31 mei: La Fura del Baus – M.U.R.S.
Het Catalaanse theatergezelschap La Fura del Baus dompelt zijn publiek onder in een theatrale ervaring van de smart city, een stad waarin alles en iedereen digitaal met elkaar verbonden is. Een voorwaarde om in deze smart show te kunnen participeren is wel dat je in het bezit bent van een smartphone waarop de speciale M.U.R.S.-app is gedownload. De toeschouwers zijn geheel afhankelijk van hun telefoon en worden door middel van instructies van de app door de voorstelling geleid. De Gashouder is verdeeld in vier verschillende ruimtes. In elke ruimte komt een maatschappelijke kwestie aan de orde, zoals veiligheid, gezondheid, economie of ecologie. Hoe maakbaar zijn deze elementen in de samenleving van de gedigitaliseerde smart city en hoe ziet dat eruit?
Al gauw blijkt dat het niet zo’n beste zet is geweest om alle controle aan de mobieltjes te geven. Wanneer de app even niet werkt, sta je als burger namelijk direct buitenspel en bovendien neemt de macht van de mobieltjes gevaarlijke vormen aan. Wanneer er bijvoorbeeld blijkt dat er een gevaarlijk virus is aangetroffen in het gebouw breekt de pleuris uit: het is ieder voor zich en iedereen volgt blind de bevelen op van de app die uiteindelijk zelfs leugenachtig blijkt te zijn. De chaos bereikt een hoogtepunt wanneer het computersysteem een foto van de boosdoener presenteert: een meisje uit het publiek wordt aangewezen als de persoon die dit virus veroorzaakt heeft. Het proces doet willekeurig aan en wekt de indruk van een moderne heksenjacht. Iedereen kijkt ademloos toe hoe twee acteurs het meisje half ontbloot aan haar voeten optakelen om vervolgens haar hoofd in een emmer water te duwen en haar onder te gooien met viezigheid. “This is for you” schreeuwt de actrice ons toe.
M.U.R.S. is een indringende voorstelling waarin de samenleving van de smart city niet rooskleurig wordt afgebeeld. Het kuddegedrag, de competitieve sfeer die onder de toeschouwers wordt uitgelokt en het digitaliseren van ethische kwesties roepen gevoelens van weerstand op. Het maakt pijnlijk voelbaar waar alle technologische ontwikkelingen ons zouden kunnen brengen als we niet waakzaam genoeg zijn. (AS)
2 juni: ASKO|Schönberg, Slagwerk Den Haag – Beyond the Score ® – A Portrait of Pierre Boulez
Pierre Boulez is de makkelijkste niet: als koploper van de Europese avant-garde is hij ongetwijfeld een van de grootste vernieuwers op muziekgebied, maar tegelijkertijd joeg hij door zijn rigide opvatting over moderne muziek veel medemusici tegen zich in het harnas en verstevigde hij de ivoren toren van de kunstmuziek. Bij het Holland Festival is hij echter al jaren kind aan huis en ter ere van zijn negentigste verjaardag brengt de multimediale concertreeks Beyond the Score, oorspronkelijk een concept van het Chicago Symphony Orchestra, een voorstelling waarin zijn muzikale denken geïllustreerd wordt aan de hand van muzikale fragmenten, interviews en brieffragmenten, getoond op verschuivende panelen in een choreografie van architect Frank Gehry.
Waar eerdere Beyond the Score-concerten een specifieke compositie belichtten, is deze editie opgebouwd uit passages uit 16 verschillende stukken van Boulez. Het is maar de vraag of de meester zelf, als pleitbezorger van muzikaal intellectualisme, blij zou zijn met het versnijden van zijn werk tot hapklare brokken. Voor de toeschouwer werkt het in eerste instantie prettig, maar na verloop van tijd ben je blij als de muziek langer dan een minuut ononderbroken klinkt.
Wel prettig is dat de fragmenten zich – op een enkel uitstapje naar het Parijs van 1943 – beperken tot Boulez’ esthetische visie. Documentaires over kunstenaars willen wel eens verzanden in een hagiografie van het moeilijke doch fascinerende fenomeen dat de artiest is. Hier gaat het gelukkig vooral om Boulez’ muzikale denken: van zijn analogieën met cartografie en architectuur – we bouwen toch ook niet meer met de materialen van de 18e eeuw? – tot zijn pogingen om de rotsvaste structuren van de dichter Mallarmé te verklanken.
De voorstelling doet voornamelijk recht aan de muziektheoreticus Boulez en is een geschikte introductie tot zijn muzikale gedachtegoed. Het fragmentarisering van de muziek doet de componist Boulez echter geen eer aan. In een van de fragmenten onderstreept Boulez het belang van het ontdekken van nieuw terrein, als ware het een labyrint. Nu wordt enkel de ingang van het doolhof getoond. (DS)
3 juni: Ferbando Rubio – Todo lo que está a mi lado
Het is een opmerkelijk fenomeen: voor het Paleis op de Dam staat een rij bedden klaar. De dekens zijn maagdelijk wit en in elk bed ligt een actrice. Per bed is er ruimte voor één toeschouwer. De voorstelling begint wanneer iedereen netjes zijn schoenen heeft uitgetrokken en plaatsneemt onder de dekens. Om het tafereel heen staan dranghekken waarachter voorbijgangers een glimp proberen op te vangen van wat er gaande is.
Hoewel de tekst van Rubio op een ingrijpend herkenbare en poëtische manier de kennismaking met eenzaamheid beschrijft, is Todo lo que está a mi lado (alles aan mijn zijde) absoluut geen droevige ervaring. De intieme sfeer waarin de actrice zachtjes tegen je praat en de warme dekens laten je wangen gloeien. Je bent nog steeds op de Dam: je hoort op de achtergrond klokken luiden en mensen lachen en schreeuwen, maar even adem je samen met de actrice als ze voorzichtig door je haren strijkt. Er is contact, in alle rust. Ze fluistert hoe je ooit als kind op een dag wakker werd en besefte dat je helemaal alleen bent. Maar toch, een ieder zal na de voorstelling hebben gevoeld: vandaag waren we tien minuutjes samen. (AS)
3 juni: Angélica Liddell – You are my destiny
In een zee van prachtige beelden, oorverdovend gekrijs en indrukwekkende muziek schetst Angélica Liddell het verhaal van Lucretia vanuit een bijzondere invalshoek. In de verhalen van Ovidius en Livius bewijst Lucretia haar huwelijkstrouw door zelfmoord te plegen wanneer zij is verkracht door kroonprins Tarquinius. Haar familie komt vervolgens in opstand tegen de monarchie, wat de stichting van de republiek Rome als gevolg zal hebben. Liddells Lucretia rebelleert tegen deze morele en politieke correctheid: haar verkrachting en dood zijn volgens haar juist een daad van onmetelijke liefde. Waar anderen slaaf zijn van hun ambitie, was Tarquinius bereid om alles te verliezen en vertrouwde hij op zijn hartstochtelijke driften. Tot groot genoegen, of moet ik zeggen genot, van Lucretia.
Liddell kronkelt, tiert en spuugt als een monsterlijke Lucretia en weet zo en nu en dan de waanzin te raken. Haar woeste spel is bijwijlen onnodig overdreven, maar kan op het andere moment door merg en been gaan. De twaalf jonge acteurs die zij om zich heen heeft verzameld moeten het zwaar ontgelden. Lijdzaam kijkt het publiek toe hoe ze hun lichamen op gewelddadige wijze opofferen. Door het lage tempo en de eindeloze herhalingen verlies je als toeschouwer alle besef van tijd en lijkt een trance onontkoombaar. Het is een ware uitputtingsslag voor beide partijen. Vanwege de talrijke (vaak letterlijke) christelijke verwijzingen ligt de associatie met zelfkastijding voor de hand. De voorstelling duurt ontzettend lang en werkt daardoor uiteindelijk behoorlijk op de zenuwen. Dit zal een bewuste keuze zijn geweest van Liddell, die erom bekend staat haar publiek te willen verontrusten. Het publiek wordt weer klaarwakker, mensen lopen zelfs weg. You are my destiny is een duistere voorstelling die op zekere punten voorbij de logica van het woord en de rede reikt. (AS)
4 juni: Annie Dorsen – Yesterday Tomorrow
In het derde deel van haar trilogie van algoritmisch theater (na Hello, Hi There en A Piece of Work) verkent de Amerikaanse kunstenares Annie Dorsen het heden als een onbekend terrein tussen het nostalgische verleden en de hoopvolle toekomst. Dit doet ze door Yesterday van The Beatles stapsgewijs te laten vervormen tot het uiteindelijk Tomorrow uit de musical Annie wordt. Drie zangers zingen van een geprojecteerde partituur een herhalende a-capellaversie van Yesterday, maar bij elke herhaling veranderen enkele muzikale of tekstuele parameters richting het eindresultaat. In het begin verschuift een van de stemmen of verandert bij een van de zanger ‘yesterday’ in ‘yesternow’, halverwege is er van beide nummers nauwelijks meer iets te herkennen. Begin- en eindpunt staan vast, maar de tussenweg wordt bepaald door het pad van de algoritmes. Elke voorstelling van Yesterday Tomorrow is dus anders.
Het is bewonderswaardig hoe de zangers voor de volle duur de partituur, die alsmaar complexer wordt, direct kunnen uitvoeren, met enkel de andere zangers als referentiepunt. Ook blijft het concept interessant door de minimale mutaties en de onzintaal die wordt gecreëerd door het digitaal samenvoegen van de teksten. Als halverwege het gezang wordt opgebroken door de opname van een ander liedje, waarna de nieuwe compositie al een stuk meer richting Tomorrow opgeschoven lijkt te zijn, voelt dit enigszins aan als kijkersbedrog. Het uiteindelijke Tomorrow komt tevens onverwachts snel, waardoor het lijkt alsof de voorstelling ingekort is om het behapbaar te maken. Het onbevredigende midden en einde vormen daardoor een smet op een slim concept over het verlangen naar andere tijden in een complex heden. (DS)
4 juni: Keiichiro Shibuya – The End
Als de Stopera zich vult met jongvolwassen meiden, hun blauwe haren in staarten en giechelend van de zenuwen, moet de popster in de buurt zijn. En wel de grootste popster van Japan, Hatsune Miku. De Japanse musicus Keiichiro Shibuya (1973) creëerde onbewust een gigantisch nieuw ‘ding’ met de 3D-artiest. Hatsune Miku telt meer dan tweeënhalf miljoen Facebookvrienden, beschikt over een repertoire dat inmiddels boven de 100.000 muzieknummers uitreikt en is niet meer weg te denken uit Japanse cultuur. Toen het Holland Festival de eerste Vocaloid-opera van hand van deze crazy populaire man op het programma zette, was ik natuurlijk supernieuwsgierig.
The End is een opera zonder tekst of menselijke zanger, opgebouwd uit 3D-projecties op meerdere schermen en elektronische muziek. Op het podium zien we alleen Keiichiro Shibuya in een kleine virtuele cocon, waarin hij de grillige elektronische muziek begeleid terwijl het publiek kijkt naar de holografische animatie van Hatsuna Miku, een meisje met enorme ogen en lange blauwe haren in staarten. Anderhalf uur lang is zij op zoek naar het antwoord op de vraag of zij kan en zal sterven. Als je het mij vraagt blijft die zoektocht naar (on)sterfelijkheid vrij oppervlakkig. De beelden zijn prachtig en de kunde imponeert absoluut, maar de muziek staat hard, té hard. Tegen het einde aan vraag ik mij af hoe de ietwat oude man naast mij deze avond heeft ervaren, want ik vermoed dat Nederland nog niet klaar is voor een 3D-artiest als Miku. Wie weet hoe snel het tegendeel zal worden bewezen. (LvdB)