88-71 | 70-54 | 53-36 | 35-19 | 18-01
18: Hans Teeuwen – Industry of love
~
Het cabaretprogramma dat voor het meeste ophef zorgde wat dit jaar zeker
Industry of Love van Hans Teeuwen. Iedereen had het daags na de televisie-uitzending over de manier waarop Teeuwen zich virtueel aan onze majesteit vergrepen had. Ook was er van tevoren al veel ophef over het programma omdat er bootlegs op het internet waren verschenen. Teeuwen is met dit programma in vergelijking met zijn eerdere werk toch wel minder bot geworden, maar zeker niet minder grappig. (Joost van Hoek)
17: The Cure – The Cure
~
Ongetwijfeld was 2004 het jaar van de 80’s revival. Golden oldie The Cure heeft er dankbaar gebruik van gemaakt, en kwam dit jaar op de proppen met een ijzersterk nieuw album in de stijl van het duistere
Pornography (1982) en
Disintegration (1989). Een verdomd lekker schijfje als je het ons vraagt. We durven zelfs te stellen dat we sinds tijden niet meer zo’n sterk album van Robert Smith en consorten in handen hebben gehad. Over de samenwerking met producer Ross Robinson verklaarde Smith: “This is how I always imagined making records could be, nothing comes close to what I felt while we were making this album”. En dat is te merken: het speelplezier straalt er namelijk van af. (Lennard Dost)
16: Just love me (Fries Museum Leeuwarden)
~
Terwijl Prins Bernard een stel interviews zijn biografie noemt, lijkt de Engelse kunstenares Tracey Emin zo’n biograaf niet nodig te hebben. In al haar werken is haar persoonlijkheid nadrukkelijk aanwezig en ze vormen een soort autobiografie. Behalve het retrospectief in het Stedelijk Museum in 2002 is er opnieuw veel werk van haar in Nederland te zien in de tentoonstelling Just love me in het Fries museum. De expositie is samengesteld uit werken uit de Sammlung Goetz. Het Fries Museum legt vooral nadruk op de werken die over sekseverhoudingen in de jaren negentig gaan. Emin is een van de kunstenaars die zich veel met dit onderwerp heeft bezig gehouden. Behalve patchwork en schetsen zijn er ook verschillende video’s van Emin. De video ‘Why I never became a dancer’ in het bijzonder is erg mooi. Ze rekent in deze video af met de mannen die haar ooit voor ‘slut’ uitscholden, toen ze danste in de plaatselijke disco. Ze eindigt met een uitbundige dans voor de camera. (Wytske Visser)
15: Sonic Youth – Sonic Nurse
~
Een band als Sonic Youth, die inmiddels al meer dan twintig jaar in vrijwel ongewijzigde samenstelling muziek maakt, hoeft zich niet meer te bewijzen met catchy singles of hitnoteringen. Waarschijnlijk heeft de band in de loop van die twee decennia elk muzikaal idee wel uitgeprobeerd, van pure pop tot de meest weerbarstige gitaarnoise. Elk album dat de vier heren en één dame nu nog aan de canon toevoegen betekent daarom een verdieping van hun geluid.
Sonic Nurse is net als voorganger
Murray Street weer een echte popplaat, vol mooie melodieën en intrigerend gitaarspel, maar
Nurse is tegelijkertijd weer een stuk noisier. Sonic Youth lijkt tevreden te zijn met hun status en muzikale nalatenschap en is op dit moment vooral bezig de muziek te maken die ze zelf het liefste hoort. Het is voor ons als luisteraars geweldig dat dat platen van een zo hoog niveau oplevert. (Melson Zwerver)
14: Kill Bill, vol. 2
~
Quentin Tarantino is een graag geziene gast in jaarlijstjes. Niet zo gek, want zijn films bieden voor ieder wat wils. Geen filmmaker verenigt de werelden van het intellectuele establishment en de burgerlijke middenklasse sterker dan hij. Tarantino maakt esthetisch zeer hoogstaande, van filmische verwijzingen bol staande cinema die evengoed bekeken kan worden op het niveau van plat amusement.
Kill Bill 2 is de vervolmaking van het ultieme ritje in de wraakachtbaan, hoewel minder gewelddadig dan het eerste deel. Wel ruimt Tarantino meer ruimte in voor heerlijke oneliners, over elkaar dwarrelende verhaallijnen en absurdisme, die liefhebbers weer naar zijn oude werk deden terugverlangen. Waarom kun je niet anders dan ademloos toekijken bij een Tarantino-show? Maakt zijn optimale gebruik van de middelen die hem als filmmaker ter beschikking staan zijn films tot een feest? Of is het de bevrediging van zowel hersenen, hart als onderbuik die zijn films geven? Stof tot nadenken tijdens de feestdagen. (Niels Bakker)
13: The Return of the King (Special Extended Edition)
~
Je zou denken dat je het wel weet na twee rijk gevulde dvd-boxen over het maken van de eerste twee
Lord of the Rings-delen. Wat kan er immers nog worden toegevoegd aan bijna twaalf uur documentaire en ruim vierentwintig uur audiocommentaar? Een heleboel, zo blijkt bij deze laatste vierdelige set, die in het teken staat van afscheid: niet alleen van de acteurs en medewerkers die soms vele jaren van hun leven besteedden aan dit megaproject, maar ook afscheid van het fenomeen
Lord of the Rings. Het levert een verbijsterende special edition op, waarbij je meermalen een traantje zult wegpinken. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de bijna vijftig extra minuten die zijn toegevoegd aan de bioscoopversie en die de film uitgebalanceerder en daardoor veel beter maken. Een diepgravender kijk op het maken van één enkele filmserie zal de eerstkomende jaren niet worden gemaakt. (Melson Zwerver)
12: Seafood – As The Cry Flows
~
We beschreven Seafood eerder dit jaar als “een van de meest veelbelovende pop/rockbands van dit moment.” Nu we het eind van het jaar naderen, durf ik te stellen dat hier geen woord te veel is gezegd. Na het ijzersterke debuut
Surviving the Quiet (2000) en opvolger
When Do We Start Fighting (2001), bewijst Seafood met
As The Cry Flows volwassen te zijn geworden. Dat ging helaas gepaard met de nodige fysieke ongemakken van zanger/gitarist David Line, maar misschien klinkt
As The Cry Flows daarom ook wel zoals-ie klinkt: intens, melancholisch en doorleefd. Of het nou indie, noise, pop of emo is dondert eigenlijk niet. Waar het om gaat is dat de ziel wordt blootgelegd, waarbij de akoestische gitaar en piano niet worden geschuwd. Een absolute aanrader voor wie iets anders zoekt dan de geijkte toppers van 2004. (Lennard Dost)
11: Eva: This Is My Life (Growing Up In Public)
~
We zagen
Eva voor het eerst op
De Parade in Rotterdam. Onze recensent Nathalie van Eck noemde de voorstelling een van de beste stukken van het festival. Later zag ik Daphne de Bruin spelen in Fort Blauwkapel, de thuisbasis van het Utrechtse gezelschap, waarna ik zondermeer onderschrijf wat Nathalie in haar recensie al uitriep: “Wat een briljante actrice is Daphne de Bruin!”
Eva is een werkelijk prachtige voorstelling van het gezelschap dat volstrekt onterecht een negatieve beoordeling kreeg bij dit jaar uitgebrachte cultuurnota. Alleen de kritiek dat Growing Up In Public eens moet komen met een voorstelling voor de grote zaal leek mij gegrond. Maar in de kleine zaal gooien De Bruin en consorten hoge ogen: de voorstelling
Paars heeft het bijvoorbeeld net niet gehaald in onze top, maar was ook erg goed. In
Eva wordt het bijbelveraal aangepast aan onze moderne tijd: Eva’s appel is de Big Apple en de slang is nietmand minder dan een gladjakker met teveel geld. En zoals in ieder stuk van GUIP biedt ook Eva weer een spiegel: zowel kapitalisme als fundamentalisme worden kritisch onder de loep gelegd. (Jan Auke Brink)
10: Wu Ming – 54
~
Ga er maar even goed voor zitten, want
54 telt ruim zeshonderd bladzijden en is daarnaast een buitengewoon gelaagd en complex boek. Schrijversformatie Wu Ming bouwde aan een ingewikkeld plot met veel verschillende hoofdpersonen in evenzovele verhaallijnen, die vaak zo ver uit elkaar liggen dat je je afvraagt wat de jonge Robespierre in de ene lijn te maken heeft met mafioso Steve en deze laatste weer met filmster Cary Grant. Maar uiteindelijk komt het geheel op een ingenieuze wijze bij elkaar en valt elk stukje op zijn plek.
54 is geen tussendoortje, maar een complete maaltijd waar je de hele kerstvakantie op kunt teren.
667
9: Interpol – Antics
~
Natuurlijk hadden we hem moeten recenseren. We mogen ons dien aangaande wel eens flink achter de oren krabben. Au. Ziek werden ze van die eeuwige vergelijking met Joy Division en The Smiths. Dat geloven we best, want in bijna elke recensie van het debuut
Turn On The Bright Lights was het weer raak. Dit jaar verscheen opvolger
Antics, waarover we kunnen zeggen dat-ie in ieder geval een stuk rechtlijniger is. Iets minder new wave ook vooral. De moeilijke tweede plaat bleek achteraf toch niet zo moeilijk. Wat we er nog meer over kunnen melden (zonder er alsnog een verkapte recensie van te maken)? Niks eigenlijk. Of wel: nog sterker dan het debuut! (Lennard Dost)
8: Proust 3 – Ro Theater
~
Tot de allerfraaiste voorstellingen die de afgelopen jaren zijn gemaakt hoort
Proust 3, ofwel
De kant van Charlus bij het Ro Theater. Geregisseerd door Guy Cassiers, die het Ro Theater helaas gaat verlaten om weer in Vlaanderen te gaan regisseren. Maar voor het zover is, levert Cassiers met zijn vierdelige Proust-cyclus een meesterwerk af, een uniek project in het Nederlandse theater. De toeschouwer wordt meegezogen in een kunstwerk dat het simpele niveau van een toneelstuk verre overschrijdt. Er gebeurt zoveel tegelijk op dat podium: mensen lonken, lijden en kronkelen in een sprookjesachtige lichtshow, waarin een negentiende-eeuws verhaal dichtbij wordt gebracht met behulp van eenentwintigste-eeuwse technologie. Al weet je niet wie Proust is, al heb je nog nooit gehoord van zijn
Op zoek naar de verloren tijd, dan nog heb je bij
De kant van Charlus een betoverende avond. Dit derde deel van de Proust-cyclus is ook het fascinerendste tot nu toe. Mede omdat je niet op de hoogte hoeft te zijn van het grotere verhaal om toch te kunnen volgen hoe mensen elkaar manipuleren als pionnen in een schaakspel, en hoe mensen kunnen lijden aan het leven door gekmakend rond te tollen in hun eigen brein. Met een magistrale Joop Keesmaat als de decadente Charlus is
De kant van Charlus een voorstelling als een pratende toverlantaarn. (Mieke Zijlmans)
7: Lost In Translation
~
In
Lost In Translation van Sofia Coppola spelen Bill Murray en Scarlett Johansson twee verdoolde Amerikanen die elkaar in nachtelijk Tokio ontmoeten en in gesprek raken over het leven, hun respectieve huwelijken en hun geluk, of liever het gebrek daaraan. Dat klinkt clichématig, maar Coppola, die zelf het script schreef, werkt het gegeven op een subtiele manier uit. Daarnaast zijn het vooral de prestaties van de twee acteurs die de film zo mooi maken.. Murray is een verrassing met zijn ingetogen spel dat een mengeling van droefheid, berusting en vaag verlangen uitdrukt. Veel zwijgen hangt er tussen hen in, terwijl ze in die wildvreemde metropool van bar tot bar zwerven; soms een korte toenadering. Dat klinkt desolaat, dat is het ook, maar het is vooral zeer ontroerend. Daarnaast kent de film ook wel degelijk humor die het geheel weer behoorlijk relativeert. Gelukkig worden ze niet met elkaar, dat was een al te voor de hand liggend einde geweest van een film die vooral uitblinkt in karakterisering en de subtiliteit van het kleine detail. Je kunt hoogstens zeggen dat ze elkaar die avond een ietsje beter doen voelen. Een schitterende film. (Marinus den Oudsten)
6: TV on the Radio – Desperate Youth, Blood Thirsty Babes
~
Het meest spraakmakende optreden op het Metropolis-festival van dit jaar was dat van TV on the Radio. De New Yorkers speelden totdat zanger en preker Tunde Adebimpe het podium zonder aankondiging verliet en spoorloos verdween. Daarna wist de rest van de band, zonder zanger, het optreden een beetje langer te rekken, maar het bleef te kort. Toch was het ongelofelijk krachtig. De plaat die wat later kwam was helemaal fantastisch. Met een gitaar, een bas en een drumcomputer spelen ze mysterieus, donker, groovy, melodieus en dansbaar. Al slalommend gaan de drie heren langs soul, gospel en rock. Zwarte muziek is het wat ze spelen, voor een overwegend blank publiek. Wie zich niet kan vinden in de alomtegenwoordige herhaling van de wave, kan met dit gezelschap zeker te weten zijn hart ophalen.
Desperate Youth, Blood Thirsty Babes behoorde zeker tot de beste en de meest opzienbare platen van dit jaar. Luister eens naar de single
Staring at the Sun en je bent om. (Niek Hofstetter)
5: Paul McCarthy – Brain Box Dream Box (Van Abbemuseum, Eindhoven)
~
Het Van Abbemuseum timmert aan de weg als hét museum voor moderne kunst van Nederland. Terwijl het Stedelijk gesloten is, profiteert het Van Abbe van de nieuwbouw en haalt ze een aantal spraakmakende kunstenaars naar Eindhoven. Een van deze artiesten is de Amerikaanse Paul McCarthy, van wie een groot retrospectief te zien is met opvallend veel nieuw werk. McCarthy is nog veel bezig met performances en omvangrijke installaties; zo is een groot gedeelte van performance die in 2003 in de Londense galerie Hauser and Wirth gehouden is, nagebouwd. Het lijkt een satire waarin Bush aangenaam aan het verpozen is met twee Engelse dames, waarbij ze elkaar rijkelijk besproeien met HP sauce. Het conceptuele in zijn werk vraagt veel aandacht, maar er is ook ruimte voor grappen. Hopelijk heeft Nederland met deze tentoonstelling zijn werk ook ontdekt, of opnieuw gewaardeerd. (Wytske Visser)
4: Ik (Orkater)
~
Orkater geeft met
Ik een kijkje in het hoofd van de Franse schrijver Gustave Flaubert. De geestelijk vader van
Madame Bovary was een vat vol tegenstrijdigheden; kluizenaar en hoerenloper, feestneus en zenuwlijder, perfectionist en ongelikte beer. De zes acteurs van Orakter spelen onder regie van Gijs de Lange met passie een wervelende voorstelling, waarin ze al deze gezichten laten zien. Beppe Costa speelt al musicerend de titelrol, en wordt omringd door de stemmen in zijn hoofd, zijn geliefde, zijn moeder, en de personages uit zijn roman. Tamar van den Dop brengt Emma Bovary prachtig tot leven, en ook weer tot sterven. Snel en aanstekelijk spel, fenomenale muziek en zang, een mooi decor en kostuums: alles valt naadloos op zijn plaats in dit stuk vol poëzie, humor, liefde, lust, twijfel en strijd. De voorstelling is niet alleen een kennismaking met de fascinerende persoonlijkheid van Flaubert, maar ook een geraffineerde verbeelding van zoiets ongrijpbaars als het ontstaan van een roman. (Ellen op de Weegh)
3: Franz Ferdinand – Franz Ferdinand
~
Vanaf de eerste optredens in Nederland was eigenlijk al duidelijk dat de gelijknamige debuutplaat van deze vier Schotten een van de beste releases zou worden van 2004. De veelgehoorde kritiek – ze zouden teveel lijken op Gang of Four en/of XTC – verstomde al snel, en er volgden onder andere optredens op Pinkpop en Lowlands. Men scoorde hits met de singles
Take Me Out en
Matinee. De fantastische arty clips waren maandenlang te zien op tv, en heel Nederland stampvoette mee met het bruggetje van
Take Me Out. Dit nummer was voor 2004 wat
Seven Nation Army was voor 2003. De charismatische frontman Alex Kapranos sierde de covers van de meeste grote (pop)tijdschriften en het sprookje is vooralsnog niet afgelopen. De band bespeelde in november nog de HMH, aangezien de zaal waar ze eerst stonden geboekt te weinig mensen kon herbergen. De songs op het album zijn enorm catchy en dansbaar, en het blijft leuk om in het Duits mee te brullen met het einde van
Darts Of Pleasure. Dè plaat van 2004 en dè band van 2004. (Koen ter Heegde)
2: Arnon Grunberg – De joodse messias
~
De aandacht ging dit jaar niet alleen uit naar
De asielzoeker, het boek waarmee Arnon Grunberg de AKO-literatuurprijs won. Behalve dit wapenfeit voltooide hij ook zijn Grote Joodse Roman:
De joodse messias die hij voor de Jiddische bibliotheek van Vassalucci schreef. Zoals van Grunberg gewend, was er nogal wat commotie rond de roman waarin Xavier, een kleinzoon van een SS’er, bedenkt dat hij de joden wil gaan troosten. Dit lijkt eerst vooral ingegeven door de homo-erotische liefde die hij opvat voor de Joodse Awromele. Hij wordt Xaviers partner tijdens de omzwervingen die naar Israel leiden. De jongen, die eerst bekend wordt door zijn schilderijen van zijn geamputeerde teelbal, zal de Joden werkelijk gaan troosten. Het boek bevat veel bizarre dingen, zoals de vertaling van
Mein Kampf door Awromele en Xavier. Grunberg wil echter niet shockeren. Dan had hij beter een paginagrote advertentie in
De Telegraaf kunnen zetten en meer mensen bereikt met zijn ideeën, aldus Grunberg. (Wytske Visser)
1: Eternal Sunshine of the Spotless Mind
~
Net als in zijn debuut als scenarioschrijver
Being John Malkovich duikt Charlie Kaufman in
Eternal Sunshine of the Spotless Mind letterlijk het menselijk brein in. Joel (Jim Carrey) en Clementine (Kate Winslet) laten, na het mislukken van hun relatie, de herinneringen aan elkaar uit hun geheugen wissen, een stap die onomkeerbaar is. Joel gaat zich daarom halverwege tegen de geheugenspoeling verzetten. Kaufman heeft perfect aangevoeld dat liefde niet kan bestaan zonder de gloed van de herinnering, hoe kil die soms ook kan zijn. Toch durft hij de vraag op te werpen of Joel echt beter af zou zijn mét Clementine in zijn geheugen.
Eternal Sunshine is ontsproten aan het brein van twee fantasten: naast Kaufman regisseur Michel Gondry. Hij vertaalde het scenario in overrompeldende beelden die herinneringen oproepen aan zijn beste videoclips. Een strandhuis wordt aangevallen door de oceaan; muren worden van het beeld gescheurd als stukken behang. Iedere herinnering die Joel verliest doet hem en de kijker meer pijn.
Eternal Sunshine of the Spotless Mind is zo goed omdat de film meer is dan een doos vol trucs. Kaufman en Gondry beroeren hart en ziel. (Niels Bakker)
Betoverend labyrint
Marcel Prousts romancyclus A la recherche du temps perdu is een bildungsroman, een sociale satire, een mystieke openbaring, een gedetailleerd tijdsdocument en een filosofisch geschrift in één. 3200 pagina’s vol duistere gevoelens, complexe gedachten, tegenstrijdigheden van het fin de siècle, emotionele overgevoeligheid en seksuele ambiguïteit. En de langste zin uit deze zoektocht kun je – als je dat zou willen tenminste – 17 keer om de onderkant van een wijnfles wikkelen. Regisseur Guy Cassiers probeert met het Ro Theater dit werk op de planken te zetten, wat een krankzinnige onderneming is. Proust 3 was op de achtste plaats geëindigd in onze Crazy 88 en nu de voorstelling in reprise is, willen we je een uitgebreidere recensie niet onthouden.
~
Cassiers en literatuur gaan goed samen. Hij werkte al eerder met teksten van o.a. Duras, Tolstoj en Rushdie. Maar zijn eigenzinnige multimediale aanpak komt in deze serie van vier voorstellingen wel heel goed tot zijn recht. Proust 1: de kant van Swann bracht de kindertijd van Marcel tot leven. Proust 2: de kant van Albertine verhaalde van een jeugdliefde. In dit derde deel wordt Marcel ingewijd in het sociale leven van de Parijse salons. De excentrieke Baron de Charlus is Marcels gids in de ontgoochelende wereld van grootsheid en verval, verfijning en obsceniteit.
Huiveringwekkende elegantie
~
Gelaagde werkelijkheid
Een nagenoeg leeg toneel met enkel de prachtig gekostumeerde spelers, en de videoprojecties – niet meer weg te denken uit het werk van Cassiers – geven de voorstelling een betoverende abstractie. De indrukwekkende en soms vervreemdende filmbeelden geven het sterke spel van de acteurs nog een extra dimensie. Geprojecteerde teksten roepen daarbij eigen beelden en geluiden op. Soms tonen de videobeelden een live-registratie van het spel op het toneel, soms ook spelen de acteurs op het podium synchroon aan een geprojecteerde scène zodat je je steeds afvraagt wat werkelijk is en wat niet. En wat het woord werkelijkheid eigenlijk precies betekent, in het theater en daarbuiten. Een heel Proustiaanse vraag.
Zuivere muziek
Proust zou zich in de loop van zijn leven steeds meer terugtrekken om in eenzaamheid onophoudelijk te kunnen schrijven. In Proust 4: de kant van Marcel zullen we daar vast meer van gaan vernemen. Maar de roep om zuiverheid klinkt in dit deel vol wereldse verwikkelingen al door in de hemelse muziek van Bach, gezongen door zeven kleine zwartfluwelen engelen van het Rotterdamse Jongenskoor.
Wonderschone zoektocht
Cassiers wil je met zijn voorstellingen niet zozeer een kant op sturen, maar je eerder een palet aanbieden van muziek, woorden en beelden waarmee je je eigen weg kunt zoeken en je eigen verhaal kunt vinden. Met dit wonderschone labyrint maakt hij die zoektocht wel heel erg aangenaam. Gaat dat zien. En vergeet de tijd.
Proust 3: De kant van Charlus speelt in reprise tot en met 19 februari 2005. Proust 4: De kant van Marcel zal spelen van 4 mei tot en met 19 juni 2005. Een Proustmarathon (deel 1 t/m 4 achter elkaar) is nog te zien op het Holland Festival in Amsterdam van 2 t/m 5 juni 2005.
Proust 3: De kant van Charlus (Ro Theater)
Artiest: Ro TheaterGezien op vrijdag 07 januari 2005 in het Chassé Theater, Breda
Misschien ook iets voor u
Postmoderne luchtkastelen
Terwijl de Nederlandse filmindustrie steeds meer afglijdt naar een bedroevend laag niveau waarin er alleen nog maar plaats is voor overbodig massavermaak dat internationaal geen enkele relevantie heeft, doen andere Europese landen als Denemarken en Frankrijk het aanmerkelijk beter. Vooral Frankrijk timmert stevig aan de weg en wordt tegenwoordig ook wel het Europese Hollywood genoemd. De Franse cinema heeft dit voornamelijk te danken aan een aantal ervaren regisseurs die ook internationaal aanzien genieten, zoals Jean-Piere Jeunet en François Ozon. Van deze laatste is er in Nederland recentelijk een verzamelbox verschenen waarin drie van Ozons belangrijkste films (Sous le sable, 8 femmes en Swimming Pool) zijn opgenomen. Tegelijkertijd komt ook de al wat oudere film Sitcom op dvd uit.
Sous le sable
~
8 femmes
~
Swimming Pool
~
Sitcom
~
Korte films
Aan Sitcom zijn twee interessante extra’s toegevoegd. Allereerst de lichtvoetige korte film Une robe d’été (Een zomerjurk) waarin een homoseksuele jongen die op het strand naakt ligt te zonnen de bosjes induikt met een passerend meisje. Verder is ook het middellange Regarde la mer (Zie de zee) opgenomen, een duistere film vol driften en verlangens. De eenzame Sasha verblijft samen met haar dochtertje in een vakantiehuisje, terwijl haar man in Parijs aan het werk is. Dan komt er een rondreizend, ernstig vervuild meisje bij haar op het erf kamperen. Ondanks verschillende aanwijzingen dat deze boerse en onbeschofte troela psychisch niet helemaal gezond is, zoekt Sasha toenadering.
François Ozon is een enfant terrible die de regels van de verfijnde smaak aan zijn laars lapt en schaamteloos met filmgenres flirt. Hij gaat er prat op dat hij jaarlijks een nieuwe titel uitbrengt en stoort zich er niet aan dat hij daarbij wel eens een film moet afraffelen. Zijn films staan bol van gewelddadige erotiek en opgekropte seksuele verlangens en spelen daarbij met de overschrijding van seksuele en morele grenzen. Hij doet dit op een luchtige en licht-ironische manier en balanceert daarbij op het smalle randje tussen kitsch en kunst. Ozons laat de kijker door het sleutelgat loeren van zowel zweterige peeskamertjes als postmoderne luchtkastelen.
François Ozon op dvd
Regie: François OzonJaar: 2024
Distributeur: Homescreen
Misschien ook iets voor u
Rusland in het klein
Als Groninger werd ik altijd een beetje pissig als ik weer ergens een Amerikaan, Ozzie of Canadees tegenkwam die er voetstoots vanuit ging dat ik rondliep met een kilo wiet omdat ik uit Nederland kwam. Nederland stond gelijk aan Amsterdam, en Amsterdam ogenschijnlijk aan onschuldige sukkels die rondliepen met een kilo wiet. Maar waar ik het de doorsnee tiener nog wel vergeef dat hij sinds zijn kleutertijd geen onsje savoir-vivre heeft aangeleerd, is het moeilijker te snappen hoe ook gerenommeerde gidsen als de Rough Guide en de Lonely Planet bij het beschrijven van Nederland nauwelijks verder komen dan station Duivendrecht. Met dat in het achterhoofd ga je ook wel twijfelen aan wat die gidsen dan over andere landen te zeggen hebben.
~
Rusland in het klein
Dat geldt dus ook voor Moskou en daarom deugt de basis van dit boek niet. Daarmee hebben we, kort door de bocht, de conclusie wel gehad. Zeker, de Franse journaliste Anne Nivat weet een verhaal neer te zetten en doorspekt dat met inzichten, observaties en anekdotes op een buitengewoon nuttige en intelligente manier. Maar de uitgangspunt van het boek is dat de Vysotka (wolkenkrabber) waarin ze woont in het klein de problemen laat zien waarmee Moskou en Rusland worden geconfronteerd. Hoe voor de hand liggend die parallel ook lijkt, bij nadere beschouwing blijkt er weinig van te kloppen.
All-in-one
De wolkenkrabber in kwestie is één van de zeven die Stalin in de jaren dertig en veertig in Moskou liet neerzetten en die tot op de dag van vandaag de skyline bepalen. De architectuur wordt wel omschreven als ‘suikerbakkerstijl’: een merkwaardig samenraapsel van trends en stijlen die de laatste handvol eeuwen op gebouwen zijn losgelaten met een stevige scheut Kremlintoren. Maar zoals bij de meeste totalitaire architectuur is het meer de schaal dan de stijl die er toe doet en dat zie je aan de Moskouse wolkenkrabbers ook af. Ze zijn enorm. Nivats gebouw telt 3500 bewoners, met inpandige voorzieningen als een sporthal, een supermarkt en winkels.
Rococo
Grootse gebouwen moesten natuurlijk gevuld worden met grootse mensen. Stalins getrouwen zochten meest loyale Russen bij elkaar en gooiden ze in de nieuwe appartementen. Niet altijd met onverdeeld succes, overigens: de hoogte van de gebouwen bood nieuwe mogelijkheden aan levensmoeie Moskovieten en niet zelden waren dat de nieuwe bewoners, die ondanks ideologische gehardheid vaak maar moeilijk konden aarden in deze anonieme kolossen. Sommige appartementen worden nog steeds bevolkt door Stalins getrouwen; andere door hun nazaten en een paar door de biznizmenni, de nieuwe Russische überyuppen met geld als water en alle gevoel voor goede smaak van Donald Trump. Denk ivoren kranen met gouden knoppen en een platina pleebril. In Rococo-stijl. Met een biesje.
Leven in het verleden
Als je de pretentieuzigheid vergeet, blijft er echter een buitengewoon genietbaar boek over. De ouwe getrouwen worden uiteraard geïnterviewd, zoals Felix Dzerzjinski, een afstammeling van de Tsjeka(voorloper van de KGB)-oprichter Felix Dzerzjinski die het moderne Rusland een gruwel is. Maar ook meer dwarse types zoals de ex van de beroemde Russische dichter Jevgeni Jevtoesjenko. Maar eigenlijk leven al deze mensen in het verleden. Wat hun oordeel over de Sovjet-Unie ook geweest mag zijn, hun leven heeft zich er grotendeels binnen afgespeeld en dus gaan de verhalen daar ook over.
Datsja
Anders is dat met de yuppen. Die lijken, geheel in lijn met de als een maniak om zich heen slopende burgemeester Loezjkov, elk gevoel voor het verleden overboord te hebben gezet en Jan-des-Bouvrieën er naar hartelust op los in hun paleizen. En met een verleden als dat van de Sovjet-Unie kun je ze dat niet eens helemaal kwalijk nemen. Want ook de financieel meer zelfstandige oude garde besteedt, ondanks alle nostalgieverhalen, meer tijd in de datsja en het buitenland dan in de Moskouse suikertaart.
Hoogtepunt
Over Tsetsjenië zegt dit wolkenkrabberverhaal dus niets. Of over Petersburg. Of over Moskou als geheel. Maar wel over het gebouw aan de Moskouse Ketellapperskade zelf. Dat verhaal is het vertellen meer dan waard en Nivat vertelt het bovendien op een goede manier, bewust van de diversiteit en overeenkomst van de bewoners van de flat. Je hart gaat daarbij nog het meest uit naar de mensen die echt weinig anders hebben dan die flat, en voor wie de dag dat ze er in trokken zo ongeveer het hoogtepunt van hun leven moet zijn geweest.
Ontsierd
O ja, de volgende keer kan de Arbeiderspers misschien de moeite nemen om de omslagfoto door een echte fotograaf te laten maken – de afdruk die het kaft nu ontsiert ziet eruit alsof-ie in een verloren moment bij elkaar is gegoogled. Dat, en de buitengewoon ongeïnspireerde vertaling van de titel La Maison haute zouden op zich goede redenen zijn om het ding op de plank te laten staan. Toch maar niet doen, misschien.
ISBN: 90 295 3689 6
Misschien ook iets voor u
Een reis door het Hoge Noorden
.
~
WAGGER
Directs
Wagner
Daar zit veel waars in. Veel klassieke muziek is een kwestie van ensembles: kwartetten, kwintetten, orkesten en koren. Maar daarnaast is er een rol voor het individu en die is altijd een beetje tweeslachtig geweest. Niet voor niets referereert het woord concert aan concertare, wedijveren. Een pianoconcert is een constante strijd tussen orkest en pianist, tussen collectief en individu. Dat is misschien ook de reden dat bepaalde solisten het perspectief wel eens zijn verloren tot een punt dat redding niet meer mogelijk lijkt.
Dat gold lange tijd vooral voor vocale solisten, en helemaal kwalijk nemen kun je het ze ook niet. Enrico Caruso was niet de meest bescheiden mens op aarde, maar als je Napolitanen zo gek krijgt dat ze een 7.1 op de schaal van Richter niet eens merken heb je wel wat in je mars. De Russische bas Fyodor Sjaljapin werd door collega’s veracht omdat zij naast hem zo’n beetje ineenstortten – soms letterlijk, vanwege zijn ongecontroleerde bewegingen. En Sjaljapin genoot ervan.
De zee
Niets van dat al bij Bo Skovhus. De Zweedse bariton brengt hier een persoonlijke selectie van over het algemeen onbekende Scandinavische stukken en het eerste dat opvalt is dat de selectie niet uitsluitend ingegeven lijkt te zijn door mogelijkheden voor Skovhus om uit te blinken. Natuurlijk er zijn ‘showpieces’, maar over het algemeen zoekt Skovhus zijn heil in het detail, met heel mooie resultaten. Het centrale thema is de zee, maar het de opmerking zij mij vergeven dat die er een beetje met de haren bij wordt gesleurd. Niets ten nadele van de muziek (in zeer tegendeel zelfs), maar met de zee heeft die niet zo bar veel te maken. Ach, het beest moet een naam hebben.
Slechte PR
Scandinavische muziek heeft er altijd een beetje onder geleden dat ze niet Duits was. PR is in het Hoge Noorden nooit erg voortvarend aangepakt en daarom zijn bijvoorbeeld Wilhelm Stenhammar en Peter Heise erg goed bewaarde geheimen gebleven. De enige serieuze uitzonderingen zijn Grieg en Sibelius, maar die zijn eigenlijk ook maar door één of twee werken bij het grote publiek bekend. En laten we eerlijk zijn: met Peer Gynt heb je het na een tijdje ook wel gehad. Wat we hier van Grieg horen is eigenlijk ook veel meer de moeite waard dan die door overmatig reclame- en Discoverygebruik nogal vermoeid geworden orkestmuziek. Maar Grieg wordt overspoeld door de briljante liederen van Heise, Lange-Müller en Rangström. Lange-Müllers liederen zijn prachtig lyrisch, heel teruggehouden en doen in melodisch opzicht vaak denken aan de rustiger momenten van Sibelius; Heise is traditioneler, ritmischer (maar ook vroeger).
Brecht
Het hoogtepunt van de cd is wat mij betreft echter Ture Rangströms cyclus Ur Kung Eriks Visor (‘Koning Eriks liederen’), die deze CD afsluit. Over Rangström bij een andere gelegenheid meer, maar ook hier laat hij zijn vermogen zien om juist steeds dat te doen dat je het minst verwacht – in karakter heeft dit stuk wel iets van Brechts Dreigroschenoper, met delen die afwisselen tussen spreekstem en zang, met grote dynamische verschillen die Skovhus zonder al te veel problemen neemt.
Grote boze wolf
Anderzijds weet ik niet helemaal zeker of ik helemaal te winnen ben voor zijn nogal gespierde voordracht. Voor het stoere Stormen paa Kjøbenhavn (‘Storm over Kopenhagen’) van Otto Maling is het een ideale benadering, maar bij stukken die wat meer subtiliteit konden gebruiken (zoals die van Lange-Müller) blaast Skovhus als een Grote Boze Wolf het huis om – of dreigt dat te doen.
Toch niet nederig
Maar laat dat geen reden zijn om de CD in de schappen te laten liggen, want deze muziek wordt toch al veel te weinig gehoord en de begeleiding door het Deens Nationaal Orkest is magistraal. Als ik heeeel eerlijk ben, wint het orkest dan ook de strijd met de solist. De opname is wat we van Chandos gewend zijn: heel helder en vol detail. De solist staat wellicht een beetje ver ‘naar voren’, dus wellicht is Skovhus’ ego toch niet zo nederig als ik wel heb gedacht. Maar desondanks blijft dit een schijf die met al zijn poolzeeën (of het gebrek daaraan) overloopt van warmte.
Bo Skovhus en het Deens Nationaal Orkest
Album: Songs by the Sea: A Scandinavian JourneyMisschien ook iets voor u
Meer dan veelbelovend
.
In De uitvoering maken we kennis met Kallista, een aan het conservatorium afgestudeerde pianolerares. Kallista is getrouwd met Mark, maar heimelijk verliefd op Filo. Dat die situatie enige spanning met zich meebrengt moge duidelijk zijn. Zeker als blijkt dat Filo haar broer is – een toch niet echt makkelijke situatie. Als dan ook nog haar jeugdvriendin Agnes, na twaalf in coma te hebben gelegen, sterft en Filo na bijna even lange tijd terugkeert uit Amerika raakt haar leven in een stroomversnelling.
Experimenteren
Waar Hoekstein zich in haar debuut voornamelijk richtte op het verhaal en in de vorm nog wel eens tekort schoot, heeft ze nu juist zwaar ingezet op die vorm. Kallista’s verhaal wordt na elk hoofdstuk onderbroken door een vertelling over één van haar leerlingen. Hierdoor krijgt de schrijfster meer mogelijkheden om met haar schrijfstijl te experimenteren. En waar haar debuutroman vrij toegankelijk was, is deze tweede roman door de vele stijlwisselingen een stuk minder toegankelijk. Hoekstein maakt uitvoerig gebruik van de mogelijkheid om van toon, stijl en expressievorm te wisselen. Dat maakt niet elk hoofdstuk meteen even makkelijk te volgen. Ook de hoofdstukken over Kallista zijn veel rommeliger opgezet dan wat we uit haar debuutroman gewend zijn. Maar ‘rommelig’ is in dit geval niet negatief bedoeld. Je merkt gewoon dat de schrijfster veel meer durft uit te proberen, veel meer expressie durft te leggen in haar schrijfstijl. Het mag dan ook wel duidelijk zijn dat Janine Hoekstein veel geleerd heeft van haar eerste roman.
Terug naar de inhoud
Door al die aandacht voor de vorm loop je nu dus wel het gevaar dat de inhoud ondergesneeuwd raakt. En inhoudelijk is het verhaal van Kallista dan ook redelijk magertjes te noemen. Het hoofdverhaal is eigenlijk in vier zinnen weer te geven. Maar eerlijk gezegd maakt dat van De uitvoering geen slecht boek. De tussenhoofdstukken zijn zo gevarieerd en bevatten zulke mooie portretten van de diverse leerlingen, dat het geheel toch de moeite waard blijft. Door de verschillende verhalen krijg je bij wijze van spreken een kijkje achter de schermen. De volgende keer dat deze leerling in de ‘Kallista-hoofdstukken’ opduikt heb je een heel ander beeld van hem of haar, en kun je als het ware haast de gedachten van de leerling volgen als Kallista een opmerking maakt of een vraag stelt. En ondanks dat het hoofdverhaal niet voldoende is uitgewerkt, heeft het toch genoeg elementen in zich om te blijven boeien. Wederom heeft de schrijfster namelijk de worsteling van een jonge vrouw met haar verleden, heden en toekomst op een pakkende wijze weten te beschrijven.
Toekomst
Na haar debuutroman gelezen te hebben gaf ik aan dat ik zeer benieuwd was naar haar tweede roman. Nu ik hem dan eindelijk gelezen heb, kan ik eigenlijk alleen maar herhalen wat ik toen ook al zei. Gezien de vorderingen van Janine Hoekstein sinds haar vorige roman kan ik alleen maar concluderen dat ik ook haar derde werk met goede moed tegemoet zie. Want als deze trend zich voortzet is het niet lang meer wachten op een waar meesterwerk van deze veelbelovende schrijfster. Veelbelovend, maar ook nu al veel presterend.
Prijs: € 15,95
Bladzijden: 224
ISBN: 9063051425
Misschien ook iets voor u
Geneuzel, gezwets en jazz
Zijn films zijn herkenbaar uit duizenden, niet alleen omdat Woody Allen met zijn opvallende verschijning vaak de hoofdrol voor zich opeist maar ook om de inhoud: (quasi-)intellectueel gebrabbel over psychologische en amoureuze problemen van de moderne Amerikaanse stadsmens. In deze dvd-box zitten vier recente films en een documentaire, niet zijn meest bekende werk maar stuk voor stuk typische Allen-films.
~
De eerste film, Celebrity, is een van de vele autobiografisch getinte werken van de joodse New-Yorker. De matig succesvolle romanschrijver Lee Simon (Kenneth Branagh) zit in een midlife-crisis. Hij verlaat zijn vrouw en heeft wat avontuurtjes, zet zijn romans aan de kant en probeert via de New Yorkse rich and famous een zelfgeschreven filmscript te slijten. We zien de strubbelingen waarmee Lee en zijn ex-vrouw te maken krijgen na de scheiding, veel psychologisch geklets over relaties, dromen en verlangens, een zoektocht naar de dingen die ze denken te missen maar gewoon binnen handbereik liggen.
Freud
Zo mogelijk nog autobiografischer is Deconstructing Harry, een interessante postmoderne hink-stap-sprong vol onverwachte situaties en bizarre humor. De aan een writer’s block lijdende auteur Harry Block speurt met behulp van psychiaters en kennissen in zijn verleden en zo zijn heden om te zien waar de kink in de kabel ligt. Harry’s ploegwerk door alle door hem geschreven autobiografische verhalen staat symbool voor het leven van Allen zelf, vol verwijzingen naar zijn joodse achtergrond, zijn interesse in Dantes Goddelijke Komedie en neurotische aanvallen. Een fraai gelaagde film waar Freud zich wekenlang zoet mee zou kunnen houden (wat eigenlijk voor haast al Allens films geldt).
Praatzieke eenling
~
Ratjetoe
In Small Time Crooks speelt Allen zelf weer de hoofdrol. Ray is een kleine crimineel, ontevreden met zijn leven. Samen met zijn vrouw en drie vrienden plant hij een overval op een bank door vanuit een nabijgelegen leegstaand pand, waarin ze als denkmantel een koekjeswinkel openen, een tunnel te graven. Dan worden de koekjes een nationaal succes en een jaar laten hebben ze zelfs een heel imperium opgebouwd. Zo neemt het verhaal elk kwartier een andere wending en is er absoluut geen gemene deler. Interessant, dat wel, maar de film wordt zo een ratjetoe van de eerste orde.
New Orleans
De laatste film uit deze box is Wild Man Blues, een documentarie over Woody Allen als jazzmuzikant. We volgen hem met zijn band op een Europese tournee en Allen vertelt over zijn liefde voor de oude New Orleans-jazz. Maar hij wordt ook off stage gevolgd, zodat we een glimp krijgen van de persoon Woody Allen, zijn humor en neuroses. Een leuke documentaire voor geïnteresseerden in jazz en in de privépersoon Allen.
In al zijn films zie je dezelfde motieven terugkomen: seksuele frustraties, midlife-crises, hoofdpersonages die vrouwen en psychiaters verslinden, die door het leven stuntelen en nooit eens geluk lijken te hebben (omdat ze niet gelukkig zijn met zichzelf). New York. Jazz. Nihilisme, sarcasme, orgasme. En altijd ondersteund door een heel scala aan beroemde acteurs, zelfs in de bijrollen. Liefhebbers van Allen zullen smullen van deze box, maar de films (die – heel flauw – op drie dvd’s zijn gepropt in plaats van op vijf) zijn te typisch Allen en te weinig verassend om nieuwe zieltjes te winnen.
Woody Allen Box
Regie: Woody AllenJaar: 2024
Distributeur: Indies
Misschien ook iets voor u
Films als deze worden niet meer gemaakt
Leve de digitale filmbewerking! Niet alleen vanwege de nieuwe creatieve mogelijkheden die de techniek makers biedt, maar ook en vooral omdat slijtende klassiekers een opfrisbeurt kunnen krijgen. Dat is goed voor de filmconservering, én zorgt ervoor dat wij films als Il Gattopardo van Luchino Visconti nog eens in de bioscoop mogen bewonderen.
~
Want wat een genot is deze film uit 1963, ook meer dan veertig jaar na dato! Il Gattopardo hóórt ook vertoond te worden op zo’n groot wit doek als dat van Cinerama 1 in Amsterdam. De schitterende totaalshots van het ruige, stoffige Siciliaanse bergland, de opstandige massa’s tijdens de revolutie op het eiland, de klassiek geworden slotsequentie in een balzaal: alles herinnert eraan dat dit grootse cinema was, en is.
Meedenken
~
Roerige geschiedenis
Visconti schetst met grote precisie een portret van misschien wel de roerigste periode uit de Siciliaanse geschiedenis. Het is midden 19e eeuw, de maatschappij is georganiseerd langs duidelijke scheidslijnen: je hebt de steenrijke adel, de gegoede middenklasse en het straatarme arbeidersvolk. Maar dan breekt de revolutie uit. Prins en familiehoofd Salina (Burt Lancaster) heeft een simpele filosofie om te overleven: “Alles moet veranderen,” zegt hij, “zodat alles hetzelfde blijft.” Natuurlijk krijgt hij gelijk. Sicilië sluit zich aan bij Italië, er komt een machtswisseling, de adelstand gooit het op een akkoordje met de burgerij, en de standen blijven in stand.
Dertig jaar ellende
Dit is zo ongeveer wat er gebeurt in het drie uur durende epos. De kracht van de film schuilt erin dat wat we niet zien even belangrijk is als wat we wel zien. Visconti vertelt het verhaal vanuit het gezichtspunt van Salina. Dat is een keus voor het tonen van adelijke pracht en praal. Toch schitteren de lagere sociale klassen op het bal aan het eind, waar adel, burgerij en nieuwe machthebbers elkaar liefdevol in de armen sluiten, door afwezigheid. Het perspectief verbloemt eveneens niet dat Salina, ten koste van zijn eigen gezin, alleen aandacht heeft voor ‘neef’ Tancredi (Alain Delon) en diens muze Angelica (Claudia Cardinale). Ergens merkt hij op dat zijn eigen huwelijk één jaar geluk was en dertig jaar ellende, maar als Salina het stel ziet verandert hij accuut in een romanticus.
In stijl ten onder
Lancaster tovert het veelzijdige karakter van de edelman op magnifieke wijze op het scherm. Als een ware Don Corleone bestuurt Salina met ijzeren vuist zijn imperium. Toch leren we hem ook kennen als een realist met een even cynische als weemoedige inborst, die zo nu en dan haarscherp de situatie analyseert. Op hetzelfde bal beseft Salina dat zijn tijd gekomen is. Prachtig is zijn laatste wals, die hij danst met Angelica, en die iedereen nog eenmaal voor hem inneemt. Visconti laat hem waardig en in stijl ten onder gaan.
Il Gattopardo
Regie: Luchino ViscontiJaar: 1963
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Crazy 88
.
88-71 | 70-54 | 53-36 | 35-19 | 18-01
18: Hans Teeuwen – Industry of love
~
17: The Cure – The Cure
~
16: Just love me (Fries Museum Leeuwarden)
~
15: Sonic Youth – Sonic Nurse
~
14: Kill Bill, vol. 2
~
13: The Return of the King (Special Extended Edition)
~
12: Seafood – As The Cry Flows
~
11: Eva: This Is My Life (Growing Up In Public)
~
10: Wu Ming – 54
~
667
9: Interpol – Antics
~
8: Proust 3 – Ro Theater
~
7: Lost In Translation
~
6: TV on the Radio – Desperate Youth, Blood Thirsty Babes
~
5: Paul McCarthy – Brain Box Dream Box (Van Abbemuseum, Eindhoven)
~
4: Ik (Orkater)
~
3: Franz Ferdinand – Franz Ferdinand
~
2: Arnon Grunberg – De joodse messias
~
1: Eternal Sunshine of the Spotless Mind
~
Misschien ook iets voor u
Een doos vol kitsch en kunst
Twee vrouwelijke dieren klauteren als pasgeborenen aftastend omlaag, de vaste grond op van het toneel. Ze hebben handen en voeten als hoefjes, maar wat zijn het toch? Schapen, bokjes, rendieren?? De houtblokken en koekoeksklokken doen het laatste vermoeden. Van ‘het’ kerstverhaal is heus al vaker een variantversie verschenen, maar de ervaringen die Boogaerdt en Van der Schoot uit hun Kerstpakket vissen leiden tot wel heel raadselachtige beelden. Geboren worden en sterven krijgen gestalte, maar ook de dwang van de consumptiemaatschappij, verkrachting, en menselijke instincten als elkaar uitlachen, partij willen kiezen en solidair zijn, ‘stick together’.
~
Wat zien de jonkies als ze op de vaste grond zijn? Vlakbij hun landingsplaats bevindt zich een roodgedessineerde kartonnen doos. De doos maakt korte bewegingen en legt een paar meters af. Euh? Er blijkt een mannelijk wezen uit te komen dat nieuwsgierig uitkijkt naar de diertjes. De interesse is wederzijds, er wordt zachtjes geknikt en gelispeld. Maar de personages spelen een ander spel dan we zouden verwachten. In plaats van een boom op te zetten, komen ze elkaar steeds op de vreemdste momenten tegen. De ontmoeting tussen de drie figuren is de eerste verrassing uit het kerstpakket. De verschillende typische en minder typische kerstpakketartikelen zetten allerlei situaties in gang.
Hoogtepunt
~
Stijlvol
Kerstpakket is vol van stijl. Dat de artikelen worden ingezet als leidraad van situaties is al bijzonder te noemen, maar ook het decor, de muziek, de kostuums, timing en de bewegingen van de personages zijn indrukwekkend. Wanneer de koekoeksklokken luiden nemen situaties een vreemde wending. En het mechanische van de klokken en de muziek sluit perfect aan bij de mechanische bewegingen van de personages. Ontluisterend. Als robotten waggelen ze over het podium, wat een vreemd contrast oplevert met de rode sfeer van kerst én met hun driften, die zomaar weer uit de hand kunnen lopen. Er is te veel om op te noemen. Een witte verenkrans wordt met één beweging omgetoverd tot een mandje met een baby: Jezus in een nestje. En terwijl de man het nestje in zijn armen wiegt, bestrooit één van de vrouwen het plaatje met een hand vol sneeuw. We buitelen van het ene tafereel in het andere.
Vervreemdende schoonheid
Boogaerdt en Van der Schoot volgden de Amsterdamse Mime Opleiding en dat is goed te zien. Er wordt in het stuk veel meer bewogen dan gesproken, wat vast een goede bodem is voor vervreemdend theater. Hun keuze om met die vervreemdende aanpak traditie en voorspelbaarheid te lijf te gaan, ons onderwijl trakterend op allerlei elementen van schoonheid die het kerstfeest ook te bieden heeft, levert een complete, kleurrijke voorstelling, waar ook in januari nog uitstekend van te genieten valt. Laat je betoveren!
Kerstpakket is tot en met eind januari 2005 te zien in heel Nederland.
Kerstpakket, een sprookje voor volwassenen (Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot)
Artiest: Suzan Boogaerdt en Bianca van der SchootGezien op vrijdag 24 december 2004 in de Meervaart, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
Crazy 88
.
88-71 | 70-54 | 53-36 | 35-19 | 18-01
35: Nachoem M. Wijnberg – Eerst dit dan dat
~
34: Johnny Cash – Unearthed
~
33: Erlend Øye (Dour-festival, zaterdag 17 juli 2004)
~
32: The Incredibles
~
31: Blonde Redhead – Misery Is A Butterfly
~
30: Stille Waters
~
29: Thomas Huber – Schilderijenkabinet
~
28: ZT Hollandia – Leenane Trilogie
~
27: Baskervilles – Baskervilles
~
26: Elephant
~
25: Aladdin Special Edition
~
24: Ash – Meltdown
~
23: Bente Hamel, Spinvis en Ingmar Heytze – Het hoofd van Ferdinand Cheval
~
22: The Thermals – Fuckin A
~
21: Seth – Ventilatoren
~
20: The Killers – Hot Fuss
~
19: La Meglio Gioventu
~
Misschien ook iets voor u