Tag Archief van: Theater

Theater / Voorstelling

Wervelende EXIT Macbeth door NNT

recensie: EXIT Macbeth - Noord Nederlands Toneel

Al is het ‘echte’ toneelstuk Macbeth van Shakespeare diens kortste stuk, met EXIT Macbeth sta je na negentig minuten alweer op straat. Je verliest veel Shakespeare, en krijgt er een amalgaam aan overrompelende beelden, spel, dans en muziek voor terug.

Wat je niet krijgt te zien en te horen, vertelt de poort- of zaalwachter (Sarah Janneh) die ons aan een deur van de zaal al welkom heet aan het begin, voor het doek opgaat. ‘Enter’ … zegt ze, gevolgd door van alles en nog wat. Ze refereert aan de opera Macbeth van Giuseppe Verdi, die voor een latere versie een ballet toevoegde. Verdi horen we in flarden voorbij komen, het ballet valt er door de bewegingen van vijf toneelspelende en dansende actrices (performers) bij te bedenken.

Dat ‘erbij denken’ is de spil waarom het in die anderhalf uur draait. Het begint al met een esthetisch toneelbeeld achter een tule, half-doorzichtig toneelgordijn dat gedurende de avond heen-en-weer wordt geschoven. Versluieren en ontsluieren. Daarachter zien we semi-abstracte beesten hangen die doen denken aan beelden zoals Berlinde De Bruyckere ze maakt.

Dieren, bomen en magie

Over die dieren gaat het onder meer, en over wat we ze als mens aandoen. En over bomen, die rechtstreeks zijn ontleend aan het wandelende woud van Bernam (soldaten met boomtakken) in Macbeth. Met die dieren (een vos, een gier, een schaap, een meeuw en ga zo maar door) wordt op het toneel zowel gesold als liefdevol omgegaan. Soms zijn het waarschuwingen over hoe we met dieren en het milieu omgaan; op een gegeven moment worden door een airco allemaal plastic zakken de zaal ingeblazen, ondersteund door rook uit een rookmachine. Zakken die door Sarah Janneh weer netjes worden opgehaald trouwens, als is zij deel van de Plastic Soup Foundation. En nee, het zijn geen dode dieren die we te zien krijgen, maar dierenpoppen van Michael Pietsch, gemaakt in samenwerking met een taxidermist (iemand die dieren prepareert en opzet) van het Berlijns Natuurmuseum.

Maar het gaat ook over vrouwen, over magische gebeurtenissen en heksen; ‘het decor’ of ‘de figuranten’ van Macbeth die anders nauwelijks aan het woord komen. Zo heet het in het programmablad bij de voorstelling door het Noord Nederlands Toneel.

Het is dus geen Macbeth-bewerking die de theatermakers Jana Vetten (freelance regisseur bij verschillende theaterhuizen in Duitsland en Oostenrijk) en Jean-Christoph Gockel (lid van de artistieke leiding van de Münchener Kammerspiele) maakten, maar een antwoord op het toneelstuk van Shakespeare; ‘Vraag, antwoord, vraag’, zoals Anna Enquist in een ander verband een gedicht noemde. Vragen aan ons, toeschouwers, antwoorden van Shakespeare en vele andere schrijvers en denkers.

Een collage die je meeneemt

In de collage die dit oplevert, kun je je als toeschouwer geheel laten meevoeren. Even lijkt het of de voorstelling op driekwart van de avond inzakt, maar dat is van korte duur want nee, verder gaat het weer, met gezwinde spoed. Met een dans van de vijf performers aan een ketting die doet denken aan paaldansen, met een improvisatie door een naakte Rosie Reith (IMPROVISATIE lezen we telkens weer op de boventiteling), die even later op een bezemsteel rondcirkelt als een vrije vogel boven het podium. Een veelzeggend slotbeeld.

De talen (Nederlands, Engels, Duits) waarin wordt gesproken buitelen over elkaar, als is het een Babylonische spraakverwarring. Ja, zelfs de blijkbaar fragiel bevestigde boventiteling – zowel links als rechts van het podium – doet mee door telkens heen-en-weer te bewegen.

Als toeschouwer (naar verluidt zijn er bij de eerste avond in Amsterdam slechts 77 mensen) ga je erin mee of niet. Op slechts een enkel afkeurend gefluit op het eind na gaat het overwegend jonge publiek, meest muisstil en een enkele keer hardop lachend, wel in het spel en/of de associaties mee.

Associaties en waarschuwingen te over

Ga maar na: een sluierdans die aan die van de Bijbelse Salomé doet denken, citaten die je helemaal of bijna thuis kunt brengen, zoals dat over het nadenken over de tijd (Kierkegaard?). Flarden Shakespeare, flarden Verdi, een mooie soundscape van componist Matthias Grübel en flarden tekst over heksen. Je krijgt het als toeschouwer allemaal voor de kiezen en je kunt je er, als bij een spel, kostelijk mee vermaken.

Nee, het is geen Macbeth en dat moet je als toeschouwer ook niet verwachten. Het is zelfs geen bewerking, het is EXIT Macbeth. Afgevoerd, als symbool van het machisme. Je voelt intuïtief aan waar het de hele avond om draait, maar je moet het niet proberen te begrijpen. Want als je dat gaat doen, ben je verloren.

 

 

Theater / Voorstelling

Wervelende EXIT Macbeth door NNT

recensie: EXIT Macbeth - Noord Nederlands Toneel

Al is het ‘echte’ toneelstuk Macbeth van Shakespeare diens kortste stuk, met EXIT Macbeth sta je na negentig minuten alweer op straat. Je verliest veel Shakespeare, en krijgt er een amalgaam aan overrompelende beelden, spel, dans en muziek voor terug.

Wat je niet krijgt te zien en te horen, vertelt de poort- of zaalwachter (Sarah Janneh) die ons aan een deur van de zaal al welkom heet aan het begin, voor het doek opgaat. ‘Enter’ … zegt ze, gevolgd door van alles en nog wat. Ze refereert aan de opera Macbeth van Giuseppe Verdi, die voor een latere versie een ballet toevoegde. Verdi horen we in flarden voorbij komen, het ballet valt er door de bewegingen van vijf toneelspelende en dansende actrices (performers) bij te bedenken.

Dat ‘erbij denken’ is de spil waarom het in die anderhalf uur draait. Het begint al met een esthetisch toneelbeeld achter een tule, half-doorzichtig toneelgordijn dat gedurende de avond heen-en-weer wordt geschoven. Versluieren en ontsluieren. Daarachter zien we semi-abstracte beesten hangen die doen denken aan beelden zoals Berlinde De Bruyckere ze maakt.

Dieren, bomen en magie

Over die dieren gaat het onder meer, en over wat we ze als mens aandoen. En over bomen, die rechtstreeks zijn ontleend aan het wandelende woud van Bernam (soldaten met boomtakken) in Macbeth. Met die dieren (een vos, een gier, een schaap, een meeuw en ga zo maar door) wordt op het toneel zowel gesold als liefdevol omgegaan. Soms zijn het waarschuwingen over hoe we met dieren en het milieu omgaan; op een gegeven moment worden door een airco allemaal plastic zakken de zaal ingeblazen, ondersteund door rook uit een rookmachine. Zakken die door Sarah Janneh weer netjes worden opgehaald trouwens, als is zij deel van de Plastic Soup Foundation. En nee, het zijn geen dode dieren die we te zien krijgen, maar dierenpoppen van Michael Pietsch, gemaakt in samenwerking met een taxidermist (iemand die dieren prepareert en opzet) van het Berlijns Natuurmuseum.

Maar het gaat ook over vrouwen, over magische gebeurtenissen en heksen; ‘het decor’ of ‘de figuranten’ van Macbeth die anders nauwelijks aan het woord komen. Zo heet het in het programmablad bij de voorstelling door het Noord Nederlands Toneel.

Het is dus geen Macbeth-bewerking die de theatermakers Jana Vetten (freelance regisseur bij verschillende theaterhuizen in Duitsland en Oostenrijk) en Jean-Christoph Gockel (lid van de artistieke leiding van de Münchener Kammerspiele) maakten, maar een antwoord op het toneelstuk van Shakespeare; ‘Vraag, antwoord, vraag’, zoals Anna Enquist in een ander verband een gedicht noemde. Vragen aan ons, toeschouwers, antwoorden van Shakespeare en vele andere schrijvers en denkers.

Een collage die je meeneemt

In de collage die dit oplevert, kun je je als toeschouwer geheel laten meevoeren. Even lijkt het of de voorstelling op driekwart van de avond inzakt, maar dat is van korte duur want nee, verder gaat het weer, met gezwinde spoed. Met een dans van de vijf performers aan een ketting die doet denken aan paaldansen, met een improvisatie door een naakte Rosie Reith (IMPROVISATIE lezen we telkens weer op de boventiteling), die even later op een bezemsteel rondcirkelt als een vrije vogel boven het podium. Een veelzeggend slotbeeld.

De talen (Nederlands, Engels, Duits) waarin wordt gesproken buitelen over elkaar, als is het een Babylonische spraakverwarring. Ja, zelfs de blijkbaar fragiel bevestigde boventiteling – zowel links als rechts van het podium – doet mee door telkens heen-en-weer te bewegen.

Als toeschouwer (naar verluidt zijn er bij de eerste avond in Amsterdam slechts 77 mensen) ga je erin mee of niet. Op slechts een enkel afkeurend gefluit op het eind na gaat het overwegend jonge publiek, meest muisstil en een enkele keer hardop lachend, wel in het spel en/of de associaties mee.

Associaties en waarschuwingen te over

Ga maar na: een sluierdans die aan die van de Bijbelse Salomé doet denken, citaten die je helemaal of bijna thuis kunt brengen, zoals dat over het nadenken over de tijd (Kierkegaard?). Flarden Shakespeare, flarden Verdi, een mooie soundscape van componist Matthias Grübel en flarden tekst over heksen. Je krijgt het als toeschouwer allemaal voor de kiezen en je kunt je er, als bij een spel, kostelijk mee vermaken.

Nee, het is geen Macbeth en dat moet je als toeschouwer ook niet verwachten. Het is zelfs geen bewerking, het is EXIT Macbeth. Afgevoerd, als symbool van het machisme. Je voelt intuïtief aan waar het de hele avond om draait, maar je moet het niet proberen te begrijpen. Want als je dat gaat doen, ben je verloren.

 

 

Theater / Voorstelling

Een viering van het woord in al zijn vormen

recensie: Mensen Zeggen Dingen
MZD_EKKO_Utrecht_28 september 2022_Rosa Quist_034Rosa Quist

Elke avond een andere groep performers, elke avond andere verhalen, elke avond een eigen thema. Dat is het idee van Mensen Zeggen Dingen, dat na een drukke festivalzomer weer aan een clubtour begonnen is in Nederland en België. Wij namen een kijkje bij de aftrap van het nieuwe seizoen bij EKKO in Utrecht.

Mensen Zeggen Dingen is een platform voor spoken word, letterlijk vertaald ‘gesproken woord’: de voordracht van allerlei verschillende vormen van literatuur. Het is inmiddels een vaste waarde geworden in EKKO, de ongedwongen bruine kroegsfeer van het kleine Utrechtse cultuurpodium leent zich dan ook perfect tot een literaire avond. In de volle zaal zijn houten banken neergezet, maar ook op de trappen en tegen de bar zit of staat publiek. De avond wordt vlot aan elkaar gepraat door Teddy Tops, de artistiek leider van Mensen Zeggen Dingen. Die maakt ook meteen duidelijk dat je pech hebt als je je wil opgeven als deelnemer: alle dichters, artiesten en performers worden gescout – ergens je werk gaan voorlezen en hopen dat je opvalt is dus de boodschap. Die strenge selectie maakt wel dat het niveau van de sprekers duidelijk een stuk hoger ligt dan bij de doorsnee poetry slam.

Zware materie luchtig verteld

Nog voor Tops op het toneel verschijnt, wordt de avond lichtelijk abrupt afgetrapt door Mahat Arab, die niet officieel op de line up staat en ook niet wordt aangekondigd, maar dienst doet als een soort opwarmer voor het publiek. Als winnaar van de ILFU Verhalenwedstrijd vorig jaar slaagt hij goed in dat opzet: het eerste vingergeknip (een minder verstorend alternatief voor klappen, gangbaar tijdens poetry slams) klinkt steeds minder voorzichtig door de zaal. Na de officiële openingswoorden van Tops is het de beurt aan de jonge spoken word artieste Nour Jordan, bij wie de thema’s onrechtvaardigheid en culturele identiteit een rode draad vormen doorheen haar werk. Door te beschrijven hoe ze zich voelt met metaforen als “een kamerplant in een terracotta pot”, weet ze de zware materie luchtig en bij momenten zelfs grappig te houden. Vooral haar monoloog die ze richt aan ingebeelde witte man ‘Peter’, geïnspireerd door de Amerikaanse dichteres Porsha Olayiwola, valt in de smaak.

Special guest van de avond is Linde van Wingerden, die tweede werd op het NK Poetry Slam dat het weekend daarvoor plaatsvond. Net als tijdens het NK was hun gedicht over nachtvlinders en seksueel ongewenst gedrag – waar netjes een trigger warning voor kwam – het hoogtepunt van de performance. Als toeschouwer kan je hierdoor alleen maar hopen dat van Wingerden snel hun vooralsnog kleine repertoire uitbreidt.

Aanstekelijke energie

De avond telt maar liefst twee pauzes die ietwat overbodig aanvoelen: waren ze een tegemoetkoming aan de slinkende aandachtsspanne van de huidige generatie of dienen ze vooral om de bar van EKKO te spekken? Na elke pauze wordt de zaal ietsje leger, maar de mensen die vertrokken zijn hebben ongelijk. Ze missen namelijk het optreden van gepubliceerde dichter Merlijn Huntjens, die ter plekke nog even moet bedenken welke gedichten hij nu eigenlijk wil voorlezen, maar wiens poëzie over alledaagse dingen een schot in de roos blijkt bij het publiek. Schrijver Marthe van Bronckhorst is met haar performance van een column, een gedicht én een strijdlied ongetwijfeld de meest diverse act van de avond. De prijs voor meest enthousiaste duo gaat ongetwijfeld naar zus en broer Cheyenne Toney en Guillano Herdigein, die voor de eerste muzikale noot zorgen deze avond. Het gaat niet helemaal van een leien dakje, maar uiteindelijk is de energie van vooral Cheyenne aanstekelijk en zingt het publiek soms zelfs voorzichtig mee.

Oude bekenden en nieuw talent

De laatste spoken word artiest is Sabina Lukovic, en aan alles is te zien dat zij bij Mensen Zeggen Dingen een oude bekende is: haar standvastige tred naar het podium, de geluiden van herkenning uit de zaal, maar vooral haar slimme teksten over kwetsbaarheid en mentale gezondheid die keihard raken. De hekkensluiter van de avond is nederpop singer-songwriter Tim Koehoorn. Met teksten als “Ik droomde ooit dat mijn verlatingsangst mij verliet” snap je waarom hij dit jaar het voorprogramma van Lucky Fonz versierde, en zijn knullige intermezzo’s maken hem onweerstaanbaar sympathiek.

Mensen Zeggen Dingen is als vanouds weer een fijne viering van het woord in al zijn vormen, en deze seizoensopener belooft veel goeds voor de rest van het seizoen. Of ze nu van poëzie houden of niet: trommel je vrienden, familie en collega’s op, check de agenda voor de rest van het seizoen en ga een avondje luisteren naar de dingen die mensen te zeggen hebben.

Theater

Tom Driesen ademt poëzie

recensie: ILFU Festival - NK Poetry Slam 2022

Op het ILFU festival in Utrecht werd wederom traditiegetrouw uitgemaakt wie de allerbeste slamdichter van Nederland is tijdens de twintigste editie van het NK Poetry Slam – een ‘verbale bokswedstrijd’, zoals ze het zelf noemen. Op 22 september stonden acht dichters op het podium die de regionale halve finales hadden doorstaan. Stuk voor stuk hebben ze dapper gestreden, maar de jury en het publiek waren unaniem over de winnaar Tom Driesen: ‘Tom ademt poëzie.’

Als tegenhanger van droge poëzievoordrachten ontstond in de jaren 70 het idee van de eerste poetry slam in de Verenigde Staten. Zoals wel vaker duurde het even voor dat idee overwaaide naar Nederland: pas eind jaren 90 kwam het fenomeen hier echt op gang en sinds 2005 is Utrecht, toepasselijk de ‘UNESCO City of Literature’, vaste gastheer. De finalisten komen uit voorrondes georganiseerd door verschillende organisaties in heel Nederland. Ook uit België komen twee kandidaten overgewaaid: traditiegetrouw wordt er ook een voorronde in Antwerpen georganiseerd.

Omstreden decibelmeter

Zoals het een goede poetry slam betaamt, was de mening van het publiek doorslaggevend: die werd na elke ronde bepaald aan de hand van een decibelmeter. Een driekoppige vakjury bestaande uit schrijver en voormalig stadsdichter van Groningen Joost Oomen, spoken word artieste Esohe Weyden en muzikant Thijs Boontjes deed daarnaast zijn best die mening van het publiek zo goed mogelijk te vormen en kneden door onderbouwd commentaar en een cijfer op tien. Die kans kreeg de jury echter enkel in de eerste twee rondes; in de finalebattle streden de twee laatst overgebleven dichters om het hoogste cijfer op de decibelmeter. Het is een gebruikelijk format, maar wel een die vaak op kritiek stuit. Wint de dichter die het beste kan slammen, of wint de dichter die de meeste vrienden en familie heeft meegebracht?

Vriendjespolitiek?

In de eerste ronde kregen alle acht kandidaten drie minuten de tijd om het beste van hun schrijf- en voordrachtkunsten te laten zien. Een rode lamp gaf het naderende einde van hun voordracht aan, en als de dichters langer door zouden gaan dan de aangegeven tijd, zouden ze gestraft worden (alleen waren presentatoren Daan Doesborgh en Sophia Blyden even vergeten te vermelden waar die straffen dan precies uit bestonden). Uit die eerste ronde kwamen de Belgische docent en ervaren dichter Tom Driesen, maar ook Utrechtse student Linde van Wingerden en tatoeëerder en kunstenaar Ko de Kok als duidelijke publieksfavorieten naar voren.

Verrassend was het gebrek aan enthousiasme voor spoken word artiest en ervaren slammer Suzanne Krijger: ondanks haar voorgeschiedenis wist ze deze keer het publiek en de jury niet helemaal te bekoren, wél wist ze een stempel op de avond te drukken. Toen het optellen van de decibelmeter en het cijfer van de jury even op zich liet wachten, trad Krijger in de spotlights met een gedicht dat een staalharde kritiek vormde op de vermeende vriendjespolitiek van grote slamwedstrijden. Dat ze haar plek op het podium claimde seconden nadat er op het grote scherm achter haar verschenen was dat ze niet doorging naar de tweede ronde had heel ongemakkelijk kunnen zijn, maar Krijger gaf geen krimp en stal alsnog de show. Een knap staaltje lef en een mooi voorbeeld van het onvoorspelbare karakter van poetry slams.

Rechttoe rechtaan versus vernuftige woordkunst

Vijf dichters bleven over in de tweede ronde: naast de bovengenoemde drie favorieten dongen ook Angelika Geronymaki en Madelief Lammers nog mee naar de winst. Beiden hadden ze duidelijk hun beste materiaal bewaard voor de tweede ronde. Waar de beeldende poëzie van Geronymaki eerst nog wat moest landen bij het publiek, bracht ze in dit stadium van de wedstrijd duidelijk een golf van ontroering teweeg in de zaal, mede door haar sterke performance. Ook Lammers absurdistische stream of consciousness werd gewaardeerd. Ko de Kok bleef sterk, maar maakte een minder duidelijke evolutie door dan de andere kandidaten.

Topfavorieten Driesen en Van Wingerden stootten uiteindelijk door naar de battle. Men kan zich afvragen of het een eerlijk gevecht was: de strijd tussen een doorwinterde poëet die zichzelf al stadsdichter van Turnhout heeft mogen noemen, en een student die maar liefst drie (!) studies combineert met hier en daar een gedicht schrijven. Hoewel van Wingerden sterk uit de eerste twee rondes kwam, leek de uitkomst van de battle al beslist voor die überhaupt begonnen was: diens rechttoe rechtaan poëzie was simpelweg niet opgewassen tegen de vernuftige woordkunst van Driesen. Die laatste ging naar huis met lovend commentaar van de jury, een roodgloeiende decibelmeter, duizend euro prijzengeld en de Gouden Vink wisseltrofee, vernoemd naar Simon Vinkenoog. Een terechte afgevaardigde voor het Europees Kampioenschap Poetry Slam, en een mooie afsluiter van een enerverend avondje slam poetry.

Theater / Voorstelling

Circusartiesten als uitstervend ras

recensie: Trapeze - Burghardt & Van Wees

Beneden, in de piste, dáár gebeurt het. Daar speelt zich het leven van de echte circusartiesten af. De wachtende trapezewerkers Bert en Henri kijken erop neer, vanaf hun basis in de nok van de tent, terwijl ze kibbelend het leven doornemen. Ze zijn tot elkaar veroordeeld, maar de vraag is voor hoe lang nog.

Het circus is definitief op zijn retour, als we Trapeze van schrijvers Kees Prins en Roel Bloemen moeten geloven. De artiesten zijn zo stokoud dat ze hun houdbaarheidsdatum allang zijn gepasseerd wanneer ze ten langen leste de laan worden uitgestuurd. Zelfs de ezel is vanwege zijn vergevorderde leeftijd afgemaakt.

Acrobaten die tegen beter weten in volhouden, zijn eigenlijk sneue, beklagenswaardige mensen. Henri en Bert, een duo van trapezewerkers, zijn van die types, die het archaïsche vak volhouden. Een lange betweter en zijn korte collega die weliswaar de slimste is, maar die zich de les laat lezen om de lieve vrede te bewaren.

Op verzoek van zijn vriendin wil ‘vlieger’ Bert (Bas Hoeflaak) de rekstok in de wilgen hangen, maar hij durft dat niet te vertellen aan ‘vanger’

Henri (Peter Blok). Henri is een telg uit een oude circusfamilie, voor wie de trapeze niet alleen een baan is, maar een manier van leven. Samen staan ze in zo’n strak wit pakje met geprononceerde geslachtsdelen in de nok van de prachtige rood/wit gestreepte circustent te wachten tot hun act eindelijk aan de beurt is.
De buitenwereld dringt zich meer en meer aan de trapezewerkers op via een mobiele telefoon. Die confronteert hen, daar boven op hun plankje, steeds met de echte wereld, waarop zij geen vat hebben.

Jiskefet

Schrijvers Prins en Bloemen betogen in deze Jiskefetachtige tragikomedie dat het zieltogende circus eigenlijk niet meer van deze tijd is, met zeehonden en olifanten en slangenmensen.
Kees Prins regisseert Trapeze ook. Hij laat zijn spelers tussen naturel acteren en vet schmieren in bungelen. Die tweeslachtigheid is jammer, omdat daarmee de tragische angel van het commentaar op het ouderwetse circusleven minder scherp wordt. Peter Blok en Bas Hoeflaak zijn als spelers wel aan elkaar gewaagd, als lange wijsneus en korte slimmerik.

Witzen

De tekst van Prins en Bloemen speelt wel erg op de lach, wat lastig is wanneer de grappen melig zijn: de eenwieler heeft een lekke band; de messenwerper heeft de ziekte van Parkinson; dat soort flauwe witzen komt geregeld langs.

Eigenlijk komen spelers en tekst pas echt goed op stoom wanneer de voorstelling al een heel tijdje onderweg is. Pas dan vallen tekst, timing en samenspel mooi op hun plaats. Dan wint de voorstelling aan spanning, wordt de situatie van de twee mannen op hun eenzame plankje daadwerkelijk ontroerend en tragisch.

Theater / Voorstelling

Theaterdebuut waar alles aan klopt

recensie: De wanen - Ingmar Heytze

Er zijn producties waarbij alles helemaal klopt: de tekst, regie, het spel, de dramaturgie, het decor, kostuum(s), de muziek en het lichtontwerp. Zo’n productie is De wanen die momenteel als lunchtheater wordt opgevoerd in Theater Bellevue in Amsterdam.

De wanen is het theaterdebuut van dichter Ingmar Heytze. Hij werkte in 2011 aan een dichtbundel, De atlas van wanen, die nooit is gepubliceerd. Nu is de tekst omgewerkt tot een indrukwekkend toneelstuk over de meest verschrikkelijke wanen, zoals het horen van stemmen in het hoofd of het zien van dingen die er niet zijn.

De tekst van De wanen

Oorspronkelijk zou het stuk worden gespeeld door Abke Haring, als Louisa. Maar nadat zij zich vanwege persoonlijke omstandigheden terugtrok, is de rol overgenomen door Alwin Pulinckx. De tekst is daarom wat aangepast. Pulinckx speelt nu Louis, plus nog een aantal andere personages. In het gepubliceerde script staat links de tekst van Louis(a) en rechts de tekst van andere rollen.

Het zal geen verbazing wekken dat de tekst van Heytze zeer poëtisch is, met bijvoorbeeld prachtige metaforen, zoals die over breekbaar en doorzichtig glas, binnen- en buitenwereld. Waarbij de toeschouwer misschien onwillekeurig moet denken aan Glazen speelgoed van Tennessee Williams. Zoals je bij een zinsnede als ‘Ik sta altijd vroeg op want ik moet eerst al die kleren aan’ het personage Jas van Marieke Lucas Rijneveld door het hoofd schiet.

Dan zijn er weer meer filosofische beelden en ideeën die voorbijkomen: ‘Hoe moet ik die (koffie, EvS) drinken, als ik zelf die koffie ben, of als die koffie niet bestaat, hooguit als idee, in mij?’ Of wordt de discussie aangegaan met mensen als Dick Swaab: bestaan wij voor 100% uit moleculen of is er meer? Zulke echo’s zijn opzet, schrijft Heytze in zijn aantekeningen achterin de uitgave van zijn tekst.

De opvoering van De wanen

Wat regisseur Olivier Diepenhorst, dramaturge Janine Brogt en acteur Alwin Pulinckx met de tekst doen, grenst aan het ongelofelijke. Allereerst natuurlijk omdat Pulinckx de tekst in korte tijd moest instuderen, maar vooral om de enorme subtiliteit die hij in zijn bewegingen en mimiek weet te leggen. Hij beweegt slalommend over het toneel (een decor van Lidwien van Kempen), tussen houten palen door. Het lijken wel heipalen, die hem houvast moeten geven. Of een doolhof, om in te verdwalen. Op een gegeven moment ligt hij zelfs op de grond, uit het spel gevallen, terwijl de stoppen almaar blijven doorslaan. Dat laatste wordt effectief in beeld gebracht dankzij het lichtontwerp van Yuri Schreuders.

Iets soortgelijks geldt voor het eenvoudige kostuum (van Rebekka Wörmann) en de bescheiden muziek van componist Christiaan Verbeek – een naam om te onthouden. Neem de slotpassage waarin zijn elektronische muziek met de tekst mee vervormt van hartgeklop via de tijd die wegtikt naar het donkere geluid van een roerdomp en het ritme van een rijdende trein.

Zo vallen er nog meer, veel meer voorbeelden te noemen, maar het is beter om het stuk zelf te gaan zien en het op je te laten inwerken. Het is groots, in alle bescheidenheid. Of misschien mede daardoor.

Theater / Voorstelling

Feestelijke feelgood musical over lesbienneleed

recensie: The Prom - De Graaf & Cornelissen Entertainment

De wereld van de glitter en glamour van Broadwaysterren en de leefwereld van tieners op een provinciale middelbare school, staan mijlen ver van elkaar. De musical The Prom brengt deze twee werelden op een humoristische wijze samen  in hun strijd tegen ‘lesbienneleed’.

De Graaf & Cornelissen Entertainment brengt dit theaterseizoen de Nederlandse versie van de feelgood hitmusical The Prom naar theaters door heel Nederland. Deze musical uit 2016 is in 2020 verfilmd en werd een Netflix-hit met Meryl Streep en James Cordon, maar de musical in het theater blijkt nóg leuker.

Universeel thema, origineel verhaal

‘Jezelf zijn’ is een universeel thema van vele verhalen en ook The Prom waagt zich aan dit thema en weet dit op een originele manier te doen: wat doe je als je als Broadwayster te arrogant gevonden wordt en je alleen maar slechte recensies krijgt? Dan laat je zien dat je onbaatzuchtig bent en jij je naasten lief hebt. Maar hoe? Huizen bouwen voor de armen lijkt de sterren wat ver te gaan, ze zoeken makkelijk oplosbaar leed en dat denken ze te vinden in het ‘lesbienneleed’ van Emma (Julliëtte van Tongeren). Dit meisje uit Indiana wil graag met haar vriendin naar het gala, maar de ouderraad is bang dat hun kinderen hierdoor ook homoseksueel worden en lassen het gala af. Een probleem dat de extravagante gay(iconen) Broadwaysterren wel even oplossen, toch?

In The Prom clasht alles: de grote stad tegenover het platteland, pubers tegenover mensen van middelbare leeftijd, glitter en glamour tegenover alledaagsheid en vrijheid tegenover onvrijheid. Het is een humoristische musical vol wijze levenslessen, glitter, grootse Broadwaychoreografieën en typische highschool problemen.

Een vleugje polder in Amerika

De musical is typisch Amerikaans, met de werelden van het provinciale Indiana en Broadway die botsen. Het is een parodie op beide werelden, maar deze Nederlandse versie past goed in ons kikkerlandje. De humor is namelijk prima vertaald door Jurriaan van Dongen met grapjes die alleen Nederlanders begrijpen (‘Wat kan ze goed zwemmen’ een knipoog naar de beruchte uitspraak van Chantal Jansen) en inside jokes voor theaterliefhebbers (over het lied ‘Mijn leven is van mij’ en de vertolking van Zazu in The Lion King). De Engelse liedteksten zijn catchy en dat blijven ze in het Nederlands ook, zo wordt ‘Love thy Neighbour’ ‘Naastenliefde’ en ‘Life’s no dress rehaersal’ ‘’t Is geen repetitie’.

Internationale musicalster Pia Douwes speelt haar rol als theaterdiva Deedee met verve. Ze zingt en speelt de sterren schijnbaar moeiteloos van de hemel. Het is erg fijn haar weer zo op het podium te zien, nadat ze in 2019 plots haar stem had verloren. Aan Dennis Willekens, Barry, heeft ze een goede tegenspeler die met regelmaat de lachers op zijn hand heeft, maar ook  af en toe zorgt voor wat ontroering. Ook de over de top Trent (Barry Beijer) zorgt voor veel humor op het podium. Bovendien is het erg fijn om Joke de Kruijf te zien schitteren als vermoeide Broadwayster en Winneke Remmers als boze voorzitter van de ouderraad. Te midden van alle glitter en glamour zet de jonge Juliette van Tongeren juist een hele ontroerende, zonder poespas, Emma neer. Waar de andere acteurs veel shownummers hebben, staat Juliëtte regelmatig alleen op het podium en weet te ontroeren met haar geloofwaardige en kleine spel. Net als Emma laat Juliëtte zich niet gek maken door alle grote namen op het podium.

De musical staat als een huis. Het decor is functioneel en feestelijk, de regenboogkleuren komen veel terug. Bovendien wordt er met de vele feestjes uitgepakt qua kostuums en is de glitter nooit ver weg. Sterk is ook de keuze om de musicalversie uit 2016 te volgen en niet de filmversie van Netflix. Het verhaal is namelijk genuanceerder en laat Emma nu goed in de spotlight staan, terwijl er in de filmversie (te) veel aandacht gaat naar het drama uit Barry’s jeugd.

Kortom, The Prom zorgt voor een feestje in de theaterzaal. Een echte groot uitgepakte feel good musical, die het de moeite waard maakt om naar het theater te gaan. Een groot ensemble, mooie kostuums, goede acteurs, een goede vertaling. Ik zou zeggen: Netflix eat your heart out. Dit feestje vol glitter en glamour is namelijk op het podium én in de zaal.

Theater / Voorstelling

De nachtmerrie van iedere ouder

recensie: Girls and Boys - Toneelgroep Oostpool

Onder regie van Daria Bukvić neemt Hadewych Minis haar publiek mee in een ijzingwekkend verhaal dat begint als een luchtige boy meets girl-story, maar eindigt in een gitzwart drama. Met haar open en eerlijke spel toont Minis hoe een personage de grootst mogelijke pijn te verwerken krijgt en probeert nieuwe houvast te vinden. De voorstelling laat je naar adem happend achter. Weet dat de recensie spoilers bevat.

De zo onschuldig klinkende titel Girls and Boys (2018) is een toneelstuk van de veelgeprezen Britse toneelschrijver Dennis Kelly, vertaald door Han van Wieringen. In Londen is het gespeeld door Carey Mulligan, hier brengt de Bosnisch-Nederlandse Daria Bukvić (1989) de voorstelling als een onewomanshow van Hadewych Minis. Een sterk staaltje performance, waarbij je het gegarandeerd niet droog houdt.

Horrorscenario

En dan wordt het plots doodstil in de zaal. Zojuist is er nog hard gelachen om de boude grappen waarmee het vrouwelijke personage haar impulsieve levenskeuzen als midtwintiger beschrijft. Actrice Hadewych Minis pakt het publiek volledig in met haar cabareteske begin van Girls and Boys. Beeldende beschrijvingen over dronken seks in plasjes kots rollen zo over haar lippen. Maar diezelfde humor is ver te zoeken wanneer ze begint te vertellen over haar huwelijk met de vader van haar kinderen. Ze leert haar inmiddels overleden ex-man kennen op het vliegveld waar ze hem eigenlijk ook al meteen een klootzak vindt. Toch valt ze voor hem en ziet zelfs af van een abortus bij de eerste zwangerschap. Zo bang is ze om hem kwijt te raken.

Hoewel Minis het publiek van tevoren waarschuwt, ben je als toeschouwer niet opgewassen tegen de ijzersterke monoloog die daarop volgt. Met een bedrieglijk kalme stem vertelt ze hoe allebei haar kinderen zijn vermoord door hun vader. Daarbij wijst ze de plekken aan waar hij ze in hun lichaam heeft gestoken met een mes. Eerst haar zoon en daarna haar dochter.

Femicide in Nederland

Maar het verhaal gaat over meer dan alleen kindermoord. Bovenal is het stuk gericht op geweld tegen vrouwen. Zo worden de machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen pijnlijk blootgelegd. Want hoe kan het zo zijn dat we nog steeds in een samenleving leven die gericht is op mannen? Dat is de grote vraag in deze voorstelling. Bijna elke 8 dagen wordt er in Nederland een vrouw vermoord omdat ze een vrouw is. Toch is femicide hier, anders dan in Frankrijk of Spanje, nauwelijks een onderwerp. Hoe kan dat? Onze huidige maatschappij is ingericht door en voor mannen. De wet maakt nu nog onderscheid in de strafmaat van verschillende moorden. Hierdoor worden veel daders van moord ten gevolge van (ex)partnergeweld berecht tot een minder lange straf én komt niet de noodzaak naar voren in het aanpakken van femicide bij Justitie en Veiligheid.

Girls and Boys toont de impact van de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen en laat zien waar het vaak mis gaat in de opvoeding. De voorstelling is gedurfd en past helemaal bij de tijdsgeest van nu. Hadewych Minis weet de juiste snaar te raken en brengt daarmee femicide en gendergerelateerd geweld weer onder de aandacht bij het grote Nederlandse publiek. Ook toont ze haar veelzijdigheid als actrice en geeft betekenis aan het vrouw-zijn.

 

Theater / Voorstelling

EEN WERVELWIND VAN EEN OPERAVOORSTELLING

recensie: A Midsummer Night’s Dream - Opera Zuid

De voorstelling van de opera A Midsummer Night’s Dream van Benjamin Britten (1960) door Opera Zuid begon eigenlijk al op de statige trappen van Internationaal Theater Amsterdam (ITA). Terwijl je tussen bloemetjes op de treden rustig naar boven liep, kwam je gaandeweg toneelspelers tegen die telkens een citaat uit het gelijknamige toneelstuk van Shakespeare voor je opzegden. Zoiets als: ‘Puck zegt: “Hebben wij schimmen u niet bevallen, denk dan: “Ik was in slaap gevallen.” Wat u in die slaap verscheen, vluchtte als een droombeeld heen’.

Zo heb je gaandeweg al heel wat poëtische teksten te horen gekregen, maar als je dacht dat het daarbij bleef, dan had je het als bezoeker mis. De opvoering begon met een vragenvuur dat vanaf het podium op de zaal werd losgelaten. ‘Gaat u staan als u het eens bent met …’. En dat waren vaak geen gemakkelijke vragen, zoals: ‘Heeft u uw grote liefde wel eens bedrogen?’ Citaten, en nu vragen die allemaal voortkwamen uit het stuk van Shakespeare en aan de accenten van regisseur Ola Mafaalani, die hiermee haar debuut maakte bij Opera Zuid.

Accenten

Accenten die varieerden van het benadrukken van het verschil tussen droom en werkelijkheid, liefde en haat, donker en licht. En dat alles te midden van de komedie die A Midsummer Night’s Dream is. Het waren vragen die de komedie te boven gaan.

De hiervoor genoemde Puck, de dienaar van Oberon, de koning der schaduwen en elven, leek wel als een soort tussenpersoon te fungeren. De rol werd uitgevoerd door actrice, regisseur en aerialist (luchtacrobaat) Dreya Weber. De meeste tijd draaide ze rond in stukken stof, aangekondigd door snelle trompetloopjes en tromroffeltjes uit de orkestbak, waarin het op de toppen van hun kunnen spelende philharmonie zuidnederland zat, het orkest van Noord-Brabant, Limburg en Zeeland dat stond onder leiding van de Belgische dirigent Karel Deseure.

De opvoering

Componist Benjamin Britten (1913-1976) vraagt veel van de uitvoerenden. Zowel van het orkest als van de vocale solisten en het kinderkoor (de elfjes, gezongen door de Limburgse koorschool). Onderwijl zijn zij doende om samen met chefkok André Amaro in de keuken van Theseus chocola te smelten. Dit vervangt het magische bloemensap uit het stuk van Shakespeare. Ze zijn er al mee bezig als het publiek de zaal inkomt, net zoals zes werklieden reeds aan het timmeren zijn voor het stuk echt begonnen is. Later voeren zij het stuk Pyramus en Thisbe op ter gelegenheid van het huwelijk van Theseus en Hippolyta. Opvallend is, dat Theseus en Hippolyta in het libretto van Britten en zijn partner tenor Peter Pears pas heel laat in de opera op het toneel verschijnen. Maar dan heb je ook wat: bas-bariton Quirijn de Lang zong zijn rol koninklijk en het timbre van de alt-mezzo Eva Kroon is prachtig.

Eigenlijk is het geen doen om alle solisten bij naam en toenaam te noemen; daarvoor verschijnen er teveel op het podium. En zijn ze stuk voor stuk goed gecast en voor hun rol toegerust.
Opvallend is de teddybeer (!) waarmee Bottom (bas-bariton Marc Pantus) rond zeult. Puck heeft zijn hoofd niet omgetoverd in dat van een ezel, zoals in het origineel, maar in het lijf van een teddybeer; wellicht een toespeling naar de beren die tijdens de pandemie massaal voor de ramen stonden. Een pandemie die twee jaar geleden roet gooide in de toen al geplande première in Eindhoven.

Alles is in de geest van Britten eigenlijk, want ook de componist doet aan (stijl)citaten. Soms denk je het begin van de ouverture uit A Midsummer Night’s Dream van Mendelssohn-Bartholdy te horen, dan weer een barokaria door een countertenor (Oberon, gezongen door Jan Wouters, begeleid door klavecimbel en harp) om slechts twee dwarsstraten te noemen.
Kortom: een avond om met volle teugen van te genieten. Het kan nog tot en met 21 juni (!). Mafalaani heeft weer een prachtige Shakespeareregie op haar conto geschreven. Dit keer van een opera.

 

Theater / Voorstelling

Een nieuw perspectief voor de jonge kijker

recensie: De brieven van Mia - Koninklijk Theater Carré
Brieven van Mia, scenefoto,Bart GrietensBart Grietens, ROSE stories & George & Eran Producties

Op 3 mei was de première van de voorstelling De brieven van Mia in Koninklijk Theater Carré. De voorstelling is gebaseerd op het gelijknamige boek door historicus, schrijver, onderzoeker en presentatrice Astrid Sy. Net als het boek, wil de voorstelling verhalen over de Tweede Wereldoorlog begrijpelijk maken voor een jong publiek. Vooral voor de jonge kijker is het een innemend en leerzaam stuk.

Het verhaal

De voorstelling vertelt het verhaal van een meisje Laila die gevlucht is uit Syrië. Tot haar grote verdriet moet haar vader in Syrië achterblijven. Nu woont ze in een asielzoekerscentrum met haar moeder. Laila zit op de middelbare school en moet als deel van een schoolopdracht helpen in het huis van de oude meneer Cohen. Omdat het in het begin niet zo klikt, laat meneer Cohen haar wat opruimklusjes doen. Tijdens het uitvoeren van een van de klusjes, vindt Laila een kist met brieven. De brieven van de Mia. Zij was de jeugdliefde van meneer Cohen. Tijdens de voorstelling zien we wat er in de brieven van de Joodse Mia stond en wat haar overkwam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Net als Laila moest Mia vluchten. Mia vluchtte voor de nazi’s omdat ze Joods was en vanwege haar betrokkenheid bij het verzet. De twee verhalen van Mia en Laila worden aan elkaar gerelateerd, de overeenkomsten zijn onmiskenbaar. We kunnen leren van de geschiedenis, dat is de boodschap die wordt herhaald. Aan de ene kant was het verhaal mooi, kwetsbaar en belangrijk. Toch miste er ook een stukje diepgang. Er ontbrak een artistieke laag in het script waardoor er voor de volwassen kijker weinig te ontdekken viel. De oudere kijker zal wellicht opmerken dat een aantal bijrollen wel erg kinderlijk werden vertolkt. De karakters van de bijrollen waren soms niet goed uitgewerkt en gekunsteld humoristisch. Dat schuurde met de kwetsbare toon van de rest van het verhaal.

Het decor

Vanwege het gemakkelijk te volgen verhaal, had het publiek uitgebreid de tijd om te kijken naar het schitterende decor. Dat was een hoogtepunt van de avond! Vooral de scene waarbij er oranje bloemachtige blaadjes uit de lucht kwamen vallen was spectaculair. Vanwege de verlichting deden de snippers denken aan brandend as. De referentie naar de werkkampen was schitterend, beeldend en ontroerend.

Een jongetje

Wat ook ontroerde had niet direct te maken met de voorstelling, maar met het publiek. In het publiek zat een jongetje van een jaar of negen. Zijn moeder had hem meegenomen naar de voorstelling. Tijdens de voorstelling stelde hij geëngageerd vragen en lachte vaak. De jongen viel in de beoogde leeftijdsgroep. Kortom, de voorstelling leek vooral voor een jong publiek intrigerend.

Theater / Voorstelling

Overweldigend op een geweldige manier!

recensie: OustFaust - Theu Boermans

Op zaterdag 2 april konden theaterliefhebbers een moderne twist op de legende van Faust bekijken. De bekendste bewerking van Faust werd geschreven door de Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe. Hij schreef het in delen tussen 1790–1887. Tom Lanoye herschreef het verhaal van Goethe naar de indrukwekkende moderne vertaling. Hij noemde het stuk ‘OustFaust’, waarbij ‘oust’ zich vanuit het Engels laat vertalen als ‘verdrijven’. De keuze voor de titel, wordt duidelijk in de allerlaatste scène, waarbij Faust uiteindelijk onomkeerbaar wordt verdreven.

De kunst van acteren

Theu Boermans (1950), regisseur van het stuk, is al heel zijn leven gefascineerd door Faust. Wellicht is het die fascinatie, die zorgt dat het een fantastisch stuk is geworden. De acteurs waren grandioos. Zij wisten het hoge niveau van taal toegankelijk te maken. Het script was in handeling als Barokke taal maar maakte soms een uitstapje naar straattaal. De acteurs droegen foutloos de onvergefelijke rijmende tekst over. Het was ongelofelijk knap voor de ongeveer drie uur durende voorstelling.

Er gebeurde heel erg veel in de voorstelling. Het stuk overkwam je. Zittende in mijn stoel wist ik mij af en toe geen houding te geven. Naakt, seks en waarheden maakte mij als kijker oncomfortabel. Die oncomfortabelheid deed pijn, maar op een goede manier. Het was de pijn van herkenning van waarheden over de menselijke natuur, die je soms liever ontloopt, op een grandioze theatrale manier in je gezicht geduwd.

(16+)

De voorstelling staat verkondigd als 16+. Waarom? Seks, naaktheid, drugs en moord zijn belangrijke thema’s in het stuk. Dat kan een reden zijn om de voorstelling aan te raden voor ouder publiek. Zou ik de voorstelling aanraden voor kinderen of jongeren? Naar mijn mening vraagt de voorstelling een bepaalde levensrijpheid om het echt te kunnen waarderen.

Na de pauze

Wanneer Helena (van Troje) het podium betreedt, in deel 2, lijkt het alsof er ineens een compleet losstaande verhaallijn wordt aangesneden. Toen de Homunculussen (de kunstmatige mens zonder de ziel) kort daarop in morph-pak het podium betraden, leken we mijlenver verwijderd van wat we zagen voor de pauze. Goethe schreef het originele Faust II pas 17 jaar later. Het is wellicht daarom dat deel 1 en deel 2 onverenigbaar lijken. Ik vond deel 1 toegankelijker. Deel 2 kende een hogere mate van abstractie.

Even inlezen

De zaal uitlopend hoorde ik iemand uitroepen ‘ik snapte er helemaal niets van!’. Al geloof ik dat deze persoon in de minderheid was, is het een begrijpelijke reactie. Het script vereiste concentratie van het publiek. Om de voorstelling te kunnen volgen is het wenselijk om de legende van Faust of de bewerking van von Goethe te kennen (of het Wikipedia artikel door te lezen).

De voorstelling geeft de kijker de vrijheid om te interpreteren. Zo worden er in het stuk suggesties gedaan die aan de vrije interpretatie worden overgelaten. Na de voorstelling vroeg ik bijvoorbeeld aan acteur Daniël Kolf of hij het was die zijn zus had bezwangerd, of dat het Faust was. Daarop haalde hij lachend zijn schouders op. Er blijven dus zaken voor mij een mysterie en wellicht ook voor de acteurs? De voorstelling legt je in ieder geval geen woorden in de mond.

Aan het eind van de avond was ik moe, van alles wat ik had gezien, gevoeld en meegemaakt. Precies alles wat ik hoop na een avondje theater. Ik raad u van harte aan om eens naar het Nationale Theater in Den Haag te gaan om deze geweldige voorstelling te zien!