Tag Archief van: 8WEEKLY

Wachten op Godot - foto Salih_Kilic_2
Theater / Voorstelling

Geef de moed niet op, alles wordt beter

recensie: Wachten op Godot – Het Nationale Theater
Wachten op Godot - foto Salih_Kilic_2

Meer dan een kale boom hebben Vladimir en Estragon niet tot hun beschikking. Maar wel een boom met mogelijkheden. Je kunt je erachter verschuilen. Je kunt je eraan ophangen. En je kunt erbij wachten op Godot, die heeft aangekondigd te zullen komen.

Vanaf de allereerste opvoering van de absurdistische tweeakter Wachten op Godot (1953) van de Ier Samuel Beckett (1906-1989) breken theatermakers zich het hoofd over de tekst: wat betekent die? Wat wil Beckett zeggen?!

Rondhangen

Plaats van handeling is een lege weg in een kale vlakte, met een bladloze boom. Daar hangen twee mannen rond, babbelend over hoe lastig het leven is, teksten die ze larderen met religieuze verwijzingen. Ze heten Vladimir en Estragon, ze noemen elkaar Didi en Gogo. Vladimir is de slimme, welbespraakte, Estragon de klagende kneus. Wie zijn die mannen? Zijn het landlopers, clowns, monniken, gevangenen, geliefden? Geen idee. We horen alleen dat ze al heel lang samen zijn, en dat ze zelf niet (meer) weten hoe lang ze al op deze plek zijn.

Maar weggaan kunnen ze niet, want ze wachten op een onbekende, messias-achtige figuur die Godot heet, en die de belofte in zich draagt dat alles beter wordt wanneer hij komt.

Op een gegeven moment komen twee mannen de lege weg op lopen. Bullebak Pozzo (Bram Coopmans) in een wit zomerkostuum; aan een touw voert hij Lucky (Joris Smit) met zich mee. Lucky fungeert als tot slaaf gemaakte, hij moet Pozzo’s bagage dragen. Zij vertrekken uiteindelijk ook weer.
In de tweede akte herhaalt een en ander zich goeddeels, alleen is het decor dan gespiegeld opgesteld. Pozzo is opeens blind, en Lucky kan niet praten.

Opzettelijke vaagheid

Deze opzettelijke vaagheid biedt theatermakers ruimte de idee achter het stuk naar hun hand te zetten. Beckett-liefhebber en regisseur Erik Whien kiest voor de clowneske aanpak, zijn Wachten op Godot speelt op de lach. Jaap Spijkers en Mark Rietman brengen Vladimir en Estragon expliciet droogkloterig. Want wanneer je grappig wilt zijn, moet je juist niet lollig doen en niet zelf lachen.
Vladimir houdt de armen langs het lichaam. Hij is de superieure, de slimmerik die zich dingen herinnert, die de bijbel kent. Die weet dat Christus werd gekruisigd tezamen met een goede en een slechte moordenaar. Die Estragon de les leest. Vladimir benadrukt dat ze op Godot wachten.

Mark Rietmans Estragon is een clowneske Domme August, nu en dan met overslaande stem. Frunnikend aan zijn T-shirt, pruilend omdat zijn schoenen hem pijn doen. Kinderlijk afhankelijk van Vladimir, al stelt hij een paar keer voor uit elkaar te gaan. Of het lijkt hem een goed idee zich te verhangen aan de kale boom.
Rietmans groteske mimiek en lichaamstaal verwijzen naar de onhandigheid van Charlie Chaplin en Buster Keaton uit het tijdperk van de zwijgende film.

Landlopers

In Becketts tekst dragen de mannen bolhoeden en herenkostuums. Whien laat ze er uitzien als zwervers. Vrijwel eender: Vladimir in blauw T-shirt en overhemd, Estragon is in legergroen. Dat brengt hen dichter bij landlopers. Of zijn het toch gevangenen?

De insteek van Whien laat een paar interpretaties open voor wie Godot zou kunnen zijn. Hij is misschien de verlosser, maar hij lijkt vooral de belofte van vooruitgang. Als ze de moed maar niet opgeven, als ze maar geduld kunnen opbrengen, dan wordt het leven beter. Wanneer? Dat weten we niet. Misschien morgen.
Voor Pozzo en Lucky zit dat er niet in: hun positie verslechtert juist.

Frankrijk

Beckett woonde in Frankrijk en schreef het stuk in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog oorspronkelijk in het Frans. Tijdens de oorlog zat de schrijver zelf in het Franse verzet; daarom moest hij vluchten naar het zuiden. Beckett wist hoe het was, zonder behoorlijke kleren, met de verkeerde schoenen; hij wist hoe het was te wachten op een beter leven, geduld te moeten uitoefenen.

Jammer is dat Whiens Godot na de pauze vaart verliest, een beetje begint te slepen. Juist het tempo, plus de clowneske manier van spelen maken de eerste acte bijzonder geestig, bijna hilarisch. Maar misschien ligt dat vaartverlies ook wel aan Becketts tekst, aan de grotere somberheid daarvan. Ondanks de belofte dat alles beter wordt.

 

Tekst: Samuel Beckett
Regie: Erik Whien
Vertaling: Jacoba van Velde
Spel: Bram Coopmans, Joris Smit, Mark Rietman, Jaap Spijkers
Kostuums: Rebekka Wörmann
Scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck
Licht: Julian Maiwald
Dramaturgie: Kyra Mol

Wachten op Godot - foto Salih_Kilic_2
Theater / Voorstelling

Geef de moed niet op, alles wordt beter

recensie: Wachten op Godot – Het Nationale Theater
Wachten op Godot - foto Salih_Kilic_2

Meer dan een kale boom hebben Vladimir en Estragon niet tot hun beschikking. Maar wel een boom met mogelijkheden. Je kunt je erachter verschuilen. Je kunt je eraan ophangen. En je kunt erbij wachten op Godot, die heeft aangekondigd te zullen komen.

Vanaf de allereerste opvoering van de absurdistische tweeakter Wachten op Godot (1953) van de Ier Samuel Beckett (1906-1989) breken theatermakers zich het hoofd over de tekst: wat betekent die? Wat wil Beckett zeggen?!

Rondhangen

Plaats van handeling is een lege weg in een kale vlakte, met een bladloze boom. Daar hangen twee mannen rond, babbelend over hoe lastig het leven is, teksten die ze larderen met religieuze verwijzingen. Ze heten Vladimir en Estragon, ze noemen elkaar Didi en Gogo. Vladimir is de slimme, welbespraakte, Estragon de klagende kneus. Wie zijn die mannen? Zijn het landlopers, clowns, monniken, gevangenen, geliefden? Geen idee. We horen alleen dat ze al heel lang samen zijn, en dat ze zelf niet (meer) weten hoe lang ze al op deze plek zijn.

Maar weggaan kunnen ze niet, want ze wachten op een onbekende, messias-achtige figuur die Godot heet, en die de belofte in zich draagt dat alles beter wordt wanneer hij komt.

Op een gegeven moment komen twee mannen de lege weg op lopen. Bullebak Pozzo (Bram Coopmans) in een wit zomerkostuum; aan een touw voert hij Lucky (Joris Smit) met zich mee. Lucky fungeert als tot slaaf gemaakte, hij moet Pozzo’s bagage dragen. Zij vertrekken uiteindelijk ook weer.
In de tweede akte herhaalt een en ander zich goeddeels, alleen is het decor dan gespiegeld opgesteld. Pozzo is opeens blind, en Lucky kan niet praten.

Opzettelijke vaagheid

Deze opzettelijke vaagheid biedt theatermakers ruimte de idee achter het stuk naar hun hand te zetten. Beckett-liefhebber en regisseur Erik Whien kiest voor de clowneske aanpak, zijn Wachten op Godot speelt op de lach. Jaap Spijkers en Mark Rietman brengen Vladimir en Estragon expliciet droogkloterig. Want wanneer je grappig wilt zijn, moet je juist niet lollig doen en niet zelf lachen.
Vladimir houdt de armen langs het lichaam. Hij is de superieure, de slimmerik die zich dingen herinnert, die de bijbel kent. Die weet dat Christus werd gekruisigd tezamen met een goede en een slechte moordenaar. Die Estragon de les leest. Vladimir benadrukt dat ze op Godot wachten.

Mark Rietmans Estragon is een clowneske Domme August, nu en dan met overslaande stem. Frunnikend aan zijn T-shirt, pruilend omdat zijn schoenen hem pijn doen. Kinderlijk afhankelijk van Vladimir, al stelt hij een paar keer voor uit elkaar te gaan. Of het lijkt hem een goed idee zich te verhangen aan de kale boom.
Rietmans groteske mimiek en lichaamstaal verwijzen naar de onhandigheid van Charlie Chaplin en Buster Keaton uit het tijdperk van de zwijgende film.

Landlopers

In Becketts tekst dragen de mannen bolhoeden en herenkostuums. Whien laat ze er uitzien als zwervers. Vrijwel eender: Vladimir in blauw T-shirt en overhemd, Estragon is in legergroen. Dat brengt hen dichter bij landlopers. Of zijn het toch gevangenen?

De insteek van Whien laat een paar interpretaties open voor wie Godot zou kunnen zijn. Hij is misschien de verlosser, maar hij lijkt vooral de belofte van vooruitgang. Als ze de moed maar niet opgeven, als ze maar geduld kunnen opbrengen, dan wordt het leven beter. Wanneer? Dat weten we niet. Misschien morgen.
Voor Pozzo en Lucky zit dat er niet in: hun positie verslechtert juist.

Frankrijk

Beckett woonde in Frankrijk en schreef het stuk in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog oorspronkelijk in het Frans. Tijdens de oorlog zat de schrijver zelf in het Franse verzet; daarom moest hij vluchten naar het zuiden. Beckett wist hoe het was, zonder behoorlijke kleren, met de verkeerde schoenen; hij wist hoe het was te wachten op een beter leven, geduld te moeten uitoefenen.

Jammer is dat Whiens Godot na de pauze vaart verliest, een beetje begint te slepen. Juist het tempo, plus de clowneske manier van spelen maken de eerste acte bijzonder geestig, bijna hilarisch. Maar misschien ligt dat vaartverlies ook wel aan Becketts tekst, aan de grotere somberheid daarvan. Ondanks de belofte dat alles beter wordt.

 

Tekst: Samuel Beckett
Regie: Erik Whien
Vertaling: Jacoba van Velde
Spel: Bram Coopmans, Joris Smit, Mark Rietman, Jaap Spijkers
Kostuums: Rebekka Wörmann
Scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck
Licht: Julian Maiwald
Dramaturgie: Kyra Mol

DRIVE-AWAY DOLLS (2023)
Film / Films

Doorgeslagen volk

recensie: Drive-Away Dolls – Ethan Coen
DRIVE-AWAY DOLLS (2023)

‘Misschien is er een publiek dat snakt naar domme, puberale homofilms’, opperde Ethan Coen in een interview met de NRC (20 februari 2024). Je ziet het ironische lachje er al bij, en vraagt je af: wat is het serieuze thema deze keer? Drive-Away Dolls mag dan geen meesterwerk zijn, je verlaat de bioscoop wel met een dikke grijns, plus vragen om thuis nog eens goed over na te denken.

In Drive-Away Dolls (2024) reizen we mee op een zuidelijke roadtrip van twee lesbische vriendinnen, Jamie (Margaret Qualley) en Marian (Geraldine Viswanathan). Ze gaan een bezoek brengen aan Marians tante in Tallahassee, Florida, en maken daarbij gebruik van een drive-away auto. Dat wil zeggen: een wagen die ze gratis naar een plaats van bestemming kunnen rijden. Helaas – of gelukkig voor ons – krijgen ze een auto mee die eigenlijk door een stel criminelen opgehaald had moeten worden, met een zeer ‘gevoelige’ lading in de kofferbak. De rit wordt daarom ook een vermakelijke achtervolgingsrace, waarbij de boeven natuurlijk alles in het werk stellen om hun eigendom terug te krijgen.

De film is gebaseerd op een oud script dat de Coens nog hadden liggen, en dat nu bewerkt is door Ethan en zijn vrouw Tricia Cooke (al jarenlang ook editor van films van de broers). Hoewel het verhaal kluchtig en komisch is, en er natuurlijk weer allerlei speelse referenties aan (B-)filmgenres te bespeuren zijn, geeft het zeker ook te denken. Wat moeten we met deze film vol platte sekspraat en dom geweld?

Seks

Vriendinnen Jamie en Marian zijn allebei lesbisch, maar de verschillen tussen hen liggen er dik bovenop. Jamie is een losbandige Texaanse die altijd recht op haar (seks)doelen afgaat, met een omvangrijk vocabulaire dat het midden houdt tussen erg ordinair en toch wel gevat. Marian is haar ingetogen tegenpool, zij is niet het type dat naar eigen zeggen een lesbobar bezoekt ‘to peddle my wares’ (‘om te leuren met mijn goederen’). De chemie tussen beiden is echter geweldig, actrices Qualley en Viswanathan maken er absoluut een acteerfeestje van.

Dat Jamie in eerste instantie flink doorslaat in haar hunkering naar seks is zonneklaar. Maar dat de vriendinnen elkaar gaandeweg ergens treffen in hun wensen en beleving, is voor de kijker ook duidelijk. De extreme kantjes worden geleidelijk bijgeslepen, erotiek en intimiteit komen steeds dichter bij elkaar.

Misdaad

DRIVE-AWAY DOLLS (2023)

Copyright 2023 Focus Features LLC

Bij de boeven valt vooral het voetvolk in het oog. Het achtervolgende duo is een (Coenesk) schoolvoorbeeld van ‘dommekracht’ versus ‘gladjanus’. Waar de grote er liefst meteen op losslaat, denkt de kleinere de gewenste informatie beter te kunnen bemachtigen met stroop en invoelende conversatie. Zoals te verwachten wordt het met allebei niks. ‘Slim’ losgepeuterde gegevens blijken geen cent waard en uiteindelijk slaat de bruut – hoe kan hij ook anders? – zowel letterlijk als figuurlijk door. De extreme kantjes leiden tot niets.

En politiek

We zijn natuurlijk wel in de Verenigde Staten. Wanneer de vriendinnen tenslotte Florida bereiken, lacht de staatssenator ons met zijn stralende gezin toe vanaf een billboard. Hij staat duidelijk pal voor de ‘republikeinse’ tradities en waarden waar Jamie en Marian niks van moeten hebben …

Het is verleidelijk om hier een tipje van de sluier op te lichten over de delicate handelswaar in hun kofferbak. Maar laten we het er maar op houden dat de senator er ook alle baat bij heeft om die te bemachtigen (een kostelijk rolletje van Matt Damon overigens). Op het eind blijken seks, misdaad en politiek onlosmakelijk met elkaar verstrengeld, in een verhaal waarin onmiskenbaar ook een scherpe eigentijdse kritiek valt te ontwaren. Op een ander niveau handelt Drive-Away Dolls zeer onderhoudend én serieus over een doorgeslagen cultuur. Een cultuur vol extremen, waarin de scheiding tussen privé en openbaar nagenoeg lijkt opgeheven en alles ten prooi valt aan nietsontziende commodification (vercommercialisering). Onvolprezen Coen territory dus.

Theater / Voorstelling

De zinloosheid van oorlog

recensie: Huis van Troje – Toneelschuur Producties

De mythologische zieneres Cassandra voorziet niet zozeer gebeurtenissen; ze ziet ze vóór haar ogen gebeuren – en pas daarna vertelt ze er over, beweert ze. In het strak gestileerde Huis van Troje van Toneelschuur Producties, in samenwerking met Internationaal Theater Amsterdam, probeert Cassandra de oorlogshandelingen naar aanleiding van haar visioenen te voorkomen. Helaas: tevergeefs.

De Trojaanse oorlog, tussen de Grieken en de Trojanen, is vooral bekend geworden door de Ilias van Homeros en een aantal Griekse tragedies. Regisseur Mateusz Staniak en acteur Laura De Geest bewerkten samen diverse toneelstukken tot dit Huis van Troje.

Helena

De voorstelling opent met een petieterige samenvatting van de aanloop naar de Trojaanse oorlog: die wordt in een paar geschreven zinnen geprojecteerd op het achterdoek.
Dat zit zo. Vanwege een onzinnige ruzie tussen drie godinnen meent de Trojaanse prins Paris recht te hebben op de mooie Helena. Zij is echter getrouwd met Menelaos, koning van het Griekse Sparta. Paris haalt Helena niettemin over met hem te vluchten naar Troje. Dat kan Menelaos natuurlijk niet over zijn kant laten gaan. Hij haalt zijn broer Agamemnon, koning en krijgsheer, over met leger en al naar Troje te zeilen om de geschaakte Helena terug te halen. Wat volgt is tien jaar oorlog, de verwoesting van Troje, en een hele begraafplaats vol gesneuvelden.

Voor wie dit verhaal niet kent, is Huis van Troje best lastig te volgen. Voor wie het wel kent, is dit een fascinerende, uiterst actuele voorstelling. Onderwerp is de vernietiging van Troje door de Grieken.

Van achter naar voor

Tekstschrijvers De Geest en Staniak kiezen ervoor de hele handeling van achter naar voor te vertellen. Het verhaal begint dus als de Trojanen al in de pan zijn gehakt. De enige van het koningshuis die de slachtpartij heeft overleefd, is prinses Cassandra. Het is dan drie dagen na de val van Troje: een soort lichtkrant vertelt steeds om welk moment in het verleden het gaat. Die lichtkrant telt terug tot vijf dagen voorafgaand aan de Griekse bestorming.

Door een oorlog zich van achter naar voor te laten voltrekken, laten De Geest en Staniak zien dat er een heleboel momenten zijn waarop je kunt zeggen: kappen nou, het is genoeg geweest, stop met bloedvergieten, laten we ophouden met deze waanzin. Stel dat je alles vooraf weet. Dan kun je zien welke offers zullen worden gebracht als je tóch doorgaat.

Verstrooien van as

Laura De Geest zet een verbitterde, wanhopige zieneres Cassandra neer. Voortdurend probeert ze in te grijpen, de oorlog te stoppen doordat ze de volgende dode al ziet aankomen. Niemand luistert: De Geest speelt de zieneres gefrustreerd, boos, op het hysterische af als gevolg van haar vergeefse pogingen.

foto: Sanne Peper

Zo rest Cassandra niets dan de as van haar familieleden. Die ligt in een grote hoop midden op de speelvloer. De Geest pakt er handenvol van en verstrooit haar dierbaren. Haar moeder, koningin Hekabe. Schoonzus Andromache. Zus Polyxena. Broer Polydoros. Paris, uiteraard. In de loop van de voorstelling zien we hoe ze eerder stuk voor stuk ten onder zijn gegaan.

Om aan te geven dat de tijd achteruit loopt, markeert telkens een donkerslag de overgang naar een eerder moment in de tijd, begeleid door geluid dat achterstevoren wordt afgespeeld.

Actuele teksten

Sterk aan de achterstevoren chronologie, en aan de actuele teksten, is dat overduidelijk is dat er tal van momenten zijn waarop de personages andere keuzes hadden kunnen maken, waardoor er minder doden zouden zijn gevallen, minder verdriet was geweest. Maar telkens is er de roep om wraak, de behoefte het koninkrijk overeind te houden, om niet toe te geven.

Het Trojaanse paleis is opgetrokken uit zeven witte zuilen. Een blauwe verhoging rechts symboliseert de troon. Links een strook water met daarin – papieren – Griekse scheepjes. De ‘as’ verspreidt zich over de speelvloer, het water kleurt rood van het bloed. Het licht is kaal, tot grijs toe. (Scenografie en lichtontwerp Zaza Dupont).

Superieur

Huis van Troje is zo een strak en onbuigzaam verhaal in een kale setting. Tekst en vormgeving vergen veel van de acteurs, regisseur Staniak geeft zijn acteurs weinig ruimte. Desondanks is vooral Elsie de Brauw als Hekabe superieur. Ze loopt te moederen over haar kinderen: ‘Jij bent geen man, jij bent mijn zoon. En jij gaat níét vechten.’ Oh nee? En waarom dan niet? ‘Omdat ík het zeg!’ Zo speelt mama voortdurend de baas.
Maar de Hekabe van De Brauw is ook de arrogante koningin van Troje, blind voor de gevolgen van het vasthouden aan de troon.
Sterk is ook Mona Lahousse als het puberale, verwende prinsesje Polyxena.

Zinloosheid van geweld

In deze tijd van oorlogen in Oekraïne en Palestina is onvermijdelijk dat die conflicten doorklinken in Huis van Troje. Vermoorde dierbaren. Moeders die hun dode kinderen bewenen. Maar vooral: de zinloosheid van alle geweld, de onredelijkheid van de strijdende partijen. Huis van Troje is geen vrijblijvende, toevallige voorstelling over een oorlog die een stad verwoest. Dit is een aanklacht tegen de actuele conflicten.

 

Gebaseerd op ‘Trojaanse Vrouwen’ en ‘Hekabe’ van Euripides, ‘Cassandra’ van Lesia Ukrainka
Bewerking: Laura De Geest, Mateusz Staniak
Regie: Mateusz Staniak
Spel: Nadia Amin/Charlie Chan Dagelet, Yaqien Bouhbaka, Elsie de Brauw, Laura De Geest, Mona Lahousse, Carlo Paardenkooper
Kostuumontwerp: Wojciech Dziedzic
Scenografie en lichtontwerp: Zaza Dupont
Geluidsontwerp: George Dhauw
Techniek: Jelmer Tuinstra, Tim Kockx, Victor Dijkstra, Jip van ’t Veer
Fotografie: Sanne Peper

 

Muziek / Concert

Muziek als canvas – schilderen met klanken

recensie: Roger Eno in Muziekgebouw Eindhoven

Roger Eno laat zich, zoals wel meer artiesten, moeilijk categoriseren. Zijn muziek past niet goed in een hokje, en zijn concerten evenmin. Een bijzondere avond met licht klassieke muziek (of toch niet zo klassiek?), een biertje en een brandende piano.

Roger Eno, niet te verwarren met zijn beroemde broer Brian Eno, heeft al met veel grote artiesten mogen samenwerken, zoals Daniel Lanois en David Gilmour. Daarnaast heeft hij ook samen met zijn broer Brian, die zonder twijfel de pionier van de ambient muziek genoemd mag worden, veel muziek geschreven en uitgevoerd. Deze invloeden zijn terug te horen in de solo albums van Roger, want zijn muziek begeeft zich in de grijsgebieden van de klassieke wereld en ambient, om uiteindelijk de twee genres perfect te laten versmelten in een eigen geluid.

Benaderen we Eno als neoklassieke componist, dan is zijn stijl compleet anders dan die van andere populaire neoklassieke componisten zoals Ludovico Einaudi, Matteo Matyrlynck of Joep Beving. Zelf omschrijft Eno zich als decomposer, een componist die muziek schrijft door juist te schrappen. Less is more, even less is better. Daarnaast bevat ieder stuk voor hem een eigen kwaliteit en emotie. Door in zijn muziek minimalistisch te werk te gaan, kan hij teruggaan tot de kern van de emotie die hij wil overbrengen. Dat hij hierbij geïnspireerd is door zijn broer is wel duidelijk, want ook in de ambient muziek is de eigenheid van klanken belangrijk voor de algehele compositie. Maar tegelijkertijd is bij ambient alles elektronisch, terwijl de eigenheid van Eno juist zit in het gebruik van akoestische instrumenten. Het resultaat is een bijzondere mix tussen minimalistische (neo)klassiek en ambient.

The Turning Year en The Skies, They Shift Like Chords

Deze mix is goed te horen op zijn twee recent verschenen albums, beide uitgebracht bij Deutsche Grammophon, het walhalla voor klassieke componisten en performers. The Turning Year (2022) geeft een goed beeld van Eno’s minimalistische authentieke composities. Ze bevatten veel klank en weten toch allemaal een ander gevoel bij de luisteraar op te roepen. Twee werken springen hier uit vanwege hun unieke geluid: ‘Bells’ en ‘Hymn’.

In zijn tweede album The Skies, They Shift Like Chords (2023) gaat Eno meer zijn broer achterna, en creëert hij in zijn composities prachtige soundscapes, landschappen van klanken, iets wat de titel van het album eigenlijk al min of meer aangeeft. Dit is waar ambient groot mee is geworden, klanken die als het ware voorbij zweven als wolken. Maar waar in ambient deze soundscapes dus door elektronische samples geproduceerd worden, gebruikt Eno strijkers, zoals duidelijk te horen in het nummer Chordal Drift.

Roger Eno als performer

Eno is niet alleen een interessante componist, hij is ook nog eens heel grappig en bescheiden. Zijn concerten ademen een informele sfeer, met een biertje bij de piano en een goede anekdote tussen de stukken door (zoals de ritualistische verbranding van zijn eerste piano die hij op 15-jarige leeftijd kocht), iets wat eigenlijk ongehoord is in de klassieke wereld. Hier is het duidelijk dat Eno de regels en etiquette uit die soms wat conservatieve wereld volledig aan zijn laars lapt.

Het concert wordt verder voorzien van een geprojecteerde reeks foto’s, allemaal door Eno zelf gemaakt, die een volledig ander aura krijgen door de kleuren van de muziek. Eno kijkt terwijl hij speelt ook vaak naar de beelden, alsof hij er zelf inspiratie uithaalt voor zijn muziek. In de zaal is het zo stil dat je een speld kunt horen vallen. Het is een hypnotiserende, bijna transcendente beleving waarin tijd en ruimte even niet meer lijken te bestaan. Totdat het nummer eindigt, en Eno weer vrolijk begint te vertellen of de andere twee muzikanten een compliment geeft.

Voor dit concert heeft Eno namelijk een violist en cellist tot zijn beschikking. Samen weten ze de meditatieve sfeer die de muziek omringt mooi over te brengen. Wel is het jammer dat de strijkers niet mee op tour zijn, maar per locatie ingehuurd worden. Je merkt hierdoor dat de drie niet volledig op elkaar zijn ingespeeld. Daarnaast was er bij zijn The Turning Year tour in 2022 een klein strijkersensemble aanwezig, wat net wat meer body gaf aan het geheel. Dit zijn jammer genoeg financiële keuzes gemaakt door Deutsche Grammophon.

Redacteur Romy Struik samen met Roger Eno en violist na afloop van het concert (Beeld: Romy Struik)

Na het concert blijft Roger nog even in de zaal om een praatje met zijn fans te maken. Hier kreeg onze redacteur (die zelf al jaren piano speelt) de kans om spontaan samen in improvisatie een van zijn stukken van het eerste album te spelen, en halverwege gingen ook de twee strijkers spontaan meespelen. Eno’s reactie was aandoenlijk: ‘Oh what a stars! I can retire now.’ Laten we hopen dat dat moment nog lang op zich laat wachten want van Roger Eno’s muziek krijg je niet snel genoeg.

 

Muziek / Reportage
special: Special: Edison Pop uitreiking 2024 – AFAS Leusden
Edison Pop 2024Sharon Drent

Muziek van eigen bodem in de spotlight

Het regende prijzen tijdens de bombastische liveshow van de Edisons Pop 2024 uitreiking. Presentatrice Holly Mae Brood overhandigde de bronzen beeldjes aan de winnaars binnen de twaalf categorieën. Ben je benieuwd naar de winnaars en hoe het er tijdens de awardshow aan toeging? Lees dan verder!

In totaal werden er in het AFAS Theater in Leusden elf awards en één oeuvreprijs verdeeld. Van tevoren waren Kevin en Son Mieux de favorieten, met nominaties in meerdere categorieën. Uiteindelijk kreeg elke categorie een unieke winnaar. Zo wist Son Mieux zijn nominatie in categorie Song voor het nummer ‘Tonight’ te verzilveren.

Son Mieux - Edison Pop 2024

 

Emotionele dankwoorden

In de categorie Rock won Within Temptation, waar frontvrouw Sharon den Adel duidelijk door ontroerd was. Hun album gaat merendeels over de oorlog in Oekraïne en dat raakt hen, het is immers ook onze vrijheid waarvoor ze daar vechten. Dat maakt de winst voor de band extra bijzonder. Bij de uitreiking van de categorieën Hiphop en Album volgden er ook emotionele speeches van winnaars Mula B en Sef, die bij hun winst aandacht vroegen voor Palestina.

 

Meters maken voor de nieuwkomers

In de categorie Nieuwkomer won (TikTok)sensatie Roxy Dekker. Zij brak afgelopen jaar door met haar singles ‘Satisfyer’ en ‘Anne-Fleur Vakantie’ en wist daarmee volgens de jury goed de tijdsgeest te vatten. Daarnaast werd ze geprezen om het plezier dat ze uitstraalt. Dekker vertelde ons op de rode loper dat we haar derde single ‘Sugar Daddy’ eind maart al kunnen verwachten. Haar overige plannen voor komend jaar? Naar eigen zeggen: ‘Meters maken!’

Jan Smit laat zien dat hij bestaat

Bij de oeuvreprijs werd Jan Smit in het zonnetje gezet voor zijn bijdragen aan de Nederlandse muziekindustrie en de televisiewereld. Een ware vakman, die al voor zijn veertigste bijna dertig jaar in het vak zit. Er volgde een mooi optreden met een mash-up van verschillende hits van Smit en beelden uit zijn carrière. Het stuk werd wijs afgesloten met een verwijzing naar een quote uit zijn eigen hit ‘Leef Nu Het Kan’: ‘Laat zien dat je bestaat!’ – en dat doet Jan Smit nog steeds.

Overzicht van alle winnaars

In de overige categorieën vielen FLEMMING (Pop), MEAU (Nederlandstalig), Idaly (Soul/R&B/Funk) en Marco Schuitmaker (Hollands) in de prijzen, net als Pip Blom (Alternative) en Reinier Zonneveld (Dance). Al deze winnaars hebben samen een hoop mooie muziek voortgebracht en 8WEEKLY geeft jullie graag een overzicht van onze favorieten uit de gehele oeuvres van deze artiesten.

 

De Edisons zijn de meest vooraanstaande en oudste muziekprijzen van Nederland. Ze worden toegekend in drie genres: klassiek, jazz en pop. Maandagavond 4 maart draaide de uitreiking volledig om het popgenre. De bronzen beeldjes werden toegekend door een onafhankelijke vakjury, die per categorie drie genomineerden koos op basis van kwaliteit en artistieke waarde. Naast juryvoorzitter Daniel Dekker (DJ bij Radio 2) namen dit jaar Eric van Holland (senior editor Spotify Benelux), Vera Siemons (DJ bij 3FM), Martijn Biemans (DJ bij Qmusic), Anna Veenstra (programmeur Melkweg), Nils Brokerhof (Music Director 100% NL / SLAM!) en Randall Spann (Music Director FunX) plaats in de jury.

 

Overzicht Winnaars Edison Pop 2024

Album: Sef – Ik Zou Voor Veel Kunnen Sterven Maar Niet Voor Een Vlag | Dystinct – Layali | Anouk – Deena & Jim

Alternative: The Indien – Singles | Pip Blom – Bobbie | Wies – Alles Anders

Dance: Tiësto – Drive | Weval – Remember | Reinier Zonneveld – Heaven Is Mad (For You)

Hiphop: Kevin – Wonderland | Mula B – Narcopop | CHO – Knock Knock 4

Hollands: Marco Schuitmaker – Singles | Tino Martin – Dit Is Het Levenslied | Senna – Senna

Nederlandstalig: Acda & De Munnik – AEDM | Roxeanne Hazes – De Tijd Gaat Mooie Dingen Doen | MEAU – 22

Nieuwkomer: Roxy Dekker – Singles | Siggy & D1ns – Soldatenwerk | Hannah Mae – Singles

Pop: Duncan Laurence – Skyboy | Flemming – Singles | Son Mieux – Singles

Rock: Within Temptation – Bleed Out | De Staat – Red/Yellow/Blue | John Coffey – Four

Song: Suzan & Freek, Claude – Vas-y (Ga Maar) | Kevin ft. S10 – De Leven | Son Mieux – Tonight

Soul/R&B/Funk: Jeangu Macrooy – Summer Moon | Benny Sings – Young Hearts | Idaly – Betty

Oeuvre: Jan Smit

Theater / Voorstelling

Gezang, geknor en gehuil in een kleurrijk dierenbos

recensie: De 3 Biggetjes de musical

‘Ja vandaag is het de dag’. Na een eerdere, Vlaamse première in Gent, was het zaterdagmiddag 24 februari tijd voor de Nederlandse première van De 3 Biggetjes de musical. Het musicaldebuut van de huidige K3: Hanne, Marthe en Julia.

Na eerdere uitvoeringen in 2003 en 2007, is de musical De 3 Biggetjes weer terug in het theater. De musical vertelt een variant van het verhaal van het welbekende sprookje over de wolf en de drie biggen. De oude wolf Baltimoor (Peter Thyssen) kan het na al die jaren nog steeds niet verkroppen dat hij het huis van big Ganda (Nurlaila Karim) nooit omver heeft kunnen blazen. Hij hoopt dat zijn zonen, de stoere Willy (Michiel De Meyer), de slimme Waldo (Gio Kemper) en de domme, maar lieve, Wuppert (Louis Thyssen) wraak kunnen nemen door haar drie dochters Knirri (Marthe De Pillecyn), Knarri (Hanne Verbruggen) en Knorri (Julia Boschman) te vangen en op te eten. Dit gaat niet zonder obstakels, en dan komen er ook nog de nodige gevoelens om de hoek kijken.

Een inclusiever en feministischer dierenbos

Het verhaal is ten opzichte van eerdere uitvoeringen gemoderniseerd. Het snelst is dit te zien aan de speeltijd: die is flink ingekort. Het maakt de musical een stuk vlotter. Dit gaat gelukkig niet ten koste van de inhoud van het verhaal. Sterker nog: plotholes uit de oorspronkelijke versie (zoals: waarom gaat het wolvenalarm niet af door Wuppert?) worden vernuftig opgelost en verklaard. Verliefdheden komen niet meer uit de lucht vallen, maar worden opgebouwd. Daarbij is het dierenbos inclusiever geworden, zo staan er niet alleen maar heterokoppels tussen de dieren. Bovendien hebben de biggetjes nu zelf een grotere rol in hun eigen redding.

In een hipper jasje

De decors, kostuums en choreografieën zijn voor de oude fans van de musical zeer herkenbaar, maar deze zijn wel in een nieuw jasje gestoken. Het wolvenhol is wat bewoonbaarder gemaakt en de herberg van de drie biggetjes bevat meer grappige details om naar te speuren. De choreografieën, net als bij de voorgaande edities gemaakt door Martin Michel, zijn voor een groot deel gelijk gebleven met wat kleine aanpassingen hier en daar. Ook de muzikale arrangementen zijn soms net een beetje hipper gemaakt en enkele wat langdradige nummers zijn verwijderd. De emotionele ballade ‘Zonder Liefde’, die in de oorspronkelijke versie van de musical ietwat uit de lucht kwam vallen na de plotselinge dood van wolf Baltimoor, heeft nu een veel logischere plaatsing in het verhaal. De nieuwe versie van De 3 Biggetjes heeft dus op alle gebieden een update gehad voor de nieuwe generatie, maar blijft een feest der herkenning voor fans van het eerste uur.

Meer ruimte voor persoonlijkheid

Anders dan verwacht, biedt juist deze verkorte versie van de musical meer ruimte voor de personages om zich te ontwikkelen. Mama big Ganda en boze wolf Baltimoor blijven geen stereotypen, maar leren bij en passen hun meningen aan gedurende de show. Pluisje (Marie Verhulst) dient niet alleen als wolvenalarm, maar groeit uit tot vriendin van de biggen en de wolven. De enige personages waar we graag meer persoonlijkheden hadden gezien zijn de drie biggetjes zelf. De dames van K3 gaven in eerdere interviews (waaronder ons eigen interview)  aan dat ze de persoonlijkheden van de bigggen gingen ontdekken, en we zien zeker bij Knarri en Knorri enige uitvergrote eigenschappen (bijvoorbeeld bazig en overenthousiast zijn) terug. Dit valt  echter in het niet in vergelijking met de persoonlijkheden van de drie wolven Willy, Waldo en Wuppert.

In eerdere versies waren de eigenschappen van de wolven al duidelijk. Willy is de stoere en vindt alles ‘cool, cool, supercool!’, Waldo is slim en heeft overal een plan voor en Wuppert is lief, maar vooral erg dom. In de nieuwste versie komen deze eigenschappen duidelijker terug. Van Willy wordt niet alleen gezegd dat hij stoer is, maar we zien hem met enige regelmaat sporten. Van Waldo horen we niet alleen dat hij slim is, maar we zien hem ook boeken lezen. En Wuppert? In het origineel zagen we al veel van zijn onhandige acties, zowel in spraak als in spel en dat is geheel intact gebleven.

8WEEKLY mocht de drie acteurs van de wolven na de première interviewen, in dit gesprek vertellen zij ook dat ze van de regisseur (Tijl Dauwe) veel ruimte hebben gekregen. Thyssen vertelt dat ze samen in de coulissen veel lol hebben: ‘Sommige momenten in de voorstelling doen we elke keer net anders en dan is het altijd spannend hoe het deze keer gaat zijn.’ De nieuwe grappen van Wuppert zijn er niet allemaal van tevoren ingeschreven. Thyssen: ‘Als je aan het repeteren bent, dan gebeuren er soms dingen. Dan denk je, ik ga wat proberen. En als dat dan aanslaat bij de regisseur en bij de collega’s dan komen er wel nieuwe dingen in. Zo ontstaat dat dan.’ De cast draait drie shows op een dag, dat is een pittig schema. Zeker als je de sportieve wolf moet spelen en zogenaamd 500 push-ups moet doen. De Meyer is blij dat we dat hebben opgemerkt en vertelt: ‘Ook dat is er zo gedurende de shows bij gekomen. Dat stond niet in het script. Gio en ik staan best lang boven te wachten tijdens de scène dat Wuppert de biggen bevrijdt, dan gaan we wel eens dingen proberen. En als er dan gelachen wordt en de regisseur zegt: leuk jongens, houden. Tja, dan moet ik dus elke show 500 keer opdrukken.’

Musical voor jong en oud

De première van de 3 Biggetjes werd bezocht door vele verschillende generaties: jonge kinderen met hun ouders, jonge Millennials die zijn opgegroeid met deze musical, maar ook tieners die door de slimme social media inzet van K3 nog steeds stiekem fan zijn van het kinderpoptrio. Het was mooi om te zien hoe al deze mensen aan het juichen en swingen waren bij de bekende liedjes en gezamenlijk zwijmelden bij de romantische samenzang. De musical is dan ook een grote aanrader. Maar je bent gewaarschuwd: de liedjes gaan nog weken in je hoofd zitten!

Als je benieuwd bent wie er over twintig jaar net als Peter en Louis Thyssen als wolvenvader met -zoon op het podium wil staan, of als je gewoon het hele interview terug wil zien, kijk dan:

Theater / Voorstelling

Uitmuntende acteurs in een gedateerd stuk

recensie: Julie – ITA Ensemble

Hoe maak je van een stuk dat in 1888 pijnlijk actueel was een hedendaagse voorstelling? Dat is nog knap lastig, zo blijkt uit de wat ouderwetse Julie van ITA Ensemble. De gelauwerde Britse regisseur Rebecca Frecknall brengt bij het Amsterdamse gezelschap haar eigen bewerking van de klassieker van August Strindberg.

Julie is een mokkende, sarcastische kattenkop. Ter ere van haar 21e verjaardag is er een groot feest in de huiskamer, met housende vrienden. Maar de verwende Julie vindt er niks aan. Ze zoekt haar toevlucht in de keuken, bij de chauffeur en de keukenmeid. Maar ook daar is ze als poor little rich girl een buitenstaander.

‘Het gaat waarschijnlijk stormen, vannacht’, zegt chauffeur Jan. Er zit onheil in de lucht, dat is meteen aan het begin de voorstelling al overduidelijk. Opvallend is dat dat weerbericht een aantal keer wordt herhaald: het naderend ongeluk krijgt zo wel erg veel nadruk.

Kookeiland

Regisseur Frecknall verplaatst de negentiende-eeuwse Zweedse Freule Julie naar onze tijd. Frecknall maakt van de adellijke Julie een rijkeluiskind uit een getroebleerde familie. Knecht Jean wordt bij Frecknall privé-chauffeur Jan. Zijn verloofde Kristin wordt zijn 35-jarige echtgenote Christine, compleet met late kinderwens.

Plaats van handeling is een roestvrijstalen keuken met een groot kookeiland met aan weerszijden een rij deuren, waarachter onder andere koelkasten schuilgaan (scenografie Chloe Lamford).
De plot als zodanig blijft overeind. Jan draait om het rijke meisje heen, zijn Christine ziet haar toekomst in gevaar gebracht en probeert het onheil af te wenden.

Ouderwets

Maar het stuk voelt onvermijdelijk ouderwets aan. In het oorspronkelijke stuk zijn thema’s dominant zoals klassenverschillen; de machtsverhouding en onoverbrugbare kloof tussen man en vrouw; het onvervulde verlangen hogerop te komen; en de seksuele lust die een mens te gronde kan richten.

Symboliek

foto: Fabian Calis

Om de traditionele thema’s van Strindberg te verbeelden, legt Frecknall de symboliek er wel erg dik bovenop. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Christine (Hannah Hoekstra) loopt in een verwassen rood hemdje met daaroverheen een rood vest dat steeds afzakt op de schouders: de liefde (rood) is nogal sleets geraakt. Jan (Minne Koole) draagt aanvankelijk een wit hemd en zwarte broek, maar wanneer hij zijn witte onschuld gaat verliezen, loopt hij in het zwart van de dader, de duivel. Rijkeluiskind Julie draagt een gouden glitterjurkje, dat voortdurend reflecteert tegen de roestvrijstalen wanden van de keuken (kostuums: An D’Huys).

Wanneer Julie dominant is, staat zij bovenop het kookeiland, met Jan op de grond: die moet tegen haar opkijken. Als de machtsverhoudingen omdraaien, staat hij hoog en zij laag, en kijkt zij tegen hem op.
Champagne en bier spuiten uit flessen, als symbool van geilheid en als voorbode van de seks die in het verschiet ligt. En zo gebruikt Frecknall nog een stel opvallende cliché’s. Niet erg subtiel.

Beste acteurs

Frecknall heeft met Eefke Paddenburg (Julie), Minne Koole (Jan) en Hannah Hoekstra (Christine) de beschikking over drie van de beste acteurs die Nederland in deze generatie te bieden heeft. Toch wil deze voorstelling niet gaan ‘vliegen’. Komt dat nou doordat de Britse regisseur geen Nederlands verstaat, waardoor de noodzakelijke nuanceverschillen in de teksten onvoldoende uit de verf komen? Waardoor accenten niet worden gelegd, of aan de oppervlakte blijven?

Onvermijdelijk

Frecknall laat Paddenburg de verwende Julie vooral eendimensionaal spelen. Julie is een kattenkop die het hoog in de bol heeft, er zijn nauwelijks momenten waarop ze empathie oproept.

Minne Kool mag pas na verloop van tijd diepgang in zijn personage brengen, wanneer chauffeur Jan eerst zijn lusten mag botvieren en vervolgens een kans ruikt zijn sociale status te overstijgen.

Het sterkst is Hannah Hoekstra als de wijze Christine, die al zó lang rondloopt in het huis, dat ze de onvermijdelijkheid van haar lot inziet. Hoekstra laat Christine stapje voor stapje het pad dat haar bekend is verlaten, tot ze ontploft in boosheid en verdriet om wat haar afgenomen dreigt te worden.

Neerbuigend

Het lastigste is dat je je niet kunt voorstellen dat een particuliere werkgever vandaag de dag zo ostentatief neerbuigend doet tegen het personeel. Misschien is dit stuk uit 1888 uiteindelijk toch gewoon gedateerd, zelfs al heeft Frecknall Fröken Julie geactualiseerd, met mobiele telefoons en een feest met dreunende house. Een knipmessende chauffeur die 24/7 klaarstaat voor de baas is niet meer van deze tijd; net zo min als een dito keukenmeid; of Downtown Abbey-achtige meester-knechtverhoudingen.

Julie is daarmee een nogal ouderwetse voorstelling in een gepimpt jasje, gespeeld door drie uitmuntende acteurs. Een vreemd onevenwichtig eindresultaat.

 

Naar: August Strindberg
Bewerking en regie: Rebecca Frecknall
Vertaling en dramaturgie: Anna Sijbrands
Spel: Eefke Paddenburg, Minne Koole, Hannah Hoekstra
Scenografie: Chloe Lamford
Kostuums: An D’Huys
Lichtontwerp: Jack Knowles
Muziek: George Dennis
Fotografie: Fabian Calis

Film / Films

Een feest van herkenning in een eigentijdse film

recensie: Mean Girls
Mean Girls Paramount PicturesFilmdepot, Paramount Pictures

De iconische productie Mean Girls verschijnt na twintig jaar weer op het witte doek, maar dan in een nieuw jasje. Deze vertolking is een combinatie tussen de Broadway musical en de film uit 2004. Wordt ook dit weer een klassieker of zingt deze film een toontje lager?

De nieuwe versie van Mean Girls zingt, danst en dompelt de kijker weer helemaal onder in de Amerikaanse high-school-ervaring zoals we die kennen, maar voegt hier een eigentijds randje aan toe. Met de versie uit 2004 als referentiekader is het lastig om verwachtingen te overtreffen, maar ondanks dat weet de film nog steeds te verrassen.

Voor herhaling vatbaar?

Aan het verhaal is niet zo veel veranderd, maar met een geheel nieuwe cast wordt het toch nieuw leven ingeblazen. Angourie Rice is de perfecte keuze voor de onschuldige, naïeve Cady Heron, die na haar vertrek uit Afrika terechtkomt in de jungle van de typische Amerikaanse middelbare school. Haar nieuwe vrienden Janice (Auli’i Cravalho) en Damian (Jaquel Spivey) maken haar al snel duidelijk dat er op de middelbare school net zo’n hiërarchie heerst als in het Afrikaanse dierenrijk. Cady belandt in het hol van de leeuw wanneer ze wordt uitgenodigd om met de ‘Plastics’ te lunchen: de drie populairste meiden van de school. Regina George (Reneé Rapp) heeft hier de touwtjes in handen. Rapp portretteert een uitgesproken en intrigerende Regina, wiens zelfvertrouwen meteen fascineert. Ze is iemand waar je toe wordt aangetrokken, ook al is ze de ultieme mean girl. Met behulp van Janice en Damian probeert Cady deze prom queen van haar troon te stoten, maar komt daar niet zonder kleerscheuren af.

Een moderne twist

Janice en Damian treden meer naar de voorgrond wanneer zij met het eerste liedje hun rol als vertellers innemen. Door af en toe recht in de camera te kijken, betrekken ze de kijker bij het verhaal. Hierdoor voelen alle gebeurtenissen dichterbij en krijgt het publiek een plekje in de film, die nog duidelijker wordt wanneer de identiteit van de mysterieuze Glen Coco wordt onthuld. De vertellers nemen je mee door de middelbare schoolstructuur die in twintig jaar enorm is veranderd. Dit komt door het platform dat de lijn tussen populair zijn en gecanceld worden enorm dun maakt: sociale media.

De nieuwe film omarmt sociale media als vertelinstrument. Terwijl Regina haar ‘Burn Book’ in 2004 met kopietjes door de school verspreidde, plant de moderne Regina het boek simpelweg in de school en laat de mobieltjes van haar klasgenoten de rest van het werk doen. De meningen van die klasgenoten worden via sociale media in beeld gebracht en hebben direct invloed op de status van Regina en Cady wanneer ze de strijd om populariteit aangaan.

Uit volle borst

Een aantal scenes uit het origineel hebben plaatsgemaakt voor liedjes die niet heel catchy zijn, maar wel zo gek zijn dat ze grappig worden. Een liedje starten met het vertellen van je naam? Het gebeurt in deze film. Ook bevatten ze grapjes die alleen werken met het publiek van nu in gedachten. Zo zingt Damian een geweldige versie van een titelsong van een bekende Nickelodeon serie. Andere nummers voorzien de kijker van een vluchtig kijkje in de gedachtegang van de Plastics. In ‘Someone Gets Hurt’ toont Regina haar gevoelens en ‘What’s Wrong With Me?’ geeft inzicht in de vriendschap tussen Gretchen (Bebe Wood) en Regina.

Dit is inderdaad ‘Not your mother’s Mean Girls’, zoals de trailer suggereert. In plaats daarvan is het een eigentijdse, over-de-top, speelse musical die op de juiste momenten de grenzen opzoekt en het verhaal op een frisse manier in beeld brengt. De film is verre van perfect, maar neemt zichzelf niet zo serieus. Dit is precies wat de vorige versie ook deed en dat blijft heerlijk om naar te kijken.

Film / Serie

Levenslessen in een nieuw (lab)jasje

recensie: Lessons in Chemistry

Wat hebben koken en scheikunde met elkaar te maken? In Lessons in Chemistry laat Elizabeth Zott (Brie Larson) zien dat ze onlosmakelijk verbonden zijn. Met haar show brengt ze scheikunde naar de keukens van iedere Amerikaanse huisvrouw. Maar de serie neemt ook een kijkje achter de schermen, in het laboratorium van haar leven.

Lessons in Chemistry is een achtdelige serie gebaseerd op het gelijknamige boek van Bonnie Garmus. Elizabeth Zott is een eigenzinnige en slimme vrouw die niet bang is om groot te denken, maar wordt tegengehouden in haar ambities door de bekrompen tijdgeest van de jaren vijftig. Het is haar droom om scheikundige te worden. Helaas mag ze naast het koffie zetten weinig betekenen in het lab.

Koppige karakters

Dat betekent niet dat ze bij de pakken neerzit: wanneer Zott haar eigen kookshow Supper at Six krijgt, zet ze die volledig naar haar hand. Brie Larson portretteert het eigenaardige karakter van Zott en weet bij de kijker al vragen op te roepen zo gauw het liedje Wham (Re Bop Boom Bam) de serie inleidt. Die vragen worden in de loop van het seizoen beantwoord wanneer de kijker mee wordt genomen in het verleden waar haar soms wat robotachtige karaktertrekjes naar terug te leiden zijn.

Terwijl Elizabeth hard werkt om haar droom te verwezenlijken, meandert het verhaal ook door de levens om haar heen. Haar pad kruist met dat van scheikundige Calvin Evans (Lewis Pullman), die net als zij een buitenbeentje is in het lab waar ze werken. Samen weten ze meer te bereiken dan gescheiden en na jaren alleen zwoegen, leren ze het leven van een andere kant kennen. Ook Calvins buurvrouw, Harriet Sloane (Aja Naomi King), zien we vechten tegen de vooroordelen van haar tijd. Zij zet haar juridische expertise in om de voornamelijk zwarte buurt waarin ze wonen, te redden van de bouw van een nieuwe snelweg.

Formule tot succes

Scheikunde is de wetenschap die de samenstelling, de structuur en eigenschappen van substanties onderzoekt, en de transformaties die ze ondergaan. Dit lijkt een omschrijving van de serie, die een veelzijdigheid aan thema’s en personages aan bod laat komen, allemaal met hun eigen transformaties. Beladen onderwerpen zoals omgaan met rouw, ongelijkheid, anders zijn en ongewenste intimiteit passeren de revue. Elk van de acht afleveringen weet daarmee een eigen gevoel te creëren, dat wordt versterkt door de verandering in perspectieven. Zelfs de hond, Six-Thirty (vernoemd naar het tijdstip dat hij Elizabeth elke ochtend wekt), heeft een interessant achtergrondverhaal. Toch staat alles in verbinding met elkaar, met Elizabeth als emulgerend element.

Zowel de tragische gebeurtenissen als de opbeurende momenten worden op een smaakvolle manier getoond en vullen de locaties met betekenis. Calvins huis, het meer, het laboratorium, de studio. Ze maken allemaal deel uit van een soort gezamenlijke herinnering die de kijker deelt met de personages, wat nog eens wordt versterkt door de dromerige filter.

Lessen voor het leven

In plaats van alles (scheikundig) te distilleren tot aparte elementen, vertelt deze serie ons wat over het totaalplaatje. De hoogte- en dieptepunten van het leven en het weefsel dat iedereen met elkaar in verbinding brengt, worden op een afwisselend melancholische en nostalgische manier in beeld gebracht. Lessons in Chemistry is daarmee eigenlijk een les over het leven.

In acht meeslepende afleveringen neemt Lessons in Chemistry de kijker niet alleen mee naar de jaren vijftig, maar dompelt je onder in de sfeer, de tegenslagen en de uiteenlopende karakters wiens levens met elkaar worden verweven. De scheikundige lessen vormen een metafoor voor het leven en deze Apple TV+-serie weet daarmee een chemische reactie te veroorzaken die je niet snel los zal laten.

Hans op de Beeck, The Horseman, 2020. Foto: Mike Bink
Kunst / Expo binnenland

Voorbij de realiteit

recensie: 4 Rijkscollecties & Hans Op de Beeck - Kunsthal KAdE
Hans op de Beeck, The Horseman, 2020. Foto: Mike Bink

In Kunsthal KAdE nodigt Hans Op de Beeck de kijker uit voor een moment van reflectie, te midden van zijn monochroom grijze sculpturen en kunstwerken en objecten uit vier museale collecties. De Belgische kunstenaar mocht voor het samenstellen van de tentoonstelling ‘shoppen’ in het enorme depot van het CollectieCentrum Nederland waar werken van het Nederlands Openluchtmuseum, Paleis Het Loo, het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn ondergebracht.

Hans Op de Beeck (Turnhout, 1969) geniet bekendheid om zijn installaties, sculpturen, films, tekeningen, schilderijen, foto’s en teksten. Zijn werk is een reflectie op onze complexe samenleving en universele vragen rondom levensloop en sterfelijkheid die daarin resoneren. De monochrome grijze sculpturen die hij maakt zijn heel realistisch, maar de Belgische kunstenaar wil de bezoeker vooral prikkelen om vrij te associëren en op zoek te gaan naar de essentie die achter de realiteit schuilgaat. Wat gebeurt er wanneer zijn verstilde figuren en stillevens worden samengebracht met diverse en veelal kleurrijke depotstukken uit vier museale collecties?

Vertrekpunt

De opstelling Reizigers toont dat de reis belangrijker is dan de aankomst; zolang je onderweg bent, blijven mogelijkheden open. Op de Beecks beeld van een nomadische ruiter te paard, The Horseman, staat model voor een mens die ‘nieuwsgierig en leergierig, ontdekkend en dynamisch’ is. Aan het zadel hangen mysterieuze objecten, verzameld tijdens de reis. Klokken, schilderijen en andere museale objecten omringen het beeld, elk met een ander verhaal. Zo is er bijvoorbeeld een portret van Wilhelmina van Pruisen met haar zoon Frederik te zien, afkomstig uit het depot van Paleis Het Loo. Het is in 1790 geschilderd door Tethart, in een periode van politieke instabiliteit waarin de vorstin zich met staatszaken moest bemoeien. Daadkrachtig zit ze wijdbeens te paard, haar blik op de horizon gericht.

Verbinding

De kunstenaar belicht in elke volgende ruimte met woord en beeld een ander existentieel thema, zoals kinderlijke onschuld, vanitas, de zee en de wonderkamer. In de zevende zaal combineert Op de Beeck tien van zijn beelden van mensen met figuur-sculpturen uit de rijkscollecties. Zijn eigen werk komt in deze grijze setting mooier tot zijn recht dan in voorgaande ruimtes waar belichting en aankleding soms wat van de magie wegnemen. Sculpturen van de middeleeuwen tot het heden sporen de kijker aan te ontdekken wat ons als mens verbindt. Zo is daar verwondering en spel, maar ook meditatie, compassie en sereniteit.

Feest!

Hans Op de Beeck, Dancer, 2019

Hans Op de Beeck, Dancer, 2019, met werken uit CollectieCentrum Nederland. Foto: Mike Bink

Met de opstelling Feest viert Op de Beeck het roesmoment waarop we even alles kunnen vergeten. Een ivoren beeldje van een dansende harlekijn met castagnetten uit 1700-1725 is een feest om naar te kijken. Nog zo’n pareltje is de vrolijke speelman met viool en roemer van de Leidse fijnschilder Ary de Vois uit 1660-1680. Aan zijn neus is te zien dat het feest al even gaande is. Een video projecteert een intieme familiebarbecue op een dak in een sloppenwijk in Buenos Aires. Dankzij deze film van Hans Op de Beeck gingen de wijkbewoners voor het eerst naar een museum in hun eigen stad. Dat de leegte na een feest ontnuchterend melancholiek kan zijn, toont zijn Braziliaanse carnavalsdanseres met verentooi. Ze rookt een sigaret in een klassieke Chesterfield-fauteuil. Haar afwezige blik roept vragen op: zit ze weg te dromen of is er meer aan de hand?

Hans Op de Beeck, Dance Macabre, 2021, met werken uit CollectieCentrum Nederland. Foto: Mike Bink

Reflectie

Confronterend is Danse Macabre, een levensgrote carrousel vol grijnzende skeletten en andere vanitas elementen in de laatste zaal. Deze draaimolen is echter ook bedoeld om helend te werken, zo schrijft de kunstenaar in zijn zaaltekst en hij geeft mee: ‘In de onmetelijkheid van het heelal en de oneindigheid van de tijd, is een mensenleven ondraaglijk licht. Maar dat besef kan ook net het gewicht van de wereld relativeren.’ Tekeningen en schilderijen rondom dood en rouw markeren het eindpunt van de tentoonstelling die met succes uitdaagt om verder te kijken dan de realiteit. Niet getreurd, er is nog een los te bezoeken ‘belevings-installatie’ in de Elleboogkerk in Amersfoort. Met een winters waterlandschap en een horizon nodigt Hans Op de Beeck je uit om in stilte een tijdloos moment van reflectie en kalmte te vinden.