. Zo probeert hij een lerares gewoon voor de klas te versieren, en kijkt hij ook nog even heel casual naar de inhoud van haar (per ongeluk) nat geworden t-shirtje. Deze bizarre humor is op zich een benijdenswaardige poging, maar het gros van de grappen en de grote verhaallijn grijpen toch terug naar de clichés van het genre. Het gegeven van de film is op zich best interessant, maar echt diep gaat de film nooit. Het levenslesje van de film wordt er dik op gesmeerd; kijk uit dat je onbewust niet wordt waar je eigenlijk een hekel aan hebt. Zelfs een obligate eindspeech aan het einde van de film, waarin Cady alle misverstanden en kreukels glad kan strijken, ontbreekt niet.

Lindsay Lohan

De cast is behoorlijk adequaat, maar niemand is echt opvallend. Lindsay Lohan kennen we eigenlijk vooral van Freaky Friday, en verder zegt ze me helemaal niks. Tijdens de voorfilmpjes zag ik echter al dat er alweer een tienerkomedie met haar aan zit te komen, dus ze is in elk geval een bezige bij. In deze film is ze verder prima gecast. Ze beschikt over het juiste ‘Girl-next-door’-gehalte, maar later in de film gaat haar rol als één van de plastics haar ook prima af. Een tienerkomedie dragen lukt haar prima, maar of dat met latere films ook gaat lukken?

Conclusie

Mean Girls is gewoon een leuke tienerkomedie geworden die zelfs voor een wat ouder publiek ook nog te verteren valt. Dat laatste is op zichzelf al een flink compliment, want voor de meeste genregenoten gaat dat niet op. Het gegeven van de film is leuk, maar niet nieuw. Eigenlijk drong de vergelijking met Clueless zich behoorlijk op. Die film was net even wat beter en origineler wat mij betreft. Dit neemt niet weg dat Mean Girls een prima film is waarbij hordes tieners in de zaal elkaar kunnen toeschreeuwen, bekogelen met popcorn, tegen stoelleuningen trappen, stiekem bier drinken en ook nog het grootste gedeelte van de film meekrijgen.

Film / Films

Hartverwarmende Noren

recensie: Elling

De Noren staan niet bekend als een open en vriendelijk volkje. Stugge mensen, verdedigend voetbal, duur bier (lees: weinig feest en gezelligheid). Wanneer je zelf naar Noorwegen gaat, merk je dat dit erg overtrokken is en dat de Noren hele vriendelijke mensen zijn. Voor een ieder die geen tijd heeft om dit aan den lijve te ondervinden, is er nu de komedie Elling van Petter Naess waarin de maatschappelijke herintegratie van twee lichtpsychisch gestoorde mannen wordt getoond.

~

Elling is een man van een jaar of veertig wiens moeder, door wie hij zijn leven lang erg beschermend is opgevoed, komt te overlijden. Aangezien Elling niet op eigen benen kan staan, wordt hij naar een psychiatrische inrichting gestuurd, waar hij de lompe maar warmhartige Kjell Bjarne als kamergenoot treft. Na verloop van tijd mogen ze samen de instelling verlaten en krijgen ze een appartement in Oslo toegewezen. Een maatschappelijk werker, Frank, moet de beide licht contactgestoorde mannen helpen integreren in de samenleving, aangezien de heren zelfs het opnemen van de telefoon als schier onmogelijke taak ervaren. Deze aparte samenlevingssituatie staat uiteraard garant voor een groot aantal hilarische momenten.

Lichtgevoelig

~

Het leuke aan de film is dat het, in tegenstelling tot de Amerikaanse films, niet zozeer de situaties zijn waardoor je moet lachen, maar de manier waarop beide personages de situaties benaderen. De verliefdheid van de oversekste Kjell Bjarne voor de hoogzwangere bovenbuurvrouw en de zich ontluikende vriendschap tussen de agorafobische en lichtgevoelige Elling met één van de meest beroemde Noorse dichters worden met veel stuntelige charme aangepakt.

Succes

Elling, gebaseerd op een boek van Ingvar Ambjørnsen, was als toneelstuk al een succes en de verfilming deed daar niet voor onder: één op elke vijf Noren zag de film in de bioscoop, hij werd bekroond met verschillende prijzen op Europese festivals en Elling werd in 2002 zelfs genomineerd voor een Oscar voor beste niet-Engelstalige film. In 2003 kwam een vervolg (Mors Elling) en de Amerikaanse remake is inmiddels in de maak (geproduceerd door Kevin Spacey). Door dit succes vindt de film nu ook zijn weg naar andere Europese landen, zoals Nederland.

Underground-zuurkool

En eerlijk is eerlijk, het succes komt de film toe. Elling is een knappe komedie die het medeleven dat One Flew Over the Cuckoo’s Nest op eenzelfde manier oproept, mixt met de subtiele humor van bijvoorbeeld Jalla! Jalla! en daardoor prettig dicht op de huid zit. Het resultaat is een grappige, ontroerende film die laat zien dat de Noren niet zo stug zijn als aangenomen wordt maar warme underground-zuurkooldichters en onderbroekenleners zijn.

Film / Films

Een tweedehands film

recensie: Raising Helen

Wat valt er te zeggen over een nietszeggende film? Over een film die keurig voldoet aan de eisen van het genre, en die dankzij deze perfectie het aanzien nauwelijks waard is? Een poging, naar aanleiding van Raising Helen.

~

Helen Harris (Kate Hudson) is een zorgeloze hippe jongedame, werkzaam in het New Yorkse modewereldje. Druk, druk, druk – en dan vooral met uitgaan. Regisseur Garry Marshall spaart geen enkel middel om het leven van haar naaste familie hiermee te contrasteren. Op een verjaardagsfeest zien we Helen te midden van suffe soepjurken, potpourri en jengelende kinderen. De boodschap moge duidelijk zijn: tussen Helens mondaine leventje en het familieleven bestaat een wereld van verschil. Des te groter is dan de klap wanneer Helens zus en haar man omkomen bij een auto-ongeluk, en Helen volgens hun wilsbeschikking de voogdij krijgt over hun drie kinderen. De kijker zit aan zijn stoel genageld. Als dit maar goed gaat!

Veters strikken

Waarom krijgt de derde, oudere zus – type Amerikaanse oermoeder – de voogdij trouwens niet? Hoe dan ook, Helen ziet zich gedwongen twee levens met elkaar te verenigen, en er het beste van te maken. De drie kinderen die zij in de schoot geworpen krijgt staan keurig garant voor alle denkbare problemen. De oudste dochter pubert er lustig op los; het middelste zoontje is dik en voelt zich buitengesloten bij het basketbal; de jongste kan haar veters nog niet strikken omdat moeder halverwege was met de uitleg.

Sexy

~

Maar als je weet dat de film behoort tot het genre van het romantisch-komische drama, en regisseur Marshall verantwoordelijk is voor vehikels als Pretty Woman en Runaway Bride, dan zul je opgelucht ademhalen: je weet dat de ontstane situatie garant staat voor dolkomische scènes, dat er vele tegenslagen zullen volgen, maar dat tegen het einde iedereen elkaar in de armen vliegt. De sleutelfiguur hierin is Pastor Dan (gespeeld door John ‘Sex And The City‘ Corbett). Helen ontmoet hem wanneer ze in New York op zoek is naar een degelijke christelijke school voor de kinderen (die niet in de grote stad zijn opgegroeid). Pastor Dan blijkt een meester in het combineren van twee werelden: enerzijds is hij een schoolhoofd en dienaar van God, anderzijds houdt hij van ijshockey en romantisch dineren. En wanneer hij zichzelf presenteert als een ‘sexy man of God’ duurt het uiteraard niet lang meer voordat er iets moois opbloeit tussen die twee (alhoewel het moment suprème pas aan het einde komt – wellicht een overbodige opmerking).

Tweedehands

De titel Raising Helen kan op twee manieren uitgelegd worden: Helen als kersverse opvoedster, en natuurlijk Helen die zich gedwongen ziet nu eindelijk eens volwassen te worden, en dus zelf ook opgevoed wordt. Tenslotte worden met de film de kijkers zelf opgevoed in Hollywoods beste feelgood-eind-goed-al-goed-traditie. Zijn er nog lichtpuntjes te melden? Om sommige grapjes heb ik gelachen. En wat personages betreft kunnen Helens Indische buren genoemd worden, die wel van wanten weten als het om opvoeden gaat. Via hen krijgt Helen ook een baantje als receptioniste bij een tweedehands autohandel (inderdaad, haar job als fashion-agent bleek onhoudbaar). De occasion-filosofie van de sympathieke eigenaar inspireert Helen: immers, auto’s zijn net kindjes, en het geeft grote voldoening wanneer er weer een nieuw thuis voor hen gevonden wordt. Toe maar! Dat noem ik nog eens een tweedehands-filosofie. En zo gaat het voortdurend: de kijker ziet zich keer op keer opgescheept met tweedehands grappen en verhaallijnen. Laat ik er niet langer om heen draaien: niet kijken! Tenzij je weer eens gek gemaakt bent door de kinderen, en gewoon een avondje ongestoord verstrooid wilt worden.

Film / Films

Franse komedie met vleugje dramatiek

recensie: Ma femme est une actrice

.

~

De sportjournalist Yvan (Yvan Attal) heeft heel wat te stellen met zijn vrouw Charlotte (Charlotte Gainsbourg) die actrice is. Vooral mannen genieten van haar ranke lijf dat regelmatig bloot op het scherm te zien is. Haar eigen man stikt van de jaloezie wanneer ze haar tegenspeler gaat verleiden. Accepteert hij het of gaat hij ook zelf op de versiertoer?

Spiernaakt

~

Zelf ziet ze er geen kwaad in, totdat de problemen met haar echtgenoot dramatisch toenemen. Wanneer ze een hele dag spiernaakt kussend en vrijend in bed doorbrengt met haar co-acteur, wordt het steeds vreemder om daarna gewoon naar haar echtgenoot te gaan. Hoewel het allemaal maar spel is, lijkt het toch echt. Bovendien voelt ze zich steeds meer tot deze rijpe co-ster aangetrokken. Dat het alleen maar spel is, wil er bij Yvan niet in. Volgens hem spelen emoties wel degelijk een rol wanneer je samen een naaktscène speelt.

Om te voorkomen dat zij en Yvan uit elkaar groeien, vraagt ze om een stand-in. Daar wil de regisseur niets van weten. Op haar reactie ‘maar ik ben bijna de enige die bloot is’ antwoordt hij dat de mensen graag genieten van haar lijf. Om haar toch enigszins tegemoet te komen, bedenkt hij zelf een creatieve oplossing.

Autobiografie

De film houdt het midden tussen autobiografie en fictie. Toch verraadt hij niets over het alledaagse leven van de hoofdrolspelers. Het is vooral een spannende mix tussen de vragen ‘wat is waar?’ en ‘wat is niet waar?’ De acteurs zetten steeds weer op tijd een masker op om hun privacy te beschermen.

De film doet qua stijl denken aan de films van Woody Allen. Hij laat zien wat er in mensen omgaat. Opvallend is de wijze waarop de spelers in deze film zichzelf benoemen. De wat slome Yvan beschrijft zichzelf als “de man van een actrice.” De enige die haar identiteit niet hoeft te bevestigen is Charlotte zelf. Haar gevleugelde uitspraak is: “Ik houd van mijn werk.” Ma femme est une actrice is een stijlvolle film vol sfeer, drama en hilarische momenten.

Muziek / Achtergrond
special: Daas publiek op Werchter 2004

Stoned, dronken en doodop

Rock Werchter is al sinds jaren goed voor de grote namen, zo ook bij de editie 2004: Metallica, the Cure, Lenny Kravitz, Korn en David Bowie sierden de aankondigingen. De laatste moest wegens een schouderblessure verstek laten gaan, maar er bleef genoeg over. Grote én kleine namen, de organisatie van Rock Werchter zoekt altijd naar de combinatie. Pink, Starsailor, Placebo, Lamb, PJ Harvey, Novastar, om maar wat te noemen. Het festival was uitverkocht, ruim 60.000 bezoekers zoeken hun weg naar het kleine dorpje vlakbij Leuven. De sfeer op het festival is goed, van de ruzie zaterdag op de camping is op het festivalterrein niets te merken. Het weer zit tegen, op zaterdag komt de regen met bakken uit de hemel tijdens het optreden van Within Temptation. En ook bij de Black Eyed Peas is het niet droog, al blijft het bij spatjes. De sfeer heeft niet te leiden onder de regen, de Peas hebben de smaak goed te pakken en vooral zangeres Fergie maakt indruk. ‘Meer dan een lekker lijf’, klinkt het goedkeurend als ze Where is the love inzet.

~

Na de hiphop is het tijd voor wat harder werk: de Schotse band Franz Ferdinand staat in de Pyramid Marquee. Daar is het druk, de tent puilt uit en ook het terrein eromheen staat vol met bezoekers. Niet voor niets verkoopt de band miljoenen cd’s wereldwijd. Na de gitaren van Franz Ferdinand stroomt een ander publiek de tent binnen: zij wachten op het 16-jarige wonderkind Joss Stone. Het wachten wordt beloond met een goede show van Stone, hoewel ze na drie nummers even van het podium verdwijnt om haar stem te sparen. Ze speelt voornamelijk de oude soulnummers van haar Soul Sessions, maar brengt ook vast drie nieuwe nummers ten gehore, een voorproefje van de cd die eind september verschijnt.

Verkleedpartijen

Op Rock Werchter 2004 aan zangeressen geen gebrek. Zo zijn er the Sugababes, Nelly Furtado, Within Temptation, PJ Harvey, Lamb en ook Moloko. De zangeres van Moloko wint het als het gaat om verkleedpartijen: een veren hoofddeksel, zilveren pumps, een cape van zilver, zwarte knielaarzen met bijbehorende pet worden op het podium aan en uit getrokken bij de knalrode jurk. Haar stem maakt nog wel de meeste indruk, niet voor niets werd Moloko na vorig jaar teruggevraagd. Toen stonden ze in de tent, nu op het hoofdpodium. Jammer genoeg gaat aan het eind de apparatuur stuk. Het woord tact komt niet in het woordenboek van zangeres Roisin Murphy voor, want vloekend en scheldend op haar band zorgt ze ervoor dat het publiek toch nog een versie van Sing it Back te horen krijgt. Een akoestische, noodgedwongen.

De jongens van Muse zetten een ijzersterke set neer met een mix van oud en nieuw werk en ook Lenny Kravitz doet goed zijn best. Hij heeft zijn greatest hits erbij gepakt, tot grote vreugde van het publiek. Lenny en zijn band waren heerlijk aan het jammen, maar dat is niet zo geschikt bij een festivalpubliek dat inmiddels stoned, dronken en doodop is. Let love rule duurde welgeteld een half uur, iets teveel van het goede!

Blote voeten

~

Op zondag is het publiek vrij tam. Daar heeft Lamb last van, hoewel het uiteindelijk wel lukt om de sfeer erin te krijgen. Vooral percussionist Andy Barlow rent heen en weer over het podium in een poging het publiek mee te krijgen. Zijn vrouw en zangeres Louise Rhodes voelt zich naar eigen zeggen helemaal thuis op Werchter en danst en springt op blote voeten tussen de muzikanten. Ondertussen zingt ze, haar stem in totale tegenspraak met haar frele verschijning.

Ook bij PJ Harvey, gekleed in een knalgele jurk en knaloranje pumps, blijven de mensen voornamelijk op een afstand staan. “Met dit weer is het publiek altijd een beetje daas en depressief,” zegt het meisje van de henna tattoo’s. Misschien heeft ze wel gelijk, het is grijs en grauw, met zo nu en dan een spatje regen. Maar bij de Pixies begint men toch wel weer te springen en te dansen, want ja, die oude rockers zie je niet iedere dag op het podium. En dat het dan zo nu en dan een beetje vals is, is helemaal niet erg! De band is na een tussenstop van 11 jaar weer bij elkaar en tourt met het oude materiaal.

Beste

Voor Placebo is het al de vierde keer dat ze op Rock Werchter verschijnen, maar het enthousiasme was er niet minder om. Zowel bij band als publiek. Placebo is voor veel mensen de laatste act van Rock Werchter 2004. David Bowie komt immers niet. 2 many DJ’s zijn ingehuurd om zijn plek in te nemen, maar te zien aan de stroom mensen die na de laatste tonen van Placebo richting uitgang gaan hebben veel mensen daar geen zin meer in. Onderweg naar de auto begint de discussie: wie was de beste? Was het Korn, Pink of toch Metallica? Of was Muse beter? En wat te denken van Placebo? Conclusie? Rock Werchter 2004 is geslaagd.

Boeken / Strip

Meesterverteller wankelt nog een beetje

recensie: Wat Fred niet wist

Er werd door menigeen reikhalzend uitgezien naar het debuutalbum van stripauteur Milan Hulsing. Eerder was werk van deze talentvolle tekenaar te bewonderen in bladen als Zone 5300 en Zozolala. Het moet gezegd, de uitgave ziet er verzorgd uit. Hulde hiervoor.
Het album zelf bestaat uit een aantal korte verhalen. Wat direct opvalt is de rijke schakering in stijl. Zo zijn de eerste twee verhalen Science Noire en Wat Fred niet wist op een ingetogen wijze vormgegeven in een monochrome stijl. Milan Hulsing ontpopt zich als een ware meesterverteller. Genadeloos sleept hij de lezer mee in zijn bizarre vertelspinsels. Zo wordt ons in Science Noire een blik gegund op het boeiende leven van een verzamelaar. Een verzamelaar van doodsliederen, welteverstaan. Vastgelegd op lokatie. Vakkundig wordt er een web gesponnen van genadeloze intriges en moordende ambities binnen een morbide tak van de wetenschap.

Ook het titelverhaal siddert bij tijd en wijle. We maken kennis met Fred, een geestelijk onvolwassen jongen, die idolaat is van alles wat met ruimtevaart heeft te maken. Zijn lang gekoesterde droom – als een Odysseus door de immense ruimte rondzwalken – voedt zijn paranoia als hij ontdekt dat zijn omgeving iets voor hem verborgen houdt. Uit de signalen die hij opvangt, maakt hij op dat de ruimtereis aanstaande is. En dat met op de achtergrond, cynisch genoeg, de eerste atoomproeven. Maar waarom wordt hij overal buiten gehouden? Heeft hij iets misdaan? Is hij onwaardig? Terwijl juist hij zich niet zelden een buitenaards wezen waant op deze groene planeet.

~

In het warrige hoofd van onze Fred broeit de plot van een samenzwering die hij uit alle macht probeert te ontrafelen. Het slot is verrassend maar eigenlijk niet relevant. Alles draait om Fred. Eén kanttekening is hier wel op zijn plaats. In de vele hersenspinsels van de hoofdpersoon komt veelvuldig de auteur zelf bovendrijven, waardoor de rol van Fred hier en daar wat ongeloofwaardig wordt.

Expressief

De uitbundige serie The Jetsetters brengt het album enigszins uit evenwicht. De expressieve vormgeving doet een verwoede poging de karige verhaallijnen te overschreeuwen. De toon is vaak pretentieus met de nodige pathos en ironie, maar mist de scherpzinnigheid om echt uit de verf te komen.
Deze scherpte is wel terug te vinden in het verhaal De bloedelozen waarin onze genadeloze maatschappij grimmig wordt ontleed. Het machtig kapitaal kraait victorie terwijl op de achtergrond de socialistische idealen fluisterend rondzingen. Het is knap dat de auteur telkens weer de juiste tekenstijl weet te vinden. In dit geval een minimalistische en inktzwarte lijnvoering die hier en daar doet denken aan Picasso en Malevitsj.
In Daisy gaat uit dansen laat Milan Hulsing zich van zijn bizarre kant zien. De lichamelijke lust wordt hier in al zijn zinnelijkheid blootgelegd. In letterlijke zin. Het verhaal is prikkelend en fantasierijk, en verraadt de voorliefde van de auteur voor alles wat met pulp heeft te maken.

Kortom, het debuutalbum van Milan Hulsing vormt interessant leesvoer voor de liefhebber. Al verliest de auteur zich nu en dan in zijn hunkering naar diepgang. De grote kracht van deze debutant zijn de ogenschijnlijk onbegrensde vindingrijkheid en zijn veelzijdige tekentalent. Voorwaar, eigenschappen die een mooie toekomst in zich herbergen.

Muziek / Album

Drie keer Nederlands

recensie: Frezno Falls, Planet Orange en Cafebar 401

8weekly houdt wel van ons kikkerlandje. Ook wij staan chauvinistisch te juichen als Nederland wint (dit is geschreven voordat de uitslag van Portugal-Nederland bekend is) en houden van oliebollen, hagelslag en het koningshuis. En Nederlandse muziek. Daarom hieronder drie nieuwe Nederlandse platen, te weten Frezno Falls, Planet Orange en Cafebar 401. Onder het motto: wie het kleine niet eert…

~

Frezno Falls –Morning Star

Buma/Stemra 2004
Frezno Falls is de band van Leo Gstein, die al aardig aan de weg timmerde als singer/songwriter. In die hoedanigheid stond hij al op Crossing Border en in de finale van de Grote Prijs van Nederland. Morning Star is het album dat Frezno Falls naar de top van Nederland moet stuwen. Op het eerste gehoor is het album nogal vlak, maar na een paar luisterbeurten raken we meer en meer overtuigd: er zijn wel degelijk ‘pareltjes’ te vinden. De muziek van Frezno Falls valt in de categorie stevige gitaarrock, afgewisseld met melancholische nummers die bij vlagen getergd klinken. Morning Star heeft met nummers als het prachtige Breathe, het met catchy gitaariffs doorspekte Lights Out en het zich direct in je hoofd nestelende Milo de potentie om niet in de vergetelheid te raken, maar het jammere is dat die nummers, net als de uitstekende eerste single Inside Outside, toch niet uitnodigen om de gehele cd vaak te draaien, omdat Morning Star in zijn geheel soms wat naar de saaie kant neigt. Doordat er, naast die paar echt goede nummers, toch wat minder spannende tracks op staan, is dit meer een cd die je opzet om even die paar leuke nummers te horen. (MK)

~

Planet Orange – Lollypop Barbershop

Coast to Coast 2004
Het Groningse Planet Orange werd in 1998 opgericht en al meteen timmerden ze aardig aan de weg. Het debuut Bungalow Soul werd aardig opgepikt en de eigenzinnige band wist ook live te overtuigen. Na een jaartje van hommeles is Planet Orange nu weer terug en breng Lollypop Barbershop uit. Naar eigen zeggen valt de muziek te omschrijven als stand-up rock-‘n-roll, afwisselend, improviserend en vrolijk. Dat klopt wel aardig. De band combineert Tom Waits-achtige vocalen met vrolijke, wat tegendraadse muziek – zeg maar Captain Beefheart in een erg joviale bui. De toeters en bellen, de hoempa’s en funky bassen vliegen je om de oren. Wanneer je denkt dat de euforiemachine wel erg ver doorslaat worden we getrakteerd op hallucinerende nummers als Funny Bones, of het met LSD doorspekte Glidder, waar Jim Morisson trots op zou zijn. Tjonge jonge, dit is wel een erg verassende plaat, niet gemakkelijk maar wel mooi. Ruim 60 minuten waanzinnigheid en drukte die absoluut overtuigend is. Met Lollypop Barbershop heeft Planet Orange een sterk wapen in handen om Nederland en daarbuiten te lijf te gaan. (RV)

~

Cafebar 401

Pink Records 2004
De laatste band die we hier bespreken komt uit de wereldstad Luttenberg. Hè wat? Ja, Luttenberg Overijssel. Cafebar 401 is de naam, vernoemd naar zo’n oud pruttel koffiezetapparaat dat vaak dienst weigerde maar wel de beste bakkies zette. Het klinkt nogal regionaal allemaal maar daar zit hem de verassing. Cafebar 401 heeft naast een Nederlandse platenmaatschappij ook een Amerikaanse gevonden om in het land van de mogelijkheden hun titelloze debuut aan de man te brengen. Dat is nog niet alles: voor de single I Need to Know vond frontman Tije Oortwijn vriend Taco van Loon bereid om een erg originele animatievideo te schieten die voorzichtig opgepikt is door MTV. De muziek is catchy en poppy. Er zijn duidelijk citaten naar de muzikale canon te horen, qua ritme en de afwisseling hard-zacht. Eigenlijk dat wat Soulwax zo lekker maakt, de retro in een nieuw en origineel jasje. Cafebar 401 klinkt op een zelfde manier gelikt, vandaar ook de Amerikaanse belangstelling. Verder zouden een aantal nummers zo van Johan of Daryll-Ann kunnen zijn. Cafebar 401 is dit een erg getalenteerde groep, die goed weet waar ze mee bezig zijn. Het debuut is nogal aanstekelijk en zit sterk in elkaar. Alles klinkt en loopt als een trein. Alleen mis ik nog een beetje een eigen gezicht; bijna ieder nummer zou net zo goed van een andere band kunnen zijn. (RV)