Boeken / Achtergrond
special: Winternachten 2009: slotavond en terugblik

Migrantenliteratuur meer het thema dan ‘Fake’

Een echte festivalsfeer was er op de drukbezochte laatste avond van Winternachten 2009 in Den Haag. Er was een breed aanbod aan optredens en interviews in de verschillende zalen, de temperatuur liep op tot tropische waarden. In de foyer heerste een grote drukte; publiek, schrijvers en andere genodigden wurmden zich langs elkaar heen op weg naar de bar of een volgend programmaonderdeel. En kunstacademiestudenten voerden ontregelende prikacties uit, zoals het presenteren van nepgebakjes in de pauze.

‘Fake’ was dit jaar dan ook het thema van het festival. Een invalshoek waar de Nederlandse schrijver Kees ’t Hart, die in zijn werk een zekere kunstmatigheid cultiveert, een totaal andere invulling aan gaf dan de Turkse schrijfster Perihan Magden, die schrijft vanuit een grote maatschappelijke woede. Winternachten stelt als haar taak om ‘een netwerk te ontwikkelen van schrijvers uit Nederland en niet-westerse landen’. Een mooi doel, jammer dat in de praktijk internationale literatuur in veel gevallen migrantenliteratuur betekent. Hoofdgast Nuruddin Farah, maar ook anderen zoals Rachida Lamrabet, Ahmed Essadki en Ilija Trojanow, zijn allemaal schrijvers die hun geboorteland al of niet gedwongen verlaten hebben. Identiteit, ontheemding, verlangen naar het thuisland zijn veel voorkomende thema’s. Voor lang niet alle schrijvers was het thema ‘Fake’ de meest geschikte benaderingswijze.

Berbers

In het onderdeel ‘Taal van mijn Hart’ bespraken drie schrijvers die het Berbers als moedertaal hebben de betekenis van die taal voor hen. Ahmed Essadki hanteert in zijn werk bewust het Berbers in een poging die taal in leven te houden. Weliswaar wordt het Berbers onder meer in Marokko, Algerije en Libië gesproken, maar nergens is het de lingua franca. De Vlaamse Rachida Lamrabet (1970, winnares de BNG nieuwe literatuurprijs 2009) was drie toen ze naar België verhuisde. Maar, legt ze uit: ‘Het Berbers is de taal waarin ik ben opgevoed en het is de taal waarin de culturele overdracht heeft plaatsgevonden.’

Ilija Trojanow

Ilija Trojanow

Identiteit speelde een rol in het gesprek tussen Nuruddin Farah en Ilija Trojanow. Trojanow, van Bulgaarse afkomst, speelt zowel in zijn werk als in zijn eigen leven, graag met verschillende identiteiten. ‘Wie bent u?’ vroeg gespreksleider Michaël Zeeman hem dan ook botweg. Trojanow verklaarde een grote hekel aan die vraag te hebben en antwoordde dan ook een enigszins mystificerend. Wel werd duidelijk dat hij het idee van identiteit in zijn werk volstrekt anders benadert dan Farah. Farah onderzoekt wat het betekent om de ene cultuur te verlaten en toe te treden tot een andere. Trojanow laat moedwillig vragen bestaan omtrent zijn identiteit en heeft laten zien dat hij daarin kan variëren. Zo heeft hij zich al dan niet serieus tot de islam bekeerd.

Aanraders


Het gesprek tussen Farah en Nuruddin zou volgens het programma gaan over hun houding ten opzichte van de islam, maar in de uitwerking ging het gesprek voor een groot deel over hun schrijverschap. Het viel op bij meer programmaonderdelen dat het aangekondigde thema maar zijdelings of helemaal niet aan bod kwam. In elk onderdeel lazen de auteurs voor uit hun werk en daarna bleef er maar weinig tijd over. En Michaël Zeeman deed geen poging om de gasten in de richting van het afgesproken onderwerp te sturen. Zeeman was overigens wel een van de betere gespreksleiders; erudiet en goed bekend met het werk van zijn gasten. Dat gold helaas niet voor zijn collega’s, van wie bovendien de beheersing van de Engelse taal soms nogal provinciaal afstak tegen de kosmopolitische context van het festival.

Nuruddin Farah

Nuruddin Farah

Tot slot: welke schrijvers wekten op basis van hun optreden nieuwsgierigheid naar hun werk? Een onvolledige keuze: Rachida Lamrabet, op basis van een schitterend fragment dat ze voorlas uit haar roman Vrouwland. Ilija Trojanow vanwege de speelsheid waarmee hij de literatuur benadert. El-Mahdi Acherchour, Algerijnse Berber, vanwege zijn ongepolijste, maar authentieke optreden dat een grote urgentie verried. Perihan Magden, vanwege haar enorme drang om – tegen de stroom van het moderne Turkije in – te blijven schrijven. En wie viel tegen? Nuruddin Farah, die in zijn openingstoespraak een onevenwichtige blik op de wereld toonde en in vraaggesprekken niet eenmaal een inspirerend of intrigerend antwoord gaf.

Boeken / Kunstboek

Het onzichtbare gefotografeerd

recensie: Beyond Photography

.

Fotografen in Nederland en Dutch Eyes is op 10 december 2008 het eerste exemplaar van Beyond Photography overhandigd in FOAM. Anders dan bij de twee voorgaande titels is het thema van Beyond Photography precies dat wat de titel zegt, fotografie die verder gaat dan fotografie: de verbeeldende fotografie. Van geënsceneerde portretten en droomachtige beelden tot aan fotografische collages en volledig digitaal bewerkte kunstwerken. Beyond Photography besteedt juist aandacht aan de stroming die volgens sommigen veelal genegeerd wordt. Het boek is een verzameling van verbeeldende foto’s, afkomstig uit Nederland en België, gemaakt in de afgelopen dertig jaar.

Nederland is van oudsher een liefhebber van documentairefotografie. Dat is geen nieuws: Nederlandse documentairefotografen zijn zeer goed vertegenwoordigd in binnen- en buitenland. De in 2007 verschenen geschiedschrijving van de Nederlandse fotografie Dutch Eyes behandelt (van de moderne fotografie) dan ook voornamelijk de fotografen binnen het documentairekader. Gezegd werd dat er in Dutch Eyes voorbij werd gegaan aan het bestaan van de verbeeldende fotografie. Menig fotograaf en andere geïnteresseerden of belanghebbenden werden tegen het hoofd gestoten. Er ontstond een levendige discussie over de verschillende stromingen binnen de Nederlandse fotografie en de vertegenwoordiging van de verbeeldende fotografie.

Overzichtelijk en onderzoekend

Melanie Bonajo, Furniture Bondage 03 (from the series The Soul of Things), 2007

Melanie Bonajo, Furniture Bondage 03 (from the series The Soul of Things), 2007

Mede als reactie op deze discussie werd het idee gevormd een ‘eigen’ overzicht te maken. Het resultaat is het 280 pagina’s dikke Engelstalige Beyond Photography. Het initiatief kwam van fotograaf Ruud van Empel en Uitgeverij Voetnoot. Het boek toont een selectie van Nederlandse en Belgische kunstenaars en hun verbeeldende fotografische werken vanaf de jaren tachtig tot nu. Naast de vertegenwoordiging in tekst en beeld van 42 kunstenaars zijn in het boek ook essays opgenomen van Maartje van den Heuvel, Lotte Menkman, Eric Min en Rommert Boonstra.

Het boek begint met de vier essays. Voor de lezer die meer wil dan een mooi tafelboek zijn deze teksten zeker de moeite waard. Elke tekst behandelt op een andere manier het thema ‘beyond photography’ en tezamen geven zij een goed beeld van het karakter, de geschiedenis en de plaats van de (verbeeldende) fotografie in Nederland en België. Het blijven echter persoonlijke visies, maar misschien maakt dat juist deze essays interessant. Rommert Boonstra, zelf fotograaf en ook als kunstenaar vertegenwoordigd in het boek, beschrijft bijvoorbeeld zijn liefde voor de verbeeldende fotografie en behandelt tevens de kritiek jegens deze stroming.

Rommert Boonstra, Loosing My Wings, 1988

Rommert Boonstra, Loosing My Wings, 1988

Boonstra (1942) kan een pionier genoemd worden van de Nederlandse verbeeldende fotografie. Hij behoort tot de ‘oude garde’ autonome fotografen, in één adem te noemen met Teun Hocks, Ruud van Empel en Christian Carez. Zij komen alle vier aan bod in Beyond Photography. De jongste fotograaf in het boek is de Nederlandse Melanie Bonajo (1978) en wordt door Maartje van den Heuvel het moderne voorbeeld genoemd van de verbeeldende fotografie. Haar werk speelt sterk met het narratief, evenals het werk van Hocks en bijvoorbeeld de autodidact Hendrik Kerstens.

(Sur)realisme
Fotografie heeft twee kenmerken die steeds weer in geschriften over dit medium naar voren komen: haar verbintenis met de realiteit door haar ‘waarheidsgetrouwe’ weergave van de wereld, en haar relatie met tijd. Lotte Menkman beschrijft in haar essay ‘The True Mystery of the World is the Visible, not the Unvisible: on the Pioneers of Today’s Dutch Creative Photography’ dat juist de realiteitswaarde van de fotografie interessant is voor het onderzoeken van feit en fictie, wat wel en niet zichtbaar is. Het fotografische beeld kan, door de intentie van de kunstenaar en de interpretatie door de toeschouwer, dicht bij de realiteit komen, maar deze ook binnenstebuiten keren. De gepresenteerde fotografen tonen allen een totaal eigen stijl en sfeer, maar werken duidelijk met de mogelijkheden van de fotografie om hun ‘verbeelding’ weer te geven. Dit kan een spel zijn met tijd, licht, kader en sequentie, maar ook met de verschillende mogelijkheden met de analoge en/of digitale afdruk. De fotografie van Hellen van Meene, Arno Nollen en Carla van de Puttelaar werkt subtiel vervreemdend, maar zij hebben nog een sterk verband met de werkelijkheid. De collagefoto’s van Paul Overdijk en Oscar Voch neigen al meer naar het surreële. Zo ook de digitale foto’s van bijvoorbeeld Micha Klein: deze beelden hebben weinig tot geen relatie  met de oorspronkelijke fotografische ‘werkelijkheid’.

Ruud van Empel, Untitled #1, 2004

Ruud van Empel, Untitled #1, 2004

‘Anyone who remaines too attached to reality becomes a copying machine’, schrijft Boonstra in zijn essay ‘Staged Photography in the Netherlands in the Eighties’. In de verbeeldende fotografie wordt de camera gebruikt om juist datgene weer te geven dat niet zichtbaar is: gedachten, gevoelens, ideeën. De grenzen van de fotografie worden opgezocht en verlegd, het resultaat zijn beelden die verder rijken dan het puur fotografische. Beyond Photography slaagt in het representeren van de Nederlandse en Belgische verbeeldende fotografie: niet alleen door haar diversiteit qua beelden, maar ook in het aan bod laten komen van oude en relatief nieuwe vertolkers. Net als elk overzicht kan de lezer enkele namen missen, zoals Paul en Menno de Nooijer of Inez van Lamsweerde, dat is de tol die elke samensteller van een overzicht moet betalen. Desondanks is Beyond Photography een zeer bijzonder boek voor iedereen die geïnteresseerd is in fotografie en kunst, en een absolute aanvulling op de al bestaande fotografie-overzichten.

Boeken / Achtergrond
special: Winternachten 2009: de Turkse literatuur

Levensgevaarlijk straatrumoer

.

Gunduz Vassaf

Gunduz Vassaf

Het is een minder overzichtelijk onderwerp dan vermoed. Het Turks wordt niet alleen in Turkije gesproken en bovendien komen er in het land meerdere talen voor. Het wordt weerspiegeld in de levensverhalen van de vijf genodigde schrijvers en dichters. Kamran Nazarli (1958) is geboren in Azerbeidjan toen dat nog deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Inmiddels is het onafhankelijk. Nazirli schrijft in het Aziri, een taal die nauw verwant is aan het Turks. De dichteres Nese Yasin (1959) is geboren op het Turkse deel van Cyprus, maar als politiek statement is ze verhuisd naar het Griekse deel ervan. De dichter Selim Temo (1972) is wel in Turkije geboren, maar in het Koerdische deel ervan. Hij schrijft in het Koerdisch en over de Koerdische literatuur. Dan zijn er nog aanwezig: Gündüz Vassaf (1946), die van de vijf de meeste internationale faam heeft verworven en tenslotte ook Perihan Magden (1960), een van de grootste criticasters van Turkije.

Hypocriete elite


Het is Magden die dan ook de grootste maatschappelijke betrokkenheid toont. Woede is wellicht een beter woord. Naast romans schrijft ze veelgelezen columns in de krant Radical. Daarin richt ze haar pijlen op de in haar ogen hypocriete politieke elite. Soms haalt ze zich problemen op de hals, bijvoorbeeld toen ze het opnam voor dienstweigeraars in haar land. Naast een proces-verbaal van de autoriteiten riep ze de volkswoede over zich af. Dat gebeurde ten tijde van de door overheid gesteunde hetze die in 2007 leidde tot de moord op Armeense journalist Hrant Dink. In haar laatste boek Who are we running from beschrijft ze de gevolgen die de gebeurtenissen voor haar en haar dochter hadden. Haar debuut is in het Nederlands vertaald onder de titel Moord op de boodschappenjongens, een door de pers positief ontvangen boek.

Een andere strijd wordt gevoerd door Nese Yasin. Ze schrijft onder meer activistische gedichten tegen de tweedeling van Cyprus. Dat is niet alleen een staatsrechtelijke strijd, met haar werk wil ze bijdragen aan het groeiend zelfbewustzijn van de Cypriotisch-Turkse literatuur, die een andere atmosfeer ademt dan de hoofdstroming in de Turkse letteren. De Koerdische dichter en literator Selim Temo breekt een lans voor de Koerdische taal en literatuur. Hij leest een fragment voor uit het voorwoord van zijn tweedelige bloemlezing van de Koerdische poëzie. Daarin betoogt hij dat het Koerdisch niet een uitsluitend orale traditie kent, maar wel degelijk ook een schriftelijke en dat er een directe lijn bestaat van de klassiek Koerdische poëzie naar de moderne.

Kinderen

In de fragmenten die de auteurs uit hun eigen werk lezen, klinkt helder de maatschappelijke context door: corruptie, de grote rol van het militaire apparaat, de problemen van arme bevolkingsgroepen om door te dringen tot goed onderwijs. Opvallend vaak wordt het kindperspectief gebruikt, zoals in het korte verhaal van Nazirli. Een jongetje is heel goed op school, maar leert al vroeg dat intelligentie en ijver niet de middelen zijn om hogerop te komen in het moderne Turkije. Veel beter is het om eerst een bekende filmster of zanger te worden. Hij besluit dan ook om zich voortaan zo dom mogelijk voor te doen, wat zijn vader tot wanhoop drijft.

In Nederland wordt de literatuur nog maar sporadisch ingezet voor emancipatorische of activistische doeleinden. Dat het elders die functie nog wel degelijk heeft, maken deze vijf Turkse schrijvers ondubbelzinnig duidelijk. Aan het eind van de middag is duidelijk geworden dat de Turkse literatuur uit veel meer bestaat dan alleen Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk. Het heeft de nieuwsgierigheid gewekt naar het licht satirische werk van Kamran Nazirli, doet hopen op een vertaling van Gündüz Vassaf, die in zijn werk ingaat op thema’s als migratie en het falen van het mondiale kapitalisme en tegelijkertijd een fantasiewereld creëert met soms sciencefictionachtige trekjes. En je wil kennismaken met de in zwavelzuur gedrenkte pen van Perihan Magden. Schrijven met gevaar voor eigen leven; het bestaat anno 2009 nog en dichterbij dan we geneigd zijn te denken.

Theater / Voorstelling

Verliefde sukkel bedenkt de perfecte moord

recensie: NT Gent - Instinct

Midden op het podium staat een bed. De man op het bed is buiten bewustzijn, naast hem staan zijn baas en een verpleegster. Bewusteloos of niet, de man op het bed babbelt er uitbundig op los. De pratende bewusteloze is Walter Ness, verzekeringenverkoper. Hij vertelt hoe het zover heeft kunnen komen dat hij met een schotwond in het ziekenhuis ligt.

Platform (2006) van regisseur Johan Simons begon in het donker-voor-aanvang met een ontstellende klap, waarmee een bak puin uit het toneelhuis op het podium neerstortte. Het hele publiek was toen direct bij de les. Simons laat Instinct openen met een soortgelijke schreeuw om aandacht: een keiharde knal in het donker, die bij nader inzien een pistoolschot blijkt te zijn. Instinct van NT Gent is vanaf dat openingsbeeld een meeslepende flashback, een toneelstuk met de vaart van een film. Instinct is gebaseerd op Billy Wilders film Double Indemnity (1944), naar een waargebeurde moord in het Amerika van de jaren twintig.

Kijkdoos

~

Dat pistoolschot is het einde van een reeks gebeurtenissen. Die beginnen wanneer verzekeringenverkoper Walter Ness aanbelt bij een potentiele klant. Daarop verschijnt op het balkon een vrouw met een glinsterend kettinkje om haar enkel. Eén blik op dat kettinkje om het been van Phyllis, en Ness is verloren. Zijn instinct als verkoper laat hem in de steek, hij valt blind voor de vileine charme. Phyllis ziet in Ness een makkelijk te manipuleren sukkel die haar van haar echtgenoot kan verlossen, en haar in een moeite door kan verrijken met een miljoen aan verzekeringsgeld. Ness bedenkt voor haar de perfecte moord, inclusief voor beiden een waterdicht alibi.

Het is gek hoe een ouderwetse film zo hedendaags en meeslepend op toneel kan worden gebracht. Regisseur Johan Simons maakt er een soort duistere kijkdoos van waarin je aldoor nieuwe dieptes ontdekt, verscholen achter de poppetjes die voorop in het licht staan. Hij schakelt moeiteloos over van de ene vertelvorm naar de andere. Zo kan Ness (Pierre Bokma) tegelijkertijd een gesprek voeren met mensen van het verzekeringskantoor, en ondertussen in een filmische voice-over direct tegen het publiek uitleggen wat hij beoogt met zijn daden. De overgangen tussen de scenes worden gemarkeerd door koorzang, waarbij de acteurs a capella Amerikaanse liedjes ten gehore brengen waarin de krassende 78-toerenplaten doorklinken.

Slapstick

~

Het zwaarwichtige verhaal krijgt een luchtige, komische draai mee. Door die liedjes, maar ook door de acteerstijl. Veel scenes worden verlucht door een soort slapstickacteren. De baas van het verzekeringskantoor Norton, die zelf geen klap uitvoert maar anderen voor zich laat werken, zit langdurig met zijn handen doelloos in de lucht. De onwillige puberale stiefdochter van Phyllis glijdt ondersteboven van de bank af. Ze hangt, knielt, bungelt, maar zit of staat geen moment als een normaal mens. Als er een telefoon rinkelt, volgt een hele slapstick-scene met tien kantoortelefoons, omdat niet duidelijk is welke overgaat.

Zo volgen in Instinct de ingenieuze vondsten elkaar in hoog tempo op, zowel in beeld als in geluid. Pierre Bokma vormt in de rol van de gemanipuleerde sukkel Ness de rode draad van het verhaal. Elsie de Brauw is een naturel-valse Phyllis, die mannen en vrouwen om haar vinger windt. Wim Opbrouck als de collega van Ness is te slim om belazerd te kunnen worden, en hij voelt tegelijk mee met zijn misleide vriend Ness. Opvallend helder en scherp is Katja Herbers als de hangerige stiefdochter. Zij excelleert in het slapstick-acteren, waardoor de fragmenten waarin zij figureert een absurdistisch element krijgen. Regisseur Johan Simons is inmiddels veelvuldig aan het werk in Duitsland, waardoor er in onze contreien minder producties van hem te zien zijn. Dat is voorwaar een aderlating voor het Nederlandstalig toneel, want pistoolschoten zoals Instinct zullen we node missen. 

Instinct van NT Gent is te zien tot en met 8 april 2009.

Muziek / Achtergrond
special: 2. Vrijdag

EuroSonic/Noorderslag 2009

.

~

Ook de vrijdag van EuroSonic/Noorderslag is doorspekt met Zweeds en Belgisch vernuft. Het Belgische aspect is daarbij vanzelfsprekend maar het Zweedse juweeltje van de vrijdagavond niet. Wie nog nooit vrijwillig naar countrymuziek heeft geluisterd zou eens een oorsnoepje van The Tallest Man On Earth moeten proberen. Bij Kristian Matsson ervaren luisteraars plaatsvervangende trots: was het met een kosmische ingreep maar mogelijk om deze man in je familie te injecteren.

1. DONDERDAG | 2. VRIJDAG | 3. ZATERDAG

Girls in Hawaii

Girls in Hawaii

Eurosonic staat dit jaar volledig in teken van Belgische acts en het lijkt daarom passend om de avond te beginnen met de muzikale pleziertjes van Girls in Hawaii. Plezante kerels, de gebroeders Vancauwenberge en Wielemans. Het is acht uur en de Stedelijke Muziekschool stroomt langzaam vol, iets dat frontman Antoine pleziert: ‘last time we performed, there were five guests.’ Het zestal wordt wel in een zucht genoemd met Grandaddy en dEUS maar het verschil is groot genoeg om van nieuwigheid te kunnen spreken. De oren worden schoongeblazen met snoeiharde beats en afgespoeld met een golfje folk. Een kleine discussie over de verjaardag van een van de frontmannen mondt uit in het dwepende ‘Birthday Call’ maar wie van de twee nu jarig is blijft onduidelijk. Er wordt kundig van instrument gewisseld en de accordeon wordt zelfs even uit de kast gehaald bij het fraaie ‘Couples on TV’. Verfrissend en divers.

The Rakes zijn een mooi bijeengeraapt stel. Gitarist Matthew Swinnerton, die als twee druppels water lijkt op John Denver en zanger Alan Donohoe, die strak lijkt te staan van de pillen. Als het publiek klapt, dan doet Donohoe mee zover hij kan. De interactie beperkt zich tot de vraag of wij nog ‘sexual songs‘ willen horen maar is eigenlijk meer een verzoek van de man zelf. De bijna jodelachtige uithalen zijn amusant maar de kwaliteit van de zang laat te wensen over. Wanneer de broodmagere Donohoe ‘la-la-la‘ zingt, weet niemand of dit zo is bedoeld of dat hij zijn tekst kwijt is. De band speelt op routine en het geheel lijkt niet meer dan een onderbreking van hele andere activiteiten elders. Het lijkt alsof muziek maken de jongens vanavond weerhoudt van meer dringende zaken.

Brandmerk op de avond

A Brand

A Brand

A Brand heeft zichzelf behoorlijk strak op de markt gezet. Er is een duidelijke huisstijl en er zijn witte glimmende pakken. De muziek is goed maar de verpakking is een tikkeltje gelikt. Bij de opkomst van de heren en het dansje dat volgt lijkt het nog cheesy en dubbelzinnig maar zelfspot blijft uit. Het voelt een beetje raar allemaal. De fans staan vooraan, zingen alle teksten mee en juichen alsof er na twee jaar onthouding weer vlees in de koelkast zit. Een stempel drukken op deze afsluiters van de vrijdagavond is moeilijk. De witte pakken vallen op en daar is het vijftal zich goed van bewust. Net wanneer enkele toeschouwers hardop denken: ‘hadden De Toppers niet ook witte pakken?’ klinken de woorden ‘we gaan een mooi feestje bouwen’ uit de microfoon. Dit soort opmerkingen zijn volstrekt overbodig. De show, de glitterpakken, het dansje en de bombastische introductie genereren een vreemde bijsmaak.

De songs nemen soms bijna perfecte vormen aan, zoals bij het lekkere ‘Where’s Your Heart’, waar rond de eerste minuut Stones-achtige riffs te horen zijn. De gitaarpartijen zijn nu en dan majestueus en tijdloos maar steeds komt dat smaakje terug. Heel even lijkt het een bruiloftsband die een geoliede voorstelling opvoert. A Brand levert een steengoede show met stevige riffs en catchy ritmes. De bandleden hoeven zich niet te verkleden en zeker niet als Toppers. De heren winnen het op alle fronten van deze simpele volkszangers. Wat dit betreft is er slechts een stukje zelfoverwinning te behalen. En wie zichzelf overwint kan een stad innemen.

Ondanks het kleine euvel in De Spieghel was de vrijdag een prachtige Eurosonic-dag. Met als absolute hoogtepunt het tokkelende wonder uit Zweden. U leest een reportage van een countrymijdende recensent die dit weekend voor het eerst in zijn leven Nashville intypte in Google. En dat ligt niet eens in de buurt van Zweden.

 

 

 

Theater / Voorstelling

De toekomstmuziek van Big Brother wordt overstemd door de werkelijkheid van het privacydebat in onze samenleving

recensie: Toneelgroep Alaska - Safety First

.

Journalist Nikkel Wesselink, gespeeld door Rick Paul van Mulligen, vertrouwt het bedrijf niet en besluit een onderzoek naar hen in te stellen. Hij komt enkele malen langs om het gezin (vader, moeder, dochter en de tweelingbroers) te interviewen maar wordt intussen verliefd op dochter Alex, wat een onafhankelijk onderzoek danig in de weg komt te zitten.

Tussen kunst en kitsch

~

De firma Zwart wordt neergezet als een stinkend rijk gezin. Meubelstukken zijn van goud gemaakt, de vloer is van spiegelend glas en de familieleden gaan in chique bontjes en tijgerprintjes gekleed. Overdaad doorgeslagen naar kitsch. Er wordt bewust de draak gestoken met goede smaak. Door het stuk heen klinkt het geluidsontwerp van Ronald van Oosten. Dramatische plotwendingen en onthullingen worden hierdoor benadrukt met muziek. Het is een duidelijke verwijzing naar soapseries en is bedoeld om een komische noot aan het geheel te geven. Jammerlijk genoeg wordt hiermee de plank misgeslagen. De dramatische akkoorden die herhaaldelijk aan het einde van een beladen zin worden gespeeld leiden af en leggen een te grote nadruk op de tekst die al behoorlijk expliciet is.

Overtuigende dialogen, weinig spel

Nettie Blanken speelt de gehaaide en afstandelijke moeder van het gezin. Haar man, op ontwapende wijze gespeeld door Kees Hulst, probeert tevergeefs toenadering tot zijn vrouw te zoeken, die dit telkens afwimpelt en zich terugtrekt om ruzies en gesprekken via de beveiligingsapparatuur terug te luisteren. Dit alles wordt verteld door middel van een aantal scherpe dialogen. Beide acteurs zijn oude rotten in het vak en de tekst wordt overtuigend en soepel ten gehore gebracht. Er zit echter tijdens het hele stuk weinig dynamiek in het spel, veelal staan de acteurs stil, of zitten op het toneel, waardoor het opnieuw lijkt of we naar een tv-serie kijken, wat een tweedimensionaal effect teweeg brengt.

Actuele inhoud

~

Safety First haakt sterk in op de actualiteit. De vraagstukken rondom nationale en persoonlijke veiligheid worden op filosofische wijze belicht. Mevrouw Zwart benadrukt dat het soms beter is te betalen voor het gevoel van veiligheid, dan voor de daadwerkelijke veiligheid. Er worden nieuwe termen zoals ‘post-privacy tijdperk‘ ingebracht, toegespitst op de generatie die zichzelf compleet blootgeeft via netwerken zoals Hyves en Myspace. Tegelijkertijd wordt er verwezen naar het beschikbaar maken van persoonsgegevens. Willen we een nationale DNA-bank oprichten? Een slachtoffer van een misdrijf zal wellicht welwillender staan tegenover een gekoppelde database dan anderen.  

Op een gegeven moment wordt er zelfs een noodpakket ten tonele gebracht en helemaal uitgepakt. De reclameposters hiervoor zijn momenteel op elke straathoek te zien en ook hierdoor wordt het publiek eraan herinnerd hoe de maatschappij zelf bijdraagt aan de angst voor rampen en terrorisme. Het is een interessant thema en het had meer uitgediept mogen worden. Helaas wordt de focus halverwege verlegd naar intriges en liefdesaffaires en verliest het stuk zijn context.

Schipperen

Doordat het stuk een middenweg zoekt tussen enerzijds het met humor gepresenteerde familiedrama waarbij een echtpaar op schrijnende wijze van elkaar vervreemdt en anderzijds een maatschappijkritisch betoog, raakt het op een gegeven moment enigszins op een dwaalspoor. Er wordt geen conclusie geleverd. Er zijn allerlei vragen opgeworpen, die uiteindelijk niet worden beantwoord. De personages zelf maken amper een ontwikkeling door, waardoor het stuk als een klucht wordt beëindigd. De dialogen zijn behoorlijk humoristisch maar beklijven niet. Misschien is dit de bedoeling geweest van de regisseur, maar de materie die Safety First behelst, leent zich er voor om het stuk verder uit te diepen dan nu is gedaan.

Safety First is nog te zien tot en met 19 maart.

Theater / Voorstelling

Piraterij in een eigentijds jasje

recensie: Bos Theaterproducties - Schateiland

Een piraat is anno 2009 een arme Oost-Afrikaan die een paar kilometer van de kust met een machinegeweer een vrachtschip gijzelt. Dat past niet helemaal in ons romantische plaatje van een ruwe zeebonk, die de oceanen trotseert en voor niets en niemand bang is. In Schateiland wordt dit beeld in stand gehouden: piraten zijn wel slecht, maar ze weten ook zeker respect af te dwingen. En dat is toch eigenlijk hoe we ze het liefste zien.

~

De jeugdvoorstelling Schateiland is gebaseerd op Treasure Island, het boek van Robert Louis Stevenson uit 1883. Het speelt in de achttiende eeuw, waar de Engelse jongen Jim Hawkins, goed neergezet door Pim Wessels, toevalligerwijs een belangrijke schatkaart bemachtigt. Het is de kaart van de overleden kapitein Flint, die leidt naar Doodshoofdeiland. Jim gaat mee op de expeditie van baron Trelawney en dokter Livesey om de schat van de beruchte Flint te vinden, maar op het schip bevindt zich ook een aantal leden van Flints oude bemanning. Long John Silver (een onderhoudende rol van Nico de Vries), de scheepskok met een houten poot, is hun leider en blijkt al snel plannen te hebben tot muiterij. Hij wil de schat voor zichzelf hebben. Hij weet het vertrouwen te winnen van Jim maar verspeelt dit weer als ze eenmaal op het eiland zijn. Silver wil de schatkaart van hem hebben en blijkt bereid hem daarvoor te vermoorden. Jim ontmoet op het eiland echter Ben Gunn, ook een oude scheepsmaat van kapitein Flint die op het eiland is achtergebleven en die hem wil helpen. Wanneer Silver ook nog eens problemen krijgt met zijn eigen bemanning, zijn het uiteindelijk de vrienden van Jim die met behulp van Gunn de schat vinden. Silver geeft zich over en ziet een proces tegemoet, maar weet van het schip te ontsnappen om nooit meer terug te keren.

Eigentijds verhaal


~

Schateiland is talloze malen verfilmd en nu dus ook op het toneel gebracht. Nico de Vries en Bruun Kuijt hebben er een eigentijdse bewerking van gemaakt, die voor kinderen begrijpelijk is maar tegelijkertijd geen scheldwoorden schuwt. Het blijven per slot van rekening wel piraten. Met goede spanningsbogen en veel humor rolt het toch best ingewikkelde verhaal zich uit. Er is zelfs een verhaallijn toegevoegd: de moeder van Jim (Saskia Rinsema) zou alleen in haar herberg achterblijven wanneer Jim meeging op het schip, omdat haar man net was overleden. Uit bezorgdheid over haar zoon besloot ze zich te verkleden als matroos en mee te gaan varen. Het is een goede manier om het verhaal meer diepgang te geven en naar deze tijd te trekken. Deze moeder maakt zich zorgen om haar kind, maar weet ook heel goed van zich af te bijten. Toch had de moeder-zoonrelatie iets beter uitgewerkt mogen worden. Doordat ieder personage zijn aandacht opeist (en door de vele dubbelrollen zijn dat er nog al wat), wordt het vrij druk op het podium en blijft de ontwikkeling van de belangrijke personages, zoals Jim en John Silver, een beetje oppervlakkig. Jim, als verteller van het verhaal, had ook tussendoor best wat meer rustige momentjes mogen hebben waarin hij de toeschouwer uitlegt wat er gebeurde en hoe hij zich voelde tijdens dit avontuur. Daar staat tegenover dat hij een gevoelig lied over zijn overleden vader zingt wanneer hij eenzaam op het eiland is, maar toch zou iets meer karakteruitwerking het verhaal wel ten goede zijn gekomen.

Zeemansliederen en verkleedpartijen

~

De muzikale ondersteuning met verscheidene liedjes is goed in balans. Het wordt nergens hinderlijk en weet de piratensfeer juist te versterken. Met een combinatie van echte zeeroversmuziek à la Pirates of the Caribbean en shantykoorachtige liederen waar licht de spot mee wordt gedreven, hebben Bas Odijk (muziek) en Jeroen Zijlstra (liedteksten) de spijker op zijn kop geslagen. De verdere vormgeving van de voorstelling verdient ook een pluim. Met drie of vier zeilen, een paar tonnen en een ladder worden een herberg uitgebeeld, een schip nagebootst en een blokhut opgebouwd, op een fantasierijke maar geloofwaardige manier. Goed uitgevoerde gevechten met zwaarden, messen en pistolen weten de voorstelling echt spannend te maken. Veel acteurs hebben drie rollen, die ze soms razendsnel moeten afwisselen. Het verkleden gebeurt veelal op het podium zelf, in het donker achter op het toneel, maar soms zelfs in het volle licht. Met een jasje, een pruik en een accent wordt een admiraal ineens een zeerover. Het wordt echter nooit verwarrend en dat is een prestatie op zich. Zelfs de zang blijft dan prima overeind, waarbij de zeventienjarige Pim Wessels er verrassend bovenuit steekt. 

Schateiland is een kwaliteitsvoorstelling die de spanning vast weet te houden, maar waarbij het verhaal en de personages hier en daar wat beter uitgewerkt hadden kunnen worden. Desondanks maakt de piratensfeer veel goed, waar de muziek, de acteurs en het decor een belangrijke bijdrage aan leveren. Joho, en we zijn alweer lam!

Schateiland is nog tot en met 29 maart te zien in verschillende theaters in het land. Klik hier voor de speellijst.  

Boeken / Strip

Nieuwe uitgave van cultcomic

recensie: Art Spiegelman - Breakdowns

In Breakdowns van Art Spiegelman zijn twee comics samengebracht: ‘Portrait of the Artist as a Young %@&*!’ en het klassieke ‘Breakdowns’ uit 1977. Dat was het eerste stripboek van Art Spiegelman, de legendarische striptekenaar die in 1992 een speciale Pulitzer Prize zou krijgen voor de strip Maus. In Breakdowns staat een oerversie van Maus, het verhaal over de ervaringen van Spiegelmans ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog.

~

Het eerste deel in deze bundel, ‘Portrait of the Artist as a Young %@&*’ is een soort autobiografisch stripboek over de jeugd van de auteur, toen hij ‘Breakdowns’ schreef. Als jonge kunstenaar had Spiegelman een missie, namelijk de comic verheffen tot een gerespecteerde kunstvorm; een streven waar hij vooral na Maus in slaagde, toen zijn werk onder meer geëxposeerd werd in het prestigieuze MoMA in New York.

Experimenteel

In Breakdowns zijn diverse comics samengebracht die Spiegelman tekende voor verschillende undergroundblaadjes in de jaren ’72 tot ’77. In deze eerste comics is Spiegelman nog erg bezig met het ontdekken van een eigen stem. Hij probeert verschillende stijlen uit: autobiografisch, absurdisch, zwart-wit, plot/geen plot, etc. Spiegelman neemt bewust afstand van de cartoontraditie. Hij is niet per se geïnteresseerd in vermaak en entertainment, zo schrijft hij in het voorwoord van Breakdowns, maar meer in het gebruik van beeld en tekst als een vorm van expressie.

Spiegelman, die opgroeide in New York, studeerde af als commercieel tekenaar aan de High School of Art and Design in Manhattan. Hij werkte lange tijd als tekenaar van vooruitstrevende kauwgomplaatjes bij Topps en maakte daarnaast cartoons voor underground comics. In de jaren zestig leefde hij een tijd off the grid en experimenteerde met lsd. In die tijd leerde hij de bekende tekenaar Robert Crumb kennen, die hem inspireerde om verder te gaan met zijn werk als cartoontekenaar. Dit resulteerde in het werk dat hij maakte voor ‘Breakdowns’.

Onverkrijgbaar

~

‘Breakdowns’ was lange tijd niet verkrijgbaar om verschillende redenen. Zo was er in de jaren zeventig vrijwel geen vraag naar een luxe uitgave van werk dat in underground comics was verschenen. Daarnaast was een groot gedeelte van de eerste (en enige) druk onverkoopbaar, omdat de drukkers grote hoeveelheden inkt over een deel van het drukwerk knoeiden terwijl ze naar sommige van de voor die tijd expliciete afbeeldingen keken.

Deze herdruk is interessant voor zowel nieuwe lezers als oude fans van het werk van Spiegelman. Het extra grote formaat zorgt ervoor dat de tekeningen goed tot hun recht komen en het uitgebreide voorwoord in stripvorm en het nawoord van de auteur met veel ongepubliceerde tekeningen maken het boek tot een goede inleiding in het werk en de gedachten van Spiegelman.  

 

 

Theater / Voorstelling

Kniertje jaagt haar zoons de dood in in klassieke Heijermans

recensie: Het Toneel Speelt - Op hoop van zegen

.

~

Kniertje verloor haar man en twee van haar zoons op zee, verdronken tijdens hun werk. Ze heeft nog twee zoons over: de opstandige Geert, en de kinderlijke Berend. Het hele dorp bestaat uit vissers en vissersvrouwen, en iedereen heeft dierbaren die op zee het leven hebben gelaten. Kniertje is straatarm, er moet geld worden verdiend. Dus moet Geert de zee op, en ook Barend, de jongste zoon, moet eraan geloven. Een dronken dorpsgenoot waarschuwt dat het schip door en door verrot is, maar niemand luistert naar zijn sombere voorspellingen.

Schilderij
Op hoop van zegen is geschreven in een tijd dat toneel levensecht, naturalistisch, moest zijn. Vissersweduwe Kniertje en haar entourage zaten vroeger op toneel in een realistische keuken met boerenbonte gordijntjes, waarin ze avond aan avond heuse aardappelen zaten te schillen. De zee was voor het publiek dichtbij. Arbeiders die het slachtoffer werden van een bedrijfsongeval waren aan de orde van de dag, evenals werkgevers die personeel zagen als betaalde slaven. In die tijd leven we niet meer.

~

Regisseur Jaap Spijkers maakt van Op hoop van zegen dan ook geen ouderwets-realistisch drama. De zee is een schilderij, de storm komt uit ventilatoren. Spijkers behaalde zijn strepen als regisseur met het publiekssucces De familie Avenier. Op hoop van zegen is toneelmatiger geënsceneerd, hoekiger, statischer. Spijkers zet ook nu helder omlijnde personages neer. Zo is Kniertje (een sterke Marisa van Eyle) eigenlijk helemaal geen leuk mens, maar juist een stugge, liefdeloze moeder. Haar van theedoeken gemaakte lange rok is net zo stijf als haar geest. Alles moet voorgoed blijven zoals het altijd is geweest. Zoon Berend (Maarten Heijmans) is vrolijk, onbevangen, wereldvreemd. Jo (Saskia Temmink), de vriendin van zoon Geert, is wulps en baldadig zolang de toekomst haar toelacht.

Tijdloos
Nu er een eeuw overheen is gegaan, kun je de werkelijke waarde van het stuk zien. Een soort Nederlandse Tsjechov is het. Zoals de grote Rus, zo verdeelt ook Heijermans het perspectief in een somber verleden (Kniertje), een realistisch heden (Jo) en een hoopvolle verwachting voor de toekomst (Berend). Wanneer die toekomst met de verdrinkingsdood van Berend aan gruzelementen wordt geslagen, is de kans op verbetering van de situatie verkeken.

In Griekse tragedies doolt vaak een ‘ziener’ rond, een sombere toekomstvoorspeller. Zo kent Heijermans’ stuk het personage Simon, die waarschuwt voor het naderend onheil. Zowel tekst als thematiek van Op hoop van zegen blijken verrassend tijdloos. Juist door het archaïsche Nederlands is de – eigenlijk gedateerde – vissersproblematiek te verteren, zoals in een Griekse tragedie de Trojaanse oorlog er nu eenmaal bij hoort.

Je kunt voor het noodlot dat moeder Kniertje treft elke hedendaagse fatale gedachtengang invullen: moeders die hun zoons naar Irak laten gaan, of naar Afghanistan; islamitische moeders die hun kind offeren voor de goede zaak. De vis, de vrijheid van godsdienst, de democratie worden duur betaald. Met welke tijd of cultuur je de parallel ook trekt: wat rest zijn ouders wier toekomstperspectief ten onder is gegaan, samen met hun nakomelingen. Mensen betalen met het leven van hun kinderen voor de idealen waarin ze geloven.

Op hoop van zegen is te zien tot en met 2 april 2009.

Theater / Voorstelling

Lekker lachen om luchtige Joseph

recensie: Joop van den Ende theaterproducties / Stage Entertainment - Joseph and the amazing technicolor dreamcoat

De hype rondom Joseph lijkt zijn hoogtepunt nog niet bereikt te hebben. Afgelopen week werd aangekondigd dat Joseph wegens groot succes vanaf september verlengd wordt, in het Beatrixtheater in Utrecht. Ja, het televisieprogramma Op zoek naar Joseph en de marketingmachine van Van den Ende Producties hebben hun werk goed gedaan. Toch is de hype rondom Joseph ook voor een groot deel terecht, want het is een komische en gevarieerde musical met een enthousiaste en sprankelende cast.

~

Het verhaal van Joseph mag inmiddels bekend zijn: Joseph (Freek Bartels) is het lievelingetje van zijn vader Jakob (Leo Hogenboom) en naast die voortrekkerij heeft hij ook nog eens dromen die hem naar het hoofd lijken te zijn gestegen. Zijn broers verkopen Joseph als slaaf. Door zijn gave om dromen uit te leggen, schopt Joseph het uiteindelijk tot onderkoning van Egypte, waar hij wederom oog in oog met zijn broers komt te staan.

Winnende combinatie

Het hele verhaal wordt aan elkaar gepraat door een vertelster, gespeeld door Renée van Wegberg. Naast Freek Bartels heeft ook zij haar rol in Joseph gewonnen, alleen wat langer geleden, namelijk in 2004 met het programma Sterrenslag. Wegberg is het stralende middelpunt van de voorstelling. Ze zingt deze muzikaal zeer uitdagende rol prachtig en heeft een nonchalant en komisch talent dat perfect past bij de voorstelling. De dynamiek tussen haar en co-star Bartels is mooi en oprecht. Het publiek eet op voorhand al uit Bartels hand, zoals wel blijkt uit het enorme applaus wanneer hij voor het eerst op het podium verschijnt. Toch is ook hij een terechte winnaar en speelt de verschillende facetten van Joseph met veel overtuiging. Het programma Op zoek naar Joseph heeft niet alleen een hoofdrol opgeleverd, maar ook een leuke aanvulling op het ensemble. Robin, Mathijs en Hein delen het podium met hun vroegere concurrent. Marketingtruc of niet, het zijn wel talenten die er op hun plaats zijn.

Lekker luchtig

~

Het verhaal van Joseph is nogal aan de zware kant. Het is niet bepaald niks om door je broers als slaaf te worden verkocht, in de cel te worden gegooid om weg te rotten of een land van de hongersnood te moeten redden. Toch zijn er vrijwel geen dramatische scènes en is Joseph een echte ‘feel-good’ musical die geen moment verveelt. Een enkele keer is de humor goedkoop, zoals de wat flauwe knipoog naar het programma Op zoek naar Joseph, maar de meeste humor raakt zijn doel. Veel humor is fysiek en heeft te maken met de personages en gebeurtenissen. Decorstukken als de kameel en de put worden op komische wijze op het podium gebracht, Wegberg speelt met een lolly te midden van een hongersnood en personages als de farao (Paul Walthaus) en sommige kostuums zijn zo over the top dat het onmogelijk is niet te grinniken. Daarnaast zorgt de vertaling van Martine Bijl voor amusante momenten. Haar vertaling is doeltreffend en ze schroomt niet er flink wat moderne referenties in te stoppen die sommige situaties nog grappiger maken.

Als laatste moet iets gezegd worden over de humor in de muziek. Vanaf 1968 is er jarenlang aan Joseph toegevoegd en gesleuteld door Tim Rice en Andrew Lloyd Webber en misschien komt het wel door de lange weg die de show heeft afgelegd dat de muziek zo gevarieerd is. Sommige nummers zijn gewoon mooi en melodisch, maar andere songs zijn enorm uiteenlopend qua stijl. Josephs dood, bijvoorbeeld, wordt in plat Amsterdams aangekondigd met een country & western-deuntje, de farao is een Elvis-aftreksel en twee andere nummers worden weer gezongen als clichématig Frans chanson en vrolijk Jamaicaans reggaedeuntje. Deze absurde muziekstijlen in een serieuze en compleet ongepaste context maken Joseph nog gevarieerder en grappiger.

~

Verder is Joseph weer een typische Van den Ende-productie: groots, grootser, grootst. De decors zijn duur en ingewikkeld, maar adembenemend, het aantal kostuums is onmogelijk te tellen en je aandacht wordt constant wel door iets afgeleid, maar bij een vrolijke en dynamische musical als Joseph is dit niet direct iets negatiefs. Iedereen die houdt van een ‘foute’ voorstelling vol humor en variatie, en daar iets dieper voor in de buidel wil tasten, zal bij Joseph zijn of haar hart op kunnen halen.

Joseph is nog te zien op tournee door Nederland t/m 20 september en is daarna wegens succes verlengd in het Beatrixtheater in Utrecht. Klik hier voor meer informatie.