Film / Films

Leuk voor de leek

recensie: Japanese Horror Anthology vol. 1

Total Film brengt met deze dubbele dvd een negental obscure Japanse films van elk een half uur uit, gebaseerd op griezelverhalen van verschillende schrijvers. Het resultaat van deze verzameling is een collectie weinig verheffende standaardwerkjes, maar hier en daar zit een redelijk verrassende film verstopt.

Een oplettende kijker ziet hier en daar de beeldschone meisjes uit Dark Water, Battle Royale en Kill Bill opduiken, maar over het algemeen zijn het nieuwkomers die voor en achter de camera staan. Vernieuwing of bovenmatig talent bieden ze in dit recente griezelproject echter niet. Liefhebbers van griezelsuccessen als Ju-on, The Eye en Ring weten het maar al te goed: Aziatische horrorfilms moeten het vaak hebben van een onheilspellende, onwerkelijke sfeer en suggestieve beelden. De sobere techniek van digitale video, waarmee de meeste films zijn opgenomen, maakt dit bijna onmogelijk: geen van de films in deze verzameling is dan ook echt griezelig.

Grotesk

De eerste film is een van de bloedeloze, clichématige spookverhalen die op de dvd’s voorkomen, en stemt weinig hoopvol. Hoewel enkele een typisch subtiele tragedie als basis hebben, zijn de meeste nauwelijks geslaagd. De afleveringen die wel een plot hebben zijn daarentegen het sterktst: De laatste dag als tiener, een cynisch verhaal over een doodspact van twee geliefden, en Impulsief moorden, een spannend en al even zwartgallig drama over een inbreker en zijn slachtoffer. Het groteske gegeven van Regeneratie, een verhaal over een meisje dat beweert dat haar lichaamsdelen aangroeien als ze geamputeerd worden, is zo sterk dat vorm noch plot er afbreuk aan doen.

Diversiteit

Gewelddadige ontvoering, een overdreven en banale komedie, valt tussen het serieuzere werk uit de toon, maar is wel een teken van de diversiteit van deze bloemlezing. De welkome afwisselingen tussen de traditionele spookverhalen maken van deze eerste reeks Japanse horrorfilms een redelijk bevredigend geheel, maar voor de verstokte horrorfanaat die zit te wachten op bloed of huivering is de set niet geschikt.

Muziek / Album

IJzersterk vanuit de garage van Sly Stone

recensie: The Kills - No Wow

.

~

Het begin van het verhaal van The Kills gaat enkele jaren terug. Toen ontmoette de Brit Jamie Hince bij een optreden van het Amerikaanse Discount de zangeres van die band: Alison Mosshart. Hince was in Amerika op zoek naar inspiratie voor zijn soloproject dat ter vervanging moest dienen voor zijn band Scarfo. Mosshart bood haar stem aan, veranderde haar naam en samen werden ze The Kills. In 2003 debuteerden ze met het sterke Keep On Your Mean Side. Na het succes werd er gewerkt aan het vervolg, dat resulteerde in No Wow. Voor het schrijven en het opnemen van de teksten zochten Mosshart en Hince de rust bij Lake Michigan, temeer omdat daar de Key Club-studios zijn, waar de legendarische, maar volgens velen behekste Flickinger mengtafel van Sly Stone staat. Zwarte magie of niet, het geluid op No Wow is de moeite meer dan waard geweest om alle rare verhalen en mogelijke gevaren van de Flickinger te trotseren.

Spanning

De plaat klinkt gepolijster dan diens voorganger, maar wie denkt aan easy listening heeft het fout. VV klinkt, vergeleken met de vorige plaat, nog meer als een kruising tussen Patti Smith en PJ Harvey. Daarbij zijn het de minimale muzikale middelen die The Kills gebruiken wat de band uiterst interessant maakt. De drumcomputer en de gruizige en de grommend rockende gitaar werken verslavend. De overtuigende stem van Mosshart heeft daarop een fijne stuwende werking. De eerste tonen van het titelnummer No Wow klinken spannend en veelbelovend, maar de kracht ligt erin dat de rest van de plaat die lijn van spanning weet vast te houden. Dit komt mede door een krachtige en aansprekende riff die steevast aanwezig is in de nummers.

Lovenswaardig

Zoals gezegd is het titelnummer meteen heftig, maar ook Love Is A Deserter hakt erin, net als Dead Road. De single The Good Ones kan zich wel eens hoog in de eindlijstjes van de kenners gaan nestelen, en ook At The Back Of The Shell heeft een enorme hitpotentie. Het rustige Rodeo Town haalt het tempo een beetje uit de plaat, maar is daarentegen wel een aangename afwisseling. Net als de momentopname Ticket Man, waarbij het geluid van VV en Hotel helemaal minimaal is en waarbij echt duidelijk wordt dat The Kills zelfs zonder de gitaar stevig overeind blijven. VV zingt: “This ain’t no wow,” maar wat heeft ze het mis. No Wow is verbazingwekkend goed en roept eigenlijk alleen maar loffelijke woorden op.

Kunst / Achtergrond
special:

Verzamelwoede met prijskaartje

.

De privéverzameling en het museum kennen een gezamenlijke geschiedenis. Zo ontstond het Stedelijk Museum aan het eind van de negentiende eeuw vanuit verschillende particuliere verzamelingen en ook de naam van museum Boijmans van Beuningen verwijst naar de betrokkenheid van privécollecties. De afgelopen jaren zijn er in grote Europese musea verschillende tentoonstellingen van privéverzamelingen geweest. Zo stelde Charles Saatchi een groot deel van zijn collectie ten toon in Sensation, die behalve in Londen (1997) onder andere in Berlijn (1999) was te zien. Imagine You’re Standing Here In Front Of Me in het Boijmans van Beuningen, (2002/2003) was daarnaast geheel gewijd aan de collectie van Joop van Caldenborgh. Maar de expositie die misschien wel het verst in het geheugen ligt, is de Friedrich Christian Flick Collectie die nog tot 26 maart in Hamburger Bahnhof in Berlijn is te zien.

Museum versus privéverzamelaar

~

De kunstverzamelaar neemt daarmee een bijzondere plaats in in de kunstwereld. Hij richt zich evenals het museum op het verzamelen van werken, maar zijn positie is veel vrijer. Een museum moet zich bijvoorbeeld tegenover subsidiegevers en publiek verantwoorden voor haar keuzes. Als een Nederlands museum gebruik wil maken van een aankoopregeling van de Mondriaan Stichting, dient ze de aankoop te plaatsen binnen de thema’s die ze in haar collectie onderscheidt. Die regels zijn onder andere bedoeld om de Collectie Nederland zo breed mogelijk te houden.

Een verzamelaar die in eerste instantie vooral voor zichzelf verzamelt, kent deze regels niet. Hij volgt zijn eigen idee over wat hij mooi of belangrijk genoeg vindt. Hoe hij zijn geld besteedt, hoeft hij immers alleen aan zichzelf te verantwoorden. Ook het museale streven naar een bepaalde hiërarchie in de collectie, is voor een verzamelaar niet per definitie van belang. Van Caldenborgh zegt hierover in een interview in de catalogus van de tentoonstelling dat hij geen volledigheid zoekt in zijn collectie, maar zich laat leiden door zijn eigen voorkeur en smaak.

Een ander belangrijk verschil tussen het museum en de privéverzamelaar schuilt in het aankoopbudget. Het kleine aankoopbudget dat een museum ter beschikking staat, geeft enkel ruimte voor de aanschaf van een beperkt aantal werken. Hierdoor beperkt men zich vaak noodgedwongen tot het topsegment.
Een museum kan daarnaast gezien worden als een laatste bewaarplaats, waardoor het zich geen ‘fouten’ of ‘miskleunen’ kan veroorloven. Dit betekent niet dat een museum geen vernieuwende kunst kan laten zien in tentoonstellingen, maar het eerder genoemde aankoopbudget biedt gewoon niet veel ruimte.

Neus

Opvallend is dat de verzamelaars die eerder werden genoemd, een neus lijken te hebben voor interessante kunst. Anders waren hun collecties niet in zulke grote tentoonstellingen te zien geweest. De Caldic-collectie bevat bijvoorbeeld veel kunstenaarsboeken en een grote collectie grafisch werk van Marcel Broodthaers, maar er bevinden zich ook jonge namen zoals Damian Hirst en Mona Hatoum in de collectie.
Vaak heeft de particuliere verzamelaar ook meer geld te besteden dan een museum, waardoor zijn keuze niet beperkt hoeft te blijven tot het topsegment.

~

Deze vrijheid van de verzamelaar wordt vooral duidelijk in de Engelse kunstwereld. Zo kocht Charles Saatchi in de tijd dat de kunst van Young British Artists nog betaalbaar was werk van bijvoorbeeld Damian Hirst, Tracey Emin en Marc Quinn. De Tate Gallery was wat de YBA betreft veel terughoudender, omdat op dat moment nog onduidelijk was hoe de kunstenaars zich zouden ontwikkelen. Pas later zijn er door de Tate werken van bijvoorbeeld Hirst aangekocht. Op zo’n manier kan het museum worden voorbijgestreefd door de particuliere verzamelaar.

De publieke ruimte

Opvallend aan de drie particuliere collecties is dat ze in een publieke ruimte zijn te zien. Saatchi zegt in een van zijn zeldzame interviews ook dat hij kunst koopt om deze te exposeren. Dit roept de vraag op wat Saatchi’s visie op goede kunst bijdraagt aan het debat over kunst.
Er wordt hem vaak verweten de kunstmarkt te bespelen en precies te kopen wat populair is. Komende uit de reclamewereld heeft hij zijn kunst altijd goed weten te promoten – denk aan de merknaam Young British Artists – waardoor de waarde van de werken in korte tijd sterk is gestegen. Het getuigt meer van inzicht in de markt dan kunsthistorisch inzicht. Verschillende critici zijn het erover eens dat de kunst van de Young British Artists eigenlijk helemaal niet zo vernieuwend is. Het zou eerder een ‘dunnetjes overdoen’ van de jaren zestig betreffen.

Commotie

Ook de verzamelaar Flick schrijft in de catalogus bij de tentoonstelling, dat de collectie juist in het publieke domein te zien moet zijn. Nu is er met deze collectie iets aan de hand. Flick’s grootvader was namelijk een rijke bedrijfsmagnaat die samenwerkte met de nazi’s. Een groot deel van het familiekapitaal vindt daar zijn oorsprong. De Flick-collectie is dus voor een deel tot stand gekomen met ‘besmet geld’. Er was daardoor nogal wat commotie rond de opening. ‘De reden dat het museum toch de collectie toonde had vooral te maken met het belang van de verzamelde werken’, zo schreef de curator. Het is inderdaad een overweldigende collectie die werk bevat van moderne klassieken als Paul McCarthy, Luc Tuymans en Bruce Nauman.

Ethiek

~

Door het interessante karakter van de collectie is de vraag of het onethisch is een dergelijke collectie te tonen naderhand bijna niet meer aan de orde geweest. De vraag dringt zich op of je iemand de daden van zijn grootvader kan verwijten. Opvallend is wel dat de kleinzoon zich niet distanieert van de daden van zijn grootvader. Aan de andere kant, het is misschien daarom juist wel terecht dat collectie in een publieke ruimte wordt geëxposeerd.
Wat dat betreft is Saatchi ook een geval apart. Zijn reclamebureau werd groot door de campagne die de conservatieve partij van Thatcher aan de macht hielp, terwijl de kunst die hij koopt zich bezig houdt met de derde klasse en zich juist afzet tegen de elite.

Zo lang het maar om de kunst gaat

De relatie tussen de verzamelaar en museum lijkt nauw. Toch is er sprake van een bepaalde mate van onafhankelijkheid van beide zijden. Een museum flirt graag met een collectie, die soms werken bevat waar het museum alleen van kan dromen. De verzamelaar laat zich schijnbaar alles welgevallen, maar beseft tegelijkertijd dat het een mooie kans is op promotie met als gevolg waardevermeerdering van de collectie. De particulier verzamelaar en het museum kunnen bijna niet zonder elkaar en het Nederlandse kunstbeleid lijkt dit enkel maar aan te moedigen.

Het zou de regering minder geld kosten als er meer privé-initiatieven in de museale wereld zouden zijn. Het lijkt me namelijk geen optie om een particuliere visie met geld van overheid te ondersteunen. Natuurlijk geeft een museumdirecteur ook een bepaald gezicht aan een collectie, maar we gaan er vanuit dat hij kennis van zaken en een gedegen opleiding heeft, waardoor hij werken op de juiste waarde weet te schatten. Daar komt bij dat er om de zoveel jaar van directeur wordt gewisseld, waardoor accenten in de collectie kunnen verschuiven. Tenslotte staat een museumdirecteur natuurlijk altijd nog in dienst van de ‘gemeenschap’. Laat de flirt tussen verzamelaar en museum in de huidige vorm nog maar even bestaan. Interessante werken die anders in gesloten collecties zouden blijven, kunnen op deze manier toch worden getoond.

Film / Films

De wereld deed een oogje dicht

recensie: Hotel Rwanda

~

Begin jaren negentig vertrouwde de bevolking van Rwanda op de Verenigde Naties. Burgers hadden de verwachting dat het aanwezige VN-leger en de wereldpers een oorlog zouden kunnen voorkomen. Na 800.000 doden in een bloederige burgeroorlog tussen de Hutu’s en de Tutsi’s was duidelijk geworden dat de wereld de ogen had dicht gedaan. Een man zette de deuren van het hotel waar hij werkte open, hij spreidde zijn armen voor vrienden en vijanden. Hij redde niet alleen zijn eigen vrouw en kinderen, maar wist honderden medeburgers uit de greep van de radicale soldaten te houden. Dit waargebeurde verhaal is nu verfilmd in Hotel Rwanda.

Paul Rusesabagina was in 1994 als manager werkzaam in hotel Des Milles Collines. Hij is een Hutu en getrouwd met een Tutsi vrouw. Hij hoorde van stamgenoten over de toenemende radicalisering van de Hutu-gemeenschap. Rusesabagina geloofde aanvankelijk niet dat er in Rwanda problemen zouden komen. Hij sloot zijn ogen en geloofde dat de aanwezigheid van de troepen van de Verenigde Naties problemen zouden voorkomen. Hij had een goede baan en wilde alleen maar vrede.

Steun

~

De ongeregeldheden tussen de Hutu’s en de Tutsi’s begonnen in de dorpen, de onrust was het eerst merkbaar op het platteland. Een burgeroorlog tussen rivaliserende stammen vond daar zijn oorsprong. In ‘Hotel des Milles Collines’, een vijf sterren verblijfplaats voor de rijken van Rwanda, werd er vooral gepraat over de verse kreeft en de best malt whisky. Manager Paul Rusesabagina, een prachtige rol van Don Cheadle, ritselde veel, schonk hier een fles drank en stopte daar iemand wat geld toe. Hij dacht vertrouwen te winnen, maar rekende buiten het egoïsme van de mensen. Op het moment dat hij de steun nodig had om zijn gezin te redden, werd aan zijn lot over gelaten.

Kakkerlakken

‘We verspillen geen kogels aan kakkerlakken’, zegt een Hutu-strijder die meteen daarop een weerloze man doodknuppelt. Op het moment dat de genocide uitbrak, dacht Paul Rusesabagina, werknemer in het meest luxueuze hotel van de hoofdstad en een man van aanzien, op de eerste plaats aan het redden van zijn eigen Tutsi-vrouw en kinderen. Naarmate het hem duidelijk werd dat er geen internationale hulp te verwachten was, hielp hij meer en meer mensen. Terwijl de buitenlanders in allerijl werden geëvacueerd, bood Rusesabagina, met gevaar voor eigen leven, bescherming aan 1200 mensen in het hotel. In de honderd dagen dat de vluchtelingen in het hotel verbleven, werden meer dan 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord. “U denkt misschien dat we hen niet allemaal kunnen vermoorden?” zegt een Hutu-officier op een gegeven moment. “We zijn al halverwege.”

Oscars

De speelfilm vertelt het verhaal zoals het is gebeurd. De cast bestaat uit internationale sterren als Don Cheadle, Nick Nolte en Joaquin Phoenix, maar ook uit honderden overlevenden van de genocide. Zij hebben de moed gehad de gebeurtenissen als figurant na te spelen. Hotel Rwanda is op filmfestivals in de prijzen gevallen en heeft nominaties gehad voor drie Oscars, maar de beeldjes voor beste acteur (Don Cheadle), beste vrouwelijke bijrol (Sophie Okonedo) en voor beste oorspronkelijke scenario gingen naar andere films. Wat overblijft is Hotel Rwanda in de Nederlandse bioscopen. Een bezoek aan de film betekent kijken naar een brok genante wereldgeschiedenis, het lezen van een inktzwarte bladzijde. De troepen van Verenigde Naties waren aanwezig, keken toe en grepen niet in. “We are peacekeepers, not peacemakers,” was het zwakke excuus. Honderden, duizenden, tienduizenden, honderdduizenden doden later deed de wereld de ogen open. Te laat, veel te laat. Die les is nu in een prachtige en imponerende film te zien.

Film / Films

Een bijna compleet debacle

recensie: Ring 2

~

Omdat het eerste deel een van de engste films van de afgelopen tijd was, kon een vervolg op The Ring niet uitblijven. Zeker niet omdat de Japanse versie toch al gemaakt was. Makkelijk was het dan ook toen dezelfde regisseur (Hideo Nakata) werd gevraagd. Die kon zijn kunstje gewoon nog een keer overdoen. The Ring 2 kan ook weer op dezelfde hoofdrolspeelster (Naomi Watts) rekenen. Hetzelfde verhaal daarentegen, d?t bleek niet te lukken. Even eng is het vervolg dan ook zeker niet.

Rachel Keller (Watts) en haar zoontje Aidan zijn na de gruwelijke belevenissen uit deel ??n gevlucht naar een nietszeggend dorpje, waar ze in alle rust hopen verder te leven. Je kunt er vergif op innemen dat dit dus niet gebeurt. De enge Samara is terug, met een nieuwe missie: ze wil Aidans lichaam overnemen om zo zelf weer verder te kunnen leven. Aan Rachel om daar een stokje voor te steken. Ze moet zichzelf en vooral haar zoon redden.

Water

~

Helaas voor Rachel denken alle hulpdiensten dat zij het is die haar zoon mishandelt. Waar komen anders de vreemde blauwe plekken vandaan? Rachel staat er helemaal alleen voor, omdat Aidan zwak in het ziekenhuis ligt. Haar speurtocht brengt haar langs bekende plekken, zoals het oude huis van Samara, maar ook langs nieuwe gezichten, zoals de echte moeder van het kleine meisje (Sissy Spacek). Water blijkt in ieder geval weer een grote rol te spelen.

Video

Waar deel ??n nog een zeer mysterieuze toon had en een geweldig aanknopingspunt (een wel heel enge videofilm), het vervolg mist deze elementen. Het is al bekend wie Samara was, waardoor de film lang niet zo beklemmend meer is. Het meisje uit de televisie, de walgelijk verdraaide gezichten, ze zijn allemaal al eens langs geweest en zorgen niet meer voor naargeestige momenten. De video komt alleen in de proloog van de film voor, als (weer) twee tieners alleen in huis zijn. Daarmee opent de film overigens wel heel sterk.

Kudde herten

Het verhaal ‘eng meisje zoekt moeder’ is gewoon niet eng genoeg om een hele horrorfilm te dragen, al doet Naomi Watts nog zo haar best om angstig te kijken. Als dit niet het vervolg was geweest op het meesterlijke eerste deel, dan had deze film waarschijnlijk weinig bezoekers getrokken. Geen enkele keer trekt de film je naar het puntje van de bioscoopstoel toe en op een paar schrikmomenten na, is de film gewoon niet eng. Voeg daarbij een werkelijk belachelijke kudde herten en de foutste oneliner sinds tijden en het debacle lijkt compleet.

Pluspunten

Gelukkig zijn er ook nog wel wat pluspunten te vinden. De sfeer is hetzelfde gebleven, de muziek blijft goed. Er zit wat meer humor in de film en Samara blijft gewoon een naar loeder. En ook al is bekend dat ze door de televisie gaat kruipen, en dat die gezichten wel heel erg misvormd zijn, deze twee dingen blijven interessant. Zeker niet de moeite waard om in de bioscoop te kijken, maar absoluut leuk voor een filmavondje op de bank. Vergeet na afloop de televisie niet uit te zetten.

Muziek / Album

Psychedelische rock met een dosis pop

recensie: The Secret Machines - Now Here is Nowhere

.

~

Met het begin van de cd zet The Secret Machines je meteen op het verkeerde been. Het eerste nummer begint namelijk met een lekker drumpartijtje en een pakkend gitaartje zodat je je denkt op te kunnen maken voor een uurtje pretrock. Niets is minder waar. Now Here is Nowhere ontpopt zich als een sferische gitaargestuurde plaat waar je je helemaal in kunt verliezen. De aanvankelijk prettig beginnende opener blijkt een negen minuten lang meeslepend rock-epos te zijn. De plaat doet inderdaad denken aan sommige nummers van Pink Floyd, niet zozeer muzikaal als wel de sfeer die de slechts negen nummers op weten te roepen. You are Chains is hier misschien wel het beste voorbeeld van.

Lost in Nowhere

Een groot deel van de nummers doet soms denken aan lange jams waarbij het klinkt alsof de heren muzikanten de wereld om hen heen vergeten en helemaal één worden met de muziek. In het nummer Nowhere Again zeggen ze het zelf ook: “We know we’re lost in nowhere now.” Vaak monden zulke goedbedoelde initiatieven uit in ondoorgrondelijke, niet-luisterbare draken van nummers maar het knappe aan Now Here is Nowhere is dat de nummers goed in het gehoor liggen. Ondanks de wat psychedelische inslag zijn de nummers goed te volgen en wekken ze je interesse op. Het blijven nummers met een poprandje, want naast Pink Floyd proef je hier en daar ook een vleugje Flaming Lips en New Order (ten tijde van Get Ready).

Niet sterk genoeg

Is er dan niets verkeerd aan deze debuut-cd? Jawel. Na een paar luisterbeurten worden de nummers wat saai. Muzikaal gezien weten de oorspronkelijke interesse en vervoering niet vast te houden en zo krijgt Now Here is Nowhere na verloop van tijd een net-niet sfeertje. De woorden ‘herhalende brij’ zijn te hard maar komen wel in de richting. De liedjes zijn net niet psychedelisch genoeg om je helemaal mee te voeren naar hogere sferen en net niet sterk genoeg om te blijven boeien. Het is absoluut geen slechte cd maar de woorden ‘de nieuwe Pink Floyd’ verdienden The Secret Machines niet. Hun live-shows schijnen echter wel erg goed te zijn, dus hou de concertagenda’s in de gaten.

Boeken / Fictie

Wij zijn hyena’s

recensie: Philippe Claudel - Zonder mij

Sinds de menselijke spraak in een onbekend krocht werd verwekt door een halfalfabetische voorouder, behandelt de literatuur telkens dezelfde onderwerpen, telkens dezelfde vragen; zonder daarbij ooit een blijvende oplossing aan te dragen. Wie probeert te begrijpen waarom een geliefde gestorven is, heeft niets aan een boek. Niet omdat het boek onzinnig is, maar omdat het waarom van het sterven eenvoudigweg niet begrepen kan worden. Als iemand sterft dan zijn daar geen redenen voor, dat gebeurt gewoon. De kracht van goede literatuur is dat ze dit weet en dat ze niet via idiote metafysische systemen een verklaring probeert te geven voor zaken die helemaal niet op zo’n manier benaderd kunnen worden. Literatuur beantwoordt de vragen niet, maar doorleeft ze, maakt ze tastbaar en brengt ze aan het licht. Zonder mij van Philippe Claudel is hier een goed voorbeeld van.

~

Wie momenteel een van de grotere boekhandels in loopt, ziet gegarandeerd grote stapels van Claudels roman Grijze zielen liggen. Het boek werd, ondanks de inktzwarte wereld die erin geschetst werd, een wereldwijd succes. Grijze zielen was echter niet Claudels eerste boek, hij had daarvoor al vier andere romans het licht laten zien. Eén daarvan, Zonder mij, is nu in de nasleep van het succes alsnog in het Nederlands vertaald. Het is opnieuw een weinig vrolijk stemmend boek, waarin een gekweld mens reflecteert op zijn betekenisloze bestaan dat alleen verlicht wordt door de tederheid die zijn dochtertje van 21 maanden bij hem oproept.

Monoloog

Zonder mij is een intense monoloog waarin de banaliteit van de werkelijkheid haarscherp wordt blootgelegd, zonder dat dit omslaat in zielloze cultuurkritiek. In deze monoloog is een verward, getergd en diep vertwijfeld mens aan het woord. Een mens die rouwt terwijl hij geen mogelijkheid heeft om te rouwen, die verzorgt wat hij niet verzorgen kan, die liefheeft wat bij hem pijnlijke herinneringen oproept. Deze man doet in zijn innerlijk een poging om zijn dochter van twee duidelijk te maken waarom hij zat van het leven is. In zijn tirade dringt echter langzamerhand een tedere tegenstem door en hij begint te twijfelen aan de lotsbestemming die hij voor zichzelf in gedachten had.

Archetypes

De vertwijfelde man werkt in het ziekenhuis en heeft als taak nabestaanden over te halen om het gestorven lichaam af te staan als orgaandonor. Hij noemt zichzelf een hyena en walgt eigenlijk van het mensonterende werk dat hij moet doen.

Wij zijn hyena’s. Nu besef ik dat pas echt, omdat ik dit werk al veel te lang doe en vooral omdat ik het zo harteloos en zielloos heb gedaan.

Zijn collega is een ‘klootzak’ die aan een stuk door de meest onzinnige onzin uit zijn mond laat stromen. De andere mensen waar hij mee omgaat zijn ook weinig verheffende persoonlijkheden. De oppas die zich dagelijks over zijn kind ontfermt is een bruut feestende puber die vaak meer dood dan levend is. Beide personages zijn archetypes van de moderne, onverschillige mens die zich zijn eigen vakantie van twintig jaar terug nog wel herinnert, maar geen flauw benul heeft van de gruwelijkheden die in Bosnië-Herzegovina zijn begaan.

Heilige dwaas

Claudel roept in enkele veelzeggende beelden een wereld op die even zwart als herkenbaar is. In deze wereld dwaalt de hoofdpersoon rond, terwijl hij van alle kanten bestookt wordt met verleidingen om een volstrekt zinloos en overbodig product aan zijn voortdurend uitdijende lichaam of telkens toenemende bezittingen toe te voegen. Of hij wordt geconfronteerd met schreeuwerige egotrippers die zichzelf het middelpunt der aarde wanen. Hij weet niet goed om te gaan met deze wereld, op sommige momenten lijkt hij zelfs de trekken te krijgen van een heilige dwaas à la prins Mysjkin.

De man schold de vrouwen uit voor ’tuig’, ‘eikelzuigers’ en Sarajeefse hoeren’ en hun kinderen voor ‘bastaards’. Ik liep naar hem toe en ging zo dicht bij hem staan dat hij niet meer schreeuwde en me verbaasd aankeek; ik probeerde hem op de wang te kussen, zoals je iemand kust die verdwaald is en zijn verstand heeft verloren.

Claudel weet telkens dit soort veelzeggende beelden op te roepen. Samen met de vele stemmen – de puberterminologie van de oppas en het pseudo-diepzinnige gewauwel van de collega – creëren deze beelden een gelaagd en krachtig beeld van een tijd die op drift is; een tijd die zichzelf niet meer bevraagt en geen overtuigingen meer bezit; een tijd kortom die de vragen die Zonder mij oproept hard nodig heeft.

Muziek / Album

Jeugdige metalbelofte

recensie: Trivium - Ascendancy

“De Roadrunner prioriteit voor 2005,” staat er vetgedrukt onderaan de begeleidende brief. Het zal je maar overkomen als band: ben je gemiddeld 21 jaar jong en dan ziet een van de grote platenlabels op het gebied van metal je als hun prioriteit voor een jaar dat net begonnen is. Nu maar hopen dat de druk ze niet teveel wordt en deze jonkies niet bezwijken onder het vele touren en musiceren. Gezien hun ervaring met optredens met onder andere Machine Head en Fear Factory zou je verwachten dat het echter wel goedkomt met Trivium.

~

Ondanks de vrij lage gemiddelde leeftijd van de bandleden klinkt deze cd zeer volwassen. In vergelijking met hun debuut Ember to Inferno (2003) is er ook zeker een duidelijke vooruitgang hoorbaar in zowel spel als productie. Het geluid op Ascendancy klinkt stukken voller en meer in balans dan op de voorganger. Waar de vorige cd af en toe nog vrij kaal klonk is het geluid nu overal goed opgevuld. Een zeer toepasselijke titel dus die dit album siert.

Kruisbestuiving

De muziek zelf is een soort kruisbestuiving tussen de nieuwe generaties trash- (denk aan The Haunted) & death metal. Roadrunner roemt de band om de referenties die ze muzikaal leggen naar Metallica, Slayer en nog enkele andere grote namen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat net iets te ambitieus vind. De muziek steekt zeker niet slecht in elkaar en klinkt ook absoluut lekker agressief, maar het klinkt ook net allemaal iets te gelikt om de agressie van de aangehaalde bands in hun gloriedagen te evenaren. Het nummer Pull Harder On The Strings Of Your Martyr geeft een heel duidelijk beeld van de mix die Trivium in nummers tentoon spreidt: vrolijk hakkende riffs à la The Haunted komen voorbij, afgewisseld met pompende nu-metal passages. Het geheel wordt aangevuld met vocalen die je niet doen vermoeden dat er een slechts 19-jarig mannetje achter de microfoon staat.

Net niet

Zeker een niet heel onaardig album dus, waar naast de rode lijn van trash/death ook verschillende zijstapjes worden gemaakt naar andere muziekstijlen. Helaas is het geheel dan weer net niet catchy genoeg om nummers echt in je hoofd te laten hangen. Daarvoor klinken de meeste melodielijnen net iets te voorspelbaar. Zoals vermeld heeft de band er echter al behoorlijk wat optredens op zitten en zeker niet met de minste namen. Aan motivatie en toewijding zal het ze dan ook uiteindelijk niet ontbreken om een groter publiek te bereiken. Muzikaal gezien is het alleen net niet overtuigend genoeg.

Theater

Tussen muziek en gedachtekronkels

recensie: Sanne Wallis de Vries - Stuk

Afgelopen week maakte een deel van de Veluwe zich druk over een poster waarop een getekende Claudia de Breij met een vijgenblad voor haar venusheuvel mensen naar de voorstelling Claudia zuigt lokt. Wat dat betreft was cabaretière Sanne Wallis de Vries haar tijd ver vooruit. Voor haar programma Stuk ging zij namelijk ook al uit de kleren. Het affiche over de voorstelling bestond uit een echte foto van de beroemde fotograaf Erwin Olaf, met een satanisch staartje dat haar bevallige achterste opsiert. Toen heb ik niemand horen klagen, hetgeen toch te denken geeft.

~

Het thema van de derde voorstelling van Sanne ‘Koningin Beatrix’ Wallis de Vries, is de overgang naar het leven als een ‘dertiger’. Ze heeft het over de nostalgiegolf die je rond die leeftijd kan overvallen. Ook legt ze uitgebreid uit hoe moeilijk het is voor meisjes om op deze leeftijd nog vrijgezel te zijn. Ze eindigt haar programma met een serie spetterende liedjes, die voor een stevige muzikale climax zorgen.

Doordacht en direct

~

Het programma begint op dvd abrupt. Je ziet geen inleidende beelden van de zaal, maar wordt direct in het programma gegooid. Dit zorgt ervoor dat het even duurt voor je ook echt het gevoel hebt dat je in een theater zit. Wallis de Vries begint direct een razend betoog over de jaartelling. Ze overrompelt door scherpe redenaties en fantastische gedachtekronkels. Deze uitdagingen van onze hersenen weet ze goed te combineren met een droge grap. De afwisseling tussen doordacht en direct cabaret houdt de voorstelling interessant.

Diepzinnige teksten

In het tweede deel van het programma zingt ze voornamelijk liedjes. Dit zijn stuk voor stuk aardige composities, waarvan vooral het titelnummer Stuk positief opvalt. Ze wordt bij deze nummers mooi begeleid door een kleine band. Deze opstelling geeft haar optreden ineens een andere wending en plotseling zit je naar een muziekoptreden te kijken. De nummers zijn tekstueel wel grappig, maar het is wel degelijk anders. Het zorgt voor een breuk in het programma en het was sterker geweest om muziek en scherp cabaret niet zo uit elkaar te trekken.

Koningin Beatrix

Echte extra’s zijn er op de dvd niet te vinden. Gelukkig staat wel het volledige programma op de schijf en verder als extra nog ‘Stukken uit stuk’. Behalve een leuke introductie door Sanne als Koningin Beatrix worden hier vooral hoogtepunten uit de show zelf herhaald. Een interview was hier bijvoorbeeld wel op zijn plaats geweest. Een sterk punt van de dvd is daarbij nog wel dat alle teksten van de liedjes in een boekje worden meegeleverd. Het is prettig om tijdens het optreden deze teksten woordelijk mee te kunnen lezen.

Liever kronkels

Sanne Wallis de Vries laat met Stuk over het algemeen een goede indruk achter. Haar teksten zijn scherp en redenaties zijn vaak indrukwekkend. Toch is het jammer dat ze ervoor gekozen heeft om muziek en cabaret zo uit elkaar te trekken. Daardoor valt Stuk uit elkaar in twee stukken. En persoonlijk word ik veel liever door haar originele gedachtekronkels aan het denken gezet dan door zware en diepzinnige teksten.

Theater / Voorstelling

Eerwraak in ‘moet kunnen’-land

recensie: Medea (Theatergroep Rast)

Wraak! Medea wil wraak. Na het verraden van haar familie en land onder invloed van de charmante westerling Iason ontvlucht Medea haar islamitsche geboorteland. Hij trouwt met haar en neemt haar mee naar het Westen. Helaas voor Medea blijkt dit huwelijk later niet wettig te zijn. Dit komt Iason prima uit, want hij trouwt al spoedig met de dochter van de invloedrijke president. Vol mooie praatjes vertelt hij Medea dat hij nu meer macht en geld heeft waar ook zij en hun zoontje van profiteren. Allemaal praatjes, want als de president Medea het land gaat uitzetten, komt Iason niet voor haar op. Medea is radeloos, leeg, machteloos en verslagen.

~

Medea is het tweede deel uit een drieluik over de botsing tussen de oosterse en westerse wereld. Regisseur Celil Toksöz van theatergroep Rast bewerkt klassieke tragedies en plaatst deze in de hedendaagse samenleving. Het eerste deel was Antigone en het derde deel wordt Elektra. De cast bestaat uit vijf acteurs van verscheidene culturele achtergronden. De één spreekt beter Nederlands dan de ander, maar zij zijn allen goed te verstaan. De acteurs worden ondersteund door middel van hypnotiserende zang en djembé-ritmes door een koor van vijf Turks/Koerdische mannen. De muziek brengt afwisseling en dynamiek in de verder vrij statische voorstelling. De acteurs hebben vrij lange teksten, met name de monologen van Medea balanceren op het randje van langdradig en saai. Gelukkig wordt de voorstelling gered door passievol en fel spel. De sfeer op het podium is gespannen en de teksten zijn treffend. Je voelt dat het een gevoelig onderwerp is en dat de spelers hier zelf nauw bij betrokken zijn.

Eerwraak

~

Op het moment dat Medea zich overgeeft en klaarmaakt voor haar uitzetting, verschijnt er ineens een imam op het toneel. Hij bekeert haar tot de Islam en wakkert een nieuw vuur in haar aan. Niet langer is ze het slachtoffer. Dit nieuwe vuur slaat echter om naar een negatieve energie, een lust naar eerwraak en haat. Haat tegen de westerse maatschappij, de ‘moet kunnen’-maatschappij. Op haar zwakste moment is Medea vatbaar voor indoctrinatie. De imam neemt via haar wraak, ze wordt weer gebruikt, nu door de imam te helpen de ‘ongelovigen’ te straffen. Medea ziet zichzelf dan als martelaar en neemt haar eerwraak door Iasons nieuwe vrouw en de president te vermoorden. En uiteindelijk ook haar eigen zoontje.

Actuele discussie

Dit tragische verhaal zet je zeker aan het denken. De radicale daden die terroristen plegen komen niet uit de lucht vallen, er zit een hele voorgeschiedenis aan vast. Mensen die over de scheef gaan zijn beïnvloed en tot hun daden aangespoord. Er gaat een hoop pijn, verdriet en radeloosheid vooraf aan het moment dat zij zo doorslaan tot het plegen van vreselijke daden. Dit theaterstuk past heel goed bij de actuele discussie over waarden en normen. Over wiens waarden en normen gaat het? De imam in het verhaal noemt ook de voor hem verwerpelijke waarden en normen van het westen. Maar wat voor waarden en normen schuilen er in islamitische eerwraak? Dat soort fundamentele verschillen en dit soort vraagstukken maakt het zo moeilijk om een einde te zien aan deze onverdraagzaamheid en het gebrek aan begrip voor elkaar. Dat de inhoud van de voorstelling theaterbezoekers aan het denken zet, wordt mij duidelijk doordat op ongepaste momenten (ongemakkelijk) gelachen wordt. Misschien worden mensen geconfronteerd met hun ideeën over dit probleem en weten ze niet wat ze ermee aan moeten. Een oplossing zal nog ver te zoeken zijn en Medea biedt ook geen antwoorden, maar misschien wel een beetje wederzijds begrip.

Medea is te zien tot en met 11 juni 2005.