Film / Films

Pijnlijke beelden in een ‘fictief’ verhaal

recensie: 06/05

“Ik zou hier nog niet dood gevonden willen worden,” merkt soapster Birgit (Georgina Verbaan) op, terwijl ze op de foto wordt gezet voor het mediapark in Hilversum. Van Gogh weet direct je aandacht vast te houden en hij laat je twee uur niet meer los. Met een interessante mix tussen feit en fictie weet hij op een scherpe manier het boek De zesde mei van Tomas Ross in beeld te brengen. Een interessante theorie wordt nu ook een spannende thriller.

~

Het werk van Theo van Gogh is al jaren van zeer hoge kwaliteit. Met beperkte middelen weet hij een verhaal vrijwel zonder uitzondering goed in beeld te brengen. Zelfs de opzienbarende film Submission part 1 is door Van Gogh geen botte propaganda, maar een interessant verhaal geworden. 06/05 is echter beter te vergelijken met die andere film waar Tomas Ross het scenario voor schreef: De nacht van Aalbers. Roddel en achterklap in de ambtelijke en politieke wereld in Den Haag zijn de basis van een spannende intrige. Wie was het nu die er achter die moord op zes mei zat? Een groepje fanatieke idioten uit Wageningen of misschien wel iemand anders?

Interessanter dan een spannende thriller

~

De wrange voorgeschiedenis van 06/05 is bekend. De film over deze ene opzienbarende moord gemaakt door de man die wederom op een achterlijke wijze om het leven is gebracht. Aan de hand van de persfotograaf Jim de Booy (Thijs Römer) wordt langzaam maar zeker een complot onthuld waarbij duidelijk wordt dat de AIVD Pim Fortuyn eigenlijk heeft laten vermoorden. Dit wordt erg geloofwaardig in beeld gebracht, vooral door de mix met echte beelden uit die tijd. Om de film echter goed te kunnen volgen is het wel belangrijk dat je ten tijde van de moord op Fortuyn de actualiteit een beetje gevolgd hebt. Als je dit niet gedaan hebt, zul je soms moeite hebben met het onderscheid tussen feit en fictie. Als je telkens de overgang ziet tussen de nieuwe en oude delen is deze film een stuk interessanter dan een gewone thriller.

“U bent een minderwaardig persoon”

Los van het spannende verhaal is de manier waarop Van Gogh het in beeld heeft gebracht subliem. Specifiek de wijze waarop hij met camerastandpunten werkt is intrigerend. Op die manier blijft 06/05 elke minuut boeien. Wederom wordt duidelijk hoe raar er in Nederland op Fortuyn werd gereageerd. “Dit is geen gewoon rechts, dit is extreem-rechts,” zegt Rösenmoller. “Hierachter staat het huis van Anne Frank,” dweept Thom de Graaf met het leed van zijn voorouders. “U bent een minderwaardig persoon,” schelt Marcel van Dam. Van Gogh heeft erg veel moeite moeten doen om deze laatste beelden van de VARA te krijgen. Het zijn pijnlijke beelden die het fictieve verhaal van 06/05 een extra lading meegeven. Je zit regelmatig met de nekharen overeind te kijken en voelt die angst weer van de moord op Fortuyn. Cynisch genoeg voel je ook die angst weer van de moord op Van Gogh zelf…

Subtiele mix

Wat wel een groot nadeel is, is dat Van Gogh erg vaak met dezelfde acteurs werkt. Zo spelen Tara Elders (Zien, Najib en Julia) en Thijs Römer (Cool, Najib en Julia) wederom een hoofdrol. Ook Johnny de Mol (Cool) draaft weer op. Dit maakt de film minder vernieuwend dan hij had kunnen zijn. Toch heeft Theo van Gogh met 06/05 een goede laatste film afgeleverd. Hij weet subtiel een mix te maken tussen fictie en realiteit en bovendien een spannende thriller af te leveren. Helaas zullen we deze gezonde roker voortaan moeten missen in de Nederlandse filmwereld.

06/05 is vanaf eind januari te zien in de bioscoop.

Film / Films

Aandacht voor de verstilling

recensie: Il dono

Het platteland van het Italiaanse Calabrië wordt geteisterd door massale leegloop. Zo ook het stadje waarin Il dono zich afspeelt. Zo nu en dan schuifelt er nog iemand door de straten of wordt er een stoepje geveegd, maar doorgaans liggen de smalle, kronkelige straatjes er verlaten bij. Iets onder het op een heuvel gelegen stadje woont een oude man. Zijn huisje staat eenzaam ver weg, maar daar lijkt hij zich niet aan te storen. Hij kan alleen nog wachten. Wachten op zijn naderende einde.

~

Een tweede personage dat in Il dono wordt gevolgd is een achterlijk meisje waarvan de mensen denken dat ze bezeten is door boze geesten. Regelmatig rijdt ze op de fiets naar de supermarkt; een lange rit bergafwaarts. In ruil voor een lift terug naar huis, geeft ze haar lichaam aan automobilisten.

Minieme conversatie

~

De camera lijkt als bij toeval aanwezig en legt de dagelijkse routine van beide personages vast. De minieme conversatie tussen de bewoners van het dorpje is voor de kijker blijkbaar niet van belang. De weinige woorden die gesproken worden, zijn niet ondertiteld en het is de vraag of je het überhaupt zou kunnen verstaan, zelfs als je bekend bent met het Italiaans. Gesprekjes verdienen in Il dono net zoveel aandacht als het ruisen van de wind of het wegstervende geluid van een oude brommer.

Stuiterende bal

Een mooi moment in de film is die waarin een jongen zijn bal per ongeluk van de trap voor zijn huis laat vallen. De bal stuitert tegen de muur tegenover de trap en rol de straat uit. Het jongetje achtervolgt de bal, maar deze rolt en stuitert steeds verder naar beneden door de smalle, schuine straatjes. De achtervolging stopt pas wanneer de weg wordt geblokkeerd door een pony. Omdat de jongen niet langs dit beest durft te lopen, geeft hij de achtervolging met spijt op.

Betekenisvolle verlatenheid

Zonder dialoog en met een haast verstilde cameravoering heeft regisseur Michelangelo Frammartino de verlatenheid betekenisvol in beeld weten te brengen.
Een prestatie die de aandacht van internationale filmfestivals haast wel moest trekken. Zeker om dat Frammartino dit regiedebuut heeft gemaakt met een schamele vijfduizend euro. En inderdaad: op verschillende internationale festivals, waaronder het Noordelijk Film Festival in Leeuwarden, viel de film in de prijzen.

Dode hond

Waarschijnlijk ligt het aan mijzelf, maar het kostte me moeite om mijn aandacht de volle tachtig minuten bij de film te houden. Zeker omdat er van een echte verhaallijn geen sprake is. Of het moet de fascinatie van de oude man zijn voor een pornografische afbeelding. Samen met een mobiele telefoon bleef deze achter in zijn tuin nadat twee jongens hem hielpen met het begraven van een dode hond. De mobiele telefoon doet de man weinig. Wanneer de telefoon overgaat, kijkt hij hoogstens even op. De afbeelding trekt echter wel zijn aandacht.

Wat de film toch de moeite waard maakt is de subtiele en ontroerende ontknoping. Maar zoals gezegd is er wel wat uithoudingsvermogen nodig om de film tot het einde geboeid te blijven volgen.

Film / Films

Een doortrapte film over een doortrapte maatschappij

recensie: Ce jour-là

Op het festival voor de Franse film in Nederland, Ciné Premières, draait dit jaar onder meer de nieuwe Raul Ruiz. Met Ce jour-là legt de Chileens-Franse magiër zich ditmaal toe op Zwitserland – de titelrol spreekt nadrukkelijk van een ‘Zwitserse film’. Op het eerste gezicht klinkt dit niet als de meest boeiende materie, maar Ruiz zou Ruiz niet zijn als hij zijn verhaal over een familie die twist over een grote erfenis niet naar een hoger plan zou tillen. In een fantastische komisch-surrealistische stijl neemt hij een kijkje in het moeras onder het ogenschijnlijk smetteloze Zwitserse plaveisel.

~

Ce jour-là speelt zich af ‘in de nabije toekomst’, waarin Zwitserland eigendom is geworden van een soort junta van rijke families. Livia (Elsa Zylberstein) is de dromerige en labiele dochter, en bovenal erfgename van zo’n familie. Zij fantaseert over ‘ce jour-là’, de dag van haar leven, die zich in de sterren zou hebben aangekondigd. Wat deze dag haar precies moet brengen, is echter haar, noch de kijker duidelijk. Zoals gebruikelijk neemt haar familie meewarig kennis van haar hersenspinsels. In hun reactie schuilt echter, zoals gaandeweg blijkt, hun wetenschap dat Livia deze dag, omwille van het kapitaal dat op haar naam staat, het loodje moet leggen.

Ontmoeting

~

De bewuste dag vangt voor Livia aan wanneer Emil Pointpoirot zich aandient bij haar huis (hij staat zich buiten te scheren in het raam). Deze geflipte seriemoordenaar (geweldig gespeeld door Bernard Giraudeau), voor de gelegenheid ‘ontsnapt’ uit het plaatselijke gesticht, heeft de opdracht gekregen haar te vermoorden. De veronderstelde waanzin waaraan deze hoofdpersonages lijden, stelt Ruiz in staat dit verhaal op zeer komische, verknipte, en intelligente wijze te vertellen. De ‘naïeve’ Livia kan eenvoudigweg geen kwaad zien in Emil, en de bloeddorstige Emil laat zich ontwapenen door haar poëtische kijk op het leven (en niet te vergeten: door haar schoonheid). In hun ontmoeting wordt hun beider onschuld zichtbaar. Het wordt al snel duidelijk dat niet zij, maar de snode Zwitsers om hen heen, de ware gekken zijn.

Suikerspiegel

De moord is gepland met de precisie van een Zwitsers uurwerk (voortdurend horen we ook allerhande klokken tikken en luiden), maar dit plan blijkt helaas niet besteed aan Emil en Livia. Met even grote precisie ontvouwt Ruiz vervolgens de prettig gestoorde ontsporing van dit plan. De filmgeschiedenis heeft er met Pointpoirot weer een waanzinnige seriemoordenaar met allure bij. Hij lijdt aan diabetes, en voortdurend peilt hij zijn bloedsuikerspiegel – en het liefst ook nog die van zijn slachtoffers (ook in deze metingen, in deze ‘spiegel’, komt het thema van normale en afwijkende waarden naar voren). Aan zijn onberekenbaarheid geeft Ruiz vorm door middel van een soort slapstick-horror, de we kennen van andere Franse films. Om er één te noemen: C’est arrivé près de chez vous – maar zijn stijl grijpt feitelijk terug op de wijze waarop Godard c.s. van simpele B-film thema’s films maakten die tegelijkertijd onderhoudend en intelligent zijn.

Niets doen

En waar blijft de arm der wet in dit geheel? De corruptie en de hebzucht waarvan de maatschappij waarin Ce jour-là zich afspeelt is verzadigd, zijn geen expliciete thema’s voor Ruiz. Zij worden zijdelings blootgelegd door Livia en Emil. Maar hiertoe is ook een mooie rol weggelegd voor het lokale politieduo. De twee rechercheurs zien zich op de bewuste dag geconfronteerd met de ontsnapping van de beruchte Pointpoirot. Na een eerste krantje-met-koffie rijst er zowaar een idee over de te volgen strategie: “Niets doen.” “Niets doen?” luidt het antwoord, “dat is geen idee, maar werkelijkheid.” En daarmee kunnen de heren prima uit de voeten. Met grote toewijding leggen zij zich toe op de lunch, en op het biljartspel. Wanneer de ondergeschikte zijn chef hierin keer op keer verslaat, komt de chef met een verklaring: “Jij wint omdat je vooruitdenkt, terwijl ik met mijn gedachten steeds in het heden van spel zit.” Hetzelfde zou gezegd kunnen worden van Livia en Emil. Maar uiteindelijk blijkt hun tegenwoordigheid van geest in het spel van list en bedrog waarin zij betrokken worden hun grote kracht te zijn.

Onbevangenheid

De grote kracht van Ce jour-là schuilt uiteindelijk in de ogenschijnlijke luchtigheid van het verhaal. Livia en Emil zijn weerloze slachtoffers van een doortrapt spel om de macht, dat schijnende en gruwelijke proporties aanneemt. Maar precies in hun onbevangenheid vinden zij een vorm van weerbaarheid, die hen tot sympathieke helden maakt. En zo is de film: schrijnend maar komisch, onbevangen en toch scherp. Raul Ruiz betoont zich aldus (wederom) een doortrapt filmmaker, die het verdient dat Ce jour-là ook buiten het festival in de roulatie genomen wordt.

Boeken / Non-fictie

Veertig jaar ploeteren voor een feeënpaleis

recensie: Bente Hamel, Spinvis en Ingmar Heytze - Het hoofd van Ferdinand Cheval

Iedereen zijn hobby. Een postbode die postzegels verzamelt, zal vast vaker voorkomen dan een postbode die stenen verzamelt. Ferdinand Cheval is de postbode die stenen verzamelt. Niet om ze in een houten kastje te leggen, maar om er een paleis mee te bouwen dat in zijn hoofd zit en dat hij niet meer uit zijn hoofd kan zetten. Vlakbij zijn huis in de Drôme in Frankrijk verrijst het paleis waar hij in 1879 aan begint te bouwen.

~

Bente Hamel, de bedenker van dit pakketje, raakte zeer geïnteresseerd in het verhaal achter Ferdinand Cheval toen ze het Palais Idéal had gezien. Samen met Spinvis maakte ze een radioverhaal, waarvoor Spinvis onder andere de muziek componeerde. Ingmar Heytze schreef een kort verhaal over het leven van Ferdinand Cheval en verschillende kunstenaars maakten korte filmpjes bij het radioverhaal.

Bijzonder pakketje

Het hoofd van Ferdinand Cheval is een bijzonder pakketje, dat door mij eerst met allemaal a’s en o’s werd begroet. Het uiterlijk van een postpakketje bevat behalve een cd, een dvd en een boekje allerlei ‘goodies’ van Cheval, zoals een leuke ansicht van zijn Palais Ideal, een bouwplaat om het paleis thuis na te bouwen en een boekje met aforismen die Cheval in de gevels van zijn bouwsel hakte. Het meest bijzondere en mafste element uit het pakje is wel het kleine plastic zakje met een stukje steen met de tekst “Eens zal deze rots heel wat te zeggen hebben.”

Voetstappen in het grint

Het radioverhaal bevat alle elementen die ik hoopte te horen, zoals voetstappen in een grintpad, hakken op stenen en ook een krakende deur ontbreekt niet. Behalve die geluiden wordt het verhaal van postbode Cheval verteld. Hoe hij over een steen struikelde en toen het paleis voor zich zag. Dat hij getrouwd was, maar dat zijn vrouw en kind overleden zijn en dat hij toen besloot niet meer lief te hebben, maar toch weer verliefd werd. Soms is het wat dramatisch, maar er zitten ook gedeeltes in die bijzonder vermakelijk zijn en waar goed gebruik is gemaakt van dit medium, zoals wanneer wordt verteld hoe een postbode eruit moet zien en hoe hij zich voorbereidt op zijn ronde. Behalve dat Spinvis de stem van Cheval voor zijn rekening neemt, maakte hij ook de muziek. Er zijn mooie stukken met cello’s en hij heeft een mooi liedje gezongen over Alice, het overleden dochtertje van Cheval.

Andere draai

Ingmar Heytze schrijft op een dromerige manier over Cheval. Met grappige vergelijkingen en mooie zinnen doet het verhaal De steen die alles was denken aan zijn prozadebuut Ik ben er voor niemand. Hij volgt wel de lijn van het radioverhaal, maar is wel speelser en gebruikt zijn medium om een andere draai te geven door dingen er bij te verzinnen, zoals een grappige anekdote over Cheval die aan zijn toekomstige vrouw Marie brieven voorleest van haar aanbidder.

Dat soort brieven. En Cheval moest het maar allemaal uit zijn mond niet te krijgen! Terwijl hij de meest hijgerige onzin zat te debiteren alsof hij waterstanden voral, keek hij vanuit zijn ooghoek naar Marie en vond haar mooi. Niet op de overspannen manier van de schrijver uit Parijs, maar echt mooi, zoals een eenvoudige man een eenvoudige vrouw mooi kan vinden, zonder de halve ark van Noach en het hele Hooglied erbij te hoeven halen.

Katja Schuurman?

Het radioverhaal vormt duidelijk het uitgangpunt van het verrassingspakket. Het geschreven verhaal volgt de lijn van het hoorspel en de dvd bestaat uit verschillende soorten animaties die bij het hoorspel zijn gemaakt. Doordat alles zo rond een verhaal geconcentreerd is, krijg je een zeer coherent geheel. Aan de andere kant voegen niet alle delen evenveel toe aan het verhaal en is soms wat te veel van hetzelfde. De film is misschien nog wel het vreemdste element van de hele publicatie. Van delen van het verhaal zijn verschillende animaties gemaakt, maar er zijn ook live action beelden, Soms zijn er mooie animaties, maar vaker voegen de beelden niet veel toe aan het verhaal. De plaatjes zijn niet spannend of interessant genoeg om een leuke of bijzondere aanvulling te zijn op het verhaal. Ook is er een bizar stukje waarin een man met verschillende vrouwen naar bed gaat, zoals met Katja Schuurman. Het is een rare overgang van de leuke animaties naar de realistische beelden. De link met de tekst die er onder verteld wordt, is ook nogal duister. Cheval is verdrietig en boos omdat zijn dochtertje overleden is. Hierdoor wil hij het paleis vernietigen. Of deze agressie ook door Katja Schuurman gedeeld wordt, is me onduidelijk.

Vreemd bouwsel

Zoals Cheval verschillende stenen gebruikte voor zijn paleis, heeft Bente Hamel verschillende materialen gekozen om haar fascinatie voor dit paleis uit te drukken. Dat is zeker gelukt. Als lezer word je zeer enthousiast over dit romantische verhaal en bijzondere bouwwerk dat iemands leven zo in beslag nam, de energie die iemand heeft voor een bouwwerk dat eerst alleen in zijn hoofd zit. Hamel is geslaagd in de opzet om deze fascinatie voor het vreemde en bijzondere van dit bouwsel en het tragische levensverhaal van Cheval over te brengen. Net als Palais Idéal is Het hoofd van Ferdinand Cheval een vreemd bouwsel geworden, met verschillende bouwstenen. Er is een lichte chaos, maar dat kun je ook de charme van het boekwerkje noemen.

Muziek / Album

Bepaald geen zwaargewichten

recensie: Elefant - Sunlight Makes Me Paranoid

Elefant lijkt het zoveelste bandje dat door middel van een jaren 80-geluid lijkt te willen meedrijven op het succes dat andere bands met eenzelfde sound hebben. Of dat helemaal waar is, is maar de vraag.

~

De eerste cd van het New Yorkse Elefant lijkt qua geluid veel op dat van stadsgenoten The Strokes en Interpol. Je denkt daarbij meteen dat ze inspringen op de hype die deze beide bands gecreëerd hebben de afgelopen twee jaar, maar als je het cd-boekje leest kom je er achter dat dit niet het geval is. Sunlight Makes Me Paranoid is namelijk al in 2002 opgenomen, terwijl het album nu pas uitkomt. Elefant verschilt echter van eerdergenoemde bands doordat hun muziek veel minder rafelig is. De gitaar-riffs zijn minder kartelig en de stem van zanger Diego Garcia klinkt een stuk beschaafder. Zijn stemgeluid doet Engels aan en lijkt op dat van Morrissey. De vergelijking met de voormalig voorman van The Smiths valt ook anderen op. In Engeland heeft de band namelijk al in het voorprogramma van deze zanger gestaan.

Bloedarmoede

Jammer genoeg zijn de teksten van Elefant bepaald niet zo sterk als die van Morrissey. Er is weinig diepgang in te vinden en ze zijn ook niet erg welbespraakt. De woordenschat van Garcia is namelijk nogal eentonig en de onderwerpenkeuze, voornamelijk de liefde, beperkt. Het geheel is daardoor een beetje bloedeloos. Dit valt allemaal des te meer op door de gedragen zang en de cleane productie van de cd. In het titelnummer is de zang zelfs bijna vals en het is dan ook vooral de stem van de zanger die ervoor zorgt dat de cd na verloop van tijd nogal eentonig wordt – ondanks dat hij maar 10 nummers kent en zo’n 33 minuten duurt.

Stekeligheid

Dat Sunlight Makes Me Paranoid nog wel een leuke cd is om te luisteren, komt vooral door de bas- en drumpartijen die heel vaak erg aan die van The Strokes doen denken. Het nummer Bokkie lijkt daarentegen weer erg op Interpol. Elefant doet echter iets met haar sound waardoor het heel Engels klinkt, en het is meer dan de stem van de zanger. Het is vooral de gitarist die veel ruimte weet te scheppen in de nummers, die het de sfeer hebben van de Engels gitaarindie uit de jaren 80. De sterkste nummers zijn het heel Strokes-achtige Make Up, het uptempo Misfit en het eerder genoemde Bokkie. De eerste helft van de cd is echt wel overtuigend, zelfs wel hitgevoelig, maar Elefant mist een stekeligheid die ervoor zorgt dat het meer wordt dan het zoveelste gitaarbandje.

Film / Films

Het oog wil ook wel eens wat

recensie: l'Autre

Claire en Pierre, een vreselijk saai en degelijk koppeltje, worden enorm verrast wanneer blijkt dat Claire zwanger is van een tweeling. Claire ziet het niet zitten om twee kinderen tegelijk opvoeden en ze besluit om een van de embryo’s te houden en de ander het leven te ontnemen. Pierre legt zich aarzelend bij de beslissing neer, maar op een gegeven moment kan hij het niet meer aan en verlaat Claire. Om de lege, donkere dagen voor kerst te vullen, besluit ze in de nabijgelegen werkplaats met geestelijk gehandicapten te gaan werken.

~

Er zitten enkele onvergetelijke momenten in l’Autre. De letterlijk doodse stilte bij beëindigen van het leven van de ene foetus is zo’n moment. Hier worden spanning, emotie en afschuw op zo’n krachtige manier gecombineerd dat de rillingen over je rug lopen. Een ander moment van poëtische schoonheid is wanneer de bewoners van de werkplaats een levende kerststal als toneelstuk op gaan voeren. De verklede geestelijk gehandicapte mannen stralen een hele surrealistische, dromerige sfeer uit die doet denken aan videoclips van Sigur Ros. Op momenten als deze bewijst regisseur Mariage dat hij op de juiste momenten de juiste snaar weet te raken.

Geen enorm budget

~

Zoals zoveel Franstalige films is l’Autre een redelijk interessante film, eentje waar je nog even over nadenkt en die je nog even onthoudt. Maar ook zoals zoveel Franstalige (of: buiten Hollywood gemaakte) films is l’Autre niet echt bijzonder te noemen: filmisch en technisch is de film vrij kaal en saai. Vaak wordt dit toegeschreven aan de afwezigheid van budgetten van Hollywoodgrootte, maar Comme une image, een andere film uit het Cinepremieres-programma, bewijst dat je geen enorm budget nodig hebt om een film er stilistisch mooi uit te laten zien.

Het oog wil ook wat

Bij sommige films staat de afwezigheid van schoonheid bij de stijl in dienst van het verhaal (The Blair Witch Project, het begin van Saving Private Ryan, Rosetta) en dan is het niet meer dan terecht dat hiervoor gekozen wordt. Maar te vaak wordt dit aangegrepen als een gemakzuchtig excuus om een film filmtechnisch niet uit te werken, heb ik het idee. l’Autre is zeker geen slechte film maar laten we eerlijk zijn, het oog wil ook wel eens wat. En te veel filmers vergeten dit nog wel eens.

Boeken / Fictie

Een boek ellende

recensie: Nathalie Huigsloot - Miss America

Van sommige boeken weet je al na vier pagina’s dat het niks is en dat het niks zal worden. Miss America van Nathalie Huigsloot is zo’n boek. Het flinterdunne verhaal in schrikbarende stijl wordt gelukkig opgeleukt door anekdotes in RTL Boulevard-stijl.

~

Nathalie Huigsloot (rechts op de foto, met dank aan tvbabes.com) is vooral bekend als televisiemaakster volgens de omslag van het boek. Ze bedacht en presenteerde twee televisieprogramma’s en werkte samen met tal van bekende personen van vooral de commerciële omroep. Miss America is haar debuut, maar eerlijk gezegd had ze het beter in haar computer kunnen laten staan. Het verhaal draait om televisiemaakster Madelief, die in New York is omdat haar vriend voor zijn advocatenkantoor gestationeerd werd. Zijzelf is gaan werken als productieassistent van de nare televisiecorrespondent Lex Oosterboer. Het boek is een soort ontwikkelingsroman, waarin de hoofdpersoon er met vallen en opstaan achter komt hoe te overleven in de keiharde wereldstad. Uiteindelijk loopt alles in de soep, maar komt het daarmee tegelijk goed. Tussen de introductie en het slot worden tussen het verhaal van Madelief door aaneengesloten anekdotes verteld over haar werk voor Lex Oosterboer en soms heel raar getimede flashbacks naar haar jeugd.

Fictieve autobiografie

Huigsloot wil de lezer doen denken dat Miss America een roman is. De geoefende lezer, en ook hij die de flaptekst heeft gelezen, komt er echter al snel achter dat de figuren in het boek wel veel gelijkenis vertonen met bestaande personen. De naam Madelief van de hoofdpersoon lijkt verdacht veel op Nathalie en als de schrijfster het heeft over Lex, de “gay Nazi presenter from Holland”, en je op de achterkant leest dat Huigsloot heeft gewerkt voor Amerika-correspondent Max Westerman, dan gaan de alarmbellen keihard rinkelen. De levendige beschrijvingen van het leven in New York zijn duidelijk ontleend aan de werkelijkheid. Toch vraag je je af waar de grens tussen feit en fictie ligt. Een ontmoeting met Alexandra Kerry, dochter van John, lijkt wel heel ver gezocht, maar is niet helemaal onwaarschijnlijk. De smeuïge ‘smut’ die Huigsloot over Max Westerman en andere Nederlandse coryfeeën vertelt (en van wie Huigsloot het kennelijk wel aandurft de werkelijke namen te gebruiken) en die geheid wél waar is, zorgt er voor dat het boek nog enigszins draaglijk is.

Basisschoolstijl

Miss America is namelijk een draak om te lezen door de verschrikkelijke schrijfstijl van Huigsloot. Zinnen die langer zijn dan een woord of tien zijn schaars en komma’s zijn helemaal taboe. Je zou deze stijl ‘snel’ kunnen noemen, misschien ‘actief’ – de gestresste kip die Madelief in het boek is wordt hierdoor wel passend vorm gegeven – maar hoogstwaarschijnlijk is het een enorme tekortkoming aan literair talent bij de auteur. In de loop van het boek verbetert het eerst, maar dan moet je toch wel eerst 50 pagina’s tenenkrullende zinnen doorlopen. Daarna is de ellende die Madelief doormaakt wel grappig, maar de stijl maakt dat je het boek toch met tegenzin uitleest.

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Sympathy for Mr. Vengeance, The Uninvited, Married with Children, Cool and Crazy, De Erfenis, PTU, Romasanta en Once a Thief

.

Sympathy for Mr. Vengeance / Boksuneun naui geot

(Chan-wook Park, 2002, Total Film)

~

Laat je niet afschrikken door de idiote titel: dit is een bizarre, maar serieuze en zeer intense film van de eigenzinnige regisseur van Oldboy. Het gekunstelde maar boeiende verhaal, waarin vrijwel alle personages door een hel gaan, draait om een doofstomme, op wraak beluste jongeman en de man die zich juist op hèm wil wreken. Het eerste uur van de film is een ingetogen drama, met spaarzame muziek, serene beelden en veel visuele subtiliteiten die Park met landgenoot Ki-duk Kim verbinden. In de tweede helft wordt de tragedie steeds wreder en mondt hij uit in gruwelijk nihilisme. Het is haat, pijn en wreedheid wat hier de klok slaat. Park brengt het geheel met veel akelige humor, maar met ook sublieme beelden met opvallend gebruik van kleuren, op ontoegankelijke maar toch indringende wijze over. Een provocerende, ongewone film voor een select publiek. De dvd is voorzien van een aardig kijkje achter de schermen van 30 minuten. (PC)

The Uninvited / 4 Inyong Shiktak

(Soo-youn Lee, 2003, Total Film)

~

Ook uit Zuid-Korea, dit sterke staaltje sfeerhorror van debutante Lee. Een architect begint rare visioenen te krijgen en leert een helderziende vrouw kennen die hem met zijn geheimzinnige verleden confronteert. The Uninvited is, afgezien van enkele gruwelijk verontrustende scènes, geen horrorfilm, maar wel een geslaagd en luguber sfeerstuk. Met een speelduur van meer dan twee uur is hij tergend langzaam, maar de geduldige kijker wacht een intrigerend, stijlvol schouwspel met veel symboliek, prettige onduidelijkheden en vakkundig opgebouwde spanning. (PC)

Married with Children seizoen 1 en 2

(Ron Leavitt, 1987, Columbia/Tristar)

~

Soms zou je denken dat Frank Sinatra bekend geworden is doordat zijn lied Love and Marriage als titelsong van Married with Children werd gebruikt. Bij het horen van deze titelsong weet je direct dat je bij de familie Bundy bent beland. Wat opvalt bij de eerste twee seizoenen van serie is dat ze een stuk subtieler zijn dan seizoenen die de laatste tijd op tv waren te zien. Schoenenverkoper Al Bundy (Ed O’Neill) is hier bijvoorbeeld wel een botte lul, maar heeft ook zeker wel eens zijn sympathieke momenten. Zijn vrouw Peggy (Katey Sagal) is zo nu en dan begripvol, terwijl Bud (David Faustino) en Kelly (Christina Applegate) ook nog wel eens naar hun ouders luisteren. In latere seizoenen is de familie eigenlijk verworden tot een soort stripverhaal waarin de karakters heel erg eendimensionaal zijn. Als opvallende bonus krijg je bij het eerste seizoen een documentaire van drie kwartier, met de titel The Bundy’s Reunion, waarin de hoofdrolspelers terugkijken op de serie. Interessant om te zien, maar verder blinken de eerste twee seizoenen niet uit in extra’s. (JvH)

Cool and Crazy / Heftig og begeistret

(Knut Erik Jensen, 2001, De Filmfreak)

Deze alom gelauwerde Noorse documentaire, in Nederland onderdeel van de Docuzone-reeks, biedt een charmant kijkje op de bevolking van een vissersdorpje in noord-Noorwegen waar het plaatselijke mannenkoor een onmisbare schakel in de hechte gemeenschap vormt. Bij weer en wind bezingen ze in hun statige liederen de Heer, hun omgeving, de vrouwelijke fabrieksarbeiders en de middernachtzon. De makers van de film laten hun onderwerp volledig het woord doen: de soms hoogbejaarde mannen, simpele zielen met een passie voor zingen, doen uitgebreid hun zegje en de schitterende beelden van het winterse, barbaars koude landschap spreken voor zich. Cool and Crazy is een misschien wat te lange, maar boeiende blik op een bijzondere gemeenschap. (PC)

De Erfenis

(Idse Grotenhuis / Johan Nijenhuis, 2004, Entertainment plus)

~

De hele familie van de multimiljonair Andreas Heydecoper (Kees Brusse) wordt uitgenodigd op zijn sterfbed. De aan kanker lijdende man neemt in zijn villa in Curaçao resoluut de gifbeker en laat de familie achter met een raadselachtig testament. De Heydecopers moeten het vuurmeisje zoeken voordat bekend wordt wie het kapitaal van de man erft. Deze zoektocht leidt tot een interessante intrige waarin alle tegenstellingen uit het gezamenlijke verleden boven tafel komen. De Erfenis is niet de eerste serie waarvoor Curaçao wordt opgezocht: zo was er in 1979 al Duel in de Diepte en werd er in 2002 die andere serie van Idse Grotenhuis, Bon Bini Beach, gedraaid. Vanaf de eerste minuut valt dan ook het speciale licht van de Antillen op: het lijkt wel of er naast de camera nog een extra spot geplaatst is om de acteurs goed in de zon te zetten. In vergelijking met het laatstgenoemde voorbeeld is De Erfenis kwalitatief een stuk beter. Bij vlagen wordt er door de overwegend onbekende acteurs goed gespeeld en ook is er regelmatig verrassend mooi camerawerk te zien. Desondanks blijft het over het algemeen een middelmatige serie. De transfer van televisie naar dvd is goed gelukt en het beeld komt levendig over, maar er zijn wel storende slordigheidfoutjes gemaakt. Zo wordt er na een weggesneden reclameblok onder in beeld aangegeven dat je naar De Erfenis aan het kijken bent en is de originele RTL4-aftiteling behouden. Met een betere afwerking had de serie een veel stijlvoller indruk achter gelaten dan nu helaas het geval is. (JvH)

PTU

(Johnnie To, 2003, Total Film)

~

Misdaadthrillers maken ze in Hong Kong al decennia, weet de filmliefhebber met ruime blik. Afgezien van het bijzondere Infernal Affairs zijn recente vertegenwoordigers van het genre de laatste jaren echter dun gezaaid op de westerse markt. De politiefilm PTU geeft helaas geen beste indruk van de status quo: het is een middelmatig en snel vergeten werkje. Het verhaal beslaat een gewelddadige nacht in Hong Kong met corrupte politiemensen en criminelen, die met een brute moord begint en uiteindelijk tot een slimme conclusie komt. Helaas gebeurt dat pas na anderhalf uur ongeïnspireerd tijdverdrijf vol clichés, foute muziek met jankende electrische gitaren, weinig spanning, en geen noemenswaardige acteerprestaties. (PC)

Romasanta

(Francisco Plaza, 2004, A-Film)

~

Een van de laatste titels van de Spaanse productiemaatschappij Filmax, waar eerder films als Darkness, Beyond Re-animator en Dagon gedraaid werden. De veelbelovende regisseur Plaza, die twee jaar terug de meedogenloze thriller Second name / El segundo nombre maakte, biedt met zijn laatste film een mengeling van historische horror en liefdesdrama. Die combinatie is niet geheel geslaagd, waarmee deze redelijk prestigieuze film slechts van geringe kwaliteit is. Het verhaal, over een reeks moorden die wellicht door een weerwolf gepleegd worden, is aardig spannend, hoewel niet verrassend. De film speelt zich af in het Galicië van de 19e eeuw, en dat komt met een weelderige, kraakheldere cinematografie, prima decors en kostuums en statige klassieke muziek behoorlijk mooi over. Maar als thriller is Romasanta niet eng genoeg, en als drama niet overtuigend. Plaza blinkt namelijk nog steeds niet uit in acteursregie, wat blijkt uit onnatuurlijk lopende dialogen, en geeft de film te weinig evenwicht en richting om een bovengemiddelde indruk te maken. (PC)

Once a Thief

(John Woo, 1996, Indies)

~

Slechts heel af en toe, bij een sporadische freeze frame of een typisch zwevende camera, word je eraan herinnerd dat je kijkt naar een film van John Woo, de inmiddels aan lager wal geraakte grootmeester uit Hong Kong. Verder is het armoe troef, want met derderangs TV-acteurs, fletse beelden en decors en een overdaad aan misdaadclichés kan zelfs Woo er niets meer van bakken. Vlak voor zijn Hollywood-klapstuk Face/Off maakte hij deze pilot van een niet erg succesvolle actieserie, die naar ’s mans maatstaven om te huilen is, en als pretentieloze tv-rommel middelmatig vermaak biedt. (PC)

Boeken / Strip

Kleurrijke details en fletse bewoordingen

recensie: Philip Paquet - Yume

Na zijn twee voorgaande albums, die zich afspeelden in de swingende en stomende jazzwereld, tapt Philip Paquet voor zijn nieuwe tweeluik uit een ander vaatje. De auteur neemt ons op sleeptouw door de straten van het huidige New York. Daar maken we kennis met Yume, een Japanse vrouw. Haar wereld beweegt zich tussen haar appartement, waar ze samenwoont met man en zoonlief, en de grillroom waar ze haar arbeidzame uren doorbrengt. Al snel wordt duidelijk dat de dagelijkse beslommeringen overschaduwd dreigen te worden door een aantal bizarre gebeurtenissen. In rap tempo wordt de lezer deelgenoot gemaakt van de bloeddorstige en verraderlijke perikelen binnen verschillende Japanse clans. In de tussentijd bouwt Philip Paquet middels flashbacks en tussenshots een brug tussen New York en Tokio, tussen heden en verleden.

~

Zo zijn we getuige van het verleden van Yume, die na de moord op haar moeder naar Amerika is gebracht om opgenomen te worden in een pleeggezin, ver weg van de wrede clanleden. Maar eens te meer wordt duidelijk dat niemand kan vluchten voor de slagschaduw van zijn verleden. De kern van het verhaal wordt gevormd door haar zoontje Kumo. Deze kleuter is voorbestemd om opgeleid te worden tot Oyabun, de onbetwiste leider van de clan. Dat deze beslissing is genomen zonder medeweten van de ouders, behoeft hier geen betoog. En om de intrige compleet te maken, is niet iedereen binnen de clan hier even gelukkig mee. Wat volgt is een gewelddadige en meedogenloze strijd om de macht.

Dooddoener

~

Grafisch ziet Yume er erg aantrekkelijk uit. Met speels gemak schildert de auteur de verschillende passages en geeft ze de juiste vaart mee. Vooral in de actiescènes toont hij zijn vakbekwaamheid en op de juiste momenten worden kleurrijke details toegevoegd om de toonzetting in de bewuste scènes te benadrukken. Maar ondanks deze fraaie vormgeving kan het verhaal zelf maar nauwelijks boeien. Niet in de laatste plaats wordt dit veroorzaakt door de eendimensionale karakters. Geen van de personages komt echt goed uit de verf. Ze zijn compleet inwisselbaar. Daar komt bij dat geen van hen zich weet los te rukken uit de klauwen van de auteur die ze totaal ondergeschikt heeft gemaakt aan de plot. Beduusd ondergaan ze de gebeurtenissen zonder er zelf echt deel van uit te maken. Hier en daar mogen ze hun woede of verwondering uiten in fletse bewoordingen, maar daar blijft het bij. Zo komt de vader van Kumo na diens ontvoering door Japanse schurken niet verder dan de stoere dooddoener: “Zij zullen boeten voor hun daden. Dat beloof ik je, Yume.” Om over Oosterse tegeltjeswijsheden als: “Verandering is de kern van het leven” nog maar te zwijgen.

Zielloze entiteit

Verder is de context van het verhaal al vaker en beter verteld dan Philip Paquet tot nog toe gedaan heeft. Niet alleen de karakters maar ook de verwikkelingen lijden aan een clichématige inborst. Voorspelbaarheid is het gevolg. Wat overblijft is een zielloze entiteit die met geen enkele mogelijkheid nog tot leven kan worden gewekt. Het is te hopen dat hij zich zal revancheren met het tweede deel. Al moet gevreesd worden dat dit huzarenstukje zelfs voor een begenadigd auteur als Philip Paquet te hoog gegrepen zal zijn.

Kunst / Expo binnenland

De familieband

recensie: FAM. Familie

De haat/liefde-verhouding die veel mensen met hun familie hebben, heeft niet alleen vele familiedrama’s op het toneel tot gevolg gehad: ook veel schrijvers hebben zich laten inspireren door het gegeven van de familieband. Als voorbeelden uit de beeldende kunst kunnen worden genoemd de familieportretten uit de zestiende en zeventiende eeuw, maar zoals blijkt uit de tentoonstelling FAM. Familie houdt het thema ‘familie’ kunstenaars ook nu nog bezig.

Bert Sissingh, 2004

In deze tentoonstelling zijn foto’s, video’s en installaties te zien van twaalf Nederlandse kunstenaars die zich hebben laten inspireren door het thema ‘familie’. De tentoonstelling is gemaakt in nauwe samenwerking met studenten en docenten van de ArtEZ, de kunstacademie in Arnhem. Van de studenten is tegenover het museum, in galerie De Buytensael, werk te zien geïnspireerd op dit thema.

Jaren vijftig

Aysel Bodur, 2004

De samenstellers proberen in FAM. een nauwe samenwerking tussen publiek, museum en kunstenaars te bewerkstelligen. Zo zijn er geen zaalteksten opdat de werken meer voor zichzelf spreken. Informatie over de kunstenaars en de kunstwerken staan in een vouwblad, versierd met een motief dat doet denken aan het behang uit de jaren vijftig. Deze knipoog naar de fifties is misschien ironisch bedoeld. Een tentoonstelling over familie zou immers geen burgerlijke hommage aan het gezin moeten zijn. In dat geval kunnen mensen beter na een gourmetfeestje met hun fotoboeken op de bank kruipen. Veel interessanter is de zoektocht van kunstenaars naar de fricties in dit sociale bolwerk.

Onschuld en oude patronen

De tentoonstelling bevestigt echter vooral het beeld van familie als een vreemd, maar warm nest. Er zijn weinig werken te zien waarbij je een verontrustend gevoel krijgt, of waarbij er sprake is van frictie. Bij het werk van Bert Sissingh is dit wel het geval. In de koepel van het museum hangen twee series foto’s van de kunstenaar en zijn ouders. In het werk The end of history staan op bijna documentaire-achtige foto’s vader, moeder en kind in een bepaalde situatie afgebeeld. Vaak zijn de scènes grappig, maar ook is er steeds iets vreemds aan de hand. Wat doet deze jongen hier en waarom houdt hij de hand van zijn moeder vast, terwijl ze gedrieën tv kijken? Sommige verhoudingen veranderen nooit, ondanks de leeftijd van het kind of de zwakte van de ouders. De taakverdeling is volledig duidelijk en er valt niet aan te tornen.

Dronken

Rob Birza, 2004

Een ander werk dat de aandacht trekt in de tentoonstelling is de foto Vader (2001) van Aysel Bodur. In dit levensgroot zwart-wit portret staat de vader van de kunstenares naakt voor dichtgeschoven gordijnen. Er is niets verbloemd of geretoucheerd en de man staart leeg naar de camera. Op het moment dat de kunstenares haar vader wist te strikken voor deze foto was hij dronken. In de foto is hij overgeleverd aan de camera van zijn dochter. Het beeld is indrukwekkend door de combinatie van de hulpeloosheid van de vader en de macht van de fotograferende dochter.

Aanwezige

De grootste naam van deze tentoonstelling is Rob Birza. Birza is sinds een tijd bezig met taferelen geïnspireerd op het Midden-Oosten. De schilderijen Family Affairs I t/m V (2003) zijn daar een goed voorbeeld van. Behalve dat de zes grote doeken een lijst hebben van een oosterse stof, zijn onder andere vrouwen met hoofddoeken te zien. Op alle werken staat een kleine familie met een portret in de hand, met daarop een familielid dat niet aanwezig is. De afwezige staat als een portret afgebeeld op een portret. Dit idee heeft iets clichématigs. De foto’s van vrouwen met in hun handen vastgeklemd een portret van man of zoon zijn immers bekend. Maar hier is er toch iets anders aan de hand, omdat het een schilderij is. De persoon op het schilderij staat afgebeeld op het doek en dus is hij of zij in feite niet afwezig. Dit verandert de waardering voor het werk.

Familieband

De tentoonstelling in het Museum voor Moderne kunst is klein. Doordat er weinig werken zijn te zien, is er ook minder aandacht voor de uitwerking van het thema en blijft de praktijk veelal hangen in een wat knus idee van ‘familie’. Behalve de werken van Sissingh en Bodur gaat het vooral over familie, met wie je soms opgescheept zit, maar waar je vooral ook veel van houdt. De warmste band is volgens de tentoonstellingsmakers ook deze winter weer de familieband.