Tag Archief van: landscape

Film / Films

IJzersterke krachtmeting in beeldschone bergen

recensie: Alpha (2024) – Jan-Willem van Ewijk
Alpha_st_1_jpg_sd-lowFilmdepot

De relatie tussen een vader en een zoon leidt niet zelden tot generatieconflicten. In de film Alpha van regisseur Jan-Willem van Ewijk staan de verhoudingen duidelijk al langer op scherp. Bij ontstentenis van de echtgenote annex moeder worden de messen onvermijdelijk extra geslepen.

Al op de eerste dag van zijn bezoek aan zijn zoon in Zwitserland toont vader Gijs zich een negatieve eikel. Hij heeft kritiek op alles wat zoon Rein heeft en doet. ‘Dus hier heb je je verstopt’, is pa’s neerbuigende reactie op het sobere appartementje dat snowboardinstructeur Rein bewoont in een wintersportresort. Reins favoriete diner vindt pa ruk, zijn baantje als snowboardinstructeur is beneden zijn stand, zoon moet musicus worden.

Autobiografische elementen

Vader en zoon worden gespeeld door Gijs Scholten van Aschat en zoon Reinout Scholten van Aschat, hun personages heten ‘Gijs’ en ‘Rein’.
Ze speelden al eerder allebei in Zee van tijd (2022) van regisseur Theu Boermans. Alleen speelden ze in die film niet samen of tegelijkertijd, omdat ze hetzelfde personage neerzetten: Reinout als jonge man, Gijs als diezelfde man maar dan ouder.
De goede verstaander herkent in de personages in Alpha veel autobiografische elementen van de spelers, zoals het grapje dat Gijs in Nederland een beroemde acteur is, dat Rein veel bezig is met muziek, en dat beiden houden van wintersport.

Etterbak

Alpha is een expliciete krachtmeting tussen een vader en een zoon. Twee koppige, eigenwijze alfamannetjes, al is de vader een pedante, betweterige etterbak en de zoon een innemende, zachtaardige allemansvriend. Vader overschreeuwt zijn zoon. Vader wil tegelijkertijd de autoritaire nestor zijn én gelijkwaardig aan de vrienden van Rein; en dan wil vader ook nog het recht hebben zo nodig om hulp te vragen omdat hij oud is.
Het karakter van Rein is minder gelaagd, wat zijn drijfveren zijn blijft goeddeels in de schaduw. Beiden jongleren met het gegeven dat leven en dood dicht bij elkaar liggen.

Acteerduels

Deze film is onvermijdelijk een wedstrijdje hard-acteren tussen Gijs en Reinout Scholten van Aschat. Het is een genot naar hun acteerduels te kijken. De spelers krijgen van regisseur Van Ewijk veel ruimte om in hun tekstbehandeling te versnellen of juist rustig de tijd te nemen, waardoor dialogen uiterst naturel overkomen. Dat komt de geloofwaardigheid van de – fictieve – familieverhouding en die van de plot (scenario: Jan-Willem van Ewijk) ten goede.
Natuurlijk vindt de ultieme krachtmeting plaats op een besneeuwde bergtop, waar vader zich groothoudt op een plek waarop zoon volledig op zijn gemak is.

Beeldschoon

De fotografie is beeldschoon. De film is niet gedraaid in Zwitserland, maar in de bergen van Slovenië. Die vormen een zeer fotogeniek decor, waarin afdalingen op snowboard of ski’s fraai in beeld kunnen worden gebracht (fotografie: Douwe Hennink, NSC). De soundscape van voornamelijk elektronische muziek (componist: Ella van der Woude) onderstreept de sereniteit van dat kalme maar krachtige landschap. Beeld en geluid ondersteunen zo effectief de toppen en dalen in de krachtmeting tussen vader en zoon.

Lang

Jammer is dat Alpha met een duur van honderd minuten echt te lang is. Dat komt onder andere door de nogal erg trage wending aan het einde van de vertelling. Maar het komt zeker ook door de ‘mooifilmerij’. Het is verleidelijk besneeuwde toppen uitgebreid te filmen, met het zonlicht erop, of met laaghangende nevel ertussen. Maar al die fraaie plaatjes nemen wel errug veel tijd in beslag.
Die elementen halen helaas een beetje van de glans weg van het pareltje dat Alpha overigens wel degelijk is.

 

Alpha draait vanaf 13 februari 2025 in de bioscopen.

Film / Films

IJzersterke krachtmeting in beeldschone bergen

recensie: Alpha (2024) – Jan-Willem van Ewijk
Alpha_st_1_jpg_sd-lowFilmdepot

De relatie tussen een vader en een zoon leidt niet zelden tot generatieconflicten. In de film Alpha van regisseur Jan-Willem van Ewijk staan de verhoudingen duidelijk al langer op scherp. Bij ontstentenis van de echtgenote annex moeder worden de messen onvermijdelijk extra geslepen.

Al op de eerste dag van zijn bezoek aan zijn zoon in Zwitserland toont vader Gijs zich een negatieve eikel. Hij heeft kritiek op alles wat zoon Rein heeft en doet. ‘Dus hier heb je je verstopt’, is pa’s neerbuigende reactie op het sobere appartementje dat snowboardinstructeur Rein bewoont in een wintersportresort. Reins favoriete diner vindt pa ruk, zijn baantje als snowboardinstructeur is beneden zijn stand, zoon moet musicus worden.

Autobiografische elementen

Vader en zoon worden gespeeld door Gijs Scholten van Aschat en zoon Reinout Scholten van Aschat, hun personages heten ‘Gijs’ en ‘Rein’.
Ze speelden al eerder allebei in Zee van tijd (2022) van regisseur Theu Boermans. Alleen speelden ze in die film niet samen of tegelijkertijd, omdat ze hetzelfde personage neerzetten: Reinout als jonge man, Gijs als diezelfde man maar dan ouder.
De goede verstaander herkent in de personages in Alpha veel autobiografische elementen van de spelers, zoals het grapje dat Gijs in Nederland een beroemde acteur is, dat Rein veel bezig is met muziek, en dat beiden houden van wintersport.

Etterbak

Alpha is een expliciete krachtmeting tussen een vader en een zoon. Twee koppige, eigenwijze alfamannetjes, al is de vader een pedante, betweterige etterbak en de zoon een innemende, zachtaardige allemansvriend. Vader overschreeuwt zijn zoon. Vader wil tegelijkertijd de autoritaire nestor zijn én gelijkwaardig aan de vrienden van Rein; en dan wil vader ook nog het recht hebben zo nodig om hulp te vragen omdat hij oud is.
Het karakter van Rein is minder gelaagd, wat zijn drijfveren zijn blijft goeddeels in de schaduw. Beiden jongleren met het gegeven dat leven en dood dicht bij elkaar liggen.

Acteerduels

Deze film is onvermijdelijk een wedstrijdje hard-acteren tussen Gijs en Reinout Scholten van Aschat. Het is een genot naar hun acteerduels te kijken. De spelers krijgen van regisseur Van Ewijk veel ruimte om in hun tekstbehandeling te versnellen of juist rustig de tijd te nemen, waardoor dialogen uiterst naturel overkomen. Dat komt de geloofwaardigheid van de – fictieve – familieverhouding en die van de plot (scenario: Jan-Willem van Ewijk) ten goede.
Natuurlijk vindt de ultieme krachtmeting plaats op een besneeuwde bergtop, waar vader zich groothoudt op een plek waarop zoon volledig op zijn gemak is.

Beeldschoon

De fotografie is beeldschoon. De film is niet gedraaid in Zwitserland, maar in de bergen van Slovenië. Die vormen een zeer fotogeniek decor, waarin afdalingen op snowboard of ski’s fraai in beeld kunnen worden gebracht (fotografie: Douwe Hennink, NSC). De soundscape van voornamelijk elektronische muziek (componist: Ella van der Woude) onderstreept de sereniteit van dat kalme maar krachtige landschap. Beeld en geluid ondersteunen zo effectief de toppen en dalen in de krachtmeting tussen vader en zoon.

Lang

Jammer is dat Alpha met een duur van honderd minuten echt te lang is. Dat komt onder andere door de nogal erg trage wending aan het einde van de vertelling. Maar het komt zeker ook door de ‘mooifilmerij’. Het is verleidelijk besneeuwde toppen uitgebreid te filmen, met het zonlicht erop, of met laaghangende nevel ertussen. Maar al die fraaie plaatjes nemen wel errug veel tijd in beslag.
Die elementen halen helaas een beetje van de glans weg van het pareltje dat Alpha overigens wel degelijk is.

 

Alpha draait vanaf 13 februari 2025 in de bioscopen.

Theater / Voorstelling

ISH is uniek in het Nederlandse theaterlandschap

recensie: Hiphop Circus (12+) – ISH Dance Collective

Op het eerste gezicht ademen sfeer, decor en kostuums in het theater inderdaad circus. Maar Hiphop Circus van ISH Dance Collective is veel meer dan circus alleen. Het is een visueel aantrekkelijke, virtuoze show waarin dans, acrobatiek en muziek samensmelten tot een wervelend spektakel.

Op het podium staat een rood-wit gestreept decor vol cirkelvormige elementen, met als kers op de taart een puntdak: we zien hier een circustent. Maar het circus is voornamelijk een kapstok voor deze acrobatische hiphopvoorstelling.

Clowns

Vijf mannen en drie vrouwen brengen beurtelings, in duetten, met zijn drieën of met zijn allen een reeks van kortere of langere acts. We herkennen daarin de circusdirecteur aan zijn zwarte hoge hoed en zijn rode pandjesjas. De clowns aan hun witte schmink. De acrobaten aan hun strakke  pakjes.

Uniek

ISH Dance Collective heeft inmiddels een stevig repertoire opgebouwd waarin ze zonder terughoudendheid de gekste vormen van bewegingstheater combineren. Doorgaans zijn hun voorstellingen geënt op allerlei urban sports en straatkunsten, zoals freerunning (over richeltjes balanceren en van uitsteeksel naar uitsteeksel springen), skaten, breakdance, acrobatiek en hiphop, in combinatie met ballet en spel. Het is een genre dat in het Nederlands theaterlandschap eigenlijk uniek is. Dat ze dit zeer verdienstelijk brengen, moge blijken uit de uitdrukkelijke erkenning die oprichter, choreograaf, regisseur en artistiek leider Marco Gerris inmiddels krijgt: Gerris ontving in 2020 de Cultuurfonds Prijs en in 2024 ‘de Zwaan’ voor Meest Indrukwekkende Dansproductie 2024.

Voor Hiphop Circus gunt Gerris de eer van het bedenken van acts en dansen aan zijn internationale groep medewerkers, en tekent hij zelf vooral voor de regie en de productie. Verbindend element is de muziek van DJ Irie Weergang Bove. Met twee draaitafels zorgt die gedurende de hele voorstelling live voor muziek.

Pole artist

Er zijn veel sketches waarin acrobatiek wordt gecombineerd met hiphop. Deze acts verwijzen nog het meeste naar het ‘normale’ circus. Het is jammer dat veel van de acrokunsten  niet helemaal strak worden uitgevoerd, maar vermakelijk zijn ze wel.

Er zijn artiesten vanuit allerlei disciplines. Er is een sterke pole artist (Clara Köpf) die letterlijk tegen een verticaal staande paal oploopt en er met alleen biceps en tenen aan blijft hangen. Dansers Stasy Petite en Louis Swanepoel dagen elkaar uit en vechten ingenieuze machtspelletjes uit. Freerunners Siebe van de Spijker en Matt McCreary voeren op het podium het soort halsbrekende toeren uit waarop ISH als serieuze groep in het Nederlandse theater het alleenrecht heeft.

Breakdancer Oscar Starink hoort tot de top in dit genre, zijn bijdrage aan deze urban sports-voorstelling is onontbeerlijk. Acrobaat Marilou Verschelden maakt van haar act met een ‘German Wheel’ – zo’n manshoge dubbele cirkel waarin je kunt hangen – een fraai spektakel.

Concurreren

Spelers dagen elkaar uit. Ze concurreren en werken samen. Er zijn dance battles en harmonieuze duetten. Twee jongens vechten om een meisje. Acrobaten strijden om een plekje op een schuine helling. Een dansende acrobaat glibbert over een stukje decor dat een huiskamertje voorstelt alsof hij van elastiek is.

foto: Michel Schnater

Hiphop Circus is visueel sterk. Er zijn veel geestige vondsten, zoals een vrouw die zich opmaakt voor een spiegel zonder glas, zodat ze in feite niet in de spiegel, maar het publiek in kijkt. Het ingenieuze blauwe, paarse, witte licht is sfeervol en functioneel. En op het moment dat het decor moet worden verbouwd, dient de DJ als pauzeact.

Zo brengt ISH Dance Collective het circus naar het theater, en het theater naar het circus. Het is een feest om naar te kijken.

 

Regie en productie: Marco Gerris, ISH Dance Collective
Choreografie: Dansers (o.l.v. Marco Gerris)
Acrobatiek: Ange Viaud, Marilou Verschelden
B-boy: Oscar Starink
Freerunning: Siebe van de Spijker, Matt McCreary
Dans: Stasy Petite, Louis Swanepoel
Paaldans: Clara Köpf
DJ: Irie Weergang Bove
Decor en kostuums: Dieuweke van Reij
Licht: Mike den Ottolander, Laurens Schoonheim
Compositie: Rik Ronner, Irie Weergang 
Geluid: Jan Willem Crul
Fotografie: Michel Schnater

Film / Films

Pijn verspreid over generaties

recensie: A Real Pain - Jesse Eisenberg
Twee mannen© The Walt Disney Company,

Voor veel acteurs die lange tijd voor de camera staan lijkt de regisseursstoel vroeg of laat onvermijdelijk; zo ook voor Jesse Eisenberg, onder andere bekend als Mark Zuckerberg in The Social Network. Na een wisselvallig ontvangen regiedebuut probeert hij het opnieuw met A Real Pain – een succes.

Het is een ongebruikelijk decor voor een komedie: twee neven reizen met een groep door Polen en bezoeken voormalige concentratiekampen om, ter ere van hun overleden oma, hun familiegeschiedenis te ontdekken. Beiden zijn Joods, maar hun persoonlijkheden verschillen als dag en nacht; Jesse Eisenberg speelt de introverte, neurotische neef David die leeft van structuur en controle, terwijl Kieran Culkin de show steelt als zijn tegenpool Benji: een chaotische, impulsieve orkaan die elke confrontatie moeiteloos aangaat.

Net als in zijn eerdere regiewerk voor het theater, richt Eisenberg zich vooral op de personages en minder op het plot. David worstelt met een dwang- (OCD) en een angststoornis, terwijl Benji duidelijk kampt met onbehandelde mentale problemen die hij hardnekkig ontkent. Deze persoonlijke worstelingen worden in de film tegenover een veel groter, collectief trauma geplaatst: de verschrikkingen van de vernietigingskampen in Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Authentieke personages

Vanaf het eerste moment weet Culkins personage Benji je te irriteren, te intrigeren en zelfs te vermoeien, en precies dáár ligt de kracht van zijn rol. Zijn personage is extravagant en openhartig, maar tegelijkertijd vals, egoïstisch en soms ronduit onuitstaanbaar. Het is een gedurfde keuze om een onsympathiek karakter te gebruiken in een film die zo sterk leunt op de dynamiek tussen de personages. Eisenberg is zich hier echter volledig van bewust en neemt de tijd om dit ongemak te verkennen, waarbij hij zowel de grenzen van het personage als het geduld van de kijker opzoekt. Voor wie bereid is dit ongemak te doorstaan, biedt de film echter een beloning: Culkins personage toont barsten in zijn façade, waardoor langzaamaan een kwetsbare kern zichtbaar wordt. Dit werpt niet alleen nieuw licht op zijn karakter, maar ook op hoe zijn gedrag de groepsdynamiek verstoort én vormgeeft.

Indrukwekkend is de toon van de film: Eisenberg balanceert constant tussen warm, gruwelijk, grappig en ellendig. Het zijn de stille momenten waarin de chemie tussen Culkin en Eisenberg het sterkst voelbaar is en de momenten waarop Culkins personage Benji – ondanks zijn tekortkomingen – weet te verbinden. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk tijdens een scéne op het dak van een hotel waar ze samen terugblikken op hun jeugd en hun relatie; een chaoot en een neuroot, beiden met hun eigen kracht en kwetsbaarheid. De karakters zijn niet zwart-wit, zoals vaak het geval is in vergelijkbare films. Er is echte nuance in de personages, wat de grootste kracht is van A Real Pain.

Messcherp

De kern van de film is de pijn verspreid over generaties: de pijn van hun oma tijdens de tweede wereldoorlog, in perspectief gezet met de pijn van nu. Hoe de film de zwaarte van dit onderlinge lijden in beeld brengt is bewonderenswaardig: respectvol, maar ook met een zachte toon, waardoor het niet alleen voelbaar maar verrassend herkenbaar wordt voor verschillende generaties met elk hun eigen vorm van pijn.

Met A Real Pain bewijst Jesse Eisenberg dat hij groeit in zijn rol als regisseur. De film slaagt erin om iets bijzonders te vangen: een messcherpe tragikomedie die zowel weet te raken als aan het lachen te maken. De chemie tussen Eisenberg en Culkin, het zorgvuldig uitgewerkte scenario en de respectvolle omgang met het historische thema maken van deze tragikomedie een bijzonder werk.

Film / Films

We zijn allemaal in ‘The Room Next Door’

recensie: The Room Next Door - Pedro Almodóvar
twee vrouwen aan tafel©Filmdepot

The Room Next Door is de eerste Engelstalige film van Spaanse regisseur Pedro Almodóvar. Het is een intiem drama waarin de kracht van vriendschap centraal staat. Twee vrouwen die heel anders tegen sterfelijkheid aankijken, maar door elkaar veranderen.

Ingrid (Julianne Moore) en Martha (Tilda Swinton) zijn elkaar uit het oog verloren, maar als Ingrid hoort dat Martha ziek is vinden ze meteen weer de connectie die hen vroeger bond. Martha’s gezondheid gaat achteruit en dan vraagt ze Ingrid om haar te steunen bij een zelfgekozen einde. Ze wil graag dat Ingrid in de kamer ernaast is om niet alleen te zijn, maar ook omdat ze op die manier de politie kan vertellen dat ze van niets wist.

Mooi in beeld gebracht

Oscar-winnende regisseur Pedro Almodóvar (Todo Sobre Mi Madre) brengt het verhaal schitterend in beeld; niet alleen zijn de locaties ijzersterk uitgekozen, ook de cinematografie is prachtig. Het huis in de bossen waar de dames verblijven heeft veel grote ramen, doorzichtig en transparant. Dit past bij de glasharde eerlijkheid van Ingrid en Martha. Er is een shot van Ingrid die achter Martha op het bed gaat liggen waardoor je de twee gezichten in een close-up ziet. Naast dat het beeld krachtig is, zegt het ook veel: twee vrouwen die uiteindelijk op één lijn komen, ondanks hun initiële verschillen.

Beide actrices spelen de sterren van de hemel. Vooral Julianne Moore, die een groot deel van de film alleen maar luistert en dus vooral met haar mimiek moet acteren. Tilda Swinton – die de rol van de zieke Martha speelt – vertelt haar verhaal ingetogen en met waardigheid.

twee vrouwen voor raam

Pedro Almodóvar sausje

Typisch voor regisseur Pedro Almodóvar is een verhaal met krachtige vrouwenfiguren. Dit komt onder andere doordat Almodóvar zelf opgegroeid is tussen krachtige vrouwen omdat zijn vader vaak afwezig was. Ook zijn Almodóvar’s films doorspekt met felle, primaire kleuren in zowel de kostuums als de objecten. De regisseur houdt ervan om door middel van kleuren de gevoelens van personages of motieven in het plot uit te beelden. In deze film komt dat bijvoorbeeld terug in de kleur van de ligstoelen van het vakantiehuis: Ingrid ligt steeds op de rode stoel (angst en liefde) en Martha op de groene stoel (acceptatie en veiligheid).

Tilda Swinton vertelde in een interview met Deadline Hollywood hoe Almodóvar is als regisseur: Pedro werkt ongelofelijk snel. Per scène kregen we niet meer dan twee takes. Als we een derde wilden, dan moesten we daar goede argumenten voor hebben. Ook lijkt het alsof Pedro de film al heeft gezien en ons dagelijks komt vertellen hoe de film eruitziet – niet hoe het zou kunnen worden – maar specifiek hoe hij is.

Mooie boodschap

De film is een aanmoediging om niet weg te kijken, het is een boodschap van empathie. Want we zijn allemaal in de kamer naast elkaar, maar ook in de ruimte naast Oekraïne, Gaza en Syrië. Hiermee brengt Almodóvar ook een politieke boodschap: kijk niet weg van elkaar, toon respect en luister naar elkaar.

De film is aangrijpend, ontroerend en indringend omdat we allemaal vroeg of laat op het punt komen dat we afscheid moeten nemen. Je gunt het iedereen om dat op deze manier te doen; met iemand in de kamer naast je.

The Room Next Door kreeg terecht de Gouden Leeuw voor Beste Film op het Filmfestival in Venetië.

 

Sinds 19 december te zien in bioscopen in Nederland.

Muziek / Interview
special: Interview met musical director Bart van Poppel

Tien jaar Analogues, ongekuist

Op 28 december geven The Analogues hun allerlaatste optreden. In de Ziggo Dome kun je dan nog één keer genieten van hun magistrale uitvoering van het latere Beatles-repertoire – in dit geval van de albums Let It Be en Abbey Road. Ondergetekende had het grote genoegen om met de musical director van de band, Bart van Poppel, terug te blikken op tien jaar Analogues. En ja, ook een klein beetje vooruit!

In 2014 was het onvoorstelbaar dat het unieke project van de Analogues, het integraal spelen van alle albums van de Beatles uit de studiojaren, zo groot zou worden. Bart van Poppel zag het totaal niet aankomen en vertelt dat de plannen in eerste instantie ook vrij bescheiden waren.

‘De eerste keer dat Fred Gehring – initiator, financier en drummer van de band, red. – met het idee kwam, was geloof ik in 2010. Hij was geïnspireerd door een knappe coverband die hij in Amerika had gezien, de Fab Faux, en wilde heel graag zelf nog een stapje verder gaan en latere albums van de Beatles van voor tot achter live spelen voor publiek. Eerlijk gezegd zag ik dat toen niet zo voor me, het kwartje viel nog niet. Maar op de een of andere manier bleef het wel in mijn hoofd zitten. Omdat ik er de daaropvolgende jaren niks meer over hoorde – Fred had het erg druk als CEO van Tommy Hilfiger – heb ik er zelfs een keer een mailtje aan gewijd. Wilde hij er nog iets mee? Ik kreeg toen een vrij vaag antwoord terug, “het zat nog in het vat” of zoiets. Maar eind 2013 kwam er dan toch een verlossend telefoontje: “Het gaat gebeuren”. Nou, dat hebben we geweten.’

Wat waren jullie vroegste stappen en plannen precies?

Bart van Poppel

‘Thuis heb ik toen eerst eens met de computer een demo van ‘I am the Walrus’ gemaakt. Ondanks dat het allemaal digitaal was, met nepstrijkers en mechanische drum en zo, kwam die opname aardig in de buurt van het origineel. Hij klonk echt goed, ook qua sfeer, ik weet nog dat Fred diep onder de indruk was. Samen met een gemeenschappelijke vriend die keyboards speelde en Jac Bico, die ik al honderd jaar kende en er meteen bij wilde, hebben we daarop wat gejamd in een keldertje. Ook dat smaakte zeker naar meer, en de volgende stap was dus dat we een serie audities hielden om een complete band bij elkaar te krijgen. Jan van der Meij, die we meteen als ‘de McCartney’ zagen, kwam er zo bij. En nog iets later Diederik Nomden, die kende ik ook al een tijdje.’

Als musical director had Bart de schone taak om alle arrangementen uit te pluizen en te bedenken hoe het allemaal uitgevoerd moest worden. ‘Dat was een enorme klus, er waren nog geen partituren van de albums beschikbaar. In eerste instantie heb ik toen ook onderzocht of we misschien samples konden gebruiken voor bepaalde partijen. Met hulp van een ware toetsenwizard keek ik bijvoorbeeld hoe we violen met keyboards konden doen. Maar uiteindelijk liep dat op niks uit, het was voor ons geen optie om het zo uit te voeren. Dus ik weer met Fred praten. Zouden we er toch niet een paar strijkers bij halen? Ja, dat moest dan maar. Maar met twee violen was het eigenlijk ook nog niks. Een cello erbij misschien? Waarom eigenlijk geen kwartet? En dan konden we natuurlijk ook niet zonder echte blazers. Enfin, al vrij snel is het toen helemaal uit de hand gaan lopen. Dat was dus niet iets wat we vooraf al bedacht hadden, die enorme moloch is vanzelf ontstaan.’

De wens om alles zo exact mogelijk te spelen, compleet en tot in de allerkleinste details, betekende ook dat Bart op zoek moest naar precies net zulke instrumenten en apparatuur als de Beatles zelf hadden gebruikt tijdens het opnemen. Een verhaal op zich natuurlijk, maar er moeten keuzes worden gemaakt in dit interview.

De schaal van jullie optredens werd steeds groter. Welke factoren hebben daarbij een rol gespeeld?

‘Ons debuut vond plaats in People’s Place. Dat was een personeelsruimte in het gebouw van Tommy Hilfiger in Amsterdam, die ’s avonds wel fungeerde als club. We speelden daar Magical Mystery Tour, voor zo’n driehonderd, vierhonderd man. Freds echte idee ging eigenlijk nauwelijks verder dan dat we daar een beperkt aantal optredens zouden doen, een paar albums zouden uitvoeren. En ook toen we er een clubtour aan vastplakten, hadden we nog geen plannen om er lang mee door te gaan.’

‘Het grappige is dat Felix Maginn, die toen nog niet in de band zat maar al wel bij ons eerste optreden was, de aanzet heeft gegeven om eens wat groter te denken. Hij had zelf, met zijn band Mook, net een theatertour gedaan en vond echt dat wij ook de theaters in moesten. Onze eerste reactie was: “Alsjeblieft zeg! Zullen we meteen naar het bejaardenhuis gaan?” Wij wilden gewoon lekker in clubs spelen, dat vinden we nog steeds heel erg leuk. Maar al gauw realiseerden wij ons ook dat we daar geen toekomst meer hadden. Mede gezien alle kosten – er moest steeds flink wat geld bij – was dat niet realistisch. En dus besloten we alsnog om toch maar de theaters in te gaan.’

‘Op eigen houtje trokken we daar al wel wat meer publiek, maar toen kwam De Wereld Draait Door… Dat is echt een groot kantelpunt geweest voor ons. Meteen verkochten we Carré helemaal uit. De tv-publiciteit had een sneeuwbaleffect dat ons compleet overviel. Opeens trokken we overal volle theaters, en dan zit je daar ook helemaal goed natuurlijk. Het was in onze beleving toen niet meer te stuiten, eerst in Nederland en vervolgens ook nog eens in landen om ons heen.’

Ook over de grens bleken mensen laaiend enthousiast over jullie benadering en uitvoering van de latere Beatles-muziek. Hoe was touren in het buitenland?

‘We ontdekten al vrij snel dat het in feite overal kon, in elk land. Eerst in Duitsland, daarna in Engeland… Achteraf lijkt dat wel gemakkelijk gezegd, maar ik weet nog dat we de eerste keer met knikkende knieën de Noordzee overstaken. We hadden toen een optreden in Norwich, in 2016 geloof ik, op een soort festival. Wie waren wij om daar als buitenlanders even de muziek van hun legendarische Beatles uit te voeren? Haha, ja, een Dutch invasion in het hol van de leeuw. Maar ook de Engelsen zagen het helemaal zitten. Toen we wat later het Palladium twee keer uitverkochten en prachtige reviews in de Engelse pers kregen, wisten we zeker dat het echt overal werkte.’

‘De mogelijkheden leken misschien onbegrensd, maar vergis je niet. In de grotere steden kan het wel, maar bij een uitgebreide tour moet er heel veel geld bij. Alleen al de aanloopkosten voor zoiets zijn erg hoog. Ook nog naar een ander continent? Hoe wil je dat doen? Je hebt eerst een, twee jaar publiciteit nodig, dat kost bakken met geld. En dan met twee grote vrachtwagens de weg op, 35 mensen mee, voor wie we elke keer hotels moeten regelen. We zouden in het buitenland graag nog blijven spelen, maar dat is op deze manier gewoon te kostbaar gebleken.’

‘Voor onszelf hebben we alles eigenlijk al bereikt. Optreden in Liverpool; een live-opname in de Abbey Road Studios; concerten in Parijs, eerst in Olympia en later drie keer in een uitverkocht Salle Pleyel: wat wil je nog meer?’

Jullie zijn ook in nauw contact gekomen met mensen als geluidstechnicus Geoff Emerick en Beatles-autoriteit/biograaf Mark Lewisohn. Die hebben zich zeer lovend over jullie uitgelaten…

‘Ja, dat zijn ook wel heel bijzondere ervaringen. Ik heb hier in de studio in Haarlem met Geoff gezeten – Emerick heeft met de Beatles samengewerkt aan een aantal van hun iconische albums, red. – en hij was euforisch over onze uitvoering van de platen. Dat was rond ons eerste optreden in de Ziggo Dome, waar hij ook bij was. Hij is toen even in Amsterdam gebleven, we hebben samen wat dingen ondernomen, en hij wilde heel graag betrokken worden en blijven bij onze verdere plannen. Hij zou zelfs meewerken aan onze eigen plaat. Helaas is hij vrij snel daarna overleden, in 2018, dus dat is er niet meer van gekomen. Maar ja, dat we zoiets mochten meemaken.’

‘En dat Mark Lewisohn ons helemaal omarmt is natuurlijk ook fantastisch. Hij heeft al een paar keer  een inleiding gehouden voor of tijdens een optreden van ons, bij het laatste concert in de Ziggo Dome zal hij dat ook weer doen. Voor ons is hij de grote biograaf. Mark is op en top historicus, die schrijft alles op wat er gebeurd is en wil geen dingen wegpoetsen. Zelfs als dat betekent dat het tussen Apple en hem niet meer zo botert en zijn toegang tot de archieven is ingetrokken. Hij heeft iets geschreven, ik meen over producer George Martin, wat in slechte aarde is gevallen. Je hebt toch de indruk dat verhalen rond de Beatles vaak wat worden gekuist. Daarom is de release van de oorspronkelijke Let It Be-film waarschijnlijk ook zo lang tegengehouden.’

Een mooi bruggetje naar jullie laatste optreden, waar ook Let It Be integraal wordt uitgevoerd. Wat vind jij van dat album? En doen jullie de oorspronkelijke versie, die van producer Phil Spector?

‘Jazeker, Let It Be is Let It Be, daar hoefden we niet over na te denken. Ik vind de uitvoering van bijvoorbeeld ‘The Long and Winding Road’, met alle toegevoegde toeters en bellen, persoonlijk ook prachtig. Het is echt een mooi album. Eigenlijk hebben we er nooit zoveel aandacht aan besteed, omdat het toch een beetje een samengeraapt zootje is. Live-opnamen van het dakconcert; nummers uit de studio waarvan sommige nauwelijks en andere weer heel sterk bewerkt zijn; halve snippers van liedjes… Het gaat alle kanten op. Op zich zijn het allemaal geweldige nummers, maar er zit totaal geen coherentie in het album. Al zie je dat wel vaker bij de Beatles.’

‘Het is ook een heel fijn album om te spelen, merken we. Op Let It Be rocken ze er weer eens lekker op los. Sommige dingen kostten ons overigens wel wat hoofdbrekens. Met Diederik, die zich gaandeweg ook steeds meer met de partituren is gaan bezighouden en weer andere dingen hoort dan ik en mij vaak aanvult, heb ik bijvoorbeeld vrij lang gediscussieerd over ‘The Long and Winding Road’. De orkestpartijen die Phil Spector erin had gemixed waren nauwelijks te volgen door zijn befaamde ‘Wall of Sound’. Zelfs met zijn tweeën kwamen we er niet uit, we moesten er tenslotte een expert bij halen om ons verder te helpen.’

‘And in the end… ‘ Wat waren jullie overwegingen om na tien jaar te stoppen met het enorme succesverhaal van de Analogues?

‘Laat ik vooropstellen dat niemand het leuk vindt om ermee op te houden. Persoonlijk zal ik het spelen heel erg gaan missen. We leven er ook allemaal van, het is onze job geworden. Maar de andere kant is, zeker voor Fred en mij, dat het nooit nog beter kan worden, alleen maar minder. We hebben het hoogtepunt al bereikt. De realiteit is bovendien dat we in Nederland een wat ouder publiek hebben, waarvan veel mensen de Analogues al vijf, zes keer of nog vaker hebben gezien. En na zoveel optredens dreigt het ook een beetje routine te worden. Die verwondering van onszelf, én van het publiek, als je deze schitterende muziek voor het eerst live speelt en hoort, die raak je onvermijdelijk wat kwijt. Dus hoe erg het ons ook spijt, we zetten er een streep onder.’

Het grootste compliment dat de Analogues vaak hoorden, is dat de muziek die mensen in deze vorm alleen van de platen kenden, zo fenomenaal tot leven is gebracht. Zelfs ‘Revolution 9’! ‘Van alle uitdagingen die we tegenkwamen was dat met afstand ook de grootste. Zo’n lang en experimenteel nummer, waar nauwelijks een touw aan vast te knopen valt en dat je op de plaat altijd overslaat; hoe maak je daar toch wat van? We hebben een aantal opties overwogen, zelfs om als een soort Kraftwerkmannetjes met een batterij bandrecorders op het podium te gaan staan. Marcel de Vré, die onze documentaires maakt, kwam uiteindelijk met een heel goed idee. Wat als we er een film bij deden? Fred had ook wel eens gezegd dat hij het nummer zag als een soort soundtrack bij een film die nooit gemaakt is. Toen Marcel ook nog Jaap Drupsteen als maker voorstelde, was ik helemaal om.’

‘Het uitwerken van alle muziek- en geluidsfragmenten was eerlijk gezegd totale idiotenwerk. Omdat Jaap de film al eerder klaar had en op het origineel had gemonteerd moest ik de audio helemaal stap voor stap reproduceren. Maar uiteindelijk hebben we er iets heel bijzonders van gemaakt, en zelfs echt wat toegevoegd aan het werk. Toen ik de film onlangs weer opnieuw zag, was ik er door overdonderd, zo’n piece of art is het. Ook de Beatles zelf zouden waarschijnlijk blij zijn geweest met Jaaps animatie.’

Tot besluit dan: gloort er voor jullie en voor fans misschien toch nog iets van een vervolg?

‘In 2025 zal ik zelf nog druk bezig zijn met het zo goed mogelijk nakijken, documenteren en archiveren van alles, de partituren, de audio, de instrumenten en apparatuur. Mogelijk maken we een handboek over hoe je de studio-albums live kan uitvoeren volgens de expertise van de Analogues. En dan heb ik nog niet eens gehad over ons eigen project, het verder gaan met eigen muziek. Stilzitten zullen we zeker niet.’

‘Denken we toch ook aan een soort van vervolgproject met live uitgevoerde Beatles-albums? Ja, we hebben inderdaad een idee om daar nog iets mee te doen, iets nieuws. Het is te vroeg om er wat concreets over te vertellen, het enige wat ik wil zeggen is dat er in elk geval niet meer getourd zal worden en dat het geen project onder de naam van de Analogues zal zijn. Er moet nog een hoop worden uitgezocht. Maar het is wel een serieus plan. Laten we het daar bij houden, nu.’

 

Film / Films

Futuristische fabel is meer schets dan blauwdruk

recensie: Megalopolis – Francis Ford Coppola
Megalopolis_st_1_jpg_sd-high_2024-Caesar-Film-LLC-All-Rights-Reserved2024 Caesar Film LLC All Rights Reserved

Over Megalopolis, de nieuwe film van meesterregisseur Coppola, is al veel gezegd en geschreven. In Nederland zal hij binnenkort ook in de theaters draaien. Wat kun je ervan verwachten? De film is beslist een bioscoopavondje waard, maar op een belangrijk punt schiet hij wel tekort.

Zoals misschien bekend heeft Coppola decennia lang met het idee rondgelopen om een film te maken over de analogie tussen de ondergang van het Romeinse Rijk en de dreigende teloorgang van de moderne westerse beschaving. Dit jaar kunnen we dan het resultaat van zijn hartenwens aanschouwen. In het groots opgezette en ambitieuze Megalopolis wordt ons een cruciale keuze voorgehouden. Gaan we verder op de ingeslagen weg en proberen we de boel nog maar wat aan de gang te houden, terwijl het vertrouwen en geloof in ons bestel alom afbrokkelt? Of kiezen we samen voor een geïnspireerde sprong vooruit, in het onbekende? Net als eeuwen geleden bevindt ‘onze republiek’ zich in een zeer kritieke fase, constateerde de regisseur op de première in Cannes. Inderdaad. Toespelingen op Caligula, de pathologische keizer, doen je bijvoorbeeld vrezen voor een land gerund door crimiclowns.

New Yorkse fabel

De film heeft als ondertitel meegekregen: een fabel. En dat is terecht, want in veel opzichten doet Megalopolis (bewust) erg artificieel aan. New York mag dan het deels realistische decor van de film vormen, je hebt continu het gevoel dat je naar een geënsceneerd theaterstuk kijkt. Dit zit hem niet alleen in de namen van de belangrijkste protagonisten – architect en design authority Cesar Catilina (Adam Driver) en burgemeester Franklyn Cicero (Giancarlo Esposito) – maar ook in de shakespeareaanse dialogen en fantasievolle beeldconstructies. Wagenrennen aan Times Square… Visueel maakt Coppola er zeker een indrukwekkend spektakel van.

De kern van de film bestaat uit Cesars utopische droom om New York om te toveren tot een ideale nieuwe stad. Tegengewerkt door de corrupte burgemeester Cicero en de opruiende loudmouth Clodio (Shia LaBeouf), dreigt de architect/ontwerper het onderspit te delven. Maar de film heeft een hoopvol verloop, waar Coppola in Cannes ook nog een interessante uitspraak over deed. Gevraagd op wie wij onze hoop moeten vestigen als ‘redders van de republiek’, wees de regisseur op kunstenaars. Wat we nodig hebben zijn nieuwe perspectieven, nieuwe dromen, en die vinden we zelden bij politici, was zijn duidelijke en niet te missen boodschap.

Megalopolis

© 2024 Caesar Film LLC All Rights Reserved

Dat Cesar in de eerste plaats een kunstenaar is, kan je moeilijk ontgaan. Zijn droom is gebaseerd op een wonderbaarlijk nieuw materiaal dat hij heeft uitgevonden (en waarvoor hij ook de Nobelprijs heeft ontvangen): megalon. In de loop van de film blijkt dit materiaal verschillende bijzondere eigenschappen te hebben, maar als bouwstof voor een nieuwe, organische architectuur is het in ieder geval ook revolutionair. Hail Cesar! Dat hij de tijd kan stilzetten – zoals al te zien in de mooie openingsscène bovenop het Chrysler gebouw – is natuurlijk ook een element dat naar de kracht van de kunstenaar verwijst.

Schetsmatig

Zwakker aan de film is helaas dat belangrijke ideeën en karakters te schetsmatig blijven. De regisseur van Megalopolis schotelt ons nergens een echt inspirerende, uitgewerkte visie voor. Hoe ziet Cesar een betere toekomst precies voor zich, afgezien van een grote architectonische vernieuwing? Wat beweegt hem? Welk antwoord heeft hij op corruptie en politieke en maatschappelijke verloedering? Mogelijk heeft Coppola dit soort vragen expres omzeild en zich geconcentreerd op de ‘symbolische’, ideële rol van zijn held, maar met veel symboliek maak je nog geen indringend meesterwerk. Met uitzondering misschien van de dolende Wow Platinum (Aubrey Plaza) – ex van Cesar – spreken ook andere, ‘ontworpen’ filmpersonages te weinig tot de verbeelding. De rollen die ze krijgen toegemeten in deze fabel zijn functioneel, maar niet erg bezield. Het had wel iets concreter en karaktervoller gemogen allemaal.

Maakt dit de film tot een mislukking, een gestileerd luchtkasteel, zoals regelmatig wordt geoordeeld? Nee, hoewel Megalopolis zijn gebreken heeft, is Coppola’s fabel visueel, als gedachtenexperiment en als theatraal spektakel zeker interessant voor filmfans. Verwacht alleen geen overrompelend verhaal.

 

‘Megalopolis’ draait vanaf 5 december in de Nederlandse bioscoop.

Theater / Voorstelling

Hemels gezang en humoristische nonnen

recensie: Sister Act de musical
0X5A7596-EditDanny Kaan

Wat is een goede onderduikplek voor een nachtclubzangeres die getuige is van een moord? Inderdaad, een klooster: de plek waar zangeres Deloris zelf liever ook niet is. De komische film Sister Act met Whoopi Goldberg was in de jaren ’90 een groot succes, maar is de nieuwe Nederlandse musicalversie net zo grappig?

In 1992 kwam deze komedie als film uit en kreeg later zelfs een deel 2. Nonnen rennend in een casino om een stel gangsters af te leiden, dit soort iconische scenes blijft grappig. Joop van den Ende en Whoopi Goldberg werkten samen aan de musicalversie van Sister Act die in 2009 op het Londense West End in première ging en later werden er over de hele wereld verschillende versies opgevoerd van Broadway tot Duitsland. De Nederlandse versie draaide in theaterseizoen 2013-2014 met Carolina Dijkhuizen en Simone Kleinsma in de hoofdrol. Nu, tien jaar later, brengen Medialane en de Theateralliantie weer een nieuwe versie van deze musicalkomedie naar het theater met April Darby als Deloris en Sanne Wallis de Vries als Moeder Overste.

Zingende nonnen

Nachtclubzangeres Deloris (April Darby) ziet haar vriend Curtis (Robert van den Bergh) iemand vermoorden en meldt zich geschrokken bij de politie. Agent Harry (Freek Bartels) overtuigt haar om te getuigen, zodat haar vriend, gangster Curtis, achter de tralies komt. In afwachting van het proces moet ze onderduiken in een klooster en dit zorgt voor veel ongemakkelijke en grappige situaties. Deloris gaat bij het vals zingende nonnenkoor en zorgt ervoor dat het koor een ware transformatie ondergaat en een ware hit wordt. Maar al die aandacht voor het koor en de kerk zorgt voor problemen, want de kans dat Deloris’ onderduikadres bekend wordt, wordt steeds groter.

De musical vertelt vrijwel hetzelfde verhaal als de film, alleen speelt het zich af in de jaren ’70 wat zorgt voor lekkere disconummers. Een goede oplossing, want de hits uit de film (bijvoorbeeld ‘I wil follow him’) mogen door een rechtenkwestie niet in de musical gebruikt worden. Gelukkig zijn nummers als ‘Ik wil genade’, ‘Fabulous Baby’ en ‘Zondagmorgenpassie’ ook heerlijk feestelijk en swingend.

Deze nieuwe musicalversie is gemoderniseerd, maar erg veel is er niet veranderd en dat lijkt ook niet echt nodig. Zo is ‘Natte Harry’ nu ‘Slome Harry’, maar voor het grootste deel is gewoon gebruik gemaakt van de vertaling van Martine Bijl.

Een echte komedie

Sister Act blinkt uit in zang én humor. April Darby zingt als Deloris moeiteloos de sterren van de hemel en ook het nonnenkoor heeft na de transformatie een aantal catchy nummers die je bijblijven. Bovendien is deze show een echte musicalkomedie en zit net als de film vol (woord)grappen en grappige situaties. Denk aan: ‘Hosti hamkaas’, ‘Het heilige beest’ en Deloris die iedereen maar ‘Gods rijke zegen’ blijft wensen. Grappen die op papier zo ontzettend flauw klinken, maar die op toneel tot leven komen en zorgen voor veel gelach.

Waar April Darby vooral indruk maakt door haar stemgeluid, doet Sanne Wallis de Vries dit met haar humor. Ze speelt een strenge, nukkige Moeder Overste die stiekem toch ook wel geniet van een goed zingend koor. Sanne weet met wat details, bijvoorbeeld een rare beweging hier en daar, de zaal aan het lachen te krijgen. Bovendien speelt ze ook goed in op de reactie van de zaal en lijkt er af en toe zelfs plaats voor wat improvisatie.

Ook een aantal bijrollen valt behoorlijk op met hun komische scenes, die ieder voor kleine hoogtepuntjes in het verhaal zorgen. Freek Bartels (alternate Harry, hij speelt deze rol afwisselend met Samir Hassan) is grappig en ontroert als slome Harry in het gelijknamige nummer. Robert van den Bergh, die vaak vriendelijke bijrollen speelt, blijkt een prima slechterik in zich te hebben schuilen als gangster Curtis met ‘Want ze blijft mijn meissie’. Het trio gangsterhulpjes is met ‘Hee, dame in het zwart’ ook zeker het noemen waard als sterk humoristisch nummer.

Kortom, voor deze versie van Sister Act geldt hetzelfde als voor de heropvoering van Saturday Night Fever: hadden we per se een nieuwe modernere versie van deze musical nodig? Nee, maar Sister Act zorgt voor een zorgeloze, grappige en feestelijke avond uit en dat escapisme is in deze tijd ook erg fijn.

Film / Films

Een echo uit het verleden

recensie: Gladiator II - Ridley Scott
FilmstillFilmdepot

Vierentwintig jaar nadat we Russell Crowe op het grote scherm in de ring hebben zien strijden, is het tijd voor een nieuw schouwspel. Ridley Scott keert terug naar de Romeinse tijd om wederom een bruut wraakverhaal over kracht en eer neer te zetten. Op de vraag die zo duidelijk in het origineel gesteld wordt, ‘Are you not entertained?’, lijkt maar één antwoord passend: natuurlijk wel!

Het verhaal begint wanneer het Romeinse leger Numidië binnenvalt ter uitbreiding van het Romeinse imperium. Lucius (Paul Mescal) leidt het inheemse leger tegen de Romeinen, die geleid worden door generaal Acacius (Pedro Pascal). De twee aanvoerders lijken aan elkaar gewaagd, maar wanneer Lucius’ leger bezwijkt onder het geweld van de Romeinen, wordt hij als krijgsgevangene naar Rome gebracht. Die eens zo mooie stad lijkt in duigen te vallen onder de leiding van een duo tirannen, die het volk eensgezind proberen te houden met bloederig vermaak in het Colosseum. Als gladiator van slavenhandelaar Macrinus (Denzel Washington) moet Lucius zich omhoog vechten, gedreven door de belofte dat hij wraak kan nemen op Acacius.

Een waardige opvolger?

Gladiator (2000) is een iconische film. De integere rol van de harde Crowe, de prachtige muziek van Hans Zimmer en de venijnige antagonist vertolkt door Joaquin Phoenix hebben een hoge lat gelegd voor het vervolg. Zelfs na zoveel jaar is het moeilijk om de films niet naast elkaar te leggen, al helemaal omdat het verhaal van Gladiator II voortborduurt op dat van deel I.

Mescals repertoire bestaat vrijwel uitsluitend uit zachtaardige rollen. Wie hem kent van Aftersun (2022) of All of Us Strangers (2023) zal overtuigd moeten worden: komt Mescal geloofwaardig over wanneer hij anderen met de grond gelijk maakt? Zijn eerste speech, waarmee hij zijn Numidische leger opzweept, bevat direct de kracht die de rol vraagt, maar geeft ook de tedere zijde van Lucius sterk weer. Washington heeft in een interview aangegeven dat Mescal zomaar een van de grotere namen in Hollywood zou kunnen worden. Mescal dwingt dan ook respect af met deze ijzersterke vertoning.

Harry Gregson-Williams, de componist van de film, brengt effectief de spanning in de arena. Ook de meer etherische momenten in de film worden versterkt door zijn muziek, al is het moeilijk de epische maar breekbare momenten van Zimmers meesterwerk ‘Elysium’ uit Gladiator (2000) te evenaren.

Qua antagonisten weet de film het origineel te overtreffen. De vele personages die geïntroduceerd worden, zijn verre van zwart-wit (wat niet gezegd kon worden van Phoenix’ Commodus). De ogenschijnlijke vijand heeft nobeler overtuigingen dan je vermoedt. Andere personages hebben meer kaarten achter de hand dan ze laten zien. De grote ego’s van alle machtsfiguren worden op verschillende momenten op de proef gesteld, wat zorgt voor een intrigerend politiek spel.

Niet volgens de boeken

Scott heeft niet stilgezeten sinds de eerste Gladiator-film. Zo bracht hij eind vorig jaar een andere historische blockbuster uit, namelijk Napoleon. De film werd vaak bekritiseerd omdat deze historisch niet accuraat zou zijn. Scott reageerde geagiteerd op deze kritiek: hij maakt films, en dat betekent dat hij niet gebonden hoeft te zijn aan de feiten.

Nu we een jaar later opnieuw een door de geschiedenis geïnspireerd verhaal aanschouwen, lijkt Scott deze critici zelfs te provoceren. In een onderspoelde arena roept een Romeinse orator de god van het water, Neptunus, bij zijn Griekse naam, Poseidon. Een kenner zal het niet ontgaan dat het ridicuul is om de verkeerde mythologie aan te halen. De slag die volgt, is dermate spannend en creatief in beeld gebracht dat het duidelijk is dat we deze film kijken voor het spektakel en niet voor een geschiedenisles.

Terug de ring in

Wie het origineel heeft gezien, doet zichzelf tekort door niet terug te keren voor dit vervolg. De film heeft meerdere sterke performances, een verhaal met verschillende lagen en bovenal bloedstollende vechtscènes. Ridley Scott bewijst zich weer als de meester van veldslagen op het witte doek en Paul Mescal verrast met een charmante, doch intense performance. Gladiator II draait nu in de bioscoop.

Theater / Voorstelling

Liefde heelt de wonden die jaloezie slaat

recensie: Wintersprookje – Shakespeare Theater Diever

Jaloezie is een lelijk monster. Afgunst is de drijfveer die de Siciliaanse koning Leontes ertoe brengt zijn eigen leven kapot te maken. Shakespeare Theater Diever speelt dit grimmige Wintersprookje van William Shakespeare in zijn openluchttheater in het bos in Drenthe.

Koning Leontes van Sicilië is gelukkig getrouwd met Hermione. Ze hebben een zoon en Hermione is hoogzwanger van het tweede kind. Inmiddels is Leontes’ beste vriend, koning Polixenes van Bohemen, alweer negen maanden bij hen te gast. En opeens telt de jaloerse Leontes één en één bij elkaar op: zijn Hermione kan veel te goed opschieten met vriend Polixenes. Dus: zij is vast en zeker met hem vreemdgegaan, het kind dat zij draagt is niet van hem, maar van Polixenes.

Gevangenis

In zijn redeloze, ongegronde jaloersheid geeft Leontes zijn vertrouweling Camillo opdracht Polixenes te vermoorden, en zijn hoogzwangere vrouw in de gevangenis te gooien. Maar Polixenes ontsnapt naar Bohemen, vertrouweling Camillo vlucht met hem mee. Hermione bevalt in de gevangenis van een dochter, die bij haar wordt weggehaald en te vondeling wordt gelegd op een onbekende plek.

Elke zomer

Het openluchttheater in het Drentse Diever zet sinds 1946 elke zomer een stuk van Shakespeare op de planken, met deels amateurs en deels semi-professionele spelers, en altijd vergezeld van feestelijke live muziek. Feitelijk liggen aanpak en uitvoering behoorlijk dicht bij wat er in de zeventiende eeuw gebeurde in Shakespeares eigen theater in Londen.

De Drentse voorstellingen ogen vrolijk en geestig, maar ze zijn tegelijkertijd bloedserieus in hun benadering en interpretatie van Shakespeares teksten. Zo is The Winter’s Tale (van rond 1610) door vertaler/regisseur Jack Nieborg omgezet in een weliswaar geestig, maar ook wrang Wintersprookje.
Shakespeare Theater Diever speelde dit stuk twee keer eerder, in 1983 en in 1996.

Tijd

Nieborg laat nu het contrast tussen het vernietigende effect van jaloezie en het heilzame van liefde mooi uit de verf komen. De nadruk ligt op de tijd die verstrijkt. Die is neergezet als een levend personage, De Tijd, fraai gespeeld door Dick van Veen, gehuld in een lange blinkende mantel. In de indrukwekkende openingsscène komt een begrafenisstoet op met een echte doodskist met daarin een vrouw. De Tijd jaagt haar eruit: deze dode komt te vroeg in het stuk. Daarmee zet De Tijd de toon voor de rol die hij speelt; de tekst springt genadeloos heen en weer over zestien jaar en De Tijd vormt een brug tussen de verschillende episodes. Spannend is het gebruik van licht om diverse tijdsprongen te onderstrepen (lichtontwerp Henry van Niel).

Vondeling

credits: Koen Timmerman

De zestien jaar die verstrijken heeft Shakespeare nodig om een aantal elementen te kunnen uitwerken. Zo moet de te vondeling gelegde dochter van Hermione uitgroeien tot een begeerlijke deerne, Perdita. En het tijdverloop laat zien wat het oplevert je te laten leiden door jaloezie, of door juist liefde je drijfveer te laten zijn.

Zo is het op het Sicilië van de jaloerse Leontes maar een sombere en sobere boel, met mensen die in het zwart zijn gekleed (kostuumontwerp: Margot van der Kamp) en niets dan stoelen van licht hout bij wijze van decor. Dit, terwijl het in het Bohemen van Polixenes feest is, compleet met slingers, mensen in lichte kleren en fraaie kuddes schapen (decorontwerp: Janco van Barneveld). En terwijl Leontes een koningshuis leidt dat geen toekomst heeft, staat in Bohemen de volgende generatie monarchen klaar.

Visuele vondsten

Regisseur Nieborg maakt – zoals we dat in de loop der jaren van hem gewend zijn – van Wintersprookje een feestelijke voorstelling met behulp van (semi-)professionele spelers en musici. Hij heeft een hele riedel geestige en mooie visuele vondsten in petto.

Nieborg heeft de beschikking over een aantal fijne acteurs. Zoals Floris Albrecht, die van de Siciliaanse koning Leontes een zenuwpees maakt die voortdurend op de toppen van zijn tenen heen en weer staat te springen en te wiebelen. Anne Peter van Muijen zet vertrouweling Camillo neer met charismatische bravoure en zwierigheid. Iris Kasimier in de dubbelrol van moeder Hermione en dochter Perdita is als koningin waardig en ingetogen, en als vondeling vrolijk springerig. De sterke schaapherder die Frans Planken neerzet is tegelijkertijd geestig en geslepen.

Rommelig

Het is jammer dat Nieborg na een behoorlijk strak geregisseerde eerste helft van de tweede een tamelijk rommelig geheel maakt. De verhaallijn wordt daardoor chaotisch. Shakespeares tekst is daar ook lastig, maar een lossige regie maakt  de samenhang in dit deel er niet beter op.

Het publiek in het openluchttheater maakt het allemaal niet uit, dat laat zich graag uitnodigen tot meezingen en -klappen.

 

Tekst: William Shakespeare
Vertaling: Jack Nieborg
Regie: Jack Nieborg
Spel: Floris Albrecht, Iris Kasimier, Siebren de van der Schueren, Muss Algra, Willem Drent, Sadichchha Koirala, Anne Peter van Muijen, Marion Nieborg-Juch, Bert Wijers, Eke Born, Berend Vrielink, Gosse Eefting, Henk Rijke, Joost de Ruiter, Dick van Veen, Frans Planken, Leon van Esveld, Inge Wijers, Annemarie de Bie, Jeroen de Jong, Raphaël Tahapary, Henk Visser, Arend Huisman, Gerard Conijn, Emma Wijers, Jolien de Roos, Karin Biemholt, Pascal van der Aa
Decorontwerp: Janco van Barneveld
Kostuumontwerp: Margot van der Kamp
Lichtontwerp: Henry van Niel
Fotografie: Koen Timmerman

 

Film / Films

Met buikpijn kijken naar huiselijk geweld

recensie: L'amour et les forêts (2023) – Valérie Donzelli
filmstillFilmdepot

Regisseur Valérie Donzelli zet in een kleine twee uur een psychologische thriller neer die je wilt uitkijken. Met name Virginie Efira schittert in de film. Met veel succes etaleert zij het geniepige en verstikkende gevoel van emotioneel geweld binnen een relatie. Hierdoor ben je toch blij als de film is afgelopen.

Naar het boek van Éric Reinhardt toont L’amour et les forêts hoe Blanche (Virginie Efira) en Grégoire (Melvil Poupaud) binnen korte tijd stapelverliefd op elkaar worden. Blanche is een dromerige en ietwat verlegen vrouw; Grégoire is uitgesproken, charmant en spreekt gestadig in de gebiedende wijs. In sneltreinvaart ontwikkelt hun relatie zich, waarbij Blanche zwanger raakt. Grégoire vraagt haar voor zijn werk het zonnige zuiden te verruilen voor het druilerige noorden.

Eerste scheurtjes

Met lede ogen zien Blanches tweelingzus Rose (dubbelrol Efira) en haar moeder (Marie Rivière) de verhuizing aan. Hun geliefde Blanche verhuist ineens ver weg, ver van iedereen. Als Grégoires baas tijdens een etentje laat vallen dat Grégoire niet hoefde te verhuizen, valt Blanches droombeeld van haar geliefde langzaam in duigen. Manipulatieve trekken en bezitterigheid transformeren stapsgewijs tot emotioneel en uiteindelijk fysiek geweld.

Realistisch spel

Poupaud was eerder al te zien als bezitterige vriend in Woody Allens Coup de Chance (2023), al was dat een humoristischere rol. Hoewel hij ook in L’amour et les forêts een sterk karakter neerzet, blinkt Efira, als het lijdende voorwerp van Grégoires emotionele chantage, uit door haar gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Blanches blik als hij haar beschuldigt (‘Waarom laat je me zo’n monster worden?’); haar voorzichtigheid; haar nervositeit; haar angst ; haar fluwelen handschoenen waarmee ze haar grillige man benadert … Als kijker voel je Blanches toenemende wanhoop.

Verstikkend gevoel

Het is een ontzettend belangrijk en actueel onderwerp dat Donzelli in deze thriller aansnijdt en dat logischerwijs weinig lichtvoetigheid met zich meebrengt. De film slaagt er goed in om het verstikkende gevoel van een toxische partner over te brengen, zowel door Efira’s acteerwerk als door de keuze van de shots. Wat de film echter beduidend minder maakt, is de voorspelbaarheid van Grégoires karakter en het herkenbare maar toch wat stereotiepe plot. Helaas zijn er nog steeds veel van dit soort relaties, en kost het slachtoffers doorgaans heel veel tijd en psychische worsteling om uiteindelijk voor zichzelf te durven kiezen. Als ze die uitweg al vinden. Hoe het met Blanche afloopt, kun je zelf in de (thuis)bioscoop zien.