Muziek / Album

Meer van het choquerende zelfde

recensie: Rammstein - Reise Reise

Rammstein. De band gaat al sinds haar oprichting gepaard met amok en ontsteltenis. Alleen al de verwijzing naar het plaatsje Ramstein (met één m), waar een groot ongeluk gebeurde op een Amerikaanse vliegbasis, liegt er niet om. Het is choqueren om het choqueren. De relletjes bleven dan ook niet uit; de aanstootgevende videoclips volgden elkander op, en teksten als “buck dich / dein gesicht interessiert mich nicht” deden wenkbrauwen fronsen. Waar Rammstein nog wel het meest last mee had was het Columbine High School schietincident, waarbij naar verluidt de daders Rammstein-fanatici waren.

Toch moeten al die choquerende uitingen met een flinke korrel zout genomen. De stage-act van Rammstein is pompeus en theatraal, compleet met enorme dildo’s en vuurspuwers. Maar wie af en toe eens naar experimenteel theater gaat ziet vergelijkbare zaken.

Industrieel

~

Rammsteins’ imago is die van een industriële band. Dat is niets nieuws onder de zon; na de val van de muur wel meer van dit soort kunstuitingen tegengekomen uit het Oostblok. Rammstein combineert dit met snoeiharde gitaren, orgeltjes en vrouwenkoren. Nederlanders zijn al snel geneigd het Duits een militaristische en schreeuwerige taal te vinden – wat onzin is, het Duits is onnoemelijk veel poëtischer dan het Nederlands – en zanger Till Lindemann maakt van dit vooroordeel dankbaar gebruik.

Normen en waarden

Om kort te gaan: zo aanstootgevend is Rammstein helemaal niet. Het is vooral het mainstream publiek – zeg maar het boe-roepende Ricky Lake- en Jerry Springer-publiek – dat meteen de discussie op gang wil brengen over normen en waarden met de moraal aan haar zijde. Dit schokeffect beoogt Rammstein op deze plaat ook weer, door teksten over het incident van twee mannen die elkaar vinden op het internet; de één hongert naar mensenvlees, de ander biedt zich aan als voer. Mein Teil (mijn lid) handelt hierover: eerst nuttigen ze samen het lid van het ‘slachtoffer’. Dàt is volgens Rammstein romantiek.

Meer van hetzelfde

Verder is Reise Reise eigenlijk méér van hetzelfde. Rammstein lijkt definitief tot de mainstream doorgedrongen te zijn en dat vinden ze ook niet erg. Het nieuwe album is het softste tot nu toe; getuige nummers als Dalai Lama en het enige echt verassende nummer Los. Laatstgenoemde is opgebouwd rond een simpel groovy gitaarloopje, heeft enige spanning in zich en doet wat denken aan Soundgarden. Al met al is Reise Reise best een geinige plaat – zoals het melige Amerika: “We’re all living in Amerika / Amerika is wonderbar (…) Coca-Cola, Wunderbra”. Verder is er weinig nieuws onder de zon. Maar het blijft wel prettig dat Rammstein een band is met zelfspot, want daar ontbreekt het in het genre nogal eens aan.

Film / Films

De perfecte film

recensie: The Five Obstructions

.

~

Het spel van The Five Obstructions begon in 2000 met een e-mail van Von Trier aan zijn vriend en inspirator Jørgen Leth, waarin hij voorstelde vijf remakes te maken van Leths korte film The Perfect Human. Deze remakes zouden daarbij steeds moeten voldoen aan enkele door von Trier bedachte regels. Leth, het experiment niet schuwend, neemt de uitdaging aan. Wat volgt is een fascinerend en speels duel tussen twee zeer getalenteerde filmmakers. Von Trier zet Leth de ene na de andere hak, maar Leth laat zich niet voor een gat vangen. Hij gaat aan de slag en klaart de klus. Met verbluffend resultaat. Er ontstaan vijf prachtige filmpjes.

De obstakels

~

Het eerste obstakel is vrijwel onmogelijk om goed uit te voeren. Leth, die normaal veel gebruik maakt van lange shots, mag van von Trier slechts twaalf frames (dat is ongeveer een halve seconde) per shot gebruiken. De opdracht lijkt onmogelijk, maar Leth verzint een oplossing die een verassend fris resultaat teweeg brengt. Een andere obstakel houdt in dat Leth zijn remake op de meest afschuwelijke plek ter wereld moet maken. Dit blijkt voor Leth het red light district in Bombay te zijn. Als dit filmpje door Von Trier wordt afgekeurd, moet hij hem of opnieuw doen, of een film zonder regels maken. Leth kiest voor het laatste. Ondanks het feit dat zowel Von Trier als Leth cartoons haten, is weer een ander obstakel het maken van een cartoon.

De perfecte mens

Alle vijf filmpjes zijn gebaseerd op Leths The Perfect Human uit 1967, waarvan we in The Five Obstructions ook verschillende fragmenten te zien krijgen. The Perfect Human is een poëtisch meesterwerk dat vooral tot stand komt door de interactie tussen woord en beeld. We zien een lege, witte ruimte waarin een man (en soms een vrouw) kleine alledaagse handelingen verricht. Hij stopt een pijp, eet een maaltijd, knipt zijn nagels en kleedt zich uit. De voice-over (Leths stem) maakt enkele vragende en beschrijvende opmerkingen bij deze beelden. ‘Wat doet de perfecte mens?’ – ‘Wie is hij?’ – ‘Kijk naar de perfecte mens en hoe hij beweegt.’ Een perfectie die zich nu eens niet uit in bovenmenselijk heldendaden, maar in eenvoudige, haast alledaagse handelingen.

Wie is deze man? Wie is deze Jørgen Leth en waarom hebben we nog niet eerder van hem gehoord? In Denemarken is hij een beroemdheid, hetgeen hij vooral te danken heeft aan zijn radioverslagen van de Tour de France. Verder is hij ook nog een gevierd dichter, documentairemaker, antropoloog, jazzjournalist, en filmdocent. Hij heeft zo’n veertig films op zijn naam staan, waarvan de bekendste vermoedelijk de documentaire 66 Scenes from America (1981) is.

Een curieuze hommage

~

The Five Obstructions vormt een kruisbestuiving tussen de documentaire en de kunstfilm. Tussen de filmpjes door zien we de gesprekken tussen Von Trier en Leth, die door de speelse en kameraadschappelijke toon een groot gedeelte van het plezier van de film uitmaken. Verder zien we ook hoe Leth met de obstakels worstelt en welke oplossingen hij verzint. ‘Zo maakt de perfecte mens films.’ – ‘Kijk naar hem, hij maakt een film.’ Aldus het plagerige commentaar van Von Trier, die met deze film vooral een curieuze hommage aan zijn held Jørgen Leth geeft.

Von Trier doet wat alleen gekken en geniën doen: hij gaat door tot op het bot. Dit doet hij niet alleen in zijn films, maar ook in zijn omgang met acteurs en collega’s. Leths neiging tot perfectie kan hem daarom nauwelijks vreemd zijn. Met zijn eigen films heeft Von Trier bewezen een gedreven, bijna bezeten perfectionist te zijn die abstracties niet schuwt. Hij wil dan ook niet zozeer afrekenen met Leths streven naar volmaaktheid, maar diens professionele houding – de afstand die Leth bewaart tot zijn onderwerp – aan de kaak stellen. Dat is de inzet van het spel dat hij speelt en Leth weet dat.

Menselijk

De obstakels die Von Trier opwerpt zijn stuk voor stuk bedoeld om Leth te dwingen een andere verhouding tot zijn onderwerp in te nemen. Von Trier wil Leth dwingen menselijk te worden, om hem zo van een afstandelijke God in een betrokken deelnemer te veranderen. Von Trier wil Leth breken. Niet omdat hij een egoïstische sadist is, maar omdat hij ervan overtuigd is dat op die manier de waarheid aan het licht komt (zoals blijkt uit zijn eerdere films Dogville en Breaking the Waves). Leth laat zich echter niet breken en zet zijn eigen ideeën tegenover die van Von Trier. Twee tegengestelde esthetica’s ontmoeten elkaar, botsen, en blijven beide overeind staan. Dat is de kracht van deze film.

In zekere zin faalt Von Trier, aangezien de obstakels Leths creativiteit alleen maar stimuleren. Natuurlijk had Von Trier dit kunnen verwachten. Leth staat er namelijk bekend om dat hij zichzelf regels oplegt bij het maken van zijn films, omdat die hem dwingen inventief en vernieuwend te zijn. De regels konden dus nauwelijks een straf voor hem zijn. Dat Von Trier dit heel goed besefte, blijkt uit de ironische brief (het vijfde obstakel) waarmee de film besluit. Von Trier, de ironicus, laat Leth daarin spottend zeggen: ‘Hoe valt de perfecte mens?’ – ‘Zo valt de perfecte mens.’

Het is een val die je niet mag missen.

Film / Films

Tegenpolen

recensie: Starsky & Hutch

Het verfilmen van populaire televisieseries uit de jaren zeventig lijkt de laatste tijd een trend. Na Mod Squad en Charlie’s Angels moest ook de politieserie Starsky & Hutch eraan geloven. Hoewel de verhaallijn zwak is, weten de acteurs er één groot feest van te maken.

~

hoofdrolspelers Ben Stiller als David Starsky en Owen Wilson als Ken “Hutch” Hutchinson zijn uitgedost in bizarre jaren zeventig-outfits met gekke kapsels en nepsnorren. het duo speelde zesmaal eerder samen en dat is duidelijk te merken: ze zijn volledig op elkaar ingespeeld en hun plezier brengen ze over op het scherm. Dit is meteen ook de kracht van de film. Het clichématige gegeven van twee partners die elkaars tegenpolen zijn wordt goedgemaakt door de charmante wijze waarop Owen en Stiller hier invulling aan geven.

Snoop Dogg

~

Starsky als overijverige, gedreven ‘crimefighter’ en de relaxte Hutch die het als agent zelf ook niet zo nauw neemt met de wet zorgen voor grappige situaties. Hun eerste taak begint als er een lijk aanspoelt. Volgens Hutch gaat het bij gedumpte lijken in het water vaak om moeilijk oplosbare moorden, dus oppert hij het lichaam terug te duwen in zee naar een ander district. Iets wat uiteraard volstrekt indruist tegen de principes van Starsky. Al gauw komt het duo met behulp van informant Huggy Bear (een briljante bijrol van Snoop Dogg) op het spoor van drugsbaron Reese Feldman (Vince Vaughn). Gedurende de hele film proberen ze hem te pakken te krijgen, wat natuurlijk niet zonder slag of stoot gaat.

Extra’s

~

De DVD bevat een behoorlijk aantal extra’s. De toegevoegde waarde hiervan is echter niet erg groot. De schijf bevat de mogelijkheid de hele film nogmaals te bekijken met commentaar van de regisseur. Op zich een leuk aspect, alleen vertelt Todd Phillips niet bepaald boeiend. Zo grappig als de film is, zo saai en monotoon legt hij uit hoe de scènes tot stand zijn gekomen. Bij het filmpje The code is mode for the bear showt Snoop Dogg nogmaals zijn over-de-top outfits. Als we een Kijkje op de plaats delict nemen, zien we een aantal acteurs en de regisseur aan het woord. Hierin halen ze elkaar en de film naar beneden, wat grappig moet zijn maar het niet is. In de film komen de acteurs leuk uit de hoek, maar hier slaan ze de plank mis.

Bloopers

De niet eerder vertoonde scènes zijn terecht verwijderd. Deze voegen namelijk niets toe aan de film. In de scènes wordt de verstandhouding tussen Starsky en Hutch geschetst, zoals een dialoog waarin Starsky zijn partner de les leest over zijn gedrag. Dit komt in de film echter al voldoende naar voren. Ook kunnen we de bloopers op de set bekijken. Erg grappig zijn de bloopers niet, het gaat voornamelijk om shots waar Stiller en Owen hun lach niet kunnen inhouden, maar dat is voor de kijker niet erg boeiend om te zien.

De extra’s voegen weinig toe aan de dvd, maar Starsky & Hutch blijft een leuke film om een avondje met je vrienden te gaan kijken.

Kunst / Expo binnenland

Lichte thema’s op jubileumexpositie fotomuseum

recensie: Take Five!

Het Amsterdamse fotografiemuseum Huis Marseille bestond op 18 september jl. vijf jaar en dat wordt gevierd met Take Five!, een overzichtstentoonstelling van de eigen collectie van het museum (die onderdeel is van de verzameling De Pont). De collectie herbergt nationaal en internationaal befaamde fotografen en is gedurende het vijfjarig bestaan uitgegroeid van 50 tot 165 werken.

Craigie Horsfield – La Paloma, carrer Tigres, Barcelona, Febre 1996, 1996

Zo’n groot aantal werken is in het oude grachtenhuis waarin het museum is gevestigd niet in zijn geheel te tonen. Daarom hebben de samenstellers van de tentoonstelling een keuze gemaakt aan de hand van thema’s die zijn terug te vinden in de collectie. In de twee grootste zalen worden de thema’s Camera Lucida, het georkestreerde licht, en Donkere kamer, zwart en nacht, gepresenteerd. Bij de ‘licht’werken valt vooral de diepte in de foto’s op. Ze zijn tot in de verste verte scherp en het lijkt wel of je bijna door een raam naar buiten kijkt. Bijzonder is bijvoorbeeld een werk van Axel Hütte, waarbij een foto in tweeën is geknipt, vervolgens gigantisch is opgeblazen en in twee lijsten is opgehangen. Hierdoor word je gedwongen de foto als twee aparte werken te bekijken.

De werken in de ‘Donkere kamer’ zijn heel donker, maar het is juist het licht in de foto’s dat ze zo bijzonder maakt. Het gevoel van de nacht wordt daardoor nog eens extra benadrukt. Foto’s van Alex Hütte en Andreas Gursky zijn heel warm, terwijl een wazig beeld van een auto van Thomas Ruff juist heel griezelig is. Een op het eerste gezicht wat detonerende foto van een dansavond voor ouderen in Barcelona van Craigie Horsfield geeft de lol, maar ook de loosheid van het nachtleven treffend weer.

Verhalende fotografie

Teresa Hubbard en Alexander Birchler – Eight, 2001

Een bijzondere plaats in de tentoonstelling nemen twee video’s van Teresa Hubbard en Alexander Birchler in. Eight uit 2001 wordt op groot scherm geprojecteerd en wordt in een loop afgespeeld, waardoor je niet precies weet waar het begin van het verhaal zit. Een meisje kijkt op een feestje door het raam naar buiten terwijl het regent, waarop de camera naar buiten gaat waar hij inzoomt op een verregend tuinfeest. Op een gegeven moment komt het meisje weer in beeld terwijl ze geconcentreerd in de stromende regen een stuk taart afsnijdt, waarop de camera zich weer naar binnen richt enzovoort. Iets minder voor de hand liggend is de nieuwe video van het duo House with Pool (2004) die, net als de foto’s van Sarah Jones in het tuinhuis, de suggestie wekt van een verhaal, terwijl dat verhaal in feite niet eenvoudig aan de kijker wordt prijsgegeven. Door hun alledaagse mystiek zijn deze werken daarom wel de spannendste van de tentoonstelling.

Op reis

In het pand naast Huis Marseille, waar normaal de KunstKamers zijn gevestigd, is speciaal voor deze jubileumtentoonstelling ook werk uit de collectie te zien. De bezoeker moet er even voor op pad (trapje af, vijf meter lopen, trapje op) en krijgt ter plekke documentaire (reis-)fotografie te zien. De meeste foto’s tonen jonge mensen en kinderen in vaak uitzichtloze situaties (armoede, kinderarbeid, een jeugdgevangenis in Siberië) maar ook zijn er beelden van spelende kinderen. De foto’s van Robert van der Hilst vallen echter een beetje uit de toon bij de andere vrij sobere foto’s. Ze hebben net een te hoog National Geographic-gehalte, ze zijn net iets te gelikt.

Niks schokkends

Naoya Hatakeyama – Blast #5707, 1995

Opvallend aan de geëxposeerde werken en het complete collectieoverzicht in de prachtige catalogus bij de tentoonstelling, is dat de collectie van Huis Marseille geen choquerende foto’s bevat. Dus geen foto’s van lijken van Andres Serrano of kitscherige homo-erotiek van Erwin Olaf of anderszins aanstootgevende foto’s. Eigenlijk is dat wel eens prettig. Terwijl het lijkt of andere musea het tegenwoordig moeten hebben van opzienbarende tentoonstellingen gaat Huis Marseille gewoon voor mooie en intrigerende foto’s die de kijker net zo hard aan het denken krijgen. De enige foto die enigszins in de richting van de stijl van Erwin Olaf gaat is An Inner Dialogue With Frida Kahlo van Yasumasa Morimura, die wel mooi past bij de foto The Doubting Of Sint Thomas, After Caravaggio van Vic Muniz, een in chocolade uitgevoerd schilderij. Helaas hangt het daar niet bij.

Om meer van de collectie te kunnen tonen wordt in de Kleine Zaal gedurende de expositieperiode twee keer gewisseld van exposant, zodat fotografen van wie meer werk aanwezig is vaker aan bod kunnen komen. Begonnen is met Naoya Hatakeyama, waarvan twee spectaculaire foto’s zijn te zien van ontploffend gesteente (naast vier heel gloedvolle nachtopnames van een rivier die door een betonnen bedding door een Japanse stad loopt). Op 18 oktober respectievelijk 15 november zal werk van Jaqueline Hassink en Anton Corbijn de ruimte vullen. De staf van dit charmante museum zorgt er zo voor dat Take Five! een goede doorsnede is van de collectie van Huis Marseille, een collectie die zeker de moeite van het bekijken waard is.

Muziek / Album

Twee voor de prijs van één

recensie: Nick Cave & The Bad Seeds – Abattoir Blues / The Lyre of Orpheus

Nick Cave pakt de laatste tijd flink uit. Een paar maanden geleden werden zijn video’s op dvd geperst, begin volgend jaar komt er een album met b-kantjes en rariteiten uit en nu is de dubbelplaat Abattoir Blues / The Lyre of Orpheus op de markt. De fans worden dus behoorlijk verwend, hoewel sommigen reeds vrezen dat al deze ‘vrijgevigheid’ duidt op een naderend einde van Caves muzikale carrière: stoppen op een hoogtepunt en nog even alles dat op de plank ligt aan de man brengen. Maar daarvoor zijn gelukkig geen serieuze aanwijzingen.

~

Abattoir Blues / The Lyre of Orpheus is een bijzondere dubbellaar. Cave heeft er niet voor niets voor gekozen beide schijfjes een eigen titel mee te geven. Abattoir Blues rockt duidelijk meer dan The Lyre of Orpheus, maar helemaal verschillende platen zijn het toch ook weer niet. Vooral opvallend zijn de gospelkoren die op beide schijfjes veelvuldig voorkomen. Cave, die altijd al zijn inspiratie vond in bijbelse en mythische teksten, verwijst ook op dit album weer veelvuldig naar het spirituele. Niet alleen met de gospelmuziek, maar ook, als vanouds, in de teksten. Zo opent het eerste nummer van Abattoir Blues met een “Get ready for love!” schreeuwende Nick Cave, waarop het gospelkoor invalt met een mooi-zoetig “Praise Him!”

Schoonmakers

Werkelijk loven doet Cave echter niet. Hoewel hij gelovig is, moet hij niets hebben van de geïnstitutionaliseerde God. Die afkeer spreekt onder meer uit zijn verwoording van het kerkelijk geloven: “Praise Him till you’ve forgotten what you’re praising Him for. Then praise Him a little bit more.” In O Children, het laatste nummer van The Lyre of Orpheus, waarschuwt hij zelfs tegen de gevaren van kerkelijk en sektarisch geloven. De evangelisten komen als ‘schoonmakers’ die pretenderen je te willen helpen, maar je onderwijl hersenspoelen. Zijn afkeer van geïnstitutionaliseerd geloven spreekt ook uit het vervolg van Get Ready For Love. De ik-figuur heeft de Heiland overal gezocht, maar nergens gevonden. Tot het moment dat hij op de bank zat te niksen, opkeek, en Zijn gezicht in de ogen van een vrouw zag. Caves God schuilt ondermeer in persoonlijk geluk.

Afscheid van Blixa

Ondanks het gospelkoor en de religieuze teksten zijn deze twee platen allerminst zoetsappige tussendoortjes. Cave wisselt, zeker op Abattoir Blues, stevige rock moeiteloos af met ingetogener werk. Niet de zanger achter zijn piano zoals we die kennen van ondermeer The Boatman’s Call; Cave speelt duidelijk samen met zijn band. Het ingetogene schuilt nu in een terughoudende gitaar, waar die vroeger nog al eens ongegeneerd scheurde. Dat de Bad Seeds nauw bij dit album betrokken zijn, blijkt ook uit de Fable of the Brown Ape. Dit prachtige lied verhaalt over ‘farmer Emmerich’, waarmee Cave verwijst naar Blixa Bargeld. Bargeld verbrak vorig jaar maart de twintig jaar durende samenwerking met Cave omdat hij te weinig ruimte zag voor zijn eigen ideeën. Hij koos ervoor uit de Bad Seeds te stappen en zijn energie in ondermeer het aloude project Einstürzende Neubauten te steken. De Fable of the Brown Ape is met het refrein “So long – Goodbye – Farewell” een mooi afscheid voor Blixa. Een welgemeend vaarwel op een prachtige dubbellaar, waarmee Cave bewijst nog niet te hoeven denken aan stoppen. Hij blijft zoeken naar nieuwe wegen, en weet ze op dit album goed te bewandelen met de prachtige gospelachtige koren en het afwisselend wildere en ingetogener spel.

Theater / Voorstelling

Bizarre ontmoetingen uit het leven

recensie: De man met vijf vingers (Hotel Modern)

Soms zie je een voorstelling waar je totaal door wordt verrast. En hoe je het ook probeert, de woorden vinden om het stuk te omschrijven is moeilijk. Dat geldt ook voor De man met de vijf vingers van theatergroep Hotel Modern. Het zit hem vooral in de kleine details. Vloeiend smeden de artistieke leiders beeldende kunst, objecttheater, toneel, muziek en film als gelijkwaardige componenten samen in een voorstelling.

~

Hotel Modern schept in het theater een universum waarin het stormachtig huwelijk tussen de dood en het leven wordt beleefd. Met behulp van camera’s, poppen en een componist vertelt de groep ware en verzonnen verhalen. Een zwarte revue: vrolijk, triest en wreed. Midden op toneel staat een groot scherm en aan de zijkant staan kartonnen maquettes. Het lijken onderdelen van een groot poppenhuis. Met een vingercamera kijken we binnen. En bizar genoeg blijken het stuk voor stuk doodsplekken te zijn. Zelfs een zonnige strand blijkt het toneel te zijn voor een morbide tafereel. Een badgast heeft te lang in de zon gelegen en is letterlijk verbrand. De overgang naar de verschillende plekken gaat via het stopcontact.

Hoorspel

~

Live spel, hoorspel en kijkdozen komen vloeiend samen in een ontmoeting tussen een dame en een eenhoorn. Het scherm op het toneel dient dit keer op een bijzondere manier als decor. Verschillende handelingen op het toneel worden tot uitvoering gebracht in een kartonnen maquette en krijgen een vervolg op het scherm. Wanneer de dame op het toneel haar jas ophangt aan het scherm valt het meteen op de grond, maar op het scherm blijft de jas op een kapstok hangen. Ieder geluid op het toneel komt uit de koker van de componist. Het openen van de deur, het aansteken van een kaars en de hakken van de dame op de vloer.

Een lach en een traan

Lachen en ontroering blijken bij Hotel Modern dichtbij elkaar te liggen. Ligt het publiek eerst nog onder de stoelen van het lachen om een dadaïstische voordracht over autotypes die eindigen op een A, momenten erna worden we ontroerd door het verhaal van een Joods gezin in de oorlog. Eén van de artistieke leidsters vertelt het verhaal van haar opa, geïllustreerd door bewegende maquettes en gekleide poppetjes. Wat opvalt is dat de er tijd wordt genomen voor de overgang van de verschillende stukken. Tijdens het opbouwen voor de set van het oorlogsverhaal kijkt het publiek toe hoe de karren met maquettes van achter het scherm naar voren werden gereden en worden opgezet.

Uit het leven

~

De verhalen zijn geïnspireerd om de dagelijkse gebeurtenissen in het nieuws en op straat. Hotel Modern slaagt erin een tragedie als de aanval op het WTC in Amerika op humoristische wijze weer te geven. Met behulp van kleipoppetjes en maquettes ziet het publiek op het scherm de gebeurtenissen in het vliegtuig en het gebouw op het moment van de ramp.

Bizarre fantasie

Een bizarre fantasie en het verlangen om verschillende kunstvormen te mengen, bindt de drie artistieke leiders. De bijzondere voorstellingen van Hotel Modern worden zowel in Nederland als in het buitenland gewaardeerd. In 2002 namen ze de Erik Vosprijs in ontvangst voor jonge theatermakers, en vorig jaar werden ze door ARTE gekozen als vertegenwoordiger van de Prix de Coppet voor jonge kunstenaars die zich onderscheiden in originaliteit en verscheidenheid.

De man met vijf vingers is nog tot 22 januari 2005 in de theaters te zien.

Muziek / Album

Hoge verwachtingen worden fataal

recensie: Solex – The Laughing Stock of Indie Rock

‘De sample-pop van Solex hoort al jaren tot het betere knip- en plakwerk’ en ‘Solex is het beste wat Nederlandse popmuziek in de laatste jaren heeft voortgebracht’ zijn naar open deurtjes riekende stellingen en kunnen de kritische blik deels verlammen, waardoor de recensent te snel in zijn handen klapt en Solex weer een positieve recensie in haar plakboek kan plakken. Nu is er de vierde langspeler van de Amsterdamse en opnieuw dreigt het loftuitingen te gaan regenen. Maar bij ondergetekende blijven de positieve woorden na de eerste luisterbeurt van The Laughing Stock of Indie Rock in de pen zitten. Dat het niet aan de opgedroogde inkt ligt, mag duidelijk zijn.

~

Van Liesbeth Esselink alias Solex is bekend dat ze uit de platenbakken van haar winkeltje de meest vage langspelers haalt om samples van te plukken en daarmee nummers maakt. Het is dit bekende Solex-recept dat bij de vierde plaat gaat vervelen. Ondanks het aantal typische Solex-nummers weet Esselink de boel enigszins op te fleuren met een paar van het bijna vaste stramien afwijkende nummers, waardoor The Laughing Stock of Indie Rock enigszins creatief te noemen is. De creativiteit zit zelfs in de titels van de nummers. Bijvoorbeeld het zevende nummer Fold Your Hands Child, You Walk Like an Egyptian waarin Belle & Sebastian wordt gecombineerd met The Bangles.

Diversiteit nekt

De drang naar inventiviteit maakt dat The Laughing Stock of Indie Rock zo divers is dat je niet weet wat Solex daadwerkelijk wil vertellen. Ze is er zelf ook nog niet uit. De opener, het fijne Yadda Yadda Yadda No. 1, trekt je in een bepaalde richting, terwijl die richting bij het volgende nummer alweer wordt verlaten. De ene keer is het samplepop wat de klok slaat, de andere keer is het Solex’ kijk op indie rock. De kroon wordt gespannen bij het laatste, tevens meest afwijkende nummer van de plaat, You’ve Got Me, waarin gitarist De Groot en Esselink tegen elkaar aan jammen.

Sterker vergelijkingsmateriaal

Naast de genoemde nummers krijgen ook My B-sides Rock Your World en Hot Diggitydog Run Run Run het stempel ‘goedgekeurd’. Maar ondanks deze hoogtepunten haalt de plaat nergens het niveau van toppers van weleer als One Louder Solex of Randy Costanza, waardoor The Laughing Stock of Indie Rock in zijn totaliteit meer blijft voortkabbelen en het niet echt kan boeien, zoals Solex vs. The Hitmeister en Pick Up dat wel konden. Jammer genoeg blijft de vierde van Solex qua inventiviteit en originaliteit achter bij de verwachtingen.

Film / Films

Zware onderwerpen in een licht jasje

recensie: Simon

Hoeveel synoniemen zijn er te bedenken voor iemand met een lapje voor haar oog? In de film Simon komen ze vermoedelijk allemaal voorbij, om nog niet te spreken van de grapjes en weddenschappen die erover gemaakt worden. De nieuwe film van Eddy Terstall staat bol van de goed bekkende oneliners en (taal)grapjes, maar biedt meer dan alleen humor. Terstall maakte een film over vriendschap, maar ook over ziek zijn en afscheid nemen. Een film met een zwaar onderwerp, zonder de gebruikelijke Terstall-luchtigheid te verliezen.

“Toch een mooi woord hè, verneukeratief?”
“Jezus, hoe kan een woord nou mooi zijn?!”

~

Hoewel het één van de hoofdrolspeelsters is die deze laatste zin uitspreekt, is het duidelijk dat regisseur en scenarioschrijver Terstall het beslist niet met haar eens kan zijn. Tenminste, wanneer je kijkt, en natuurlijk vooral luistert, naar de dialogen in Simon. De man die eerder films maakte als Hufters en hofdames (1997), De boekverfilming (1998) en Rent-a-Friend (2000) heeft zichtbaar genoten van het bedenken van de vele oneliners en grappen van zijn personages. Hij bewijst dat woorden wel degelijk mooi kunnen zijn. Of op zijn minst raak en grappig.

Vrije jongen en homofiele student

De film gaat van start wanneer Camiel bijna van zijn sokken wordt gereden als hij de weg wil oversteken. De roekeloze chauffeur blijkt een oude vriend van hem te zijn: Simon. Eind jaren tachtig ontmoetten ze elkaar op een soortgelijke manier waarna Camiel, een homofiele tandarts in opleiding, en Simon, een stoere vrije jongen die zijn geld verdient met het runnen van zijn eigen coffeeshop en strandtent, goed bevriend raken.

Vrienden herenigd

~

Aangetrokken door het vrije leven dat Simon en zijn vrienden leiden, gaat hij in op het aanbod van Simon om mee te gaan op vakantie naar Thailand. Daar aangekomen wordt zijn vriendschap met Simon ernstig op de proef gesteld, waarna de twee elkaar uit het oog verliezen. Na de bijna-aanrijding veertien jaar later, wordt het contact tussen de oude vrienden hernieuwd. Simon blijkt intussen ernstig ziek, maar doet daar opvallend luchtig over. Camiel, die inmiddels samenwoont met advocaat Bram, maakt al snel weer deel uit van het hechte groepje vrienden rond Simon. Ook raakt hij goed bevriend met Joy, Simons twintigjarige dochter.

Seksistische grappen

De vrolijkheid en misschien zelfs wel oppervlakkigheid van vroeger heeft sinds de hereniging plaatsgemaakt voor een meer serieuze vriendschap. Gelukkig heeft Terstall wel weten te voorkomen dat er een stijlbreuk ontstaat tussen het ‘jonge-vrienden-deel’ en het ‘zieke-Simon-deel’. Hoewel het leven van de vrienden intussen zwaarder, of misschien gewoon echter, is geworden blijft de toon van de film hetzelfde. Nog steeds vliegen de seksistische en homofobe grappen je om de oren. Vasthouden aan humor en zelfrelativering is voor Simon dé manier om op de been te blijven. Zelfs een eventuele euthanasiedatum wordt zo gepland dat hij een belangrijke voetbalwedstrijd niet hoeft te missen.

Lach en een traan

Zelf omschrijft Terstall Simon als een film over liefde, vriendschap en ziek zijn. Toch is het allesbehalve een deprimerende film. De luchtige manier waarop de hoofdpersoon tegen het leven aankijkt, maakt dat Simon, hoe clichématig het ook klinkt, bij veel bezoekers zowel een lach als een traan zal weten te ontlokken. Dat Terstall de rol van de twintigjarige dochter Joy laat spelen door Nadja Hüpscher, een actrice die inmiddels de dertig gepasseerd is, zien we voor deze keer dan maar door de vingers.

Film / Films

RTL Boulevard op het witte doek

recensie: Ellis in Glamourland

Hoe trouw ik een miljonair? Dat wilden de dames graag weten. Met hun mantel hadden ze al vast hun stoel gereserveerd. Even voelde ik de neiging om de jassen weg te pakken en er zelf te gaan zitten. Ik beheerste me.

~

Pas toen de lampen doofden, kwamen de dames. Ik wilde een rotopmerking maken, maar hield pardoes mijn mond. Naast me zat hoofdrolspeelster Linda de Mol. Voor mij was het alsof ik zelf voor een moment deel werd van de film. Voor Linda de Mol was het de eerste keer dat ze in een romantische komedie speelde: ‘Ik droomde er al van toen ik zestien was, maar kon steeds geen passend script vinden. Dit scenario maakte me pas helemaal blij.’

Joan Collins

~

Ellis in Glamourland vertelt het verhaal van Ellis. Als bijstandsmoeder kan ze de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. Haar man betaalt geen alimentatie maar koopt wel een bankstel voor zijn nieuwe vriendin. Om voor zichzelf en haar zoontje Thijsje (Hylke de Haan) geld te verdienen, maakt Ellis hotels schoon. Daar wordt ze ontdekt door de Britse Susan (de frikkerige Joan Collins). Deze ster uit Dynasty geeft de cursus How To Marry A Millionaire. Zodra ze Ellis ontdekt, begint ze te kirren als professor Higgings in Pygmalion: ze biedt Ellis een gratis cursus aan.

Hunkerende miljonairs

In een mum van tijd wordt Ellis omringd door hunkerende miljonairs. Van de snel rijk geworden patser Jack (Tjebbo Gerritsma) tot de toegewijde Meindert-Jan (Kees Hulst). En dan is er ook nog Gijs (Chris Tates), de trotse bezitter van Ladykiller. Ellis bespeelt ze allemaal volgens de regels van de cursus. Scenarist Misscha Alexander en regisseur Pieter Kramer laten haar tenslotte kiezen: wordt het rijkdom, stabiliteit of passie?

Ruud Gullit

De ene Vip-party na de andere buitelt over het scherm. Ruud Gullit verkoopt zijn vrouw voor 35.000 euro ten bate van het goede doel. “Leuk hè, zo’n gala voor Afrika?” zegt een acteur, waarop een ander zegt: “Ik dacht dat het voor leukemie was.” Naast me begint Linda te lachen. En ook door de zaal daveren lachsalvo’s, zoals bij zoveel momenten tijdens deze film. “Dit is zo herkenbaar,” grinnikt Linda. “Tijdens charity gala’s smijt Nieuw Rijk met geld. Sommigen betalen zelfs een ton voor een rolletje van hun kind in een bekende soap. Maar wat dat goede doel dan is? Vaak weten ze het niet eens.”

Kaskrakers

Gevraagd naar Linda’s lievelingsregisseur noemt ze Richard Curtis, van Notting Hill en Love Actually. Vergeleken bij deze kaskrakers steekt Ellis in Glamourland wat magertjes af. De gouden tv-regel ‘niet meer dan drie zinnen’ verlaagt de diepgang. De enige goede dialoog komt pas aan het eind van de film. Opnames flitsen langs elkaar heen zoals bij soaps. Het beste laat Ellis in Glamourland zich nog omschrijven als de filmversie van RTL Boulevard. Glamour en miljoenen, bekende Nederlanders, ja zelfs royalty komt voorbij. En Linda? Die speelt in dit wereldje vol roddelende en rekenende mensen vooral zichzelf. Spontaan, open, mooi, en met een warm hart voor iedereen.

Film / Films

Volkomen gevoelloos

recensie: Collateral

In Collateral rekent Tom Cruise af met het imago van de gladde jongen uit Magnolia en de romantische held uit Jerry Maguire. We leren hem kennen als Vincent, een gevoelloze grijsaard die in een nacht vijf mensen moet vermoorden. De deadline is de volgende ochtend zes uur.

~

Het begin van de film doet denken aan de bekende tv-serie Taxi. Aan het stuur zit Max (Jamie Foxx). Al jarenlang droomt hij van een eigen limousinebedrijf voor de jetset van Hollywood, alleen komt het er nooit van. Zijn passagier is de mooie advocate Annie (Jeda Pinkett-Smith), die zich als aanklager voorbereidt op een grote zaak. Op de twijfelachtige Max komt ze resoluut over. Bij het uitstappen echter twijfelt ook zij aan zichzelf. Max spreekt haar moed in.

Stroomversnelling

~

Deze aanloop naar de thriller zou hoge punten scoren als de optimale versie van de One Night Stands zoals die nu op Nederland 3 te zien zijn: kort, duidelijk en flirtend zoals dat past bij avontuurtjes voor één nacht. De volgende passagier is Vincent. Hij haat Los Angeles. “Een lijk kan zes uur lang rondrijden in de metro voordat het wordt ontdekt,” beweert hij voorspellend. Max neemt de situatie zoals hij is. “Ik woon in Los Angeles,” is zijn antwoord. Terwijl zijn leven voortkabbelde, raakte dat van Vincent in een stroomversnelling. De taxichauffeur kijkt verbaasd wanneer de “makelaar in onroerend goed” hem voor een hele nacht service zeshonderd dollar biedt. Beduusd neemt hij het kapitale bedrag aan.

Huurmoordenaar

Dan ploft het eerste lijk op de taxi. Op de anders zo smetteloze auto verschijnen de eerste bloedvlekken. Vincent blijkt een huurmoordenaar te zijn, die Max in zijn eigen taxi gijzelt. Om zelf te overleven moet Max de weg des doods gaan. Of is er nog een uitweg? Al snel ontdekken de politie van Los Angeles en de FBI de eerste lijken. Er ontwikkelt zich een kat-en-muis spel vol macabere jachtpartijen. Toch vindt Vincent dat hij niets fout doet. Ieder heeft nu eenmaal zijn beroep en dat van hem is huurmoordenaar. Zelf ziet Cruise deze rol zuiver zwart-wit. “Ik speelde helden en anti-helden. En Vincent is een groot karakter, heel dynamisch. In alles is hij mijn tegenpool. Volkomen gevoelloos en a-sociaal. Wilde ik de rol goed spelen, dan moest ik me in hem inleven. Zonder empathie lukt het me niet om een karakter te vertolken. Iedere persoon heeft zijn eigen moraal. De vraag is: stem je als speler hier wel of niet mee in? Het eerste wat ik dus deed was Vincents moraal onderzoeken. Zo kwam ik tot de visie dat hij gewoon een beroep uitoefende. Dat maakte hem herkenbaar. Ik raakte gefascineerd.”

Psychologisch tintje

Tussen de schoten door zet regisseur Michael Mann (Heat, Ali) de film stil. Dan gaat hij in op wat mensen beweegt en wat ze te vertellen hebben. Daarna blazen ze vaak hun laatste adem uit. Het geeft de film diepgang en zorgt voor een psychologisch tintje.
Het decor is dat van nachtelijk Los Angeles. Grijs en grauw, neonlichten en nachtclubs, loeiende sirenes, lijken, maar ook ontluikende liefde. De sfeer is spookachtig onherbergzaam dankzij de digitale videobeelden. Het deed me denken aan die hotelkamer in Los Angeles waar ik op die ene nacht de kogels door de gang hoorde suizen. Hoewel ik niet van actiefilms houd, raad ik Collateral als ijzersterke thriller aan.