Film / Films

Amokmakende liefde

recensie: Fragile

Westerse regisseurs met een voorkeur voor de fantastische film zijn veelal gecharmeerd van de stijlvolle, wat suggestievere Japanse horror. Hideo Nakatas Ringu wordt daarin gezien als een genreklassieker. Takashi Shimizus Ju-on (Hollywood-remake in 2004 als The Grudge) kent ook veel bewonderaars. Zo lijkt de Catalaanse regisseur Jaume Balagueró (Darkness, The Nameless) in zijn jongste film Fragile ook geïnspireerd door Shimizus film. In Ju-on is er een vervloekt gebouw met daarin een moordzuchtige geest, in Fragile is het niet bandeloze haat wat de geest aan het gebouw bindt, maar verterende liefde. Balagueró laat, evenals Shimizu, zijn kwaadaardige geesten op een heldere, realistische manier zien.

~

De film speelt zich af waar de Engelse minderbedeelden hun vakantie vieren, The Isle of Wight; een regenachtig eiland – bekend van het roemruchte rockfestival van 1970 – aan de zuidkust van Engeland. In een afgelegen bouwvallig kinderziekenhuis staan de patiëntjes op het punt geëvacueerd te worden, maar door een kleine ramp (en daardoor overvolle ziekenhuizen) elders moeten ze wachten. Amy Nicholls (Calista Flockhart) komt als nachtzuster het team versterken, en er gebeuren onmiddellijk onverklaarbare incidenten op de al jaren afgesloten tweede verdieping – een unheimische plek waar zich in het verleden iets gruwelijks heeft afgespeeld. Klassieke horrorelementen genoeg: kwetsbare zieke kinderen, een afgelegen spookziekenhuis en geen ontsnapping mogelijk.

Het mechanische kreng dat op het spookuur van zich doet spreken maakt als een poltergeist amok in de kleine tere lichamen, met mysterieuze breuken tot gevolg. De verlaten tweede verdieping ziet er angstaanjagend fraai uit, en het bekendste horrorcliché dient zich snel aan: waarom moet zuster Amy zo nodig alleen op speurtocht gaan op die vervloekte tweede verdieping? Waarom door die deur waar die vreselijke geluiden achter vandaan komen? Het roept een ouderwets heerlijk “niet doen, ga terug”-horrorfilmgevoel op.

Subtiel onheilspellend

Fragile heeft een aangenaam trage opbouw met (door Japanners geliefd) plotseling explosief nerveusmakend geluid, zoals een bureaula die open en dicht gaat als een vrachtauto in een slip. Maar samen met de sfeervolle, bekroonde muziek van Roque Baòos is deze combinatie zeer effectief. De onophoudelijke regen, gelijk de magistrale thriller Seven (1995), completeert de onheilspellende sfeer. Verwacht hier geen bloederige slasher-chaos, geen hersens in de koeling of losse ledematen op het tapijt: dit is het subtielere werk.

~

Helaas toont Fragile, evenals het op instorten staande ziekenhuis, her en der fundamentele gebreken. De houterig aandoende dialogen zijn soms storend en de helderziende dames uit het dorp, die in contact staan met de geesten, overbodig. Alles uitleggen voegt niets toe, maar ontkracht eerder: Maggie, het terminale patiëntje, geeft al uitleg genoeg.

Oude bekenden

Oude rot Gemma Jones overtuigt als de onbuigzame directrice Folder, Richard Roxburgh daarentegen als Dr. Marcus een stuk minder. Calista Flockhart, ster van de tv-serie Ally McBeal, acteert sterk, maar waarom de Spaanse verpleegster Helen (Elena Anaya) moest komen opdraven is onduidelijk – misschien is ze een oude bekende van regisseur Balagueró.

De kinderen mogen nooit uit dit spookziekenhuis vertrekken, tenminste niet levend, en als het akelige mechanische kreng eindelijk ten tonele verschijnt om je de stuipen op het lijf te jagen komt er een onverwachte wending. De melodramatische finale zal voor sommigen even onverteerbaar zijn als het gemiddelde ziekenhuisvoedsel, toch overtuigt deze elegante en met zorg gemaakte prent in hoge mate. Maar Jaume Balagueró maakt hier geen reclame voor de Engelsen: noch voor hun regenachtige vakantieparadijzen, noch voor hun krakkemikkige gezondheidszorg.