Muziek / Album

De soundtrack bij Alice in Wonderland

recensie: Charlie Dée - Where do girls come from

Het is fascinerend om de lancering van de Nederlandse singer-songwriter Charlie Dée te aanschouwen. Kwistig wordt er gestrooid met vergelijkingen met vrouwelijke sterren als Joni Mitchell, Carole King en Rickie Lee Jones. Vervolgens wordt haar een internationale allure aangerekend die meteen in vele besprekingen terugkeert. De muziek op haar debuutalbum Where do girls come from is echter ook meer dan de moeite waard zonder al deze heisa.

Foto: Jouk Oosterhof
Foto: Jouk Oosterhof

Inderdaad, de drie dames waarmee ze graag geassocieerd wordt, dienen als muzikaal kader. Net zoals iedere singer-songwriter die op een podium gaat staan wel kan worden teruggevoerd tot Bob Dylan of John Lennon. In het geval van Dée beneemt alle ‘name-dropping’ je echter het zicht op de muziek zelf. Alsof je al met een voorgeprogrammeerd oor bij de boxen zit. En als het voorprogramma Carole King heet, dan valt de muziek van Charlie Dee een beetje tegen. Haar platenmaatschappij dicht haar graag een internationale kwaliteit toe, maar dat is nog wat prematuur.

“Trying to find that hole”

Laten we liever kijken naar de eigenheid van haar muziek, die mij direct greep. Zelf zegt de geboren en getogen Rotterdamse over haar levensgevoel: “Alsof ik met een katapult ben weggeschoten van de zon en het hier op aarde maar een beetje zelf uit moet zoeken”. Op de beste momenten creëert de muziek dit onthechte gevoel. Zeker de nummers waarin met enige ironie op het leven gereflecteerd wordt, zoals The weather is changing:

Im staring in front of me/ I’m trying to find that hole/Alice from Wonderland jumped through it/I couldn’t do it/Couldn’t find right Mister Rabbit/To push me through it

~

Dée die dus als een machteloze kopie van Alice in Wonderland op zoek is naar de ware Mister Rabbit om samen het onbekende avontuur aan te gaan? Net zoals Alice de vinger niet achter de logica van Wonderland kan krijgen, zo dartelt Dee onbevangen maar onwetend door onze wereld. De plaat zit vol met dergelijke zinsneden en Dee parodieert wel meer de psychedelische kinderroman van Lewis Carroll.

In Hello Hello, één van de lekkerste liedjes van de plaat, zit een voortrazende onrust die zowel aanstekelijk werkt als het ongemakkelijk maakt. In de tekst wordt voortdurend gewisseld tussen het eerste- en derdepersoons-vertelperspectief, waardoor we al gedesoriënteerd haar wereld worden binnengeleid. “Did you see the sky tumble when I fell out of it?” vraagt Alice aan een onduidelijke ander (Mr. Rabbit?) en “Do you know the world’s crawling but we’re asleep on it?”.

Soms nemen de nummers wat larmoyante vormen aan. Zoals Stay, dat zwelgt in een slome geluidsmuur waar Dee meer dan nodig haar stem bovenuit torst om met een langgerekt “Stay” haar geliefde te verzoeken om te blijven. Ja, dat thema kennen we nu wel uit de muziekgeschiedenis en het is al veel mooier bezongen. Laat Charlie Dée zich maar lekker ver van de aardse liefde houden en als een onbevangen Alice door onze wereld wandelen.

Theater / Voorstelling

Zoeken naar de ideale wereld

recensie: Herotiek (MONK)

.

De setting: een grauw kantoor, één tafel met een paar stoelen en een hokje waarin de gegijzelde rustig z’n tijd uitzit met een biertje en krant in de buurt. Intussen steggelen de drie ontvoerders of het bericht naar de buitenwereld een persbericht of een manifest moet zijn. Het zegt meteen iets over de karakters: zoekend naar een identiteit, niet wetend wat hun plek in deze maatschappij is. Wel hebben ze gemeen dat het moderne leven niet is wat ze willen.

~

Mooie dingen

Er is een discussie over wat mooi is en wat niet, hoe mannen en vrouwen van elkaar verschillen, hoe mensen in het leven staan. Maar ook de moderne ontwikkelingen en het veranderen van het klimaat komen aan bod. Mensen zouden moeten genieten van mooie dingen: naaktheid, kwetsbaarheid, harmonie, de natuur. “De wereld is uit balans, we moeten met z’n allen weer leren te geven en onze kijk op dingen te veranderen. Ik pleit dan ook voor een industriële devolutie. Mensen zijn afhankelijker dan ooit, we moeten terug naar de tijd dat we nog dingen zelf deden”, zo vindt één van de speelsters.

Ieder voor zich

~


Opvallend is dat de drie gijzelnemers – gespeeld door Maartje van den Brink, Ellen Goemans en Rutger Kroon – elkaar onderling niet duidelijk kunnen maken wat ze precies willen, maar als ze afzonderlijk van elkaar in gesprek raken met de gegijzelde projectontwikkelaar (een prima gastrol van Jack Vecht), wel hun ideeën kunnen verwoorden. Hij gaat zelfs zo ver met zijn adviezen dat hij hen wil helpen om de gijzeling ook als zodanig te laten verlopen. Op dat moment lopen de onderlinge spanningen echter op en lijkt het ineens weer ieder voor zich te zijn. Het open einde – nogal abrupt – maakt duidelijk dat ook deze avond een betere wereld nog niet gevonden is.

Herotiek is een stuk dat de maatschappij van nu nader onder de loep neemt, aan de hand van vurige betogen. De teksten zijn veelal doorspekt met sarcasme en cynisme, maar er is ook plaats voor een vleugje humor hier en daar. De spelers zijn prima op elkaar ingespeeld en weten hun rol – en het daarbij behorende karakter – goed neer te zetten: van de vrouw met de grote mond en het kleine hartje tot de zwartgallige man en van het naïeve meisje tot de zelfverzekerde zakenman. Herotiek is een typisch ‘MONK-stuk’. De voorstellingen van het gezelschap zijn veelal geïnspireerd op een maatschappelijk onderwerp uit de actualiteit dat naar eigen inzicht – en waar nodig met een kritische noot – wordt verwerkt in het verhaal. Zo ook hier.

Toneelgezelschap MONK toert nog tot en met 28 april 2006 door het land met het stuk Herotiek. De actuele speellijst vind je op de site van MONK.

Film / Films

Theatrale maatschappijkritiek

recensie: Fassbinder box 3 en 4

Ik zal het maar eerlijk zeggen: deze dvd-boxen waren voor mij de eerste kennismaking met het werk van Rainer Werner Fassbinder, de Duitse regisseur die jong overleed als gevolg van een overdosis. Dat betekent dat ik de films niet kan vergelijken met Angst essen Seele auf, Die Ehe der Maria Braun en Die Sehnsucht der Veronika Voss. Die klassiekers waren al te vinden in de eerste twee boxsets die A-film vorig jaar uitbracht. In Fassbinder Box 3 & 4 – voor de gelegenheid samen gerecenseerd, maar apart in de winkel verkrijgbaar – zitten, aangevuld met wat extra’s, een tiental minder bekende Fassbinder-films.

Maar wat voor een films! Dertig jaar na dato doen ze nog altijd onverminderd urgent aan. Hoewel tamelijk willekeurig samengesteld en met extra’s die niet in alle gevallen een directe link hebben met de hoofdfilm, bieden de boxen, met hun uitstekende beeldkwaliteit, een goede introductie op het werk van een van de belangrijkste Duitse filmmakers.

Machtshonger

Effi Briest
Effi Briest

Fassbinder kreeg het in zijn films voor elkaar een eigen wereld te creëren, en daarmee tegelijkertijd veel over de werkelijkheid te zeggen. Hoewel ze kunstmatig ogen, vaak doorslaan in het absurde en bevolkt worden door stereotypen, zijn zijn films toch ook schertsende aanklachten tegen het na-oorlogse Duitsland en haar bewoners. Tegen hun machtshonger en autoriteitsgevoel, en tegen de grote stands- en welvaarstverschillen in het land.

Neem Warnung vor der heiligen Nutte, die Fassbinder al in 1971 maakte, maar die – volgens de trailer – pas zeven jaar later in de bioscoop verscheen. De film is een genadeloze afrekening met het filmvak en met het idealisme van de jaren ’60. Hoofdrol is voor een regisseur die een aanklacht wil maken tegen macht en agressie, maar zichzelf gedraagt als een tiran, wat trouwens ook voor de meeste van zijn collega’s geldt. Er wordt gezopen, geschreeuwd, met glazen gegooid en gevochten, waarna aan het eind dan eindelijk de eerste scène wordt opgenomen. Als dat geen ironie is – maar dan wel van de wrangere soort.

Moderne aristocratie

Chinesisches Roulette
Chinesisches Roulette

Machtspelletjes worden er ook gespeeld in Chinesisches Roulette, over een familie van hoge stand die ongewild samenkomt in een landhuis. Vader en moeder met hun beider minnaars (!) en de invalide dochter met haar nanny. Al snel wordt duidelijk hoe verziekt de verhoudingen zijn: de ouders kunnen hun kind niet luchten of zien. Wat daar precies toe heeft geleid blijft gissen, maar het vermoeden rijst dat het snobistische echtpaar haar lichamelijke gebreken niet kan accepteren. Geestelijk is het meisje echter vlijmscherp. Dat blijkt als ze ‘Chinese roulette’ spelen, waarbij de ene partij vragen moet stellen om te raden wie van hen de tegenpartij in het hoofd heeft. Dit is indirect een psychologisch spel: het is een andere manier om ‘dingen uit te praten’, want echt gepraat wordt er natuurlijk allang niet meer.

Terwijl Fassbinder in deze films het gebrek aan moraal van de elitaire bovenklasse in beeld brengt, richt hij zich in Der Händler der vier Jahreszeiten juist op de onderkant van de samenleving. In dit arbeidersdrama zien we de alcoholische groenteboer Hans, die een vreugdeloos huwelijk heeft met Irmgard. Als hij na een dronken agressieve bui een hartaanval krijgt, verandert hij van een monster in een nogal tragische figuur; zeker als we via zijn zus te weten komen dat ‘de mensen het niet altijd goed met hem voor hebben gehad’. Wanneer zuslief dan ook nog eens tijdens een familie samenzijn zegt dat de rest van de familie Hans altijd geminacht heeft, drinkt hij zich dood.

De personages in deze films zijn, meer dan mensen van vlees en bloed, typetjes die staan voor iets anders: de machtswellusteling (de filmmaker in Warnung vor der heiligen Nutte) of het zwarte schaap (de groenteman in Der Händler der vier Jahreszeiten). Die stereotypen hebben een politieke functie; Fassbinder gebruikt ze om de maatschappelijke orde extra scherp neer te zetten. Het knappe is, dat de personages wel blijven intrigeren. Je krijgt nooit echt grip op hen, waardoor ze aan menselijkheid winnen. Hoewel ze keihard zeggen waar het op staat, bieden die woorden meestal geen echt inzicht in hun psyche.

Geconstrueerde werkelijkheid

In einem Jahr mit 13 Monden
In einem Jahr mit 13 Monden

Wat mij echter nog het meest verbaasde, is dat Fassbinder zijn politiek-maatschappelijke verhalen op een zo’n vervreemdende manier verbeeldt. Alsof hij bang was zijn vingers te branden aan ‘plat’ sociaal drama. De werkelijkheid weergeven; ja, maar niet op een realistische manier. Sterker, zijn stijl heeft altijd iets grotesks, of het nu gaat om de wijze waarop hij zijn acteurs laat spelen of om de dialogen die hij ze in de mond legt. Zo gedragen de personages in Satansbraten zich als doorgeslagen primitieve wilden, en zijn hun teksten, in lijn met dat gedrag, banaal. Dit is Fassbinders wereld op de spits gedreven.

De veel gemaakte vergelijking van zijn films met toneelstukken komt deels voort uit dit theatrale karakter. Niet alleen spelen ze zich vaak af tegen de achtergrond van één locatie (de lobby van een hotel in Warnung vor der heiligen Nutte, een landhuis in Chinesisches Roulette), ook besteedt de regisseur veel aandacht aan de positionering van de acteurs ten opzichte van elkaar: als ze op een bepaalde manier staan of zitten, zie je ook dat ze met opzet zó zijn neergezet. Overigens zijn het geen verfilmde toneelstukken. Daarvoor zijn de films visueel te indrukwekkend. In Warnung vor der heiligen Nutte zwenkt de camera op een aparte manier tussen de personages, in de gangsterfilm Liebe is kälter als der Tod drijven veel scènes puur op de visuele sfeer: lange autoritten, hoofdpersonen die over straat lopen terwijl de camera een in licht badend beeld van hen voor hen uit filmt.

Het is alsof Fassbinder je, door al zijn kunstgrepen, op afstand wil zetten, zodat je je gedwongen voelt over zijn films na te denken. Dat kan effectiever zijn dan via sociaal-realisme de kijker mee te slepen in de film, hoewel het bij sommige kijkers misschien op meer weerstand stuit. Toegankelijker worden zijn films er namelijk niet door.

Fassbinder Box 3

Der Amerikanische Soldat (1970)
Liebe is kälter als der Tod (1969)
Chinesisches Roulette (1976)
Warnung vor der heiligen Nutte (1971)
Satansbraten (1976)

Fassbinder Box 4

Effi Briest (1974)
Martha (1974)
Der Händler der vieres Jahreszeiten (1972)
In einem Jahr mit 13 Monden (1978)
Götter der Pest (1970)

Film / Films

Minder bekende stripheld

recensie: Man-thing

Stripfiguren vormen een gewillig onderwerp voor een speelfilm. Na de successen van Spiderman, X-men, Batman en vele anderen worden steeds meer personages uit de wereld van de Amerikaanse comics aan het bewegende beeld toevertrouwd. Met wisselend succes komen bekende en minder bekende striphelden beeldscherm of –buis binnengerold.

De grotere namen als Spiderman en Batman doen het in het algemeen ook wel goed op het witte scherm. De minder bekende helden hebben het daarentegen een stuk moeilijker. Films over de helden als Daredevil en Hellboy leveren al snel zeker driekwart minder opbrengst op dan de grote jongens. Naast deze b-categorie striphelden heb je ook nog een c-categorie. Tot deze laatste groep behoort Man-thing. Is deze creatie onder de stripkenners al minder bekend, het grote publiek zal hem zeker niet kennen. De verfilming van Man-thing is dan ook maar in een beperkt aantal landen (vijf om precies te zijn) op het witte doek verschenen. In Nederland haalt deze film de bioscopen niet en komt hij direct uit op dvd, maar dan wel in een mooie luxe steelcase dubbel-disc Special Edition. Dutch Filmworks heeft onlangs een reeks films in een luxe editie uitgebracht. Films die wellicht geen grote kaskrakers waren in de bioscoop, maar wel degelijk de kijker iets te bieden hebben: Saw, Immortals en Unleashed bijvoorbeeld.

~

Man-thing verschilt op nog een punt van de grotere stripfilms. Hij is namelijk een stuk harder. Dit is geen film die geschikt is voor het jongere publiek: er worden namelijk nogal wat mensen aan flarden gereten door het lieve groene monstertje uit het moeras. Een aspect dat je bij Spiderman wellicht wat minder vaak tegen zult komen. Man-thing is weliswaar net als Spiderman en de X-men een strip uit de Marvel-stal, maar stamt uit een geheel andere periode. Waar de eerste twee begin jaren zestig zijn ontstaan en zich kenmerken door een meer menselijke benadering van de superheld, ontstond Man-thing begin jaren zeventig tegelijkertijd met Swamp Thing van concurrent DC in een periode waarin men op zoek was naar meer spanning in de strips. Horror- en fantasy-elementen speelden in die periode een veel grotere rol dan de jaren daarvoor.

Verhaal

Vooral dat horror-element is in deze film volop terug te vinden. In het stadje Bywater verdwijnt de ene na de andere persoon op mysterieuze wijze, om later weer zwaar verminkt uit het aangrenzende moeras te komen drijven. Een nieuwe sheriff meldt zich omdat de oude spoorloos is verdwenen. Uiteraard gaat hij op onderzoek uit en al snel belandt hij in het diepe donkere moeras. Dit blijkt heilige grond te zijn, die door een lokale wreedaard misbruikt is om er naar olie te boren. Heilige grond ontwijden is nooit een slim plan, want dan zou je wel eens een monster kunnen creëren. En ziedaar: Man-Thing is een feit.

Het verhaal van Man-Thing is dun, de karakters al evenzeer. Man-thing zelf is zelden echt in beeld en van een karakter kun je bij dit in zijn rust gestoorde stukje lopend en moordend moeras niet bepaald spreken. Ook de menselijke personages tonen weinig ontwikkeling: de sheriff spreekt drie woorden in evenzoveel ontmoetingen met de lokale schone, om vervolgens hartstochtelijk in haar armen te belanden. Van enige groei in onderlinge relaties of van de personages zelf is nergens sprake, de karakters blijven zo plat als de pagina’s waaruit ze ontsproten zijn.

Extra

~

Toch is Man-thing een film die je makkelijk tot het einde uitzit. De special effects zijn (zeker gezien het beperkte budget) redelijk tot goed te noemen, en er zit genoeg actie in om je bezig te houden. De film gaat nooit echt vervelen en als je niet te zwaar tilt aan de oppervlakkige verhaallijn en personages kom je de film wel door. Daarnaast is er een rijkelijk gevulde bonusdisc (78 minuten) met de nodige extra’s. Zo zijn er enkele ‘deleted scenes’ te bewonderen, bloopers, een foto-gallery, heel veel storyboards en nog veel meer. Helaas geen ‘making of’, in plaats daarvan een item van een kwartier genaamd Building scenes, waarin van een drietal scènes wordt getoond hoe deze zijn opgebouwd. Je krijgt hierin enkele malen dezelfde scène voorgeschoteld, steeds met een nieuwe bewerking (special effects, licht, geluid) erbij. Er is nergens persoonlijk commentaar van bij de film betrokken personen op de dvd te vinden, een optie die vaak net dat beetje extra aan een bonusdisc geeft.

Biedt Man-thing genoeg om de liefhebber van horrorcomics over de streep te trekken? Dat valt te betwijfelen. Het verhaal is daarvoor te mager en de personages te vlak. De extra’s geven daarnaast te weinig inzicht in de totstandkoming van de film. Het mooiste van deze uitgave is de steelcase waarin deze Special Edition is uitgebracht.

Theater / Voorstelling

Groter dan ooit

recensie: Zoetgevooisd (Sara Kroos)

Sara Kroos is met haar 25 jaar nog steeds in de groei. Sinds haar debuut Lam is ze groter, professioneler en duidelijker geworden. Een van haar leukste eigenschappen heeft ze echter altijd al gehad: ze is gewoon wie ze is. De vrolijke krullenbol, die je waarschijnlijk wel kent van De Lama’s, noemt ieder beest bij de naam. Hoe tenenkrommend dat soms ook is.

~

Haar nieuwe voorstelling Zoetgevooisd draait voornamelijk om het beest in de mens. En dan vooral het geheime beest in de mens. Volgens Kroos heeft iedereen een kistje met een geheim, en ze is ontzettend nieuwsgierig naar die geheimen (wie niet!). Ze laat aan de hand van beeldende, grappige verhalen weten dat ze vindt dat alles mooi is, want alles is echt. Hoe echt Kroos zelf is, laat ze onder andere zien met haar kleding. Dat ze een stevige tante is, mag bekend zijn en het pleit dan ook voor haar dat ze zich niet in camouflerend zwart kleedt, maar in weinig verhullend maagdelijk wit op het podium staat.

Opperpot

Kroos staat wel bekend als de opperpot van cabaretland. Iets waar ze waarschijnlijk helemaal niet blij mee is. Want als ze iets met Zoetgevooisd duidelijk lijkt te willen maken, is het wel dat ze heus ook op mannen valt! En dus weidt ze uit over jonge vaders die ze op het schoolplein versiert en de sekstrio’s die ze heeft. Helaas gaat ze bij het uitbeelden van dit laatste nogal expliciet te werk. Niet alleen verwoordt ze uitgebreid uit hoe ze de vrouw van het trio bevredigt, de beelden en de bijgaande geluiden laat ze evenmin achterwege. Had niet gehoeven mevrouw Kroos. Op zo’n moment is ze weer net even te plat, maar het is haar vergeven. Aan de andere kant is Kroos namelijk een stuk minder macho geworden: het schelden om het shockeren laat ze dit keer gelukkig achterwege. Kroos is nu gewoon een stoer wijf, eentje om bewondering voor te hebben.

Cloer

In deze voorstelling laat Kroos zich vergezellen door twee muzikanten. Hiermee maakt ze haar stuk tot een muzikaal programma: liedje, stukje, liedje, stukje. Hoewel Kroos geen goede zangeres is, zijn haar liedjes wel lekker om naar te luisteren. Ze wisselt gevoelige, rijmloze songs af met een potje bruut grunten, en dat werkt. Die uitersten zijn grappig. Kroos vertelt zichzelf ook als een combinatie van twee totaal verschillende personen te zien. Aan de ene kant is ze de clown die iedereen aan het lachen wil maken, aan de andere kant een verleidelijke hoer. Een cloer dus.

Sinds ze voor het eerst in haar eentje op het podium stond, is Kroos gegroeid, en hopelijk wordt ze alleen maar groter. Ze kan heel leuk vertellen en ze laat je ademloos luisteren. Hoewel ze het grove dit keer voor het grootste gedeelte achterwege heeft gelaten blijft ze wel recht voor z’n raap, op een geestige manier. Zo zegt ze over mensen die eindeloos zeuren over zelfmoord: “Soms denk ik echt, doe maar! Na drie keer dreigen is mijn medeleven over.” Gelukkig maar, want zo blijft Kroos echt Kroos; een combinatie van mannelijke hardheid en vrouwelijke zelfspot.

Zoetgevooisd is nog tot en met 31 mei te zien in verschillende theaters. Kijk hier voor een uitgebreide speellijst.

Boeken / Fictie

Twee Korea’s, één klassieker

recensie: Hwang Sok-Yong - Mijnheer Han

Koreaanse films als Bin Jip of The Brotherhood of War worden nog weleens bekeken, maar de romans uit dit land zijn in het Westen beduidend minder bekend. Jammer, want het gaat om interessante literatuur waaruit – net als bij de films – een eigen Koreaanse stem spreekt.

Veel van de moderne romans gaan over de dramatische gevolgen van de bloedige burgeroorlog (1950-1953), die het land in een communistisch noordelijk en een westers zuidelijk deel uiteen deed vallen. Het boek Mijnheer Han (1972) van de Zuid-Koreaan Hwang Sok-Yong geldt als ‘de’ klassieker over het Koreaanse opdelingstrauma. Onlangs verscheen de Nederlandse vertaling. Nu kunnen ook wij lezen over het noodlot van mijnheer Han, die eerst zijn familie kwijtraakt en tenslotte eindigt als een oude man die zowel in Noord- als in Zuid-Korea niet meer welkom is.

~

Nadat de Russische communisten Korea hadden ‘bevrijd’ van een jarenlange bezetting door Japan, volgde een burgeroorlog tussen het noorden en zuiden van het land. Deze burgeroorlog resulteerde in het opdelen van het land in twee helften, waardoor hele families uit elkaar werden gerukt. Korea is deze traumatische gebeurtenis nooit te boven gekomen en dat uit zich direct in de literatuur. Veel Koreaanse auteurs schrijven erover. Zo ook Hwang Sok-Yong (1943), die het historische keerpunt als onderwerp nam voor Mijnheer Han, zijn debuutroman.

Kogelregen

Aan de hand van de treurige levensloop van mijnheer Han krijgen we als lezer zicht op de hartverscheurende problemen waarmee de Koreaanse burger tijdens de burgeroorlog en na de opdeling van het land te maken kreeg. De auteur doet dat heel kundig door de personages niet zwaar psychologisch uit te diepen, maar juist door de kale feiten van de gebeurtenissen voor zich te laten spreken. Eigenlijk weten we niet eens zoveel van mijnheer Han, behalve dan dat hij hoogleraar gynaecologie was aan de universiteit van de stad Pyongyang (Noord-Korea), waar hij in 1911 geboren is. Als uitmuntend arts wordt hij tijdens de burgeroorlog verplicht te werk gesteld bij een speciale ziekenboeg voor bonzen van de Communistische Partij. De wat naïeve mijnheer Han wil gewoon zijn beroep uitoefenen en doet zijn uiterste best om zoveel mogelijk mensenlevens te redden, wat niet meevalt met al die bombardementen en uitgebroken epidemieën. Als hij zijn tijd ‘verdoet’ in het nabijgelegen burgerziekenhuis, wordt hij door de Partij voor straf voor een vuurpeloton gezet. Hij overleeft wonderwel de kogelregen en vlucht naar het zuiden. Zijn gezin, dat hij achter moet laten, ziet hij nooit meer terug.

Overleven

Hwang Sok-Yong
Hwang Sok-Yong

De onderkoelde manier waarop Hwang Sok-Yong de noodlottige scène beschrijft waarin mijnheer Han voorgoed afscheid neemt van zijn zoon, geeft een adequaat beeld van de schrijfstijl van de hele roman. Die is slechts indirect dramatisch en soms op het simplistische af. Toch weet de auteur zo een krachtig, en zelfs poëtisch, beeld op te roepen dat beklijft.

Om in het veilige zuiden te komen, steken vele vluchtelingen midden in de winter de rivier de Teadong over. De oudste zoon van mijnheer Han gaat als enige van het gezin dapper mee met zijn vader tot aan de doorwaadbare plek. Dan moet hij alsnog afhaken.

‘Ik red het niet. Vader, gaat u maar…kom veilig terug. Ik ga terug naar moeder.’ Mijnheer Han gaf geen antwoord, keek ook niet om. De wind blies zand en sneeuw rond. Achter zich hoorde hij de ijsschotsen op het water over elkaar heen schuiven en hard tegen elkaar slaan. Mijnheer Han zou de gemene kou van de Teadong nooit meer vergeten.

Deze afstandelijke stijl in de roman, die wel doet denken aan de werken van de Tsjechische schrijver Kafka, vergroot het gevoel van vervreemding. Het resultaat is dat de lezer zich geen illusies maakt over de stand van zaken in Korea. Zowel in Noord als in Zuid lijkt de Koreaanse bevolking elk gevoel voor medemenselijkheid kwijt te zijn geraakt door de harde beslissingen die men moet nemen, simpelweg om te overleven. In Mijnheer Han wordt bovendien steeds weer beschreven hoe vrijwel alle banden die burgers met elkaar aanknopen, tot mislukken gedoemd zijn.

Staatsgevaarlijk

Hwang Sok-Yong zet een onleefbaar land neer, waarin een basaal vertrouwen tussen Koreanen onderling verloren is gegaan. Mijnheer Han merkt dit onmiddellijk als hij in het zuiden is aangekomen. Ook hier is hij niet veilig. De mensen verdenken hem ervan dat hij een spion is van het noorden. Na een kafkaësk verhoor op een politiebureau in Taegu, waarin hij als gewezen arts voor de Partij-elite alle schijn tegen zich heeft, wordt hij wederom als ‘staatsgevaarlijk’ aangemerkt. En dat terwijl mijnheer Han, die als enige levensdoel heeft ‘mensen te redden’, opzettelijk onuitgesproken is over politieke zaken. Maar als je in deze wereld zelf geen positie bepaalt, dan doen anderen dat voor jou. Dat laat Hwang Sok-Yong in dit werk heel duidelijk zien.

Hereniging

Hoewel de auteur voor Mijnheer Han putte uit eigen ervaringen, is hij zelf alles behalve a-politiek. Hwang Sok-Yong schreef in de jaren zeventig vele theaterstukken en pamfletten tegen het toenmalige dictatoriale regime in Zuid-Korea. Na een bezoek aan Noord-Korea leefde hij in ballingschap. Toen hij in 1993 terugkeerde naar Zuid-Korea werd hij, wegens zijn uitstapje naar het noorden, direct voor vijf jaar in de gevangenis gezet. Inmiddels is Hwang Sok-Yong een gevierd auteur die vele nationale en internationale prijzen heeft ontvangen. Hij leeft in Londen en probeert van daaruit de culturele contacten tussen Noord- en Zuid-Koreanen te bevorderen. Zijn grote wens is een hereniging van beide landen. Dat lukt hem in ieder geval via de literatuur. Zijn boeken worden zowel in Noord als in Zuid verslonden.

Film / Films

Op reis met Amelio

recensie: Il ladro di bambini / Le chiavi di casa

De Italiaanse regisseur Gianni Amelio is in Nederland waarschijnlijk het bekendst van Lamerica uit 1994. De twee films die daar in populariteit meteen op volgen zijn zijn doorbraakfilm Il ladro di bambini (De kinderdief, 1992) en het recente Le chiavi di casa (De sleutels van het huis, 2004). Beide films zijn thematisch verwant en werden onlangs – door twee verschillende distributeurs – op dvd uitgebracht.

Nadat de moeder van de kinderen Rosetta en Luciano aan het begin van Il ladro di bambini is opgepakt omdat ze haar twaalfjarige dochter heeft geprostitueerd, krijgen twee carabinieri de opdracht de twee kinderen naar een weeshuis te brengen. Een van de agenten laat zijn collega echter al snel met de kinderen zitten, en de rest van de film laat zien hoe Antonio, de overgebleven carabiniere, van Milaan tot Sicilië onderdak probeert te vinden voor Luciano en Rosetta.

Scène uit <i>Il ladro di bambini</i>
Scène uit Il ladro di bambini

Ook in Le chiavi di casa staat een reis centraal. De hoofdpersoon Gianni neemt zijn biologische zoon Paolo, die hij voor het eerst in zijn leven ziet, mee naar Berlijn. Paolo is gehandicapt en moet naar Berlijn voor therapie. Gaandeweg, en vaak letterlijk met vallen en opstaan, ontstaat er een band tussen de twee.

Overeenkomsten en verschillen

Het valt meteen op hoeveel de twee films op elkaar lijken als je de details weglaat. Twee reizen, twee vaderfiguren en de band die ze proberen op te bouwen met hun beschadigde kinderen (psychisch in het geval van Rosetta en Luciano, lichamelijk bij Paolo). Ook de kwaliteit van beide films is nagenoeg gelijk, met drie uitmuntende kindacteurs in de hoofdrollen en twee volwassenen die even memorabel zijn. Amelio vertrouwt op zijn acteurs om het verhaal te vertellen en houdt de cameravoering dan ook subtiel en op de achtergrond.

Scène uit <i>Le chiavi di casa</i>
Scène uit Le chiavi di casa

Interessanter dan de overeenkomsten zijn echter de verschillen. Allereerst is Le chiavi di casa grootser van opzet: er werd niet alleen in Italië gefilmd, maar ook in Berlijn en Noorwegen. Het veranderende landschap is een afspiegeling van de relatie tussen Gianni en zijn zoon: de hectische straten van Berlijn kunnen staan voor de verwarring die Paolo in Gianni’s leven veroorzaakt, terwijl de essentie van hun verhouding aan het slot bloot komt te liggen in het kale maar weidse Noorse landschap.

Andere toon

Maar het grootste verschil ligt in het gevoel dat na het kijken achterblijft. Beide films kennen een open einde, maar de toon van Il ladro di bambini is deprimerend en negatief. Zonder het einde weg te geven, blijken de beloftes van volwassenen uiteindelijk niets waard en zien de kinderen in dat er niemand is op wie ze kunnen vertrouwen behalve zichzelf. Heel anders is het slot van Le chiavi di casa, waar Gianni weliswaar inziet dat het opvoeden van een gehandicapte jongen moeilijk is en ongetwijfeld veel pijn zal opleveren, maar de hoop die uit de slotscène spreekt is een enorm verschil met de toon van de eerdere film. Amelio zal in de tussenliggende twaalf jaar een wat mildere blik op de mensheid hebben ontwikkeld.

Il ladro di bambini en Le chiavi di casa vormen samen in ieder geval een ijzersterke double bill en een mooie kennismaking met een regisseur die wel iets meer bekendheid zou mogen genieten.

Film / Films

Schrijnend absurd

recensie: De stand van de zon / De stand van de maan

In 1995 wordt de Nederlandse regisseur Leonard Retel Helmrich tijdens het filmen van een demonstratie in Indonesië gevangen gezet op verdenking van spionage. De Indonesische regering beschouwt hem hierna twee jaar lang als persona non grata. Wanneer hij in 1997 het land weer in mag, begint hij met de voorbereidingen van een drieluik over Indonesië, waarvan De stand van de zon (2002) en De stand van de maan (2004) de eerste twee delen vormen. In deze nu op dvd verschenen documentaires volgen we Rumidjah, een dame van begin zestig, die zich samen met haar twee zoons en kleindochter staande probeert te houden in een periode van politieke onzekerheid.

De stand van de zon
De stand van de zon

21 mei 1998 treedt Soeharto na 32 jaar af als president. Het resultaat van een heftige studentenopstand die zich richt tegen corrupte daden, zoals het in eigen zak steken van 43 miljard dollar; geld dat bedoeld was voor het economisch herstel van Indonesië. In deze woelige periode begint De Stand van de Zon. De scène waarin we met Rumidjah kennis maken, toont aan hoezeer de bevolking te lijden heeft onder Soeharto’s misdaden. Samen met tientallen andere hongerigen, staat de kleine, maar dappere vrouw voor een vrachtwagen te dringen om een zak met rijst te bemachtigen. Onder de wagen proberen kleine jongetjes rijstkorrels bijeen te rapen, voor het geval hun moeders – net als Rumidjah – met lege handen thuiskomen. Toch laat Rumidjah het hoofd niet hangen. Gesterkt door haar geloof in God, gaat ze verder tot de orde van de dag, wat inhoudt: de zorg voor haar elfjarige kleindochter Tari en volwassen zoon Bakti.

Dumpen of bekeren?

De nonchalante levenswijze van Bakti is iets waar Rumidjah en haar andere zoon Dwi zich kapot aan ergeren. In plaats van te werken, vult hij zijn dagen met gokken en spelen met zijn duiven. Daarnaast kiest hij altijd de verkeerde vrouwen. Als hij eindelijk een geschikte kandidaat tegenkomt, blijkt ze moslim te zijn, waardoor hij voor de beslissing staat: dumpen of zich bekeren? In het volgende deel, De Stand van de Maan, opgenomen na elf september, zien we hoe Rumidjah het als christen in Jakarta, waar overwegend moslims wonen, steeds lastiger krijgt. Wanneer haar neef vertrekt op bedevaart naar Mekka, is zij de enige die – op basis van haar geloof – geen persoonlijk afscheid mag nemen. De tranen lopen hierbij over haar wangen; je kunt je als kijker haar gevoel van eenzaamheid en onmacht goed voorstellen.

Appel kwijt

De stand van de maan
De stand van de maan

Al worden de personen in deze documentaires geteisterd door armoede en leven ze een leven waarmee weinigen zouden willen ruilen, toch zijn zij op veel vlakken bewonderenswaardig. Ten eerste om hun kracht, maar ook om hun inventiviteit, humor en relativeringsvermogen. Het is hierdoor soms lastig de ernst van bepaalde situaties in te schatten. Wanneer Rumidjahs mooie bankstel wordt teruggevorderd, stapt er een minuut later een oud buurvrouwtje binnen met de trieste mededeling dat ze haar appel kwijt is. In eerste instantie lach je om de absurditeit van deze situatie, lijkt het een grote grap, maar waarneer je je realiseert hoeveel een appel waard is daar, krijgt de scène een schrijnende ondertoon. Omdat er gefilmd is volgens het Cinéma Verité-principe, waarbij geen interviews of voice-overs worden gebruikt, moet je als kijker steeds je eigen conclusies trekken.

Sensationeel camerawerk

Het verhaal is weliswaar sober gebracht, maar het camerawerk is af en toe werkelijk sensationeel. Zo lijkt op een bepaald moment de maan in het donker aan de hemel te staan, een schijnbaar rustig beeld. Maar wanneer het beeld begint te bewegen en de heldere cirkel alsmaar groter wordt, begint de kijker te vermoeden dat er iets niet klopt. Uiteindelijk blijkt de camera uit een waterput omhoog te worden getrokken. Dit soort ingrepen, aangevuld met shots van indrukwekkende landschappen maken de film ook qua beeld zeer de moeite waard. Hoewel beide dvd’s geen extra’s bevatten, zijn ze dan ook zeker interessant genoeg om aan te schaffen.

Film / Achtergrond
special: Een gespreken met Jie Han, de regiseur van Walking on the Wild Side

IFFR 2006: Chinese uitvreters

De jonge Chinese regisseur Jie Han sleepte al een paar dagen na de wereldpremière van zijn speelfilmdebuut Walking on the Wild Side een Tiger Award in de wacht. Een dag na de eerste vertoning neemt Han de tijd voor een gesprek.

Overzicht verslag IFFR 2006

~

Jie Han (1977) studeerde af aan de Beijing Normal University. Hij werd een stukje op weg geholpen door Zhangke Jia, de zeer actieve regisseur-producent en een soort mentor voor aanstormend Chinees talent, die onder de indruk was van Hans afstudeerfilm. Han wist zo 3 miljoen Yuan (300.000 Euro) te vergaren – onder meer met behulp van het Rotterdamse Hubert Bals Fonds – en verfilmde zijn eigen scenario in slechts twintig drukke opnamedagen met niet-professionele acteurs en een digitale camera. Het is een imposant debuut: een krachtig drama over het doelloze bestaan van drie jongemannen in een mijnwerkersdorpje.

Risico’s

In het troosteloze kolenmijnengebied van de noordelijke provincie Shanxi werd ook Yang Li’s controversiële thriller Blind Shaft deels opgenomen. Maar Han interesseert zich meer voor het drama van een generatie die de levensdoelen van de vorige generatie mist, en zich er geen raad mee weet. De drie vrienden uit Walking on the Wild Side doden hun tijd met rondrijden en aanrommelen. Om zich heen zien ze de zwoegende mijnwerkers, waar ze geen enkele binding mee hebben. In een dronken bui begaan ze een grote fout en vluchten ze halsoverkop in een geleende auto.

Na enig overleg met de regisseur vindt onze tolk een gepaste vertaling voor de originele titel van de film (Lai xiao zi): ‘uitvreters’. Een eufemistische term, gezien het gedrag van de drie hoofdpersonen. Door de roekeloze boezemvrienden worden immers mensen beroofd, neergeslagen en aangerand. En toch heeft de film veel sympathie voor het drietal: hun akelige daden worden nooit veroordeeld. Jie Han: “In hun hart zijn het goede mensen. Ik weet precies hoe ze in elkaar zitten. Als je opgroeit heb je nu eenmaal behoefte aan risico’s nemen, aan avontuur, wil je je eigen grenzen overschrijden. Ik ben er van overtuigd dat je alleen op deze manier pas echt volwassen wordt.”

Goede vaders

~

Het is dan ook niet verrassend dat Hans eigen levenservaringen aan de film ten grondslag liggen. De regisseur vertelt een paar anekdotes over zijn eigen schooljeugd in Shanxi, waar Walking on the Wild Side zich afspeelt. Als jongetje had hij niets dan bewondering voor de zware jongens uit de hogere klassen, die ooit voor hem een klasgenoot in elkaar ramden. “Het interessante van die groep jongens was dat ze onderling ontzettend trouw aan elkaar waren. Het was een zeer hechte band. Mijn film is een soort eerbetoon aan hen.” De parallellen tussen Hans jeugd en de film zijn duidelijk: de aframmeling van een paar schoffies in Walking on the Wild Side, die onherroepelijke gevolgen heeft voor het drietal, is de kern van de film. Bovendien zien we een jongetje dat gebiologeerd toekijkt. Zijn blik is die van de regisseur, maar Han is meer geïnteresseerd in het relaas van de daders, die na het voorval op de vlucht slaan naar de grote stad en zich in een avontuur storten.

Met de boefjes die Han uit zijn jeugd kent, is het uiteindelijk allemaal goedgekomen. “Ik kom ze nog wel eens tegen, ze zijn getrouwd, hebben kinderen. De ervaringen uit hun jeugd zorgen ervoor dat ze nu hun verantwoordelijkheden nemen. Ze proberen goede vaders te zijn.” Maar het beeld dat Han van de uitvreters geeft is allesbehalve romantisch: de vriendschap gaat ten onder zodra een van hen ervandoor gaat met de buit van een roof, zodat het trio een heel ander noodlot tegemoet gaat.

De acteurs zijn bijna zonder uitzondering amateurs, die Han van de straat plukte. “Niet alleen hun uiterlijk, maar ook hun levenshouding moest bij de rol passen.” Die eis blijkt letterlijk: de drie acteurs zijn ook in het dagelijks leven nietsnutten en vechtjassen. De acteur die hoofdpersoon Xiping speelt, is een loopjongen van de Chinese mafia – die na de opnames van de film trouwens weer op het rechte pad probeert te komen. “Professionele acteurs kunnen vaak met al hun techniek nog niet voor elkaar krijgen wat deze acteurs presteren. Ik hoop dat het publiek dat ook ziet. Als een amateur iets heel goed doet, zie je dat zijn eigen levenservaring naar buiten komt. Het effect daarvan is dat je heel gemakkelijk overtuigd raakt van het personage.”

Ironie

~

Walking on the Wild Side schept niet bepaald een positief beeld van de huidige generatie jongeren in deze omgeving. Hoe zit het met de Chinese censor, iets waar wij westerlingen zo graag over vallen? Het antwoord moet de regisseur schuldig blijven, want hij leverde de film, tegen de regels in, in Rotterdam af voordat hij hem in China heeft laten keuren. “Het is goed mogelijk dat mijn film daar nooit vertoond wordt.” Afgezien van het Chinese filmkeuringsysteem, waardoor alleen films uitgebracht kunnen worden die ‘voor alle leeftijden’ geschikt zijn, is er sprake van een nieuw wetsvoorstel ter bescherming van kinderen, dat de film ook nog in de weg zou kunnen zitten. Een bittere ironie, want de regisseur zegt juist te hopen dat de film indruk maakt op ouders en volwassenen, en zo meer begrip voor de verdwaalde kinderen en jongeren van China kweekt.

En zijn volgende plannen? “Ik moet eerst op de een of andere manier geld verdienen om aan een volgende film te kunnen werken. Dat kan een documentaire zijn, of weer een speelfilm.” Han is inmiddels 10.000 Euro verder: dit is het geldbedrag dat hij met zijn welverdiende Tiger Award in de wacht sleepte. Met een internationaal publiek voor zijn oprechte en aangrijpende drama zit het ook wel goed, want de prijs houdt immers ook in dat de film in Nederland gedistribueerd en vertoond wordt.

Met dank aan Anne Sytske Keijser voor de vertaling.

Film / Achtergrond
special: De Nacht van de Wansmaak

IFFR 2006

Een speciale plaats in het IFFR wordt dit jaar ingenomen door ‘de Nacht van de Wansmaak’. Het gaat hier om een vier uur durende vertoning van de meest lachwekkende, onbedoeld grappige, lelijke, absurde, tenenkrommende, foute, gore, zorgwekkende en wansmakelijke filmfragmenten uit de filmgeschiedenis. Dat zou je natuurlijk kunnen afdoen als domme studentikoze humor… en dat is het ook! Maar op het hele festival is er geen plek waar zo veel te lachen valt als op ‘De Nacht’ in het Luxor theater.

Overzicht verslag IFFR 2006

~

De Nacht van de Wansmaak is geen nieuwkomer. Na het succes van de eerste Nacht in 2001, is er inmiddels een dvd uitgebracht en een tweede editie georganiseerd in 2003 (NvdW ‘Reloaded’). En nu dus een voorproefje van de derde editie, die in het najaar op tournee zal gaan door Nederland en België als een soort rondreizende freakshow, maar dan op het witte doek. Organisatoren Jan Doense en Jan Verheyen hebben voor deze Nacht weer een aantal prachtfragmenten verzameld voor de filmliefhebber met humor. De nacht is opgedeeld in hapklare brokken van twee à drie fragmenten, telkens voorzien van rake inleidingen van Verheyen. Van te voren verkneukelt hij zich in rijke bewoordingen over de filmpjes die komen gaan.

Lomp

En het publiek kneukelt met hem mee. Ben je wel eens in de filmtent van Lowlands geweest? Dat geeft wel zo ongeveer aan hoe het er in de uitverkochte theaterzaal van Luxor aan toe ging. Voor de mensen voor wie dit filmtheaterfenomeen nieuw is, kan het een rare gewaarwording zijn. Doense en Verheyen (alias Mr. Horror en Max Rockatansky) worden toegejuicht alsof ze rocksterren zijn; wat wil je ook met zulke artiestennamen? De filmpjes zelf worden overvloedig van reactie uit het publiek voorzien. Dat gaat er allemaal vrij lomp aan toe: niemand steekt zijn walging of waardering bepaald onder stoelen of banken. Elke vrouw die in beeld verschijnt, wordt vanuit de zaal traditiegetrouw uitbundig begroet met “HOERRRR!” De meest luidruchtige kerels zitten natuurlijk weer in de stoelen vlak achter je, maar dat hoort bij het sfeertje. Het enige wat er op zit is meegillen.

Aanstekelijk

De heren Doense en Verheyen hebben hun fantasie de vrije loop gelaten in hun selectie. Filmtrailers, voorlichtingsfilmpjes, documentaires, losse scènes en andere korte fragmenten. De filmpjes zijn bijna allemaal ouder dan twintig jaar. De Nacht trapt af met het oudste filmpje uit de jaren vijftig, de moppentrommel. Twee oude mannetjes tappen flauwe moppen: “Weet jij waarom negers zwart zijn? Omdat je anders niet ziet dat ze neger zijn! Hehehehe…” Hun grappen zijn te onbegrijpelijk, te braaf, of te fout voor woorden, maar hun ‘Hehehehe’ werkt aanstekelijk.

Dezelfde aanstekelijke lach komt later die nacht terug in een fragment van een heel andere orde. Een trailer prijst een film aan over een afschuwelijk politiek drama, handelend over een brute machtsbeluste alleenheerser – ‘hehehehe’ – die een compleet Afrikaans land terroriseert met breed uitgemeten martelingen, volkenmoorden en andere bloederige ellende.

Seksueel plezier

Scène uit <i>The Mighty Peking Man</i>
Scène uit The Mighty Peking Man

Tirannen doen het sowieso erg goed bij het publiek, de vrouwelijke tirannen in het bijzonder. Daarom zijn Messalina, Kaiserin und Hure! en Ilsa, she-wolf of the SS wegens succes op herhaling. Vooral Ilsa heeft lachers op haar hand. De vrouw met de grote boezem ranselt heel wat dames af in het Nazi-strafkamp, allemaal ter verhoging van seksueel plezier natuurlijk.

Want seksueel plezier, dat mag uiteraard niet ontbreken in een filmnacht als deze. Het wordt dan ook gecombineerd met allerlei andere genres, zoals science fiction, fantasy, maar nog het allerliefst horror natuurlijk. Ook erg (onbedoeld) grappig is de Deense documentaire uit de jaren zeventig over het nachtleven in Kopenhagen. Een jong nachtclubdanseresje brengt de plaatselijke opa’s vrij letterlijk het hoofd op hol. In de volgende scène zien we een zaaltje vol intellectuelen en ouden van dagen, die rond een groot bed zitten waarop een stelletje de liefde bedrijft. De ongelukkigen die zelf worden uitgenodigd om plaats te nemen op het bed wacht een jammerlijke afgang.

Pijnlijk grappig is ook het voorlichtingsfilmpje All women have periods, waarin aan een jong mongoloïde meisje tot in den treure wordt uitgelegd wat ‘de maandstonde’ is. Het gaat van een huiselijk tafereeltje naar pure horror en weer terug. Zien is geloven.

Rip-off

Er komen opvallend veel King Kongs voorbij. Ze zijn zo leuk omdat ze zo opzichtig gejat zijn van het succesvolle origineel. De slechte acteurs, rammelende special effects en de uitgesproken clichés verhogen de feestvreugde in het uitgelaten publiek. De King Kong rip-off die werkelijk de kroon spant in wansmakelijkheid wordt in zijn geheel vertoond: The mighty Peking Man uit 1977 van Hong Kongse makelij. Hilarisch hoogtepunt van deze film is niet de aap, maar de huppelende stoeipoes, die heel goed met haar ogen kan knipperen. Het is al met al goed voor heel wat ge-HOERRR. Na het zien van deze en de andere filmpjes is iedereen er wel van doordrongen hoe je het níet moet aanpakken als je een film wilt maken. Niemand wil onbedoeld grappig zijn… toch?