Muziek / Album

Hoge verwachtingen worden fataal

recensie: Solex – The Laughing Stock of Indie Rock

‘De sample-pop van Solex hoort al jaren tot het betere knip- en plakwerk’ en ‘Solex is het beste wat Nederlandse popmuziek in de laatste jaren heeft voortgebracht’ zijn naar open deurtjes riekende stellingen en kunnen de kritische blik deels verlammen, waardoor de recensent te snel in zijn handen klapt en Solex weer een positieve recensie in haar plakboek kan plakken. Nu is er de vierde langspeler van de Amsterdamse en opnieuw dreigt het loftuitingen te gaan regenen. Maar bij ondergetekende blijven de positieve woorden na de eerste luisterbeurt van The Laughing Stock of Indie Rock in de pen zitten. Dat het niet aan de opgedroogde inkt ligt, mag duidelijk zijn.

~

Van Liesbeth Esselink alias Solex is bekend dat ze uit de platenbakken van haar winkeltje de meest vage langspelers haalt om samples van te plukken en daarmee nummers maakt. Het is dit bekende Solex-recept dat bij de vierde plaat gaat vervelen. Ondanks het aantal typische Solex-nummers weet Esselink de boel enigszins op te fleuren met een paar van het bijna vaste stramien afwijkende nummers, waardoor The Laughing Stock of Indie Rock enigszins creatief te noemen is. De creativiteit zit zelfs in de titels van de nummers. Bijvoorbeeld het zevende nummer Fold Your Hands Child, You Walk Like an Egyptian waarin Belle & Sebastian wordt gecombineerd met The Bangles.

Diversiteit nekt

De drang naar inventiviteit maakt dat The Laughing Stock of Indie Rock zo divers is dat je niet weet wat Solex daadwerkelijk wil vertellen. Ze is er zelf ook nog niet uit. De opener, het fijne Yadda Yadda Yadda No. 1, trekt je in een bepaalde richting, terwijl die richting bij het volgende nummer alweer wordt verlaten. De ene keer is het samplepop wat de klok slaat, de andere keer is het Solex’ kijk op indie rock. De kroon wordt gespannen bij het laatste, tevens meest afwijkende nummer van de plaat, You’ve Got Me, waarin gitarist De Groot en Esselink tegen elkaar aan jammen.

Sterker vergelijkingsmateriaal

Naast de genoemde nummers krijgen ook My B-sides Rock Your World en Hot Diggitydog Run Run Run het stempel ‘goedgekeurd’. Maar ondanks deze hoogtepunten haalt de plaat nergens het niveau van toppers van weleer als One Louder Solex of Randy Costanza, waardoor The Laughing Stock of Indie Rock in zijn totaliteit meer blijft voortkabbelen en het niet echt kan boeien, zoals Solex vs. The Hitmeister en Pick Up dat wel konden. Jammer genoeg blijft de vierde van Solex qua inventiviteit en originaliteit achter bij de verwachtingen.

Film / Films

Zware onderwerpen in een licht jasje

recensie: Simon

Hoeveel synoniemen zijn er te bedenken voor iemand met een lapje voor haar oog? In de film Simon komen ze vermoedelijk allemaal voorbij, om nog niet te spreken van de grapjes en weddenschappen die erover gemaakt worden. De nieuwe film van Eddy Terstall staat bol van de goed bekkende oneliners en (taal)grapjes, maar biedt meer dan alleen humor. Terstall maakte een film over vriendschap, maar ook over ziek zijn en afscheid nemen. Een film met een zwaar onderwerp, zonder de gebruikelijke Terstall-luchtigheid te verliezen.

“Toch een mooi woord hè, verneukeratief?”
“Jezus, hoe kan een woord nou mooi zijn?!”

~

Hoewel het één van de hoofdrolspeelsters is die deze laatste zin uitspreekt, is het duidelijk dat regisseur en scenarioschrijver Terstall het beslist niet met haar eens kan zijn. Tenminste, wanneer je kijkt, en natuurlijk vooral luistert, naar de dialogen in Simon. De man die eerder films maakte als Hufters en hofdames (1997), De boekverfilming (1998) en Rent-a-Friend (2000) heeft zichtbaar genoten van het bedenken van de vele oneliners en grappen van zijn personages. Hij bewijst dat woorden wel degelijk mooi kunnen zijn. Of op zijn minst raak en grappig.

Vrije jongen en homofiele student

De film gaat van start wanneer Camiel bijna van zijn sokken wordt gereden als hij de weg wil oversteken. De roekeloze chauffeur blijkt een oude vriend van hem te zijn: Simon. Eind jaren tachtig ontmoetten ze elkaar op een soortgelijke manier waarna Camiel, een homofiele tandarts in opleiding, en Simon, een stoere vrije jongen die zijn geld verdient met het runnen van zijn eigen coffeeshop en strandtent, goed bevriend raken.

Vrienden herenigd

~

Aangetrokken door het vrije leven dat Simon en zijn vrienden leiden, gaat hij in op het aanbod van Simon om mee te gaan op vakantie naar Thailand. Daar aangekomen wordt zijn vriendschap met Simon ernstig op de proef gesteld, waarna de twee elkaar uit het oog verliezen. Na de bijna-aanrijding veertien jaar later, wordt het contact tussen de oude vrienden hernieuwd. Simon blijkt intussen ernstig ziek, maar doet daar opvallend luchtig over. Camiel, die inmiddels samenwoont met advocaat Bram, maakt al snel weer deel uit van het hechte groepje vrienden rond Simon. Ook raakt hij goed bevriend met Joy, Simons twintigjarige dochter.

Seksistische grappen

De vrolijkheid en misschien zelfs wel oppervlakkigheid van vroeger heeft sinds de hereniging plaatsgemaakt voor een meer serieuze vriendschap. Gelukkig heeft Terstall wel weten te voorkomen dat er een stijlbreuk ontstaat tussen het ‘jonge-vrienden-deel’ en het ‘zieke-Simon-deel’. Hoewel het leven van de vrienden intussen zwaarder, of misschien gewoon echter, is geworden blijft de toon van de film hetzelfde. Nog steeds vliegen de seksistische en homofobe grappen je om de oren. Vasthouden aan humor en zelfrelativering is voor Simon dé manier om op de been te blijven. Zelfs een eventuele euthanasiedatum wordt zo gepland dat hij een belangrijke voetbalwedstrijd niet hoeft te missen.

Lach en een traan

Zelf omschrijft Terstall Simon als een film over liefde, vriendschap en ziek zijn. Toch is het allesbehalve een deprimerende film. De luchtige manier waarop de hoofdpersoon tegen het leven aankijkt, maakt dat Simon, hoe clichématig het ook klinkt, bij veel bezoekers zowel een lach als een traan zal weten te ontlokken. Dat Terstall de rol van de twintigjarige dochter Joy laat spelen door Nadja Hüpscher, een actrice die inmiddels de dertig gepasseerd is, zien we voor deze keer dan maar door de vingers.

Film / Films

RTL Boulevard op het witte doek

recensie: Ellis in Glamourland

Hoe trouw ik een miljonair? Dat wilden de dames graag weten. Met hun mantel hadden ze al vast hun stoel gereserveerd. Even voelde ik de neiging om de jassen weg te pakken en er zelf te gaan zitten. Ik beheerste me.

~

Pas toen de lampen doofden, kwamen de dames. Ik wilde een rotopmerking maken, maar hield pardoes mijn mond. Naast me zat hoofdrolspeelster Linda de Mol. Voor mij was het alsof ik zelf voor een moment deel werd van de film. Voor Linda de Mol was het de eerste keer dat ze in een romantische komedie speelde: ‘Ik droomde er al van toen ik zestien was, maar kon steeds geen passend script vinden. Dit scenario maakte me pas helemaal blij.’

Joan Collins

~

Ellis in Glamourland vertelt het verhaal van Ellis. Als bijstandsmoeder kan ze de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Haar man betaalt geen alimentatie maar koopt wel een bankstel voor zijn nieuwe vriendin. Om voor zichzelf en haar zoontje Thijsje (Hylke de Haan) geld te verdienen, maakt Ellis hotels schoon. Daar wordt ze ontdekt door de Britse Susan (de frikkerige Joan Collins). Deze ster uit Dynasty geeft de cursus How To Marry A Millionaire. Zodra ze Ellis ontdekt, begint ze te kirren als professor Higgings in Pygmalion: ze biedt Ellis een gratis cursus aan.

Hunkerende miljonairs

In een mum van tijd wordt Ellis omringd door hunkerende miljonairs. Van de snel rijk geworden patser Jack (Tjebbo Gerritsma) tot de toegewijde Meindert-Jan (Kees Hulst). En dan is er ook nog Gijs (Chris Tates), de trotse bezitter van Ladykiller. Ellis bespeelt ze allemaal volgens de regels van de cursus. Scenarist Misscha Alexander en regisseur Pieter Kramer laten haar tenslotte kiezen: wordt het rijkdom, stabiliteit of passie?

Ruud Gullit

De ene Vip-party na de andere buitelt over het scherm. Ruud Gullit verkoopt zijn vrouw voor 35.000 euro ten bate van het goede doel. “Leuk hè, zo’n gala voor Afrika?” zegt een acteur, waarop een ander zegt: “Ik dacht dat het voor leukemie was.” Naast me begint Linda te lachen. En ook door de zaal daveren lachsalvo’s, zoals bij zoveel momenten tijdens deze film. “Dit is zo herkenbaar,” grinnikt Linda. “Tijdens charity gala’s smijt Nieuw Rijk met geld. Sommigen betalen zelfs een ton voor een rolletje van hun kind in een bekende soap. Maar wat dat goede doel dan is? Vaak weten ze het niet eens.”

Kaskrakers

Gevraagd naar Linda’s lievelingsregisseur noemt ze Richard Curtis, van Notting Hill en Love Actually. Vergeleken bij deze kaskrakers steekt Ellis in Glamourland wat magertjes af. De gouden tv-regel ‘niet meer dan drie zinnen’ verlaagt de diepgang. De enige goede dialoog komt pas aan het eind van de film. Opnames flitsen langs elkaar heen zoals bij soaps. Het beste laat Ellis in Glamourland zich nog omschrijven als de filmversie van RTL Boulevard. Glamour en miljoenen, bekende Nederlanders, ja zelfs royalty komt voorbij. En Linda? Die speelt in dit wereldje vol roddelende en rekenende mensen vooral zichzelf. Spontaan, open, mooi, en met een warm hart voor iedereen.

Film / Films

Volkomen gevoelloos

recensie: Collateral

In Collateral rekent Tom Cruise af met het imago van de gladde jongen uit Magnolia en de romantische held uit Jerry Maguire. We leren hem kennen als Vincent, een gevoelloze grijsaard die in een nacht vijf mensen moet vermoorden. De deadline is de volgende ochtend zes uur.

~

Het begin van de film doet denken aan de bekende tv-serie Taxi. Aan het stuur zit Max (Jamie Foxx). Al jarenlang droomt hij van een eigen limousinebedrijf voor de jetset van Hollywood, alleen komt het er nooit van. Zijn passagier is de mooie advocate Annie (Jeda Pinkett-Smith), die zich als aanklager voorbereidt op een grote zaak. Op de twijfelachtige Max komt ze resoluut over. Bij het uitstappen echter twijfelt ook zij aan zichzelf. Max spreekt haar moed in.

Stroomversnelling

~

Deze aanloop naar de thriller zou hoge punten scoren als de optimale versie van de One Night Stands zoals die nu op Nederland 3 te zien zijn: kort, duidelijk en flirtend zoals dat past bij avontuurtjes voor één nacht. De volgende passagier is Vincent. Hij haat Los Angeles. “Een lijk kan zes uur lang rondrijden in de metro voordat het wordt ontdekt,” beweert hij voorspellend. Max neemt de situatie zoals hij is. “Ik woon in Los Angeles,” is zijn antwoord. Terwijl zijn leven voortkabbelde, raakte dat van Vincent in een stroomversnelling. De taxichauffeur kijkt verbaasd wanneer de “makelaar in onroerend goed” hem voor een hele nacht service zeshonderd dollar biedt. Beduusd neemt hij het kapitale bedrag aan.

Huurmoordenaar

Dan ploft het eerste lijk op de taxi. Op de anders zo smetteloze auto verschijnen de eerste bloedvlekken. Vincent blijkt een huurmoordenaar te zijn, die Max in zijn eigen taxi gijzelt. Om zelf te overleven moet Max de weg des doods gaan. Of is er nog een uitweg? Al snel ontdekken de politie van Los Angeles en de FBI de eerste lijken. Er ontwikkelt zich een kat-en-muis spel vol macabere jachtpartijen. Toch vindt Vincent dat hij niets fout doet. Ieder heeft nu eenmaal zijn beroep en dat van hem is huurmoordenaar. Zelf ziet Cruise deze rol zuiver zwart-wit. “Ik speelde helden en anti-helden. En Vincent is een groot karakter, heel dynamisch. In alles is hij mijn tegenpool. Volkomen gevoelloos en a-sociaal. Wilde ik de rol goed spelen, dan moest ik me in hem inleven. Zonder empathie lukt het me niet om een karakter te vertolken. Iedere persoon heeft zijn eigen moraal. De vraag is: stem je als speler hier wel of niet mee in? Het eerste wat ik dus deed was Vincents moraal onderzoeken. Zo kwam ik tot de visie dat hij gewoon een beroep uitoefende. Dat maakte hem herkenbaar. Ik raakte gefascineerd.”

Psychologisch tintje

Tussen de schoten door zet regisseur Michael Mann (Heat, Ali) de film stil. Dan gaat hij in op wat mensen beweegt en wat ze te vertellen hebben. Daarna blazen ze vaak hun laatste adem uit. Het geeft de film diepgang en zorgt voor een psychologisch tintje.
Het decor is dat van nachtelijk Los Angeles. Grijs en grauw, neonlichten en nachtclubs, loeiende sirenes, lijken, maar ook ontluikende liefde. De sfeer is spookachtig onherbergzaam dankzij de digitale videobeelden. Het deed me denken aan die hotelkamer in Los Angeles waar ik op die ene nacht de kogels door de gang hoorde suizen. Hoewel ik niet van actiefilms houd, raad ik Collateral als ijzersterke thriller aan.

Kunst / Expo binnenland

De mystiek van het boerenleven

recensie: Tentoonstelling van het werk van Constant Permeke

Nadat het Groninger Museum onlangs de voorzet gaf met Pioniers van het Vlaams Expressionisme (Permeke, Van den Berghe, De Smet), is op 4 september jl. in het Haags Gemeentemuseum de overzichtstentoonstelling rond de Vlaamse Expressionist Constant Permeke van start gegaan.

Constant Permeke, Aardappelrooister
1929, olie- en terpentijnverf op papier en triplex, 164 x 126 cm, collectie PMCP, Jabbeke.

In de inleiding van de tentoonstellingscatalogus illustreert Willy Van den Bussche (Hoofdconservator PMMK-PCP) aan de hand van kunstenaars Luc Tuymans en Marlene Dumas (samen met Gerhard Richter en Sigmar Polke gerekend tot de meest toonaangevende schilders van het moment) de aandacht voor het registreren van een tijdsbeeld. Tuymans verklaarde in een interview met Hans Den Hartog Jager eerder (NRC Handelsblad, 10 september): “Mijn werk heeft alles te maken met de manier waarop de schilderkunst in deze tijd functioneert. Ik denk dat kunstenaars, kunst in het algemeen, een belangrijke functie heeft: het creëren van tijd. Van een maatschappelijk geheugen. Alles heeft tegenwoordig zo’n snelheid gekregen dat mensen daar steeds meer behoefte aan krijgen.” Ook in het begin van de 20e eeuw moet men een soortgelijke ervaring hebben gehad.

Cultuurfilosoof Michael Baxandall beschrijft in zijn boek Patterns of Intention (1985) een kunstwerk als de oplossing van een probleem dat door de kunstenaar aan de orde wordt gesteld. In het geval van Permeke zou als ‘probleem’ de gevolgen van de Industriele Revolutie (1708-1837) kunnen worden aangevoerd. Wederom Van den Bussche: “De boer op het veld is een ingenieur geworden, de ploeg is al lang opgeborgen in musea.” Waarschijnlijk is het ook juist daarom dat beelden van de eenvoud van het boerenleven het zo goed doen; des te chaotischer het alledaagse, des te meer men smacht naar rust. De beeldende kunst als registratie van vervlogen tijden (en dus niet als autonoom medium); tegenwoordig zouden we het fototoestel ter hand hebben genomen (al denkt Tuymans daar klaarblijkelijk anders over).

Constant Permeke, Het dagelijks brood
1950, olieverf op doek, 148,5 x 175 cm, collectie PMCP, Jabbeke.

De boer die zijn land bewerkt is als thema afkomstig van de Franse Realist Gustave Courbet (1819-1877). Halverwege de 19e eeuw bracht deze met zijn schilderijen van gewone burgers een schokgolf teweeg in de elitaire kunstwereld. Collega socialist Pierre-Joseph Proudhon omschreef in zijn boek Du principe de l’art et de sa destination sociale (1865) het doel van de kunst als volgt: “…mensen te schilderen in de oprechtheid van hun aard en hun levensgewoonten, in hun werk, in het vervullen van hun burgerlijke en huiselijke functies, zoals ze er nu uitzien, en vooral zonder geposeerdheid.” Het had het thema kunnen zijn van Constant Permeke, die negen jaar na Courbet’s dood werd geboren als zoon van schilder Henri Pemeke en Stephani Buytaert.

Een overzicht

De overzichtstentoonstelling in het Haags gemeentemuseum toont schilderijen, tekeningen en beelden (alles bij elkaar zo’n 125 stuks) uit de periode 1907-1951 (een jaar voor zijn overlijden) en is uitermate geschikt om een ontwikkeling te signaleren in het oeuvre van Permeke; het vroege werk (t/m 1912) laat qua vorm duidelijk de invloed zien die uitging van Symbolistische kunstenaars als Vincent van Gogh en Paul Gauguin en een Impressionistisch schilderes als Berthe Morisot. Het latere werk refereert vooral aan de Duitse expressionisten van Die Brücke (kunstenaarsverbond opgericht in Dresden in 1905 met als belangrijkste exponenten Ernst Ludwig Kirchner, Emil Nolde en Karl Schmidt-Rottluff). Het Duitse expressionisme (onderwerpen: de stad, de revue, badende vrouwen) betekende een avantgardistisch verzet tegen het academisch naturalisme. Het Vlaams expressionisme (onderwerpen: het platteland, de vrouw, de kermis, het boerenbestaan) is daarvan een afgeleide en als zodanig minder krachtig. De Duitsers trokken met hun kunst ten strijde, de Vlamingen en de Hollandse expressionisten van De Ploeg (o.a. Jan Wiegers, Jan Altink en Johan Dijkstra) lijken in eerste instantie vooral voor de vorm te zijn gezwicht.

Constant Permeke, De Sjees
1926, olieverf op doek, 165 x 128 cm., collectie PMMK, Oostende.

Die vorm is bij Permeke erg statisch, onbeholpen zo je wilt. Meer dan eens werden zijn figuren omschreven als ‘aardappelkoppen’. Daarbij lijken sommige figuren te groot voor het doek waarop ze staan afgebeeld. Als de Boer met Schop uit 1930 zijn hoofd niet had gebogen, dan was hij onherroepelijk door ‘het dak’ van het papier gegaan. Het zij de schilder vergeven; de kracht die van de werken uitgaat is namelijk fenomenaal (met de jaren twintig en dertig als onbetwist hoogtepunt). Kenmerkend voor Permeke is daarnaast het gebruik van aardetinten. Nog iets opmerkelijks: bij bestudering van vroege tekeningen en aquarellen (1919) valt op dat hij eigenlijk beter tekent dan dat hij schildert. Hoe het ook zij, deze schitterende overzichtstentoonstelling is vooral dankzij de volledigheid een must voor iedere kunstliefhebber, jong en oud.

Muziek / Album

Langs de paden van de New Wave

recensie: The Killers – Hot Fuss

.

~

Het speciale van The Killers is misschien aan te geven met een kleine situatieschets. Tijdens de afgelopen editie van het Metropolis-festival stonden The Killers op het Rotown/Ekko/Paradiso-podium en speelden gewelddadig hard hun nummers voor het enigszins verbaasde publiek. Daarna pikte 3FM-DJ annex semi-enfant-terrible Giel Beelen het bandje op en draaide de onlangs tot 3FM-Megahit gebombardeerde single Somebody Told Me geheel grijs. De band heeft dus iets in huis wat zowel de mensen in de ‘alternatieve wereld’ als de liefhebbers van het muzikale behang aanspreekt. Het kan verkeren. Maar het is allemaal niet zo vreemd, want de band bezit een flinke dosis originaliteit en is bovenal behoorlijk catchy.

Voorbeelden

De nummers op Hot Fuss bewandelen het pad van de New Wave en nemen uit elke hoek iets karakteristieks mee, met als resultaat dat er uit de muziek van The Killers veel valt te destilleren. Voorbeelden als Duran Duran en New Order komen al snel boven drijven. Ook heeft het de kracht van een gemiddelde eendagsvlieg als King, maar daarnaast heeft het de houdbaarheid van de nummers van U2. Het snuffelt aan de glamrock, maar eigenlijk is het daar niet extravagant genoeg voor. Naast de enigszins dansbare singles Mr Brightside en Somebody Told Me kent de plaat ook nummers die meer in het verlengde van Talking Heads of The Smiths liggen. Verder is er een belangrijke rol weggelegd voor de soms aan Mauro Picotto denkende synthesizer (bijvoorbeeld in On Top), die vaak als een ijsbreker fungeert en sommige nummers totaal openbreekt of een sterke wending aankondigt.

Hoogtepunten

De plaat opent sterk met Jenny Was A Friend of Mine, waarin de bas, het orgel, de zang en de herkenbaarheid van alles het nummer richting de positie van ‘het sterkste nummer van Hot Fuss‘ schuift. Verder zijn naast de singles eventuele hoogtepunten te vinden in het typische jaren tachtig-achtige Smile Like You Mean It, het lekkere meezingnummer All These Things That I’ve Done, de Beatlesque gitaartjes in de bridge van het enigszins pedante Indie Rock & Roll en in het beklemmende en Air-achtige Everything Will Be Alright. Het maakt Hot Fuss tot een kleurrijke plaat die meerdere keren opgezet zal worden, in verschillende huiskamers, met verschillende toehoorders. De jaren tachtig zijn terug – lang leve de jaren tachtig!

Boeken / Fictie

‘en ik geloof in baarlijke liefde er staat wat er staat alsof het niets is’

recensie: Onhandig bloesemend

Goede dingen laten even op zich wachten, of de dichter in kwestie heeft het te druk met andere dingen. Op Ramsey Nasr (1974) lijkt vooral het laatste van toepassing. Behalve dichter is deze veelzijdige jongeman die eens voor Daniel Dee werd aangezien, schrijver, acteur en regisseur. Onhandig bloesemend is zijn tweede dichtbundel na 27 gedichten en Geen lied (2000). In de tussenliggende jaren was hij vooral bezig met schrijven van proza en toneel en acteren.

De bundel die uit drie delen bestaat, heeft een bijzonder karakter. De laatste twee delen ‘dichter liefde’ en ‘wintersonate (zonder piano en altviool)’ zijn beide geïnspireerd op een muziekstuk. Voor Nasr zelf is dat waarschijnlijk minder apart, omdat hij eerder twee liberetto’s schreef. In het eerste deel ‘voor de linkerhand’ zijn gedichten opgenomen, die op verschillende manieren aansluiten bij de rest van de bundel. In de gedichten zijn thema’s terug te vinden die in de andere twee gedeelten van de bundel voorkomen, zoals de inspiratie op Duitse dichters, de dood en de dichterspraktijk.

Het middelste gedeelte van de bundel is een bewerking van gedichten van Heinrich Heine op muziek gezet door Schubert, Dichter liebe. Nasr maakt veel gebruikt van natuurlijke elementen in dit gedeelte, maar dan vooral bloemen, die erop los bloesemen. De bloemen zijn soms bedoeld als beeldspraak, maar vaker ook deelnemers in de gedichten. Niet zoals in romantische poëzie is het natuurlijke de spiegel voor gevoelens.

Behalve het vertederende ‘onhandig bloesemend’ gebruikt Nasr het beeld van ‘baarlijke liefde’ een aantal keren, zoals in het gedicht dat voorop de bundel gedrukt staat, ‘wonderbaarlijke liefde’. Het is niet slechts vol zijn van een liefde, zwanger zijn van iets, maar een volkomener vorm van toewijding. Het is het resultaat van de opwinding, toewijdingen een bijna dierlijk genoegen.

    ik wreef haar in
en doorzichtig vernederend fonkelniezen
kwam over mij o wonder daar ging ik
men zou van minder uit schamen gaan
maar dit was mijn ziekte baarlijke liefde

~

Indrukwekkend is ook het derde deel, ‘wintersonate’. De instrumenten die dit sobere muziekstuk zouden moeten begeleiden, zijn wel hoorbaar in gedachten, maar er is vooral de pratende componist die ziek is, dood gaat, maar wil herinneren. De componist noemt namen op van vrienden, bekenden collega’s, die hij niet wil vergeten. Des te schrijnender is het dat het lijstje uit voor ons onbekenden bestaat. De eerste zinnen van het moderato zijn een bevestiging van wat de componist nog verborgen wil houden. ‘De dood wil besproken worden’: dat is wat hij doet in deze gedichten.

ik heb geprobeerd me te herinneren
een paar maal uit alle macht
ik dacht aan al mijn vrienden
en ik zag alleen maar lijken

    ik zag de slaaf die slaat

mijn vrienden
de dood is angstaanjagend
met niets daarachter

De gehele bundel is geschreven zonder hoofdletters, wat de associatie met Lucebert oproept, die een van de eersten was die dit deed. Deze Vijftiger is het meest nadrukkelijk aanwezig in het gedeelte ‘dichterliefde’. Zo roept het gedicht ‘de zielsduik’ de herinnering aan het gedicht ‘overhandig mij brekend’ van Lucebert op: ‘overhandig mij brekend / je peilloze bloem je kus / als een dar dolzinnig drijf ik / op het aqurel van de dorst’. Daarnaast klinken enkele regels van Nasr, die eenzelfde drift, erotisch klank en overstelpende cadans hebben.

ik wil werkelijk de zielsduik maken
als vroeger ik in leliekelken
zij in haar zuigende opvang van licht
waarmee ze de nacht overstelpte

Nasrs dichtregels buitelen over elkaar heen. Een gedicht is een stormvloed van woorden, neologismen, spreektaal. Het is niet altijd van belang precies te weten wat Nasr bedoelt, waar de beelden naar verwijzen, of om onbekende woorden in het woordenboek te zoeken. Het is de magie van het gedicht dat bij één keer lezen een indruk achter laat en uitnodigt tot herlezen, omdat je verbaasd bent, overdonderd of alleen nog mooi klanken wilt horen. Het staat er gewoon, alsof het niets is.

Theater / Voorstelling

Touwtrekken om een dichter

recensie: Het Pianomeer (Orkater)

De nagedachtenis van de Britse dichter Percey Shelley (1792-1822) zou vermoedelijk allang onder het stof der vergetelheid zijn verdwenen als hij niet de man was geweest van Mary Shelley, in 1818 de schepper van het monster Frankenstein. Percey Shelley was een man van heftige emoties en grote gebaren. Vrouwen vielen als een blok voor hem. Hij trouwde twee keer, en verwekte tijdens zijn eerste huwelijk alvast een kind bij zijn latere tweede vrouw, Mary. Nog geen dertig jaar oud verdronk hij toen zijn scheepje omsloeg voor de kust van Livorno in Italie.

~

De piepkleine-zaalvoorstelling Het Pianomeer, een zangspel voor drie vrouwen en een man, is losjes geïnspireerd op leven en dood van Percy Shelley. De voorstelling wordt gelanceerd onder de vlag van de prestigieuze muziektheatergroep Orkater, maar dat is een beetje te veel eer voor deze bescheiden vertelling.

Verdronken

~

Op de grond ligt een man. Roerloos. Zijn hoofd ligt in een plas. Morsdood is die man, met schip en al ten onder gegaan. Twee vrouwen sjorren hem op een baar. Ze proberen hem er een beetje netjes bij te laten liggen, maar het lijk werkt niet mee. Zijn mond zakt steeds open, zijn armen vallen van de baar. “Mijn man houdt van zeilen”, zegt de ene vrouw. Zij heeft hem, zingt ze, afgepakt van zijn eerste echtgenote. De andere vrouw houdt een medische verhandeling over wat er precies gebeurt in het lichaam wanneer een mens verdrinkt. Zij vindt dat de verdronkene ook haar geliefde is. Een derde vrouw zingt ondertussen treurige liederen vanachter een vleugel. Zij pleegde zelfmoord omdat de man haar ontrouw was.

Verplichte voorkennis

De dode die wij hier betreuren is Percey Shelley, de man van Mary. Mary Shelley pikte hem af van Harriët Westbrook, die met Shelley twee kinderen had. Harriët verdronk zichzelf toen Percey aan de boemel ging met Mary. De derde vrouw in dit zangspel, de jeugdige Claire Clairmont en in werkelijkheid de vlam van de dichter Lord Byron, hing er inderdaad ook nog ergens bij. Alleen – deze toedracht snap je als onvoorbereide toeschouwer op zijn vroegst pas halverwege deze muziektheatervoorstelling. Staat in het programmablad, had je van tevoren verplicht moeten lezen. Zonder deze voorkennis duurt het bij Het Pianomeer erg lang voordat je een touw kunt vastknopen aan het verhaal. Voor hetzelfde geld zit je hier te kijken naar drie Viva-meisjes die vechten om een vent.

Contrast

Toch is dit wel degelijk een charmante kleine voorstelling. Omdat ze feitelijk verstoken is van pretenties, afgezien van die schreeuwerige Orkater-vlag. Vooral mooi is het contrast tussen de hersenspinsels van de vrouwen en de nuchtere wereld waarin de man leeft. Mary (Mo Marcus), Claire (Jacqueline Boot) en Harriët (Marieke Snijders) verliezen zich in hun concurrentiestrijd om Percey (Michiel Sluysman). Het enige waarmee de vrouwen bezig zijn is romantiek.

Elektriciteit

Percey wordt op zijn beurt totaal in beslag genomen door zijn wetenschappelijke experimenten, voor hem zijn de vrouwen met hun gerivaliseer maar bijzaak. Hij is gegrepen door een uitvinding die op het puntje van zijn tong ligt, maar die hij net onvoldoende beheerst om er praktisch gebruik van te kunnen maken: elektriciteit, te destilleren uit bliksem. Dat is een knipoog naar wie Mary’s Frankenstein kent: haar uit lijken samengestelde monster wordt met behulp van blikseminslag tot leven gewekt. Uiteindelijk wordt juist die elektriciteit de Percey van Orkater fataal. De levenden hebben het nakijken, alleen de verdronken vrouw is eindelijk tevreden. In het licht van de eeuwigheid is de dood de enige winnaar.

Het Pianomeer toert tot en met 6 november 2004 door Nederland.

Muziek / Album

Opwindende experimenteerdrift

recensie: Björk - Medúlla

.

~

Björk kondigde tijdens de hierboven beschreven openingsceremonie van de Olympische Spelen, met behulp van het nummer Oceania, haar nieuwe album aan. En de geoefende luisteraar zal de langzame stijlveranderingen in het werk van Björk kunnen herkennen. Het wilde en het springerige van de platen Debut en Post is al lang achter de rug en de kunst van het geluid is wat zich plaat na plaat ontwikkelt. De schitterend expressieve stem is nog altijd dezelfde, het bombastische van vroeger is rondom haar weggevallen. Op de ondersteuning van meerdere geluidskunstenaars na, is Medúlla een leeg geheel dat wordt opgevuld met stemmen. Deze buitenissige vorm van minimalisme zorgt voor een vijfenveertig minuten durende trip door het timbre van het menselijke geluid.

Stemmen

De kracht van de plaat zit hem in de manier waarop Björk verschillende stemmen inzet en combineert. De vocalen van Mike Patton, Robert Wyatt (in Submarine), de human beatbox van the Roots, Rahzel (in Oceania) en de a cappella van het Japanse Dokaka werden schitterend bewerkt door mensen als Mark Bell, Valgeir Sigurdsson en de geluidskunstenaars van het Amerikaanse Matmos. Deze bewerkingen worden als achtergrondkoor ingezet, maar nog meer als instrumenten. Ook haar eigen stem bewerkte ze in meerdere toonhoogten dat resulteerde in een schitterende samenzang op het nummer The Pleasure Is All Mine. Bij het nummer Vökuró, waarbij ze zich liet ondersteunen door een IJslands koor, wordt de aandacht vooral getrokken door de klassieke en de gregoriaanse spanning rondom het nummer.

Experiment

Medúlla kent twee echte uitschieters die tevens de vreemde eenden in de bijt zijn. Een van de twee is het hierboven genoemde nummer Oceania. De andere is het prachtig melodieuze en bombastische Who Is It (Carry My Joy On The Left, Carry My Pain On The Right). Deze nummers hebben het karakter van een liedje, terwijl de andere songs op Medúlla van de gangbare songstructuur afstappen en meer een vorm van geluidsexperiment in zich dragen. Naast Oceania en Who Is It zorgen de experimenten met het menselijke geluid ervoor dat het album zelfs door de speakers van de radio heen mysterieus, magisch en opwindend klinkt. De voortdurende onderliggende spanning in de plaat maakt de zoveelste van Björk een opvallende in haar oeuvre.

Theater / Voorstelling

Een meesterlijke Keetje

recensie: Keetje van Heilbron (Toneelgroep Amsterdam)

Das Kätchen von Heilbron, zo luidt de originele titel van dit door Heinrich von Kleist (1777-1811) geschreven stuk. Von Kleist is zijn hele leven een outsider geweest, en het stuk is zijn enige stuk dat tijdens zijn leven is opgevoerd. Zijn hele leven was een puinhoop, en z’n carrière was nooit goed van de grond gekomen, dus hij hoopte met een positief en sprookjesachtig stuk eindelijk eens succes te krijgen. Keetje van Heilbron belichaamt alle illusies van Kleist over een wereld die niet de onze is, een wereld die ergens schommelt tussen de middeleeuwen en sprookjes. En in die wereld brengt Toneelgroep Amsterdam een meesterlijke Keetje ten tonele onder regie van Gerardjan Rijnders.

~

Geheimzinnigheid

Alles is donker, dan opeens uit het niets staan er twee mannen in wit licht. De blinddoeken gaan af. Stemmen achter ons, maar we kijken toch maar niet. We weten net zo weinig als de mannen op het podium. Al snel wordt duidelijk dat we in een rechtszaal zijn beland. Het Geheimzinnig Veemraadschap houdt zitting.

De Graaf en de stalker

~

Keetje van Heilbron vertelt het verhaal van een dochter van de smid, die weet dat ze haar droomprins op het witte paard heeft gevonden als zij Frederik, graaf Straal van Bliksem, ziet in de smederij van haar vader. Ze valt voor hem in het stof en volgt hem waar hij gaat. In zijn voetsporen loopt zij, in zijn stallen slaapt zij, dit is de man waar Keetje mee zal gaan trouwen. Ze heeft immers over hem gedroomd, de cherubijn heeft het haar toch zeker verteld? Maar de graaf moet niks van haar hebben: hij wordt er doodmoe van dat Keetje als een schoothondje achter hem aanloopt. Maar dat verandert als Frederik haar beveelt om hem niet meer te volgen, hem te vergeten en terug te keren naar haar vader. Na een reeks onwaarschijnlijke avonturen door bossen, water en rotsen komen we uiteindelijk terecht in Straal, waar een bruiloft wordt voorbereid. Frederik gaat trouwen met de Jonkvrouw Kunigonde, en hij vraagt Keetje om een speciale gunst. Een hoop raadsels en geheimen worden opgelost in het laatste gedeelte van het toneelstuk en alle stukken vallen in elkaar, ook al zweven die boven het toneel.

Rood

Rood is de kleur die volop aanwezig is in het decor. Rood, de kleur van de onvoorwaardelijke liefde, maar ook van de brand in Toernek. Van een bos met draden verandert het decor in een rotsachtig landschap, om op het eind te veranderen in een schitterende trouwzaal. Een opvallende persoon is vooral de moeder van Frederik. Een stijf afgemeten vrouw, die haar kapsel wel aan Beatrix zou kunnen geven. Een geweldige stijfheid en mise en scène. Om over de keizer nog maar te zwijgen. Een stem en een intonatie waar je wel om moet lachen.

Rijnders

Al met al kunnen we stellen dat Gerardjan Rijnders en de cast erin geslaagd zijn een sprookjesachtige komedie neer te zetten die echt geschikt is voor iedereen. Zeer goed gespeeld; zo goed zelfs, dat je echt even met je ogen moet knipperen als opeens het zaallicht weer aangaat en degene naast je vraagt wanneer je nog eens opstaat.

Keetje van Heilbron is nog tot en met 6 november 2004 in de theaters te zien.