Van onzichtbaar naar onuitwisbaar
Terwijl Nederlandse kinderen momenteel slapeloze nachten hebben over wat ze de Sint zullen vragen, liggen talloze jongens en meisjes elders ter wereld wakker over zaken van een heel andere orde. Over waar hun ouders zijn, wanneer de oorlog stopt of wat ze moeten doen om aan eten te komen. Zaken die kinderen de kans ontnemen kind te zijn. Om aandacht te vragen voor dit probleem sloegen acht regisseurs de handen ineen voor het maken van de film All the Invisible Children.
Tanza |
All the Invisible Children bestaat uit zeven gedramatiseerde korte films, gemaakt door acht regisseurs onder wie bekende namen als Spike Lee, Ridley Scott en John Woo. In elke film draait het om kinderen die door oorlog, armoede en onderdrukking een zwaar en meestal ook ongelukkig leven leiden. De meeste verhalen spelen zich af in het land waar de betreffende regisseur is opgegroeid. Alleen al hierdoor zijn de filmpjes zeer verschillend qua sfeer. Ook de uiteenlopende problemen en de draai die de regisseurs eraan gegeven hebben, geven elke film een compleet ander karakter.
Confronterend
Zo is de eerste film Tanza, van Mehdi Charef, over een Afrikaanse kindsoldaat, erg rauw en grimmig. Het moment waarop vier jonge jongens (onder wie een kind van een jaar of vijf) koelbloedig twee volwassen soldaten afknallen is behoorlijk confronterend. Want hoe surrealistisch het er ook uit ziet, je weet dat dit soort dingen in het echte leven gebeuren. Ontroerend is de manier waarop Charef laat zien dat Tanza ondanks zijn uiterlijke hardheid in wezen toch gewoon een kind is. Iets wat ook Stefano Veneruso laat zien met zijn hoofdpersoon in Ciro, een film over een Napolitaanse jeugdcrimineel die Rolexen van polsen rukt om daarna urenlang in de zweefmolen te zitten.
Lachen?
Ciro |
Ondanks de zware thematiek heeft de Bosnische Emir Kusturica bij zijn Blue Gypsy gekozen voor een niet voor de hand liggende aanpak: humor. En dan niet zomaar wat cynische grappen, nee: knotsgekke kolder! Het verhaal dat draait om een uit een criminele familie afkomstige zigeunerjongen speelt zich af in een jeugdgevangenis, waar de directeur zich gedraagt als Julie Andrews in The Sound of Music: tragi-comedy van de bovenste plank.
En al valt er om de film rondom de Braziliaanse straatkinderen Bilu en Joao absoluut niet te lachen, toch laat de film de kijker met een enigszins positief gevoel achter. Iets wat voornamelijk te maken heeft met de zelfredzaamheid en vrolijkheid van de twee kinderen.
Bij de strot
Song Song & Little Cat |
Twee films die je echter genadeloos bij de strot grijpen zijn Jesus Children of America van Spike Lee en Song Song & Little Cat van John Woo. De eerste gaat over Blanca, een donker meisje dat in Brooklyn woont met haar aan drugs verslaafde ouders. Omdat zij zogezegd aan een bloedziekte lijdt, moet ze elke dag een handvol pillen slikken. Wat zij echter niet weet is dat zij geboren is met het hiv-virus. Wanneer dit gegeven op school uitlekt, is het hek van de dam. Iedereen behandelt haar als paria. De scène waarin de moeder van een klasgenootje Blanca schreeuwend en tierend tot op het bot vernedert, is zó hard dat het moeite kost je tranen te bedwingen. Bij Song Song & Little Cat geldt het laatste voor de hele film. Niet in de laatste plaats omdat de Chinese meisjes in de film er zo schattig uitzien. Dit in combinatie met het feit dat ze de meest verschrikkelijke dingen meemaken, zoals de dood van een lieve opa, kinderarbeid en een moordpoging, maakt het geheel onverteerbaar zielig.
Bij Jonathan van Ridley Scott en zijn dochter Jordan wordt duidelijk hoe gewend we geraakt zijn aan beelden van kinderen in verre oorlogsgebieden. Doordat het in deze film geen Irakese of Bosnische, maar Schotse jongens en meisjes zijn die rennen voor de bommen, lijk je pas echt te beseffen hoe verschrikkelijk oorlog voor kinderen moet zijn, juist omdat het zo dichtbij is. All the Invisible Children is een verzameling films die je allesbehalve koud laat. Precies zoals de bedoeling was.