Tag Archief van: Theater

Theater / Voorstelling

De dappere dochters van de beschermheilige

recensie: Dochters van Nino – Theater Oostpool
Nino 02 © Sanne Peper_kleinSanne Peper

Nino, dé grote beschermheilige van Georgië, die het vroegere ‘Iberië’ kerstende en daarmee de grondlegger was van de Georgische Orthodoxe Kerk. Schrijfster Nino Haratischwili, vernoemd naar deze ‘heldin’ met een kardinale rol in de Kaukasus, schreef het veelgeprezen boek Het achtste leven voor Brilka. Theater Oostpool kocht de rechten: het all-female popconcert Dochters van Nino is geïnspireerd op de thematiek uit Het Achtste Leven. Het theater bereidt zich ook voor op een marathonvoorstelling Het Achtste Leven, die volgend jaar in première gaat. Een ingrijpend toneelstuk, gevoed met de muzikaliteit van Démira Jansen en Sharon Harman.

Geen woord schiet tekort

De historische Nino betrad 1684 jaar geleden voor het eerst Georgië en dat ging niet zonder slag of stoot. Een nieuwkomer, een vrouw zelfs, die in een door mannen bestuurd land een nieuw geloof komt prediken, kan rekenen op veel weerstand en een algemeen sluimerend gevoel van onveiligheid. Net als de door iedere Georgiër aanbeden beschermheilige, worden de vier dochters van Nino in het gelijknamige concert/toneelstuk geteisterd door het land dat ze liefhebben en dat hen tegelijkertijd onderdrukt. Je zou verwachten dat je voor sommige verschrikkingen woorden tekortkomt, maar gelukkig had Haratischwili woorden te over om te schrijven over haar geboorteland. Geïnspireerd door de thematiek uit Het Achtste Leven schreef Vera Morina een geheel nieuwe tekst voor Dochters van Nino.

Mama Nino

Het verhaal start met een dialoog die voor vele ouders herkenbaar is: de jonge Nino heeft een korte en bozige woordenwisseling met haar moeder, eveneens Nino geheten. Aanleiding voor de discussie is een DNA-test, in het kader van een schoolopdracht voor geschiedenis. Moeder Nino is afwijzend tegenover het verzoek van haar dochter om meer te vertellen over haar voorgeschiedenis. ‘Je kreeg te eten en te drinken, je kon op handbal en uitgaan tot midden in de nacht’, zegt ‘moeder Nino’. ‘Terwijl ik er twee banen op nahield om alles te kunnen betalen.’

Diezelfde voorgeschiedenis die de jonge Nino onthouden wordt, krijgt het publiek wél te zien. We duikelen terug in de geschiedenis en starten bij de oma van ‘moeder Nino’, Nino 1 (voor het gemak nummeren we iedere Nino). Klauwend in een grote hoop aarde die op het podium ligt, vertelt ze over haar land, dat de ‘hele wereld beslaat’. Haar wereld, beperkt tot dat ene land, is zo afgezonderd van alles en iedereen. De dictator dicteert zijn volk hoe het moet spreken tot elkaar, hoe het moet omgaan met alles wat vreemd en eigenaardig is (toeristen) en hoe het zijn dochters moet opvoeden. Van intellectuelen, zoals het schoolvriendinnetje van de dochter van Nino 1 (‘Nino 2’), moet men in dit land niets hebben. Dit meisje, Elona, en Nino 2, bezien de wereld vanuit een nieuwsgierige blik, die onmiddellijk eigenhandig vermorzeld wordt door Nino 1.

Onwetendheid

Nino 2 baart op haar beurt ook weer een dochter: Nino 3. Nino 2 weet uit eigen ervaring dat een gelukkig bestaan in haar thuisland niet mogelijk is en ze geeft haar dochter mee aan een soldaat, die een overzees avontuur aangaat om een nieuw leven te beginnen. Ontworteld uit het land van haar ‘voormoeders’, begint Nino 3 een leven in een nieuw thuisland. Ze heeft een biografie nodig om het zo felbegeerde paspoort te krijgen, maar ze weet niet wie ze is. Met die onwetendheid moet ze leren leven én het zal die onwetendheid zijn waarin haar dochter, Nino 4, later wil wroeten voor een opdracht voor school…

Vrouwelijke empowerment

Het spel van de actrices wordt op verscheidene manieren ondersteund: zowel door het decor met de vele stroboscopische lichten, afgezet tegen een achtergrond met doeken vol rotsachtige landschappen, als door de door Démira Jansen en Sharon Harman speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerde muziek. Meteen schuilt daarin ook een groot jammerlijk feit: de zang van Jansen is niet altijd even goed te verstaan. Soms krijg je de indruk dat er ook wat Georgische woorden doorklinken in de Engelstalige klaagzangen, in dat geval zou de theaterbezoeker evengoed kunnen horen wat hij/zij zelf wil. De liedjes blijven beperkt tot het Engels en zijn prachtige intermezzo’s die het toneelspel even stilleggen. Het getuigt van empowerment dat alle samenwerkende lieden op het toneel een vrouwelijk geslacht hebben. Wat van ieder personage ook zo’n sterke vrouw maakt, is het feit dat ze op een aangrijpende wijze gehele monologen afsteken tegenover het publiek. Van dialogen is bijna geen sprake. Deze techniek, de monologue intérieur, is dé manier bij uitstek om de gedachtestroom van iedere protagonist weer te geven en het geeft ieder van hen een uniek stemgeluid.

Hoewel je aan het begin van de show start met een kennisachterstand en je nog vele open plekken bespeurt, wordt het verhaal stilaan begrijpelijker en daarmee ook indrukwekkender. Het samenspel tussen Jansen, Harman en de vier actrices komt ook steeds beter tot uitdrukking en wint gaandeweg alleen maar aan kracht. Het doet je opnieuw, na deze voorstelling, stilstaan bij al die belangrijke voormoeders uit je eigen geschiedenis.

Nog te zien tot zaterdag 20 mei 2023, Stadsschouwburg Nijmegen.

Theater / Voorstelling

De dappere dochters van de beschermheilige

recensie: Dochters van Nino – Theater Oostpool
Nino 02 © Sanne Peper_kleinSanne Peper

Nino, dé grote beschermheilige van Georgië, die het vroegere ‘Iberië’ kerstende en daarmee de grondlegger was van de Georgische Orthodoxe Kerk. Schrijfster Nino Haratischwili, vernoemd naar deze ‘heldin’ met een kardinale rol in de Kaukasus, schreef het veelgeprezen boek Het achtste leven voor Brilka. Theater Oostpool kocht de rechten: het all-female popconcert Dochters van Nino is geïnspireerd op de thematiek uit Het Achtste Leven. Het theater bereidt zich ook voor op een marathonvoorstelling Het Achtste Leven, die volgend jaar in première gaat. Een ingrijpend toneelstuk, gevoed met de muzikaliteit van Démira Jansen en Sharon Harman.

Geen woord schiet tekort

De historische Nino betrad 1684 jaar geleden voor het eerst Georgië en dat ging niet zonder slag of stoot. Een nieuwkomer, een vrouw zelfs, die in een door mannen bestuurd land een nieuw geloof komt prediken, kan rekenen op veel weerstand en een algemeen sluimerend gevoel van onveiligheid. Net als de door iedere Georgiër aanbeden beschermheilige, worden de vier dochters van Nino in het gelijknamige concert/toneelstuk geteisterd door het land dat ze liefhebben en dat hen tegelijkertijd onderdrukt. Je zou verwachten dat je voor sommige verschrikkingen woorden tekortkomt, maar gelukkig had Haratischwili woorden te over om te schrijven over haar geboorteland. Geïnspireerd door de thematiek uit Het Achtste Leven schreef Vera Morina een geheel nieuwe tekst voor Dochters van Nino.

Mama Nino

Het verhaal start met een dialoog die voor vele ouders herkenbaar is: de jonge Nino heeft een korte en bozige woordenwisseling met haar moeder, eveneens Nino geheten. Aanleiding voor de discussie is een DNA-test, in het kader van een schoolopdracht voor geschiedenis. Moeder Nino is afwijzend tegenover het verzoek van haar dochter om meer te vertellen over haar voorgeschiedenis. ‘Je kreeg te eten en te drinken, je kon op handbal en uitgaan tot midden in de nacht’, zegt ‘moeder Nino’. ‘Terwijl ik er twee banen op nahield om alles te kunnen betalen.’

Diezelfde voorgeschiedenis die de jonge Nino onthouden wordt, krijgt het publiek wél te zien. We duikelen terug in de geschiedenis en starten bij de oma van ‘moeder Nino’, Nino 1 (voor het gemak nummeren we iedere Nino). Klauwend in een grote hoop aarde die op het podium ligt, vertelt ze over haar land, dat de ‘hele wereld beslaat’. Haar wereld, beperkt tot dat ene land, is zo afgezonderd van alles en iedereen. De dictator dicteert zijn volk hoe het moet spreken tot elkaar, hoe het moet omgaan met alles wat vreemd en eigenaardig is (toeristen) en hoe het zijn dochters moet opvoeden. Van intellectuelen, zoals het schoolvriendinnetje van de dochter van Nino 1 (‘Nino 2’), moet men in dit land niets hebben. Dit meisje, Elona, en Nino 2, bezien de wereld vanuit een nieuwsgierige blik, die onmiddellijk eigenhandig vermorzeld wordt door Nino 1.

Onwetendheid

Nino 2 baart op haar beurt ook weer een dochter: Nino 3. Nino 2 weet uit eigen ervaring dat een gelukkig bestaan in haar thuisland niet mogelijk is en ze geeft haar dochter mee aan een soldaat, die een overzees avontuur aangaat om een nieuw leven te beginnen. Ontworteld uit het land van haar ‘voormoeders’, begint Nino 3 een leven in een nieuw thuisland. Ze heeft een biografie nodig om het zo felbegeerde paspoort te krijgen, maar ze weet niet wie ze is. Met die onwetendheid moet ze leren leven én het zal die onwetendheid zijn waarin haar dochter, Nino 4, later wil wroeten voor een opdracht voor school…

Vrouwelijke empowerment

Het spel van de actrices wordt op verscheidene manieren ondersteund: zowel door het decor met de vele stroboscopische lichten, afgezet tegen een achtergrond met doeken vol rotsachtige landschappen, als door de door Démira Jansen en Sharon Harman speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerde muziek. Meteen schuilt daarin ook een groot jammerlijk feit: de zang van Jansen is niet altijd even goed te verstaan. Soms krijg je de indruk dat er ook wat Georgische woorden doorklinken in de Engelstalige klaagzangen, in dat geval zou de theaterbezoeker evengoed kunnen horen wat hij/zij zelf wil. De liedjes blijven beperkt tot het Engels en zijn prachtige intermezzo’s die het toneelspel even stilleggen. Het getuigt van empowerment dat alle samenwerkende lieden op het toneel een vrouwelijk geslacht hebben. Wat van ieder personage ook zo’n sterke vrouw maakt, is het feit dat ze op een aangrijpende wijze gehele monologen afsteken tegenover het publiek. Van dialogen is bijna geen sprake. Deze techniek, de monologue intérieur, is dé manier bij uitstek om de gedachtestroom van iedere protagonist weer te geven en het geeft ieder van hen een uniek stemgeluid.

Hoewel je aan het begin van de show start met een kennisachterstand en je nog vele open plekken bespeurt, wordt het verhaal stilaan begrijpelijker en daarmee ook indrukwekkender. Het samenspel tussen Jansen, Harman en de vier actrices komt ook steeds beter tot uitdrukking en wint gaandeweg alleen maar aan kracht. Het doet je opnieuw, na deze voorstelling, stilstaan bij al die belangrijke voormoeders uit je eigen geschiedenis.

Nog te zien tot zaterdag 20 mei 2023, Stadsschouwburg Nijmegen.

Theater / Voorstelling

Provocatief staaltje kunst

recensie: Nouveau Fuck – Cat Smits Company

‘Ongemak’, zegt de vrouw op de eerste rij. ‘Dat kwam in me op tijdens het kijken naar de uitvoering.’ Het publiek gaat in gesprek met actrices Meike van den Akker en Cat Smits over hun toneeladaptatie van het manifest Nouveau Fuck van Stella Bergsma. Maanden geleden sloten de actrices zichzelf op in een vissersdorpje in Noorwegen om een voorstelling tot stand te brengen die gaat over ‘buiten de norm vallen’ in onze maatschappij en die zich in het bijzonder richt op de rol van de vrouw binnen dat geheel. Ondanks de haast poëtische boodschappen die zo nu en dan klinken, de eerlijke inkijk in hun onzekerheden en een prachtig decor, rest vooral de vraag: waar heb ik in godsnaam naar zitten kijken? Het antwoord daarop laat zich niet makkelijk formuleren.

Gezocht: triggerwarning

foto Thomas Brand

‘Wie wil er nu gaan?’, vraagt Van den Akker na de eerste scène, waarin Cat Smits zojuist een levensgrote clitoris bevredigde. Even draaien enkele vertwijfelde hoofden zich naar elkaar om, maar niemand maakt aanstalten om daadwerkelijk de zaal te verlaten. Iedereen weet in ieder geval: ‘Wees gewaarschuwd, dit was nog slechts het begin…’ De scènes lijken niet alleen toe te nemen in geluidsvolume, maar ook in intensiteit. Iedere scène is weer een losse voorstelling op zichzelf en gaat over een geheel andere invalshoek. De actrices deinzen er niet voor terug om ook heftige onderwerpen te behandelen: zo voel je hoe de krampen in je lichaam toenemen wanneer een ongemakkelijke dans met een pop eindigt in een verkrachting. Vervolgens verwordt het slachtoffer tot een ‘dierlijk’ wezen dat leuzen als ‘Hoer!’ en ‘Slet!’ naar haar hoofd geslingerd krijgt. Tijdens het aanschouwen, kan het zomaar gebeuren dat je dieper in je stoel wegzakt. Het is niet de enige confrontatie die je voor ogen krijgt. Een triggerwarning was wellicht op zijn plaats geweest… Aan het einde van deze ‘poppenkast’ geven de twee artiesten aan dat ze de keuze voor een disclaimer volledig overlaten aan de locatie waar ze optreden. Wat maakt dat je de ene toeschouwer wel en de andere niet behoedt voor het eventueel komen bovendrijven van traumatische herinneringen?

Protest à la Extinction Rebellion

Vrolijk kun je de voorstelling geenszins noemen. De zorgen over diverse onderwerpen buitelen over elkaar heen en de actrices praten ook over hun eigen innerlijke onrust. Wanneer ze praten over innerlijke en uiterlijke worstelingen, zoals ‘een grote kont’ en ‘spillenbenen’, roept het herkenning op. Wie mag bepalen of je wel of niet kwetsbaar mag zijn? Wie zegt dat je je niet onzeker mag uitlaten over lichamelijke gebreken? De twee geven zich niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk bloot. ‘Als ik de stem van mijn moeder in mijn oor voelde – “Cat, is dat niet te bloot?” – dan wilde ik het juist doen,’ zegt Smits over de keuze om in haar lingerie over de podiumvloer te kruipen. De poster was natuurlijk al een zekere voorbode over wat komen ging: de tepel op de poster staat niet in verhouding tot al het naakt in de voorstelling. Op een gegeven moment lijkt het alsof de actrices onderdeel uitmaken van Extinction Rebellion als ze naakt met protestborden op de bühne staan om hun kritiek ten gehore te brengen.

Een nieuw ‘vrouwtype’

Wat hun protestgeluid precies is, is moeilijk onder woorden te brengen door de harde muziek en het onbegrijpelijke ronddartelen. En dat geldt niet alleen voor deze ene scène: met zoveel gefragmenteerde beelden die worden voorgeschoteld, is het lastig om de ‘rode draad’ te volgen. Na, voor én tijdens iedere scène komt die prangende vraag weer bovendrijven: wat is nu precies de boodschap, dé intentie van deze mix van woorden en spel? Het zou enorm helpen om iedere bezoeker bij zijn of haar ticket een kopie van het manifest van Stella Bergsma mee te geven. De enige écht duidelijke momenten – en ook meteen de meest diepzinnige – zijn die waarop de stem van Bergsma spreekt (via de speakers, niet in levenden lijve) en ze allerlei wijze boodschappen uit haar manifest naar voren brengt. Dit gebeurt via een levensgrote mond, die Van den Akker en Smits laten meebewegen op de stem van Bergsma.

Schijt aan alles!

Wie Bergsma’s woorden aan elkaar knoopt, kan het beschouwen als didactische poëzie. De slotsom is dat Van den Akker en Smits als twee ‘losgeslagen’ vrouwen laten zien dat wij vrouwen ook meer schijt mogen hebben. Schijt aan het hokje waarbinnen wij ongevaarlijk, vol mededogen, beschaamd en bescheiden moeten leven. Het toneelstuk biedt een nieuwe, radicalere vorm van feminisme: laat zien hoe gevaarlijk je bent. Bijt! Schuur! Toon hoe geil, vies, woedend en slecht wij vrouwen kunnen zijn. Oftewel: beste maatschappij, maak plaats voor een nieuw type vrouw. Van den Anker en Smits zijn duidelijk pleitbezorgers van deze nieuwe ‘radicale’ vrouw. Samen met hen staat er nog een derde ‘vrouw’ op het podium: de pop wiens mond letterlijk ‘gesnoerd’ is, omdat zij er geen heeft. Ze helpen deze pop om tot grotere hoogten te stijgen (ze tillen de pop steeds hoger op in een rode jurk) en iets te bereiken wat zovelen niet gegund wordt: de vrouwen staan klaar voor een andere vrouw en helpen haar om weer uit het ‘slijk’ te komen en weer op te bloeien als mens. Het doet denken aan de bekende quote: ‘We rise by lifting others’. Het podium biedt hierbij een helpende hand. Het decor is prachtig vormgegeven door Elze van den Akker en vormt een mooi geheel met het beeldmateriaal van Thomas Brand. De schreeuwerige dialogen staan in een interessant contrast met de klassieke muziek die Wim Selles heeft gekozen.

Van den Akker en Smits hebben een zeer opmerkelijk toneelstuk georkestreerd. Het betreft een voorstelling waarmee ze iedereen willen aanspreken. De vraag is of dat gaat lukken. Staat de wereld al open voor zo’n radicale versie van de vrouw? Als er al zoveel ophef is om een ietwat uitdagende poster (die overigens wel goed werd ontvangen in Noorwegen waar het toneelstuk ook op de planken is én wordt gebracht), wat zegt dat dan over de normen en waarden in Nederland? Het is zeker goed om de denkbeelden van je publiek op te rekken. Als het echter op zo’n radicale manier gebeurt, is het altijd maar de vraag of je mensen aan je kunt verbinden of slechts van je kan afstoten. Het oordeel mag je zelf vellen. De voorstelling is vanaf 24 mei twee weken lang als lunchvoorstelling te zien in theater Bellevue. Sta je klaar voor een turbulente avond, waarin een nieuw vrouwtype wordt gepresenteerd?

Theater / Voorstelling

Het geheim achter het raadsel George Soros

recensie: The Making of Soros the Musical - mugmetdegoudentand
Scènefoto The Making of Soros the MusicalNichon Glerum

Of je nou vriend of vijand bent van het Hongaars-Amerikaanse financiële mirakel George Soros, niemand kan een pink krijgen achter wie deze gesloten man nou eigenlijk echt is. Theatergezelschap Mugmetdegoudentand doet een poging het raadsel te doorgronden in de even charmante als rommelige The Making of Soros the Musical.

De speelvloer heeft nog het meeste weg van een kringloopwinkel, met kapotte fauteuils en afgetrapte vloerkleden. En dat is ook de bedoeling: de theatermakers zijn nog volop bezig met het in elkaar zetten van een musical. We treffen ze aan op het moment dat George Soros, het onderwerp van de musical, komt binnenlopen. Hij komt controleren wat er wordt gedaan met de één miljoen dollar die hij heeft gestopt in dit project, in de veronderstelling dat dit een vriendelijk verhaal zal worden over hem, zijn politieke missie en zijn goedgevigheid.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Van speculant tot filantroop

George Soros (Boedapest, 1930) is een Joodse Amerikaan van Hongaarse komaf. Hij maakte zijn onwaarschijnlijke fortuin -dat wordt geschat op 6 tot 7 miljard- in de tweede helft van de twintigste eeuw door behendig te speculeren met geld; vooral met dat van The Bank of England, om precies te zijn. En door allerlei andere financiële kansen precies op het goede moment te zien. Vervolgens ging in zijn hoofd de knop om, en veranderende hij van nietsontziende speculant in empathische filantroop: Soros geeft enorme bedragen weg aan goede doelen. Zijn ideaal is het kapitalisme de nek om te draaien.
Hij heeft echter aan beide uitersten van het politieke spectrum vijanden: rechts haat hem, omdat hij mensen met veel geld pootje probeert te haken. Links wantrouwt hem, omdat het knap vreemd is dat iemand die zo veel geld heeft verdiend door kapitalistisch handelen, nu opeens het licht zou hebben gezien en de wereld wil redden.

The Making of

In The Making of Soros The Musical proberen regisseur (Lineke Rijxman) en acteur (Jasper Stoop) een verhaal te maken waarin de ‘echte’ drijfveren en persoonlijke achtergrond van de filantroop duidelijk worden. Soros zelf (Vincent van der Valk) wil zijn persoonlijke verhaal niet zien; hij wil dat alleen zijn politieke boodschap in zang, dans en sketches zal worden verwoord: ‘dood aan het kapitalisme’, kort gezegd. Hij heeft betaald voor deze productie, de makers moeten de voorstelling neerzetten zoals hij die voor ogen heeft.

Helder en eerlijk

Wat volgt is een lang en rommelig geheel, waarin op alle mogelijke manieren wordt geprobeerd een helder en eerlijk beeld te schetsen van de mens George Soros. Heel even verschijnt de man ook zelf in beeld, wanneer een Amerikaans interview met hem wordt geprojecteerd op een schermpje. In dat gesprek reageert de harde zakenman stamelend op vragen over zijn Joodse jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog in genazificeerd Hongarije.

Tussen het verhaal van Soros door, passeren de meest uiteenlopende (levens-)vragen de revue. Vragen over ieders identiteit, over ik en de ander, over inclusiviteit – zelfs over het leven in een door toeristen en partyboten overspoeld Amsterdam. De acteurs wisselen van personage, worden nu en dan zichzelf, of de ander. De handeling wordt geregeld onderbroken door dansjes en liedjes, veelal geleend uit andere musicals.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Hart

Daarmee is The Making of Soros The Musical niet bepaald een well made play, maar een rommeltje; maar wel een buitengewoon sympathiek en charmant rommeltje. Mugmetdegoudentand is een groep die het hart op de juiste plaats heeft, die maatschappelijk recht en onrecht graag mag bespreken. Ze gebruiken deze voorstelling dan ook om het eens te hebben over het noodzakelijk einde van het kapitalisme, omdat de samenleving er niet alleen slechter van wordt, maar er ook aan ten onder gaat. “Het kapitalisme wordt begraven”, aldus Soros.

IJzersterk is de scène waarin Vincent van der Valk als Soros in een razendsnel en vlijmscherp betoog uiteenzet hoe hij de -uit gebakken lucht bestaande- Bank of England onderuit heeft gehaald.
Hoogtepunt van de voorstelling is de finale, waarin Lineke Rijxman -zelf Joods- het kantelpunt in Soros’ leven verbeeldt. Ze zet de veertienjarige Joodse jongen in Hongarije neer, die moet toezien hoe zijn vader door de Nazi’s wordt gedwongen de bezittingen van weggevoerde mede-Joden te stelen, louter om zichzelf en zijn zoon de gang naar het concentratiekamp te besparen. De boodschap: als je je afvraagt hoe George Soros is geworden tot wie hij is: hier heb je je antwoord.

Stoppen

Mugmetdegoudentand heeft aangekondigd na 38 jaar theatermaken als groep te gaan stoppen. The Making of Soros the Musical is de laatste voorstelling die het collectief maakt. De leden van de groep gaan steeds meer hun eigen weg; en de financiële nekslag die corona heeft betekend, maakt voortgang en voldoen aan hun eigen kwaliteitseisen niet echt mogelijk. Het stoppen is wel oprecht jammer, zeker wanneer ze met deze maffe en hilarische musical opnieuw laten zien hoe belangrijk hun boodschap is en hoe verfrissend hun visie op theater is.

Theater / Voorstelling

Knap spel maar vermoeiend door tirade van anderhalf uur

recensie: Madame Bovary
KVS_MmeBovary©DannyWillems_0DS8786© DannyWillems

Als Emma en Charles tonen Maaike Neuville en Koen De Sutter knap toneelspel. De regie die het aanhoudend conflict met knallende ruzies benadrukt, veroorzaakt bij de toeschouwer echter uitputting en verveling.

Terwijl het publiek binnenkomt loopt Emma op het voortoneel, met strakke zwarte coltrui, zwarte pantalon en sneakers, heen en weer op het podium. Ze maakt hoekige bewegingen, schokt met haar heupen en bovenlijf en denkt na. Op het achtertoneel scharrelt haar man Charles in gebogen houding rijk gevulde bloemenvazen bijeen. In het midden op de grond een installatie met brandende TL-buizen. Als de zaal rustig is, richt Emma zich tot het publiek en vraagt naar haar naam. Ze spitst haar oren en wacht geduldig in de ogenschijnlijke zelfverzekerdheid te krijgen wat ze wenst. Ze lijkt content met het juiste antwoord. Dan draait ze zich resoluut om en stelt achteloos haar man voor. Traag keert hij zich naar het publiek en knikt hen vriendelijk toe. Het publiek is deelgenoot in de voorstelling wat de relationele pijn doet meevoelen.

Afgelopen maandag 27 februari stond Madame Bovary op de planken in de Amsterdamse Stadsschouwburg tijdens Female Voices – de elfde editie van het internationaal festival Brandhaarden. Dit jaar staat de westerse canon en stereotypering van vrouwen centraal. Theatermakers brengen literaire werken met vrouwelijke hoofdpersonen op eigentijdse wijze op de planken. De regisseur Carme Portaceli heeft, samen met regisseur Michael De Cock, een missie omdat ze volgens het Antwerpse Toneelhuis haar hele leven vrouwen meer zichtbaarheid probeert te geven. Zij geeft ons een volledig eigen interpretatie van het boek.

Plot

In 1856 voltooit Gustave Flaubert zijn roman Madame Bovary waarin de arme, aantrekkelijke boerendochter Emma Rouault trouwt met de eenvoudige vijftien jaar oudere arts Charles Bovary. In de interpretatie van de regisseurs zit ze gevangen in het huwelijk en dient zich onderdanig te gedragen: een positie die haar niet bevalt. Op allerlei manieren zoekt ze naar een uitweg. Zo stimuleert ze Charles tot een risicovolle operatie bij een dorpsgenoot waardoor mogelijk hun aanzien en rijkdom stijgt, maakt forse schulden met voor haar doen exorbitante uitgaven aan kleding en woondecoratie en legt het aan met twee vooraanstaande minnaars. Als alles is mislukt en haar schulden onoverbrugbaar geworden zijn, pleegt ze zelfmoord uit schaamte. De wanhopige en verdrietige Charles volgt kort daarna.

Perspectiefwisseling

Flaubert schreef zijn roman in de derde persoon waardoor de lezer als toeschouwer en daarmee buitenstaander de gebeurtenissen waarneemt; Portaceli en De Cock kozen er bewust voor Emma een eigen en daarmee de énige stem te geven. Het perspectief is subjectief, observaties van haar zijn daarmee onbetrouwbaar. Hiermee brengt de van het boek afwijkende regie de toeschouwer in een loyaliteitsconflict: hulp bieden aan de vrouw die het overduidelijk zwaar heeft in haar gekooide wereld en daarmee haar liefhebbende partner afvallen of kiezen voor de liefhebbende partner en het gekooide bestaan oogluikend toestaan. Weinigen zullen twijfelen maar of dit de manier is om deze feministische problematiek onder de aandacht te brengen – op haast Brechtiaanse wijze – is de vraag.

Enscenering

In de theateradaptatie die Portaceli en De Cock van de roman maken, is de woonkamer de centrale arena van deze tragedie. Wit met zwarte elementen zijn de kleuren die hierin overheersen: de witte trouwjurk, de witte zitbank, de felle witte TL-buizen, de zwarte buitenwereld, de zwarte herenschoenen op het witte doodsbed. Op het achtertoneel staat een metershoog houten raamwerk bekleed met flinterdun opalineachtig plastic. Het zijn de ramen van het huis waardoor de mistige donkere buitenwereld wordt waargenomen. Nieuwe spannende wendingen doen de ramen klapperen in hun sponningen. Door te spelen met wit en zwart brengen de regisseurs grote thema’s naar voren zoals goed en kwaad, haat en liefde, leven en dood waarmee ze het verschil in karakters symboliseren, maar ook maagdelijkheid, gevangenschap, de donkere buitenwereld en niet te vergeten het witte arsenicum en de zwarte gal als hulpmiddel bij Emma’s zelfmoord.

Sterk toneelspel

Met het sterke toneelspel door Maaike Neuville als Emma en Koen De Sutter als Charles Bovary én de mezzosopraan met warm en helder stemgeluid waarvan uw verslaggeefster haar naam helaas niet kon achterhalen, creëer je een voorstelling die van begin tot het eind de aandacht trekt. Maar met maatschappelijke conflicten die lijden tot frustraties en een goede operazangeres ben je er nog niet. Er is ook Emma’s binnenwereld die mogelijk heeft geprobeerd van het huwelijk wél een succes te maken. Daarvan krijgt de toeschouwer niets mee. Op deze manier wordt het slaan op dezelfde trom zonder inzicht in haar innerlijk conflict. Een gemiste kans waardoor dit stuk halverwege door het aanhoudend geruzie en gebeuk tot verzadiging leidt en daarmee tot verveling. Pas na haar dood, tijdens Charles’s monoloog op het doodsbed komt het stuk tot rust. Althans dat dachten we: zijn bekentenis het gedrag van Emma tijdens zijn huwelijk te hebben doorzien brengt nu ook zijn positie aan het wankelen. Waarom heeft hij er dan niets aan gedaan, hield hij toch niet van haar, was zijn vertrouwen een manier van haar af te zijn? We snappen niets van deze theateradaptatie en gaan uitgeput naar huis.

Madame Bovary nog te zien op het Festival Brandhaarden tot en met 4 maart.

Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

Theater / Voorstelling

Stoffige voorstelling met fenomenale musici

recensie: Yevgeni Onegin
9467 (78)_© Copyright_KarlForster_kleinKarlForster

Wie De Munt in Brussel bezoekt kan niet om de pro-Oekraïne posters heen. Huizenhoog hangen ze aan de façade van het gebouw. De associatie met het vrijwel identieke gebombardeerde theater in Oekraïne stemt tot nadenken: wat daar gebeurt, is dichterbij dan je denkt. Zo ook de thematiek in Poesjkins roman Yevgeni Onegin voor De Munt als gelijknamige opera in de regie van de Franse regisseur Laurent Pelly: het bereikbare verveelt, het onbereikbare is een bron van verlangen.

Tsjaikovski wilde een opera met mensen van vlees bloed in een voor hem herkenbare situatie. Het werd een onbeantwoorde liefde tussen een gefrustreerde en narcistische Onegin (door de bariton Stéphane Degout en de Oekaïnse bariton Yuriy Yurchuk in wisselende bezetting) en Tatjana (door Sally Matthews en Natalia Tanasii eveneens in wisselende bezetting): een als boerendochter door hem afgewezen tiener maar later toch door hem begeerde prinses.

Regisseur Laurent Pelly koos ervoor het verhaal universeel neer te zetten om alle thema’s recht te doen. Zo zijn de kostuums van de hoofdrolspelers licht van kleur in luchtige materialen en zweeft het plateau twee meter boven de grond. Zijn hun bewegingen kort en vluchtig, komen de in donkere kleren gehulde landarbeiders nooit op het rijk verlichte draaiende plateau annex woonkamer van de familie Larin, zijn liefdes zelden naar volle tevredenheid en kent het karakter van Onegin vele kanten.

Op het moment dat het houten plateau verandert in een boek is de zaal muisstil. We ervaren de werkelijkheid door de ogen van Tatjana die droomt over Onegin vanuit een romanperspectief. Ze begeert hem als knappe, aantrekkelijke mysterieuze man. Gevangen zit ze van kaft tot kaft in haar leeswereld en tevens slaapkamer op het platteland. Ze fantaseert over een liefdesrelatie met Onegin en schrijft hem een brief met een aanzoek. Zelfs het kindermeisje Filippjevna (gezongen door Cristina Melis) kan haar niet op andere gedachten brengen: de brief moet naar hem toe.

Pelly legt met belichting en posities op het podium de nadruk op Tatjana waardoor zij feitelijk de hoofdrol krijgt. Dit in tegenstelling tot Onegin die volgens Poesjkin slaapwandelend door het leven gaat en zich uitsluitend ervaart door het verstrijken van de tijd. Tatjana evolueert van een dromerige tiener tot een zelfverzekerde aantrekkelijke vrouw. Door haar ontwikkeling te accentueren plaatst Pelly de opera in de geëmancipeerde huidige tijdgeest die meer rekening houdt met de beleving van de vrouw.

De zangers doen hun rol eer aan. Schitterend is het volle en open stemgeluid van de sopraan Sally Matthews in de rol van Tatjana. Knap hoe ze ook in haar lamlendigheid helder en krachtig blijft klinken. Mooi klinkt ze ook in duet met haar zusje Olga, vertolkt door de contra-alt Lilly Jorstad (in afwisselende bezetting gezongen door Lotte Verstaen). Prachtig gezongen is ook de lyrische duel-aria door Lensky (tenor Bogdan Volkov en Sam Furness) waarin hij zijn liefde voor Olga bezingt maar er toch voor kiest Onegin uit te dagen in een duel op leven en dood. Hij heeft immers met hem een appeltje te schillen na een openlijke flirt met zijn geliefde.

Alle artistieke keuzes in beschouwing genomen, is het de vraag of Pelly er verstandig aan heeft gedaan het decor en de kostuums te situeren rond het einde van de negentiende eeuw dus vrijwel in dezelfde tijd als de roman geschreven is en de opera door Tsjaikovski gecomponeerd. Dat regisseur Pelly het vertelperspectief verschuift naar Tatjana maar toch kiest voor een laat negentiende-eeuws toneelbeeld doet afbreuk aan de productie. Het resultaat is daardoor toch een wat stoffige voorstelling in historische context met fenomenale musici die de voorstelling ruimschoots optillen.

Theater / Voorstelling

Daders zijn slachtoffer, slachtoffers zijn dader

recensie: Mijn lieve gunsteling – ITA Ensemble
Gunsteling 1Jan Versweyveld

Is hij louter dader, de veearts die zich verlustigt aan het tienermeisje? Of is hij op zijn beurt slachtoffer? En is het begeerde tienermeisje alleen slachtoffer, of roept ze in haar eenzaamheid ook zelf het ongeluk over zich af? Met Mijn lieve gunsteling schreef Marieke Lucas Rijneveld een ongemakkelijk boek. Regisseur Ivo van Hove maakt er met ITA Ensemble een ongemakkelijke – of liever: verontrustende theatervoorstelling van.

Op de speelvloer staan twee echte, uit de kluiten gewassen koeien in een perk dat wordt begrensd door metalen hekken. De vloer is bedekt met hooi, waarvan de sterke geur in het hele theater te ruiken is. De boodschap is niet te missen: we zijn hier op het platteland, het boerenbedrijf bepaalt de levens van alle personages. Boven de speelvloer hangt een podiumbreed projectiescherm waarop de lucht wordt geprojecteerd: zonnig, bewolkt, zwanger van onweer en zelfs voorzien van donder en bliksem. Op het platteland is het weer een dominante factor.

Dat platteland brengt niet per se gelukkige mensen voort. De personages in Mijn lieve gunsteling zijn vrijwel allemaal beschadigd. Het meisje ‘Vogel’ verloor haar broer aan een noodlottig verkeersongeval; haar vader, de boer, heeft die dood van zijn zoon nooit verwerkt. De veearts is pedoseksueel, en hij heeft een verknipte, min of meer godsdienstwaanzinnige moeder. Camillia, de vrouw van de pedoseksuele veearts, trouwde een man die op zoek was naar iemand die zijn lustgevoelens voor jonge meisjes kon maskeren.

Eenzaamheid

Schrijver Marieke Lucas Rijneveld schuwt in zijn romans zware thema’s niet: pedoseksualiteit, leven en dood, zelfmoord, rouw, seksueel geweld, leugens en bedrog, overspel. En natuurlijk eenzaamheid: het komt allemaal langs. Regisseur Ivo van Hove vertaalt zijn fascinatie voor het werk van Rijneveld in een meesterlijke theatervoorstelling.

Het veertienjarige meisje Vogel verdringt haar eenzaamheid door muziek, door met dieren te spelen, door in haar dagboek te schrijven. In de lege en warme zomervakantie vormen de visites van de veearts een welkome afleiding. Vogel leeft in een fantasiewereld, ze heeft een tic voor muziek van vóór haar tijd. Zo noemt ze de veearts ‘Kurt’ naar Kurt Cobain van Nirvana. De veearts geilt op het meisje dat op het punt staat een vrouw te worden en gaat mee in haar spel. Telkens wanneer zijn lust komt bovendrijven, verschijnt de geest van zijn moeder die hem bespiedt, hem veroordeelt. Camillia, de vrouw van de veearts, begrijpt pas laat wat er speelt, de vader van het meisje heeft het te druk met zijn eigen sores.

Geloofwaardig

De voorstelling van ITA Ensemble wordt gedragen door de fenomenale Eefke Paddenburg als Vogel, en door Hans Kesting als de veearts. Paddenburg transformeert geloofwaardig in een meisje van veertien, met nonchalant rondslingerende armen en benen, met een uitschietende stem, met ontluikende seksuele gevoelens waarvan ze in haar onschuld het effect op anderen niet doorgrondt. Bovendien speelt Paddenburg gitaar en heeft ze een uitstekende zangstem, waarmee de muzikale fascinatie van Vogel gestalte krijgt. De veeboer van Kesting speelt het puberspel van het meisje tot het uiterste mee. Opzettelijk onbeholpen, quasi-kinderlijk, strooiend met bijbelteksten, nu en dan overleunend naar volwassenheid, met nauwelijks bedwongen geilheid.

Katelijne Damen als de vrouw van de veearts verveelt zich breeduit hangend op het lege echtelijke bed; in de dubbelrol als de moeder van de veearts spookt Damen rond als een gefrustreerde demon. Bart Slegers krijgt wat weinig ruimte, hij is vooral ondersteunend in de rollen van de boer, en die van zowel Freud als Hitler, met wie het meisje in haar fantasievolle gekte imaginaire gesprekken voert. De zoon van de veearts heeft een kortstondige amourette met het meisje. Die zoon is opzettelijk anoniem, krijgt nauwelijks een ‘smoel’, Van Hove laat Achraf Koutet vooral op zijn rug of van opzij zien.

Noodlotsdrama

Mijn lieve gunsteling is een meeslepend noodlotsdrama. Alle eenzaamheid, de pijnlijke verlangens, de lompe fantasieën zullen deze mensen naar de afgrond leiden. Jammer is dat de voorstelling met een duur van 140 minuten echt te lang is. Dat komt doordat Van Hove het boek van Rijneveld te trouw vertaalt naar theater. Zo praat Vogel in het boek met Hitler en Freud, en Van Hove laat haar dat op toneel ook doen. Die gesprekken hadden gemist kunnen worden. Desondanks is dit een zeer fraai vormgegeven, uitstekend geacteerd geheel, met als kers op de taart live muziek. Gaat dat zien.

 

Gebaseerd op het boek van Marieke Lucas Rijneveld
Muzikant: Roos van Tuil
Compositie songs: Wende Snijders en Koen van der Wardt
Scenografie en lichtontwerp: Jan Versweyveld
Hoofd techniek: Reyer Meeter

Theater / Voorstelling

De ongemakkelijke waarheid die kolonialisme heet

recensie: Gelukzoekers op Sumatra – Korthals-Stuurman Theaterbureau
gelukzoekersopsumatra 3Annemieke van der Togt/Piek

Het podium staat vol rook. Komt door een bosbrand: het oeroude bos is platgebrand door de Nederlanders. Op deze plek moet een lucratieve rubberplantage komen. Deze opzettelijke bosbrand is het symbool voor het kwaad dat de kolonisator in Indonesië heeft aangericht aan het land, aan zijn inwoners. Korthals Stuurman Theaterbureau brengt daarover een fraaie voorstelling.

Het is een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van Nederland: de kolonisatie van – voormalig – Nederlands-Indië, en de manier waarop de bevolking onder de knoet werd gehouden. Het is geen nieuws dat de Nederlanders zich daar misdroegen; en de overheersers wisten best wat ze deden. Ze vonden alleen dat ze in hun recht stonden en dat de inwoners inferieure wezens waren, die ze mochten behandelen als slaafgemaakten.

Nu koloniaal verleden en slavernij eindelijk onderwerp van gesprek zijn, is een klimaat ontstaan waarin daaraan ook in het theater aandacht besteed wordt. Madelon Székely-Lulofs (1899-1958) schreef in de jaren 30 van de vorige eeuw romans over het leven van de kolonisatoren. Regisseur Olivier Diepenhorst gebruikt de teksten van Székely-Lulofs om er Gelukzoekers op Sumatra mee te maken, onder de vlag van Korthals Stuurman Theaterbureau.

Arrogante kolonisator

Planter Van Hemert (Stefan Rokebrand) staat symbool voor de arrogante kolonisator die met harde hand regeert over zowel zijn witte personeel als over zijn gekleurde slaafgemaakten. Vanuit Nederland wordt Frank (Willem Voogd) naar Van Hemert gestuurd om het aftappen van rubberbomen te inspecteren, begeleid door zijn echtgenote Marian (Yara Alink). Hoewel ze hun best doen op Sumatra te aarden, doet Frank zijn werk vooral in de hoop snel fortuin te maken, terwijl Marian zich zeven slagen in de rondte verveelt. Het belangrijkste vertier is ‘de club’, waarop wordt gezopen, gedanst en geflirt.

gelukzoekersopsumatra 4

© Annemieke van der Togt/Piek

Parallel aan het verhaal van de witte kolonisatoren loopt dat van de gekleurde inwoners. Terwijl het toch echt hún land is, worden ze vanaf Java verscheept naar Sumatra, waar ze onder het mom van een schijn-contract slavenarbeid verrichten, gedwongen door mishandelingen en martelingen. Het lukt Roeki (Joenoes Polnaija) niet om Karimah (Tara Hetharia) uit handen van de geile witte mannen te houden. Zelf raakt hij verslaafd aan gokken, waardoor hij zijn kansen om terug te kunnen naar Java verspeelt.

Schetsmatig

Regisseur Diepenhorst diept vooral de karakters uit van de gefrustreerde en verveelde Marian, de machteloos-kwade Karimah, en de even woedende als hulpeloze Roeki. Zij zetten grote emoties, vertwijfeling, frustratie neer. Huilend, schreeuwend, kronkelend. Van Hemert, zijn knechtje John (Rick van Werd) en Frank blijven oppervlakkig en schetsmatig. Daarbinnen is Rokebrand nog het sterkste: zijn plantagebaas is autoritair, eng en manipulatief, waarbij het in zijn voordeel werkt dat Rokebrand door zijn lengte vanzelfsprekend domineert.

Knap aan de regie is dat het verhaal van personages op de achtergrond zonder woorden doorloopt, terwijl zich op de voorgrond een gesproken scène afspeelt. Mooi aan het contrast tussen de Indische en de Nederlandse wereld is dat de Indische wordt begeleid door een zware, monotone soundscape, terwijl de Nederlandse een jazzy ondertoon heeft (muziek: Mark van Bruggen).

Verzuipen

Het decor (ontwerp: Lidwien van Kempen) van kale metaalkleurige palen symboliseert de rubberplantage. Slagen op een reusachtige houten ‘gong’ dienen om iedereen in het gareel te houden. Een groot houten raamwerk midden op de speelvloer verbeeldt alles van het slavenschip tot het plantershuis. Een grote ronde ton met water kan zowel worden gebruikt om slaafgemaakten half te verzuipen als ze niet doen zoals opgedragen, als om de handen van de daders in onschuld te wassen.

Dankzij een feeëriek licht, ballet-achtige soepel vallende kostuums en de lichtvoetige manier van spelen, komen bewegingstaal en fysieke communicatie over als dans. Vooral tegen het einde ziet het spel er bijna uit als een choreografie. Oogstrelend en tegelijk effectief. Gelukzoekers op Sumatra is zo een even esthetische als hardhandige manier om een ongemakkelijke waarheid over Nederland als kolonisator te vertellen.

 

Decor: Lidwien van Kempen
Kostuums: Nola van Timmeren
Licht: Yuri Schreuders
Muziek: Mark van Bruggen

Theater / Voorstelling

Een ernstige opera met humor en modern spektakel

recensie: Guilio Cesare - Händel
Dutch_National_Opera-Giulio_Cesare-©Monika_Rittershaus_CB_197Nationale Opera Amsterdam

Egyptische hiërogliefen verschijnen stuk voor stuk in neonverlichting op de metalen paleismuren. Vrijwel ongemerkt verrijst het gebouw als een zich langzaam openende oester. Opeens is er een boven- binnen- en een buitenwereld die inkijk geeft in de overdaad, het machtsmisbruik en de verspilling aan het Egyptische hof. Overdadig schepijs in diverse kleuren lekt aan alle kanten weg, sarrende heersers met losse handjes, dure accessoires aan zee. Spectaculaire video-effecten met adembenemende zang, gelardeerd met grappige kwinkslagen houden het publiek drieënhalf uur bezig. Elke muzikale prestatie door zangers en orkest wordt beloond met ovationeel applaus.

Plot

Cesar gaat de strijd aan met zijn rivaal Pompeo. Tolomeo, niet wars van gevlei en hunkerend naar macht, doodt Pompeo in ruil voor een (vermeend) wit voetje bij Cesar. Nadat Tolomeo’s lijfwacht, Achilla, het hoofd van Pompeo heeft gepresenteerd aan Cesar en Cornelia, de weduwe van Pompeo, brandt de strijdt los om een hoge positie aan het Egyptische hof. Opeens zijn alle ogen gericht op Cornelia. Zij blijkt – op toneel niet uitblinkend in schoonheid – begeerlijk. Haar positie leidt immers in een rechte lijn naar de macht. Maar die weg loopt dood. Cornelia wijst iedereen af. Ook Cleopatra wil koningin van Egypte worden en bedenkt een list om door Cesar te worden begeerd. Nireno, de rechterhand van Cleopatra heeft een plan dat Sesto, Cornelia’s zoon, in staat stelt Tolomeo te doden. Achilla steekt daar een stokje voor. Het nieuws gaat rond dat Cesar in het nauw wordt gedreven en dat hij is verdronken. Cleopatra en Achilla trekken ten strijde tegen hun eigen volk omdat ze Cesar hebben vermoord maar komen bedrogen uit. Tolomeo’s troepen verslaan het leger van Cleopatra en Achilla wordt vermoord. Cesar blijkt echter nog in leven. Hij belooft Cleopatra en Cornelia uit Tolomeo’s handen te bevrijden. Tijdens een nieuwe poging van Tolomeo om Cornelia voor zich te winnen, slaagt Sesto er uiteindelijk in Tolomeo te doden. Cesar kroont Cleopatra tot koningin van Egypte.

Decor

Samen met de Spaanse regisseur Calixto Bieito werkt videokunstenaar en later decorontwerper Rebecca Ringst aan vele producties in heel Europa. Ze is gefascineerd door weidse landschappen en architectonische contructies waar contactmaken niet voorop staat. In het dagelijks bestaan ziet ze kolossale gebouwen door mensenhanden gemaakt maar zonder menselijke ziel. Als decorbouwer heeft ze de mogelijkheid daarop te reageren: ‘Ik speel op het toneel doorgaans met open ruimtes, met contrasten tussen binnen en buiten.’

Zangers

Dutch_National_Opera-Giulio_Cesare-©Monika_Rittershaus_CB_205

©Monika Rittershaus | De Nationale Opera

Verbluffend hoe de zangers manoeuvreren in en op het metalen paleis. Klimgordels behoeden hen voor een val. En dat is nodig want deelname aan deze opera vraagt opperste concentratie qua samenwerking. Iedere ongeplande beweging is merkbaar.

Spectaculair hoe Cleopatra (sopraan Julie Fuchs) met gemak aria’s zingt als Se pietà di mem non senti (‘Als je geen medelijden met mij hebt’) en Piangerò (‘Ik ga huilen’) in combinatie met haar vermakelijke spel. Ze beweegt verleidelijk op het toneel en tegelijkertijd grappig en streng. Maar ook Cesar (countertenor Christophe Dumaux) is adembenemend. Zijn rol beweegt zich van geniepige heerser en vechtlustige machthebber naar een verleidelijke minnaar. Alle klankgradaties spreidt hij tentoon. En uiteraard verdienen Tolomeo, Achilla, Sesto, Curio en Nireno ook de hoofdprijs. Ook hun aandeel is zowel qua toneelspel als zang fenomenaal.

Ook boeiend en knap hoe de interactie tussen de operazangers en het verfijnde barokorkest Le Concert d’Astrée (onder leiding van klavecinist en dirigent Emanuelle Haïm) optimaal verloopt. Het orkest dat de zangers muzikaal draagt, klinkt warm en royaal.

Wie op zoek is naar een operafeest met de tactische liefdesaffaire tussen de historische figuren Julius Caesar en Cleopatra als thema, kan tot 5 februari met een gerust hart een ticket kopen bij de Nationale Opera.

Theater / Voorstelling

Dansende diva heeft zin in liefde

recensie: Igone de Jongh - Zin in Liefde
Igone de Jongh met twee dansersMark Engelen

‘Diva’s’, zoals Maria Callas, Édith Piaf en Whitney Houston, is het overkoepelende thema van de tweede eigen productie van ballerina Igone de Jongh. In Zin in Liefde komen beide aspecten van deze eigengereide vrouwen aan bod: de glitter en glamour, maar ook de schaduwkant van de roem.

Igone de Jongh is zonder twijfel de bekendste Nederlandse ballerina van de afgelopen twintig jaar. Na haar opleiding aan de Nationale Balletacademie in Amsterdam beklom ze in razendsnel tempo de hiërarchische ladder bij Het Nationale Ballet. Vanaf 2019 ging ze verder als zelfstandig danseres. Zin in Liefde is haar tweede eigen productie, waarin ze samen met drie Oekraïense dansers van het door haar opgerichte The United Ukranian Ballet Company het podium bestiert. De choreografieën zijn gemaakt door Sasha Riva, die ook meedanst in de voorstelling, en Simone Repele.

Glitterende start

De titel suggereert een liefdesverhaal, maar de voorstelling centreert zich rondom diva’s. De voorstelling begint veelbelovend met de Jongh, gekleed in een glitterjurk, en haar drie collega’s dansend op Judy Garlands ‘I Got Rhythm’. Een jong meisje op een schommel (gespeeld door Lara Lina Uribe Echevarria of Josephine Krijnen ), vertelt over hoe zij voorbestemd is om een ster te worden: een verwijzing naar de jonge Igone toen zij begon met dansen?

Simpele, maar doeltreffende aankleding

De drie dansers naast de Jongh zijn gekleed in simpele donkerblauwe outfits en geschminkt als pierrots, waardoor hun expressie tijdens het dansen soms lastig is af te lezen. Wellicht is dit de bedoeling, aangezien ze tijdens de voorstelling voornamelijk fungeren als een soort geesten die de diva begeleiden of haar emoties uitbeelden. Het decor is simpel, maar doeltreffend om het verhaal te vertellen. Een kaptafel, vanaf waar de diva droomt van liefde of mijmert over voorbije tijden, en een theatergordijn, maar dan achterstevoren. Hierdoor kijkt het publiek op de rug van de diva en lijkt zo zelf op het podium te staan.

Twee dansers geschminkt als pierrots

Klassieke dans in modern jasje

De dansstijl van de voorstelling kan worden omschreven als klassiek ballet met moderne elementen. Het gracieuze van het klassiek ballet wordt afgewisseld met grovere en schokkerige bewegingen, wat zorgt voor een mooi contrast. Het is verfrissend dat er veel gebruik wordt gemaakt van andere vormen dan stereotype man-vrouw duetten: man-man duetten en trio’s en kwartetten komen allemaal voorbij.

De Jongh is nog altijd een fantastische danseres om te zien en legt moeiteloos een been in haar nek, oftewel een développé in balletjargon. Toch worden de energiekere en technisch uitdagendere choreografieën gedanst door haar collega’s (Alexis Tutunnique, Sasha Riva en Veronika Rakitina). Vooral de petite Rakitina knalt van het podium af. Een lichte teleurstelling waren de te simpele en te lange playbackdans op ‘How Will I Know’ van Whitney Houston en de bureaustoelendans op ‘Padam, padam’ van Édith Piaf. Een dans met zulke attributen is zeer lastig om goed uit te voeren, maar ziet er voor het publiek toch enigszins knullig uit.

Igone de Jongh en een danser

Onduidelijk verhaal

Het verloop van het verhaal is lastig te volgen voor het publiek. De intenties van sommige scènes zijn direct duidelijk, zoals dromen over een nieuwe liefde of het verdriet achter de roem. Echter zijn sommige dansen meer conceptueel en daardoor lastiger te plaatsen binnen de context van het verhaal. Het jonge meisje zou het publiek context moeten verschaffen, maar spreek voornamelijk vage, clichématige zinnen uit, zoals ‘licht zonder donker bestaat niet’. De voorstelling bevat mogelijke autobiografische verwijzingen naar de Jonghs liefdesleven, maar haar nuchtere imago past niet bij het beeld van de getroebleerde diva dat tijdens de voorstelling geschetst wordt. Ten slotte ontbreekt er een grote ontknoping. Het verhaal van de diva eindigt abrupt en laat ons achter met vragen. Komt er een happily ever after of gaat ze ten onder aan de roem?

Prachtige dans voor de liefhebber

Het is jammer dat het verhaal soms onduidelijk en clichématig is, maar de scherpe en energieke dans van de drie ‘pierrots’ afgewisseld met de rustigere stukken van de Jongh, maken veel goed. Zin in Liefde is zeker een aanrader voor liefhebbers van klassiek ballet en moderne dans.