Tag Archief van: landscape

Film / Films

Met zijn drieën tegen Dracula

recensie: Blade: Trinity

Hoewel vampiers al eeuwenlang gefigureerd hebben in legenden en verhalen, is het toch vooral sinds de publicatie van Bram Stokers Dracula in 1897 dat het verschijnsel niet meer weg te denken is uit onze populaire cultuur. De filmwereld kent talrijke varianten, vanaf Bela Lugosi’s klassieke performance in de jaren ’30 en de films met Christopher Lee voor de Engelse Hammerstudio’s tot aan de versie van Francis Ford Coppola met Gary Oldman, of een recente film als Van Helsing waarin hij gecombineerd wordt met andere notoire horrorfenomenen als het monster van Frankenstein en de weerwolf.

~

Het is een mooie vondst geweest om de vampiers in een moderne grotestadssetting te plaatsen, waar zij opgejaagd worden door een jager die zelf ook wat vampierachtigs in de genen heeft. Dat kan avonturenverhalen opleveren met spectaculaire mogelijkheden door de combinatie van diverse genres (horror en moderne actie). Het is gedaan in Blade, een Amerikaanse Marvel-comic die inmiddels aan zijn derde verfilming toe is. Scenarioschrijver David Goyer heeft dit keer ook de regie op zich genomen en uiteraard is de hoofdrol weer voor Wesley Snipes die zeer het bekijken waard is als de immer met leren jas, zonnebril en tatoeages getooide vampierjager.

Drie-eenheid

~

Juist het duistere van het personage, in voortdurende strijd met niet alleen de vampiers maar ook zichzelf, wordt door Snipes mooi neergezet. Normaal gesproken is Blade een eenzame strijder, een samoerai die met zijn zwaard op de rug door de straten van de metropool doolt op zoek naar vampiers. In zijn wereld vertegenwoordigen zij het ultieme kwaad en vormen een uitermate ernstige bedreiging voor de mensheid. Deze keer krijgt hij steun van twee kompanen (gedrieën vormen zij de drie-eenheid uit de titel) en dat is hard nodig, want zijn tegenstander is niemand minder dan graaf Dracula zelf.

Epische dimensie

De introductie van Blades aantrekkelijke medestrijders Abigail (Jessica Biel) en Hannibal (Ryan Reynolds) maakt het verhaal er interessanter op en geeft de film wat meer humor en luchtigheid. De wisecracks die dat oplevert vormen een goed tegenwicht voor Blades cynische zwijgzaamheid. Terwijl het teruggrijpen op de meest klassieke vampierlegende aller tijden een welhaast epische dimensie inbrengt. De film begint indrukwekkend met beelden uit de Syrische woestijn waar een groep vampiers Zijn eeuwenlange rust verstoren en het graf openen om zijn hulp te vragen bij het verkrijgen van de wereldheerschappij. Die hulp krijgen zij dubbel en dwars en de film loopt uiteindelijk uit op een gigantenstrijd tussen twee matadoren die allebei, aanhangers van een oude erecode als zij zijn, het zwaard hanteren.

Endlösung

Drake/Dracula heeft in de Australische acteur Dominic Purcell een vertolker gekregen die zijn tegenstander meer dan waardig is. We hebben dan inmiddels een flinke portie actie achter de rug waarin deze keer ook de FBI achter Blade aanzit en Blades oude mentor Whistler (Kris Kristofferson) het onderspit delft, waarin menig vampier als een hoopje smeulende as wordt achtergelaten en veel van bloed druipende hoektanden uit vrouwenvlees worden getrokken, en waarin tenslotte gezocht wordt naar een Endlösung voor het gehele vampiergeslacht.

Overdonderend

Veel van de actiescènes hebben, zoals dat ook het geval is bij de Matrix-trilogie, duidelijk hun wortels in het martial arts genre en zien er fraai uit. Veel subtiliteit hoef je verder niet te verwachten bij Blade: Trinity. Wat wil je ook? Het is een vampierfilm, een stripverfilming en het derde deel in een succesvolle serie. De fans weten genoeg. Naar míjn smaak kent de film te weinig rustpunten en is hij in zijn geheel wat al te overdonderend volgestopt met geweld en explosies, maar ik moet zeggen: het slot is mooi. Een gedragen einde na een bloedstollende tweestrijd. Tenslotte gaat Blade weer zijn eigen weg, op zoek naar nieuwe uitdagingen en wellicht een nieuwe sequel.

Film / Films

Met zijn drieën tegen Dracula

recensie: Blade: Trinity

Hoewel vampiers al eeuwenlang gefigureerd hebben in legenden en verhalen, is het toch vooral sinds de publicatie van Bram Stokers Dracula in 1897 dat het verschijnsel niet meer weg te denken is uit onze populaire cultuur. De filmwereld kent talrijke varianten, vanaf Bela Lugosi’s klassieke performance in de jaren ’30 en de films met Christopher Lee voor de Engelse Hammerstudio’s tot aan de versie van Francis Ford Coppola met Gary Oldman, of een recente film als Van Helsing waarin hij gecombineerd wordt met andere notoire horrorfenomenen als het monster van Frankenstein en de weerwolf.

~

Het is een mooie vondst geweest om de vampiers in een moderne grotestadssetting te plaatsen, waar zij opgejaagd worden door een jager die zelf ook wat vampierachtigs in de genen heeft. Dat kan avonturenverhalen opleveren met spectaculaire mogelijkheden door de combinatie van diverse genres (horror en moderne actie). Het is gedaan in Blade, een Amerikaanse Marvel-comic die inmiddels aan zijn derde verfilming toe is. Scenarioschrijver David Goyer heeft dit keer ook de regie op zich genomen en uiteraard is de hoofdrol weer voor Wesley Snipes die zeer het bekijken waard is als de immer met leren jas, zonnebril en tatoeages getooide vampierjager.

Drie-eenheid

~

Juist het duistere van het personage, in voortdurende strijd met niet alleen de vampiers maar ook zichzelf, wordt door Snipes mooi neergezet. Normaal gesproken is Blade een eenzame strijder, een samoerai die met zijn zwaard op de rug door de straten van de metropool doolt op zoek naar vampiers. In zijn wereld vertegenwoordigen zij het ultieme kwaad en vormen een uitermate ernstige bedreiging voor de mensheid. Deze keer krijgt hij steun van twee kompanen (gedrieën vormen zij de drie-eenheid uit de titel) en dat is hard nodig, want zijn tegenstander is niemand minder dan graaf Dracula zelf.

Epische dimensie

De introductie van Blades aantrekkelijke medestrijders Abigail (Jessica Biel) en Hannibal (Ryan Reynolds) maakt het verhaal er interessanter op en geeft de film wat meer humor en luchtigheid. De wisecracks die dat oplevert vormen een goed tegenwicht voor Blades cynische zwijgzaamheid. Terwijl het teruggrijpen op de meest klassieke vampierlegende aller tijden een welhaast epische dimensie inbrengt. De film begint indrukwekkend met beelden uit de Syrische woestijn waar een groep vampiers Zijn eeuwenlange rust verstoren en het graf openen om zijn hulp te vragen bij het verkrijgen van de wereldheerschappij. Die hulp krijgen zij dubbel en dwars en de film loopt uiteindelijk uit op een gigantenstrijd tussen twee matadoren die allebei, aanhangers van een oude erecode als zij zijn, het zwaard hanteren.

Endlösung

Drake/Dracula heeft in de Australische acteur Dominic Purcell een vertolker gekregen die zijn tegenstander meer dan waardig is. We hebben dan inmiddels een flinke portie actie achter de rug waarin deze keer ook de FBI achter Blade aanzit en Blades oude mentor Whistler (Kris Kristofferson) het onderspit delft, waarin menig vampier als een hoopje smeulende as wordt achtergelaten en veel van bloed druipende hoektanden uit vrouwenvlees worden getrokken, en waarin tenslotte gezocht wordt naar een Endlösung voor het gehele vampiergeslacht.

Overdonderend

Veel van de actiescènes hebben, zoals dat ook het geval is bij de Matrix-trilogie, duidelijk hun wortels in het martial arts genre en zien er fraai uit. Veel subtiliteit hoef je verder niet te verwachten bij Blade: Trinity. Wat wil je ook? Het is een vampierfilm, een stripverfilming en het derde deel in een succesvolle serie. De fans weten genoeg. Naar míjn smaak kent de film te weinig rustpunten en is hij in zijn geheel wat al te overdonderend volgestopt met geweld en explosies, maar ik moet zeggen: het slot is mooi. Een gedragen einde na een bloedstollende tweestrijd. Tenslotte gaat Blade weer zijn eigen weg, op zoek naar nieuwe uitdagingen en wellicht een nieuwe sequel.

Muziek / DVD

Meeslepende hardrock, niet meer en niet minder

recensie: Ill Niño - Live From The Eye Of The Storm

Mensen van Zuid-Amerikaanse afkomst beginnen de komende jaren steeds meer invloed te krijgen binnen het Amerikaanse samenleving. Ondanks verwoede pogingen van de VS om alle grenzen met het zuiden potdicht te houden, neemt de groep Latino’s snel toe en zal binnen een aantal jaren meer dan de helft van de Amerikanen van origine Spaanstalig zijn. Ill Niño is een rockband die ontstaan is uit deze Latino-cultuur en daar ook zichtbaar trots op is. Na vier studio-albums komen ze nu met een dvd met een concert en aantal videoclips. Ze geven hoog op over hun afkomst, maar de vraag is hoeveel invloed dit op de muziek heeft.

~

De nu-metal van Ill Niño doet erg denken aan St. Anger, de laatste plaat van Metallica die door velen verketterd is, maar wel degelijk een album is waarin lekkere dynamische muziek wordt neergezet die je geen moment met rust laat. Ditzelfde geldt eigenlijk voor de muziek van Ill Niño. Het is toegankelijke hardrock waarin ook nog de ruimte wordt genomen om in rustige delen de stem van Cristian Machado tot zijn recht te laten komen. Machado is ook op het podium een charismatische zanger die in staat is met zijn persoonlijkheid een song neer te zetten.

Geen cross-over

~

Het sextet dat grotendeels geboren is in Zuid-Amerika wil dit graag laten horen. Hun grotendeels Engelstalige muziek is echter niet echt anders dan dat van hun Amerikaanse collega’s. Je ziet op het podium wel een aantal Latino percussie-instrumenten staan, maar die verdwijnen volledig in het gitaargeweld van de band. Voor de duidelijkheid, de band maakt goede muziek, maar het is zeker niet anders omdat de bandleden Latino’s zijn. Hun naam doet vermoeden dat de band speciale muziek maakt die een interessante cross-over is tussen Zuid- en Noord Amerika. Dit is dus helaas niet het geval.

Balans tussen gepraat en muziek

De dvd geeft een compleet beeld van de carrière van de band tot nu toe. Het concert zelf duurt helaas maar een kleine drie kwartier. Naast een vijftal videoclips is ook een aantal interviews opgenomen, waaronder de special The real world of Ill Niño die even lang is als het concert. Ook hebben alle bandleden een bekentenis op de dvd gezet, maar dit wil helaas het niveau niet overstijgen van “ik heb het wel eens met twee/drie vrouwen tegelijk gedaan.” Dit grote aantal extra’s is natuurlijk leuk, maar op zich is de balans tussen gepraat en de daadwerkelijke muziek nu wel een beetje zoek. Ik had liever nog een uurtje langer naar het concert zitten kijken, dan te horen op welke wijze de bandleden het andere geslacht genomen hebben.

Goede

Ill Niño heeft met Live From The Eye Of The Storm een aardige dvd afgeleverd die vooral opvalt door de grote hoeveelheid extra’s. Meer live-opnames hadden echter geen kwaad gekund. Algemeen valt over hun muziek te zeggen dat deze minder speciaal is dat de bandnaam doet vermoeden. Het is gewoon lekker meeslepende hardrock met veel dynamiek. Niet meer en niet minder.

Boeken / Non-fictie

Dagboek van een staatsgevaarlijke puber

recensie: Nina Loegovskaja - Ik wil leven

In de voortdurende paranoia die Rusland ten tijde van het communisme in zijn greep hield, werden de mensen bij bosjes opgepakt. De ene omdat hij zich in een dronken bui negatief over Stalin had uitgelaten, de ander omdat hij een vreemde familienaam had. Liever honderd onschuldigen in de cel dan één schuldige op straat, dicteerde het wantrouwen aan de partijbonzen.

In een dergelijk klimaat is het niet vreemd dat het achttienjarige meisje Nina Loegovskaja (1919-1993), de dochter van een revolutionair, werd opgepakt. Op grond van passages uit haar geheime dagboek werd Nina beschouwd als een staatsgevaarlijke terrorist die van plan was Stalin te vermoorden en zodoende werd ze weggestopt in een van de vele strafkampen.

Nina’s dagboek werd in 2001 teruggevonden in de archieven van de KGB. Het bleek zorgvuldig bestudeerd te zijn en is op vele plaatsen onderstreept. Daardoor is het vrij nauwkeurig na te gaan op basis van welke passages Nina veroordeeld is. Ik wil leven is vooral interessant doordat de oorspronkelijke onderstrepingen zijn overgenomen, waardoor je als het ware over de schouder van de muggenzifterige frikken van de NKVD (de voorloper van de KGB) mee kunt kijken. Het dagboek geeft zodoende niet alleen inzicht in het alledaagse leven en denken van een nuchter en intelligent jong meisje dat onder het sovjetregime leefde en zich daar fel tegen keerde, maar het biedt ook een interessant inkijkje in de humorloze gedachtekronkels van NKVD-medewerkers.

Ik vermoord hem!

Voor de hedendaagse lezer zijn de beschuldigingen van de NKVD nauwelijks serieus te nemen. De viertienjarige Nina schrijft weliswaar: “Ik vermoord hem [Stalin] zo snel mogelijk! Ik moet wraak nemen voor mezelf en voor mijn vader”, maar dit kan toch moeilijk als een moordcomplot beschouwd worden. Allereerst zal een veertienjarige die de middelen en de contacten mist om zo’n complot ten uitvoer te brengen, nauwelijks serieus hebben overwogen Stalin te vermoorden. Bovendien schrijft Nina dit op een moment dat ze woedend is over het feit dat haar vader een verblijfsvergunning is geweigerd.

~

De meeste passages die tegen het communisme gericht zijn, lijken toch vooral voort te komen uit de onvrede van Nina over haarzelf en haar omgeving en veel minder uit een principieel verzet tegen het systeem. Zoiets kun je ook nauwelijks van een veertienjarige verwachten. In de loop der tijd, als Nina beter in haar vel komt te zitten en meer vrienden krijgt, nemen de scheldpartijen tegen de communistische kliek aanzienlijk af. De passages die door de NKVD zijn onderstreept komen dan ook vooral uit het eerste deel van het dagboek.

Pessimisme verboden

Niet alleen de politiek getinte passages waarin Nina zich tegen het communisme richt werden onderstreept, maar ook allerlei andere, schijnbaar doodgewone opmerkingen. Bijvoorbeeld: “Het leven is, als je nuchter om je heen kijkt, zo’n zinloze en stomme grap.” Deze gedachte die bij elke normale puber wel eens op zal komen, werd door de communisten als verderfelijk beschouwd. In het communisme was dergelijk pessimisme verboden. Ook Nina’s negatieve opmerkingen over haar uiterlijk, zoals: “Nooit zal iemand weten wat mijn eigen lelijkheid mij gedaan heeft”, zijn uit de boze. Een goede sovjetburger behoorde zulke gedachten niet te hebben en werd geacht geen belang te hechten aan uiterlijke vertoon en lichamelijke schoonheid.

Door de selectie die de NKVD maakte, ontstond er een portret van Nina als iemand die niet alleen staatsgevaarlijke ideeën had, maar ook een negatieve, kwaadaardige persoonlijkheid vol van haat en jaloezie. De nadruk kwam te liggen op de passages waar Nina reflecteerde op de betekenisloosheid van het leven en haar suïcidale neigingen beschreef. Elk spoor van afwijkend gedrag werd door de NKVD onderstreept, zodat dit later tegen haar kon worden gebruikt.

Barbaarse martelingen

De veroordeling, die in feite niet meer dan een formaliteit was, werd uiteraard bloedserieus genomen en Nina’s moest zoals gebruikelijk een hele rij misdaden bekennen. Wat ze grif deed, aangezien ze volstrekt niet bestand was tegen de barbaarse martelingen die men haar deed ondergaan. Na ‘het proces’ werden zij en haar familie veroordeeld tot vijf jaar Goelag-archipel en zeven jaar Siberië. Nina overleefde deze zware jaren en stierf pas in 1993. Ze heeft haar in het dagboek aangekondigde plannen om schrijfster te worden echter nooit verwezenlijkt.

Film / Films

The Phantom is back and beautiful

recensie: The Phantom of the Opera

.

~

De film is losjes gebaseerd op het boek Le fantome de l’opera van Gaston Leroux uit 1910. Maar de meeste mensen zullen het liefdesverhaal al kennen van Andrew Lloyd Webbers musical, die in Londen nog steeds voor volle zalen wordt gespeeld. Het fijne van deze verfilming is dat de persoonlijke beweegredenen en achtergronden die je mist in de theateruitvoeringen nu beter aan de orde komen. Karakters zijn meer uitgediept en emoties komen beter tot zijn recht. De hele context van het verhaal zit duidelijk beter in elkaar dan de theaterversies. Dat mag ook wel, want Schumacher (Phone Booth, Batman Forever) neemt er de tijd voor met bijna twee en een half uur.

Tempo en muziek

~

De vaart blijft er desondanks wel in zitten. In het begin zit je nog redelijk rustig op je stoel te wachten tot het moment dat de kroonluchter naar beneden dondert, daarna wordt er harder toegewerkt naar de ontknoping van het verhaal. Kiest operazangeres Christine voor haar jeugdliefde Raoul of gaat ze voor het mismaakte, muzikale en gekwelde spook van de opera? De muziek helpt een handje door gedurende de hele film steeds weer opzwepend te worden; niet voor niets is het natuurlijk een musicalfilm.

Geen neprook

Het geheel is mooi in beeld gebracht en er wordt leuk gespeeld met heden en verleden, zoals bij Titanic. Het gevoel dat je in het theater zit, gaat niet helemaal verloren, omdat de film voor een deel op het toneel wordt gespeeld. Je ziet daarin ook nog wat verschil bij de acteurs die eerst op het toneel acteren en later weer natuurlijker spelen buiten het toneel. Uitzonderingen zijn de theaterbazen en de concurrerende operazangers, die wel enorme karikaturen neerzetten. Aan de verbeelding van het publiek wordt overigens weinig meer overgelaten: geen neprook dat water voor moet stellen, maar een echt gangenstelsel mét water, een bootje en honderden kaarsen.

Weinig verminking

Toch is de film niet geheel bevredigend, want zo’n lelijkerd is dat spook helemaal niet als zijn masker afgaat. Sowieso is Gerard Butler (Timeline, Reign Of Fire) niet onaantrekkelijk om naar te kijken met masker, en als dat witte plasticje dan afgaat is de verminking minder schokkend dan je zou verwachten of willen. Dat zorgt voor wat teleurstelling, maar zijn ziekelijk jaloerse en hatelijke gedrag maakt wel veel goed. De keuze om het spook niet al te veel toe te takelen, valt ook wel goed te praten door te stellen dat het een stuk logischer is dat de mooie Christine op hem valt. Toch blijft het jammer.

Nachtegaal

De rol van Christine wordt voortreffelijk gespeeld door de 18-jarige Emmy Rossum. Wellicht is ze je in films als The Day After Tomorrow en Mystic River niet bijgebleven, maar na het zien van deze film zul je haar verschijning en stemgeluid niet gauw meer vergeten. Ze zong op haar zevende al bij de Metropolitan Opera en heeft nog steeds het geluid van een nachtegaal. Bovendien speelt Rossum heel indringend en heeft ze nu bewezen zo’n grote rol goed aan te kunnen.

Vermaak

The Phantom of the Opera heeft wat tekortkomingen, maar dat zal de meeste liefhebbers van musicalfilms een zorg zijn. Het voornaamste is dat er goed geacteerd wordt, het verhaal goed neergezet is en dat deze film vermaakt tot het eind. Door het overdonderende effect en de invloed van de muzikale klanken is de film wel minder geschikt om thuis te zien. Het is net als met het zien van de theaterversie: daarbij wil je ook niet op het derde balkon achterin zitten.

Boeken / Fictie

Meer dan veelbelovend

recensie: Janine Hoekstein - De uitvoering

.

In De uitvoering maken we kennis met Kallista, een aan het conservatorium afgestudeerde pianolerares. Kallista is getrouwd met Mark, maar heimelijk verliefd op Filo. Dat die situatie enige spanning met zich meebrengt moge duidelijk zijn. Zeker als blijkt dat Filo haar broer is – een toch niet echt makkelijke situatie. Als dan ook nog haar jeugdvriendin Agnes, na twaalf in coma te hebben gelegen, sterft en Filo na bijna even lange tijd terugkeert uit Amerika raakt haar leven in een stroomversnelling.

Experimenteren

Waar Hoekstein zich in haar debuut voornamelijk richtte op het verhaal en in de vorm nog wel eens tekort schoot, heeft ze nu juist zwaar ingezet op die vorm. Kallista’s verhaal wordt na elk hoofdstuk onderbroken door een vertelling over één van haar leerlingen. Hierdoor krijgt de schrijfster meer mogelijkheden om met haar schrijfstijl te experimenteren. En waar haar debuutroman vrij toegankelijk was, is deze tweede roman door de vele stijlwisselingen een stuk minder toegankelijk. Hoekstein maakt uitvoerig gebruik van de mogelijkheid om van toon, stijl en expressievorm te wisselen. Dat maakt niet elk hoofdstuk meteen even makkelijk te volgen. Ook de hoofdstukken over Kallista zijn veel rommeliger opgezet dan wat we uit haar debuutroman gewend zijn. Maar ‘rommelig’ is in dit geval niet negatief bedoeld. Je merkt gewoon dat de schrijfster veel meer durft uit te proberen, veel meer expressie durft te leggen in haar schrijfstijl. Het mag dan ook wel duidelijk zijn dat Janine Hoekstein veel geleerd heeft van haar eerste roman.

Terug naar de inhoud

Door al die aandacht voor de vorm loop je nu dus wel het gevaar dat de inhoud ondergesneeuwd raakt. En inhoudelijk is het verhaal van Kallista dan ook redelijk magertjes te noemen. Het hoofdverhaal is eigenlijk in vier zinnen weer te geven. Maar eerlijk gezegd maakt dat van De uitvoering geen slecht boek. De tussenhoofdstukken zijn zo gevarieerd en bevatten zulke mooie portretten van de diverse leerlingen, dat het geheel toch de moeite waard blijft. Door de verschillende verhalen krijg je bij wijze van spreken een kijkje achter de schermen. De volgende keer dat deze leerling in de ‘Kallista-hoofdstukken’ opduikt heb je een heel ander beeld van hem of haar, en kun je als het ware haast de gedachten van de leerling volgen als Kallista een opmerking maakt of een vraag stelt. En ondanks dat het hoofdverhaal niet voldoende is uitgewerkt, heeft het toch genoeg elementen in zich om te blijven boeien. Wederom heeft de schrijfster namelijk de worsteling van een jonge vrouw met haar verleden, heden en toekomst op een pakkende wijze weten te beschrijven.

Toekomst

Na haar debuutroman gelezen te hebben gaf ik aan dat ik zeer benieuwd was naar haar tweede roman. Nu ik hem dan eindelijk gelezen heb, kan ik eigenlijk alleen maar herhalen wat ik toen ook al zei. Gezien de vorderingen van Janine Hoekstein sinds haar vorige roman kan ik alleen maar concluderen dat ik ook haar derde werk met goede moed tegemoet zie. Want als deze trend zich voortzet is het niet lang meer wachten op een waar meesterwerk van deze veelbelovende schrijfster. Veelbelovend, maar ook nu al veel presterend.

Kunst / Expo binnenland

Curry in het museum

recensie: Rirkrit Tiravanija - A Retrospective (Tomorrow Is Another Fine Day)

De van origine Thaise kunstenaar Rirkrit Tiravanija (spreek uit: Tie-ra-va-nee-dja) woont en werkt in New York, Thailand en Berlijn. Als zoon van een diplomaat leerde hij zichzelf al vroeg een nomadische levenshouding aan. Rirkrit Tiravanija verwierf begin jaren negentig bekendheid door meerdere performances. Hij ging in galeries en musea Thaise maaltijden koken, om de onleefbaarheid aan te tonen van de stereotype ‘white cube’, die sinds de hoogtijdagen van het modernisme in galeries en musea zetelt.

~

Rirkrit is een van de grootste voorvechters van het dagelijks leven in de kunst weer te geven. Hij kookte daarom ook niet zozeer als een performance (om naar te kijken), maar om het gehele publiek mee te laten doen. Op deze manier worden de bezoekers van een tentoonstelling niet alleen een participant van het kunstwerk, maar in bepaald opzicht ook een deel van het kunstwerk. Zo heeft hij verschillende installaties gemaakt waarin hij de sociale aspecten van de bezoekers op de voorgrond probeerde te brengen. Waaronder een supermarkt, een currykeuken, een oefenruimte voor bands, een exacte kopie van zijn New Yorkse appartement (24 uur per dag open, voor iedereen toegankelijk).

Verwachtingen doorbreken

~

Wat zou je dan kunnen verwachten op de eerste overzichtstentoonstelling van een kunstenaar in wiens werk de sociale aspecten de belangrijkste rol spelen? Een video of foto’s van de ‘performances’, restanten van de maaltijden die hij z’n publiek heeft voorgeschoteld, misschien zelfs wel kopieën van installaties die hij heeft gemaakt? Al deze vormen lijken toch niet geheel te kunnen omvatten waar het in zijn werken om ging: de sociale aspecten van een kunstwerk. Dus wat laat hij wel zien? Nou: bijna niets!

Fantasie

Hij laat enkel en alleen de afmetingen van de plekken zien waar de performances en installaties hebben gestaan. Verder wordt er soms op een theatrale manier een performance gehouden, zijn er rondleidingen zoals bij vrijwel elk andere expositie (soms door Rirkrit zelf), en is er een audiofoon (zo’n museumwalkman) te lenen met informatie over de voorbijgegane tentoonstellingen. Rirkrit meent dat het opnieuw opbouwen van z’n installaties geen zin heeft, omdat de installaties eenmalige gebeurtenissen zijn geweest voor enkele mensen. Het unieke karakter zou onmogelijk na te maken zijn. Wat er in het Boijmans te ‘zien’ is, vraagt dan ook wel erg veel van het inlevingsvermogen, fantasie en het geduld van de toeschouwer, want dat is wat je bent: een ‘bezoeker’ in tegenstelling tot hetgeen wat je was bij de voorgaande kunstwerken van Rirkrit: een participant, en deel van het kunstwerk.

Context

Daarom is de kwaliteit van Rirkrits overzichtstentoonstelling ook tweeledig. Als representatie van de kunstwerken van Rirkrit Tiravanija zou je het gevoel kunnen hebben dat je wat tekort komt, maar het is maar net de vraag of deze overzichtstentoonstelling beter had gekund. In de catalogus geeft hij zelf aan dat dit een van de mogelijkheden is voor een overzichtstentoonstellingen (ik neem dan aan dat hij nog verschillende versies uit zal gaan proberen). Als overzichtstentoonstelling an sich blijft er echter de vraag hangen of het überhaupt nodig was geweest om Rirkrits ‘werk’ in een museale context te plaatsten. Alle informatie zou ook enkel door de uitgave van een boek, of het verspreiden van een audio-cd tot de toeschouwer gebracht kunnen worden.
Zo zien we dat het werk van Rirkrit Tiravanija niet alleen een uitspraak doet over de museale context, maar ook dat het die museale context nodig heeft om mensen de tijd en de ruimte te geven om er over na te denken. Dit lijkt tegenstrijdig, maar zoals het lichaam de geest huisvest, huisvest de kunst zich toch nog steeds voornamelijk in musea.

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Sympathy for Mr. Vengeance, The Uninvited, Married with Children, Cool and Crazy, De Erfenis, PTU, Romasanta en Once a Thief

.

Sympathy for Mr. Vengeance / Boksuneun naui geot

(Chan-wook Park, 2002, Total Film)

~

Laat je niet afschrikken door de idiote titel: dit is een bizarre, maar serieuze en zeer intense film van de eigenzinnige regisseur van Oldboy. Het gekunstelde maar boeiende verhaal, waarin vrijwel alle personages door een hel gaan, draait om een doofstomme, op wraak beluste jongeman en de man die zich juist op hèm wil wreken. Het eerste uur van de film is een ingetogen drama, met spaarzame muziek, serene beelden en veel visuele subtiliteiten die Park met landgenoot Ki-duk Kim verbinden. In de tweede helft wordt de tragedie steeds wreder en mondt hij uit in gruwelijk nihilisme. Het is haat, pijn en wreedheid wat hier de klok slaat. Park brengt het geheel met veel akelige humor, maar met ook sublieme beelden met opvallend gebruik van kleuren, op ontoegankelijke maar toch indringende wijze over. Een provocerende, ongewone film voor een select publiek. De dvd is voorzien van een aardig kijkje achter de schermen van 30 minuten. (PC)

The Uninvited / 4 Inyong Shiktak

(Soo-youn Lee, 2003, Total Film)

~

Ook uit Zuid-Korea, dit sterke staaltje sfeerhorror van debutante Lee. Een architect begint rare visioenen te krijgen en leert een helderziende vrouw kennen die hem met zijn geheimzinnige verleden confronteert. The Uninvited is, afgezien van enkele gruwelijk verontrustende scènes, geen horrorfilm, maar wel een geslaagd en luguber sfeerstuk. Met een speelduur van meer dan twee uur is hij tergend langzaam, maar de geduldige kijker wacht een intrigerend, stijlvol schouwspel met veel symboliek, prettige onduidelijkheden en vakkundig opgebouwde spanning. (PC)

Married with Children seizoen 1 en 2

(Ron Leavitt, 1987, Columbia/Tristar)

~

Soms zou je denken dat Frank Sinatra bekend geworden is doordat zijn lied Love and Marriage als titelsong van Married with Children werd gebruikt. Bij het horen van deze titelsong weet je direct dat je bij de familie Bundy bent beland. Wat opvalt bij de eerste twee seizoenen van serie is dat ze een stuk subtieler zijn dan seizoenen die de laatste tijd op tv waren te zien. Schoenenverkoper Al Bundy (Ed O’Neill) is hier bijvoorbeeld wel een botte lul, maar heeft ook zeker wel eens zijn sympathieke momenten. Zijn vrouw Peggy (Katey Sagal) is zo nu en dan begripvol, terwijl Bud (David Faustino) en Kelly (Christina Applegate) ook nog wel eens naar hun ouders luisteren. In latere seizoenen is de familie eigenlijk verworden tot een soort stripverhaal waarin de karakters heel erg eendimensionaal zijn. Als opvallende bonus krijg je bij het eerste seizoen een documentaire van drie kwartier, met de titel The Bundy’s Reunion, waarin de hoofdrolspelers terugkijken op de serie. Interessant om te zien, maar verder blinken de eerste twee seizoenen niet uit in extra’s. (JvH)

Cool and Crazy / Heftig og begeistret

(Knut Erik Jensen, 2001, De Filmfreak)

Deze alom gelauwerde Noorse documentaire, in Nederland onderdeel van de Docuzone-reeks, biedt een charmant kijkje op de bevolking van een vissersdorpje in noord-Noorwegen waar het plaatselijke mannenkoor een onmisbare schakel in de hechte gemeenschap vormt. Bij weer en wind bezingen ze in hun statige liederen de Heer, hun omgeving, de vrouwelijke fabrieksarbeiders en de middernachtzon. De makers van de film laten hun onderwerp volledig het woord doen: de soms hoogbejaarde mannen, simpele zielen met een passie voor zingen, doen uitgebreid hun zegje en de schitterende beelden van het winterse, barbaars koude landschap spreken voor zich. Cool and Crazy is een misschien wat te lange, maar boeiende blik op een bijzondere gemeenschap. (PC)

De Erfenis

(Idse Grotenhuis / Johan Nijenhuis, 2004, Entertainment plus)

~

De hele familie van de multimiljonair Andreas Heydecoper (Kees Brusse) wordt uitgenodigd op zijn sterfbed. De aan kanker lijdende man neemt in zijn villa in Curaçao resoluut de gifbeker en laat de familie achter met een raadselachtig testament. De Heydecopers moeten het vuurmeisje zoeken voordat bekend wordt wie het kapitaal van de man erft. Deze zoektocht leidt tot een interessante intrige waarin alle tegenstellingen uit het gezamenlijke verleden boven tafel komen. De Erfenis is niet de eerste serie waarvoor Curaçao wordt opgezocht: zo was er in 1979 al Duel in de Diepte en werd er in 2002 die andere serie van Idse Grotenhuis, Bon Bini Beach, gedraaid. Vanaf de eerste minuut valt dan ook het speciale licht van de Antillen op: het lijkt wel of er naast de camera nog een extra spot geplaatst is om de acteurs goed in de zon te zetten. In vergelijking met het laatstgenoemde voorbeeld is De Erfenis kwalitatief een stuk beter. Bij vlagen wordt er door de overwegend onbekende acteurs goed gespeeld en ook is er regelmatig verrassend mooi camerawerk te zien. Desondanks blijft het over het algemeen een middelmatige serie. De transfer van televisie naar dvd is goed gelukt en het beeld komt levendig over, maar er zijn wel storende slordigheidfoutjes gemaakt. Zo wordt er na een weggesneden reclameblok onder in beeld aangegeven dat je naar De Erfenis aan het kijken bent en is de originele RTL4-aftiteling behouden. Met een betere afwerking had de serie een veel stijlvoller indruk achter gelaten dan nu helaas het geval is. (JvH)

PTU

(Johnnie To, 2003, Total Film)

~

Misdaadthrillers maken ze in Hong Kong al decennia, weet de filmliefhebber met ruime blik. Afgezien van het bijzondere Infernal Affairs zijn recente vertegenwoordigers van het genre de laatste jaren echter dun gezaaid op de westerse markt. De politiefilm PTU geeft helaas geen beste indruk van de status quo: het is een middelmatig en snel vergeten werkje. Het verhaal beslaat een gewelddadige nacht in Hong Kong met corrupte politiemensen en criminelen, die met een brute moord begint en uiteindelijk tot een slimme conclusie komt. Helaas gebeurt dat pas na anderhalf uur ongeïnspireerd tijdverdrijf vol clichés, foute muziek met jankende electrische gitaren, weinig spanning, en geen noemenswaardige acteerprestaties. (PC)

Romasanta

(Francisco Plaza, 2004, A-Film)

~

Een van de laatste titels van de Spaanse productiemaatschappij Filmax, waar eerder films als Darkness, Beyond Re-animator en Dagon gedraaid werden. De veelbelovende regisseur Plaza, die twee jaar terug de meedogenloze thriller Second name / El segundo nombre maakte, biedt met zijn laatste film een mengeling van historische horror en liefdesdrama. Die combinatie is niet geheel geslaagd, waarmee deze redelijk prestigieuze film slechts van geringe kwaliteit is. Het verhaal, over een reeks moorden die wellicht door een weerwolf gepleegd worden, is aardig spannend, hoewel niet verrassend. De film speelt zich af in het Galicië van de 19e eeuw, en dat komt met een weelderige, kraakheldere cinematografie, prima decors en kostuums en statige klassieke muziek behoorlijk mooi over. Maar als thriller is Romasanta niet eng genoeg, en als drama niet overtuigend. Plaza blinkt namelijk nog steeds niet uit in acteursregie, wat blijkt uit onnatuurlijk lopende dialogen, en geeft de film te weinig evenwicht en richting om een bovengemiddelde indruk te maken. (PC)

Once a Thief

(John Woo, 1996, Indies)

~

Slechts heel af en toe, bij een sporadische freeze frame of een typisch zwevende camera, word je eraan herinnerd dat je kijkt naar een film van John Woo, de inmiddels aan lager wal geraakte grootmeester uit Hong Kong. Verder is het armoe troef, want met derderangs TV-acteurs, fletse beelden en decors en een overdaad aan misdaadclichés kan zelfs Woo er niets meer van bakken. Vlak voor zijn Hollywood-klapstuk Face/Off maakte hij deze pilot van een niet erg succesvolle actieserie, die naar ’s mans maatstaven om te huilen is, en als pretentieloze tv-rommel middelmatig vermaak biedt. (PC)

Theater

Zelden verrassend

recensie: Sjaak Bral - Op ware grootte

.

~

Sjaak Bral is bekend geworden vanwege zijn Haagsche accent. Toch brak hij al in 1992 landelijk door, via een optreden in het programma RUR van Jan Lenferink. Daarna richtte hij het komediegezelschap A night of comedy op, waarmee hij in het hele land optrad. Deze groep organiseerde ook de jaarlijkse Big night of comedy in Den Haag. Bovendien is Bral aan het eind van dit jaar te zien in Den Haag met zijn eigen eindejaarconference.

Bij de les blijven

~

Wat allereerst opvalt is dat Bral optimaal gebruik maakt van belichting, decor en rekwisieten. Ook heeft hij een drietal ijzersterke muzikanten achter zich staan en maakt gebruik van projecties om zijn rode draad van ‘de gehaktstaaf’ kracht bij te zetten. Hiermee weet hij een weloverwogen contrast te maken tussen de delen waar hij op het podium staat te vertellen en onderdelen van het programma waar hij bijvoorbeeld in een stoel zit voor te lezen. Dit zorgt er voor dat je redelijk goed bij de les blijft tijdens het programma.

Aardige grappen

Bral heeft echter een groot probleem en dat is zijn verschijning. Hij heeft nauwelijks interessante uitdrukkingen in zijn gezicht en hij weet zelden zijn grappen met sterke gebaren kracht bij te zetten. Hij moet het dus vooral van zijn teksten hebben. De grappen zijn best aardig, maar dat is het dan ook. Het is jammer dat zijn fysieke aanwezigheid zijn verhaal nauwelijks ondersteunt.

Grappen zie je mijlenver aankomen

Met sterke grappen kun je dit alles natuurlijk prima opvangen. Maar deze zijn helaas niet van een dusdanig kaliber dat ik er steil van achterover sla. Ze zijn zelden verrassend en klinken vaak alsof je ze ergens anders al een keer gehoord hebt. Dit komt misschien ook deels door het vrij slome tempo van de show, maar ook zie je de clou van veel verhalen vaak mijlenver aankomen. Als je een keer per jaar een cabaretvoorstelling ziet, dan ga je vast wel uit je dak, maar als cabaretfanaat zul je niet veel plezier aan Bral beleven.

Volledig en ongekuisd

Waar ik zeer veel respect voor heb is de manier waarop Sjaak Bral samen met CNR zijn show op dvd heeft gezet. Het is een stuk beter dan de veelgeziene tv-rip van de VARA, waar grote stukken uit zijn geknipt. Sjaak Bral heeft zijn show volledig en ongekuisd op dvd gezet. Het beeld is top, het geluid strak en de schijf is voorzien van een degelijke ‘making of’. Voor de liefhebber is er tevens een extra cd met popliedjes van Bral bijgevoegd. Het is jammer dat het veel top-cabaretiers op dvd-gebied niet lukt wat Bral met zijn middelmatige show wel voor elkaar weet te krijgen.

Theater / Voorstelling

Zelfs goede acteurs kunnen dit niet ophemelen

recensie: Hemelen (Joop van den Ende Theaterproducties)

Al eerder zagen we dat de dood van Pim Fortuyn wordt verwerkt in toneelstukken, bijvoorbeeld in Paars van Growing up in Public. Joop van den Ende Theaterproducties brengt nu het stuk Hemelen, waarin de politieke moord op de achtergrond een rol speelt. Toneelschrijver Haye van der Heyden was op vakantie in Dover, toen hij uit Nederland werd gebeld met de mededeling dat Pim Fortuyn was doodgeschoten. Een idee voor een toneelstuk was geboren.

~

Ook de vier hoofdrolspelers in Hemelen worden tijdens hun vakantie, op Ibiza, geconfronteerd met het nieuws. En dat terwijl de twee echtparen ook zo hun eigen problemen hebben. Eén van de meest vooraanstaande acteurs van Nederland (Carol van Herwijnen) ziet het allemaal niet meer zitten en wil uit het vak stappen. Zijn vrouw (Bea Meulman) heeft het ook wel gehad met hem. Dan zijn er nog de buren (Johnny Kraaijkamp en Irma Hartog), die elkaar belazeren tijdens het zogenaamde wekelijkse avondje bowlen. Eén en al relatieverwikkelingen en dan dat bericht via de gsm. Het is een gek gevoel: zij zitten daar terwijl heel Nederland op zijn kop staat. Wat nu?

Buitenstaander

~

Als toeschouwer verwacht je vanaf dat moment wat meer diepgang in het stuk, want tot dan toe ontbreekt het daar nogal aan. Deze komedie leunt op clichéopmerkingen en dat word je op een gegeven moment wel zat. Sommige grappen zijn zeker wel leuk gevonden, maar ze blijven maar komen en op den duur heb je genoeg van het (glim)lachen. De gesprekken van de stellen, of het over politieke gebeurtenissen gaat of over relatieproblemen, duren maar voort zonder dat je je er echt bij betrokken voelt en ook maar enig idee waar het heen gaat of wat de schrijver hiermee wil zeggen. Je kijkt er gedurende de twee uur als buitenstaander naar zonder er ook maar een beetje warm van te worden.

Fout aan de basis

Er is wel een keerpunt te ontdekken in het stuk na het bewuste telefoontje, dat zich uit in relatiebeslissingen die genomen worden of een (nieuw) doel in het leven. Stellen groeien van elkaar af en naar elkaar toe. Toch had er zo veel meer met zo’n stuk gedaan kunnen worden, maar het is al fout gegaan aan de basis. Van der Heyden is een fijne schrijver die al heel wat mooie relatiestukken op zijn naam heeft staan, maar met deze komedie slaat hij echt de plank mis. De reden waarom hij de moord op Pim Fortuyn erbij heeft gehaald, valt bijna niet te begrijpen. Of wel, want je zou zo’n mooie draai aan het stuk kunnen geven, maar niet daar op Ibiza en niet met deze vermoeiende mensen.

Interview

Over de uitvoering valt weinig te klagen. Er staan gewoon vier goede acteurs op het toneel, die zeker hun best doen. Vooral Herwijnen en Meulman leven zich lekker uit, maar zitten wel iets te strak in het karikatuurlijf dat hen opgedrongen is. Wat heel leuk bedacht is, is het van te voren opgenomen interview tussen een van de hoofdpersonen en Paul de Leeuw. Tussen de verschillende scènes (waarbij snel het decor wordt gedraaid) klinken stukjes uit dat interview: heel mooi gedaan!

Eind

Soms is het niet erg om van te voren al te weten hoe een stuk zal aflopen, als het maar blijft intrigeren. Bij Hemelen weet je na de eerste drie minuten ook al hoe het zal eindigen. De proloog begint op 9 mei en daarna wordt teruggeblikt naar de dagen die daaraan vooraf gaan. Een zucht valt niet te onderdrukken als het weer 9 mei is geworden. Zonde.

Hemelen wordt nog tot en met 20 maart 2005 in het land opgevoerd.

Theater / Voorstelling

“Hoe willen jullie dat ik mij gedraag?”

recensie: In de schaduw van mijn vader (Theatergroep Rast)

.

~

In de schaduw van mijn vader toont op een overwegend komische manier de geschiedenissen van drie gastarbeiders, vaders van huidige Turkse dertigers zoals de acteurs. Het publiek lacht zich rot om de cabaretachtige toon van de drie heren in smoking. De één wil emigreren om het toch al gigantische Turkse Rijk uit te breiden, de ander heeft er vooral erotische fantasieën bij. In razend tempo vult het drietal elkaar aan. En al hoor ik mezelf op een gegeven moment zuchten, wanneer één van de drie voor de zoveelste keer bezield uitroept dat hij naar Nederland wil voor een Westerse vrouw, toch een goede zet van regisseur Saban Ol om zo’n zogenaamd banale wens slapstickachtig tot uitdrukking te brengen. Het maakt de immigranten menselijk, en Turks theater licht.

Miss Byzantium vs. Turkse achterblijfster

De drie gastarbeiders worden geflankeerd door sterke vrouwen. Rechts van hen zien we een prachtig oriëntaals aangeklede Inci Pamuk (van het cabaretduo Turkish Delight) als Miss Byzantium en Miss Gelukzaligheid en halve godinnen die het grote Byzantijnse rijk vertegenwoordigen. Verheffend draagt Pamuk het glorieuze verleden van de Turken voor, en met deze herinnering spoort ze de drie gastarbeiders aan hun geluk te beproeven in het gastland. Links zien we Elvan Akyildiz (van o.a. Sesamstraat) als een achterblijvende Turkse vrouw. Zij is minder enthousiast over het buitenlandse verblijf van haar man. Hij vervreemdt van haar, neemt andere, “smakeloze” gewoonten over. Als ook zij overkomt, is hij steeds de deur uit en zit zij geïsoleerd thuis. Het leven draait alleen om hem heen, zij moet haar dromen opschorten.

Shockerend

Het stuk shockeert met de humor, met de bloemrijke taal van de Belgische toneelschrijver Paul Pourveur, en met de sterk spelende Turks-Nederlandse acteurs. Verontwaardigd over de zelfoverschatting van de Westerse man, legt de Turkse vrouw het publiek fijntjes uit dat het een fabeltje is dat diens penis beter zou zijn dan de oriëntaalse. Nou ja, fijntjes, ze schreeuwt het het publiek toe! De heren achter mij lachen luid als de tengere Akyildiz haar relaas beëindigt. Van de schrik natuurlijk. De drie op het podium laten ondertussen hun broek zakken en tonen ons hun penissen. Die zitten weliswaar in huidkleurige onderbroeken, maar hun vormen zijn goed zichtbaar.

Sensueel

~

En er is meer. Wanneer het perspectief weer eens inzoomt op Turkije, op haar gewoonten, haar gebruiken, laat Akyildiz een verfijnd en sensueel stuk dans zien. Sinan Cihangir in de rol van derde gastarbeider verlangt in Nederland naar dit soort culturele gebruiken. Regelmatig gebruikt hij zijn beurt om zich met Turkse muziek aan zijn grootse thuisland te herinneren. Ik versta weinig van het Turkse lied, maar het woord “soeverein” valt niet te missen. Dans en zang illustreren de weelderigheid van Turkije en de ontworteling hiervan.

Interviews

Saban Ol baseerde zijn stuk, dat het sluitstuk is van een drieluik over immigranten, op het boek De zevende man van schrijver/socioloog John Berger, op interviews tussen de Amsterdamse cultuurwetenschapper Günay Usluop en eerste-generatie migranten, en op persoonlijke gesprekken met Turkse vrouwen. Ondanks deze realistische bronnen verdrinken de personages niet in kommer en kwel-monologen. Ol schotelt ons wel erg veel aspecten van Turkije voor. Maar die veelzijdigheid, samen met de kracht van de humor, maakt het stuk ook interessant, goed te verteren en modern.

In de schaduw van mijn vader wordt nog tot en met 1 maart 2005 opgevoerd.