Film / Films

Bijzondere beelden, wijze lessen

recensie: Me and You and Everyone We Know

Me and You and Everyone We Know, het regiedebuut van videokunstenaar Miranda July, geeft een beschrijving van enkele bewoners van een Amerikaanse achterstandsbuurt. Een buurt zoals je die kent uit films van Larry Clark en Harmony Korine: mensen wonen in huizen met vlekken, kinderen hebben een achteloze houding tegenover hun ouders en seks, en de volwassenen lijken het op hun beurt nooit gewild te hebben op te groeien. Maar in tegenstelling tot de kille en voyeuristische blik van Clark en Korine, beschijft Miranda July haar karakters liefdevol en warm. Ook het nihilisme van de eerder genoemde filmers is July vreemd: ze probeert je veel te vertellen en geeft ook nog eens een wijze levensles mee.

~

In Me and You and Everyone We Know worden verschillende karakters ten tonele gevoerd: een pas gescheiden vader met zijn twee zoontjes, een (door July zelf gespeelde) eenzame kunstenares die als bijverdienste een bejaarde man rondrijdt en een even eenzame museumdirectrice. Zijdelings twee tienermeisjes, de geile maar sympathieke collega van de vader en enkele buurtbewoners. De lotgevallen van de vader en de kunstenares vormen de kapstok waaraan de ontwikkeling van het verhaal is opgehangen.

Subtiele sfeerschetsen

Het is duidelijk dat Miranda July is begonnen als maakster van video-installaties. Elke scène in de film staat op zichzelf. De filmster heeft een goed oog voor beeld en een onbevangen kijk op filmmaken. De film wisselt regelmatig subtiel van kleur om het verloop van tijd of een andere sfeer te schetsen – de meest bijzondere shots komen voorbij. Tekenend voor de film is een lang shot van een ingelijste foto van een vogel achter een takje in een heg. July lijkt je in iedere scène iets te willen vertellen, zodoende komen er ontzettend veel thema’s aan bod: de eerder genoemde achteloze houding van kinderen tegenover seks, het onvermogen tot fysiek contact van de volwassene in het digitale tijdperk, het hedendaags consumentisme. Dieren komen alleen voor achter glas, in plastic of compleet gedigitaliseerd.

~

Het voornaamste thema lijkt echter verwoord te worden door de bejaarde man. Hij berust er in dat het leven je overkomt en dat men zich daarom niet moet verliezen in het najagen van dromen. De mens is maar een nietig wezen en hoeft niet te kunnen begrijpen. Hele beschavingen komen en gaan, al eeuwen worden mensen verliefd en mensen zullen altijd verliefd blijven worden. Sleutelscène is daarom die waarin een plastic zakje met vis balanceert op een achterbak van een op de snelweg rijdende auto. De oude man vraagt zijn chauffeuse om met een regelmatige snelheid voor de auto te blijven rijden; bij de minste verandering van tempo valt het zakje en sterft de vis.

Leven volgens Ratelband?

De gehele film lijkt van de les van de oude man doordrongen. Van één man hoor je alleen maar dat hij wacht. Je wordt regelmatig op het verkeerde been gezet, veel is niet wat het op het eerste gezicht lijkt, maar het zou het net zo goed ook wel kunnen zijn. Het is knap van July dat het thema ook geldt op het niveau van de film zelf. Heel lang lijkt er geen richting in het verhaal te komen, en dat is goed: je hebt immers net geleerd dat behoeften niet per se bevredigd hoeven te worden. De happy ending waarin uiteindelijk alles toch nog goedkomt, doet je echter in verwarring de bioscoop verlaten. Wat moet je nou? Op bescheiden wijze het leven ondergaan of toch maar op zijn Emile Ratelbands: hard genoeg geloven, je best doen en dan krijgen wat je hartje begeert?