Muziek / Album

Twee voor de prijs van één

recensie: Nick Cave & The Bad Seeds – Abattoir Blues / The Lyre of Orpheus

Nick Cave pakt de laatste tijd flink uit. Een paar maanden geleden werden zijn video’s op dvd geperst, begin volgend jaar komt er een album met b-kantjes en rariteiten uit en nu is de dubbelplaat Abattoir Blues / The Lyre of Orpheus op de markt. De fans worden dus behoorlijk verwend, hoewel sommigen reeds vrezen dat al deze ‘vrijgevigheid’ duidt op een naderend einde van Caves muzikale carrière: stoppen op een hoogtepunt en nog even alles dat op de plank ligt aan de man brengen. Maar daarvoor zijn gelukkig geen serieuze aanwijzingen.

~

Abattoir Blues / The Lyre of Orpheus is een bijzondere dubbellaar. Cave heeft er niet voor niets voor gekozen beide schijfjes een eigen titel mee te geven. Abattoir Blues rockt duidelijk meer dan The Lyre of Orpheus, maar helemaal verschillende platen zijn het toch ook weer niet. Vooral opvallend zijn de gospelkoren die op beide schijfjes veelvuldig voorkomen. Cave, die altijd al zijn inspiratie vond in bijbelse en mythische teksten, verwijst ook op dit album weer veelvuldig naar het spirituele. Niet alleen met de gospelmuziek, maar ook, als vanouds, in de teksten. Zo opent het eerste nummer van Abattoir Blues met een “Get ready for love!” schreeuwende Nick Cave, waarop het gospelkoor invalt met een mooi-zoetig “Praise Him!”

Schoonmakers

Werkelijk loven doet Cave echter niet. Hoewel hij gelovig is, moet hij niets hebben van de geïnstitutionaliseerde God. Die afkeer spreekt onder meer uit zijn verwoording van het kerkelijk geloven: “Praise Him till you’ve forgotten what you’re praising Him for. Then praise Him a little bit more.” In O Children, het laatste nummer van The Lyre of Orpheus, waarschuwt hij zelfs tegen de gevaren van kerkelijk en sektarisch geloven. De evangelisten komen als ‘schoonmakers’ die pretenderen je te willen helpen, maar je onderwijl hersenspoelen. Zijn afkeer van geïnstitutionaliseerd geloven spreekt ook uit het vervolg van Get Ready For Love. De ik-figuur heeft de Heiland overal gezocht, maar nergens gevonden. Tot het moment dat hij op de bank zat te niksen, opkeek, en Zijn gezicht in de ogen van een vrouw zag. Caves God schuilt ondermeer in persoonlijk geluk.

Afscheid van Blixa

Ondanks het gospelkoor en de religieuze teksten zijn deze twee platen allerminst zoetsappige tussendoortjes. Cave wisselt, zeker op Abattoir Blues, stevige rock moeiteloos af met ingetogener werk. Niet de zanger achter zijn piano zoals we die kennen van ondermeer The Boatman’s Call; Cave speelt duidelijk samen met zijn band. Het ingetogene schuilt nu in een terughoudende gitaar, waar die vroeger nog al eens ongegeneerd scheurde. Dat de Bad Seeds nauw bij dit album betrokken zijn, blijkt ook uit de Fable of the Brown Ape. Dit prachtige lied verhaalt over ‘farmer Emmerich’, waarmee Cave verwijst naar Blixa Bargeld. Bargeld verbrak vorig jaar maart de twintig jaar durende samenwerking met Cave omdat hij te weinig ruimte zag voor zijn eigen ideeën. Hij koos ervoor uit de Bad Seeds te stappen en zijn energie in ondermeer het aloude project Einstürzende Neubauten te steken. De Fable of the Brown Ape is met het refrein “So long – Goodbye – Farewell” een mooi afscheid voor Blixa. Een welgemeend vaarwel op een prachtige dubbellaar, waarmee Cave bewijst nog niet te hoeven denken aan stoppen. Hij blijft zoeken naar nieuwe wegen, en weet ze op dit album goed te bewandelen met de prachtige gospelachtige koren en het afwisselend wildere en ingetogener spel.