Tag Archief van: recensie

Film / Serie

Een moeilijk afscheid van de geniale zwarte comedy

recensie: Serie Barry (seizoen 4)
BarryHBO en Warner Bros. Discovery

Het laatste seizoen van de enerzijds hilarische, anderzijds bloedstollende HBO serie Barry sluit op memorabele wijze het verhaal af van huurmoordenaar Barry, die hoopte zijn donkere verleden in te ruilen voor een carrière als acteur.

Na uit het leger te zijn gestapt weet Barry (Bill Hader) niet waar zijn kwaliteiten in het leven liggen. Zijn uitzonderlijke vaardigheid met vuurwapens is niet ontsnapt aan de aandacht van Monroe Fuches (Stephen Root), een manipulatieve familievriend met connecties op de zwarte markt. Hij neemt Barry onder zijn hoede en zet hem aan het werk als huurmoordenaar. In het eerste seizoen behandelt Barry zijn baan niet anders dan een kantoorbaan. Hij komt op tijd, voert efficiënt zijn opdrachten uit en na het werk ploft hij lusteloos op de bank. Is dit alles wat het leven hem te bieden heeft?

Tijdens een klus raakt hij verzeild in een proefoptreden van zijn doelwit, dat lid is van een lokale toneelschool. Barry, enigszins uit het veld geslagen omdat zijn werkdag niet verloopt zoals gepland, krijgt een enorme opleving door het matige optreden dat hij geeft aan de klas van ex-acteur Gene Cousineau (Henry Winkler). Ook toont de ijverige, doch onzekere, beginnende actrice Sally Reed (Sarah Goldberg) interesse in hem. Het enige wat hem te doen staat is zijn missie uitvoeren en er opent warempel een plek in de klas. Nu moet hij enkel nog zijn huidige baan opzeggen. Als dat hem lukt, kan hij beginnen met zijn nieuwe leven. Dit blijkt toch moeilijker dan Barry had ingeschat…

Een somber einde voor iedereen

Barry is al meerdere keren met een Emmy Award bekroond in de comedy categorie. Hoewel er in het eerste seizoen voornamelijk gelachen kon worden om de absurdistische setting, laat het laatste seizoen weinig ruimte over voor luchtigheid. Elk personage heeft inmiddels een hoop ongelukkige dingen meegemaakt en er gaat geen eind aan de ellende komen.

Barry zit vast vanwege de moord op Cousineau’s vriendin. Cousineau, die hier lange tijd niets vanaf wist, heeft enigszins zijn leven weten te herpakken na deze traumatische ervaring. Nu hij weet dat Barry, zijn protegé en vriend, verantwoordelijk is voor de moord, is Cousineau’s leven volledig zinloos als hij geen wraak op Barry kan nemen.

Sally, die in haar relatie met Barry ook betrokken is geraakt bij een moord, lijkt ook op geen enkele manier meer op haar vrolijke en naïeve zelf uit de vorige seizoenen. We zien haar in dit seizoen worstelen om zichzelf te herpakken als professionele regisseur en actrice, maar keer op keer denkt ze terug aan de moord waar ze medeverantwoordelijk voor is.

Deze donkere tonen zijn niet altijd even makkelijk om naar te kijken. Soms wordt zelfs in dezelfde scène een goede grap gevolgd door beelden die neigen naar horror. De serie geeft de kijker geen tijd om een positie te bepalen, wat ervoor zorgt dat je aan het scherm gekluisterd blijft. Omdat de serie ons heeft weten te binden aan de personages door hun beste en grappigste zelf te presenteren, is het moeilijk om niet te blijven kijken hoe hun gecompliceerde verhalen zullen eindigen.

Van komedie naar meeslepend drama

De humor van de serie leeft voort in het personage NoHo Hank (Anthony Carrigan), lid van de Tsjetsjeense maffia die Barry de opdracht gaf om de toneelspeler te vermoorden. Carrigans vertolking van deze naïeve goedzak is een genot om naar te kijken, zelfs met alle tegenspoed in de serie. De evolutie van het personage is bizar, maar bevat ook de meest romantische relatie die de serie te bieden heeft.

Barry is bijna het tegenbeeld van deze evolutie te noemen. Zijn keuzes en acties maken het door de seizoenen heen steeds moeilijker om hem te vergeven. Zijn relaties met Sally en Cousineau worden puur in stand gehouden door emotionele manipulatie. Als het aan Sally en Cousineau lag, waren alle banden met Barry al verbroken. Niet alleen de mensen om hem heen, maar ook de camera distantieert zich van Barry. Barry krijgt minder schermtijd en minder monologen in het laatste seizoen dan de seizoenen ervoor. De kijker wordt als het ware weggetrokken van de protagonist, waardoor Barry meer als de antagonist van het verhaal beschouwd kan worden. Deze stilistische vertelwijze is te danken aan Bill Hader. Hij speelt niet alleen hoofdpersonage Barry, hij is ook de regisseur van het volledige laatste seizoen en zelfs de schrijver van de seizoensopener en -finale.

Ook dit jaar maakt Barry kans op verschillende Emmy Awards, met nominaties voor Bill Hader als schrijver, regisseur en acteur. De originele wijze waarop Hader ons meeneemt in het verhaal van zijn antiheld is niet altijd even mooi, wel continu erg grappig en absoluut je tijd waard. Barry is te zien op HBO Max.

Film / Serie

Een moeilijk afscheid van de geniale zwarte comedy

recensie: Serie Barry (seizoen 4)
BarryHBO en Warner Bros. Discovery

Het laatste seizoen van de enerzijds hilarische, anderzijds bloedstollende HBO serie Barry sluit op memorabele wijze het verhaal af van huurmoordenaar Barry, die hoopte zijn donkere verleden in te ruilen voor een carrière als acteur.

Na uit het leger te zijn gestapt weet Barry (Bill Hader) niet waar zijn kwaliteiten in het leven liggen. Zijn uitzonderlijke vaardigheid met vuurwapens is niet ontsnapt aan de aandacht van Monroe Fuches (Stephen Root), een manipulatieve familievriend met connecties op de zwarte markt. Hij neemt Barry onder zijn hoede en zet hem aan het werk als huurmoordenaar. In het eerste seizoen behandelt Barry zijn baan niet anders dan een kantoorbaan. Hij komt op tijd, voert efficiënt zijn opdrachten uit en na het werk ploft hij lusteloos op de bank. Is dit alles wat het leven hem te bieden heeft?

Tijdens een klus raakt hij verzeild in een proefoptreden van zijn doelwit, dat lid is van een lokale toneelschool. Barry, enigszins uit het veld geslagen omdat zijn werkdag niet verloopt zoals gepland, krijgt een enorme opleving door het matige optreden dat hij geeft aan de klas van ex-acteur Gene Cousineau (Henry Winkler). Ook toont de ijverige, doch onzekere, beginnende actrice Sally Reed (Sarah Goldberg) interesse in hem. Het enige wat hem te doen staat is zijn missie uitvoeren en er opent warempel een plek in de klas. Nu moet hij enkel nog zijn huidige baan opzeggen. Als dat hem lukt, kan hij beginnen met zijn nieuwe leven. Dit blijkt toch moeilijker dan Barry had ingeschat…

Een somber einde voor iedereen

Barry is al meerdere keren met een Emmy Award bekroond in de comedy categorie. Hoewel er in het eerste seizoen voornamelijk gelachen kon worden om de absurdistische setting, laat het laatste seizoen weinig ruimte over voor luchtigheid. Elk personage heeft inmiddels een hoop ongelukkige dingen meegemaakt en er gaat geen eind aan de ellende komen.

Barry zit vast vanwege de moord op Cousineau’s vriendin. Cousineau, die hier lange tijd niets vanaf wist, heeft enigszins zijn leven weten te herpakken na deze traumatische ervaring. Nu hij weet dat Barry, zijn protegé en vriend, verantwoordelijk is voor de moord, is Cousineau’s leven volledig zinloos als hij geen wraak op Barry kan nemen.

Sally, die in haar relatie met Barry ook betrokken is geraakt bij een moord, lijkt ook op geen enkele manier meer op haar vrolijke en naïeve zelf uit de vorige seizoenen. We zien haar in dit seizoen worstelen om zichzelf te herpakken als professionele regisseur en actrice, maar keer op keer denkt ze terug aan de moord waar ze medeverantwoordelijk voor is.

Deze donkere tonen zijn niet altijd even makkelijk om naar te kijken. Soms wordt zelfs in dezelfde scène een goede grap gevolgd door beelden die neigen naar horror. De serie geeft de kijker geen tijd om een positie te bepalen, wat ervoor zorgt dat je aan het scherm gekluisterd blijft. Omdat de serie ons heeft weten te binden aan de personages door hun beste en grappigste zelf te presenteren, is het moeilijk om niet te blijven kijken hoe hun gecompliceerde verhalen zullen eindigen.

Van komedie naar meeslepend drama

De humor van de serie leeft voort in het personage NoHo Hank (Anthony Carrigan), lid van de Tsjetsjeense maffia die Barry de opdracht gaf om de toneelspeler te vermoorden. Carrigans vertolking van deze naïeve goedzak is een genot om naar te kijken, zelfs met alle tegenspoed in de serie. De evolutie van het personage is bizar, maar bevat ook de meest romantische relatie die de serie te bieden heeft.

Barry is bijna het tegenbeeld van deze evolutie te noemen. Zijn keuzes en acties maken het door de seizoenen heen steeds moeilijker om hem te vergeven. Zijn relaties met Sally en Cousineau worden puur in stand gehouden door emotionele manipulatie. Als het aan Sally en Cousineau lag, waren alle banden met Barry al verbroken. Niet alleen de mensen om hem heen, maar ook de camera distantieert zich van Barry. Barry krijgt minder schermtijd en minder monologen in het laatste seizoen dan de seizoenen ervoor. De kijker wordt als het ware weggetrokken van de protagonist, waardoor Barry meer als de antagonist van het verhaal beschouwd kan worden. Deze stilistische vertelwijze is te danken aan Bill Hader. Hij speelt niet alleen hoofdpersonage Barry, hij is ook de regisseur van het volledige laatste seizoen en zelfs de schrijver van de seizoensopener en -finale.

Ook dit jaar maakt Barry kans op verschillende Emmy Awards, met nominaties voor Bill Hader als schrijver, regisseur en acteur. De originele wijze waarop Hader ons meeneemt in het verhaal van zijn antiheld is niet altijd even mooi, wel continu erg grappig en absoluut je tijd waard. Barry is te zien op HBO Max.

Kunst / Expo binnenland

Sculpturen van gras of keien

recensie: Richard Long
Richard Long working on Maas Riverstones Circle, 2023. Foto Rijksmuseum, Kelly Schenk.Foto Rijksmuseum, Kelly Schenk

De meeste van de acht werken die de Engelse kunstenaar Richard Long (1945) voor een expositie in de tuinen van het Amsterdamse Rijksmuseum maakte, bestaan uit gras. Enkele andere uit steen. Die maken de meeste indruk. Waarom is dat?

Kijk om te beginnen, wanneer je door de passage (de Museumstraat) van het museum loopt, door het glas naar binnen. Beneden zie je dan in het atrium een cirkel van voornamelijk Zwitserse stenen. Het bovenaanzicht is eigenlijk het gunstigst voor al het werk dat Long voor de tiende tentoonstelling in de tuinen maakte. Zeker voor de grassculpturen.
Op zich niet vreemd: het soort kunst dat Long maakt wordt soms tot de land art gerekend, dat ontstond rond de jaren zestig van de vorige eeuw, toen men de eerste foto’s van de aarde zag, genomen vanuit de ruimte.

Land art? Conceptuele kunst?

Richard Long at the Rijksmuseum Amsterdam 2023

Richard Long, Rijksmuseum Amsterdam 2023

Long heeft trouwens liever niet dat wij zijn werk onder land art klasseren. Of onder een ander label, conceptuele kunst – zoals het Kröller-Müller Museum naar aanleiding van een aanstaande expositie (vanaf 30 september) indirect doet. In Otterlo is vanaf 30 september Longs ‘River Avon Mud Circles’ te zien, drie gigantische cirkels van modder die overigens op een muur zijn aangebracht.
De kunstenaar moet niets van zulke etiketten hebben, want die leggen zijn kunst alleen maar vast. Een speling van het lot wil dat uitgerekend bij een werk dat Life Line heet, een klein stukje bruin gras uit de grasmatten oppiept. Bruin, dor gras dat een extra laag lijkt te geven aan juist dít kunstwerk, maar dat moet je als het aan Long ligt gauw vergeten. Geen inhoud, maar vorm, daar lijkt het hem in de eerste plaats om te doen.
De meest abstracte vormen komen tevoorschijn nadat het gras met een speciale grasmaaier is gemaaid of juist met rust is gelaten, zodat ofwel laag gehouden gras ofwel hoog gelaten gedeelten zichtbaar worden.

Toch een beetje romantisch?

Het enige meer romantische graswerk is misschien From space to earth: een halvemaansikkel die, wanneer de maan schijnt, een reflectie op de grond weergeeft. Dat zien we als bezoekers natuurlijk niet, want dan zijn de tuinen van Pierre Cuypers en Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten uiteraard dicht.

Een werk als Maas Riverstones Circle maakt uiteindelijk wellicht de meeste indruk. Het zijn Maaskeien die zich uit de grond los lijken te wrikken, een klein stukje boven de aarde uit, een klein stukje de hoogte in. Dat kleine beetje maakt bij deze horizontale werken al een groot verschil. Je zou zeggen dat de mens zoiets op zijn tijd nodig heeft: loskomen van de grond. Met de voeten op de grond, het hoofd in de lucht.

Zo’n kleine verschuiving kennen we op een andere manier ook van Constructie 2 grasrollen (1967) die Jan Dibbets maakte voor de beeldentuin van het Kröller-Müller: een graszode die een klein stukje is opgerold. Dibbets’ land art is ondenkbaar zonder de kunst van Long, kunst die hij leerde kennen tijdens zijn studietijd aan de St. Martin’s Academy in Londen.

De directie van het Rijksmuseum heeft een groot en invloedrijk kunstenaar de gelegenheid geboden om de tuinen op een bescheiden manier om te toveren, al is toveren misschien niet eens het juiste woord. Zó bescheiden, dat je er soms aan voorbij dreigt te lopen als je even niet oplet. Ja, het gaat Long in de eerste plaats om de vorm, maar dit belet je niet om als bezoeker er soms tóch zelf betekenis aan te geven.

Kunst / Expo binnenland

De bomen spreken van schuldbewustzijn

recensie: [H]erkennen Herbouwen in de Kunsthal
Roy Lichtenstein, Crying Girl (1963). Collectie Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Foto: Studio TrompStudio Tromp

‘Ik denk in beeld. Zo ben ik door collecties gegaan en heb associaties gelegd’, zegt beeldend kunstenaar en gastcurator patricia kaersenhout bij de persvoorbezichtiging van haar totaalinstallatie [H]erkennen Herbouwen in de Kunsthal. Een samenwerking die met Museum Boijmans Van Beuningen en andere Rotterdamse musea en archieven is opgezet.

kaersenhout verwacht dit ook van de bezoekers: kijken, denken, associëren. Ook wil ze een aanzet geven tot een gesprek over racisme, het overkoepelende thema van vijf Wunderkammers die door Rosa te Velde als een labyrint zijn vormgegeven. Elke kamer heeft een eigen verhaal met een subthema, telkens in een verhalend gedicht gevat door schrijfster en antropologe Gloria Wekker. De gedichten zijn te lezen op banners en vallen te beluisteren door middel van soundshowers die aan bomen zijn bevestigd; de bomen spreken.

De tentoonstelling gaat uit van een omgekeerd perspectief: de dominante witte cultuur wordt gepresenteerd als curiositeit en niet die van mensen van kleur. Natuurlijk: het schuurt, maar er is ook ruimte voor een kwinkslag over die rare witte mensen.

Een rode draad begint bijvoorbeeld met het bordje ‘Beleefd verzocht – stilte – niet zingen’ (uit een Rotterdams badhuis). Verderop staat een LP van Het Groot L.J.E.-koor Rotterdam met de titel ‘Als de wereld maar blijft zingen’ en het draadje eindigt met een protestbord: ‘Your silcence will not protect you’. Kijken, denken, associëren.

[H]erkennen Herbouwen, foto Marco De Swart

Kunsthal Rotterdam, [H]erkennen Herbouwen – Wonderkamers van het Rotterdams koloniaal verleden. Foto Marco De Swart

De vijf Wunderkammers

De subthema’s van de vijf kamers zijn:
1. Ontkenning
2. Schuld
3. Schaamte
4. (H)erkennen
5. Herstellen

Ontkenning is het probleem van de witte mens (een filmpje met een uitspraak van Mark Rutte!): ‘Ontkenning is een aangename manier van in de wereld zijn (…). Ontkenning betekent / niet te hoeven leven met een bewustzijn / van het onrecht en geweld’ (Wekker). Schuld en schaamte liggen dicht bij elkaar maar werden door Jannah Loontjens in haar boek Schuldig (2020) ook al uit elkaar gehaald en samengevat in wat het eigenlijk zou moeten zijn: schuldbewust zijn. De ruimte van Schaamte is niet voor niets laag. (H)erkennen blijkt bijvoorbeeld uit het schilderij Utopia (1986) van Rob Scholte. Niet alleen omdat je als beschouwer er het beroemde schilderij Olympia (1863) van Manet in herkent, maar ook omdat hier een Afrikaanse bediende een naakte, de Chirico-achtige witte vrouw op een sofa een kopje koffie in plaats van – zoals bij Manet – een boeket bloemen aanreikt. Onder het kopje Herstellen springt een afbeelding op een protestbord naar voren van het meer dan levensgrote, bronzen beeld dat recent bij het Centraal Station in Rotterdam werd geplaatst.

Beeldhouwer Thomas J. Price maakte het in 2022 en het stelt een jonge, zwarte vrouw voor. Maar hé: daar staat op het plein opeens een gele trompet pal in de buurt van het beeld! Het is reclame voor het North Sea Jazz Festival, maar als ergens racisme heerst(e), dan wel binnen de jazzmuziek (zwarte jazzmusici werden lang als een ‘maatschappelijk gevaar’ beschouwd). Kijken, denken, associëren: dit kán gewoon niet, dat moet toch anders kunnen?

Dialoog met moderne kunst

In elke kamer gaat toegepaste of oude kunst een dialoog aan met modern, voor deze tentoonstelling gemaakt werk. Zo is er een Damesportret (1829) van Kruseman dat lijkt neer te zien op een installatie van de uit Congo afkomstige Bouba Dola: The prayer of Kimpa Vita (2023). De video-installatie toont een vrouw in een botanische tuin, tuinen die verbonden zijn met koloniale praktijken van het verzamelen en tentoonstellen van ‘etnografische’ objecten zoals dat in zestiende-eeuwse Wunderkamers ook werd gedaan. Framer Framed in Amsterdam liet dit al eens eerder zien in de expositie On the Nature of Botanical Gardens (2020).

Bij de tentoonstelling in de Kunsthal, het debuut van patricia kaersenhout als gastcurator, hoort een informatief tijdschrift met achtergronden. Achtergronden bij de werken, omdat er geen zaalteksten aanwezig zijn. Wel zijn er zwarte vlakken op de wanden bevestigd, in verschillende schilderij- of spiegelformaten. De invulling is aan de beschouwer. Er valt wat te doen, daar in Rotterdam! Kijken, denken en associëren.

Kunsthal Rotteram,[H]erkennen Herbouwen, Foto Marco De Swart.

Kunsthal Rotterdam, [H]erkennen Herbouwen – Wonderkamers van het Rotterdams koloniaal verleden. Foto Marco De Swart

Theater / Voorstelling

Spreid je veren!

recensie: De Mol en de Paradijsvogel - OpusOne

‘Veel acteurs zijn homoseksueel. Bent u dat ook?’ Wat zou jij geantwoord hebben in 1969 op live televisie? Albert Mol werd zo per toeval de eerste Nederlandse openlijk homoseksuele acteur toen hem dit werd gevraagd door Koos Postema in Een Groot Uur U. Een echt Nederlands queer icoon dus. Maar ken jij Albert Mol? Misschien niet, maar De Mol en de Paradijsvogel brengt daar verandering in.

Wat hebben het leven van theater- en tv-icoon Albert Mol en het leven van een queer vluchteling in Nederland met elkaar gemeen? Producent OpusOne brengt deze twee ogenschijnlijk totaal verschillende levens met elkaar in verbinding in de nieuwe Nederlandse musical De Mol en de Paradijsvogel. Beiden zijn op zoek naar hoe ze hun flamboyante zelf kunnen zijn, zonder kritiek uit hun ‘inclusieve’ omgeving. Dat blijkt best lastig, want ook in de Nederlandse gayscene lijkt het oer-Hollandse motto ‘doe maar normaal dat is al gek genoeg’ te gelden. Kun je in de lhbtiq+-gemeenschap echt jezelf zijn of is er ook zoiets als ‘té uitbundig’?

Onbeschaamd queer zijn

In deze musical kijkt een dementerende en stervende Albert Mol in 2004 terug op zijn leven en we zien hoe hij worstelt met zijn seksualiteit en hoe hij op de nationale tv uit de kast komt. Zo discussieert hij met Wim Sonnevelt over zijn publieke geaardheid en krijgt hij het advies om discreet te zijn. Albert Mol blijkt een echte paradijsvogel, maar staat zijn flamboyante karakter zijn carrière in de weg?

Daartegenover staat het verhaal van de Syrische vluchtig Wassim, die na een dragqueenoptreden voor de zoveelste keer in elkaar is geslagen. De vrienden die hem opvangen, twee oudere homoseksuele mannen, vinden dat hij er zelf ook wel om vraagt door zich zo uitbundig te kleden. Is Nederland dan wel zo open minded als het leek?

De twee verhaallijnen zijn goed in elkaar verwoven en door snelle wisselingen is het een vlotte musical die goed te volgen is voor zowel een wat jonger als ouder theaterpubliek. Laus Steenbeeke zet een goede en breekbare Albert Mol neer en Silyan ElKattabi een sterke Wassim.

Goede nieuwe musical

Dit is een nieuwe Nederlandse musical die in 2022 al als werkplaatsvoorstelling werd opgevoerd. De voorstelling ontroert, is grappig, scherp, vernuftig en écht een musical met zang en dans. Het verhaal ontroert natuurlijk, maar dit wordt niet uitgemolken en wordt juist vaak ook luchtig gebracht. Zo zijn de situaties waarin de dementerende Albert Mol zich bevindt niet allemaal schrijnend of indrukwekkend, maar soms ook raar of grappig.

Bovendien is de musical scherp, niet alleen op Nederland dat zichzelf heel inclusief vindt, maar ook op de lhbtiq+-gemeenschap zelf. Wassim is als vluchteling bijna niet queer genoeg, maar als dragqueen vinden zijn homoseksuele vrienden dat hij wel erg ver gaat: ‘wees blij dat we mogen trouwen’. En hoe inclusief is de gayscene als Wassim alleen maar gezien wordt als ‘exotisch hapje’?

Daarnaast is de voorstelling echt een musical, want alle disciplines komen veelvuldig aan bod. Een groepje mannen gehuld in zwart en glitter danst als ensemble met revuepasjes de hele voorstelling door. Er zijn ook diverse muzikale knipogen naar Nederlands theater of muziek, bijvoorbeeld naar Harry Bannink en Annie M.G. Schmidt in het nummer ‘Spreid je veren’.

De Mol en de Paradijsvogel is een veelzijdige en indrukwekkende musical, geschikt voor wie een musical met queer thematiek wil zien in het kader van Pride en ook voor wie een voorstelling over het leven van Albert Mol wil zien. Wie interesse heeft moet er snel bij zijn, want  in het kader van Pride staat de musical tot en met 6 augustus in het DeLaMar theater. Al zou het mooi zijn als deze musical met een iets langere speelperiode terug zou komen. Want of je nu queer bent of niet, iedereen worstelt wel eens met zichzelf en dit verhaal over identiteit is erg inspirerend.

Boeken / Non-fictie

Een kind of geen kind

recensie: Soms wil ik een kind / 28 Embryo's

Twee vrouwen ontdekken dat een kind krijgen bij hen niet vanzelf gaat. De een vraagt zich vervolgens af of ze dit wel echt wil, een kind op de wereld zetten, en ze start een onderzoek naar haar kinderwens. De ander doet er juist alles aan om de kinderwens te vervullen en duikt in de wereld van IVF, embryodonatie en adoptie.  

Jonge mensen zien het krijgen van een kind vaak als iets vanzelfsprekends. Als je je carrière op de rit hebt, een goede partner hebt gevonden én al die mooie reizen hebt gemaakt, dan komt er vanzelf een kind op je pad. Ook journalist Jantine Jongebloed stond er zo in. Maar na twee buitenbaarmoederlijke zwangerschappen, waarbij ze zelfs op het randje van de dood balanceert, vraagt ze zich ineens af: wil ik dit eigenlijk wel?  

In Soms wil ik een kind (2023) probeert ze deze plots opgekomen twijfel onder woorden te brengen. Ze meandert in haar boek van gedachtes over haar kinderwens, naar gesprekken met haar partner Maas en psychologische inzichten over keuzes maken. Ook duikt ze haar jeugd in om te onderzoeken wanneer haar kinderwens begon.  

Ze onderneemt van alles om grip te krijgen op de twijfel, in de hoop dat ze uiteindelijk rationeel de knoop kan doorhakken. Met behulp van een coach probeert ze zich voor te stellen hoe haar leven er met en zonder kind uitziet en ze correspondeert met andere schrijvers die een kind hebben gekregen. Want haar dilemma zit in een keuze voor autonomie, een vrij leven waarin ze ongestoord kan schrijven, en anderzijds een leven met een kind. Knap hoe ze dit eindeloze gepieker en het proberen te rationaliseren van een keuze die uiteindelijk een gevoelskwestie is, zo invoelbaar weet te maken. 

‘Misschien heb ik te veel tijd gekregen om mijn keuze te heroverwegen. Zoals soms, als je te lang wacht met eten, opeens je honger is verdwenen. Was die honger dan echt?’ 

Wie is dit kind?

Maaike van Langen, schrijver en theaterregisseur, neemt met haar boek 28 Embryo’s (2023) een andere afslag. Na een miskraam en vier jaar tevergeefs proberen opnieuw zwanger te worden, besluit ze op haar 40ste een IVF-traject in te gaan. Vanwege het lage slagingspercentage van 5 procent gaan zij en haar partner Ingo ook naar een voorbereidingscursus voor adoptie.   

Hier ontmoet ze drie andere stellen die net als zij begin veertig zijn en inmiddels wanhopig bezig zijn met hun kinderwens. Terwijl Van Langen zelf met de IVF begint, volgt ze haar nieuwe vriendinnen in hun prangende zoektocht naar een kind.  

In zeer levendige dialogen en scènes (hierin herken je de hand van de regisseur) beschrijft ze hoe ze met z’n vieren, zonder de mannen, naar Spanje afreizen. Hier is het mogelijk om een eicel te krijgen via anonieme eiceldonatie. Voor haar vriendinnen een laatste mogelijkheid – hun eigen eicellen zijn inmiddels te oud.  

Terwijl de vrouwen er alles aan doen om hun doel te verwezenlijken, laat Van Langen zien wat er ondertussen met de partners gebeurt. In beginsel steunen zij hun vrouw, maar het is slopend om zo lang in dit traject te zitten en ze gaan eraan onderdoor. Het zijn telkens de mannen die zich afvragen: hoe lang gaan we hiermee door? Wanneer accepteren we dat een kind niet voor ons is weggelegd? 

Het meest schrijnende verhaal is van het stel Nynke en Kenzo. Na twee mislukte zwangerschappen met een gedoneerde eicel vermoedt de arts dat het probleem bij het zaad van Kenzo ligt. Op aandringen van Nynke besluiten ze dan een embryo te maken met een gedoneerde eicel én gedoneerd zaad, beide anoniem. Weer een grens verlegd.  

De poging is succesvol. Nynke wordt zwanger en draagt de hele zwangerschap uit. Na een zware bevalling zien ze voor het eerst hun baby. Er was hen verzekerd dat de donoren qua uiterlijk op hen zouden lijken, maar de baby lijkt met zijn lichte huidskleur in niets op zijn Aziatische vader Kenzo. Hij probeert van de pasgeborene te houden als zijn eigen zoon, maar telkens dringt de pijnlijke vraag aan hem op: wie is dit kind? 

Hoe ver mag je gaan?

Van Langen stipt in haar boek ook de morele kant aan van de nieuwe vruchtbaarheidstechnieken. Maar waar Jongebloed voor haar boek de literatuur in duikt en experts raadpleegt, kiest Van Langen nadrukkelijk voor het persoonlijke verhaal. De bezwaren, zoals mogelijke uitbuiting van eiceldonoren en het recht van een kind om zijn afkomst te weten, worden benoemd en daarna helaas weggewuifd.  

Treffend is de scène waarin Van Langen in Spanje is en in haar eentje ronddwaalt. Ze loopt per ongeluk de verkeerde ingang van de vruchtbaarheidskliniek in. Spaanse vrouwen zitten in een gehavende wachtkamer, dit zijn duidelijk de donoren. Is dit wel oké, vraag ze zich heel even af, waarna ze zich omkeert en terugloopt naar haar vriendinnen, aan wie ze niks vertelt. ‘Je wil hier eigenlijk niet over nadenken’, concludeert ze voor zichzelf. 

De vraag die opvallend onbeantwoord blijft, de elephant in the room: hoever mag je gaan om je kinderwens te vervullen?  

Kunst / Expo binnenland

Overheerst door stereotypen

recensie: The Kabuler - Kunsthal Rotterdam

In de Kunsthal in Rotterdam is momenteel een kleine expositie te zien met werk van Magnum-fotografen Cristina de Middel (1975) en Lorenzo Meloni (1983). Zij reisden met hun camera’s rond in Afghanistan, kort nadat de Amerikanen er op 1 september 2021 vertrokken waren. De deur naar een ‘normaal’ leven stond nog op een kiertje, maar al gauw zouden de Taliban weer hun ware gezichten laten zien.

De foto’s en impressies van De Middel en Meloni dateren van januari 2022. In die maand konden ze nog betrekkelijk vrij rondreizen en indrukken verzamelen in Afghanistan. De Taliban –  flink vertegenwoordigd in hun expositie – oefenden toen nog geen ijzeren censuur en repressie uit, al waren de tekenen bepaald niet gunstig meer. Er waren nog vrouwen in hooggeplaatste functies, die ook geïnterviewd konden worden; er waren nog beauty salons en andere ‘vrijplaatsen’; er was nog een sprankje hoop op vrijheid. Wat De Middel en Meloni nog vast konden leggen, bundelden ze in een soort glossy: The Kabuler. Dit magazine vormt de basis voor de expositie in de Kunsthal, de geëxposeerde foto’s en spreads komen allemaal uit The Kabuler.

Meer dan clichés …

De thema’s die de fotografen kozen, zijn behoorlijk divers. Er staan bijvoorbeeld interessante portretten van mensen in, mooie landschapsfoto’s en een groot aantal beelden van het dagelijkse leven en bijzonderheden als Afghaanse recepten en mode. Als je wilt, kun je bij een tafeltje ook op je gemak een compleet exemplaar van The Kabuler doorbladeren.

Een toch wel cruciale bijdrage in het magazine betreft een overzicht ván en waarschuwing vóór clichés die vaak op Afghanistan worden geprojecteerd. Voortdurende oorlog, armoede, ongeletterdheid, terrorisme, vrouwenonderdrukking, papaverteelt … Hoewel zulke gemeenplaatsen zeker niet allemaal uit de lucht zijn gegrepen, doen ze volgens de fotografen te weinig recht aan de culturele rijkdommen en diversiteit die het land historisch ook te bieden heeft. Met The Kabuler willen zij het beeld van het land graag nuanceren.

… maar de stereotypen overheersen

De voor de hand liggende vraag is natuurlijk: in hoeverre slagen ze hierin? Het probleem is dat de uitgebreide aandacht voor de Taliban – voor strijders, machthebbers en hun wereldbeeld – veel andere thema’s toch in de schaduw zet. Wat zijn hun plannen? Hoe verhoudt je je daartoe? Ook als de Taliban niet het directe onderwerp zijn, vormen ze erg vaak het referentiepunt. En zelfs pogingen om hen eens van een heel andere kant te laten zien, ontkomen niet altijd aan stereotiepe uitkomsten. Neem de foto van twee strijders in een speeltuin die ze net hebben ontdekt. Ogenschijnlijk durven ze wel even te poseren als speelse mannen die een schommel uitproberen, maar echt ontspannen kijken ze allerminst. In hoeverre is deze foto geënsceneerd? Zien we hier twee volwassen kerels die eigenlijk nooit kind hebben kunnen zijn? Bevestigt dit niet juist het beeld dat we al van ze hadden?

Zoals bekend hebben de Taliban sindsdien hun verstikkende greep op het land al weer flink verstevigd. Fundamentalistische dogmatiek en machtsvertoon – een paar van de allerergste stereotypen – hebben Afghanistan voor veel mensen, en helemaal voor meisjes en vrouwen, weer haast onleefbaar gemaakt. Dan is The Kabuler inderdaad een kleine verademing, maar ook niet meer dan dat.

Muziek / Reportage
special: Memling en Dürer door Psallentes & The Royal Wind Music
1-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-4Tim Theo Deceuninck

Muzikale beeldende kunst

‘Elk voordeel heb zijn nadeel’ zei Johan Cruijff al. Dat geldt ook wanneer je als musicus tijdens een concert of op een cd beeldende kunst erbij betrekt; tijdens een concert kun je afbeeldingen tonen en wordt de aandacht verdeeld, bij het beluisteren van een cd is de aandacht primair op de muziek gericht en werken de afbeeldingen in het cd-boekje ondersteunend.

Laten we eerst de cd Gratia Plena (‘Vol genade’) onder de loep nemen. Een samenwerking tussen het Vlaamse vocale ensemble Psallentes & The Royal Wind Music, waarvan de leden hier allemaal op kopieën van renaissanceblokfluiten spelen.

De Annunciatie van Memling

9-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-40

© Tim Theo Deceuninck

Het uitgangspunt is het schilderij De Annunciatie (‘De Aankondiging’) van Hans Memling uit 1480-1489 (Metropolitan Museum of Art, New York). ‘We vertrekken’, schrijft Hendrik Vanden Abeele, artistiek leider van Psallentes in het begeleidende boekje, ‘vanuit de groet van Gabriel (…). De tous bien plaine’ (‘Vol van gratie’). In maar liefst vijf zettingen: vier instrumentale en een vocale van Jacob Obrecht. We luisteren naar de zang en het spel en onze blik gaat van Gabriël naar Maria. Van de engel (boodschapper), die gekleed is als een priester uit de tijd van Memling, naar Maria die bijna flauwvalt. Haar knieën knikken, met haar hand houdt ze het hart vast.

Prachtig is de kleuring door de lage blokfluiten van de melodie De tous bien plaine die Obrecht gebruikte als basis voor een Kyrie uit een van zijn missen. Vanuit de donkerte wordt geroepen om ontferming. Anders is de inkleuring van de gedachten van Maria (Dictes moy toutes vos pensées) die worden begeleid door blokfluiten in zowel de midden- als de lage(re) registers; die gedachten zullen – stellen we ons zo voor – zowel blij als donker zijn geweest: een Zoon van God, hoe speel ik dát klaar? En wat staat Hem te wachten? De keuze van de instrumenten is telkens raak.

Vervolgens vallen we in een hoofse, wereldlijke tekst die overigens sterk aan het Bijbelse Hooglied doet denken: Epithalamica van Pierre Abélard. Heel mooi gevonden en rijmend op enkele details binnen het schilderij, zoals de omgeving waarin Memling het verhaal van De Annunciatie plaatst: een slaapkamer uit zijn eigen tijd, badend in het warme licht van de zon dat door het raam links naar binnen valt.

Portret van Albrecht Dürer

7-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-31

© Tim Theo Deceuninck

Dan het avondconcert tijdens de Open Recorder Days Amsterdam (ORDA), het grootste blokfluitfestival van Europa. In een volle Bernard Haitinkzaal van het Conservatorium van Amsterdam speelde The Royal Wind Music het programma Portret van Albrecht Dürer. Een programma rond zes werken van Dürer (1471-1528) met muziek uit die tijd. Het programma was samengesteld en gearrangeerd door Maria Martínez Ayerza, die niet meespeelde maar in de zaal zat.

Sommige stukken klopten helemaal, zoals Mater patris et filia van Antoine Brumel bij de tekening van De Maagd en kind met een bloem op een grasbank (1503) of Playne de dueil et de melancholie van Josquin Desprez bij de beroemde gravure Melancolia I (1514). Maar bij andere blokjes muziek sloeg de twijfel toe. Bijvoorbeeld bij een mis van Joh. Ockeghem die tot slot werd gespeeld bij een afbeelding uit de Vier boeken over de menselijke verhoudingen (1528). Het valt technisch te begrijpen vanwege de overeenkomsten in het lijnenspel in zowel de muziek als de gravure, maar inhoudelijk minder. Dürer had zich immers toen al tot het protestantisme bekeerd, toch?

Tot slot iets over die projecties op een scherm voorin de zaal. Daarop waren de gekozen kunstwerken te zien, terwijl de musici de erbij gezochte muziek speelde. De uitwerking is denk ik in een grote zaal als de Bernard Haitinkzaal minder dan in bijvoorbeeld een kleine kerk waar je er bijna in kunt kruipen. Ze bleven nu letterlijk en figuurlijk te veel op afstand.

Dit zijn slechts enkele kanttekeningen bij een concert dat ademloos en muisstil werd gevolgd. Want één ding staat buiten kijf: spelen kunnen ze, die elf musici van The Royal Wind Music! Hier is de top aan het werk; in een woord: fenomenaal. In grote en kleine samenstellingen. En in die heerlijke toegift: een gerecycled Duits liedje, ‘Rompeltier’.

Film / Films

Gemengde gevoelens over Disney’s nieuwe live action film

recensie: The Little Mermaid
The Little Mermaid 3The Walt Disney Company

De langverwachte live action film The Little Mermaid neemt het publiek mee op een betoverende duik in de onderwaterwereld van Ariel. Met Halle Bailey in de hoofdrol, ontving de film na de eerste beelden veel negativiteit. Ze is namelijk niet de versie van de Ariel die we gewend zijn. De hashtag #NotMyAriel kreeg online veel momentum. Was Bailey de juiste persoon om de rol als dé iconische zeemeermin op zich te nemen?

Indrukwekkende prestaties van Bailey en McCarthy in The Little Mermaid

Het antwoord is ja! Als actrice weet Bailey indruk te maken door de perfecte mix te vinden tussen onschuld, nieuwsgierigheid en vastberadenheid in haar interpretatie van het geliefde nummer ‘Part of Your World’. De getekende zeemeermin is maar een kleine tuttebel in tegenstelling tot de Ariel van Bailey. Om nog even terug te komen op de #NotMyAriel: dit kwam vooral van de puristische fans van de tekenfilm. Die speelt zich af regio Caribische Zee. Dit is dan ook doorgetrokken in de casting.

Een andere grote troef van de film is Melissa McCarthy als Ursula. Opgetut om eruit te zien als de boosaardige jongere zus van Koning Triton (Javier Bardem), compleet met zwaar opgemaakte ogen en tentakels, is ze werkelijk verrukkelijk als de diepzeeschurk van de film. McCarthy weet de rol van Ursula perfect neer te zetten – haar komische timing is aanstekelijk, de angst voelbaar echt, en haar dramatische pauzes benadrukken Ursula’s flamboyante persoonlijkheid.

Flounder en Sebastian: van schattig naar horror

Toch zijn er ook enkele minpunten in de film die zorgen voor teleurstelling bij fans van het origineel. Flounder/Botje, het schattige maatje van Ariel, verliest in deze nieuwe versie zijn charme. In plaats van een levendig en schattig visje dat emotie en humor toevoegt aan de scènes, wordt hij gereduceerd tot een willekeurige aquariumvis waar gewoon een stem uit komt.

Dingen die schattig of grappig zijn wanneer ze worden gedaan door geanimeerde knuffeldieren, zijn niet langer schattig of grappig wanneer ze worden uitgevoerd door computer gegenereerde zeedieren zonder herkenbare gezichtsuitdrukkingen. Flounder die vlucht voor een haaienaanval of die af en toe met z’n kop boven water komt: dat is met CGI in deze film niet om aan te zien. Tenenkrommend zelfs.

Teleurstellende CGI

Ook ziet de onderwaterbeweging er vaak vlak en kunstmatig uit op een manier die afstandelijk is. Dit geldt vooral bij het proberen te creëren van de sensatie van het wapperende, lange, weelderige haar van de zeemeerminnen. Het productienummer ‘Under the Sea’ barst van de levendige kleuren, en de uitbundige choreografie van de zeewezens is een genot om naar te kijken. Maar het weet niet echt het gevoel van onder water te vertoeven te vangen.

Als het gaat om onderwaterwerelden, zodra je naar Pandora bent geweest, kun je nergens anders meer naartoe.

Live action versie heeft meer diepgang

Eric (Johah Hauer-King) voelt zich onrustig in zijn paleis en verlangt naar avontuur buiten zijn eilandnatie. Hij wordt beperkt door de regels van zijn moeder, wat een directe parallel vormt met Ariel’s verhaal. Ariel wil ontsnappen aan de controlerende regels van haar vader, zeker wat de liefde betreft. Hoewel de iconische uitspraak ‘Papa, ik hou van hem!’ niet voorkomt in deze versie, voelt Ariel zich begrepen door Eric en ziet ze in hem meer een zielsverwant dan alleen een geliefde.

Ariel en Eric hebben in deze film meer tijd om elkaar echt te leren kennen. Ze ontdekken dat ze beiden gepassioneerde nerds zijn als het gaat om hun interesses, en ze verlangen ernaar om hun passies te delen met iemand anders. Hoewel Ariel nog steeds niet kan praten als gevolg van Ursula’s betovering, neemt ze actief deel aan de interactie door Eric haar schatten uit de zee te laten zien en zijn kaarten enthousiast te bestuderen.

Deze herinterpretatie biedt een diepere en meer betekenisvolle ontwikkeling van hun relatie. Hun gedeelde verlangen naar vrijheid en begrip maakt hun band sterker en hun connectie geloofwaardiger. Deze versie van hun verhaal geeft de kijkers reden om te geloven in hun liefde en om hen aan te moedigen op hun reis naar een nieuw avontuur.

Kunst / Expo binnenland

Vermeer als showcase voor de technologie

recensie: Who’s that Girl? – Mauritshuis Den Haag
Vermeer MauritshuisFotograaf Frank Kremer

Het Mauritshuis trok zijn topstuk Meisje met de parel al vroegtijdig terug uit de grootse Vermeer-expositie in het Rijksmuseum. En nu komt het met een imposante primeur. In de foyer beneden kun je er tot januari 2024 een gigantische 3D-print van het schilderij – aangevuld met interessante nieuwe info – bezichtigen én aanraken!

In 8WEEKLY’s recensie van de Vermeer-tentoonstelling werd al even gewezen op het raakvlak tussen de schilder en zijn stad- en leeftijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek. De 3D-print van vier meter hoog in het Mauritshuis – vervaardigd op basis van zeer geavanceerde microscopie en printtechniek – zou Van Leeuwenhoek ongetwijfeld met gepaste trots vervullen. Waar vakkundig lenzen slijpen al niet goed voor is.

Tijdens de perspresentatie op 8 juni jongstleden werd duidelijk dat de print vooral een pronkstuk voor de technologie is. Diverse betrokkenen gaven tekst en uitleg over het onderzoek en het proces dat uiteindelijk in een honderdvoudig vergrote 3D-versie van Meisje met de parel resulteerde.

Vruchtbare samenwerking

De basis voor de print werd gelegd door samenwerking met twee internationale bedrijven. Om te beginnen met het in Frankrijk gevestigde Hirox Europe. Dit bedrijf is gespecialiseerd in digitale microscopie, waarmee de afgelopen jaren al tal van meesterwerken zijn onderzocht. Met zijn techniek construeerde Hirox Europe een minutieus 3D-ontwerp van de oppervlakte van Meisje met de parel. Het reliëf van het schilderij werd met andere woorden uiterst gedetailleerd in kaart gebracht.

Om daar ook een reusachtige afdruk van te maken werd Canon ingeschakeld. Een van de paradepaardjes van dat bedrijf is de zogeheten ‘elevated printing technology’. Dit komt erop neer dat Canon met behulp van speciale printers afdrukken in drie dimensies kan maken, dus helemaal in overeenstemming met het oppervlak van bijvoorbeeld een schilderij. Dit gaat laagje voor laagje, steeds met een dikte die dunner is dan een mensenhaar. Uiteindelijk duurde het printen van deze ongekende vergroting zo’n 230 uur en was er rond de 20 tot 30 liter inkt voor nodig.

Een wand vol verdieping

De enorme print siert nu een wand in de foyer van het Mauritshuis. Bij binnenkomst kun en wil je daar wel even stil bij staan, en je hand natuurlijk ook over het oppervlak laten gaan. Als je héél oneerbiedig bent, zou je kunnen zeggen dat het meisje met haar egale huid opeens vol met jeugdpuistjes blijkt te zitten. Want wat je voelt zijn heel veel korrelige oneffenheden. Maar het indrukwekkende paneel (eigenlijk een set panelen) dwingt natuurlijk grote bewondering af. Dichter bij Vermeer kun je niet komen, daar is geen woord teveel van gezegd. Je aanraking brengt je ook in contact met finale verfstreken, een klodder oogwit, de stipjes die Vermeer aanbracht voor subtiele effecten.

Vermeer 1665

Johannes Vermeer, Meisje met de parel, zoals ze er waarschijnlijk in 1665 uitzag. Foto: Mauritshuis.

Zeker niet te veronachtzamen zijn ook andere onderdelen van de wand. Zo zijn in een fraaie vitrine tien flesjes met pigmenten uitgestald die Vermeer voor het schilderij heeft gebruikt. Variërend van het giftige loodwit tot het exotische ultramarijn – onttrokken aan lapis lazuli uit Afghanistan – geven deze pigmenten meer inzicht in zijn schilderkunst. Speciale vermelding verdient de bijdrage van TU Delft, waar met behulp van digitale technieken de oorspronkelijke versie van het schilderij zo goed mogelijk is teruggetoverd. Hoe zag Meisje met de parel er in 1665 uit, toen Vermeer er net de laatste hand aan had gelegd? Door de gevolgen van de tand des tijds, en dan met name de opgetreden verkleuring en ontstane barstjes, terug te draaien, kan nu ook een afbeelding worden gepresenteerd die waarschijnlijk heel dicht bij het origineel komt.

In een leerzame video kun je het resultaat zien. Zoals eerder al naar buiten is gebracht, bestaat de achtergrond van het schilderij bijvoorbeeld uit een donkergroen gordijn, dat helaas veel van zijn oorspronkelijke kleur verloren heeft. Verder valt op dat de gelaatstinten van het meisje echt levendiger en warmer waren dan op het schilderij dat we nu kennen. Maar met deze en andere veranderingen zullen we natuurlijk moeten leven. Het schilderij uit de 17e eeuw zijn we een beetje kwijt, dat kan niet anders, maar dankzij onze moderne technologie kunnen we het toch bijna perfect terughalen.

Boeken / Non-fictie

Muziek als bron van inzicht

recensie: Over de betekenis van muziek – Susanne Langer
Geluidsgolvenhttps://www.freeimages.com/photo/voice-and-music-wave-1640320

De Amerikaanse filosofe Susanne Langer (1895-1985) heeft onder literatuur-, kunst- en muziekkenners een bekende naam. Bij een groter publiek is dat minder. De recent gepubliceerde bundel Over de betekenis van muziek, met een selectie uit Langers essays over muziek, wil daar verandering in brengen.

Muziek zegt u? Het eerste van de zes opzichzelfstaande essays begint met de vraag wat een Griekse vaas onderscheidt van een bonenpot uit New England en een houten emmer. Dat was Langer ten voeten uit: ze legde dwarsverbanden die op het eerste gezicht niet zo voor de hand liggen. Waar ze naar op zoek was, zijn fundamentele patronen die de drie items onderling verbinden. De hele werkelijkheid, de kunsten en toegepaste kunst vormden voor haar een betekenisvolle samenhang. Toch was het niet zo dat die bonenpot en houten emmer evenveel waarde hadden als de Griekse vaas. Het ging om de aard en de betekenis van de verschillende objecten en hun functie in de samenleving. Dat gold ook voor muziek.

Absolute muziek

Langer richtte zich op absolute muziek, dat wil zeggen muziek zonder een verhaal erachter (de zogenaamde programmamuziek). Programmamuziek omschreef ze als muziek ‘die opzettelijk het lawaai en het geschreeuw van het marktplein, de hoefslagen, klinkende hamers, stromende beekjes, nachtegalen, klokken en de onvermijdelijke koekoek nabootst’. Daarmee zat ze op één lijn met muziekcriticus Eduard Hanslick en componist Ferruccio Busoni, die een formalistische kijk op muziek hadden. Deze kijk gaat uit van de objectieve vorm en niet van een subjectieve inhoud, het programma. Langer ontkende echter niet dat muziek kan emotioneren. Het is de luisteraar die de inhoud in een compositie legt. Muziek maakt het gevoelsleven volgens haar voorstelbaar. Muziek is, schreef ze, ‘een bron van inzicht, niet een verzoek om medelijden’.

Componeren – uitvoeren – luisteren

Het doel van componeren en het uitvoeren van een compositie ‘is het creëren en ontwikkelen van de illusie van de vloeiende tijd die voorbijgaat’, schreef Langer in een ander essay. Ze maakte onderscheid tussen beeldende kunst en wat ze ‘gebeurende’ kunsten noemde. Een muziekstuk was volgens haar pas voltooid als het is uitgevoerd. Je kunt je afvragen of dit zo is. Bachs Kunst der Fuge was bijvoorbeeld eerder bedoeld om te illustreren wat Bach contrapuntisch allemaal in zijn mars had dan om uit te voeren en – nog een stap verder – te beluisteren. Het is volgens sommigen zelfs bevredigender om zijn muziek te lezen en innerlijk te horen. Wat niet wegneemt dat de Kunst der Fuge regelmatig wordt gespeeld, al dan niet op een klavierinstrument of in een bewerking voor andere instrumenten. Maar dit terzijde.

Langers opvatting over luisteren – net als bijvoorbeeld haar opvatting over hedendaagse muziek – doet decennia later overigens wat gedateerd aan. Ze meende bijvoorbeeld dat ‘provinciale concerten, lekenorkesten (…) gewoonlijk programma’s presenteren die bestaan uit korte stukken en fragmenten van langere werken’. Wie de programma’s in de provincie en van bijvoorbeeld studentenorkesten bekijkt, zal zien dat dit allang is achterhaald. Het geldt misschien alleen nog voor sommige radioprogramma’s: ‘één deel van een sonate, één deel van een trio’ enzovoort.

Desalniettemin zijn er elementen in haar denken die nog steeds actueel aandoen. Het essay ‘Het tijdsbeeld’ roept bijvoorbeeld met zijn omschrijvingen als ‘kloktijd’ en ‘duurtijd’ – denken dat zich vaak beweegt ‘op de rand van een filosofie van de kunst’ (Langer) – herinneringen op aan studies van Joke J. Hermsen over het begrip tijd.

Ook heeft Langers denken over muziek nog steeds invloed. Onder andere op dat van Marlies De Munck, die een nawoord bij deze essaybundel schreef en bekend werd door haar eigen boek Waarom Chopin de regen niet wilde horen dat in 2017 bij dezelfde uitgever, Letterwerk, is verschenen. De Munck zocht in de voetsporen van Langer ook naar de betekenis van met name absolute muziek. Ook in haar ogen zijn het uiteindelijk de luisteraars die die betekenis maken.