Muziek / Album

Te veilige botsing tussen stijlen

recensie: Espers – II

De afgelopen jaren is folk weer helemaal terug. Meestal niet in zijn pure vorm, maar als één deel van een kruisbestuiving tussen verschillende stijlen. De resultaten krijgen al dan niet geslaagde namen opgeplakt als free-folk, freak-folk, nu-folk, folktronica en psych-folk. Espers is een voorbeeld te noemen van die laatste stroming. Op hun tweede album simpelweg getiteld ‘II‘ is een mix te horen van lieflijke folk en psychedelische gitaarnoise.

Het collectief uit Philadelphia debuteerde vorig jaar met een naamloos album. II is een logisch vervolg op het debuut. Het album klinkt tegelijkertijd hedendaags en ouderwets. Het feit dat er een combinatie tussen verschillende stijlen te horen is en er gebruik gemaakt wordt van obscure instrumenten als doumbek en dholak maakt dat het album in deze tijden van leentjebuur en cross-over toch vooral erg eigentijds klinkt.

~

Lieflijk vs. noise

Mooi is het, de lieflijke en ijle samenzang van Meg Baird en Helena Espvall. Mooi zijn ook de lang gerekte tonen van Espvall’s cello. De muzikale potentie van het sextet is eveneens groot. Ze kunnen allemaal best een mopje spelen. En dat bedoel ik zeker niet zo denigrerend als het klinkt. Het beste compliment dat de band te maken valt, is dat ze er op momenten (Mansfield and Cyclops) in geslaagd is om de twee contrasterende stijlen samen te brengen. Ook broeit het af en toe onderhuids, zoals bijvoorbeeld in Widow’s weed. Het is echter veelzeggend dat hier de folk voor een groot deel overboord wordt gegooid en psychedelische prog-rock te horen valt waarvoor stijliconen King Crimson zich niet zouden hoeven schamen.

Te weinig dynamiek

Er schort namelijk nogal wat aan het geheel dat op II te horen valt. Dat is vooral te wijten aan een gebrek aan dynamiek binnen de songs. De uitgesponnen nummers missen vaak een geslaagde spanningsboog. De noise exercities zijn braaf en blijven keurig netjes binnen de lijntjes. De op papier interessante clash tussen het lieflijke folkgezang en de vervormde gitaren komt daardoor niet geheel tot zijn recht. Waar het huwelijk had kunnen leiden tot een interessante botsing van stijlen, is het resultaat echter vaak te gezapig. Wanneer het her en der werkelijk zou ontsporen zou dit de dynamiek ten goede komen en het resultaat simpelweg spannender maken. De nummers zijn nu te eendimensionaal. In nummers als Cruel storm
en Dead king wordt het zelfs ronduit saai.

Scheiding

De vele combinaties tussen folk en andere muziekstijlen hebben de afgelopen jaren geslaagde huwelijken opgeleverd. Zoals bijvoorbeeld Adems Homesongs, het werk van Devendra Banhart of het debuut van Tunng. Helaas valt II van Espers niet in dit rijtje. Daarvoor is het album te veilig.

Muziek / Album

Vergane glorie inspireert

recensie: Drie coverplaten

.

Nouvelle Vague – Bande A Part

~

De Engelse vertaling van ‘nouvelle vague’ – de belangrijke vernieuwingsbeweging in de film van de jaren vijftig – is ‘new wave’, wat ook de verzamelnaam is voor de tegendraadse, donkere popmuziek uit de jaren tachtig. In het Braziliaans betekent nouvelle vague dan weer ‘bossanova’, wat staat voor de lome ritmes van een in de jaren vijftig in Rio de Janeiro ontstane variant op de samba. Bossanova, nouvelle vague en new wave zijn termen voor zeer uiteenlopende stromingen, maar op het album Bande A Part komen ze even samen. De plaat is gevuld met new-wavecovers uit de jaren tachtig, die door de Franse producers en bedenkers van Nouvelle Vague – Marc Collin en Olivier Libaux – tot op het bot werden uitgekleed en vervolgens in een bossanovajasje werden gestoken. De liedjes zijn ingezongen door één zanger en vier jonge frêle zangeressen die vaak de originele versies niet eens kenden. Iets wat misschien wel een groot voordeel is geweest: ze konden de nummers een nieuwe, eigen draai geven zonder zich te spiegelen aan hun voorgangers. De covers, van onder andere nummers van Echo and the Bunnymen, Blondie en New Order, klinken fris, lief en zomers. De zwoele meisjesstemmen en de evenzo zwoele mannenstem geven de liedjes iets onschuldigs mee, zonder dat de typerende duistere kant van de new wave verloren gaat. Waar elke band tegenwoordig als Echo and the Bunnymen of New Order wil klinken, trekt Nouvelle Vague nummers als The Killing Moon en Blue Monday juist bij de new wave vandaan met zinderende, soms onherkenbare, eigen versies. Helemaal zoals dat hoort bij een meer dan uitstekend coveralbum. (Maryanti Tjia)

Matthew Sweet and Susanna Hoffs – Under The Covers Volume 1

~

De samenwerking tussen singer-songwriter/indierocker Matthew Sweet en de verleidelijke ex-Bangle Susanna Hoffs komt niet helemaal uit de lucht vallen. De twee zijn goed bevriend en stonden de afgelopen jaren geregeld bij elkaar op de planken. Bovendien waren ze samen met komiek Mike Meyers al te zien als de fictieve band Ming Tee in Austin Powers: International Man of Mystery. Sweet en Hoffs zijn beiden groot fan van de muziek uit de jaren zestig en selecteerden voor Under the Covers Volume 1 vijftien nummers uit dat decennium (oké, eentje komt eigenlijk uit het begin van de jaren zeventig: Run to me van de Bee Gees). Bij dit sympathieke hobbyproject worden ze onder meer ter zijde gestaan door bekende vrienden als componist Van Dyke Parks en voormalig Television-gitarist Richard Lloyd. Jammer is alleen dat ‘The Beauty and The Beast’ niet zo heel erg diep in de archieven zijn gedoken; The Beatles, twee maal Neil Young, The Beach Boys, The Who, The Velvet Underground, The Mamas And The Papas en The Zombies zijn beslist geen verkeerde keuzes natuurlijk, maar een beetje voor de hand ligt het allemaal wel. Uit respect voor de oorspronkelijke artiesten blijven ze bovendien dicht bij het origineel. Hoe goed de stem van Hoffs en die van Sweet ook bij elkaar passen, echt spannend wordt het daarmee nooit. Waardoor Under the Covers Volume 1 eigenlijk vooral interessant is voor de diehard-fans van het tweetal, en voor iedereen die de jaren zestig bewust heeft meegemaakt. (Lennard Dost)

The Others aka 22PP – Monochromeset

~

Veel spannender zijn de dertien covers die het avant-garde popgezelschap 22 Pistepirkko – voor de gelegenheid omgedoopt tot ‘The Others’- ons voorschotelt. Op Monochromeset vind je nummers van bands die door de drie experimentele Finnen worden bewonderd, zoals The Kinks, The Troggs, Everly Brothers en van singer-songwriters als Link Wray (ook al een inspiratiebron voor The Who en Led Zeppelin) en Jody Reynolds. Wederom dus muziek uit de jaren zestig, maar The Others voegen er dan nog de jaren vijftig aan toe. Op dit album een mooie mix van bekende en bijna vergeten namen uit de muziekgeschiedenis. Dat 22 Pistepirkko sterk is beïnvloed door bands als The Velvet Underground en Beck zal niemand verbazen. Het grote verschil met de vrij klinische, gelikte coverplaat van het duo Sweet/Hoffs is dat 22 Pistepirkko, zonder dat ze veel afwijken van de originele versies, wel een eigen stempel op de muziek weet te drukken. Luister naar de lome, bijna onheilspellende bewerking van This Strange Effect en de pijn in Love Hurts, en je weet genoeg. Ook mooi; de instrumentale Link-Wraycover Zip Code. Een erg fijn plaatje! (Lennard Dost)

Film / Films

Amokmakende liefde

recensie: Fragile

Westerse regisseurs met een voorkeur voor de fantastische film zijn veelal gecharmeerd van de stijlvolle, wat suggestievere Japanse horror. Hideo Nakatas Ringu wordt daarin gezien als een genreklassieker. Takashi Shimizus Ju-on (Hollywood-remake in 2004 als The Grudge) kent ook veel bewonderaars. Zo lijkt de Catalaanse regisseur Jaume Balagueró (Darkness, The Nameless) in zijn jongste film Fragile ook geïnspireerd door Shimizus film. In Ju-on is er een vervloekt gebouw met daarin een moordzuchtige geest, in Fragile is het niet bandeloze haat wat de geest aan het gebouw bindt, maar verterende liefde. Balagueró laat, evenals Shimizu, zijn kwaadaardige geesten op een heldere, realistische manier zien.

~

De film speelt zich af waar de Engelse minderbedeelden hun vakantie vieren, The Isle of Wight; een regenachtig eiland – bekend van het roemruchte rockfestival van 1970 – aan de zuidkust van Engeland. In een afgelegen bouwvallig kinderziekenhuis staan de patiëntjes op het punt geëvacueerd te worden, maar door een kleine ramp (en daardoor overvolle ziekenhuizen) elders moeten ze wachten. Amy Nicholls (Calista Flockhart) komt als nachtzuster het team versterken, en er gebeuren onmiddellijk onverklaarbare incidenten op de al jaren afgesloten tweede verdieping – een unheimische plek waar zich in het verleden iets gruwelijks heeft afgespeeld. Klassieke horrorelementen genoeg: kwetsbare zieke kinderen, een afgelegen spookziekenhuis en geen ontsnapping mogelijk.

Het mechanische kreng dat op het spookuur van zich doet spreken maakt als een poltergeist amok in de kleine tere lichamen, met mysterieuze breuken tot gevolg. De verlaten tweede verdieping ziet er angstaanjagend fraai uit, en het bekendste horrorcliché dient zich snel aan: waarom moet zuster Amy zo nodig alleen op speurtocht gaan op die vervloekte tweede verdieping? Waarom door die deur waar die vreselijke geluiden achter vandaan komen? Het roept een ouderwets heerlijk “niet doen, ga terug”-horrorfilmgevoel op.

Subtiel onheilspellend

Fragile heeft een aangenaam trage opbouw met (door Japanners geliefd) plotseling explosief nerveusmakend geluid, zoals een bureaula die open en dicht gaat als een vrachtauto in een slip. Maar samen met de sfeervolle, bekroonde muziek van Roque Baòos is deze combinatie zeer effectief. De onophoudelijke regen, gelijk de magistrale thriller Seven (1995), completeert de onheilspellende sfeer. Verwacht hier geen bloederige slasher-chaos, geen hersens in de koeling of losse ledematen op het tapijt: dit is het subtielere werk.

~

Helaas toont Fragile, evenals het op instorten staande ziekenhuis, her en der fundamentele gebreken. De houterig aandoende dialogen zijn soms storend en de helderziende dames uit het dorp, die in contact staan met de geesten, overbodig. Alles uitleggen voegt niets toe, maar ontkracht eerder: Maggie, het terminale patiëntje, geeft al uitleg genoeg.

Oude bekenden

Oude rot Gemma Jones overtuigt als de onbuigzame directrice Folder, Richard Roxburgh daarentegen als Dr. Marcus een stuk minder. Calista Flockhart, ster van de tv-serie Ally McBeal, acteert sterk, maar waarom de Spaanse verpleegster Helen (Elena Anaya) moest komen opdraven is onduidelijk – misschien is ze een oude bekende van regisseur Balagueró.

De kinderen mogen nooit uit dit spookziekenhuis vertrekken, tenminste niet levend, en als het akelige mechanische kreng eindelijk ten tonele verschijnt om je de stuipen op het lijf te jagen komt er een onverwachte wending. De melodramatische finale zal voor sommigen even onverteerbaar zijn als het gemiddelde ziekenhuisvoedsel, toch overtuigt deze elegante en met zorg gemaakte prent in hoge mate. Maar Jaume Balagueró maakt hier geen reclame voor de Engelsen: noch voor hun regenachtige vakantieparadijzen, noch voor hun krakkemikkige gezondheidszorg.

Film / Films

Nu met mobiel en laptop

recensie: Miami Vice

.

Wanneer twee FBI-agenten en de vriendin van een informant worden vermoord, lijkt er sprake van een lek op hoog niveau. Om de zaak te onderzoeken gaan rechercheurs Sonny Crockett (Colin Farrell) en Ricardo Tubbs (Jamie Foxx) undercover in de drugsscene van Miami. Al snel gaan ze aan de slag als smokkelaars voor drugsbaron Montoya, wiens tentakels tot over diverse landgrenzen reiken. Het verbergen van hun ware identiteit valt de undercoveragenten niet mee, vooral niet als Crockett gevoelens krijgt voor Isabella, het financiële brein van het kartel.

Sfeer van weleer

~

Hoewel het nummer Numb/Encore van Linkin Park en Jay-Z er aan herinnert dat de film zich in het heden afspeelt, weet Michael Mann in de openingsscène de sfeer van weleer goed neer te zetten: Crockett en Tubbs, zich een weg banend door het bevallige publiek van een trendy nachtclub, met één oog gericht op de dealers, het andere op de sexy bardames. Als ze daarna in hun flitsende bolide nachtelijk Miami doorscheuren, is de nostalgie compleet. Het feit dat Sonny Crockett de sigaretten en mintgroene shirts heeft afgezworen, doet er weinig aan af. Mooie vrouwen, louche types, snelle auto’s, geweld en broeierigheid: dat is waar het bij Miami Vice om draait.

Supersonisch

Een groot verschil tussen toen en nu is het arsenaal aan technische middelen dat Crockett en Tubbs nu tot hun beschikking hebben. Stonden ze vroeger voor elk wissewasje in de telefooncel, anno 2006 regelen ze alles via mobiel en laptop en houden ze hun prooi met geavanceerde camera’s in de gaten. En alsof het voortbewegen in een Ferrari of speedboot niet decadent genoeg is, kruipt Tubbs nu ook in de cockpit van een supersonisch vliegtuigje.

Slechte Crockett

~

Ook al verveelt de bijna tweeënhalf uur durende prent geen minuut en is hij als actiefilm zeker geslaagd, één factor weet de boel toch voor een deel te verpesten: hoofdrolspeler Colin Farrell. Was de Crockett van Don Johnson de ultieme Mr. Cool, de Crockett van Farrell is een gemaakte Mr. Cool. De geforceerde manier waarop Farrell een zwaar en getergd stemgeluid probeert te creëren en zich bloedserieus gedraagt, is hoogst irritant en doet je met heimwee verlangen naar zijn voorganger. Aangezien Philip Michael Thomas geen denderend goed acteur is, kon Jamie Foxx aan de rol van Tubbs in principe weinig verknallen. En eerlijk is eerlijk: hij doet het prima. Maar helaas; de chemie met Farrell ontbreekt, waardoor het duo totaal niet uit de verf komt.

Waar echter geen verkeerd woord over te zeggen valt, is de muziek. Dit keer niet verzorgd door Jan Hammer, maar door John Murphy. Het nummer In the Air Tonight, dat onlosmakelijk met de serie verbonden lijkt, is in de vorm van een cover terug te horen. Daarnaast zijn ook vele andere artiesten en bands te horen als Moby en Audioslave. De muziek weet de beelden zo perfect te ondersteunen, dat het soms voelt alsof je naar een lange, spannende videoclip zit te kijken. Of dat goed is? In elk geval vermakelijk.

Film / Films

Een passievol portret

recensie: The Lost City

Zestien jaar lang is Andy Garcia bezig geweest met het verwezenlijken van zijn droom: een film over zijn geboortestad Havana. In zijn regiedebuut The Lost City gaat hij terug naar het Havana waar hij als kleine jongen met zijn familie vandaan vluchtte.

Cuba, 1958. Onder het bewind van president Batista is het land verworden tot ‘pleasure island’. Het nachtleven floreert en maffiosi en rijke Amerikanen nemen met Batista’s welbevinden het eiland over, terwijl het gewone volk snel armer wordt. Tegen deze achtergrond maakt de kijker kennis met de welgestelde familie Fellove. De op handen zijnde revolutie leidt tot spanningen in het gezin; terwijl de oudste zoon Fico (Garcia) als eigenaar van de vermaarde nachtclub Tropicana geen partij kiest, sluiten zijn jongere broers Luis en Ricardo zich ieder naar eigen inzicht aan bij de revolutie.

Microkosmos

~

Garcia gebruikt de familie Fellove als microkosmos van Cuba, om de veranderingen in ten tijde van de revolutie mee naar voren te brengen. De vertwijfeling van een heel volk wordt gevat in de afzonderlijke keuzes van de drie broers. Bovendien laat hij aan de hand van het uiteenvallen van de Felloves zien dat een revolutie gepaard gaat met grote offers. Verschillende familieleden geven alles wat hen lief is op om te strijden voor hun idealen.

Hommage

De situatie die Fico, gespeeld door Garcia, meemaakt is er een die de kleine Andy Garcia zelf ondervond. Samen met zijn familie verruilde hij begin jaren zestig Cuba voor de Verenigde Staten. Net als veel gevluchte landgenoten, houdt Garcia nog steeds van zijn vaderland. The Lost City is naast een reconstructie van de opkomende revolutie aan de hand van de Felloves dan ook vooral een hommage aan Cuba. Garcia geeft een romantische beeld van het nachtleven in het Havana van vóór de revolutie. De film is doorspekt met ritmische Cubaanse muziek en sfeervolle beelden van het jetsetleven in Havana.

Curieus

~

Garcia’s diepe relatie met Cuba wordt tevens duidelijk door de keuze van de cast. De hoofdrollen worden namelijk vooral bekleed door acteurs met een Cubaans-Amerikaanse achtergrond. Daarnaast laat hij een aantal familieleden optreden in bijrollen. Tevens is goede vriend Bill Murray van de partij, in een curieuze rol: Murray komt als de nimmer serieus te nemen komiek ‘The Writer’ de film als het ware binnenvallen – overigens wordt met ‘The Writer’ niet verwezen naar Ernest Hemingway, maar naar de schrijver van het boek waar The Lost City op gebaseerd is: de Cubaanse schrijver Guillermo Cabrera Infante (Three Trapped Tigers). Temidden van de serieuze verhaallijnen over revolutie en idealen lijkt Murray een kunstmatige injectie om het verhaal wat komische elementen te geven (goedmaker is dat Murray als vanouds gortdroge humor aan zijn personage meegeeft).

Ook de gebruikte archiefbeelden van Guevara en Castro komen een beetje vanuit het niets binnenvallen. Dat is dan ook het manco van de film; voordat The Lost City eenheid krijgt zijn we een stuk verder. Echter, waar menig film van bijna twee en een half uur verzandt in herhalingen of overbodige verhaallijnen, daar wint The Lost City allengs aan kracht. Prachtige scènes met een verscheurde familie Fellove en een niet te vermijden vlucht van Fico naar New York, laten Garcia’s liefde voor Cuba én het filmvak duidelijk zien.

Film / Films

Bende zonder respect

recensie: Romanzo criminale

.

Jaren later vertoont de Libanees – hun bijnamen hebben ze altijd gehouden – het zakelijke instinct om het losgeld verdiend bij een ontvoering niet geheel over de bendeleden te verdelen, maar een deel ervan te gebruiken als investering voor hun verdere plannen. Nu zou je misschien verwachten dat de leden zich geleidelijk willen opwerken tot een gerespecteerde en gevreesde bende, maar nee, in hun jeugdig enthousiasme is het eerste doel direct het veroveren van Rome. Al snel worden in een orgie van geweld de leiders van de Romeinse onderwereld uitgemoord.

Van de straat

~

Dat is nog eens een andere binnenkomer dan The Godfather, ijkpunt aller misdaadfilms, waarin in beginsel alleen doden vallen als het echt moet, waarin concurrerende familiehoofden met elkaar vergaderen en waarin drugs aanvankelijk een vies woord is. Maar de mannen uit Romanzo criminale zijn dan ook jongens van de straat, die, zo wordt benadrukt, niet weten hoe je respectvol omgaat met de Dons uit de maffia.

Romanzo criminale van regisseur Michele Placido (onder andere bekend als hoofdrolspeler in de tv-serie La piovra alias Octopus) is losjes gebaseerd op ware gebeurtenissen rond de misdaadbende Banda della Magliana, die in de jaren zeventig en tachtig de onderwereld van Rome domineerde en contacten had met zowel de Rode Brigades als de Siciliaanse maffia. In het tweeënhalf uur durende epos wordt de bende gedurende twee decennia gevolgd.

Italiaanse geschiedenis

Dit gebeurt, net als in het deels door dezelfde scenaristen geschreven drama La meglio gioventù, tegen de achtergrond van andere belangrijke gebeurtenissen uit de recente Italiaanse geschiedenis, zoals de moord op de ontvoerde premier Aldo Moro in 1978 en de bloedige bomaanslag op het station van Bologna twee jaar later. Dit laatste komt overigens voor niet-Italiaanse kijkers, bij wie locatie, datum en tijd niet in het geheugen gegrift staan, volkomen onverwacht, waardoor het des te meer indruk maakt. Net als in La meglio gioventù staat de soundtrack bol van de bekende popliedjes uit die jaren, waarbij soms verrassende keuzes worden gemaakt: in welke film was bijvoorbeeld eerder Another one bites the dust van Queen te horen?

Teleurstelling


~

De film heeft op papier dus alles in zich om tot een meeslepend epos uit te groeien dat beklijft. Leiders komen en gaan, nieuwe leden worden opgenomen tot ze verraders blijken te zijn, grote liefdes gaan vreemd of lopen weg. Ook wordt de politie gevolgd, die zich met wisselend succes vastbijt in het onderzoek, wat enkele spannende ondervragingsduels oplevert.

Waar de kijker echter in films als The Godfather of tv-series als The Sopranos met gewetenloze moordenaars meeleeft of in Tarantino-films kan lachen om hun oneliners, daar vervaagt de empathie voor de vrienden-voor-het-leven uit Romanzo criminale al snel. Er vloeit door verschillende wraakacties over en weer zo veel bloed dat het allemaal te veel wordt. Als tot slot ook een van de meest sympathieke personages opgeblazen wordt, ben je als kijker zo murw gebeukt dat de verdere afloop je koud laat. Wat lang een enerverende film leek te worden, ontaardt langzaam in een teleurstelling.

Muziek / Album

Voortkabbelende kamermuziek

recensie: Lambchop - Damaged

.

~

Wie Lambchop de laatste jaren live zag spelen, herinnert zich gegarandeerd de grootte van de band. Wat ooit begon als een driekoppig bandje is voor de opnames van Damaged uitgedijd tot een orkest – met strijkers en al – van zeventien muzikanten. En niet alleen daarom is Lambchop al jaren een opvallende verschijning in het alternatieve countrycircuit. Al sinds de oprichting in 1986 wandelen Kurt Wagner en consorten zwalkend langs de geëffende muziekpaden met experimenten ergens tussen country, rock, soul en jazz. Sinds het verschijnen van eigenzinnige albums als Nixon (2000) en Is A Woman (2002) wordt de band door critici op handen gedragen.

Verzorgd

Veel van de creatieve voortbrengselen van Nashville’s most fucked up country band zijn ontsproten aan het pientere brein van opperhoofd Kurt Wagner. De zielenroerselen van Wagner hebben anno 2006 geleid tot Damaged. Een rebelse titel voor een serene plaat vol kabbelende pianoriedels, strijkarrangementen en gedempte blazers. Damaged bevat sfeervolle kamermuziek voor de patatgeneratie; originele muziek, en compositorisch is het allemaal tot in de puntjes verzorgd.

Voer voor fans

Toch krijg je het gevoel dat de woede of bezieling ontbreekt. Alleen de afsluiter The Decline of Country & Western Civilization is verrassend anders, de rest van de songs lijdt onder het keurslijf van gezapigheid. Waren in het verleden enkele instrumentale nummers of frisse gitaarexplosies nog een welkome afwisseling voor het eentonige stemgeluid van Wagner, op Damaged hoor je alleen maar langzame ballades aangedikt met zijn donkere praatstem. Het zal met Wagners stem wel een kwestie van het Neil Youngeffect zijn: you either love it, or hate it. Een suggestie: wanneer je dan tóch met zeventien bandleden bent, geef dan eens wat ruimte aan bijvoorbeeld een fraaie vrouwenstem.

Damaged blijft helaas steken in goede intenties – waaronder grappige songtitels als The Rise and Fall of the Letter P en A Day Without Glasses. Daarmee is het vooral een plaat voor trouwe fans van Lambchop: nieuwbakken Lambchopluisteraars zouden zomaar kunnen afhaken.

Film / Achtergrond
special: Miami Vice (1984-1989)

MTV cops

‘MTV cops’. Naar verluidt waren het slechts deze twee woorden die het memo behelsden waarin Brandon Tartikoff, de president-directeur van NBC Entertainment, het concept uiteenzette voor de serie die niet alleen één van de populairste series van de jaren tachtig zou worden, maar die ook als geen enkele andere televisieproductie datzelfde decennium zou definiëren: Miami Vice. Het kenmerkende karakter van Miami Vice school niet zozeer in de traditionele opzet van het politieduo, iets dat kijkers al gewend waren van series als Starsky & Hutch, Dragnet en Cagney and Lacey, maar in de allesoverheersende nadruk op stijl, dikwijls ten koste van de geloofwaardigheid van plots en personages.

De serie verhaalde de lotgevallen van twee politieagenten, Sonny Crockett (Don Johnson) en Ricardo Tubbs (Philip Michael Thomas), werkzaam bij de narcoticabrigade en zedenpolitie te Miami, Florida. Hun leidinggevende was de zwijgzame en immer intens kijkende Lt. Martin Castillo (Edward James Olmos), terwijl de acteurs Michael Talbott en John Diehl in hun rollen van detectives Stan Switek en Larry Zito zorgden voor een komische noot.

Trendy

~

Teneinde hun werk te kunnen uitoefenen in de door drugs en louche Zuid-Amerikaanse criminelen gedomineerde onderwereld van Miami, deden Crockett en Tubbs zich voor als drugdealers, compleet met de opzichtige kleding en auto’s die bij hun undercoverpersonages pasten. Crockett hulde zich in loszittende Italiaanse sportjasjes, T-shirts, linnen broeken en instappers (zonder sokken) en scheurde onophoudelijk door de stad in een Ferrari Daytona Spider (later in de serie verruild voor een witte Ferrari Testarossa) naar zijn luxueuze woonboot in de haven of naar zijn andere scheurijzer, een Scarab speedboot. Tubbs’ garderobe bestond uit nauwsluitende Italiaanse kostuums, gedragen op zijden overhemden, terwijl hij graag achter het stuur kroop van een mintgroene Cadillac convertible.

Hoe deze twee agenten hun luxueuze levensstijl konden bekostigen van hun magere inkomsten als agenten, werd afgedaan als een plottechnisch terzijde. Realisme werd in de serie veelvuldig opgeofferd aan trendy modebewustzijn en het was juist deze bewuste nadruk op stijl die zo tekenend was voor de oppervlakkige en materialistische Zeitgeist van de jaren tachtig. Of Miami Vice een exponent dan wel katalysator was van dit doorgeschoten stilisme, of dat de serie dit juist op slinkse wijze bekritiseerde, vormt vandaag de dag nog slechts een discussiepunt voor cultuurwetenschappers en trendwatchers.

Politiek commentaar

~

Vast staat echter dat Miami Vice toentertijd the hottest thing around was. Grote namen uit de popmuziek, sportwereld en media verdrongen zich voor een gastrolletje in een aflevering. Opmerkelijk is ook het feit dat ondanks de grote populariteit van de serie (en de daarmee gepaard gaande nadruk op kijkcijfers) Miami Vice politiek controversiële kwesties niet uit de weg ging. Meerdere afleveringen legden een direct verband tussen Amerikaanse politieke en militaire inmenging in Midden-Amerika, de financiële ondersteuning door Wall Street van de drugshandel en het feit dat de Amerikaanse overheid drugscriminelen opzettelijk ongemoeid liet, soms in ruil voor informatie, soms omdat een deel van de opbrengsten van de drugsverkoop werden aangewend voor geheime Amerikaanse militaire operaties.

Toch wekte dit politieke commentaar in de serie vaak een gevoel van ambivalentie op, gezien de overduidelijke fascinatie voor rijkdom, materialisme en opzichtig consumeren die het Reagan-tijdperk behelsden. Miami Vice vormde een bevestiging van niet alleen deze levensstijl, maar ook van de politieke en culturele dogma’s van de jaren tachtig, terwijl de serie deze tegelijkertijd ook bekritiseerde. In hoeverre het mogelijk is beide succesvol te doen, zonder partij te kiezen, is een vraag die wellicht door het huidige kijkerspubliek kan worden beantwoord.

Corruptie

~

Ook het probleem van corrupte agenten passeerde veelvuldig de revue, individuen die oftewel geen weerstand konden blijven bieden tegen de alomtegenwoordige corrumperende invloed van geld waarmee zij dagelijks werden geconfronteerd, of lieden die al zo lang undercover waren dat zij, blootgesteld aan de voortdurende dreiging te worden ontmaskerd en gedood, de realiteit uit het oog verloren of verstrikt raakten in een morele schemerzone.

Dit was zo’n pregnant probleem dat zelfs Sonny Crockett er in één van de latere seizoenen van de serie persoonlijk mee te maken kreeg, hoewel de schrijvers van de serie dit legitimeerden door hem te laten lijden aan geheugenverlies: door een bij een explosie opgelopen hoofdwond blijft Crockett ‘steken’ in zijn undercover-alter ego Sonny Burnett. Een drugsbaron huurt hem in als lijfwacht en desgevraagd schiet Crockett/Burnett zelfs zijn partner Tubbs neer. Slechts door middel van deze kunstgreep kon voor de miljoenen kijkers in de VS en daarbuiten die wekelijks inschakelden naar Miami Vice aannemelijk worden gemaakt dat Crockett ooit te verleiden zou zijn door de duistere verlokkingen van de drugswereld.

Behalve moreel onkreukbaar, waren Crockett en Tubbs ook simpelweg mannen en dus mentaal sterker, niet alleen ten opzichte van het geboefte waarmee zij zich noodgedwongen omringd zagen, maar ook in verhouding tot de vrouwen om hen heen. Het meest duidelijk kwam dit tot uiting in een aantal afleveringen waarin Crockett en Tubbs’ vrouwelijke collega’s Trudy Joplin (Olivia Brown) en Gina Navarro Calabrese (Saundra Santiago) terecht kwamen in situaties waarin zij direct verantwoordelijk waren voor de dood van een drugdealer. Beiden kregen te maken met zware emotionele trauma’s als gevolg van hun daad, terwijl hun evenknieën Crockett en Tubbs bijna schouderophalend van een soortgelijk incident wegliepen. Behalve het taalgebruik in Miami Vice, dat zich uitputte in termen als dude, blow en E-Street shuffle, doen dus ook de man-vrouw verhoudingen inmiddels behoorlijk gedateerd aan.

1,3 miljoen dollar

Scène uit de net verschenen film <i>Miami Vice</i>
Scène uit de net verschenen film Miami Vice

Beeldbepalend voor Miami Vice was de filmische benadering van het medium televisie door kwalitatief hoogstaand camerawerk en de nadruk op beeldexperimenten (met name de snelle montage die de videoclips op muziekzenders als MTV kenmerkt). Het was mede deze bijzondere aandacht voor het cinematografische gehalte van de serie die er voor zorgde dat Miami Vice één van de duurste series van de jaren tachtig werd met maar liefst $1,3 miljoen productiekosten per aflevering. Verder waren het gebruik van eigentijdse popmuziek als muzikale omlijsting van de serie (NBC betaalde soms $10.000 per aflevering voor de rechten op de originele songs) en de synthesizermuziek van componist Jan Hammer vaste ingrediënten. Hammer haalde twee keer de hitlijsten met muziek uit de serie, waarvan verder twee succesvolle soundtracks verschenen.

Verantwoordelijk voor het uiterst trendy gehalte van Miami Vice waren Anthony Yerkovich, de geestelijk vader van de serie, die Tartikoff’s concept concretiseerde in een werkbaar script en zelf tevens als schrijver en producent verantwoordelijk was geweest voor het meer realistische en veelvuldig gelauwerde Hill Street Blues, en een regisseur die tot dan toe slechts twee speelfilms op zijn naam had staan: Michael Mann. Deze zou alle vijf de seizoenen dat Miami Vice werd uitgezonden (1984-1989) als uitvoerend producent optreden. Yerkovich was inhoudelijk verantwoordelijk voor de serie, maar Mann drukte zijn onmiskenbare stempel op de look van Miami Vice. Hij bepaalde het doordachte kleurenschema van de serie, waarbij hij voorschreef dat er geen aardetinten in mochten voorkomen.

Ook de beslissing eigentijdse mode en muziek een prominente plaats te geven kwam van Michael Mann, die de kijker een zonovergoten, of neonverlicht, in roze, groene en turquoise pasteltinten gehuld Miami voortoverde waarin uitgekiend gebruik werd gemaakt van architectonische locaties zoals ultramoderne kantoorgebouwen, strandhuizen en Art Deco-architectuur uit de jaren dertig. Daarnaast maakte Miami Vice de omringende Atlantische Oceaan bijna tot een extra personage in de serie: bijna elke aflevering bevatte één of meerdere strand- en/of bootscènes.

De productie was niet alleen een commercieel succes, ook de critici waren enthousiast: diverse Emmy Awards, Amerika’s hoogste televisieonderscheiding, vielen cast en crew ten deel. Miami Vice werd zowel in als buiten de VS een fenomeen.

Vandaag gaat Michael Manns filmversie in première; distributeur Universal bracht onlangs seizoen 2 van de serie uit.

Theater / Achtergrond
special: Verslag van de Parade in Amsterdam 2006

Gezellige interactie op de Parade

.

~

15 augustus

Stap een keer voor zessen het terrein op. Je kan dan rustig nog wat eten bij één van de vele eettenten, voordat de eerste voorstellingen beginnen. En belangrijker nog – je weet zeker dat je een plek hebt. Een goed gevulde maag is nodig, want na het eten heb je alle tijd nodig om naast de voorstellingen ook een kijkje te nemen bij WAWAZDA, optredende artiesten, Bernie’s Lounge en Manuel.

Reizende Bioscoop – Hedendaagse Stadse Sprookjes

~

Gezellig en intiem met z’n tweeën in een DAF een bioscoopfilm kijken. Net als vroeger, samen met je liefje of met een goede vriend(in). Comfortabel is anders, maar leuk is het wel. Op een projectiescherm voor de auto wordt de korte film Hendrik vertoond en via de autoradio hoor je de dialogen. De film draait om Hendrik, die door een Elvis-pak van onopvallende man tot een echt sekssymbool transformeert. Dat is wat je kan verwachten als je in de kleine witte DAF van de Reizende Bioscoop stapt. Deze doorlopende voorstelling staat onopvallend tussen de grote kassa en de ijstent geparkeerd. Maar dit onopvallend autootje is de perfecte plek om legaal vreemdelingen in je tijdelijke auto te krijgen. Heb je geen zin om alleen te kijken, dan is het de manier om korte nieuwe contacten op te doen. Er is altijd wel een voorbijganger die in de auto wil stappen. Met maximaal drie andere passagiers kan je van de film genieten. Pas op dat het niet al te gezellig wordt, want de autoramen beslaan snel. (Mariëlla Pichotte)

Theatergroep Ponies – Ik heb u nooit een rozentuin beloofd

Foto: Marieke Duysters
Foto: Marieke Duysters

Iedereen heeft wel een keer meegemaakt dat een feestje, ondanks alle goede bedoelingen van de gastheer, maar niet op gang kwam. De ongemakkelijke gedwongen sfeer om er toch iets van te maken en de zogenaamde etiquette waar iedereen zich aan moet houden, hangen dan in de lucht als een naderende stortbui. Zo ongeveer voelt het tijdens Ik heb u nooit een rozentuin beloofd. En dat is niet erg. Theatergroep Ponies houdt ons een spiegel voor met veel zelfspot. Ponies is een theatermakercollectief dat beeldende, fysieke en contrastrijke voorstellingen maakt. Met veel non-verbale communicatie en een enkel woord weten de acteurs een sterke voorstelling neer te zetten. Op sommige momenten gebeurt er zoveel op toneel, dat je ogen tekort komt om alle mimiek en non-verbale communicatie tussen de spelers te volgen. Tot het eind proberen de gasten hardnekkig de situatie te maskeren en te ontkennen. Een enkeling verschuilt zich achter een masker om zich maar niet bloot te hoeven geven, maar uiteindelijk gaan ze allemaal letterlijk met de billen bloot. (Mariëlla Pichotte)

14 augustus

Alsof er een ongeschreven kledingcode is uitgevaardigd voor de Amsterdamse
Paradebezoekers: regenjas, paraplu en bergschoenen. Heel even leek deze
uitrusting op maandag nodig, maar aan het begin van de avond bleef de regen
weg en konden alle beschermende kledinglagen worden afgeworpen. De bezoekers trokken zorgeloos weer hun eigen plan en probeerden
artiesten vol overgave toeschouwers hun tent in te lokken.

Tina de Bruin en Eva van der Gucht – Windmolenwonderland

Foto: Birgir van Severen
Foto: Birgir van Severen

Nederland is ontevreden en dat is niet goed en ook helemaal niet nodig, vinden ’tevredenactivisten’ Pippi en Sally. De twee naïeve, jonge, boerse meiden zijn op hun fietsje door Nederland getrokken en geschrokken van wat ze daar aan ontevredenheid zijn tegengekomen. Jonge meiden in Steenwijk praten over het pijpen van jongens voor een breezer en Rotterdamse vrouwen kankeren op alles en iedereen. Windmolenwonderland van cabaretières Tina de Bruin en Eva van de Gucht biedt een vermakelijke aaneenschakeling van kleine, grappige scènes, afgewisseld met zang en ‘over de top’, clichématige danspasjes. Vooral de imitatie van de Steenwijkse meiden die een woordvloed van straattaal uitslaan (“Doe niet zo para, man! Hij is seiko brada.”) is goed getroffen en zet de toon van de voorstelling. Moeiteloos schakelen De Bruin en Van der Gucht van de twee jonge tevredenactivisten naar de verschillende typetjes die symbool staan voor het ontevreden Nederland. Aan het eind van de voorstelling draait een oer-Hollandse windmolen met zijn wieken en gloort er hoop aan de horizon als Pippi en Sally ons ervan hebben weten te overtuigen dat als we ook maar ietsje meer tevreden zijn met ons leven, het allemaal beter zal worden. (Karin van de Wiel)

13 augustus

Na een week regen, schijnt op zondag eindelijk de zon. En dat is niemand ontgaan. Het is een gezellige drukte op het paradeterrein. Er staan meterslange rijen voor de mobiele restaurants en kraampjes. Het is vechten om de laatste sushi. Maar het belangrijkste: de artiesten spelen voor volle tenten!

Suver Nuver – Ja tegen het jungleavontuur

Foto: Stephan van Hesteren
Foto: Stephan van Hesteren

Al jaren maakt theatergroep Suver Nuver, bestaande uit Peer van den Berg, Dette Glashouwer en Henk Zwart, voorstellingen voor de Parade. Dit jaar komt Glashouwer met haar eigen voorstelling Ja tegen het jungleavontuur. De titel is de eerste zin uit een gedicht van Simon Vinkenoog dat pleit voor een volmondig JA, tegen zo’n beetje alles. En zo ook deze voorstelling. Met behulp van twee orgels neemt Glashouwer het publiek mee op een muzikale reis met als einddoel een groot gevoel van saamhorigheid. Glashouwer stelt zich kwetsbaar op in haar lelijke jurk met kunstborsten bevestigd op het achterwerk. Aanvankelijk twijfelen de toeschouwers wanneer zij hen uitnodigt een kerkelijk lied mee te zingen. Maar in de slechts dertig minuten dat deze one man show duurt, krijgt de sympathieke actrice het voor elkaar om haar publiek mee te krijgen. Ze laat ons mediteren en fragmenten uit de bundel van Johannes De Heer interpreteren. Met Dette Glashouwer is niets te gek. Volkomen tevreden verlaat men de zaal en zegt de rest van de avond alleen nog maar JA! (Sophie Janssen)

Ellen ten Damme – Live!

~

Ellen ten Damme is al een aantal jaar op de Parade te zien en telkens is haar show weer een groot succes. Dit jaar staat ze in de grote Werktheatertent en die is tot de nok toe gevuld. In 2005 liet Ten Damme haar bekende imitaties op Blondie en Marlene Dietrich zien, maar dit jaar is ze zichzelf. In afwisselend een witte en een zwarte catsuit speelt ze samen met haar driekoppige band eigen werk. De nummers zijn goed op elkaar afgestemd en gaan geleidelijk in elkaar over. De muziek is behoorlijk ruig en toch swingend. De zaal is enthousiast maar gaat pas echt los bij de laatste tien minuten van het optreden. In een razend snel tempo komen haar bekende coveracts voorbij. Ontzettend knap hoe ze enkel met de wissel van een pruik in één klap veranderd van de ene artiest in de andere. Als toegift laat ze nog even haar bekende handstand zien en zwiert ze aan de kroonluchter de zaal in. Ellen ten Damme heeft het, ook als zichzelf, helemaal. (Sophie Janssen)

12 augustus

Joelen en janken met Alex Roeka

“Een oorlog van klanken, schiet van de planken. Het is joelen en janken ineen.” Het is zomaar een regel van de nieuwe cd van Alex Roeka, Hadeskade. Al tien jaar schrijft hij poëtische en rauwe liederen, waarmee hij qua gedrevenheid en passie in dezelfde traditie opereert als Ramses Shaffy en Jacques Brel. Komende weken treedt hij twee keer op op de Parade in Amsterdam. Reden voor een interview.

Foto: Walter Linsewski
Foto: Walter Linsewski

In mei verscheen Roeka’s vijfde cd, die onder meer een spetterend rocknummer bevat, Brand in het hart van de stad dat zó een hit zou kunnen worden als het door een groep als De Dijk of Bløf zou zijn uitgebracht. Maar zo’n groot publiek heeft Roeka nog niet, ook al krijgen zijn cd’s steevast goede recensies. “Ik denk dat ik daarvoor te eigenzinnige muziek maak. Het lijkt wel alsof veel muziek die nu wordt uitgebracht vanuit een marketingconcept wordt bedacht. Idols is daar een mooi voorbeeld van – terwijl ik zing wat mijn hart me ingeeft. Zoals het zou moeten zijn: muziek als ontlading van je gemoed”, vertelt Roeka.

En intussen geniet hij van kleine succesjes. Zo was hij deze zomer te gast in een Tour de France-programma met Mart Smeets, omdat Roeka een wielrenliefhebber is. En zo ontdekte hij welke impact tv heeft. “Op Schiphol werd ik door verschillende mensen herkend. Dat was me nog nooit overkomen. Ik heb mijn publiek mannetje voor mannetje moeten opbouwen.” Inmiddels heeft Roeka zo’n zestig liederen op cd gezet. Nummers waarmee hij vat op het leven probeert te krijgen, zoals hij dat zelf zegt. “Eigenlijk zijn ze een weerslag van mijn verbijstering over hoe wij als mensen bezig zijn: drinken, dromen, de liefde bedrijven, ontrouw zijn, elkaar verraden. Niet dat het altijd helpt, want je kunt nog zoveel songs over het leven schrijven, het blijft een ongrijpbaar fenomeen.”

Alex Roeka treedt op 16 en 20 augustus op in café Correct op het Paradeterrein om 22.45 uur. Op 26 en 27 augustus speelt hij op de UITmarkt in Amsterdam (Doelenzaal, podium 16, om respectievelijk vier en twee uur). Meer informatie is te vinden op zijn site. (Arnoud van Soest)

11 augustus

Nee, we gaan het niet meer over het weer hebben. Wel over de voorstellingen uiteraard en alles er omheen. Wist je trouwens dat je via de site van de Parade online kaarten kan bestellen? Scheelt je toch weer koukleumen in de rij voor een kaartje…

Anouk van Dijk dc – Shot

Foto: Jerry Remkes
Foto: Jerry Remkes

Een grote witte dansvloer met daaromheen houten bankjes, waarop het publiek kan zitten. Het is de setting voor de dansvoorstelling Shot van Anouk van Dijk dc. en daardoor wordt de interactie tussen de dansers en het publiek bevorderd. De confrontatie (onderling en met het publiek) wordt voortdurend opgezocht door de vier energieke dansers. Vanuit verschillende hoeken van de tent komen de jonge dansers aanstuiven. Met ongelooflijk veel lenigheid en energie tonen ze hun kunsten. En is er een andere danser in de buurt dan wordt een confrontatie niet uit de weg gegaan. Het is als in het normale leven; je moet jezelf bewijzen en daarvoor moet je de strijd aangaan met de mensen om je heen. Deze strijd komt volledig tot uiting in deze 25 minuten durende voorstelling. Uiteindelijk wordt er ook heel geleidelijk toenadering gezocht tot elkaar en het publiek mag daar deelgenoot van zijn. Een shot in de roos… (Gerard van den Berg)

10 augustus

Het is toch opmerkelijk om te zien dat de regen en kou de vrolijkheid en gezelligheid niet van het terrein krijgt. Als het regent, snelt iedereen een tent in voor een voorstelling, verdringt zich bij de poffertjeskraam of schuift aan in één van de bars. En zodra het voorbij is, komt iedereen weer tevoorschijn alsof er niks is gebeurd. De modder en de plassen horen er nu eenmaal bij.

Marike Jager

Foto: Anna van Kooij
Foto: Anna van Kooij

Het optreden van singer-songwriter Marike Jager is een rustpunt na een drukke dag op de Parade. De perfecte afsluiting om met een drankje in de hand na te praten over de voorstellingen. Door het jazzy tintje van haar nummers vergeet je de regen en voel je het voorjaar. De nummers klinken erg gevoelig, maar als je beter naar de tekst luistert, zit er toch veel kracht in. Soms zijn ze zelfs een beetje stoer. De liedjes komen van haar debuutalbum The Beauty Around, die in mei van dit jaar is uitgekomen. In een volgepakte cafétent staat ze samen met toetsenist Henk Jan Heuveling met wie ze sinds 2004 een duo vormt. Voor deze gelegenheid zit ook drummer Haye Jellema in het hoekje op het podium. Ondanks dat er veel mensen in de tent staan en het podium heel klein is, is het trio toch het stralend middelpunt. Of het door de muziek komt of de gevoeligheid waarmee Marike Jager haar nummers zingt – je moet even stilstaan en luisteren. We gaan zeker meer horen van deze singer-songwriter. (Mariëlla Pichotte)

Leonard en Jeroen – WAWAZDA

~

Wie van een gokje houdt, moet zeker langs WAWAZDA van Leonard en Jeroen. Je kan het niet missen. Van alle kanten op het terrein zie je de met een lichtjesslang versierde bouwsteiger al staan. Verscholen achter een wand van bruine triplexplaten verwelkomt Leonard als een echte kermisquizmaster de kandidaten. Jeroen staat eenzaam op 12 meter hoogte en gooit mysterieuze dingen door een groene stortkoker naar beneden. Je moet wel goed opletten, want voordat je “Wawazda?” kan zeggen, is het voorwerp alweer verdwenen achter een triplexschot. Wie het voorwerp raadt, mag van de prijzensteiger een prijs uitzoeken. Het lijkt alsof de mannen uit Tilburg hun zolders hebben leeggehaald met alles wat normaal op een kleedje op Koninginnedag ligt. Groene kikkers, zwarte plastic zakken, zakken meel, alles wat in de stevige blauwwitte tas van een bekende supermarkt past, wordt omhoog gehesen en gaat door de koker. In de prijzenkast staan naast de kermisprijzen ook triplextegels met een actiefoto van Jeroen. En die rolstoel bovenop de prijzenkast, is waarschijnlijk voor de weekwinnaar. (Mariëlla Pichotte)

9 augustus

Misschien is woensdagavond wel de beste dag om de Parade te bezoeken. Niet te druk, volop plaats bij voorstellingen en een goed zicht op alle artiesten die parade maken (zonder dat ze geruisloos opgaan in de menigte). Dat sommige voorstellingen dan maar half vol zitten, is jammer voor de artiesten, maar wel zo rustig voor de kunstminnende bezoekers die op deze manier kunnen genieten zonder gebral van dronken cultuur-no-no’s.

Tg Casco i.s.m. Theaterproletariaat en ZEP – Sorry, volgende keer bij ons

In deze voorstelling bevinden we ons in een zwoele nachtclub. Juda Goslinga heet iedereen welkom en onder leiding van de band zingt hij hitgevoelige liedjes. Net als je je afvraagt of je wel in de juiste voorstelling zit (want dit ging toch over twee mannen met foute kapsels?) komen Don Duyns en Dick van den Toorn in trainingspak het podium opgerend.

Foto: Ringel Goslinga
Foto: Ringel Goslinga

Gerry en Carlo zijn twee ‘foute’ maten met schuine opmerkingen en een vals (want te mooi) zelfbeeld. In plat Amsterdams bespreken ze ‘de vrouwtjes’ terwijl ze aan een goddelijk lichaam werken op de loopband en trilplaat. In de nachtclub flirt “lekker ding” Goslinga er intussen met zijn goede zangstem lustig op los met het publiek. Ook maken we kennis met de onzekere Marja en betweter Coby. Alle vier de typetjes zijn hilarisch en lachwekkend, mede door de kleding en kapsels. De vrouwen dragen pakjes zo strak dat het niets van de mannelijkheid der acteurs verhult.

Het is lastig te zeggen wie de uitblinker van deze voorstelling is. De beide topacteurs die vier perfecte typetjes neerzetten of Goslinga die zingt, acteert en animeert? Laten we het maar op een gouden trio houden. (Diana van der Sluis)

Het Spinvis-orkest met Simon Vinkenoog – De Suikerklok

Foto: Marte
Foto: Marte

Hoe later de avond, hoe beter de duistere voorstelling van Spinvis tot zijn recht komt. Hoewel het normaal al een en al absurdisme is met de teksten van de zingende taalkunstenaar, is het nu ook surrealisme wat de klok slaat. De suikerklok welteverstaan. Op twee grote schermen worden videobeelden van weleer vertoond. Een gezin op vakantie in Frankrijk in de jaren zeventig, het beeld van een goochelaarsvrouw die ongelukkig aan haar einde komt, een man in Indiaas tovenaarsgewaad… De voice-over vertelt over een zoektocht naar de suikerklok. En natuurlijk is alles gelardeerd met de bekende Spinvis-liedjes.

Spinvis wordt ondersteund door Hans Dagelet in de rol van zwarte flamingo met trompet en dichtersopa Simon Vinkenoog. Hij brengt met witte, lange lokken en grijze pantalon tot ver boven zijn middel opgetrokken enkele van zijn teksten ten gehoor. Met zijn vege lijf doch aandoenlijk enthousiasme steelt hij niet alleen de show, maar ook alle harten. En hij is ook degene die de voorstelling op het nippertje redt van een soort Spinvis-moeheid. (Diana van der Sluis)

7 augustus

De regen die Piet Paulusma had voorspeld heeft gelukkig Amsterdam overgeslagen. De motregen die tegen de avond even valt, kan je moeilijk regen noemen. Gewapend met paraplu en sjaal lieten de echte Paradebezoekers zich niet kennen.

De Varkensfabriek – Spreekuur

Foto: Jean van Lingen
Foto: Jean van Lingen

Mohammed Azaay en Karim el Geunnouni zijn een van de vaste gasten van de Parade in Amsterdam. Dit jaar zijn ze aanwezig met hun nieuwe show Spreekuur. In een snelle talkshow interviewt het duo omstebeurt een nogal aparte gast op de rode poef, zoals Meneer Vrijpostig van de eenmanspartij OAMWSWHE (Opzouten Alle Marokkanen, Wij Surinamers Waren Hier Eerst), de dove rapper Farid of de Marokkaanse ontwerper Aziz. Zoals Azaay en El Geunnouni op hun hesjes laten zien, hebben ze ruggengraat. De mannen weten dat ze met sommige grappen het publiek shockeren, maar ook dat ze zeggen wat veel mensen denken. De grappen over Marokkanen zijn voor de Hollanders net op het randje. Velen weten niet of zij wel hard mogen lachen, maar lachen is echt toegestaan en het liefst op de Marokkaanse manier: hard en met een lange uithaal. Vanaf september gaat het duo het land door met een avondvullende voorstelling van Spreekuur. Bereid je maar voor op nog hardere en directere grappen over hun eigen vaderlandgenoten. (Mariëlla Pichotte)

Mark Sloof – Opsmuk

Hoe over de top en hysterisch kan je in een half uur maken? Mark Sloof laat het zien. Eerder dit jaar stond hij nog op het Internationale Theaterscholen festival, oftewel het ITsfestival, in Amsterdam en nu op de Parade in dezelfde stad. Snel pratend en gillend komt Sloof op en vertelt over wat hij bij America’s Next Topmodel heeft gezien. Net zo hysterisch als hij opkomt, verdwijnt hij ook weer. Wie wel eens naar de comedy Will & Grace kijkt, moet bij het zien van Sloof meteen denken aan huisvriend Jack. Of dichterbij huis – een hysterische Gerard Joling. De verschillende korte sketches die Sloof doet, hebben allemaal te maken met uiterlijk vertoon en schoonheid. De overdreven manier van reageren gaat soms ook ten koste van zijn grap. Wanneer hij een denkbeeldige persconferentie en -interview geeft, geeft hij te snel antwoord op de denkbeeldige vragen. De sketch verliest hierdoor iets in geloofwaardigheid. Net op het moment dat je denkt “ik heb er geen kracht meer voor”, door de pijn in je buik van het lachen, stopt de voorstelling. Soms is de timing van Sloof toch wel perfect. (Mariëlla Pichotte)

Tips

Tijdens de Parade in Amsterdam zijn ook voorstellingen te zien, die wij eerder zagen, zoals: De Vicky Vinex Roadshow (tijdens Festival aan de Werf), Bandloopt 42 (tijdens De Parade in Rotterdam vorig jaar), Op onze zenuwen (tijdens De Parade in Amsterdam vorig jaar) en Een Magistrale Stralende Zon (tijdens Over het IJ Festival vorig jaar). En check uiteraard ook onze lijst met voorstellingen die we op de Parade in Rotterdam zagen.

Theater / Achtergrond
special: Interview met directeur Jeffrey Meulman

Amsterdam krijgt een eigen Fringe Festival

~

Amsterdam is binnenkort weer een festival rijker. Op 29 augustus gaat de eerste editie van het Amsterdam Fringe Festival van start, onder de noemer TF-2. Met veertig voorstellingen van bekend en onbekend talent verspreid over verschillende locaties in de stad belooft het een avontuurlijk begin van het culturele seizoen te worden. Het Fringe Festival is onderdeel van het nieuwe festival TF-1, waarin de beste theaterproducties van het afgelopen seizoen te zien zijn. 8WEEKLY sprak met festivaldirecteur Jeffrey Meulman.

~

Het is eigenlijk verwonderlijk dat in de afgelopen 60 jaar niet eerder een fringe festival in Amsterdam is verrezen. In de grote festivalsteden in het buitenland zijn fringe festivals al sinds vele jaren een bekend fenomeen. Edinburgh heeft er een, Avignon, Dublin, Adelaide, noem maar op. Voor Nederland is het echter een nieuw begrip. Het fenomeen fringe bestaat sinds 1947 en is letterlijk een ‘rand’ festival dat naast een officieel theaterfestival plaatsvindt, vaak als reactie op en uit onvrede met de selectie van het officiële festival. Jong talent en onbekendere namen presenteren zich traditiegetrouw op de fringe festivals. Zo ook straks in Amsterdam. Opvallend is wel dat normaal de fringe festivals uit eigen beweging ontstaan en niet zoals in Amsterdam door het ‘hoofd’ festival zelf worden geïnitieerd. Het zegt misschien iets over de gunstige condities van het Nederlandse theaterklimaat, waar ook het onbekende en experimentele z’n weg naar de theaters aardig weet te vinden.

Vrijplaats

Jeffrey Meulman (voormalig programmeur stadsschouwburg Groningen en ex-directeur van het Utrechtse Huis a/d Werf en Festival a/d Werf) geeft aan dat TF-1 een fringe in het leven heeft geroepen om “tegemoet te komen aan de kritiek op dit soort selecties, waarbij een bepaalde categorie voorstellingen altijd buiten de boot dreigt te vallen.” Dat is precies de reden waarom fringe festivals in het buitenland spontaan ontstaan. Meulman: “TF-1 wil het publiek naast de officiële selectie laten zien wat er in de marge gebeurt, omdat de gevestigde orde en de marge op een bepaalde manier tot elkaar veroordeeld zijn. Ze zijn van elkaar afhankelijk en beïnvloeden elkaar. De gevestigde orde kan niet zonder het experiment en omgekeerd.” Het festival stelt geen artistieke criteria en geeft geen kwaliteitsgaranties. TF-2 kent een open inschrijving en kan in de loop der jaren zo groot worden als het aantal locaties dat Amsterdam telt. Meulman wil met het Fringe vooral “het particuliere initiatief aanjagen, in de hoop dat het Fringe een plek wordt waar een vrije geest heerst en waar theatermakers risico’s durven te nemen en nieuwe dingen uitproberen”.

Programmering

Khadish, foto: Roger van Zaal
Khadish, foto: Roger van Zaal

Een aantal groepen, voornamelijk uit Vlaanderen, is deze eerste editie nog door de festivalorganisatie uitgenodigd. Maar dat is slechts een klein percentage, het overgrote deel van de groepen heeft zich spontaan aangemeld. In het Fringe programma zijn voorstellingen van onder andere Ria Marks & Camilla Marienhof, De Wetten van Kepler, Het Syndicaat, Maartje Teussink en Abattoir Fermé te zien in Het Compagnietheater, De Brakke Grond, De Melkweg, Paradiso, Perdu, het Rozentheater en Theater Bellevue. Het ITs Festival en de serie nieuwe theatermakers staan ieder ook met twee voorstellingen in het festival. Echter, één blik in het Fringe programma maakt duidelijk dat er naast deze voorstellingen in theaters ook veel verrassende producties op onverwachte locaties te zien zullen zijn. Avontuurlijke projecten zoals Animal Farm van De Queeste op het plein voor de Brakke Grond, Still sneaks preview van Carla Mulder in een caravan op de Lijnbaansgracht, het guerrillatheater van Fringe in Vervoering, Faecaliëndrama’s op de toiletten van de Stadsschouwburg Amsterdam. Andere opvallende projecten zijn de De Luie Provocatrice van TG Passevite met een scheldstuk voor boven de 18 en Khadish – een MTV opera van het Verdriet van de Zeedijk. De Sugar Factory organiseert tijdens het Fringe een uitgebreid randprogramma met afterparties en theatrale dance-events met diverse dj’s waarbij de grenzen van het theater opgezocht worden. En Godot komt eindelijk naar Nederland! Op een geheime locatie maken Bert Hana en Fanclub Esvla zich op voor de komst van Godot.

De festivaldirecteur is blij met de groepen die er nu staan, automatisch is er een festival ontstaan dat toch een hele nieuwe categorie makers laat zien en iets toevoegt aan andere festivals zoals bijvoorbeeld Over ’t IJ. Volgens Meulman zijn het allemaal theatermakers die “de noodzaak voelen om zich te profileren en zich met een soort gretigheid hebben aangemeld, voor een deel omdat ze de weg naar de podia of festivals misschien nog niet gevonden hebben. Voor hen is het Fringe ook bedoeld. Het spel van vraag en aanbod moet nu z’n werk gaan doen”. Met TF-1 en TF-2 krijgt het publiek, volgens Meulman, een goede dwarsdoorsnede te zien van wat er ’top-down’ in Nederland gebeurt.

Toekomstmuziek

De Luie Provocatie, beeld: Ronnie van Veen
De Luie Provocatie, beeld: Ronnie van Veen

Het aantal inschrijvingen voor deze editie was hoger dan de organisatie in eerste instantie had verwacht, vooral omdat er nog maar weinig ruchtbaarheid aan was gegeven. Meulman ziet het echter als een bescheiden start: “In bijvoorbeeld het fringe festival van Edinburgh staan 1800 voorstellingen, dus dat is onvergelijkbaar. Je hoopt iets op gang te brengen wat mogelijk in de toekomst tot bloei zal komen. Het is een experiment, waarbij je niet bang moet zijn het risico te nemen dat het mislukt. Mensen moeten wel het geduld opbrengen om het festival te laten groeien, iets waar ik me enigszins zorgen over maak in deze tijd van korte termijn bevrediging.”
Uitgangspunt is dat de Fringe op een gegeven moment zelfstandig verder gaat, het is Meulmans bedoeling om een terugtrekkende beweging te maken. TF-1 brengt het op gang, maar zal idealiter in de toekomst alleen nog betrokken zijn bij de publiciteit en het regelen van zalen. Meulman: “De Fringe moet een eigen dynamiek krijgen, die aansluit bij de Nederlandse situatie.” Hoe dat eruit gaat zien kan Meulman niet voorspellen, zeker niet omdat de inschrijving helemaal open is gesteld. Maar “als het goed is, gebeurt er iets. Ik heb de hoop dat wat latent in Amsterdam aanwezig is zich tijdens het Fringe zal manifesteren”.

8WEEKLY zal het Fringe Festival intensief volgen en verslag uitbrengen. Houd de site dus goed in de gaten!

De kaartverkoop voor het Amsterdam Fringe Festival is 14 augustus van start gegaan. Klik hier voor meer informatie en het volledige programma.