Theater / Voorstelling

Een volkse roes

recensie: Maas theater en dans - UNIFORM

Wanneer ik aan UNIFORM terug denk lijkt de ervaring absurd, vier personages veranderen in een mum van tijd in Turkse volksdansers. Terwijl ik erin zat voelde het volkomen logisch. UNIFORM is als een dagdroom, die sluimert en je naar een ver oord brengt. Waarbij je je achteraf afvraagt hoe je daar opeens bent gekomen.

Op Oerol heb je prachtige locaties, bij de branding van de zee, in een duinpan of midden in het bos. De locatie van dansperformance UNIFORM is allesbehalve sfeervol of magisch: de in soberheid gedrenkte Protestantse kerk ET 10 heeft de sfeer van een wachtruimte in de DDR. Nastaran Razawi Khorasani probeert de lelijkheid ervan niet te verbloemen, maar lijkt deze te vieren. Het licht staat fel, rechts op het toneel een grijze tafel met perfect opgestelde flesjes frisdrank. Een conciërge vult een bak chips in een onmogelijke poging wat gezelligheid aan te brengen. Knap is dan ook hoe Khorasani je in de voorstelling uit de kleurloze ruimte weet te tillen, je naar een droomwereld weet te verplaatsen om je even later terug te ketsen in de harde realiteit.

Individuen

UNIFORM is de tweede voorstelling van Khorasani op Oerol en zoals ze zelf beschrijft een ode aan de meeloper. De performers van UNIFORM zouden echter niet meer van elkaar kunnen verschillen: de één is lang en slungelig, de ander klein en gespierd, de één is blond, de ander donker. UNIFORM start volledig individualistisch. De vier performers zijn weliswaar allen gekleed in een uniform, maar wel in totaal verschillende: een conciërge, een kassameisje, een soldaat en een dokter. De performers lijken noch elkaar noch het publiek te zien en gaan volledig op in eigen handelingen en in het geval van de soldaat in eigen spiegelbeeld.

De dans lijkt aanvankelijk ver te zoeken, maar sluipt langzaam in de routinematige handelingen. Op de droge beat zoekt de dame in doktersjas (Milou van Duijnhoven) herhaaldelijk naar sleutels: ze bevoelt staccato haar lege zakken, rommelt in haar tas en pakt het bosje over van de ene in de andere hand. Ze is een groot komisch talent. Zelfs haar verontwaardigde blik lijkt daarbij perfect op de maat te veranderen. Haast onopvallend krabben twee personages tegelijkertijd hun rug. Het publiek grinnikt, al wat we zien is vakkundig gechoreografeerd.

Naarmate de beat opbouwt, worden de bewegingen die de performers maken steeds excessiever. Ze lijken de performers te overkomen: onverwacht maken ze gezamenlijk paardensprongen of schudden hun vuisten. Steeds herstellen ze zich van de onvrijwillige uitspatting alsof ze er niet zijn geweest.

De dansers onthullen onder hun uniform een traditioneel rood gewaad. Door de pompende beat klinken volkse oosterse tonen. Met hun uniforms vallen de sociale rollen van hun lijf. Ze geven zich over aan de beweging en dansen samen synchroon een energieke volksdans: de Turkse Horon. Ze dansen deze met zo’n overtuigingskracht dat deze switch wonderbaarlijk genoeg logisch aanvoelt.

Terwijl de performers dezelfde bewegingen maken en meer op elkaar lijken, word ik juist getrokken door de verschillen. Opgaand in de groep lijkt ieders persoonlijkheid vreemd genoeg meer door te schemeren. De eerder zo stoer kijkende soldaat (Art Srisayam) glundert van oprecht plezier, bij allen spat het plezier van de dans af. Mijn blik wordt echter steeds opnieuw getrokken door Khorasani die ik onbewust tot leider maak. Ze zweept de groep op met enthousiaste kreten en straalt.

Een spiegelpaleis

Maar dan lost ook Khorasani op in de massa: de dansers rijden spiegels het toneel op en creëren een optische illusie. Er dansen niet langer vier, maar een legioen van kleurrijke volksdansers. De dansers draaien de spiegels om elkaar heen en maken de dans tot een trip die je doet duizelen. In het spiegelpaleis zie je de dansers en hun reflecties zo snel langs elkaar schieten dat ze niet van elkaar te onderscheiden zijn.

Zo plots als de trip begonnen is, is hij ook weer voorbij. Zonder genade gaat het licht aan, de muziek uit en zet Khorasani ons terug op de grond en zijn we terug in de ruimte waar alles beige is. Ik mis de kleur.

Film / Films

Krimpen voor het milieu

recensie: Downsizing (dvd)

Zo op papier klinkt Downsizing als een afgestoft Disney-concept. Man laat zich verkleinen en moet overleven in een mini-wereld. Maar wie meegaat in het uitgangspunt van de nieuwe film van Alexander Payne beleeft een opwindend en geestig gedachte-experiment.

Nee, Downsizing heeft de schijn tegen, de film is niet een zoveelste kloon van de familievriendelijke science fiction uit de vorige eeuw, zoals Honey, I shrunk the kids. Vrijblijvend is deze satirische science fictionfilm allesbehalve, ondanks de opgeruimde toon.

We bevinden ons in een niet nader geduide nabije toekomst waarin een Noorse wetenschapper een belangrijke uitvinding heeft gedaan om de ecologische voetafdruk van de mens drastisch te verkleinen. Letterlijk. In een machine krimpt de mens tot 12,5 centimeter. De gevolgen voor het milieu zijn enorm. In vier jaar tijd produceren 36 mensen nog geen halve vuilniszak aan afval. Tot zover het theoretische ideaalbeeld.

Madurodam

Ook de bedaagde ergotherapeut Paul Safranek (Matt Damon) uit het Amerikaanse Omaha lijkt het wel wat, zo’n leven als minimens. Niet per se om de wereld te redden, maar om als minimensje te leven in een van alle gemakken voorzien Madurodam. Wie in het grote leven moet sappelen kan in het kleine bestaan leven in luxe. Huisvesting, eten, energie; het kost nog maar een fractie van de prijzen in de grotemensenwereld. Samen met zijn vrouw Audrey (Kristen Wiig) koopt Paul een onderkomen in Leisureland en begint aan de verkleiningsprocedure.

Downsizing brengt die krimpprocedure tot in detail in beeld, deze scènes vormen het surrealistische hoogtepunt van de film. De lichamen worden onthaard, vullingen uit kiezen verwijderd – je hoofd zou ontploffen tijdens het krimpen – en na afloop worden de minimensjes door verplegers voorzichtig met een spatel van een bakplaat gelepeld en naar een herstelruimte gebracht. Daar ontdekt Paul dat zijn vrouw de verkleining toch niet aandurfde. Met aanmerkelijk minder kapitaal en helemaal alleen begint hij aan het leven in de kleinemensenwereld, dat iets minder ideaal blijkt dan gedacht.

Satire

Regisseur Alexander Payne richt zich in zijn gevoelige tragikomedies zoals About Schmidt, Sideways, The Descendants en Nebraska vaak op mannen die na de nodige teleurstellingen, zonder veel hoop de toekomst tegemoet strompelen. Ook Paul in Downsizing is weer zo’n man die door zijn onopvallendheid en vlakke karakter als een soort moderne Elckerlyc model staat voor de gemiddelde Amerikaan. De altijd oppervlakkige ideale buurman Matt Damon is geknipt voor deze rol.

Toch wijkt Downsizing af van de vorige films van Payne. Alleen al in genre en vormgeving, niet eerder speelden de verhalen van Payne in een futuristische omgeving. Maar ook de thema’s graven dit keer iets dieper dan de satires over de bekrompen verlangens van kleinstedelijk Amerika. Payne laat zien hoe idealen kunnen ontsporen – dictators gebruiken het krimpproces om de oppositie een kopje kleiner te maken – en ook hoe winstbejag en fanatisme vooruitgang en verbetering in de weg staan. Downsizing meet zich daarmee met hele oude – Gulliver’s travels – en ook nieuwere – The Truman Show – sociale satires.

Aangenaam onvoorspelbaar

De gekrompen Paul wordt in zijn nieuwe leefwereld geconfronteerd met het hedonistische gedrag van de nieuwe rijken. Ook in de ideale wereld mag een onderklasse van migranten de rotzooi opruimen. De Noorse klimaatwetenschappers blijken de leiders te zijn van een enge doomsdaysekte.

Payne weet zich in Downsizing niet helemaal te focussen, zo waaieren de verhaallijnen breed uit. Tegelijkertijd maakt dat de film aangenaam onvoorspelbaar. Na afloop heb je het gevoel dat je iets nieuws, geks en prikkelends hebt gezien dat misschien nog niet helemaal gepolijst is, maar juist dat ruwe maakt dat Downsizing blijft hangen.

Boeken / Non-fictie

Hoe de auteur de (Hanni)bal helemaal misslaat

recensie: John Prevas – De dure eed van Hannibal

De ultieme biografie van één van de grootste veldheren uit de wereldgeschiedenis, die tevens te boek stond als de ultieme vijand van het Oude Rome: dat kan niet misgaan, denk je dan. Helaas is De dure eed van Hannibal een saai en repetitief werk geworden, dat bovendien niets laat zien van de figuur achter de veldheer.

Op de achterflap staat te lezen dat het boek vooral zal ingaan op het naar verluidt buitengewone charisma van Hannibal. Maar dat is net wat het boek niet doet: we krijgen een chronologisch overzicht van zijn jeugd, zijn militaire carrière en zijn roemloze einde, maar geen antwoord op de vele vragen over zijn persoon, die veel meer intrigeren dan de historische feiten die de meesten wel kennen. Zoals: hoe slaagde hij erin om een leger van (meestal buitenlandse) huurlingen bij elkaar te houden? Waarom trok hij niet op naar Rome, toen hij in een veldslag de Romeinse legers had verslagen en de stad – zijn grote doel – dus letterlijk voor het grijpen lag? Hoe was zijn huwelijk, wanneer hij zijn hele leven onderweg was om oorlog te voeren? Wat was er waar van zijn homoseksuele voorkeuren, waarvoor hij door Romeinse auteurs werd bespot? Enzovoort. In het boek wordt niet eens de vraag beantwoord hoe Hannibal er eigenlijk uitzag. Hij was Noord-Afrikaan, was hij bijgevolg zwart? En was hij groot, klein, breed, mooi, lelijk, gespierd? We komen het niet te weten.

Moordzuchtige maniak

Het boek gaat ook niet dieper in op het feit dat Hannibal misschien wel thuishoort in het rijtje van Hitler en Leopold II: hij was een massamoordenaar, die een tactiek van angst hanteerde door zijn soldaten toe te laten om dorpen te plunderen en de bevolking te verkrachten en brutaal af te slachten. Zo zou hij in een stadje de hele mannelijke bevolking in de badhuizen hebben bijeengedreven om die vervolgens dood te stomen. Krijgt Hannibal met andere woorden misschien niet te veel krediet voor zijn huzarenstukje-met-de-olifanten-over-de-Alpen, aangezien hij veeleer een moordzuchtige maniak is die gedurende meer dan tien jaar Italië heeft geteisterd en het platteland er compleet verwoest achterliet? Een intrigerend vraagstuk, maar Prevas gaat er niet op in.

Het meest irritante gegeven van het boek is echter dat de auteur overal is geweest waar Hannibal was en ook diens Alpenreis overdeed, en dit helaas maar al te graag laat blijken. Er gaat bij wijze van spreken geen pagina voorbij zonder een ‘de auteur bezocht de vallei en denkt dat Hannibal hier passeerde’. Voorts geeft hij van heel wat locaties de geografische duiding (‘vlakbij die rivier, aan het begin van dat gebergte’), maar zonder bijgevoegde kaart of foto’s is het onmogelijk zich daar iets bij voor te stellen. Een bijlage met beeldmateriaal was dus méér dan welkom geweest. Net als een iets kritischer notenapparaat. Op een bepaald moment vermeldt Prevas iets over mensenoffers bij Romeinen, met als voetnoot: ‘Het zou inderdaad kunnen dat de Romeinen dit deden, maar het zou evengoed niet waar kunnen zijn.’ Tja.

Vechtmachine

Tot slot nog dit: zowat elk geschiedenisboek vermeldt dat Hannibal zelfmoord pleegde door het innemen van vergif. Maar bij Prevas geeft de bejaarde veldheer zijn slaaf het bevel hem te wurgen. Waarom wijkt de auteur af van de gangbare feiten en vooral, waar haalt hij die informatie vandaan? Zelfs op dat vlak blijft de lezer op zijn honger zitten. Dit had het ultieme jongensboek over een vechtmachine kunnen zijn, maar het is weinig meer dan een veredeld schoolopstel geworden.

Boeken / Non-fictie

Onbewust zelfbedrog

recensie: Michiel van Straten - Dagelijks irrationeel

Wij mensen beschouwen onszelf maar wat graag als rationele wezens. In Dagelijks Irrationeel legt Michiel van Straten onze denkwijzen onder de loep en laat hij zien dat de keuzes die we iedere dag maken juist onderhevig zijn aan onlogische processen.

Schrijver en schrijfdocent Van Straten is van vele markten thuis. Op zijn website presenteert hij zich als een heuse ontdekkingsschrijver. Deze term is inderdaad toepasselijk voor hem, getuige de diverse onderwerpen waar hij over schrijft. Zo schreef hij in Tien verdwenen dagen over de menselijke maat achter ons wereldbeeld en in Onzeker op zee over de minder stoere kant van varen. Met Dagelijks irrationeel neemt Van Straten ons mee in zijn fascinatie voor irrationeel maar alomtegenwoordig gedrag.

Blauwe en bruine ogen

In zijn eerste hoofdstuk legt Van Straten direct de vinger op de zere plek. Veruit de meeste mensen ontkennen het hebben van racistische denkbeelden. Toch wijst wetenschappelijk onderzoek uit dat we racistischer zijn dan we doorgaans toegeven. Onbewuste processen in onze hersenen maken echter dat we dit vaak helemaal niet doorhebben.

Het bekenste voorbeeld hiervan is het experiment van leerkracht Jane Elliot, die in 1968 haar klas met negenjarige leerlingen in tweeën deelt: blauwogigen en bruinogigen. Op de eerste dag van het experiment, krijgen de kinderen met blauwe ogen een voorkeursbehandeling van hun docent en delven de kinderen met bruine ogen het onderspit. De tweede dag is dit precies andersom en ondervinden beide partijen aan den lijve wat ongelijkheid is. Sterker nog, de kinderen ontwikkelen in luttele uren superieur of ondergeschikt gedrag, afhankelijk van de rol die ze toebedeeld krijgen.

Elliots experiment werd wereldberoemd en is op uiteenlopende wijzen herhaald. Keer op keer moet geconcludeerd worden dat haar experiment nog niet aan relevantie heeft ingeboet. Ook de andere onderzoeken die Van Straten aanhaalt in dit hoofdstuk wijzen uit dat racisme wijdverspreid is, of we dit nu willen toegeven of niet. Het gevoel bij een groep te willen horen lijkt intrinsiek verbonden te zijn met mens-zijn. Helaas impliceert dit ook uitsluitingsgedrag, waardoor racisme altijd op de loer zal liggen. Een ware en daardoor pijnlijke les.

Overdaad aan referenties

Dagelijks Irrationeel zal liefhebbers van Daniel Kahnemans Ons feilbare denken aanspreken. In deze populair wetenschappelijke klassieker legt de Israëlische psycholoog bloot hoe onze hersenen functioneren middels twee systemen: een snel en associatief systeem en een rationeel en inspannend systeem. Net als Van Straten, toont ook Kahneman aan hoe denkfouten ons alledaagse leven beïnvloeden.

Toch haalt Dagelijks Irrationeel bij lange na niet het niveau van Ons feilbare denken. Dit komt doordat Van Straten zelf geen psycholoog is en het dus moet hebben van de talloze onderzoeken van anderen die hij aanhaalt. Hij neemt een fenomeen, bijvoorbeeld geheugenillusies of verantwoordelijkheidsgevoel, en bespreekt in dat verband een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken en experimenten. Hoewel de referenties die Van Straten aanhaalt stuk voor stuk razend interessant zijn, is het eigenlijk jammer dat hij er zó veel bespreekt. Van Straten heeft weinig ruimte om dieper op de materie in te gaan en het geheel doet aan als een soort register. Dit neemt niet weg dat Dagelijks irrationeel een goed startpunt is voor een breed publiek.

nescio-titaantjes
Boeken / Fictie

Gemankeerde hemelbestormers

recensie: Nescio - De uitvreter / Titaantjes / Dichtertje
nescio-titaantjes

Honderd jaar geleden debuteerde Nescio met zijn verhalen De uitvreter, Titaantjes en Dichtertje. Voor uitgeverij Nijgh en Van Ditmar genoeg reden om deze melancholische en tegelijkertijd hoogst ambitieuze teksten opnieuw, en in een prachtig klein boekje, uit te geven.

Nescio’s zwaarmoedige drie-eenheid – soms ook aangevuld met de prozabundel Mene Tekel uit 1935 – is met regelmaat uitgegeven en heeft veel cosmetische opschoning van het taalgebruik beleefd. Deze 44ste druk grijpt terug op de allereerste versie van Nescio. Een moedig besluit van de uitgever dat de lezer geheel in oorspronkelijke sferen brengt. Nu wordt de fameuze beginregel van De uitvreter met nog meer nadruk uitgesproken: ‘Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.’ Of wat te denken van de verfijnde poëzie in deze omschrijving:

Het woei nog al, dien ochtend; er stond een flink koudje wind en het water liep met witte koppen.

Dramatisch en heroïsch

Die uitvreter, Japi genaamd, is een klaplopende filosoof die bij iedereen met wie hij enige bekendheid heeft aanloopt en aanschuift. Hij weet zich te verbinden aan de schilder Bavink en komt zo in diens vriendengroep terecht. Iedereen verbaast zich over het gemak waarmee Japi zich toegang verschaft, een verbazing die door de verteller soms als ergernis wordt ervaren, maar toch ook een vorm van ontzag teweeg brengt. Hij maakt driedubbel gebruik van alles wat hem aangeboden wordt en geeft zijn quasi-revolutionaire en nihilistische levensbeschouwingen in retour. Maar ook Japi wordt in het harnas gedwongen door zijn ‘ouwe heer’ en moet zich nuttig maken in een geestdodende kantoorbaan. Met een even dramatisch als heroïsch einde als gevolg: ‘Op een zomermorgen om half vijf, toen de zon prachtig opkwam, is hij van de Waalbrug gestapt’.

In Titaantjes voert Nescio opnieuw een deel van de hierboven beschreven vriendengroep op, te beginnen met alweer zo’n legendarische opening: ‘Jongens waren we – maar aardige jongens’. Ze komen samen op een zolderkamertje of in de vrije natuur en zijn van plan de hele – kapitalistische – wereldorde naar hun hand te zetten. Alles tegen de ‘gewichtige heeren (…) die denken dat zij ’t aardig ver in de wereld hebben gebracht’. Maar het blijft bij opgewonden samenkomsten vol ambitieuze toekomstbeelden, waartussen ook de nodige verliefdheden de aandacht opeisen. Als de verteller na jaren zijn oude vrienden weer opzoekt, blijkt de ene na de andere Titaan gevallen te zijn voor het werkende burgermanschap. Zijn aanvankelijke verontwaardiging gaat al snel over in berusting: ‘En zoo gaat alles z’n gangetje en wee hem die vraagt: Waarom?’

Op de literatuurlijst

Nog zo’n hemelbestormer wordt gepresenteerd in Dichtertje, maar dan op het poëtische vlak. Het dichtertje wordt door Nescio gevolgd door de ogen van een neerkijkende God die af en toe wordt verwisseld met een onruststokende Duivel. Briljant gedaan door de schrijver, die hiermee de dubbele moraal van deze dichter glashelder weet te treffen. Zijn drijfveer ‘een groot dichter te zijn en dan te vallen’ is meer gebaseerd op het lijden van de kunstenaar dan op de kunst zelf. Ondertussen is iedere moeite hem te veel en wordt hij volledig in beslag genomen door de gebondenheid van zijn huwelijk en de verstikkende omgang met zijn schoonfamilie. ‘De mooiste meisjes loopen altijd aan den overkant van de gracht’ is zijn ontevreden vaststelling, terwijl hij alles aanpakt om onder zijn dichterschap én onder zijn huwelijkse trouw uit te komen. Dat leidt tot een van de allermooiste Nesciaanse regels, het dichtertje als echtbreker en vreemdganger:

Toen vielen ze samen peilloos diep door ’t licht en ze voelden hun lijven als zingende zonnen.

Dat Nescio van grote waarde blijft in het Nederlandse literatuurlandschap staat als een paal boven water. Zijn onopgesmukte taalgebruik en tijdloze thema’s – de ambitie van jonge geesten en de zoektocht naar vrijheid – passen nog goed op de literatuurlijst van iedere middelbare scholier. Met een beetje besef van de toenmalige tijdgeest moet Nescio ook voor hen fijn zijn om te lezen: kort en krachtig, met een flinke scheut tragische romantiek.

Muziek / Reportage
special: Fortarock 2018

Fortarock is weer terug en vlamt erop los

Na een jaar te hebben overgeslagen is Fortarock weer terug in het Goffertpark in Nijmegen, en pakt meteen goed uit met bands als Nightwish, Parkway Drive, Bodycount en Arch Enemy.

In 2016 was het festival voor het eerst twee dagen en dat was een groot succes. Helaas kreeg het metalfestival in 2017 geen grote line up rond en ging het in aangepaste vorm door in Doornroosje, maar dit jaar komt  Fortarock goed terug met twee dagen vol metal.

Vrijdag, meer dan een warming up

Na een hete week komt het even met bakken uit de hemel als Fortarock begint, maar de tempratuur daalt en het wordt wat aangenamer voor de in zwart gehulde metalfans. Het festival blijft in nevel gehuld en tijdens het optreden van Arch Enemy regent het nog even flink, maar dat mag de pret niet drukken.

Vrijdagmiddag begint Fortarock met een line up op twee podia en op zaterdag komt er een derde podium bij. Het programma op vrijdag is goed verdeeld: er is geen overlap tussen de bands en het publiek loopt zo makkelijk van podium naar podium. De Franse metalcoreband Betraying the Martyrs trapt het festival af, gevolgd door thrashmetalband Death Angel en deathmetalband Suffocation. Gedurende deze optredens loopt het terrein langzaam vol voor de grotere bands van de avond.

Body Count geeft een energieke show weg. De rap in combinatie met metal is misschien niet weggelegd voor elke festivalganger, maar rapper Ice-T (bij een groot publiek ook wel bekend als detective Tutuola uit Law & Order SVU) krijgt het publiek goed mee. Hij laat zien dat hij meer is dan een stoere rapper als zijn tweejarige dochtertje het podium op komt, wat menig hart laat smelten.

Hierna volgt een duister optreden van Watain en vervolgens staat Arch Enemy op het hoofdpodium. Het optreden van de melodische deathmetalband gaat niet geheel vlekkeloos. De blauwharige frontvrouw Alissa White-Gluz weet met haar gegrunt het geluid ‘op te blazen’, waardoor de band tot twee keer toe het podium af moet om het geluid weer te repareren.

Vervolgens staat Kreator in de tent, een band die voor de derde keer op Fortarock staat. De Duitse band weet het publiek helemaal los te krijgen met een spetterende liveshow.

De vrijdag wordt afgesloten met headliner Parkway Drive. Menig metalfan was een beetje sceptisch over deze metalcoreband als headliner, maar Parkway Drive stelde niet teleur. Met een spetterende liveshow met veel vuur, vuurwerk en een drumstel dat ronddraait en zelfs op zijn kop hangt, laat de band zien een goede afsluiter te zijn voor de eerste dag Fortarock.

Zaterdag, Nightwish steelt de show

Zaterdag opent Anneke van Giersbergen het hoofdpodium met haar nieuwe band Vuur. De band begint niet zo sterk, maar zodra de zangeres haar gitaar weg doet, spat de energie van het podium en de nummers af. Van Vuur gaan we hopelijk nog meer horen! Daarna volgt de band Týr met aanstekelijke vikingmetal.

Het zaterdagprogramma kent wel wat overlap, al treden de grootste band niet tegelijk op. Het idyllische theaterpodium is deze dag geopend en daar staan de wat kleinere veel belovende bands, die vaak tegelijk optreden met andere grotere bands uit het genre.

Opvallend is de experimentele muziek van Igorrr, die alle kanten op schiet van lekker in het gehoor liggende nummers met opera partijen tot hevige deathmetal. Interessant, maar een beetje vermoeiend.  In de namiddag loopt het terrein echt vol en ziet het zwart van de bezoekers, niemand wil natuurlijk de piratenmetal van Alestorm missen. Deze band maakt metal met een knipoog en zorgt voor een zinderende liveshow met onder meer een crowdsurfende reuze badeend.

Een opvallende kleinere band is Dool van Ryanne van der Dorst (ooit Elle Bandita), die nog net optreedt voor Nightwish. Daar gaan we zeker nog meer van horen.

Zaterdag steelt Nightwish de show, al treedt de band pas als laatste op. Met het binnenkomen werd namelijk bekend gemaakt dat de band eind dit jaar voor het eerst sinds jaren met een eigen show in Nederland staat.

In de namiddag wordt Floor Jansen, die afgelopen week in het nieuws was omdat ze vindt dat muziekminnend Nederland minder in hokjes moet denken, in het zonnetje gezet. Eerst geeft ze een interview en aan het einde daarvan ontvangt ze de Buma Rocks! Export Award, voor haar verdienste binnen de (inter)nationale metalscene. De zangeres is zichtbaar ontroerd.

Nightwish is de afluister van het festival en maakt deze rol meer dan waar. De band geeft een spetterend optreden weg met nummers uit hun hele oeuvre van ‘I wish I had an Angel’ tot ‘Élan’.  De mooie visuals op de achtergrond (landschappen, wolven en meer) nemen je samen met de muziek mee naar de sprookjeswereld van Nightwish.

Floor Jansen laat zien dat ze een groot bereik heeft en makkelijk ook de nummers van haar voorgangers zingt. Natuurlijk komt ook bij dit optreden het nodige vuur en vuurwerk kijken en zorgt het voor een vlammende afsluiter van Fortarock.

Een must voor elke metalhead

Fortarock had het de afgelopen jaren zwaar, maar laat zien dat je ook een geslaagd festival kan hebben zonder grote traditionele headliners als Iron Maiden of Rammstein. Fortarock laat ook zien hoe breed het genre metal is en heeft voor elke metalhead wat. Natuurlijk houdt niet elke metalfan van de symfonische metalgrootheid Nightwish, maar er zijn slechts weinig metalheads die maar van één subgenre van metal houden en verder niks leuk vinden.

Het festival is van alle markten thuis en dat trekt een groot en divers publiek aan, want onder de zwarte kleding en bandshirts (een ongeschreven dresscode) zijn heel veel verschillende mensen zien. Het festival zorgt ervoor dat jij je favoriete bands kan zien én dat je ook nog eens nieuwe favorieten kan ontdekken.

Boeken / Non-fictie

‘Hoe lang nog, Fik Meijer …’

recensie: Fik Meijer – De Sluier van Cicero. Van Catilina tot Baudet

Fik Meijer, de meest onvermoeibare populaire schrijver over de Oudheid van de Lage Landen, slaat weer toe. Zij het ditmaal met een boekje van amper 103 pagina’s, dat draait rond de beroemdste toespraken uit de Romeinse geschiedenis: de Catilinarische redevoeringen.

Bij Fik Meijer is het altijd erop of eronder. Was zijn Gladiatoren een ongemeen entertainende kijk op het bloederige vermaak ten tijde van de Romeinen, dan waren Paulus en Jezus en de Vijfde Evangelist al te suggestieve en miskleunen. De Sluier van Cicero situeert zich wat in het midden: bij momenten boeit het wel, maar het lijkt zo haastig geschreven dat het op geen enkel moment meeslepend is.

Eerst de feiten: op 8 november 63 voor Christus nam Cicero het woord in de senaat van Rome en richtte zich tot Catilina. Met als beroemde openingszin: “Hoe lang nog, Catilina, zul je misbruik maken van ons geduld?’ Cicero zag in hem dé staatsvijand, die bezig was een coup voor te bereiden en die in elk opzicht door en door slecht was. Het uitgangspunt van Meijers boek is dubbel: ten eerste proberen na te gaan of Catilina die slechte reputatie wel verdiende en ten tweede onderzoeken hoe de geschiedenis hem beoordeelde.

Man van het volk

Wat dat eerste betreft, heeft Meijer weinig om mee te werken: de twee belangrijkste bronnen over Catilina zijn geschriften tégen de man. Alles wat hij kan doen, is suggereren. En hoewel hij een verdienstelijke poging doet – Catilina was misschien wel de man van het volk die een opstand wilde om de burgerlijke ongelijkheid aan te pakken – maar overtuigen kan het bij gebrek aan argumenten niet.

Zijn tweede ambitie – de reputatie van Catilina door de geschiedenis heen – geeft hem uiteraard wel het nodige materiaal om mee te werken. Maar het wordt weinig meer dan een opsomming, en bovendien: wat is het nut ervan? Als er louter negatieve berichtgeving over hem bestaat, waarom zou dat dan opeens keren (op een korte periode in Toscane na)?

Jongensachtig

Het enige écht interessante feit in dit boekje? Dat Amerikaanse politici in de 19e eeuw dol waren op de Oudheid (op basis van een grondige opvoeding) en haast al hun geschriften ondertekenden met welbespraakte redenaars van toen. Het geeft hen iets jongensachtig en tegelijkertijd ambitieus.

Slotsom? Door die twee ambities valt het boek tussen twee banken: wie écht wil weten wie Catilina was, komt het niet te weten. En wie de reputatie van de man nader wil bestuderen, moet het met een snelle opsomming doen. Dit is dan ook heel misschien een boekje dat voor de student in een klassieke opleiding als tussendoortje kan gelden, maar het valt te betwijfelen of ze er veel inzichten uit zullen halen.

Film / Films

Simpel laken, grootse cinema

recensie: A Ghost Story (dvd)

Als kind wisten we het al. Een spook, dat is een laken met twee gaten erin. Dat je met een dergelijk simpel gegeven een zeer ontroerende en contemplatieve spookfilm kunt maken, laat David Lowery zien met A Ghost Story.

Vooropgesteld, A Ghost Story is geen cinema voor de grote massa. De film is traag, er wordt nauwelijks in gesproken en een spirituele antenne komt van pas. Dat wil overigens niet zeggen dat het een zweverig verhaal betreft. A Ghost Story gaat over hele aardse, menselijke zaken: rouw, vergankelijkheid en het voortschrijden van de tijd. Het is een film die existentiële thema’s aankaart, zonder met sluitende antwoorden te komen.

Rouwproces

A Ghost Story gaat over een man en een vrouw. C en M heten ze op de aftiteling. Ze wonen samen in een huis, ergens op het platteland van Texas. Zij wil graag verhuizen, hij wil liever blijven. Hij is gehecht aan de plek. Maar, voordat ze een beslissing hebben kunnen nemen, overlijdt hij plotseling.

Ook na zijn dood kan de man de plek niet loslaten. Als spook – een laken met twee gaten – keert hij terug naar het huis en observeert zwijgend en machteloos het rouwproces van zijn vrouw (een indrukwekkende rol van Rooney Mara). Hij ziet haar eenzaamheid, haar worsteling met het verlies en haar verlangen om verder te gaan met het leven.

Bedachtzaam

Regisseur David Lowery viel eerder op met het meditatieve misdaaddrama Ain’t Them Bodies Saints waaruit een bewondering sprak voor de omfloerste cinema van Terrence Malick. Na een uitstapje naar het grote werk met de aangenaam subtiele familiefilm Pete’s Dragon, keert Lowery nu weer terug in het Malick-territorium met deze kleine film over grote thema’s. Lowery weet daarbij alle clichés over dood en rouw (en spoken) gelukkig te vermijden, met bedachtzame shots trekt hij de aandachtige kijker in het verhaal.

Want, A Ghost Story is meer dan een persoonlijk drama over vallen en weer opstaan. In het tweede deel van de film plaats Lowery zijn spook in een groter geheel. We zien wat zich eerder heeft afgespeeld op de plek waar het huis staat. Het spook maakt contact met een naburige geest. Het zijn interessante verkenningen van de eigen plaats in het universum en het herhalen van de geschiedenis.

Juist die toevoeging tilt A Ghost Story letterlijk en figuurlijk naar een hoger niveau. Met een even hartverscheurend als verlossend slot als apotheose. Kleine film, grootse cinema.

Boeken / Poezie

Gedichten voor de volhouder

recensie: Elma van Haren - Zuurstofconfetti

In Zuurstofconfetti zet Elma van Haren, na zo’n tien jaar zwijgen, de lezer weer flink aan het werk. Maar ze is een dichteres voor wier gedichten en gedachten je graag moeite wil doen. Of het echt loont is een andere vraag.

Nog vóór de titelpagina staat een gedicht, ‘Nu’, waar je je tanden op kan stukbijten. Het lijkt de ongrijpbaarheid van het heden die in opeengepakte beeldspraak wordt onderzocht. Bron van die verdichting, samenballing én beeldenstroom, is de ene inval na de andere. Hier en daar ziet de lezer zich eerder voor een wiskundige dan een poëticale vergelijking geplaatst.

Wildgroei

Van Haren is uit op originaliteit, ze wil zelfs niet in de buurt van clichés komen, die immers zomaar zijn weg te slikken. Grammatica lapt ze lichtjes aan haar laars, ze gebruikt veel lettertypes en inspringende regels, maar ook neologismen (zie titel: lucht door ventilator rondgezwiept), woord- en toespelingen, spreektaal, uiteenlopende strofevormen en stukjes proza. Dat duizelt af en toe, ook al omdat de gedichten nogal aan de lange kant zijn: alleen ‘Dorst’ beslaat één pagina.

Alle levendigheid heeft soms iets weg van wildgroei. Er is namelijk geen enkel citaat los te breken dat iets kan zeggen over het gedicht als geheel, laat staan over de bundel. Taalgoochelen, waar Van Haren wel wat van kan, staat de inhoudelijke richting in de weg als al die associaties meerdere suggesties van betekenis lijken te bieden.

Huismus

De gedichten die zich meer blootgeven, danken dat aan een hulpvaardige toelichting of aan een (auto)biografische insteek. Het hoofdpersonage in de meeste gedichten is een vrouw, maar echt nader leren we haar niet kennen. Ze is een huismus die niet per se de straat op wil, last heeft van oorsuizen, van ‘Decibellenpijn’ en nog andere demonische zaken, zelfs van oploskoffie.

Ze lijkt niet heel welgemoed in het leven te staan. Niet voor niets drijft Sint-Franciscus op de cover in Arezzo demonen uit. Ze heeft afgesproken met een man (‘wat moet ik, minnaar zonder beminde?’) die mee- en/of tegenvalt. De dichteres formuleert, zo te lezen, met speels gemak en op lichte toon. Waarschijnlijk helpt dat haar om de vreemde gewichten van het bestaan de baas te zijn. Desnoods roept ze de Maagd Maria aan: ‘En als U toch bezig bent,/ trek dan in één moeite recht,/ wat mij in pieken en dalen door merg en been gaat.’

Van Haren is naast schrijfster ook beeldend kunstenares. De enkele werken die te googlen zijn, nemen door compositie, kleurgebruik en figuratieve inslag meteen voor zich in. Was dat met haar gedichten ook maar iets meer het geval.

 

 

Boeken / Non-fictie

Ratio en risico

recensie: Robert D. Kaplan - De terugkeer van de wereld van Marco Polo

De vermaarde analist van de Amerikaanse buitenlandpolitiek Robert D. Kaplan bundelt in De terugkeer van de wereld van Marco Polo een aantal van zijn bekendste essays en artikelen. Hij neemt je aan de hand om samen – als ware het een potje Risk – een wandeling te maken over de wereldkaart.

Kaplan schrijft als vooraanstaand politiek auteur voor tal van kranten, schreef achttien boeken en was van 2009 tot 2011 adviseur in de denktank (Defense Policy Board) van het Pentagon. Als we ergens informatie van binnenuit de Amerikaanse politiek kunnen krijgen is het dus bij hem.

Ratio boven emotie

Eén ding staat als een paal boven water: Kaplan is een rationalist in hart en nieren. Volgens hem kunnen we de politieke situatie van de wereld louter op een zinnige manier bekijken met onze ratio en werkt onze emotie alleen maar vertroebelend. ‘Bedenkt dat emoties, hoe terecht ze ook zijn, de vijand van de analyse kunnen zijn.’ Zo gaat Kaplan dan ook te werk in al zijn artikelen. Landen en groepen mensen hebben bepaalde belangen én emoties. Wanneer we deze kennen is het appeltje eitje om te voorspellen wat ze willen en van wie. Net zoals bij een spelletje Risk zit ook de wereldpolitiek minder ingewikkeld in elkaar dan je zou denken. Kaplan laat zien hoe simpel én ingewikkeld dit tegelijkertijd is. Simpel is om te zien hoe en waarom mensen dingen doen, veel ingewikkelder is om dit gedrag een andere richting op te sturen.

Grote vraagstukken

Hoewel Kaplan als analist in dienst trad van het Pentagon blijven zijn stukken die van een vrije denker. Hij is nergens pro-Amerikaans, in die zin dat hij Amerika ziet als het beloofde land of iets dergelijks. Hij is eerder vaak kritisch op zijn eigen land, omdat dit volgens hem veel verkeerde keuzes maakt en zo een deel van zijn macht op het wereldtoneel verliest. Kaplan schrijft over ontzettend complexe zaken, maar wel op zo’n manier dat ook iemand met een algemene kennis over de wereldgeschiedenis en politiek het verhaal – meestal – kan volgen. Hier en daar moet je wel dingen opzoeken om beter te begrijpen waar Kaplan het over heeft. Het moge duidelijk zijn dat de auteur een bijzonder helder beeld heeft van hoe de wereld van nu in elkaar zit, hoe we hier zijn aanbeland en waar we naar op weg zijn. Dat maakt het erg interessant om zijn essays te lezen, want voor de meeste mensen zijn dit nu juist de onderwerpen die te groot zijn om überhaupt nog over na te kunnen denken.

Kille analyse

De nadruk op ratio en het wantrouwen jegens de emotie maakt in de meeste redeneringen wel veel zaken duidelijk, maar voelt wat vreemd. Soms moet je je over de afstandelijke manier waarop Kaplan over landen spreekt heen zetten. Natuurlijk, de wereldpolitiek is één groot spel met veel geëmotioneerde spelers. Maar die spelers als dusdanig neerzetten én aan de kant schuiven als een niet-rationeel onderdeel van een groter geheel, kan soms te ver gaan om nog prettig te voelen. Maar goed, dat is dan misschien ook precies de reden dan Kaplan zo’n befaamde politiek analist is; dát hij de wereld op deze manier kan bezien. Interessant is het sowieso, en leerzaam. Kaplan is kundig en komt met veel nieuwe informatie en boeiende zienswijzen. Deze bundeling essays schept helderheid in een complexe zaak die op veel manieren benaderd kan worden.