Muziek / Achtergrond
special: Bandjes, bandjes, bandjes en visitekaartjes

Nederland oogst op Noorderslag

Terwijl Groningen nog lang niet bekomen is van twee dagen Eurosonic, barst gelijk de volgende dag al het Noorderslag festival los in de Oosterpoort. De kaarten voor dit festival van de beste popmuziek uit Nederland zijn al weken van te voren uitverkocht.Noorderslag is niet de showcase voor relatief onbekende bands zoals Eurosonic dat is. De bands hebben in Nederland het afgelopen jaar al een zeer goede reputatie opgebouwd en Groningen laat de rijke oogst daarvan zien. En geoogst zal er worden: elke zaal zit bomvol publiek.

Noorderslag is ook wel beroemd/berucht om zijn status als netwerkwalhalla voor iedereen die iets met muziek te maken heeft. Een mooie gelegenheid voor alle partijen dus, om op één avond ver vooruit te kunnen komen in de ‘bizz’.

El Pino
El Pino

Bitter maar zoet

Een van de beste optredens van de avond komt uit Nieuwegein. En zeg je Nieuwegein, dan zeg je Spinvis, die het plaatsje eigenhandig op de kaart heeft weten te zetten. Erik de Jong heeft zijn bijzondere band weer bij zich, voorzien van xylofoon en harp. Het optreden verloopt van breekbaar klein tot boos rockend, maar alle liedjes worden zeer gekenmerkt door De Jong’s praatzang, die live diepzinnig en samenzweerderig klinkt, alsof hij stilletjes zijn geheimen probeert te delen met het publiek. De dromerige huis-tuin-en-keuken-filmpjes op de achtergrond doen de rest. Betoverend.

Nog meer Nederlandstalige songwritermuziek is te vinden in een ander zaaltje dat is ingericht als huiskamer met banken en schemerlampen. De cabareteske inktzwarte liederen van André Manuel lokken een heel eigen publiek. Het lijken fans van het eerste uur te zijn en ze zijn beschonken, zoals het een bij volmaakte André Manuel show hoort. Ze kramen willekeurige onzin naar de Tukker, waar hij op zijn beurt dan weer uiterst charmant, maar messcherp op reageert. Manuel zet een perfecte show neer: melancholisch, maar luchtig; breekbaar, maar zelfverzekerd; bitter, maar zoet.

De Jeugd van Tegenwoordig & zZz
De Jeugd van Tegenwoordig & zZz

On-Nederlands slecht

Op deze editie van Noorderslag valt het op dat Amsterdam wel erg goed vertegenwoordigd wordt door uiteenlopende acts. Je zou er bijna achterdochtig van worden. Zo geven de sleazemeesters van zZz een ouderwets goed potje spacerock weg, zoals alleen zij dat kunnen. In de zaal waar ze spelen, de ‘feelies disco’, komen ze jammer genoeg niet zo goed tot hun recht, want het is er niet donker en vies. Het is licht en het ruikt er lekker en dat draagt niet zo bij aan de zZz ervaring maar de show is klasse. De heren Daan van Schinkel en Bjørn Ottenheim mogen hun kunstje nog een keer doen vanavond, maar dan met De Jeugd van Tegenwoordig. Dat kun je gerust een combinatie noemen van de succesvolste bands van het afgelopen jaar. Het trekt hordes nieuwsgierig publiek, maar eigenlijk weet je al wel dat het te mooi is om waar te zijn. De show toont vijf gestoorden die ontsnapt zijn uit het gesticht. Bjørn draait, beroofd van zijn drumstel, gefocussed aan een knopje en blaast eens een rare noot op zijn melodica. Al even autistisch ramt Daan op zijn orgel, af en toe daarin bijgestaan dan wel gesaboteerd door zijn Amsterdamse collegae van de Jeugd. Het orgel zal de show niet overleven omdat de jongens er hun zogenaamde agressie op koelen. Je zit gewoon te kijken naar een stel debielen die de Jeugd van Tegenwoordig nadoen en dat klinkt allemaal niet zo best. On-Nederlands slecht eigenlijk.

Meer dan gewoon

Een ander Amsterdams bandje opereert geheel in de stijl van Green Lizard, onder de naam Skip the Rush. Hun muziek doet lichtelijk denken aan The Mars Volta, maar dan met Bloc Party-eske gitaarpartijen. Is zanger Jaap Warmenhoven gedrogeerd? Hij staat zo te schudden en hij trekt griezelig extatische grimassen. Maakt niet uit, het is gewoon een goed postpunkbandje en helemaal van deze tijd.

About
About

Meer dan ‘gewoon een goed bandje’ is About. Jong genie Rutger Hoedemakers en Marg van Eenbergen (van Seedling) verrassen met hun onnavolgbare electrobeats en breaks. Zo hysterisch als Zea en zo vrolijk als Voicst krijgt About het publiek met gemak aan het springen en dansen. Je zou het misschien wel mathpop kunnen noemen vanwege de ingewikkelde ritmes. Maar hoe je het ook wilt labelen, About is de ontdekking van Noorderslag en ze zouden wel eens heel groot kunnen gaan worden in Nederland volgend jaar.

Noorderslag wordt feestelijk afgesloten met nog een laatste bijdrage uit de hoofdstad: T-99. Hun blues, rockabilly, gospel en surf spreken een breed publiek aan. Jong en oud staan gebroederlijk door elkaar heen te dansen.

Romantische americana

Ook Rotterdam heeft een aantal juweeltjes afgevaardigd. Er is zelfs een artiest die geen noot speelt of zingt. Rufus K (een HuMobist) leest een column voor. Over muziek, dat dan weer wel. Hij vermaakt een handjevol mensen met zijn verhaal over hoe je een hit schrijft. Samenzweerderig deelt hij mee dat hij een geheimzinnig geheim gaat onthullen, maar na afloop voel je je bekocht. Niks geen geheim onthuld en het was niet eens grappig…

Bij de korte show van Elle Bandita kon er wel goed gelachen worden, maar bij El Pino en the volunteers is de sfeer van een heel andere orde. Van een romantische orde. Voormalig Wiseguy frontman doet tegenwoordig samen met zijn vrijwilligers aan americana, compleet met banjo en accordeon. Het klinkt als de soundtrack van een dromerige Amerikaanse roadmovie. Het is belegen muziek die jaren en jaren teruggrijpt in Amerikaanse folktradities, maar niks nieuws onder de zon? Wel, het is op zijn minst verrassend dat dit genre wordt afgestoft door een stel jonge kerels uit Rotterdam. Sympathiek.

Welnu, als je lekker veel bandjes hebt kunnen bewonderen en stapels visitekaartjes hebt uitgewisseld, zit er eigenlijk nog maar één ding op: de nachtkroegen van Groningen in!

De Popprijs werd op Noorderslag uitgereikt aan Within Temptation. Lees daar hier meer over.

Film / Films

Waanzinnige hartstocht

recensie: Juana la Loca

“You were born a princess and must accept it”. Met dit afscheid stuurt koningin Isabella I van Castilië in 1496 haar dochter Juana naar Vlaanderen om te trouwen met Philips de Schone. Een politieke ‘blind date’ die uiteindelijk de ondergang van Juana wordt.

~

Mooie Philips (Daniele Liotti) valt als een blok voor zijn nieuwe vrouw, en wil het huwelijk instant consumeren. Tussen de lakens blijkt ook Juana (Pilar López de Ayala) vol lust. Maar Philips, die gewend is aan een leven vol feesten, drank en jagen zoekt na hun erotische start al snel weer extra genot. Hij vult zijn jachthut met hofdames die hun tepels met henna verven. Zijn overspel doet Juana afglijden in een spiraal van jaloezie, smeekbedes en spionage. Haar indiscretie en temperament worden al snel uitgelegd als ‘loca’, gekte. Als Juana uiteindelijk tot koningin van Castilië wordt uitgeroepen beramen Philips en haar vader, Ferdinand II, een plan om de kroon over te nemen. Juana is woedend, haar emoties maken haar tot een wandelende tijdbom, die ontploft als Philips plotseling overlijdt op 28-jarige leeftijd. Ontroostbaar reist ze met zijn kist al rouwend half Spanje door. Ze zal de geschiedenis ingaan als ‘waanzinnig van liefde’.

Eigenzinnig

De Spaanse regisseur Vicente Aranda (Jealousy, The Naked Eye) komt na een langzame start goed op gang. De scènes aan het hof zijn sfeervol en erotisch getint. Aranda schildert Juana als een eigenzinnige vrouw af, een vrouw die haar eigen kinderen de borst geeft en de confrontatie met rivalen niet uit de weg gaat, zelfs met schaar en zwaard aangaat. Pilar López de Ayala haalt het onderste uit de kan en laat als Juana een breed scala aan emoties zien. Ze transformeert van meisje tot een verleidelijke vrouw (en moeder). Ze blijft zelfs overeind tegenover de geduchte en bloedmooie minnares Aixa, gespeeld door Manuela Arcuri. Ayala kreeg voor haar rol terecht een Spaanse Goya. Danielli Liotti hoeft dan ook niet veel meer te doen dan mooi en koninklijk te reageren.

Smakelijk als een soap

~

Juana’s transformatie tot obsessieve echtgenote heeft iets moderns door de nadruk op lust en jaloezie. De verschuiving naar de strijd om de troon aan het eind van de film komt hierbij niet helemaal uit de verf, maar de scène waarin Juana haar gram haalt bij het parlement maakt veel goed. De vraag blijft echter: Was Juana nu gek of niet? Kan ze gezien worden als een slachtoffer? Aranda benadert Juana’s vermeende
gekte vanuit hartstocht, maar laat het laatste oordeel hierover open. Al met al is dit historisch melodrama even smakelijk als een hedendaagse soap, met de nodige oorlog in de politieke arena en de slaapkamer.

Film / Films

Unheimlich buitenbeentje

recensie: The Kingdom I & II (special edition)

Een Zweedse topchirurg lucht in een wc-pot zijn woede over ‘het Deense tuig’ dat hem omringt, waarna hij zijn excrementen nazwaait; een door de duivel verwekte baby die ernstig misvormd is weet zich staande te houden tegenover de verlokkingen van het kwaad; een man wordt vergiftigd en verandert in een zombie; een spiritiste simuleert ziektes om maar in het ziekenhuis te kunnen blijven. De aartsprovocateur Lars von Trier pakt met zijn achtdelige tv-serie The Kingdom (Riget) groots uit.

Onlangs zijn de eerste twee seizoenen van de The Kingdom op dvd verschenen; een derde seizoen werd wel gepland maar nooit gemaakt. The Kingdom is een eigenzinnige soapopera waarin een van de grootste en oudste ziekenhuizen van Denemarken centraal staat: het Rigshospital in Kopenhagen. Vanwege de eigenaardige vermenging van het rationele en het occulte, van het bedachtzame en het waanzinnige die op dat soort plaatsen ontstaat vormt dit ziekenhuis de ideale setting voor een heuse ghost story vol drama, zwarte humor en bizarre verhaallijnen.

Filmische essays

Lars Von Trier
Lars Von Trier

Met The Kingdom, waarvan het eerste seizoen in 1994 uitkwam, had Von Trier voor het eerst echt succes in eigen land. Zijn eerdere werk dat in het buitenland (vooral Frankrijk) enthousiast werd ontvangen, kon men in Denemarken nauwelijks waarderen. Dit werd ongetwijfeld veroorzaakt door het ontoegankelijke karakter van Von Triers films en door zijn vele provocaties (zoals zijn sneer naar jurylid Polanski die in het Cannes van 1991 volstrekt niet in goede aarde viel). Vroege films als The Element of Crime en Europa zijn eerder filmische essays dan realistische representaties. Ze zijn veelal abstract, experimenteel en gestileerd van aard. De tv-serie The Kingdom vormt een relatieve uitzondering op deze regel, wat waarschijnlijk ook het succes ervan verklaart.

The Kingdom is zodoende een buitenbeentje in het oeuvre van Von Trier. Hoewel het verhaal grotendeels draait om de rondspokende geest van een dood meisje dat geen rust kan vinden, is het een van zijn meest realistisch gefilmde projecten. Hij noemt het zelf in het bijgevoegde audiocommentaar dan ook wel een semi-documentaire – zo zijn de beelden van operaties allemaal echt. De bizarre gebeurtenissen worden bijna terloops in de serie geïntroduceerd. Ondertussen blijven de personages gewone mensen die naast de bovennatuurlijke shit met hun eigen problemen worstelen.

Bovennatuurlijke verklaring

~

De schijnbare eindeloosheid van het ziekenhuis in The Kingdom heeft veel weg van de eindeloze hotelgangen uit Kubricks The Shining. Von Trier, die een groot liefhebber van Kubrick heet te zijn, heeft zich hier ongetwijfeld door laten inspireren. Terwijl je in The Shining echter voortdurend twijfelt tussen een natuurlijke en een bovennatuurlijk verklaring voor de gebeurtenissen, word je in The Kingdom (met name in het tweede seizoen) al gauw gedwongen om je toevlucht te nemen tot een bovennatuurlijke verklaring. Dat is dan ook een van de belangrijkste minpunten van de serie. Het bovennatuurlijke wordt meer dan een suggestie en verliest daardoor een deel van haar mysterie en wordt minder verontrustend. Dit wordt echter ruimschoots goedgemaakt door de onderkoelde zwarte humor en de satirische ondertoon die hun hoogtepunt vinden in het ironische commentaar waarmee Von Trier zelf elke aflevering eindigt.

Voodoogif

Hoewel Von Trier alom bekend staat als een control freak van het zuiverste water is zijn regie in The Kingdom heel losjes. Terwijl hij bij eerder films zoals Europa rigoureus gebruik maakt van het storyboard en alles vooraf plant, wordt er in The Kingdom veel geïmproviseerd en hebben de acteurs een grote mate van vrijheid. Zoals vrijwel altijd in Deense filmproducties is het acteerwerk uitstekend. Vooral Ernst-Hugo Järegård valt op als de Zweedse hersenchirurg dr. Helmer die heilig gelooft in de wetenschap, maar ondertussen wel naar Haïti afreist om één of ander voodoogif te bemachtigen. Ook Kirsten Rolffes weet te overtuigen als de fanatieke spiritiste Sigrid Drusse, en Udo Kier speelt een fenomenale dubbelrol als de duivelse Aage Kruger en diens verminkte bastaardzoon.

~

In enkele gewaagde, maar goed gelukte scènes laat Von Trier telkens twee afwassers met het syndroom van Down aan het woord, die in de kelder hun monotone werk verrichten. Zij vormen het sprekende koor (zoals in de Griekse tragedies) dat commentaar geeft op de gebeurtenissen in het Rigshospital en meer van de situatie begrijpt dan de geleerde doktoren, die zich van hun bestaan niet eens bewust zijn. Het vuil van de afwas wordt een soort metafoor voor de gruwelijke mysteries die zich in het ziekenhuis afspelen, het is alsof ze uit die afwas de toestand van het ziekenhuis af kunnen lezen.

Deense Twin Peaks?

The Kingdom wordt vaak omschreven als het Deense antwoord op David Lynch’ Twin Peaks. Alhoewel de vergelijking met Twin Peaks in eerste instantie voor de hand lijkt te liggen, blijkt ze bij nadere beschouwing enigszins uit de lucht gegrepen te zijn. De vergelijking komt eerder voort uit een classificatieprobleem dan uit daadwerkelijke overeenkomsten. De artistieke stijl van Lynch verschilt radicaal van die van Von Trier. Zo ontbreekt de visuele flair van Twin Peaks volledig in The Kingdom (dat bewust in een gedempte, sepiakleurige waas gedrenkt is). Ook van de grotesk aangezette lichaamsrepresentatie die in Twin Peaks een grote rol speelt is geen sprake. Ga zo maar door. Dat beide series desondanks toch met elkaar vergeleken worden komt vooral doordat ze zo verschillen van andere tv-series en dat ze allebei gekenmerkt worden door unheimliche en bizarre elementen die een tragikomische ondertoon hebben.

~

Naar verluidt is The Kingdom deels gebaseerd op een aantal verhalen uit de geschiedenis van het in 1910 gestichte Rigshospital (letterlijk: Rijksziekenhuis) waar de serie zich ook afspeelt. Het ziekenhuis schijnt een rijke folklore te kennen vol bizarre wetenschappelijke experimenten met een occult randje. Zo kwam rond het verschijnen van het eerste deel van de serie naar buiten dat een bewaker mensen entree liet betalen om de lijken in het pathologisch laboratorium van het Rigshospital te mogen bekijken. Von Trier vertelt in het audiocommentaar dat sommige verhalen zo absurd waren dat ze niet gebruikt konden worden zonder de geloofwaardigheid van de serie aan te tasten. Om de serie zelf hangt ondertussen ook een mysterieus luchtje. Er gaan verhalen dat de lift in het Zentropa gebouw (de filmstudio van Von Trier) op eigen kracht heen en weer ging en vlak voor de première van de serie werd er in park vlakbij het Rigshospital een stel bevroren benen gevonden.

Extra’s:

– Achter de schermen

– Commentaar van de regisseur e.a. op een aantal scenes

The Shiver, music video & bloopers

– Documentaire In Lars von Trier’s Kingdom

Film / Films

Eéndimensionale rokkenjager

recensie: Casanova

De Venetiaan Ciacomo Cirolamo Casanova (1725–1798) dankt zijn reputatie aan zijn vele scandaleuze seksuele escapades, die hij aan het eind van zijn leven optekende in zijn memoires L’histoire de ma vie. Dankzij die memoires is hij vooral de geschiedenis ingegaan als ’s werelds bekendste dwangmatige vrouwenverleider. In onze moderne ogen is zijn leven een ononderbroken stroom van genot, een natte droom van elke man en de grootste angst van elke vrouw die zich wil binden. Maar wie nu verwacht dat Casanova een film is over de vrije liefde en losbandigheid komt bedrogen uit.

~

Misschien komt het door Federico Fellini’s Il Casanova (1976), waarin Casanova door Donald Sutherland wordt neergezet als een koele, berekende vieze oude man die achter een masker van poeder en olie in de illusie van vergane potentie leeft. Maar, eerlijk is eerlijk, de chroniqueur van de seksuele verlichting leidde als spion, diplomaat, violist, soldaat, oplichter en zakenman, naast zijn escapades nog een ander avontuurlijk leven. Hij zwierf door heel Europa, zat regelmatig in het gevang, lag in de kerkelijke ban, werd gezien als charlatan of moest zich platzak zien te redden in de culturele elite. Genoeg ingrediënten om de rokkenjager op modern ironische wijze een ander imago te geven in een romantische kostuumkomedie, die zich voltrekt in het Venetië van 1700 en volledig is gedraaid op locatie in deze bijzondere stad.

Elegant en kleurrijk

Heath Ledger toon in zijn rol van Casanova een combinatie van charme en terughoudendheid. De hartenbreker brengt zijn tijd door met flaneren, voert elegante prietpraat en is een modebewuste verschijning. Aan zijn goede leven achter de façade van huizen, kloosters en bordelen dreigt een eind te komen als hij wordt betrapt en opgepakt na een middagje stappen. De Doge (Tim McInnerny), de regent van de stad, waarschuwt hem voor de inquisitie en sommeert hem omwille van de openbare discretie te trouwen. De veroveraar heeft er geen erg in dat hij bespied en achtervolgd wordt door de nieuwe bisschop Pucci (Jeremy Irons), die in Casanova’s vermeende reputatie een reden ziet zijn gezag te doen laten gelden.

~

Het romantische Venetië is een dankbaar decor voor alle (liefdes)perikelen – de stad schittert in wijde shots vanaf het water en in het doolhof van straten. Kostuumliefhebbers zullen smullen van de overdaad aan barok en kleur tijdens het jaarlijkse carnaval. De hele film is een lichtzinnige vermakelijke modeshow die fans van Vivienne Westwood zeker zal aanspreken. Een prestatie van kostuumontwerpster Jenny Beavan en cameraman Oliver Stapleton, die met de soms verrassende shots de kostuums nog beter tot hun recht doet komen. Regisseur Lasse Hallström weet de scène waarin Casanova wordt ontmaskerd subtiel en tegelijk overdadig vorm te geven. Na een aantal onfortuinlijke producties (o.a. Chocolat, The Shipping News en het recente An Unfinished Life) is dit zijn eerste komedie die bij een op licht amusement gericht Hollywood-publiek misschien wel kan aanslaan.

Net niet

Toch is de poging de mythe van Casanova te moderniseren tot een romantische komedie jammer genoeg ‘het lijk in de kast’. Heath Ledger is vooral een zwierende musketier tegenover de sober geklede Francesca, maar er is geen spetterende chemie tussen haar en de grote verleider. De beide hoofdrolspelers hebben te weinig dramatisch vermogen en komische diepgang ten opzichte van de rest van de cast. De humor is vooral afkomstig van de sterke mannelijke bijrollen. Dankzij hun voorkomen en timing stelen vooral Paprizzio en Lupo de show.

Echt jammer dat – ondanks de visuele flair, kostuums en vlotte montage – Casanova van een dwangmatige verleider is verworden tot een kwajongensachtig, ééndimensionaal personage, die vooral zelf bedwelmd is van de gedachte aan. Fellini heeft misschien de mythe overdreven en teveel naar zijn hand gezet, dit doet aan de nalatenschap van Casanova ook geen eer. Want al hangt Casanova’s overhemd vaak buiten de broek, voor wie (afgaande op de titel) bedacht is op enige vleselijkheid is dit wel een streng gekuisde herschepping, die je niet echt een gillende komedie of modernisering kan noemen.

Film / Achtergrond
special: Boekverfilmingen: kinderfantasy

Het einde van de rage?

Waar een klein jongetje met bril al niet goed voor kan zijn. Zonder Harry Potter was er voor het bioscooppubliek de afgelopen jaren beduidend minder te zien geweest op het gebied van fantasy, en ook de komende tijd is de hausse nog niet afgelopen. Dankzij J.K. Rowling werden kinder-fantasyboeken populair, met als resultaat een overdaad aan boekverfilmingen.

~

In de jaren tachtig, een vruchtbare tijd voor de fantasyfilm, werd al geëxperimenteerd met een miniserie over de Chronicles of Narnia van C.S. Lewis, en ook verscheen toen het vervolg op The Wizard of Oz, Return to Oz, 46 jaar na zijn voorganger. Maar het tijdperk van de fantasyfilm leek hierna voorbij te zijn, en er verschenen dan ook nagenoeg geen fantasyboek-verfilmingen meer.
Nu likt de filmindustrie echter opnieuw zijn vingers af, met de grote stapels boeken die maar blijven verschijnen. Groot pluspunt hierbij is dat de boeken ook gretig aftrek vinden onder volwassenen.

Harry Potter

Het grote succes van de elfjarige tovenaarsleerling Harry Potter is dan ook grotendeels te danken aan de volwassen lezers. Van de (uiteindelijk) zevendelige boekenserie zijn er inmiddels vier verfilmd, de laatste, The Goblet of Fire, was in Nederland de best bezochte bioscoopfilm van 2005. Het mag duidelijk zijn dat ook de overgebleven drie boeken een verfilming wacht.

Veel kinderfantasy

The Lion, the Witch and the Wardrobe
The Lion, the Witch and the Wardrobe

Inmiddels is het eerste deel van The Chronicles of Narnia, The Lion, the Witch and the Wardrobe, opnieuw verfilmd, door Disney, wat een veel beter resultaat opleverde dan de miniserie uit de jaren tachtig. Auteur C.S. Lewis maakte in totaal zeven Narnia boeken, dus ook deze serie heeft nog een fortuinlijke toekomst. Al eerder kwam de verfilming van de eerste drie boeken van Lemony Snicket’s A Series of Unfortunate Events uit, met Jim Carrey in de hoofdrol. En ook Nederland heeft een steentje bijgedragen met de verfilming van Paul van Loon’s Griezelbus.

Darren Shan

Darren Shan

Na het overduidelijke succes van Harry Potter kwam de Ierse schrijver Darren Shan met een twaalfdelige serie over een half-vampier met de originele naam Darren Shan. In Engeland genieten zowel de fictionele als de echte Darren een grote populariteit. De filmrechten waren al verkocht toen de laatste boeken nog niet eens uit waren. Het eerste deel, Cirque du Freak, zou ergens dit jaar in de bioscopen moeten verschijnen. Een cast, of regisseur, is echter nog niet bekend, maar Brian Helgeland (A Knight’s Tale, Mystic River) en Darren Shan zijn druk bezig met het script, dat handelt over een vreemd circus en echte vampieren.

His Dark Materials

Over een andere succesvolle serie is al meer bekend. De Brit Philip Pullman is overladen met prijzen voor zijn His Dark Materials-trilogie. Het eerste deel van deze serie, The Golden Compass, wordt volgend jaar in de bioscopen verwacht, en er is een heel team aangesteld (met Anand Tucker van Shopgirl als regisseur) om ook van de filmversie een groot succes te maken. Het is ook geen geheim dat Pullman graag Nicole Kidman in de rol van Mrs. Coulter (een nare vrouw die in kinderen handelt) wil zien.

De Hobbit

The Golden Compass

Maar zelfs met twaalf Darren Shan boeken en een Philip Pullman trilogie is de koek nog niet op. Ook Artemis Fowl (bijna vijf boeken) van Eoin Colfer staat op de planning om verfilmd te worden. En fans van over de hele wereld hopen nog altijd dat Peter Jackson zich ooit zal wagen aan een verfilming van The Hobbit van J.R.R. Tolkien, het kinderboek dat voorafging aan Lord of the Rings en vertelt over hoe de One Ring in handen van Bilbo kwam. Op internet staan meerdere petities waarin fans Jackson zowat smeken om The Hobbit te gaan maken.

Een blik op de kinderleestafel van bijvoorbeeld Waterstones laat weten dat als alle bovengenoemde boeken in de dvd-kast staan, er nog minstens tien andere projecten in de rij staan. Abarat van Clive Barker is bijvoorbeeld een boek met verfilm-potentie, net als de Wicca serie van Cate Tiernan. Maar rages komen en gaan, zeker in de filmindustrie. En hoe leuk de boeken ook zijn om te lezen, kinderfantasy is vrijwel nooit diepgaand en heeft oppervlakkige personages. Op een dag zal het publiek de tovenaarsleerlingen en heksen zat zijn. Op naar de volwassen fantasyboeken?

Film / Films

De dynamiek van het overspel

recensie: Match Point

In de nieuwste film van Woody Allen, Match Point, volgen we tennisleraar Chris Wilton (Jonathan Rhys-Meyers) in een poging zijn leven een nieuwe wending te geven. Als privé-trainer komt hij in contact met Chloe (Emily Mortimer), de dochter van een zeer gefortuneerde Engelse familie. Wilton palmt Cloe in, en dankzij het geld en de contacten van haar vader ligt een weldadig leven binnen handbereik. Maar dan valt Wilton voor de charme van Nola Rice (Scarlett Johansson), de blonde vriendin van zijn toekomstige zwager.

~

Match Point sluit hiermee aan op een terugkomend thema uit het leven en werk van Woody Allen; het gebrek aan geloof in idealen zoals ware liefde. In eerdere films, zoals de Oscarwinnende Annie Hall, eindigde een mooi beginnende liefdesgeschiedenis uiteindelijk in een sleur. In andere films van Allen zwichtten de karakters onder het gewicht van een compromis, raakten verbitterd of zochten hun geluk, zoals hier, in relationele zijsporen. Het is Allens onbetwiste specialiteit de humoristische en dramatische kanten van een op de klippen lopende relatie in beeld te brengen. Al in het begin van zijn carrière, in zijn comedies, valt de scherpte van zijn blik voor menselijke relaties op. Ook in een serieuzere benadering werkt dit, zijn aandacht voor details levert voortreffelijk drama op.
Match Point is hiernaast ook een heel spannende film, en onderscheidt zich hiermee van een eerder drama als Annie Hall. Wilton zakt steeds dieper weg in het moeras van zijn eigen leugens, de problemen stapelen zich onvermijdelijk op, leugens zijn nodig om andere leugens af te dekken, een uitvlucht wordt vaak pas op het allerlaatste moment gevonden. Het is heerlijk hoe strak Allen zijn spanningsboog aanspant in deze dramatische liefdesgeschiedenis.

Eendimensionale karakters

~

Om de voortgang van het verhaal geloofwaardig te maken is gekozen de personages functioneel, en daarmee te eenzijdig, in het verhaal te laten optreden. Dit is een zwakkere plek van de film; Allen laat Johansson bijvoorbeeld soms wat al te simpel als femme fatale optreden. Terwijl ze haar mannelijke tegenspelers diep in de ogen kijkt brengt ze langzaam een sigaret naar haar volle lippen. Ze rookt deze op dusdanig sensuele wijze dat op, dat je na twee trekjes onwillekeurig begint te denken, ja Woody, nu begrijpen we wel dat ze niet te weerstaan is. Ook de andere rollen zijn op sommige momenten wat al te plat in beeld gebracht.
De sterke nadruk die Allen op de spanning en de ontwikkeling van het plot legt heeft gevolgen voor de uitwerking van de karakters. De karakters zijn, om de in enkele gevallen zeer verbazingwekkende plotwendingen aanvaardbaar te maken, gesimplificeerd. Johannson is hier de aantrekkelijke Amerikaanse, Rhys-Meyers de getormenteerde geest. Echt overtuigend wordt dit niet, maar de film heeft ook geen realistische personages nodig. De spanning waarin je als kijker wordt meegezogen en de creatieve plotwendingen zijn genoeg; de geniale dynamiek van het verhaal maakt de eendimensionaliteit van de personages in ruime mate goed.

Muziek / Achtergrond
special: Eurosonic

Dankjewel Chhhroning-ken!

Hoe Eurosonic goed te omschrijven? Er is in heel Nederland geen festival dat zoveel gloednieuwe bands uit heel Europa aan je presenteert. Voor de meeste groepen is dit hun eerste optreden in Nederland. Grote festivals als Lowlands en Pinkpop lijken hun programmering op Eurosonic te baseren. Het is dus een must voor iedereen die als eerste op de hoogte wil zijn van het beste uit Europa. Maar natuurlijk ook voor de mensen die geen zin hebben om te wachten op de zomer om te genieten van het ultieme festivalgevoel.

The Charlets
The Chalets

Het tweedaagse Eurosonic wordt altijd aan dat andere Groningse festival, Noorderslag, vast geprogrammeerd en vaak worden beide festivals in één adem genoemd. Maar waar de programmering van de laatste zich uitsluitend richt op Nederlandse bands, haalt Eurosonic zijn bands uit heel Europa, met elk jaar één land in het bijzonder.

Een ware schatkamer

Op deze twintigste editie van het succesvolle Eurosonic festival gaat die speciale aandacht uit naar Duitsland. Zelden stonden er zo veel Duitse bands geprogrammeerd op één festival. Laten we hopen dat dit het startsein is voor een zegetocht van Duitse muziek in Nederland, want het is duidelijk dat hier een ware schatkamer is geopend, waarvan hier slechts een kleine greep. Met The Robocop Kraus uit Neurenberg hadden we al eerder aangenaam kennis mogen maken. Deze band wordt vaak vergeleken met Franz Ferdinand. Wat maar weinig mensen weten is dat ze al veel langer bestaan dan hun Schotse vakbroeders en …beter zijn! Verbazingwekkend is dan ook het kleine formaat van de zaal waar ze geprogrammeerd staan. Het is behoorlijk dringen bij de ingang, maar de volhouders worden beloond met een energieke set, vol slimme powerpop. Voorman Thomas Lang stuitert als een aap en maakt regelmatig uitstapjes het publiek in. Sophisticated en stoer.

Maar je hebt vast nog nooit gehoord van The Gods of Blitz! Deze rockband maakt muziek naar Brits model en in het Engels. En zo zien ze er ook uit. Je zou niet zeggen dat deze stijlvolle jongens uit Kreuzberg komen. Een degelijke, professionele act, maar de Duitse bands die pas echt wat nieuws toevoegen aan het muzieklandschap in Nederland zijn natuurlijk de Duitstalige acts. Neem nou Madsen. Deze gitaarrockband is een perfect voorbeeld van de typische Hamburgsound. De wat? Denk: Tocotronic of Blumfeld, maar dan populairder. Zanger en pretty boy Sebastian Madsen lijkt het boyband stadium te zijn ontgroeid en beschikt over het charisma en de humor van Robbie Williams, al zijn zijn vocale grapjes af en toe wat tenenkrommend. Ze maken speciaal voor de Nederlanders een uitstapje naar de Osdorp Posse en sluiten af met het uitermate hit-fähige Die Perfektion.

Ook Duitstalig en onbekend in Nederland, maar gigantisch populair in hun eigen land is het Berlijnse 2Raumwohnung. Hun beschrijving in het programmaboekje is misleidend. Niks geen ‘onverwachte rijpheid en prachtig gestolde melodieën’, het is meer licht verteerbare funky danspop. Zangeres Inga Humpe is een spice girl op leeftijd. Op het hoogtepunt van het optreden trekt ze het halve publiek het podium op, om samen lekker te dansen op de wijs van het luchtige Sexy Girl.

Maar de koning van de Europese popmuziek is nog altijd Engeland. Dat is goed te merken in het bomvolle Huize Maas op de Groningse Vismarkt. Typisch voorbeeld van Brits aanstormend talent is het rockbandje Sugarplum Fairy. Alleen, ze zijn Zweeds. Dit piepjonge bandje wil vooral heel erg op andere bands lijken. Ze zijn een natuurgetrouwe kopie van Mando Diao, ook uit Zweden afkomstig. Net zulke hippe kapseltjes, net zo Rolling Stones en net zulke ‘foute’ poseurs als hun grote broers. Net zulke goede rockliedjes ook trouwens…

Wel uit Engeland komt Mohair. Ze maken feelgood Britpop die je alle zelfingenomen Britse bands doet vergeten. Wat dat betreft is Mohair één van de beste ontdekkingen op dit festival der ontdekkingen. Gestoken in stijlvolle jarenzeventig-pakken speelt het viertal opgewekt hit na hit. Maar voorman Tom Billington schakelt net zo makkelijk over op ballads, waarbij zijn stemuithalen doen denken aan Travis. Advies: hou het London Calling festival in de gaten! Daar zouden The Kooks trouwens ook wel eens hun opwachting kunnen maken, aangezien ze gewoon lekkere vlotte popmuziek produceren, maar dan met een tropisch tintje in de vorm van reggae en ska. Niks mis mee, dit bandje.

Clor
Clor

In Vera staan vervolgens nog een stel Britten die gerust de Band van de eerste dag Eurosonic genoemd mogen worden: Clor. Ze waren al eerder te bewonderen in Amsterdam afgelopen herfst, waar ze een diepe indruk achter lieten. Ook nu verrassen ze Groningen met fantastisch hoekige pop. Het is bijna een verademing dat deze mannen uiterlijk niks lijken op hun eeuwig stijlvolle Britse collegae. Clor brengt een nieuw geluid vol onnavolgbare melodiewendingen en vreemde ritmes. Toch is de muziek uiterst toegankelijk en verleidt ze je tot meeklappen, maar dat blijkt iedere keer zo goed als onmogelijk. Dat de muziek expres zo alle kanten uitzwenkt, zullen sommigen misschien vergezocht vinden, maar na een korte peiling van de reacties uit het publiek blijken de meesten het ingenieus en leuk te vinden om voortdurend gefopt te worden door Clors muziek. Deze band klopt helemaal.

Jaren zeventig-nostalgie

Ghosttrucker
Ghosttrucker

Deze jaren nul van de 21e eeuw kenmerken zich door retronostalgie. Muzikaal wordt er naar hartelust teruggegrepen op de rebelse jaren zestig en de campy jaren tachtig. De jaren negentig zijn nog te vers en de jaren zeventig kennelijk (nog) niet zo hip in muziekland, maar daar lijkt verandering in te gaan komen, getuige de bands Dungen uit Zweden en The Answer uit Ierland. Beide bands beschikken over slungelige langharige types, die anno nu ook wel voor hippies doorgaan. De eerste band grijpt heel duidelijk terug op de progrock van Pink Floyd en Led Zeppelin. Lange epische verhalen worden verteld met gitaar. Weinig zang, maar als er dan toch gezongen wordt, dan wel in het Zweeds. Nostalgisch en mysterieus, tevens omdat je er geen bal van verstaat. The Answer blijkt het Ierse antwoord op The Black Crowes. Een aanstekelijke combinatie van blues, soul en rock. Deze band geeft alles in het optreden en je zou het graag van ze aannemen, ware het niet dat je de liedjes nog niet kan meebrullen. Na afloop lijken ze oprecht verbaasd dat ze zo goed aanslaan bij het Nederlandse publiek.

Blote billen

Ondanks de aanwezigheid van Noorderslag, waren er ook Nederlandse bijdragen op Eurosonic. Het voordeel van Eurosonic is echter dat er meer Nederlandse acts te ontdekken zijn die nog niet zo gearriveerd zijn in dit landje. Noorderslag is toch wat behoudender daarin. Interessant is bijvoorbeeld de all-star band Ghosttrucker, samengesteld uit Caesar, Seesaw, Alamo Race Track en Kopna Kopna. Zulk een grote indruk als die ingrediëntbands afzonderlijk maken, weet Ghosttrucker helaas niet te maken. Het is gewoon een typische Excelsiorband. Niks meer, niks minder.

Propeller
Propeller

Bekend in Groningen, maar minder in de rest van het land is Propeller. Hun muziek vertoont lichte overeenkomsten met de Rotterdamse postrockband Mono en dat is tactisch, omdat die band momenteel op non-actief staat. Maar op het podium ogen ze wat saai. Ze hadden best hun witte jurken van de promofoto aan mogen laten. Allerminst saai is de performance van Aux Raus. Dit duo maakt militante electro-/cyber-/gabberpunk. Het is aanvankelijk even schrikken hoe zanger Sebastiaan argeloze mannelijke toeschouwers aanklampt, maar het is drie uur ’s nachts en mensen willen nu echt wel loss en dat is precies waar Aux Raus goed in is. Als de zaal eenmaal overstag is, gaan alle remmen los. Drie jongens uit het publiek slaan enthousiast op Sebastiaans blote billen terwijl het stroboscooplicht de onwerkelijkheid van de situatie nog eens benadrukt. Bizar en overrompelend…

Stamphouse en acid

Mede door Aux Raus is het op het afsluitende feestje van Eurosonic goed toeven in Simplon. Ook het Belgische electroduo Nid & Sancy heeft het volk goed aan het dansen. Ze klinken als één of andere hippe electro-dj, maar zien er uit als een punkband als The Kills. Vlammend gaat de zweep over hun aan elkaar getapete toetsen- en knoppen-instrumentarium. En ja hoor, daar komen toch de jaren negentig al stiekem om de hoek kijken, want de show ontaardt in stamphouse en acid die we nog wel kennen van dertien jaar geleden…

In de bovenzaal is ook een interessant elektronisch nostalgiefeestje aan de gang. Kun je je jouw goeie ouwe 8-bit spelcomputer nog herinneren? De artiesten van collectief Micromusic frissen je geheugen op met dansmuziek die ze maken met behulp van 8-bit apparatuur. Een van die artiesten is Covox uit Zweden. Geconcentreerd en bezeten staat hij over de paar vierkante centimeter van zijn gameboy gebogen. Zijn 8-bit beats en bliepjes zijn agressief en opzwepend. Nog lang na het snelste nummer van de set blijft het publiek maar “sneller, sneller!” tegen hem schreeuwen.

Nabeschouwing: op Eurosonic was misschien niet heel vernieuwende of experimentele muziek te bewonderen, maar wel het allerbeste dat de Europese landen momenteel te bieden hebben. En nu maar afwachten wat er van die stortvloed aan import blijft hangen, het komende jaar.

Boeken / Fictie

Sympathieke schoolleraar

recensie: Frank McCourt - Teacher Man: A Memoir

.

Zo begint Teacher Man, het derde boek in de serie memoires van Frank McCourt over respectievelijk zijn jeugd in Ierland, zijn volwassen leven in New York en zijn leven als middelbare schooldocent. McCourt wilde met dit boek eer bewijzen aan docenten, aan al die mensen die zich vijf klassen per dag, vijf dagen in de week, 160 leerlingen lang inzetten voor de toekomst van Amerika. Na het wereldwijde succes van het zeer persoonlijke Angela’s Ashes en ‘Tis, tracht hij zo zijn bekendheid aan te wenden ten gunste van the downstairs maid of professions.

Meanderende herinneringen

Frank McCourt
Frank McCourt

Het is een sympathiek streven van een sympathieke man. McCourt vervolgt zijn intrigerende opening bevredigend met de grappige verhalen achter zijn bijna-ontslagen en dwaalt daarna verder door zijn herinneringen van een leven lang lesgeven. In 1958 stond hij voor het eerst voor de klas, maar uit het gedrag van de leerlingen valt niet op te maken in welk jaar welke herinnering plaatsvindt. Tieners zijn blijkbaar van alle tijden, evenals de sluwe tactieken die ze toepassen om de lessen te saboteren:

Joey is the Mouth. There’s one in every class (…) It’s the job of the mouth to ask questions, anything to keep the teacher from the boring lesson. I may be a new teacher but I’m on to Joey’s delaying game. It’s universal. I played the same game in Ireland. I was the mouth in my class in Leamy’s National School.

Via de vragen van de scholieren komen McCourt’s herinneringen aan bod, zodat ook nieuwe lezers zijn achtergrond leren kennen. Voor trouwe McCourt volgers voelt dit niet dubbelop, want de vorm en stijl zijn anders, korter en snediger, aangepast aan tieners. Tevergeefs tracht McCourt af en toe de scholieren weer bij de les te krijgen, maar zo heel hard probeert hij het ook weer niet. Hij geniet van de interactie, de luisterende oortjes en de slinkse rebellie. Zelf had hij vroeger een ontzettende hekel aan school en zelfs als docent kan hij zijn diepgewortelde antipathie jegens het gezag niet van zich afzetten. Hij heeft nooit carrière gemaakt in de educatieve wereld, geen decaanschap of lucratieve bijbaantjes aangenomen, maar is altijd simpelweg (en onderbetaald) leraar gebleven.

To Sir With Love
To Sir With Love

McCourt staat in zijn hart aan de kant van de leerlingen, maar wil ook graag zijn diepe liefde voor de literatuur met hen delen en hen de opleiding geven die ze later nodig zullen hebben. Dat levert het innerlijke conflict op dat, naast intrige, enthousiasme en humor, ook spreekt uit de eerste vier regels van het boek. Want hoe doe je dat eigenlijk, lesgeven? Wanneer leert iemand iets? En wat moet je ze leren? En wie ben ik om te denken dat ik ze iets te leren heb? Het hele boek is doorspekt met deze zelftwijfel en er volgt, tot mijn frustratie, geen antwoord. Eigenlijk vraag ik het mezelf ook af na het lezen van dit boek, want hoe McCourt lesgeeft en wat hij de leerlingen overbrengt is mij niet duidelijk. Zo hier en daar is een glimpje inspiratie te zien, zoals wanneer hij zijn leerlingen opdracht geeft excuusbriefjes te schrijven voor mensen die iets fout gedaan hebben (bijvoorbeeld voor Eva die de appel at of een honkballer die een belangrijke slag miste). Maar over het algemeen lijkt McCourt moeizaam voort te modderen, zonder dat het ook maar iemand duidelijk is waar hij heengaat.

Een doelloos schrijven

Hetzelfde geldt voor zijn herinneringen, en eigenlijk voor het hele boek. Het is interessant, sympathiek en bij vlagen ontzettend geestig, maar uiteindelijk onbevredigend. Het gaat, net als McCourt zelf, nergens naartoe. Aan het eind van het boek is hij gescheiden van zijn vrouw, woont hij bij vage mensen in, heeft hij zwervende vrienden die hem op school aanspreken en slijt hij zijn dagen als leraar creatief schrijven. Het is geen vrolijk of inspirerend beeld, en daarmee wekt het misschien medelijden op met de beroepsgroep middelbare schoolleraar, maar niet de bewondering die McCourt voor ogen had.

In Meester!, de Nederlandse vertaling van Teacher Man, is dit gevoel nog sterker omdat de relativerende, vriendelijk Ierse ondertoon onvertaalbaar is gebleken. De Nederlandse taal mist de zachte wolligheid van het Ierse Engels, waardoor de depressieve en twijfelende woorden harder dreunen en een nare smaak achterlaten. Als dan ook de humor in de vertaling grotendeels wegvalt, dan blijft een vervelend boek over. De sympathie die ook in het hele boek verweven is, komt er alleen in de oospronkelijke taal goed uit.

Frank McCourt • Teacher Man: A Memoir • Uitgever: Harper Collins Publishers (import: Van Ditmar)• Prijs: € 24,95 • 258 bladzijden • ISBN: 0007173989

Frank McCourt • Meester! • Vertaling: Monique Eggermont en Erica Feberwee • Uitgever: Prometheus • Prijs: € 17,95 • 303 bladzijden • ISBN: 9044607448

Muziek / Album

Van Harte!

recensie: Caesar - Before my band explodes

.

~

Van harte gefeliciteerd met het jubileum. Tien jaar een bandje bijeen houden is normaliter eerder uitzondering dan regel. Toch? En natuurlijk felicitaties met deze geslaagde verzamelaar. Nergens wordt hier de gemakkelijke weg bewandeld. Zo staan er 23 (!) nummers op. Een goeie zaak! Dat noem ik waar voor je geld. Even tussendoor; de bandleden heten volgens het boekje weer ‘gewoon’ Roald van Oosten, Marit de Loos en Sem Bakker (in plaats van Roald Von, Claire Obscure en Semmie Automatic). Gelukkig maar, ik heb die pseudoniemen nooit begrepen. Over boekje en bandleden gesproken; iedere song wordt door elk Caesarlid van persoonlijke anekdotes voorzien. Zo kom je nog eens wat extra’s te weten. “Het zijn onze meest typerende nummers”, meldt Van Oosten in het bijgesloten persbericht.

Smullen, niet alleen voor fans

Uiteraard, de bekende Caesarkneiters, ze staan er op. Maar anderszijds zijn het lang niet altijd de gemakkelijk gekozen, originele versies. Before my head explodes is bijvoorbeeld een rustiger demo-variant. Verder staat er heel wat onuitgebracht en b-kantjes-materiaal op. En dat is echt niet alleen voor de fans smullen, deze songs zijn van een dusdanige kwaliteit dat ook nieuwe ‘Caesarianen’ gemakkelijk overtuigd kunnen worden. Ook live-materiaal is ruimschoots op deze verzamelaar vertegenwoordigd. Twee tracks – In Flames en (Hell Yeah) Mistaken – van het Lowlands 2003-optreden klinken buitengewoon overtuigend, de Prodigy-cover Firestarter (3voor12, 1998) mag er absoluut zijn.

En die nimmer uitgebrachte Caesarsongs dan? Plastic Heart, een schitterend nummer met waanzinnige pianoriedel. Ook Gogomobile (van de No Rest for the Alonely-sessies uit 1997) wordt nu een volwaardige albumkans gegund. Terecht, zo vertelt de band unaniem. Wat te denken van Alcatraz? Ooit opgenomen voor het titelloze vierde album, maar uiteindelijk enkel als 7-inch uitgebracht. Of het mooie sferische Out of Orbit? Een wonderschone demo opgenomen tijdens de Leaving Sparks-sessies.

En heb je onverhoopt commentaar op die ietwat onvaste stem van Van Oosten? Get over it! Wén eraan. Plaats het in ‘t geheel. Compositorisch is dit namelijk een gitaarband waar Nederland nog steeds trots op mag zijn. Nooit voorspelbaar, altijd origineel. Dát is nou serieuze, doorleefde popmuziek. Dat mag rammelen, dat mag rafelig klinken. Dat mag her en der onzuiver uitgevoerd worden. Gefeliciteerd Caesar, met een top-verzamelaar! En oh ja; ook van harte met die aanstaande (uitgebreide) tour in het clubcircuit!