Tag Archief van: 8WEEKLY

Kunst / Expo binnenland

Sprekende sculpturen

recensie: De held, de schurk en de waarheid - BRUTUS
08_De held, de schurk en de waarheid ©Aad HoogendoornAad Hoogendoorn

De industriële hal is donker. Slechts de podia van de sculpturen zijn op verschillende manieren verlicht. Bij elk werk staat een comfortabel bankje om op plaats te nemen. Met een druk op de knop begint ‘de voorstelling’ en de sculpturen komen tot leven door middel van audioverhalen en licht.

In het voormalig havencomplex van Rotterdam vind je BRUTUS. Zoals ze zelf op de website aangeven is dit ’Dé plek waar kunst is te zien die confronteert, ontwricht en prikkelt. [..] van sculptuur tot performance, van tekening tot video.’ Momenteel zijn de historische figuren van Folkert de Jong (Egmond aan Zee, 1972) te zien in de tentoonstelling De held, de schurk en de waarheid.

Sculpturen vertellen hun eigen verhaal

Het eerste werk in de ruimte, Pirate, is vertolkt door de kunstenaar zelf. Niet alleen zijn stem is te horen, het gezicht van de piraat is een afgietsel van dat van hemzelf. Hij vertelt over zijn zienswijze, waar hij inspiratie uit haalt en over de manier waarop hij te werk gaat. Zo gebruikt hij bijvoorbeeld zijn eigen lichaamshoudingen voor de afgietsels van de sculpturen.

Door middel van audiofragmenten worden de verschillende elementen van de werken – materiaal, houding, context, betekenis – uitgelicht en uitgediept; van dialogen en monologen tot spoken word, elk werk is voorzien van een eigen vertelwijze. De verhalen zijn geschreven door auteurs en theatermakers en ingesproken door acteurs.

De Jong eindigt zijn betoog met een benadrukking van het belang van kunstenaars om geschiedenis te doorgronden en dit niet alleen aan historici over te laten. Hij maakt ons bewust van de invloed van onze tijdgeest op hoe we de Nederlandse geschiedenis overdragen en van betekenis voorzien. Dit doet de kunstenaar door rollen om te draaien en verleden en heden met elkaar te combineren.  Een voorbeeld hiervan is de piraat: is dit een held? Of eerder een schurk? Het kan allebei, het hangt af van het verhaal dat erbij wordt verteld.

Ongebruikelijke materialen

Het is bijzonder hoe de verhalen in- en uitzoomen tussen materiaal en inhoud. De uiterlijke kenmerken en materialiteit zijn inhoudelijk verbonden aan de verhalen. Meerdere malen is in de audiofragmenten terug te horen hoe het styrofoam (een soort piepschuim) dat De Jong gebruikt onverwoestbaar is en de sculpturen in theorie voor altijd zullen blijven bestaan.

Het blauwe of roze styrofoam en gele polyurethaan (bijvoorbeeld purschuim) worden vaak als isolatiemateriaal gebruikt. Dit materiaal is kenmerkend voor zijn werk. De zachte kleuren staan in contrast met de soms gruwelijke taferelen, zoals een lijdende Maria in de armen van Jezus.

De Jong weet met deze tentoonstelling verleden en heden met elkaar in discussie te laten gaan en tegelijkertijd met elkaar te verbinden om zo beter te begrijpen hoe we de geschiedenis interpreteren. Op speelse wijze maakt hij het kijken naar en begrijpen van beelden toegankelijk. Door de verhalen blijf je de werken langer en aandachtiger observeren. De verhalen nemen je mee langs elk detail van het werk. Naast dat dit de werken meer diepgang geeft, is het op deze manier ook makkelijker te begrijpen wat de kunstenaar met zijn sculpturen voor ogen heeft.

Goed om te weten: deze tentoonstelling gaat op tournee en zal twee jaar lang door heel Nederland reizen; van Rotterdam naar Vijfhuizen, Breda en Almere.

 

Kunst / Expo binnenland

Sprekende sculpturen

recensie: De held, de schurk en de waarheid - BRUTUS
08_De held, de schurk en de waarheid ©Aad HoogendoornAad Hoogendoorn

De industriële hal is donker. Slechts de podia van de sculpturen zijn op verschillende manieren verlicht. Bij elk werk staat een comfortabel bankje om op plaats te nemen. Met een druk op de knop begint ‘de voorstelling’ en de sculpturen komen tot leven door middel van audioverhalen en licht.

In het voormalig havencomplex van Rotterdam vind je BRUTUS. Zoals ze zelf op de website aangeven is dit ’Dé plek waar kunst is te zien die confronteert, ontwricht en prikkelt. [..] van sculptuur tot performance, van tekening tot video.’ Momenteel zijn de historische figuren van Folkert de Jong (Egmond aan Zee, 1972) te zien in de tentoonstelling De held, de schurk en de waarheid.

Sculpturen vertellen hun eigen verhaal

Het eerste werk in de ruimte, Pirate, is vertolkt door de kunstenaar zelf. Niet alleen zijn stem is te horen, het gezicht van de piraat is een afgietsel van dat van hemzelf. Hij vertelt over zijn zienswijze, waar hij inspiratie uit haalt en over de manier waarop hij te werk gaat. Zo gebruikt hij bijvoorbeeld zijn eigen lichaamshoudingen voor de afgietsels van de sculpturen.

Door middel van audiofragmenten worden de verschillende elementen van de werken – materiaal, houding, context, betekenis – uitgelicht en uitgediept; van dialogen en monologen tot spoken word, elk werk is voorzien van een eigen vertelwijze. De verhalen zijn geschreven door auteurs en theatermakers en ingesproken door acteurs.

De Jong eindigt zijn betoog met een benadrukking van het belang van kunstenaars om geschiedenis te doorgronden en dit niet alleen aan historici over te laten. Hij maakt ons bewust van de invloed van onze tijdgeest op hoe we de Nederlandse geschiedenis overdragen en van betekenis voorzien. Dit doet de kunstenaar door rollen om te draaien en verleden en heden met elkaar te combineren.  Een voorbeeld hiervan is de piraat: is dit een held? Of eerder een schurk? Het kan allebei, het hangt af van het verhaal dat erbij wordt verteld.

Ongebruikelijke materialen

Het is bijzonder hoe de verhalen in- en uitzoomen tussen materiaal en inhoud. De uiterlijke kenmerken en materialiteit zijn inhoudelijk verbonden aan de verhalen. Meerdere malen is in de audiofragmenten terug te horen hoe het styrofoam (een soort piepschuim) dat De Jong gebruikt onverwoestbaar is en de sculpturen in theorie voor altijd zullen blijven bestaan.

Het blauwe of roze styrofoam en gele polyurethaan (bijvoorbeeld purschuim) worden vaak als isolatiemateriaal gebruikt. Dit materiaal is kenmerkend voor zijn werk. De zachte kleuren staan in contrast met de soms gruwelijke taferelen, zoals een lijdende Maria in de armen van Jezus.

De Jong weet met deze tentoonstelling verleden en heden met elkaar in discussie te laten gaan en tegelijkertijd met elkaar te verbinden om zo beter te begrijpen hoe we de geschiedenis interpreteren. Op speelse wijze maakt hij het kijken naar en begrijpen van beelden toegankelijk. Door de verhalen blijf je de werken langer en aandachtiger observeren. De verhalen nemen je mee langs elk detail van het werk. Naast dat dit de werken meer diepgang geeft, is het op deze manier ook makkelijker te begrijpen wat de kunstenaar met zijn sculpturen voor ogen heeft.

Goed om te weten: deze tentoonstelling gaat op tournee en zal twee jaar lang door heel Nederland reizen; van Rotterdam naar Vijfhuizen, Breda en Almere.

 

Film / Reportage
special: International Film Festival Rotterdam, deel 2

IFFR 2024: the sequel

De oogst in ons tweede en laatste verslag van de 52e editie van het IFFR is erg internationaal. In deze special bespreken we speelfilmdebuten uit zowel Iran als Nieuw-Zeeland, een Finse historische documentaire en een actiefilm uit het Verenigd Koninkrijk.

Me, Maryam, the Children and 26 Others

Farshad Hashemi • Iran, 2024
Sterren: 3/5

Mahboube, een vrijgezelle Iraanse vrouw in Teheran, heeft een filmploeg toestemming gegeven om haar appartement te gebruiken voor de opnamen van een korte film. Ondanks de afspraken die ze heeft gemaakt met producer Farshad (gespeeld door regisseur en co-scenarist Farshad Hashemi), gaat het vanaf dag één mis. De voordeur wordt opengelaten, een geliefd boek zit vol koffiekringen en oma’s dierbare koffiekopje treft ze tussen de vaatwas aan. Het zorgt voor de nodige irritatie bij Mahboube, maar ze heeft het geld dat het oplevert hard nodig. Naarmate de opnamen van de korte film (over het einde van een huwelijk) vorderen, wordt zij steeds meer onderdeel van de creatieve familie in haar huis.

Me, Maryam, the Children and 26 Others (aardige synopsis, slechte titel) is een charmant, met oog voor detail gemaakt speelfilmdebuut. Het is een kleine ode aan het filmmaken, een beschouwing op eenzaamheid en het vinden van een familieband. ‘Ben je getrouwd?’ vraagt Mahboube aan een crewlid. ‘Getrouwd? Ik ben getrouwd, omdat mijn moeder erop stond. Maar cinema is mijn ware liefde’, is zijn veelzeggende antwoord. Het is een film waarin de scheidslijn tussen realiteit, gebeurtenissen uit de film, en fantasie zo nu en dan speels wordt doorbroken. Het breekt ook opzichtig enkele Iraanse wetten – zowel qua kleding als het feit dat Mahboube illegaal wijn maakt – dus een reactie van de autoriteiten in Iran kan haast niet uitblijven.

Children of War and Peace

Ville Suhonen • Finland, 2024
Sterren: 3/5

Nadat Finland zich in 1917 had losgeweekt van het Russische rijk, werd natie-bouwen en het in staat zijn zichzelf te verdedigen een belangrijk thema in het jonge land. Dat hierbij de focus op kinderen kwam te liggen is niet vreemd. Children of War and Peace laat door middel van een stroom aan archiefbeelden en voorgelezen citaten uit publicaties uit die tijd zien wat dat inhield. Zo moest er allereerst voor veel nakomelingen gezorgd worden (‘Als de Finse bevolking twee keer zo groot is , dan is het leger ook twee keer zo groot!’). In de opvoeding werd daarnaast groot belang gehecht aan de fysieke gesteldheid; er wordt in de archiefbeelden dan ook volop geparadeerd en gemarcheerd, al dan niet met (nep)geweren.

Het zijn unheimische beelden die we van andere regimes uit die periode kennen. Dat geldt tevens voor sommige meningen die geuit worden en die in geen enkele nazipropagandafilm zouden misstaan. Zo worden Finnen van Zweedse afkomst als ‘raszuiverder’ aangemerkt. Hoewel de Sovjet-Unie nauwelijks bij naam genoemd wordt, is wel duidelijk waar al die voorbereidingen toe dienden: het volk moest klaargestoomd worden voor een volgend conflict met de grote oosterbuur.

Children of War and Peace geeft een interessante inkijkje in de Finse geschiedenis en psyche. Met de oorlog in Oekraïne en de daarop volgende aansluiting bij de NAVO staat Finland weer wat meer in de schijnwerpers – om van de relatie met Rusland maar te zwijgen.

The Paragon

Michael Duignan • Nieuw-Zeeland, 2024
Sterren: 3/5

Voormalig tenniscoach Dutch (een sublieme Benedict Wall) loopt al een jaar mank nadat hij door een auto werd aangereden. Hij wil wraak op de bestuurder die doorreed, maar hoe vind je in godsnaam zilverkleurige Toyota Corolla? Dutch komt in contact met de paranormaal begaafde Lyra (Florence Nobel); de cursus die zij hem gaat geven zou Dutch in staat moeten stellen de bestuurder te vinden. Hij raakt echter ook betrokken bij de strijd tussen Lyra en haar kwaadaardige broer en hun zoektocht naar de Paragon, een kosmisch kristal met grote krachten.

Michael Duignan schreef niet alleen het scenario en voerde de regie, maar nam ook camera en montage van zijn geslaagde speelfilmdebuut voor zijn rekening. Zijn ervaring als clipmaker zie je terug in de psychedelische droomsequenties van Dutch. De mind control gevechten laten een duidelijke voorkeur zien voor over-the-top kitscherige effecten, zoals die ook zijn te zien in de Power Rangers-serie die hij mede regisseerde. Het versterkt de droogkloterige Nieuw-Zeelandse humor waar de film mee doordrenkt is.

One More Shot

James Nunn • Verenigd Koninkrijk, 2024
Sterren: 3/5

Drie jaar geleden verscheen One Shot, waarin het team van Navy SEAL Jake Harris (Scott Adkins) een gevangen genomen terrorist begeleidde, waarna een gewapende eenheid probeerde deze met alle geweld te bevrijden. De zich op een beperkte locatie (een militaire basis op een eiland) afspelende actiefilm had als grote troef dat het ogenschijnlijk in één take was opgenomen.

One More Shot gaat verder waar het eerste deel was gebleven en ook nu weer ontvouwt het verhaal zich realtime op één locatie in ogenschijnlijk één take. De gevangene strandt bij zijn transport dit keer op een Amerikaanse luchthaven, waarna wederom een groep tot de tanden bewapende terroristen probeert hem in handen te krijgen. Aan Jake de taak om dit te voorkomen. Het blijkt allemaal om een vuile bom te gaan, die tijdens de State of the Union tot ontploffing gebracht moet worden. (Je vraagt je onbewust af wie de designated survivor zal zijn!).

Adkins ziet eruit als een humorloze Ryan Reynolds, maar liet onlangs in John Wick 4 zien dat hij meer in zijn mars heeft dan – zoals hier – een norse held tegen wil en dank te vertolken. Het niveau van Chad Stahelski’s actietetralogie haalt One More Shot zeker niet, maar er valt tijdens deze geweldsachtbaan genoeg te genieten. Het blijft bovendien een sport om te ontdekken waar de goed verborgen cuts zitten, want die zijn er wel degelijk.

Boeken / Non-fictie

Een leven met losse eindjes

recensie: Achteraf bezien – Elizabeth Jane Howard

‘Turbulent’. Dat is het woord dat literatuurcritici vaak toekennen aan schrijfster Elizabeth Jane Howard (1923-2014). De Britse auteur, die internationaal furore maakte met de op haar eigen leven gebaseerde vijfdelige reeks The Cazalets (1990-1995), biedt met het memoir Slipstream (Nederlandse vertaling: Achteraf bezien) een kijkje in haar roerige verleden. Het is alsof je de wereld van The Cazelets opnieuw betreedt, maar nu een ‘behind the scenes’-rondleiding krijgt.

Waarom klom Howard nogmaals in de pen om het verhaal dat vele trouwe lezers en lezeressen al kenden opnieuw op te schrijven, ditmaal zonder enkele opsmuk? In het voorwoord van het autobiografische boek Achteraf bezien geeft de destijds 79-jarige schrijfster aan dat ze een trage leerling is die een groot deel van haar leven heeft geleefd in de slipstream van haar ervaringen. Door diverse rampzalige situaties keer op keer te herhalen, begrijpt ze nu pas de boodschap achter deze ervaringen. Dat wil niet zeggen dat ze als een oude juffer allemaal levenslessen verkondigt voor haar lezerspubliek. Integendeel. Het is slechts de onverbloemde weergave van haar eigen onstuimige verleden, heden en toekomst(beeld) én alle personen die – groot of klein – een rol in haar leven speelden. En dit waren er nogal wat. Zelfs zoveel, dat ze een ware index heeft aangelegd, ‘De spelers’, waarin ze alle mensen die passeren in het boek voorstelt. Voor wie de bomen door het bos niet meer ziet, is dit een fijn geheugensteuntje.

Dus, wat voor sappige, ontroerende en spannende dingen heeft de vrouw, die bijna de honderd aantikte, allemaal meegemaakt? Voor degenen die bekend zijn met haar eerdere werk is het een feest der herkenning. Al snel wordt duidelijk dat één van de hoofdpersonages uit de vijfdelige reeks over de Cazalet-clan (te weten de boeken Lichte jaren, Aftellen, Verwarring, Bevrijding en Veranderingen) is gebaseerd op het leven van Howard. Het gaat om de oudste, knapste maar ook meest dramatische en zelfzuchtige Cazalet, Louise, die op 19-jarige leeftijd in het huwelijksbootje stapt met een veel oudere man.

In het echt trouwde Howard op eenzelfde leeftijd met de zoon van een ontdekkingsreiziger: Peter Scott. Een moederskindje in het kwadraat, als we Howard mogen geloven. Waar Scott werd vertroeteld door zijn moeder, werd Howard zelf tot op het bot bekritiseerd door haar moeder, die voorheen een balletdanseres was. Die bittere houding werd wellicht veroorzaakt door Howards vader, die zijn minnares verkoos boven zijn vrouw en een huis voor laatstgenoemde kocht zodat hij haar letterlijk buiten de deur kon stallen. Howard en haar twee broers werden thuis onderwezen en Howard had de ambitie om een grootse actrice te worden. Zover is het niet gekomen: de droom viel in duigen toen ze de ‘rol’ van echtgenote én moeder moest aannemen. Toen ze nog net geen twintig jaar was, beviel ze van haar dochter Nicola, die tot haar grote verdriet meer een vaderskindje bleek te zijn.

Meer schaduw dan zon

Helaas voor Howard heeft haar leven meer in het teken gestaan van verdriet dan van blijdschap. Erg toegewijd aan haar kleine gezin was Howard niet: na slechts vier huwelijksjaren verliet ze haar man om haar tijd te kunnen investeren in iets waar ze haar hart aan had verpand: het schrijverschap. Met The Beautiful Visit (1950), haar debuutroman die werd vertaald als Een heerlijke tijd, nam haar auteurschap een aanvang. Vertoont deze roman al autobiografische trekjes, haar tweede roman The long view (Welbeschouwd in het Nederlands) gaat over een lange terugblik op een roerig huwelijk en lijkt enigszins op een relaas over de misère die ze zelf ondervond als getrouwde vrouw. Na haar huwelijk kwamen en gingen de mannen. In 1955 kreeg ze een relatie met de schrijver Arthur Koestler die haar dwong om hun ongeboren kind te aborteren. In Achteraf bezien biecht Howard op dat ze de eerste drie maanden van haar zwangerschap moest uitzitten, voordat de baby kon worden weggehaald. Hun relatie was niet bestand tegen deze afgedwongen handeling en Howard hopte door naar de volgende affaire.

Opvallend is het feit dat Howard er niet voor terugdeinsde om de echtgenoten van haar vriendinnen te verleiden. Zo had ze een affaire met de dichters Laurie Lee en Cecil Day-Lewis, schrijvers Cyril Connolly en Kenneth Tynan én met haar collega, de journalist Robert Aickman. In 1958 ging ze een tweede, ongelukkig huwelijk aan met Jim Douglas-Henry. Hij staat niet bekend als haar laatste man: in 1965 stond ze voor de laatste keer voor het altaar, ditmaal met Kingsley Amis.

De liefde tussen de twee hield stand tot 1983. Hun relatie was serieus van aard, maar helaas voor Howard kon Amis geen afstand doen van zijn allergrootste liefde. Niet Hilary, zijn vorige vrouw, nee: de drank. In een brief aan Howard schreef hij openhartig dat het leven met Howard geen pretje was, maar dat het zonder haar ‘nog erger zou zijn’. Verre van een liefdesbrief en ook weinig overtuigend. Ze hield hem een keuze voor: stoppen met drinken of een echtscheiding. Het resulteerde uiteindelijk in het laatste. Ze betrok een woning in Camden Town, dat haar toch te rumoerig was en ze verruilde het voor een huis in Suffolk. Hier schreef ze haar meest bekende werken: de serie over The Cazalets, die ergens ook dienden als een eerbetoning aan én afrekening met haar eigen verleden. Op 2 januari 2014 stierf ze op 90-jarige leeftijd in haar eigen bed. En ondanks de kwaaltjes en de artritis heeft ze een – naar eigen zeggen – boeiend leven kunnen leiden. Tenminste, daar getuigen haar laatste woorden van, die aangeven hoe ze haar laatste jaren op aarde gespendeerd heeft:

‘Ik wil niet stil gaan leven, met weemoed en spijt als een natte deken om me heen geslagen. Ik wil de rest van mijn dagen een onderzoekend, nieuwsgierig en geïnteresseerd leven leiden.’

De voorganger van Downton Abbey

Mocht je Howard niet kennen, dan kun je je alsnog goed amuseren tijdens het lezen van het boek. Zelden lees je over zo’n interessant leven. Een leven vol onvervulde wensen, gerealiseerde ambities en overgoten met bittere tranen en kriebels door rondfladderende vlinders in de buik. Het is intrigerend dat het boek een zeker raakvlak heeft met de bekende serie Downton Abbey: een serie over een zeer vermogend huishouden met drie dochters (en dat voornamelijk verhaalt over de vele bedienden die onderin het huis wonen). Ook Howard groeide op in een rijk en Brits gezin. Dat heeft haar zeker een steuntje in de rug gegeven, maar ook op sommige momenten belemmerd, net als bij de drie dochters van Downton Abbey. Howard is boven alles ontzettend open over haar leven: van de jaren dat ze geen seks meer heeft gehad, na haar laatste huwelijk, tot aan haar diepste gedachteroerselen. Haar vergissingen zijn haar vaak duur komen te staan, zoals ze zelf zegt, daar heeft ze wel ‘min of meer’ voor betaald. Het is een behoorlijke eindrekening met een paar losse eindjes…

 

Albumcover: Christian Kjellvander, Jodymoon & BJ Baartmans
Muziek / Album

Americana-update volume 17

recensie: Americana uit Zweden en Nederland
Albumcover: Christian Kjellvander, Jodymoon & BJ Baartmans

Na een jaar zonder deze updates tellen we door naar de zeventiende editie van de Americana-update, om wederom een keur aan verschillende artiesten te bespreken. We reizen naar Zweden voor Christian Kjellvander en terug naar ons eigen land voor Jodymoon. We eindigen met een snarenwonder uit eigen land, BJ Baartmans.

In deze editie laten we andermaal muziek uit ons eigen land samenvloeien met gelijkgestemde klanken uit Zweden, deze keer in één editie van de Americana-update. Zo weten we opnieuw dat deze muziekstijl zich niet gemakkelijk laat definiëren of vastleggen op een specifieke plek ergens op onze wereld. Eigenlijk is het gewoon wereldmuziek!

Christian Kjellvander

In 2005 werd deze recensent tijdens een reis in Zweden gegrepen door de diepe stem van Christian Kjellvander op zijn album Faya. Het zou niet zijn enige album blijven. Met Hold Your Love Still (label: Tapete) rijgt Kjellvander een nieuw hoogtepunt aan zijn carrière en weet hij met zijn aparte stemgeluid een bijzonder werk neer te zetten.

Op dit nieuwe kleinood weet Kjellvander de luisteraar te vangen in vooral rustige nummers die steeds de oren doen spitsen. De stem van deze man is het goud waar je als luisteraar eigenlijk niet omheen kan. Dit prachtige instrument is andermaal het blinkende middelpunt van alle liedjes van Kjellvander. Wie eenmaal gevallen is voor de stembanden van Christian kan haast niet wachten op weer een nieuw werkstuk.

De ingetogenheid van Hold Your Love Still is de troef van het album. Soms bevangt het je als een soort van drang naar meer geluid en tempo, maar meestal is het de juiste stemming die Kjellvander ons voorschotelt. Geniet er maar van, want met het tempo dat deze Zweed aanhoudt, moet je zomaar weer vijf jaar wachten op een vervolg.

Jodymoon

Het Limburgse duo Judymoon heeft al veel vaker het hart gestolen van menig Americanaliefhebber. Met deze verzameling live opnamen die ze gedurende tien jaar optreden hebben vastgelegd, is dat opnieuw het geval.

De kwaliteit van de liedjes van Digna Janssen en Johan Smeets staat als een huis. De uitvoeringen die we hier horen zijn om je vingers bij af te likken en oorstrelend. Meestal horen we ze als duo. Maar een enkele keer is het Smeets die ons verwent met een instrumentale solo, zoals het hoogtepunt ‘Guitar Improvisation: Now You Dance’ en het instrumentaal ‘Resonator Improvisation: To Ride a Wave’ waar de resonatorgitaar een hoofdrol krijgt toebedeeld.

De tweede cd opent met het fantastische nummer ‘Money in Our Pockets’, dat als een weldaad over de luisteraar heen rolt. Deze versie is in 2015 opgenomen in Amsterdam. Natuurlijk zijn vele nummers verspreid over ons land opgenomen, maar er zijn ook opnamen uit Hamburg, Bilbao, Jena, Keulen, Duisburg, Parijs en Essen te vinden.

Wie Jodymoon al jaren een warm hart toedraagt, kan niet om deze live registraties heen. Voor wie wil kennismaken met deze getalenteerde Nederlandse band is dit een prachtig startpunt met een dwarsdoorsnede door hun discografie.

BJ Baartmans

Terwijl we hier spreken over het soloalbum van BJ Baartmans Ghostwriter (label: Continental Europe), ligt zijn volgende werkstuk als muzikant, producer en studio-eigenaar alweer te glimmen, in de vorm van een project rond zangeres Rieany Plus. Op zijn nieuwste soloalbum horen we Baartmans op een veelheid aan instrumenten en roert hij ook zelf de stembanden. Zijn gortdroge zang en zijn kenmerkende Engelse tongval zijn voor de kenners inmiddels uit duizenden herkenbaar.

Veel artiesten uit binnen- en buitenland uit de Americanascene, leunen op het live snarenspel van Baartmans. Waarom zou een muzikant die in Nederland gaat toeren een duur vliegticket kopen voor een begeleider, als hij gebruik kan maken van dit talent?

Naast al die dienstbaarheid is Baartmans zelf een liedjesschrijver die zeker ook de drang heeft om zijn solocarrière draaiend te houden. Dat doet hij ook al een kleine 25 jaar! Nooit een stil moment in studio Wildverband, zoals zijn huisstudio heet.

Dat Baartmans zijn klassiekers kent, horen we bijvoorbeeld in het liedje ‘In You Only’. Hierin horen we ontegenzeggelijk een vleugje Mark Knopfler, terwijl het geen moment een rip-off lijkt. Hier rockt Baartmans samen met trouwe medemuzikant Sjoerd van Bommel op drums en Rob Geboers op toetsen. Eigenlijk verdient dit liedje het om in de hitparade te staan! Zou het een keer lukken?

Film / Films

Breken met eenzaamheid

recensie: All of Us Strangers – Andrew Haigh
StillFilmdepot

De volwassen Adam is, om meerdere redenen, vergroeid met eenzaamheid. Maar heeft hij zich er ook mee verzoend? Zijn behoefte aan liefdevol contact blijkt bepaald niet dood en begraven in het aangrijpende All of Us Strangers (2023). Zelden werd kwetsbaarheid zo treffend verbeeld als door hoofdrolspeler Andrew Scott.

Regisseur Andrew Haigh – bekend van eerdere successen als 45 Years (2015) en Lean on Pete (2018) – put voor All of Us Strangers uit twee hoofdbronnen. De eerste is de Japanse roman Strangers (1987), geschreven door Taichi Yamada. Yamada’s eenzame hoofdpersoon worstelt in het boek op hallucinaire wijze met het (vroege) verlies van zijn vermoorde ouders, die hij opeens ’terugvindt’ in levende personen. Een verhaal dat Haigh diep raakte. De tweede bron is zijn eigen jeugd als opgroeiende homoseksuele jongen, met alle bijbehorende gevoelens van isolement en vervreemding. Het resultaat is een serieuze en emotionele film, die gelukkig nooit verstrikt raakt in sentimentaliteit en nog eens laat zien wat Haigh tot zo’n bijzondere regisseur maakt. In zijn introverte filmwereld draait het vooral om rake close-ups en gelaatsuitdrukkingen.

Een desolaat bestaan

Still

2023 Searchlight Pictures All Rights Reserved.

Scriptschrijver Adam woont in Londen, maar zijn onderkomen is een appartement in een desolate flat waar verder vrijwel alles leeg lijkt te staan. Per toeval wordt hij opgemerkt door een medebewoner die een paar etages hoger woont: Harry (Paul Mescal), eveneens queer en behoorlijk op zichzelf. Wanneer de wat driestere Harry contact zoekt, is de eerste, aangeleerde reflex van Adam om de deur van zijn cocon dicht te houden. Maar zie, niet al te veel later besluit hij Harry toch een kans te geven. Begeleid door de lp-klanken van ‘The Power of Love’ (Frankie Goes to Hollywood, 1984) groeit tussen hen zowaar een warme maar fragiele relatie die Adam de kans op een werkelijk nieuw begin lijkt te bieden.

Al gauw wordt uit introspecties en korte gesprekken duidelijk hoe Adam in een leven van afzondering terecht is gekomen. Niet alleen was hij vanwege zijn geaardheid al jong een buitenbeentje, maar rond zijn twaalfde levensjaar raakte hij door een auto-ongeluk bovendien zijn beide ouders kwijt. Een trauma dat jaren later – ook al is het dan zo ‘lang geleden’ – nog keihard nadreunt. Eenzaamheid zou zijn onontkoombaar lot zijn, concludeerde de opgroeiende Adam, en daar is hij ook naar gaan leven.

Liefde en erkenning

Net als de hoofdpersoon uit de genoemde Japanse roman herstelt Adam nu ook denkbeeldig, maar zeer levensecht, het contact met zijn dode ouders. Toegevend aan zijn behoefte aan liefde, een thuis en erkenning – zoals kinderen van afwezige ouders, of dat nu fysiek of emotioneel is, die altijd zoeken – gaat hij een ontroerende dialoog met ze aan. Regisseur Haigh moet zich hebben gerealiseerd dat deze krachttoer zowel een zeer deskundige filmmaker als hoofdacteur nodig heeft. Sentimentele valkuilen liggen bij zo’n onderneming snel op de loer. Maar All of Us Strangers weet ze, zeker ook door de geweldige Andrew Scott, uitstekend te omzeilen. De kwetsbaarheid van Adam en de (helende) gesprekken met zijn ouders worden zo overtuigend en natuurlijk gefilmd dat je aan het doek gekluisterd blijft.

In hoeverre Adam definitief uit zijn afzondering zal breken, is op het eind niet met zekerheid te zeggen. Zo zijn de laatste scènes met Harry voor tweeërlei uitleg vatbaar en ze duiden sowieso op een broze situatie. Vast staat wel dat Haigh een waardevolle boodschap heeft voor iedereen die vergroeid is met eenzaamheid. Ergens in de film merkt Harry op dat het niet zo moeilijk is ‘om niet meer om jezelf te geven’. Dat om te draaien is een stuk lastiger. Maar het kan wel.

 

Boeken / Fictie

Liefde in de herkansing

recensie: Wie ik ben zonder jou – Susan Muskee

Je verwacht: de zoveelste romcom gegoten in boekvorm. Het is: een verrassend verhaal over nieuwe kansen in de liefde. Het tweede boek van Susan Muskee, Wie ik ben zonder jou, is een vermakelijk verhaal over de liefde en vriendschap. De twee vrouwelijke protagonisten maken het tot een werk waarvan je zult smullen en smachten.

Het boek mag dan geen origineel begin hebben, later zal het verhaal zeker beklijven. Vijf jaar lang heeft Joy (27) geloofd in het ideale plaatje, dat ze zelf steeds voedde met nieuwe wensen. Haar geliefde, Pascal, is niet alleen haar business partner (in opvouwbare koffiebekers), maar ook haar partner in de liefde. De schok is dan ook overweldigend als Pascal aangeeft dat hij verliefd is geworden op een andere werknemer die hij onder zijn hoede heeft genomen. Hij stelt een ultimatum: binnen twee weken moet Joy een andere ruimte vinden. Met haar handen in het haar probeert Joy de queeste naar een nieuwe woonruimte te voltooien. Zonder enig resultaat. Diep bedroefd zijgt ze neer op een bankje in het park, waar ze haar tranen rijkelijk laat vloeien.

Een onverwachte vriendschap

Een oude dame naast haar heeft erge medelijden en geeft haar een flinke duit geld, zodat Joy tenminste de nacht kan doorbrengen in een hotelkamer. Daar komt het niet van. Integendeel: het pakt zelfs nog beter uit voor de gebroken vrouw. De dame op leeftijd, Frida (72) geheten, strijkt namelijk over haar hart en laat de jonge vrouw bij haar thuis logeren. Het logeerpartijtje loopt echter flink uit de hand, want Joy blijft niet slechts voor één nacht, maar is Frida’s nieuwe vaste huisgenote totdat Joy een nieuw stekkie heeft weten te bemachtigen.

Waar Joy treurt om een verloren relatie, rouwt Frida om haar overleden man Theo. Ze zit al bijna twee jaar letterlijk achter de geraniums. Een plek waar Frida’s buurvrouw Cecile en love interest Lucien (een heer die Theo’s auto af en toe nog gebruikt, zodat deze niet roest) haar vandaan willen plukken. Nu krijgen Cecile en Theo een extra helpende hand in de vorm van Joy. Joy heeft namelijk haar vertrouwen in, of beter gezegd haar hoop op, zelfhulpboeken gevestigd. Ineens zitten de meubels van Frida onder de post-its met bemoedigende spreuken en levenslessen uit de boeken waar ze beiden in neuzen. Eerst is Frida nog behoorlijk sceptisch, maar nadat een aantal psychologische lessen toch hun vruchten lijken af te werpen, scandeert ze deze als mantra’s net zo hard rond als Joy.

Triggers voor de lachspieren

De twee vrouwen verschillen misschien veel van elkaar in leeftijd, maar hun verdriet zorgt ervoor dat ze dicht naar elkaar toe groeien. En ook op het gebied van humor lijken ze een goede match te zijn, want ze beschikken beiden over vele gevatte opmerkingen. Al grappend en grollend belanden ze in de meest eigenaardige situaties. Op een ‘zwak’ moment schrijft Joy een liefdesbrief aan Pascal waarin ze pleit voor de herkansing van hun liefde. Niet lang daarna realiseert ze zich wat voor grootse fout ze heeft gemaakt, maar helaas heeft ze haar huissleutel naast de brief op het tafeltje van hun oude gezamenlijke appartement achtergelaten en ze kan de brief dus niet zomaar weghalen… Frida staat erop dat ze de brief terughalen en als ware inbreeksters weten ze het huis van Joy’s ex te infiltreren.

De wijze waarop Muskee het beschrijft werkt op de lachspieren. Dat is wat haar manier van schrijven zo kenmerkt: ze laat zich van haar meest grappige kant zien en de dialogen mogen soms dan niet heel realistisch overkomen (Frida komt soms veel jeugdiger over dan ze daadwerkelijk is), maar het informele karakter van de gesprekken en de vlotte karakters zorgen ervoor dat je echt geniet tijdens het lezen.

Dat Frida en Lucien steeds meer naar elkaar groeien, is nogal voorspelbaar. Dat Joy verliefd wordt op een oude crush, is heel wat verrassender. Het zorgt ook een beetje voor een opfrisser in het verhaal, omdat het verhaal in het midden een beetje ‘inkakt’ en zelfs op sommige momenten een beetje een flauw karakter krijgt. Aan de andere is het wel weer leuk om te lezen dat de schrijfster zoveel verwijzingen naar de huidige realiteit maakt. Denk aan bekende liedjes of boeken die de revue passeren. Dit zorgt ervoor dat de wereld van Joy en Frida herkenbaar wordt: het echte leven sijpelt het boek binnen.

Ook is het fijn dat de vrouwen niet al te lang zwelgen in zelfmedelijden, maar al vrij snel de schouders eronder zetten. Uiteindelijk draait het boek meer om hun onverwachte vriendschap dan om de liefde en de bijbehorende lusten die ze hervinden. Muskee is iemand die de receptuur van een feelgoodroman goed heeft bestudeerd, maar er zeker wat verfrissende ingrediënten bij heeft gegoten. Wie meer van haar wil lezen, kan zich verlekkeren aan haar papieren debuut Nooit meer hetzelfde, want dit boek smaakt zeker naar meer!

 

Theater / Voorstelling

Spiegel van een uitgedroogd huwelijk

recensie: Herman – Senf Producties

Herman is een sukkel. Zo’n sukkel, zelfs, dat zijn vrouw hem verlaat voor een dynamischer type. En juist die schok schudt de ingedutte droogkloot wakker. Wat deze ontreddering met hem doet, ontrolt zich in de geslaagde tragikomedie Herman van Senf Producties.

26 jaar huwelijk, inclusief twee kinderen, is lang genoeg om de spirit uit een relatie te laten verdampen. Echtgenoot Herman vindt zijn huwelijk vanzelfsprekend, hij doet zijn best niet meer. Vrouw Annelies voelt zich niet gezien en kiest voor een vent met meer testosteron.
De jongvolwassen dochter en zoon kiezen de ene keer partij voor moeder, de andere keer voor vader. De relatie tussen vader en moeder is niet meer te redden, maar dit einde markeert een nieuw begin.

Spiegel

De toon voor deze tragikomedie wordt meteen al aan het begin van de voorstelling gezet door dóór de zogeheten ‘vierde wand’ in het theater heen te breken: acteur Stefan de Walle zet de handeling stil om met zijn gezicht naar de zaal het publiek rechtstreeks toe te spreken en medespeler Eva van der Gucht en zichzelf voor te stellen aan de toeschouwers. Dit is theater, jullie zijn toeschouwers, wij komen toneelspelen – zoiets is de boodschap. Tegelijkertijd houdt dit stuk, al is het fictie, de toeschouwers wel degelijk een spiegel voor: probeer in de loop der decennia de pit maar eens in je relatie te houden.

Geoliede machinerie

De plot is geestig, puntig; de thematiek herkenbaar (script: Peter de Baan en Bart van den Donker, op basis van de roman Herman van Marc van Bree). De tekst rolt vloeiend door dankzij het alledaagse taalgebruik en een aaneenschakeling van gekke gebbetjes. Het geheel is een geoliede machinerie waarin de acteurs zich schijnbaar achteloos bewegen, waarin ze volkomen op hun gemak zijn.

Sterke chemie

Maar wat Herman echt tot een geslaagde voorstelling maakt, is de sterke chemie tussen acteurs Stefan de Walle en Eva van der Gucht, plus de razendsnelle regie van Peter de Baan. Deze drie zijn gewend aan elkaar; ze werkten geregeld samen in De vloer op, een toneel-improvisatieprogramma op televisie.

De enscenering is een beetje rommelig, maar ze werkt wel: de acteurs verplaatsen een paar meubelstukken, op de achterwand verschijnt een volgende projectie, en we zijn op een andere locatie.

Energie

Stefan de Walle is de enige die het hele stuk lang hetzelfde personage speelt. Hij laat Herman een geloofwaardige transformatie doormaken van ingedutte sufferd, naar bedrogen echtgenoot, naar een wat oudere man die de energie heeft opnieuw te beginnen. De Walle gaat van huilen naar lachen, van doodongelukkig naar in control en tevreden. Wat een topacteur.

Eva van der Gucht is ijzersterk in een hele batterij vrouwenrollen, die ze met behulp van kleine aanpassingen neerzet. Met beide handen op de heupen gepland, is ze de echtgenote. Aan haar lange pruik peuterend, is ze de dochter. Mokkend in haar stoel de kwaaie, ontevreden moeder. Met de kin omhoog en de borst vooruit, is ze de vrolijke serveerster. Van der Gucht heeft het talent tegelijkertijd tragisch en geestig te kunnen zijn.

Live piano

Een stortvloed aan andere rollen worden gespeeld door Abe Dijkman en door Jurriaan Bruinier, die ook live piano speelt op de achtergrond. Vooral Dijkman is sterk, hij pingpongt met tekst, hakt desnoods door andermans verhaal heen, zolang maar duidelijk is waar dat heen gaat.

In de vlotte en geestige tekst zitten jammer genoeg een paar clichématige scènes. Zoals die waarin een man die boodschappen doet geen idee heeft welke voedingswaren gezond zijn. Zoals de moeder die haar schoondochter te min vindt voor haar zoon. Zoals het gegeven dat de vrouw haar burgerman inruilt voor een doorgesnoven yup.

Maar dat is zout op slakken leggen: Herman is een absolute aanrader.

 

Gebaseerd op de roman ‘Herman’, van Marc van Bree
Script: Peter de Baan, Bart van den Donker
Regie: Peter de Baan
Spel: Abe Dijkman, Jurriaan Bruinier, Eva van der Gucht, Stefan de Walle
Fotografie: Bram Willems

Theater / Voorstelling

Aanklacht tegen roof van Joodse muziekinstrumenten

recensie: Pianostemmen – Tg Goed Gezelschap

Vijf echte, imposante vleugels domineren het toneelbeeld van Pianostemmen. Ze vertegenwoordigen de muzikale Joodse mensen die in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd en die hun kostbare instrumenten moesten achterlaten. Tg Goed Gezelschap maakt een muzikale voorstelling over de daders en de slachtoffers van deze roof.

‘Maak je geen zorgen, die mensen, die komen niet terug’, zegt de sjacheraar Puls, de Amsterdammer wiens bedrijf de huizen leeghaalt van Joodse mensen die weggevoerd worden. Puls wil een dealtje sluiten met Jacobus Kromm, handelaar in vleugels en piano’s. Kromm heeft zo zijn twijfels bij het – gratis! – binnenhalen van vleugels en piano’s van Joodse mensen met behulp van Puls. Maar zoals zovelen zwicht Kromm voor het geld dat hij ermee kan verdienen. Hij doet er zelfs een dansje bij.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden bezittingen van Joodse Amsterdammers weggehaald door verhuisbedrijf Puls. Het kwam geregeld voor dat de diverse Hollandse buren vóór die tijd al wat achtergebleven eigendommen hadden gejat.
‘Die mensen’ kwamen inderdaad niet terug uit de concentratiekampen. Sommigen emigreerden bijtijds naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten of Canada. Maar ook die mensen kregen na de oorlog hun spullen zelden of nooit terug.

Zwijgzaam

foto: Jan Amse

Auteur Wessel de Vries schreef daarover Pianostemmen, dat Tg Goed gezelschap brengt onder de vlag van Kobra Theaterproducties. Jaap Dieleman speelt de zwijgzame pianohandelaar en -stemmer Jacob Kromm, een kromgegroeide man in een grijze stofjas. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, vertelt niet hij, de pianostemmer, het verhaal, maar de vier andere spelers. Zij geven hun instrumenten letterlijk een menselijke stem. Deze spelers, gehuld in het jacquet van de concertpianist, spreken elkaar ook aan met het merk vleugel dat ze stuk voor stuk vertegenwoordigen: Bösendorfer, Bechstein, enzovoort. Deze vier spelen ook een aantal van de Joodse mensen die hun bezit verliezen.

Regisseur Ria Marks houdt ervan muzikaliteit in haar voorstellingen te brengen, zoals onlangs nog in De kant van Ada. Ook in Pianostemmen speelt muziek een dominante rol. De muzikale momenten zijn in Pianostemmen het beste gelukt. Als de vijf vleugels samen een meerstemmig muziekstuk brengen. Wanneer de spelers meerstemmig een lied zingen. Of als de spelers de handeling live voorzien van een achtergrondmuziek.

Clownesk

Marks maakt het zichzelf en haar spelers moeilijk omdat ze in feite alles moeten kunnen: acteren, piano spelen, zingen. Die combinatie van talenten is niet iedereen gegeven. Marks kiest voor een nogal clowneske, karikaturale acteerstijl. Goed daarin zijn vooral Dennie Lukkezen, die met verve onder andere de tante van Kromm en de vluchtende Joodse mevrouw Van Buuren speelt; en Joost Claes, die voluit schmierend de ritselaar Puls neerzet.

Kostbaar

Jaap Dieleman als Kromm is vooral verdienstelijk omdat hij daadwerkelijk piano kan spelen. Het personage heeft extreem weinig tekst, zijn belangrijkste bijdrage is het opsommen van de namen en adressen van weggevoerde families: ‘Levi, Wertheim, Asscher…’ Hoe Kromm de gang van zaken heeft ervaren, moeten we goeddeels opmaken uit de omschrijvingen van de anderen. Aanvankelijk is Kromm terughoudend, gegeneerd, hoewel hij een vluchtende Joodse vrouw glashard een poot uitdraait: hij betaalt haar een habbekrats voor haar kostbare vleugel. Vervolgens moet hij worden overgehaald om het spel mee te spelen van het achteroverdrukken van Joodse instrumenten. Maar ná de oorlog houdt hij zich van de domme over de instrumentenroof.

Door zowel de tragische geschiedenis van de beroofde Joden, als de gewetenloosheid van de daders, als een muzikaal verhaal te willen neerzetten, hinkt Pianostemmen op te veel gedachten die niet helemaal goed uit de verf komen. Sommige spelers zijn niet sterk genoeg om die combinatie aan te kunnen. De roof van Joodse bezittingen, in de veronderstelling dat toch nooit meer iemand erom zou komen, verdient niettemin beslist onze aandacht

 

Tekst: Wessel de Vries
Idee, concept & projectleiding: Klemens Patijn
Regie: Ria Marks
Spel: Joost Claes, Jaap Dieleman, Dennie Lukkezen, Emma van Muiswinkel, Klemens Patijn
Componist: Wiebe Gotink
Kostuumontwerp: Dorien de Jonge
Decormakers: Theodoor Dekker en Juul Dekker
Techniek: Peter Zwart en Menno Drost
Fotografie: Jan Amse

Film / Films

Vooral mooie plaatjes in luchtige tragikomedie

recensie: Coup de chance - Woody Allen

In Woody Allens Coup de Chance krijgt ogenschijnlijk gelukkig getrouwde Fanny een verhouding met oud-klasgenoot Alain. Echtgenoot Jean krijgt lucht van de affaire en onderneemt actie, met ironisch einde incluis. Allen speelt in deze tragikomedie (zoals vaker in zijn films) met de vraag: geloof je in toeval of het lot? En zet daarmee een ietwat eenvoudige en onpersoonlijke Woody Allen-film neer.

In de vijftigste film van Woody Allen lijkt het jonge stel Fanny (Lou de Laâge) en de steenrijke Jean (Melvil Poupaud) nog even verliefd als in het begin van hun relatie. Ze hebben het duidelijk goed voor elkaar: ze wonen in een luxe appartement in Parijs, gaan in de weekenden naar hun fraaie buitenhuis op het platteland en eten foie gras in goede restaurants. Wanneer Fanny oud-klasgenoot Alain (Niels Schneider) op straat tegen het lijf loopt, slaat de vonk al snel over. Ze beginnen een affaire.

Woody Allen-film in een Frans jasje

Alle componenten voor een Woody Allen-film zijn voorhanden; ironie, relatieproblemen, ontrouw, jaloezie en moord. Ook is er zoals vaker een fascinatie te bespeuren voor de levens van de rijke elite. Toch voelt Coup de Chance met zijn volledig Franse cast net wat anders dan zijn klassiekers. Waar New York eerder vaak het decor vormt voor Allens films, zien we nu een dromerig en romantisch Parijs. Het merendeel van de scenes lijkt in de golden hour te zijn geschoten en de clichématige beelden van de Franse hoofdstad blijven komen. Ook sijpelt de volledig Franse productie door in het script. Zo blijft het veelgenoemde anglicisme ‘femme trophée’ (trophy wife), Jeans koosnaampje voor Fanny, niet onopgemerkt.

Toeval of lot

In meerdere films van Allen spelen toeval en ironie van het lot een grote rol. Langzaamaan transformeert hij het plot van romantische komedie naar misdaadthriller en laat ons peinzen over de levensvraag: zijn we onderworpen aan het toeval of aan het lot? Dit komt alleen al terug in de personages in Fanny’s leven. Alain ziet het leven als een kansspel en gelooft in de absolute onzekerheid van het toeval. Jean creëert naar eigen zeggen zijn eigen geluk. Ook als Jean achter de buitenechtelijke relatie van zijn pronkvrouw komt, neemt hij het heft in eigen handen en schakelt een privédetective in. Zoals gebruikelijk in Allens films ondersteunt de sferische jazzmuziek de ontwikkelingen in een verhaal met de nodige spot.

Vermakelijk op een ander niveau

Zoals gezegd speelt Allen vaker met het thema toeval versus lot – bijvoorbeeld ook in het veel betere Match Point (2005). Maar in Coup de Chance maakt de regisseur zich er wat gemakkelijk van af. Zo voelen plotontwikkeling, karakterontwikkeling en het verbeelden van de wrange willekeur van het leven een stuk minder uitgewerkt. Van een ander niveau dan we gewend zijn van Allen. Of dat ook door de Franse cast komt is niet duidelijk. Hoewel Coup de Chance een luchtige en vermakelijke film is, blijven vooral de mooie plaatjes hangen. En daar blijft het wel bij.

 

Film / Reportage
special: International Film Festival Rotterdam, deel 1

Kleiner maar nog steeds fijn: IFFR 2024

De 53e editie van het International Film Festival Rotterdam was weer een filmfeestje. Vele lange en korte films uit alle uithoeken van de wereld waren er te zien, regelmatig in aanwezigheid van de makers.

De essentie van het festival is – gelukkig! – in grote lijnen hetzelfde gebleven, maar er waren wel wat veranderingen merkbaar. De grootste fysieke aanpassing in jaren was de verhuizing in De Doelen. Het hart van het festival was deze editie gevestigd aan het Schouwburgplein, in plaats van aan de gebruikelijke zijkant. De reden was prozaïsch: het festival moest de post-corona krimp helaas doorzetten. Dus: minder ruimte in De Doelen, minder feestjes, maar vooral: minder films. Daardoor voelde het inderdaad op de diverse locaties wat rustiger aan. Dat was overigens niet het geval in de zalen: die waren ouderwets goed gevuld en regelmatig uitverkocht.

Firebrand

Karim Aïnouz • Verenigd Koninkrijk, 2023
Sterren: 4/5

De Engelse koning Hendrik VIII was de man die in de zestiende eeuw brak met de katholieke kerk om te kunnen scheiden van zijn toenmalige echtgenote – om vervolgens nog vijf keer in het huwelijk te treden. Zijn laatste echtgenoot was Catherine Parr. Zij is waarschijnlijk minder bekend dan bijvoorbeeld Anne Boleyn of Jane Seymour, maar daardoor niet minder interessant. Integendeel. Zij is de enige van Hendriks vrouwen die niet werd weggestuurd, in het kraambed stierf, of onthoofd werd. Bovendien publiceerde zij diverse boeken en had sterke protestantse sympathieën, wat haar uiteindelijk in grote problemen bracht.

Firebrand schets het hofleven in de laatste dagen van Hendriks heerschappij, nadat hij is teruggekeerd van een oorlog in Frankrijk. De camera zit vaak dicht op de huid van de personages, vertolkt door een solide cast met onder meer Eddie Marsan, Sam Riley (wiens opvallende nepbaard de enige dissonant is in een verder authentiek aandoende setting) en Simon Russell Beale, die als geen ander een geaffecteerde gluiperd kan neerzetten. Alicia Vikander stelt eigenlijk nooit teleur, maar het is vooral Jude Law die als Hendrik VIII hier de show steelt. Moeiteloos schommelt zijn vertolking tussen innemend en paranoïde. Het laatste wordt versterkt door de helse pijnen waar hij continu onder gebukt gaat. Zijn opgezwollen benen met een chronisch etterende wond (in geuren en kleuren in beeld gebracht!) doen zijn humeur allerminst goed.

Regisseur Karim Aïnouz weet niet alleen het politieke gekonkel aan het hof treffend neer te zetten, hij heeft ook een scherp oog voor het alledaagse leven aan het hof. Zo zien we bijvoorbeeld in een scène Parr haar tanden reinigen, of staat er iemand van de hofhouding ergens op de achtergrond schoon te maken. Het zijn geen beelden die je vaak in historische films ziet, maar ze dragen zeker bij aan het gevoel van authenticiteit van dit interessante koninginnedrama.

Krazy House

Steffen Haars, Flip van der Kuil • Nederland, 2024
Sterren: 2/5

Een standaardgezin met vader, moeder, zoon en dochter, een huiskamer, en niet te vergeten een ‘live studio audience’, wiens taak het is om door middel van overdreven lachen de vaak ondermaatse humor leuker te laten lijken dan het is. Zie hier de belangrijkste ingrediënten van de klassieke Amerikaanse sitcom. Deze setting vormt het uitgangspunt van Krazy House, waarbij de set een bijna exacte kopie is van die van Married… with Children. Vader Bernie is diepreligieus en heeft – je verzint het niet – als achternaam Christian. Het sitcomleventje van de Christians wordt op z’n kop gezet als de Russische klusjesmannen gevaarlijke criminelen blijken te zijn. De set transformeer hierbij in rap tempo in een soort oorlogszone. Steffen Haars en Flip van der Kuil, het duo achter onder andere de New Kids serie en speelfilms, zijn de bedenkers van dit groteske en wat puberale Krazy House.

Het uitgangspunt is leuk, net als het spelen met diverse aspect ratio’s. Het strikken van zowel Nick Frost (bekend van Edgar Wright’s Cornetto-trilogie) als Alicia Silverstone (die de laatste jaren regelmatig opduikt in interessante films als The Lodge, The Killing of a Sacred Deer en Reptile) een prestatie van formaat. De rest van de Nederlandse cast zet verdienstelijk Amerikanen neer (al dan niet met Russisch accent). Het eindresultaat is echter even grof als flauw. De effectiviteit van de humor en het extreme geweld – zo ontploffen diverse hoofden – is vaker mis dan hit. Het antireligieuze sausje zal in sommige kringen als shockerend worden ervaren, maar voelt toch vaak als geforceerd aan. Is een anale verkrachting leuk omdat dat met een Jezusbeeldje gebeurt?

Steppenwolf

Adilkhan Yerzhanov • Kazachstan, 2024
Sterren: 4/5

Wie er na The Assault (IFFR 2022) nog aan twijfelde, kan er nu niet meer omheen: de Kazachstaanse schrijver-regisseur Adilkhan Yerzhanov heeft een uitzonderlijk visueel talent, dat het beste tot uiting komt in het ensceneren van gewelddadige actie. Elke achtervolging, confrontatie en geweldsuitbarsting, met optimaal gebruik van de kale setting van landelijk Kazachstan, is zo scherp als een diagram in beeld gebracht, en elk shot is opvallend gecomponeerd. Zo helder als de beelden zijn, zo eenvoudig is het verhaal. Een psychopaat en een verstandelijk gehandicapte moeder gaan op zoek naar de grootste gangster van de regio: hij om wraak te nemen, zij om haar ontvoerde zoontje te vinden. Het zijn archetypische personages, bijna zonder achtergrond, met gezichten die boekdelen spreken; de gangster komt zelfs maar één keer kort in beeld. Mocht het nog niet duidelijk zijn, geeft Yerzhanov met een pontificaal citaat uit The Searchers een hint: Steppenwolf is een western tot de essentie teruggebracht. Met een sterkere dosis gitzwarte humor en meer wreedheid dan menig kijker zal kunnen verdragen, maar een topprestatie is het wel.

100 Yards

Xu Haofeng en Xu Junfeng • China, 2023
Sterren: 4/5

Xu Haofeng, die deze keer de regiecredit met zijn broer deelt, is op dit moment met afstand de interessantste maker van martial-artsfilms, omdat hij zich kan beroepen op een eigen stijl. Of in elk geval überhaupt een stijl: een coherente methode om de welbekende duels en vechtpartijen in beeld te brengen: sober, strak en met gevoel voor ritme gemonteerd, met lange takes, zonder enige desoriëntatie, met eerbied voor het gevecht als zodanig. Zijn nieuwste film speelt in de multinationale havenstad Tianjin van de jaren 1920 en gaat over de vraag wie de meester van de belangrijkste kungfuschool moet opvolgen: zijn zoon of zijn beste pupil. 100 Yards heeft kleurrijke personages, humor, vaart, en liefdevolle aandacht voor de historische decors en kostuums, en doet daarom sterk denken aan de uitbundige actiefilms van Wen Jiang (Let the Bullets Fly). Maar Xu’s film is uiteindelijk minder gericht op spektakel en meer op het conflict rond de school en de manier waarop dit wordt beslecht door middel van talloze gevechten. Die zijn dus op zichzelf al een reden om 100 Yards te zien, maar de verpakking ervan in een uiterst vermakelijk geheel is onweerstaanbaar.