Fotografen in Nederland en Dutch Eyes is op 10 december 2008 het eerste exemplaar van Beyond Photography overhandigd in FOAM. Anders dan bij de twee voorgaande titels is het thema van Beyond Photography precies dat wat de titel zegt, fotografie die verder gaat dan fotografie: de verbeeldende fotografie. Van geënsceneerde portretten en droomachtige beelden tot aan fotografische collages en volledig digitaal bewerkte kunstwerken. Beyond Photography besteedt juist aandacht aan de stroming die volgens sommigen veelal genegeerd wordt. Het boek is een verzameling van verbeeldende foto’s, afkomstig uit Nederland en België, gemaakt in de afgelopen dertig jaar.
Nederland is van oudsher een liefhebber van documentairefotografie. Dat is geen nieuws: Nederlandse documentairefotografen zijn zeer goed vertegenwoordigd in binnen- en buitenland. De in 2007 verschenen geschiedschrijving van de Nederlandse fotografie Dutch Eyes behandelt (van de moderne fotografie) dan ook voornamelijk de fotografen binnen het documentairekader. Gezegd werd dat er in Dutch Eyes voorbij werd gegaan aan het bestaan van de verbeeldende fotografie. Menig fotograaf en andere geïnteresseerden of belanghebbenden werden tegen het hoofd gestoten. Er ontstond een levendige discussie over de verschillende stromingen binnen de Nederlandse fotografie en de vertegenwoordiging van de verbeeldende fotografie.
Overzichtelijk en onderzoekend
Melanie Bonajo, Furniture Bondage 03 (from the series The Soul of Things), 2007
Mede als reactie op deze discussie werd het idee gevormd een ‘eigen’ overzicht te maken. Het resultaat is het 280 pagina’s dikke Engelstalige Beyond Photography. Het initiatief kwam van fotograaf Ruud van Empel en Uitgeverij Voetnoot. Het boek toont een selectie van Nederlandse en Belgische kunstenaars en hun verbeeldende fotografische werken vanaf de jaren tachtig tot nu. Naast de vertegenwoordiging in tekst en beeld van 42 kunstenaars zijn in het boek ook essays opgenomen van Maartje van den Heuvel, Lotte Menkman, Eric Min en Rommert Boonstra.
Het boek begint met de vier essays. Voor de lezer die meer wil dan een mooi tafelboek zijn deze teksten zeker de moeite waard. Elke tekst behandelt op een andere manier het thema ‘beyond photography’ en tezamen geven zij een goed beeld van het karakter, de geschiedenis en de plaats van de (verbeeldende) fotografie in Nederland en België. Het blijven echter persoonlijke visies, maar misschien maakt dat juist deze essays interessant. Rommert Boonstra, zelf fotograaf en ook als kunstenaar vertegenwoordigd in het boek, beschrijft bijvoorbeeld zijn liefde voor de verbeeldende fotografie en behandelt tevens de kritiek jegens deze stroming.
Rommert Boonstra, Loosing My Wings, 1988
Boonstra (1942) kan een pionier genoemd worden van de Nederlandse verbeeldende fotografie. Hij behoort tot de ‘oude garde’ autonome fotografen, in één adem te noemen met Teun Hocks, Ruud van Empel en Christian Carez. Zij komen alle vier aan bod in Beyond Photography. De jongste fotograaf in het boek is de Nederlandse Melanie Bonajo (1978) en wordt door Maartje van den Heuvel het moderne voorbeeld genoemd van de verbeeldende fotografie. Haar werk speelt sterk met het narratief, evenals het werk van Hocks en bijvoorbeeld de autodidact Hendrik Kerstens.
(Sur)realisme
Fotografie heeft twee kenmerken die steeds weer in geschriften over dit medium naar voren komen: haar verbintenis met de realiteit door haar ‘waarheidsgetrouwe’ weergave van de wereld, en haar relatie met tijd. Lotte Menkman beschrijft in haar essay ‘The True Mystery of the World is the Visible, not the Unvisible: on the Pioneers of Today’s Dutch Creative Photography’ dat juist de realiteitswaarde van de fotografie interessant is voor het onderzoeken van feit en fictie, wat wel en niet zichtbaar is. Het fotografische beeld kan, door de intentie van de kunstenaar en de interpretatie door de toeschouwer, dicht bij de realiteit komen, maar deze ook binnenstebuiten keren. De gepresenteerde fotografen tonen allen een totaal eigen stijl en sfeer, maar werken duidelijk met de mogelijkheden van de fotografie om hun ‘verbeelding’ weer te geven. Dit kan een spel zijn met tijd, licht, kader en sequentie, maar ook met de verschillende mogelijkheden met de analoge en/of digitale afdruk. De fotografie van Hellen van Meene, Arno Nollen en Carla van de Puttelaar werkt subtiel vervreemdend, maar zij hebben nog een sterk verband met de werkelijkheid. De collagefoto’s van Paul Overdijk en Oscar Voch neigen al meer naar het surreële. Zo ook de digitale foto’s van bijvoorbeeld Micha Klein: deze beelden hebben weinig tot geen relatie met de oorspronkelijke fotografische ‘werkelijkheid’.
Ruud van Empel, Untitled #1, 2004
‘Anyone who remaines too attached to reality becomes a copying machine’, schrijft Boonstra in zijn essay ‘Staged Photography in the Netherlands in the Eighties’. In de verbeeldende fotografie wordt de camera gebruikt om juist datgene weer te geven dat niet zichtbaar is: gedachten, gevoelens, ideeën. De grenzen van de fotografie worden opgezocht en verlegd, het resultaat zijn beelden die verder rijken dan het puur fotografische. Beyond Photography slaagt in het representeren van de Nederlandse en Belgische verbeeldende fotografie: niet alleen door haar diversiteit qua beelden, maar ook in het aan bod laten komen van oude en relatief nieuwe vertolkers. Net als elk overzicht kan de lezer enkele namen missen, zoals Paul en Menno de Nooijer of Inez van Lamsweerde, dat is de tol die elke samensteller van een overzicht moet betalen. Desondanks is Beyond Photography een zeer bijzonder boek voor iedereen die geïnteresseerd is in fotografie en kunst, en een absolute aanvulling op de al bestaande fotografie-overzichten.
Migrantenliteratuur meer het thema dan ‘Fake’
/ 0 Reactiesdoor: Thijs Kramer0 SterrenEen echte festivalsfeer was er op de drukbezochte laatste avond van Winternachten 2009 in Den Haag. Er was een breed aanbod aan optredens en interviews in de verschillende zalen, de temperatuur liep op tot tropische waarden. In de foyer heerste een grote drukte; publiek, schrijvers en andere genodigden wurmden zich langs elkaar heen op weg naar de bar of een volgend programmaonderdeel. En kunstacademiestudenten voerden ontregelende prikacties uit, zoals het presenteren van nepgebakjes in de pauze.
‘Fake’ was dit jaar dan ook het thema van het festival. Een invalshoek waar de Nederlandse schrijver Kees ’t Hart, die in zijn werk een zekere kunstmatigheid cultiveert, een totaal andere invulling aan gaf dan de Turkse schrijfster Perihan Magden, die schrijft vanuit een grote maatschappelijke woede. Winternachten stelt als haar taak om ‘een netwerk te ontwikkelen van schrijvers uit Nederland en niet-westerse landen’. Een mooi doel, jammer dat in de praktijk internationale literatuur in veel gevallen migrantenliteratuur betekent. Hoofdgast Nuruddin Farah, maar ook anderen zoals Rachida Lamrabet, Ahmed Essadki en Ilija Trojanow, zijn allemaal schrijvers die hun geboorteland al of niet gedwongen verlaten hebben. Identiteit, ontheemding, verlangen naar het thuisland zijn veel voorkomende thema’s. Voor lang niet alle schrijvers was het thema ‘Fake’ de meest geschikte benaderingswijze.
Berbers
In het onderdeel ‘Taal van mijn Hart’ bespraken drie schrijvers die het Berbers als moedertaal hebben de betekenis van die taal voor hen. Ahmed Essadki hanteert in zijn werk bewust het Berbers in een poging die taal in leven te houden. Weliswaar wordt het Berbers onder meer in Marokko, Algerije en Libië gesproken, maar nergens is het de lingua franca. De Vlaamse Rachida Lamrabet (1970, winnares de BNG nieuwe literatuurprijs 2009) was drie toen ze naar België verhuisde. Maar, legt ze uit: ‘Het Berbers is de taal waarin ik ben opgevoed en het is de taal waarin de culturele overdracht heeft plaatsgevonden.’
Ilija Trojanow
Identiteit speelde een rol in het gesprek tussen Nuruddin Farah en Ilija Trojanow. Trojanow, van Bulgaarse afkomst, speelt zowel in zijn werk als in zijn eigen leven, graag met verschillende identiteiten. ‘Wie bent u?’ vroeg gespreksleider Michaël Zeeman hem dan ook botweg. Trojanow verklaarde een grote hekel aan die vraag te hebben en antwoordde dan ook een enigszins mystificerend. Wel werd duidelijk dat hij het idee van identiteit in zijn werk volstrekt anders benadert dan Farah. Farah onderzoekt wat het betekent om de ene cultuur te verlaten en toe te treden tot een andere. Trojanow laat moedwillig vragen bestaan omtrent zijn identiteit en heeft laten zien dat hij daarin kan variëren. Zo heeft hij zich al dan niet serieus tot de islam bekeerd.
Aanraders
Het gesprek tussen Farah en Nuruddin zou volgens het programma gaan over hun houding ten opzichte van de islam, maar in de uitwerking ging het gesprek voor een groot deel over hun schrijverschap. Het viel op bij meer programmaonderdelen dat het aangekondigde thema maar zijdelings of helemaal niet aan bod kwam. In elk onderdeel lazen de auteurs voor uit hun werk en daarna bleef er maar weinig tijd over. En Michaël Zeeman deed geen poging om de gasten in de richting van het afgesproken onderwerp te sturen. Zeeman was overigens wel een van de betere gespreksleiders; erudiet en goed bekend met het werk van zijn gasten. Dat gold helaas niet voor zijn collega’s, van wie bovendien de beheersing van de Engelse taal soms nogal provinciaal afstak tegen de kosmopolitische context van het festival.
Nuruddin Farah
Tot slot: welke schrijvers wekten op basis van hun optreden nieuwsgierigheid naar hun werk? Een onvolledige keuze: Rachida Lamrabet, op basis van een schitterend fragment dat ze voorlas uit haar roman Vrouwland. Ilija Trojanow vanwege de speelsheid waarmee hij de literatuur benadert. El-Mahdi Acherchour, Algerijnse Berber, vanwege zijn ongepolijste, maar authentieke optreden dat een grote urgentie verried. Perihan Magden, vanwege haar enorme drang om – tegen de stroom van het moderne Turkije in – te blijven schrijven. En wie viel tegen? Nuruddin Farah, die in zijn openingstoespraak een onevenwichtige blik op de wereld toonde en in vraaggesprekken niet eenmaal een inspirerend of intrigerend antwoord gaf.
Misschien ook iets voor u
Het onzichtbare gefotografeerd
.
Fotografen in Nederland en Dutch Eyes is op 10 december 2008 het eerste exemplaar van Beyond Photography overhandigd in FOAM. Anders dan bij de twee voorgaande titels is het thema van Beyond Photography precies dat wat de titel zegt, fotografie die verder gaat dan fotografie: de verbeeldende fotografie. Van geënsceneerde portretten en droomachtige beelden tot aan fotografische collages en volledig digitaal bewerkte kunstwerken. Beyond Photography besteedt juist aandacht aan de stroming die volgens sommigen veelal genegeerd wordt. Het boek is een verzameling van verbeeldende foto’s, afkomstig uit Nederland en België, gemaakt in de afgelopen dertig jaar.
Nederland is van oudsher een liefhebber van documentairefotografie. Dat is geen nieuws: Nederlandse documentairefotografen zijn zeer goed vertegenwoordigd in binnen- en buitenland. De in 2007 verschenen geschiedschrijving van de Nederlandse fotografie Dutch Eyes behandelt (van de moderne fotografie) dan ook voornamelijk de fotografen binnen het documentairekader. Gezegd werd dat er in Dutch Eyes voorbij werd gegaan aan het bestaan van de verbeeldende fotografie. Menig fotograaf en andere geïnteresseerden of belanghebbenden werden tegen het hoofd gestoten. Er ontstond een levendige discussie over de verschillende stromingen binnen de Nederlandse fotografie en de vertegenwoordiging van de verbeeldende fotografie.
Overzichtelijk en onderzoekend
Melanie Bonajo, Furniture Bondage 03 (from the series The Soul of Things), 2007
Mede als reactie op deze discussie werd het idee gevormd een ‘eigen’ overzicht te maken. Het resultaat is het 280 pagina’s dikke Engelstalige Beyond Photography. Het initiatief kwam van fotograaf Ruud van Empel en Uitgeverij Voetnoot. Het boek toont een selectie van Nederlandse en Belgische kunstenaars en hun verbeeldende fotografische werken vanaf de jaren tachtig tot nu. Naast de vertegenwoordiging in tekst en beeld van 42 kunstenaars zijn in het boek ook essays opgenomen van Maartje van den Heuvel, Lotte Menkman, Eric Min en Rommert Boonstra.
Het boek begint met de vier essays. Voor de lezer die meer wil dan een mooi tafelboek zijn deze teksten zeker de moeite waard. Elke tekst behandelt op een andere manier het thema ‘beyond photography’ en tezamen geven zij een goed beeld van het karakter, de geschiedenis en de plaats van de (verbeeldende) fotografie in Nederland en België. Het blijven echter persoonlijke visies, maar misschien maakt dat juist deze essays interessant. Rommert Boonstra, zelf fotograaf en ook als kunstenaar vertegenwoordigd in het boek, beschrijft bijvoorbeeld zijn liefde voor de verbeeldende fotografie en behandelt tevens de kritiek jegens deze stroming.
Rommert Boonstra, Loosing My Wings, 1988
Boonstra (1942) kan een pionier genoemd worden van de Nederlandse verbeeldende fotografie. Hij behoort tot de ‘oude garde’ autonome fotografen, in één adem te noemen met Teun Hocks, Ruud van Empel en Christian Carez. Zij komen alle vier aan bod in Beyond Photography. De jongste fotograaf in het boek is de Nederlandse Melanie Bonajo (1978) en wordt door Maartje van den Heuvel het moderne voorbeeld genoemd van de verbeeldende fotografie. Haar werk speelt sterk met het narratief, evenals het werk van Hocks en bijvoorbeeld de autodidact Hendrik Kerstens.
(Sur)realisme
Fotografie heeft twee kenmerken die steeds weer in geschriften over dit medium naar voren komen: haar verbintenis met de realiteit door haar ‘waarheidsgetrouwe’ weergave van de wereld, en haar relatie met tijd. Lotte Menkman beschrijft in haar essay ‘The True Mystery of the World is the Visible, not the Unvisible: on the Pioneers of Today’s Dutch Creative Photography’ dat juist de realiteitswaarde van de fotografie interessant is voor het onderzoeken van feit en fictie, wat wel en niet zichtbaar is. Het fotografische beeld kan, door de intentie van de kunstenaar en de interpretatie door de toeschouwer, dicht bij de realiteit komen, maar deze ook binnenstebuiten keren. De gepresenteerde fotografen tonen allen een totaal eigen stijl en sfeer, maar werken duidelijk met de mogelijkheden van de fotografie om hun ‘verbeelding’ weer te geven. Dit kan een spel zijn met tijd, licht, kader en sequentie, maar ook met de verschillende mogelijkheden met de analoge en/of digitale afdruk. De fotografie van Hellen van Meene, Arno Nollen en Carla van de Puttelaar werkt subtiel vervreemdend, maar zij hebben nog een sterk verband met de werkelijkheid. De collagefoto’s van Paul Overdijk en Oscar Voch neigen al meer naar het surreële. Zo ook de digitale foto’s van bijvoorbeeld Micha Klein: deze beelden hebben weinig tot geen relatie met de oorspronkelijke fotografische ‘werkelijkheid’.
Ruud van Empel, Untitled #1, 2004
‘Anyone who remaines too attached to reality becomes a copying machine’, schrijft Boonstra in zijn essay ‘Staged Photography in the Netherlands in the Eighties’. In de verbeeldende fotografie wordt de camera gebruikt om juist datgene weer te geven dat niet zichtbaar is: gedachten, gevoelens, ideeën. De grenzen van de fotografie worden opgezocht en verlegd, het resultaat zijn beelden die verder rijken dan het puur fotografische. Beyond Photography slaagt in het representeren van de Nederlandse en Belgische verbeeldende fotografie: niet alleen door haar diversiteit qua beelden, maar ook in het aan bod laten komen van oude en relatief nieuwe vertolkers. Net als elk overzicht kan de lezer enkele namen missen, zoals Paul en Menno de Nooijer of Inez van Lamsweerde, dat is de tol die elke samensteller van een overzicht moet betalen. Desondanks is Beyond Photography een zeer bijzonder boek voor iedereen die geïnteresseerd is in fotografie en kunst, en een absolute aanvulling op de al bestaande fotografie-overzichten.
Prijs: 39,00
Bladzijden: 280
ISBN: 9789078068341
Misschien ook iets voor u
Levensgevaarlijk straatrumoer
/ 0 Reactiesdoor: Thijs Kramer0 Sterren.
Gunduz Vassaf
Het is een minder overzichtelijk onderwerp dan vermoed. Het Turks wordt niet alleen in Turkije gesproken en bovendien komen er in het land meerdere talen voor. Het wordt weerspiegeld in de levensverhalen van de vijf genodigde schrijvers en dichters. Kamran Nazarli (1958) is geboren in Azerbeidjan toen dat nog deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Inmiddels is het onafhankelijk. Nazirli schrijft in het Aziri, een taal die nauw verwant is aan het Turks. De dichteres Nese Yasin (1959) is geboren op het Turkse deel van Cyprus, maar als politiek statement is ze verhuisd naar het Griekse deel ervan. De dichter Selim Temo (1972) is wel in Turkije geboren, maar in het Koerdische deel ervan. Hij schrijft in het Koerdisch en over de Koerdische literatuur. Dan zijn er nog aanwezig: Gündüz Vassaf (1946), die van de vijf de meeste internationale faam heeft verworven en tenslotte ook Perihan Magden (1960), een van de grootste criticasters van Turkije.
Hypocriete elite
Het is Magden die dan ook de grootste maatschappelijke betrokkenheid toont. Woede is wellicht een beter woord. Naast romans schrijft ze veelgelezen columns in de krant Radical. Daarin richt ze haar pijlen op de in haar ogen hypocriete politieke elite. Soms haalt ze zich problemen op de hals, bijvoorbeeld toen ze het opnam voor dienstweigeraars in haar land. Naast een proces-verbaal van de autoriteiten riep ze de volkswoede over zich af. Dat gebeurde ten tijde van de door overheid gesteunde hetze die in 2007 leidde tot de moord op Armeense journalist Hrant Dink. In haar laatste boek Who are we running from beschrijft ze de gevolgen die de gebeurtenissen voor haar en haar dochter hadden. Haar debuut is in het Nederlands vertaald onder de titel Moord op de boodschappenjongens, een door de pers positief ontvangen boek.
Een andere strijd wordt gevoerd door Nese Yasin. Ze schrijft onder meer activistische gedichten tegen de tweedeling van Cyprus. Dat is niet alleen een staatsrechtelijke strijd, met haar werk wil ze bijdragen aan het groeiend zelfbewustzijn van de Cypriotisch-Turkse literatuur, die een andere atmosfeer ademt dan de hoofdstroming in de Turkse letteren. De Koerdische dichter en literator Selim Temo breekt een lans voor de Koerdische taal en literatuur. Hij leest een fragment voor uit het voorwoord van zijn tweedelige bloemlezing van de Koerdische poëzie. Daarin betoogt hij dat het Koerdisch niet een uitsluitend orale traditie kent, maar wel degelijk ook een schriftelijke en dat er een directe lijn bestaat van de klassiek Koerdische poëzie naar de moderne.
Kinderen
In de fragmenten die de auteurs uit hun eigen werk lezen, klinkt helder de maatschappelijke context door: corruptie, de grote rol van het militaire apparaat, de problemen van arme bevolkingsgroepen om door te dringen tot goed onderwijs. Opvallend vaak wordt het kindperspectief gebruikt, zoals in het korte verhaal van Nazirli. Een jongetje is heel goed op school, maar leert al vroeg dat intelligentie en ijver niet de middelen zijn om hogerop te komen in het moderne Turkije. Veel beter is het om eerst een bekende filmster of zanger te worden. Hij besluit dan ook om zich voortaan zo dom mogelijk voor te doen, wat zijn vader tot wanhoop drijft.
In Nederland wordt de literatuur nog maar sporadisch ingezet voor emancipatorische of activistische doeleinden. Dat het elders die functie nog wel degelijk heeft, maken deze vijf Turkse schrijvers ondubbelzinnig duidelijk. Aan het eind van de middag is duidelijk geworden dat de Turkse literatuur uit veel meer bestaat dan alleen Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk. Het heeft de nieuwsgierigheid gewekt naar het licht satirische werk van Kamran Nazirli, doet hopen op een vertaling van Gündüz Vassaf, die in zijn werk ingaat op thema’s als migratie en het falen van het mondiale kapitalisme en tegelijkertijd een fantasiewereld creëert met soms sciencefictionachtige trekjes. En je wil kennismaken met de in zwavelzuur gedrenkte pen van Perihan Magden. Schrijven met gevaar voor eigen leven; het bestaat anno 2009 nog en dichterbij dan we geneigd zijn te denken.
Misschien ook iets voor u
Verliefde sukkel bedenkt de perfecte moord
Midden op het podium staat een bed. De man op het bed is buiten bewustzijn, naast hem staan zijn baas en een verpleegster. Bewusteloos of niet, de man op het bed babbelt er uitbundig op los. De pratende bewusteloze is Walter Ness, verzekeringenverkoper. Hij vertelt hoe het zover heeft kunnen komen dat hij met een schotwond in het ziekenhuis ligt.
Platform (2006) van regisseur Johan Simons begon in het donker-voor-aanvang met een ontstellende klap, waarmee een bak puin uit het toneelhuis op het podium neerstortte. Het hele publiek was toen direct bij de les. Simons laat Instinct openen met een soortgelijke schreeuw om aandacht: een keiharde knal in het donker, die bij nader inzien een pistoolschot blijkt te zijn. Instinct van NT Gent is vanaf dat openingsbeeld een meeslepende flashback, een toneelstuk met de vaart van een film. Instinct is gebaseerd op Billy Wilders film Double Indemnity (1944), naar een waargebeurde moord in het Amerika van de jaren twintig.
Kijkdoos
~
Het is gek hoe een ouderwetse film zo hedendaags en meeslepend op toneel kan worden gebracht. Regisseur Johan Simons maakt er een soort duistere kijkdoos van waarin je aldoor nieuwe dieptes ontdekt, verscholen achter de poppetjes die voorop in het licht staan. Hij schakelt moeiteloos over van de ene vertelvorm naar de andere. Zo kan Ness (Pierre Bokma) tegelijkertijd een gesprek voeren met mensen van het verzekeringskantoor, en ondertussen in een filmische voice-over direct tegen het publiek uitleggen wat hij beoogt met zijn daden. De overgangen tussen de scenes worden gemarkeerd door koorzang, waarbij de acteurs a capella Amerikaanse liedjes ten gehore brengen waarin de krassende 78-toerenplaten doorklinken.
Slapstick
~
Zo volgen in Instinct de ingenieuze vondsten elkaar in hoog tempo op, zowel in beeld als in geluid. Pierre Bokma vormt in de rol van de gemanipuleerde sukkel Ness de rode draad van het verhaal. Elsie de Brauw is een naturel-valse Phyllis, die mannen en vrouwen om haar vinger windt. Wim Opbrouck als de collega van Ness is te slim om belazerd te kunnen worden, en hij voelt tegelijk mee met zijn misleide vriend Ness. Opvallend helder en scherp is Katja Herbers als de hangerige stiefdochter. Zij excelleert in het slapstick-acteren, waardoor de fragmenten waarin zij figureert een absurdistisch element krijgen. Regisseur Johan Simons is inmiddels veelvuldig aan het werk in Duitsland, waardoor er in onze contreien minder producties van hem te zien zijn. Dat is voorwaar een aderlating voor het Nederlandstalig toneel, want pistoolschoten zoals Instinct zullen we node missen.
Instinct van NT Gent is te zien tot en met 8 april 2009.
NT Gent - Instinct
Artiest: NT GentGezien op zaterdag 08 december 2007 in Stadsschouwburg, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
EuroSonic/Noorderslag 2009
/ 0 Reactiesdoor: Merijn de Boer / beeld: Jorg Roosma 0 Sterren.
~
1. DONDERDAG | 2. VRIJDAG | 3. ZATERDAG
Girls in Hawaii
Eurosonic staat dit jaar volledig in teken van Belgische acts en het lijkt daarom passend om de avond te beginnen met de muzikale pleziertjes van Girls in Hawaii. Plezante kerels, de gebroeders Vancauwenberge en Wielemans. Het is acht uur en de Stedelijke Muziekschool stroomt langzaam vol, iets dat frontman Antoine pleziert: ‘last time we performed, there were five guests.’ Het zestal wordt wel in een zucht genoemd met Grandaddy en dEUS maar het verschil is groot genoeg om van nieuwigheid te kunnen spreken. De oren worden schoongeblazen met snoeiharde beats en afgespoeld met een golfje folk. Een kleine discussie over de verjaardag van een van de frontmannen mondt uit in het dwepende ‘Birthday Call’ maar wie van de twee nu jarig is blijft onduidelijk. Er wordt kundig van instrument gewisseld en de accordeon wordt zelfs even uit de kast gehaald bij het fraaie ‘Couples on TV’. Verfrissend en divers.
The Rakes zijn een mooi bijeengeraapt stel. Gitarist Matthew Swinnerton, die als twee druppels water lijkt op John Denver en zanger Alan Donohoe, die strak lijkt te staan van de pillen. Als het publiek klapt, dan doet Donohoe mee zover hij kan. De interactie beperkt zich tot de vraag of wij nog ‘sexual songs‘ willen horen maar is eigenlijk meer een verzoek van de man zelf. De bijna jodelachtige uithalen zijn amusant maar de kwaliteit van de zang laat te wensen over. Wanneer de broodmagere Donohoe ‘la-la-la‘ zingt, weet niemand of dit zo is bedoeld of dat hij zijn tekst kwijt is. De band speelt op routine en het geheel lijkt niet meer dan een onderbreking van hele andere activiteiten elders. Het lijkt alsof muziek maken de jongens vanavond weerhoudt van meer dringende zaken.
Brandmerk op de avond
A Brand
A Brand heeft zichzelf behoorlijk strak op de markt gezet. Er is een duidelijke huisstijl en er zijn witte glimmende pakken. De muziek is goed maar de verpakking is een tikkeltje gelikt. Bij de opkomst van de heren en het dansje dat volgt lijkt het nog cheesy en dubbelzinnig maar zelfspot blijft uit. Het voelt een beetje raar allemaal. De fans staan vooraan, zingen alle teksten mee en juichen alsof er na twee jaar onthouding weer vlees in de koelkast zit. Een stempel drukken op deze afsluiters van de vrijdagavond is moeilijk. De witte pakken vallen op en daar is het vijftal zich goed van bewust. Net wanneer enkele toeschouwers hardop denken: ‘hadden De Toppers niet ook witte pakken?’ klinken de woorden ‘we gaan een mooi feestje bouwen’ uit de microfoon. Dit soort opmerkingen zijn volstrekt overbodig. De show, de glitterpakken, het dansje en de bombastische introductie genereren een vreemde bijsmaak.
De songs nemen soms bijna perfecte vormen aan, zoals bij het lekkere ‘Where’s Your Heart’, waar rond de eerste minuut Stones-achtige riffs te horen zijn. De gitaarpartijen zijn nu en dan majestueus en tijdloos maar steeds komt dat smaakje terug. Heel even lijkt het een bruiloftsband die een geoliede voorstelling opvoert. A Brand levert een steengoede show met stevige riffs en catchy ritmes. De bandleden hoeven zich niet te verkleden en zeker niet als Toppers. De heren winnen het op alle fronten van deze simpele volkszangers. Wat dit betreft is er slechts een stukje zelfoverwinning te behalen. En wie zichzelf overwint kan een stad innemen.
Ondanks het kleine euvel in De Spieghel was de vrijdag een prachtige Eurosonic-dag. Met als absolute hoogtepunt het tokkelende wonder uit Zweden. U leest een reportage van een countrymijdende recensent die dit weekend voor het eerst in zijn leven Nashville intypte in Google. En dat ligt niet eens in de buurt van Zweden.
Misschien ook iets voor u
De toekomstmuziek van Big Brother wordt overstemd door de werkelijkheid van het privacydebat in onze samenleving
.
Journalist Nikkel Wesselink, gespeeld door Rick Paul van Mulligen, vertrouwt het bedrijf niet en besluit een onderzoek naar hen in te stellen. Hij komt enkele malen langs om het gezin (vader, moeder, dochter en de tweelingbroers) te interviewen maar wordt intussen verliefd op dochter Alex, wat een onafhankelijk onderzoek danig in de weg komt te zitten.
Tussen kunst en kitsch
~
Overtuigende dialogen, weinig spel
Nettie Blanken speelt de gehaaide en afstandelijke moeder van het gezin. Haar man, op ontwapende wijze gespeeld door Kees Hulst, probeert tevergeefs toenadering tot zijn vrouw te zoeken, die dit telkens afwimpelt en zich terugtrekt om ruzies en gesprekken via de beveiligingsapparatuur terug te luisteren. Dit alles wordt verteld door middel van een aantal scherpe dialogen. Beide acteurs zijn oude rotten in het vak en de tekst wordt overtuigend en soepel ten gehore gebracht. Er zit echter tijdens het hele stuk weinig dynamiek in het spel, veelal staan de acteurs stil, of zitten op het toneel, waardoor het opnieuw lijkt of we naar een tv-serie kijken, wat een tweedimensionaal effect teweeg brengt.
Actuele inhoud
~
Op een gegeven moment wordt er zelfs een noodpakket ten tonele gebracht en helemaal uitgepakt. De reclameposters hiervoor zijn momenteel op elke straathoek te zien en ook hierdoor wordt het publiek eraan herinnerd hoe de maatschappij zelf bijdraagt aan de angst voor rampen en terrorisme. Het is een interessant thema en het had meer uitgediept mogen worden. Helaas wordt de focus halverwege verlegd naar intriges en liefdesaffaires en verliest het stuk zijn context.
Schipperen
Doordat het stuk een middenweg zoekt tussen enerzijds het met humor gepresenteerde familiedrama waarbij een echtpaar op schrijnende wijze van elkaar vervreemdt en anderzijds een maatschappijkritisch betoog, raakt het op een gegeven moment enigszins op een dwaalspoor. Er wordt geen conclusie geleverd. Er zijn allerlei vragen opgeworpen, die uiteindelijk niet worden beantwoord. De personages zelf maken amper een ontwikkeling door, waardoor het stuk als een klucht wordt beëindigd. De dialogen zijn behoorlijk humoristisch maar beklijven niet. Misschien is dit de bedoeling geweest van de regisseur, maar de materie die Safety First behelst, leent zich er voor om het stuk verder uit te diepen dan nu is gedaan.
Safety First is nog te zien tot en met 19 maart.
Toneelgroep Alaska - Safety First
Artiest: Toneelgroep AlaskaGezien op vrijdag 16 januari 2009 in De Toneelschuur, Haarlem
Misschien ook iets voor u
Piraterij in een eigentijds jasje
Een piraat is anno 2009 een arme Oost-Afrikaan die een paar kilometer van de kust met een machinegeweer een vrachtschip gijzelt. Dat past niet helemaal in ons romantische plaatje van een ruwe zeebonk, die de oceanen trotseert en voor niets en niemand bang is. In Schateiland wordt dit beeld in stand gehouden: piraten zijn wel slecht, maar ze weten ook zeker respect af te dwingen. En dat is toch eigenlijk hoe we ze het liefste zien.
~
Eigentijds verhaal
~
Zeemansliederen en verkleedpartijen
~
Schateiland is een kwaliteitsvoorstelling die de spanning vast weet te houden, maar waarbij het verhaal en de personages hier en daar wat beter uitgewerkt hadden kunnen worden. Desondanks maakt de piratensfeer veel goed, waar de muziek, de acteurs en het decor een belangrijke bijdrage aan leveren. Joho, en we zijn alweer lam!
Schateiland is nog tot en met 29 maart te zien in verschillende theaters in het land. Klik hier voor de speellijst.
Bos Theaterproducties - Schateiland
Artiest: Bos TheaterproductiesGezien op zondag 18 januari 2009 in Stadsschouwburg De Harmonie, Leeuwarden
Misschien ook iets voor u
Nieuwe uitgave van cultcomic
In Breakdowns van Art Spiegelman zijn twee comics samengebracht: ‘Portrait of the Artist as a Young %@&*!’ en het klassieke ‘Breakdowns’ uit 1977. Dat was het eerste stripboek van Art Spiegelman, de legendarische striptekenaar die in 1992 een speciale Pulitzer Prize zou krijgen voor de strip Maus. In Breakdowns staat een oerversie van Maus, het verhaal over de ervaringen van Spiegelmans ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog.
~
Experimenteel
In Breakdowns zijn diverse comics samengebracht die Spiegelman tekende voor verschillende undergroundblaadjes in de jaren ’72 tot ’77. In deze eerste comics is Spiegelman nog erg bezig met het ontdekken van een eigen stem. Hij probeert verschillende stijlen uit: autobiografisch, absurdisch, zwart-wit, plot/geen plot, etc. Spiegelman neemt bewust afstand van de cartoontraditie. Hij is niet per se geïnteresseerd in vermaak en entertainment, zo schrijft hij in het voorwoord van Breakdowns, maar meer in het gebruik van beeld en tekst als een vorm van expressie.
Spiegelman, die opgroeide in New York, studeerde af als commercieel tekenaar aan de High School of Art and Design in Manhattan. Hij werkte lange tijd als tekenaar van vooruitstrevende kauwgomplaatjes bij Topps en maakte daarnaast cartoons voor underground comics. In de jaren zestig leefde hij een tijd off the grid en experimenteerde met lsd. In die tijd leerde hij de bekende tekenaar Robert Crumb kennen, die hem inspireerde om verder te gaan met zijn werk als cartoontekenaar. Dit resulteerde in het werk dat hij maakte voor ‘Breakdowns’.
Onverkrijgbaar
~
Deze herdruk is interessant voor zowel nieuwe lezers als oude fans van het werk van Spiegelman. Het extra grote formaat zorgt ervoor dat de tekeningen goed tot hun recht komen en het uitgebreide voorwoord in stripvorm en het nawoord van de auteur met veel ongepubliceerde tekeningen maken het boek tot een goede inleiding in het werk en de gedachten van Spiegelman.
Prijs: 22,99
Bladzijden: 72
ISBN: 9780670916825
Misschien ook iets voor u
Kniertje jaagt haar zoons de dood in in klassieke Heijermans
.
~
Schilderij
Op hoop van zegen is geschreven in een tijd dat toneel levensecht, naturalistisch, moest zijn. Vissersweduwe Kniertje en haar entourage zaten vroeger op toneel in een realistische keuken met boerenbonte gordijntjes, waarin ze avond aan avond heuse aardappelen zaten te schillen. De zee was voor het publiek dichtbij. Arbeiders die het slachtoffer werden van een bedrijfsongeval waren aan de orde van de dag, evenals werkgevers die personeel zagen als betaalde slaven. In die tijd leven we niet meer.
~
Tijdloos
Nu er een eeuw overheen is gegaan, kun je de werkelijke waarde van het stuk zien. Een soort Nederlandse Tsjechov is het. Zoals de grote Rus, zo verdeelt ook Heijermans het perspectief in een somber verleden (Kniertje), een realistisch heden (Jo) en een hoopvolle verwachting voor de toekomst (Berend). Wanneer die toekomst met de verdrinkingsdood van Berend aan gruzelementen wordt geslagen, is de kans op verbetering van de situatie verkeken.
In Griekse tragedies doolt vaak een ‘ziener’ rond, een sombere toekomstvoorspeller. Zo kent Heijermans’ stuk het personage Simon, die waarschuwt voor het naderend onheil. Zowel tekst als thematiek van Op hoop van zegen blijken verrassend tijdloos. Juist door het archaïsche Nederlands is de – eigenlijk gedateerde – vissersproblematiek te verteren, zoals in een Griekse tragedie de Trojaanse oorlog er nu eenmaal bij hoort.
Je kunt voor het noodlot dat moeder Kniertje treft elke hedendaagse fatale gedachtengang invullen: moeders die hun zoons naar Irak laten gaan, of naar Afghanistan; islamitische moeders die hun kind offeren voor de goede zaak. De vis, de vrijheid van godsdienst, de democratie worden duur betaald. Met welke tijd of cultuur je de parallel ook trekt: wat rest zijn ouders wier toekomstperspectief ten onder is gegaan, samen met hun nakomelingen. Mensen betalen met het leven van hun kinderen voor de idealen waarin ze geloven.
Op hoop van zegen is te zien tot en met 2 april 2009.
Het Toneel Speelt - Op hoop van zegen
Artiest: Het Toneel SpeeltGezien op donderdag 15 januari 2009 in Stadsschouwburg, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
Lekker lachen om luchtige Joseph
De hype rondom Joseph lijkt zijn hoogtepunt nog niet bereikt te hebben. Afgelopen week werd aangekondigd dat Joseph wegens groot succes vanaf september verlengd wordt, in het Beatrixtheater in Utrecht. Ja, het televisieprogramma Op zoek naar Joseph en de marketingmachine van Van den Ende Producties hebben hun werk goed gedaan. Toch is de hype rondom Joseph ook voor een groot deel terecht, want het is een komische en gevarieerde musical met een enthousiaste en sprankelende cast.
~
Winnende combinatie
Het hele verhaal wordt aan elkaar gepraat door een vertelster, gespeeld door Renée van Wegberg. Naast Freek Bartels heeft ook zij haar rol in Joseph gewonnen, alleen wat langer geleden, namelijk in 2004 met het programma Sterrenslag. Wegberg is het stralende middelpunt van de voorstelling. Ze zingt deze muzikaal zeer uitdagende rol prachtig en heeft een nonchalant en komisch talent dat perfect past bij de voorstelling. De dynamiek tussen haar en co-star Bartels is mooi en oprecht. Het publiek eet op voorhand al uit Bartels hand, zoals wel blijkt uit het enorme applaus wanneer hij voor het eerst op het podium verschijnt. Toch is ook hij een terechte winnaar en speelt de verschillende facetten van Joseph met veel overtuiging. Het programma Op zoek naar Joseph heeft niet alleen een hoofdrol opgeleverd, maar ook een leuke aanvulling op het ensemble. Robin, Mathijs en Hein delen het podium met hun vroegere concurrent. Marketingtruc of niet, het zijn wel talenten die er op hun plaats zijn.
Lekker luchtig
~
Als laatste moet iets gezegd worden over de humor in de muziek. Vanaf 1968 is er jarenlang aan Joseph toegevoegd en gesleuteld door Tim Rice en Andrew Lloyd Webber en misschien komt het wel door de lange weg die de show heeft afgelegd dat de muziek zo gevarieerd is. Sommige nummers zijn gewoon mooi en melodisch, maar andere songs zijn enorm uiteenlopend qua stijl. Josephs dood, bijvoorbeeld, wordt in plat Amsterdams aangekondigd met een country & western-deuntje, de farao is een Elvis-aftreksel en twee andere nummers worden weer gezongen als clichématig Frans chanson en vrolijk Jamaicaans reggaedeuntje. Deze absurde muziekstijlen in een serieuze en compleet ongepaste context maken Joseph nog gevarieerder en grappiger.
~
Joseph is nog te zien op tournee door Nederland t/m 20 september en is daarna wegens succes verlengd in het Beatrixtheater in Utrecht. Klik hier voor meer informatie.
Joop van den Ende theaterproducties / Stage Entertainment - Joseph and the amazing technicolor dreamcoat
Artiest: Joop van den Ende theaterproducties / Stage EntertainmentGezien op woensdag 14 januari 2009 in Chassé Theater, Breda
Misschien ook iets voor u